Anda di halaman 1dari 8

ICT-School Scan Leerlingen

Wie jij bent op


school
Op welke school zit jij? * School 1
School 2
School 3
In welke groep zit jij op groep 7
deze school? * groep 8
Anders, nl.
Ben jij een jongen of een meisje
meisje? * jongen
Wat is jouw leeftijd? * 8 jaar
9 jaar
10 jaar
11 jaar
12 jaar

Hoe vaak
gebruik je
computers?
Heb je wel eens een ja
computer gebruikt (thuis nee
of op school)? *
Hoe lang gebruik je al minder dan een jaar
een computer? * een jaar of meer maar minder dan drie jaar
drie jaar of meer maar minder dan vijf jaar
vijf jaar of meer
Hoeveel tijd zit jij minder dan een half uur
gemiddeld per dag thuis meer dan een half uur maar minder dan een uur
achter de computer? *
meer dan een uur maar minder dan twee uur
Het gaat alleen om de tijd
meer dan twee uur
die jij thuis achter de
computer zit.
Hoeveel tijd zit jij minder dan een half uur
gemiddeld per dag op meer dan een half uur maar minder dan een uur
school achter de
meer dan een uur maar minder dan twee uur
computer? *
meer dan twee uur
Het gaat alleen om de tijd
die jij op school achter
de computer zit.

Hoe goed ben je


met computers?
Een verhaal schrijven met dit kan ik heel goed alleen doen
een tekstverwerker * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een presentatie maken dit kan ik heel goed alleen doen
voor een spreekbeurt * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een grafiek maken met dit kan ik heel goed alleen doen
een rekenbladprogramma dit kan ik doen met wat hulp
*
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een databestand opzetten dit kan ik heel goed alleen doen
met een dit kan ik doen met wat hulp
bestandsprogramma *
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een bestand op de dit kan ik heel goed alleen doen
computer verplaatsen * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een tekst (verhaal of dit kan ik heel goed alleen doen
verslag) printen * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een of meer bestanden dit kan ik heel goed alleen doen
op een CD branden * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Foto's bewerken met een dit kan ik heel goed alleen doen
fotobewerkingsprogramma dit kan ik doen met wat hulp
*
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een anti-virusprogramma dit kan ik heel goed alleen doen
gebruiken om een virus dit kan ik doen met wat hulp
weg te halen *
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een e-mail schrijven en dit kan ik heel goed alleen doen
versturen * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een bestand met een e- dit kan ik heel goed alleen doen
mail meesturen * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Informatie opzoeken op dit kan ik heel goed alleen doen
Internet * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Bestanden of dit kan ik heel goed alleen doen
programma's downloaden dit kan ik doen met wat hulp
van Internet *
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Chatten of MSN-en * dit kan ik heel goed alleen doen
dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Muziek downloaden van dit kan ik heel goed alleen doen
Internet * dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is
Een dit kan ik heel goed alleen doen
multimediapresentatie dit kan ik doen met wat hulp
(met muziek, foto's en
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
video) maken *
ik weet niet wat dit is
Een webpagina maken * dit kan ik heel goed alleen doen
dit kan ik doen met wat hulp
ik weet wat het is, maar ik kan het niet
ik weet niet wat dit is

Waar gebruik je
computer?
Ik gebruik een computer iedere dag of bijna iedere dag
thuis * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Ik gebruik een computer iedere dag of bijna iedere dag
op school * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Ik gebruik een computer iedere dag of bijna iedere dag
bij een vriendin of vriend een of twee keer per week
thuis *
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Ik gebruik een computer iedere dag of bijna iedere dag
in de bibliotheek * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Ik gebruik een computer iedere dag of bijna iedere dag
ergens anders * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit

Waarvoor
gebruik je
computers?
Spelletjes spelen * iedere dag of bijna iedere dag
een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Verhalen of gedichten iedere dag of bijna iedere dag
schrijven * een of twee keer per week
(met een een of twee keer per maand
tekstverwerkingsprogramma
nooit of bijna nooit
zoals Word of WordPerfect)
Een rekenblad gebruiken iedere dag of bijna iedere dag
* een of twee keer per week
(met een een of twee keer per maand
rekenbladprogramma
nooit of bijna nooit
zoals Excel)
Tekening maken met een iedere dag of bijna iedere dag
tekenprogramma * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Een leerprogramma iedere dag of bijna iedere dag
gebruiken voor taal, een of twee keer per week
rekenen of aardrijkskunde
een of twee keer per maand
*
nooit of bijna nooit
Een computerprogramma iedere dag of bijna iedere dag
schrijven een of twee keer per week
(programmeren) *
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Een presentatie maken iedere dag of bijna iedere dag
voor een spreekbeurt * een of twee keer per week
(met een een of twee keer per maand
presentatieprogramma
nooit of bijna nooit
zoals PowerPoint)
Een webpagina maken iedere dag of bijna iedere dag
voor een website * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit

Waarvoor
gebruik je
Internet?
Opzoeken van informatie iedere dag of bijna iedere dag
voor school * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Opzoeken van informatie iedere dag of bijna iedere dag
over sport * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Iets opzoeken over iedere dag of bijna iedere dag
muziek * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Iets opzoeken over iedere dag of bijna iedere dag
andere activiteiten en een of twee keer per week
onderwerpen *
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Chatten, e-mailen of iedere dag of bijna iedere dag
MSN-en met vrienden * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Om met anderen samen iedere dag of bijna iedere dag
te werken * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Om muziek te iedere dag of bijna iedere dag
downloaden * een of twee keer per week
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit
Om programma's of iedere dag of bijna iedere dag
spelletjes te downloaden een of twee keer per week
*
een of twee keer per maand
nooit of bijna nooit

Aanwezigheid
van computers
thuis
Hebben jullie thuis een ja
computer? * nee
Geen spelcomputers zoals
XBox, Nintendo,
PlayStation, Gameboy of
apparatuur voor games
op televisie.
Hoeveel computers geen enkele
hebben jullie thuis? * een
Tel een spelcomputer niet twee
mee, maar wel een laptop
drie of meer
of notebook.
Hebben jullie thuis ja
Internet? * nee
Heb jij thuis een eigen nee
computer (of laptop)? * ja, maar geen Internet
ja, met Internet
Hebben jullie thuis ja
leerprogramma's voor de nee
computer? *
Bijvoorbeeld programma's
voor rekenen, taal,
aardrijkskunde
(topografie).

Waardering
computergebruik
op school
Lessen waarbij de helemaal oneens
computer gebruikt wordt, oneens
vind ik leuk. *
eens
helemaal eens
We hebben genoeg helemaal oneens
computers op school * oneens
eens
helemaal eens
Computers kunnen mij helemaal oneens
helpen om dingen oneens
makkelijker te leren. *
eens
helemaal eens
We werken meer dan helemaal oneens
genoeg met computers op oneens
school. *
eens
helemaal eens
Computers interesseren helemaal oneens
me weinig. * oneens
eens
helemaal eens
Ik vind werken met helemaal oneens
computers op school erg oneens
leuk. *
eens
helemaal eens
Als je met computers helemaal oneens
kunt werken, kun je later oneens
een betere baan krijgen.
eens
*
helemaal eens
Ik vind het leuk om met helemaal oneens
anderen over computers oneens
te praten. *
eens
helemaal eens
Mijn juf of meester weet helemaal oneens oneens eens helemaal eens
veel van computers. *

Hoe mediawijs
ben je?
Als je op een webpagina waar
komt die je niet leuk niet waar
vindt, kun je deze pagina
weet niet
wegklikken. *
Als je iemand een e-mail waar
stuurt, hoef je je naam niet waar
niet eronder te zetten. *
weet niet
Een 'firewall' beschermt waar
jouw computer tegen niet waar
virussen. *
weet niet
Een bijlage die een waar
onbekende meestuurt niet waar
met e-mail kun je rustig
weet niet
openen. *
Als je een foto van waar
bijvoorbeeld een vriend of niet waar
vriendin op je webpagina
weet niet
wilt zetten, moet je
vriend of vriendin dat
goed vinden. *

Nog meer over


media wijsheid
Ik kan het beste mijn helemaal oneens
naam als wachtwoord oneens
gebruiken want die is
eens
makkelijk te onthouden. *
helemaal eens
Het is belangrijk om je helemaal oneens
wachtwoord geheim te oneens
houden. *
eens
helemaal eens
Aan je beste vriend of helemaal oneens
vriendin kun je rustig oneens
jouw wachtwoorden
eens
geven. *
helemaal eens
Een goed wachtwoord helemaal oneens
bestaat uit letters, cijfers oneens
en leesttekens door
eens
elkaar. *
helemaal eens
Voor verschillende helemaal oneens
Internetsites kun je het oneens
best hetzelfde
eens
wachtwoord gebruiken. *
helemaal eens

Gebruik van
games
Speel je wel eens ja
spelletjes (games) thuis nee
op de computer? *
Vind je spelletjes spelen ja
op de computer leuk om nee
te doen? *
Leer je ook van de ja
spelletjes die jij speelt? * nee
Speel je ook wel eens ja
spelletjes via Internet nee
met anderen? *
Speel je op school ook ja
wel eens een spelletje op nee
de computer om iets te
leren? *

Anda mungkin juga menyukai