Doelgroep:
De opdrachtgever van mijn beroepsproduct is de Burghtschool in Amsterdam. De
school ligt op een van de grachten in het centrum van de stad. Het is een grote
school met 22 klassen en bijna 600 leerlingen. De leerlingen komen allemaal uit de
buurt van de school, veel ouders hebben goed betaalde banen of hebben een goed
lopende eigen zaak. Over het algemeen kun je stellen dat de kinderen niet veel te
kort komen thuis.
Visie:
De school heeft mij gevraagd om de methode Wijzer door de Tijd uit te breiden met
extra lessen die de leerlingen zelfstandig naast de methode kunnen uitvoeren. In de
methode zelf staan al een aantal opdrachten beschreven, maar deze worden nooit
uitgevoerd. De groepsleerkrachten konden mij vertellen dat ze deze opdrachten niet
deden omdat ze te kort beschreven zijn, ze konden niet even zo’n opdracht doen
zonder voorbereiding. Het is namelijk wel fijn als je in één oogopslag kan zien wat
voor soort opdracht het is en welke materialen je daarbij nodig hebt.
De groep:
Dit product is geschikt voor leerlingen uit groep 7 die de methode Wijzer door de Tijd
gebruiken.
Het beroepsproduct:
Inleiding:
De opdrachtenkaarten zijn ontworpen als aanvulling op de lessen in de methode
Wijzer door de Tijd groep 7. De kaarten kunnen zowel individueel als in tweetallen en
groepjes gemaakt worden. In de rechter boven hoek kun je de volgende icoontjes
vinden:
Individuele opdrachten
Werken in tweetallen
Evaluatie:
Verbeterpunten:
Als ik de tijd had om het product nog te veranderen/ verbeteren dan zou ik meerdere
opdrachtkaarten met dezelfde opdracht gaan maken. Veel kinderen willen
tegelijkertijd dezelfde opdracht doen, maar ze hebben niet altijd zin om dat samen
met een ander kind te doen. Ook zou ik de opdrachtkaarten nummeren zodat ze per
hoofdstuk ook nog in de juiste volgorde komen te staan. Hiermee voorkom je dat de
kaarten na een tijdje door elkaar zijn geraakt en het lastiger is om de opdrachten te
vinden die te maken hebben met het zojuist behandelde onderdeel. Daarnaast zou ik
ook nog op de kaarten willen aangeven op welk niveau ze zijn.
Differentiatie:
Ik heb gemerkt dat de leerlingen in het begin heel gemakzuchtig zijn met de
opdrachten, ze vinden het al snel voldoende. Als leerkracht moet je duidelijk weten
wat de kinderen kunnen, zo kan je bepalen of het geleverde werk echt voldoende is
voor die leerling of dat het te minimaal is. Op de opdrachtkaarten staat namelijk wel
beschreven aan welke elementen het werk moet voldoen voordat het voldoende is.
Doordat ik nu tijdens het zelfstandig werken van de leerlingen te veel werd afgeleid,
had ik minder tijd om de zwakkere leerlingen goed te begeleiden.
Evaluatie stagebegeleider: