Inleiding
Of het nu gaat om degene die actief sport bedrijft, de passieve kijker of degene die
meehelpt (een functie bekleedt) in een vereniging: iedereen moet plezier kunnen beleven
aan de voetbalsport. Dit houdt in dat men gezamenlijk de vereniging moet inrichten,
luisterend naar en zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van iedereen. Dit
betekent dat er afspraken moeten worden gemaakt over de wijze waarop je met elkaar
omgaat, maar ook met anderen binnen de voetbalsport, zoals tegenstanders,
scheidsrechters en gasten/bezoekers. Deze afspraken zijn voor zover het onze leden
betreft vastgelegd in deze “Spelregels m.b.t. het Lidmaatschap”, waarin we de waarden
en normen voor ons handelen hebben vastgelegd en met elkaar afspreken deze te zullen
nakomen. En zonodig er elkaar op aan te spreken. Dit alles moet ons allen helpen om de
clubdoelstelling na te streven en een noodzakelijk geachte cultuur verandering binnen de
vereniging te bewerkstelligen.
2. Clubdoelstellingen
a. Sportief
i. Sportiviteit
ii. Prestaties binnen het haalbare
iii. Team sport
iv. Plezier
b. Structuur & organisatie
i. Weten waar je aan toe bent
ii. Organisatie behoefte, het voldoen aan minimale randvoorwaarde
iii. Stabiliteit
iv. herkenbare organisatie structuur, aanspreekbaarheid
v. voorzieningen
vi. Gedeelde verantwoordelijkheid; De club dat ben jij
vii. veiligheid à gerust gevoel ouders
c. Normen & Waarden
i. sociaal
ii. Saamhorig
iii. veiligheid (Verbaal en fysiek)
iv. Zaterdag club
v. Herkenbare normen & waarden
vi. Solidariteit à voor en met elkaar
vii. Meedoen, niet alleen consumeren
viii. Gedeelde verantwoordelijkheid; De club dat ben jij
ix. Sportiviteit
x. Club van en door leden
xi. Prestatie doelstelling mag geen negatieve invloed hebben op de
normen & waarden, clubdoelstelling en structuur
d. Sociale aspecten
i. Thuis voelen
ii. Herkenbaar
iii. Gezelligheid
iv. Ontmoeten kennissenkring en vrienden
v. Historie
vi. Clubgevoel
3. Verwachtingen
Wat zijn voortvloeiend uit de club doelstellingen de verwachtingen die een lid mag
hebben van de vereniging en andersom de verwachtingen die de vereniging mag hebben
van een lid.
4.1) De 16 gedragsregels
Of het nu gaat om degene die actief sport bedrijft, de passieve kijker of degene die meehelpt
(een functie bekleedt) in een vereniging: iedereen moet plezier kunnen beleven aan de
voetbalsport. Dit houdt in dat men gezamenlijk de vereniging moet inrichten, luisterend naar
en zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van iedereen. Dit betekent dat er
afspraken moeten worden gemaakt over de wijze waarop je met elkaar omgaat, maar ook
met anderen binnen de voetbalsport, zoals tegenstanders, scheidsrechters en
gasten/bezoekers. Deze afspraken zijn voor zover het onze leden betreft vastgelegd in deze
“Spelregels m.b.t. het Lidmaatschap”, waarin we de waarden en normen voor ons handelen
hebben vastgelegd en met elkaar afspreken deze te zullen nakomen en zonodig er elkaar op
aan te spreken.
• sporters
• ouders/verzorgers
• trainers/leiders
• bestuurders
• scheidsrechters / wedstrijdleiders
• toeschouwers
4.2.1) Sporters
1. Forceer een kind dat geen interesse toont nooit om deel te nemen aan een sport.
2. Bedenk dat kinderen sporten voor hun plezier en niet voor het uwe.
3. Moedig uw kind altijd aan om volgens de regels te spelen.
4. Leer uw kind dat het resultaat van elke wedstrijd wordt geaccepteerd.
5. Steun een kind en geef het geen negatieve kritiek als het een fout heeft gemaakt of
een wedstrijd heeft verloren.
6. Val een beslissing van de scheidsrechter/wedstrijdleider niet af en trek nooit de
integriteit van deze personen in twijfel.
7. Ondersteun alle pogingen om verbaal- en fysiek geweld tijdens sportactiviteiten te
voorkomen.
8. Erken de waarde en het belang van functionarissen en vrijwilligers binnen de
vereniging. Zij geven hun tijd en kennis om het sporten van uw kind mogelijk te
maken.
4.2.3) (Jeugd-)trainers/leiders
1. Wees redelijk in uw eisen tav de tijd, de energie en het enthousiasme van jeugdige
spelers. Bedenk dat jongeren ook andere interesses hebben.
2. Leer uw spelers dat spelregels afspraken zijn die voor iedereen gelden.
3. Gun alle spelers bij benadering dezelfde speeltijd.
4. Bedenk dat jongeren voor hun plezier spelen en iets willen leren.
5. Gebruik passend taalgebruik en maak kinderen niet belachelijk bij fouten of verlies
van een wedstrijd.
6. Winnen én verliezen zijn een onderdeel van het spel.
7. Zorg voor deugdelijk en veilig materiaal.
8. Ontwikkel respect voor medespelers, tegenstanders en scheidsrechter.
9. Blijf op de hoogte van de beginselen van goede en bij kinderen passende training.
10. Het actief uitdragen van de normen en waarden van vereniging
4.2.4) Bestuurders
4.2.6) Toeschouwers
1. Bedenk dat de jeugd voor haar eigen plezier deelneemt aan georganiseerde
sportbeoefening. De jeugd doet dit niet voor uw vermaak, noch zijn de sporters mini-
profsporters.
2. Gedraag u op uw best. Vermijd het gebruik van grof, beledigend en/of andersoortig
incorrect taalgebruik aan het adres van spelers, trainers, leiders, scheidsrechters etc.
3. Toon enthousiasme over goed spel van zowel uw eigen team als het gastteam.
4. Toon respect voor de tegenpartij. Zonder hen zou er geen wedstrijd zijn.
5. Benader sporters nooit belachelijk bij fouten of verlies van een wedstrijd.
6. Veroordeel elk gebruik van geweld, fysiek of verbaal.
7. Respecteer en accepteer beslissingen van scheidsrechters / wedstrijdleiders.
8. Wees altijd sportief. Goed voorbeeld doet goed volgen.