Buber toont ons de weg van de mens die bewust in dit leven wil staan. Een
achterliggende vraag aan deze mens is of hij open naar voren zal treden als
hij, net als Adam, ter verantwoording wordt geroepen.
Hoe schoon is onze lei, hoe waar zijn onze woorden, hoe zuiver onze
beweegredenen?
Maar dat is niet het einde van het verhaal, dat is het begin.
Iedere ziel zal zichzelf bewust moeten worden, zichzelf louteren, maar
niet om der wille van zichzelf, noch om het aardse geluk, en ook niet
om der wille van de hemelse zaligheid, zegt Buber. Maar ter wille van
Gods werk in de wereld.
Buber benadrukt dat de weg voor elk mens uniek is, en niemand zegt
dus dat die kwantitatief te meten zou zijn, al heb ik persoonlijk wel de
neiging om te vinden dat mensen meer moeten doen dan leven voor
zichzelf.