Onderwijl werd ik als kind vrijwel dagelijks uitgescholden voor 'kutturk' die naar zijn 'eigen land' moest. Ook anti-zwart racisme heeft altijd welig getierd in Nederland. Maar dankzij de multiculturele gedachtepolitie kon het Nederlandse racisme niet gearticuleerd worden op tv of in de politiek. Dus het bestond niet. Ik ken genoeg wereldvreemde progressieve academici die in hun witte onderzoeksgroepjes met hun witte collega's nog steeds lullen dat racisme een 'Amerikaans concept' zou zijn. Analytisch niet van toepassing op Nederland. Juist, alsof Nederland geen wezenlijk onderdeel is van de trans-Atlantische slavernij en de virulent racistische culturele productie die daarmee gepaard ging. Racistische afleidingsretoriek Mede door het multiculturele maaiveld is daadwerkelijk burgerschap in Nederland de kop in gedrukt. Wij tolereren 'hun' slechts als ze zich maar gedeisd houden en niet al te zichtbaar zijn. Daarom is het zo makkelijk voor politici om racistische afleidingsretoriek te gebruiken. En Wilders is maar een amateur. De professionals vind je bij andere partijen. Zo was het Sabine Uitslag (CDA) die in 2010 de nieuwskop 'Turken ontvangen thuiszorg in Turkije' gebruikte om een grote bezuiniging op de AWBZ te verkopen. Niemand in Nederland, inclusief Turkse Nederlanders, die besefte dat die Turken gewoon Nederlanders zijn, net als Henk en Ingrid met hun thuiszorg aan de Costa Brava. Toen Jetta Klijnsma (PvdA) onlangs de bijstand versoberde door te wijzen op 'onaangepaste kleding' was de racistische boodschap duidelijk: 'die verschrikkelijke boerka's die teren op ,,onze" bijstand'. En velen slikten het voor zoete koek, want, nogmaals, we zien 'allochtonen' niet als volwaardige burgers. Ze heten niet voor niets 'allochtonen'. Ook in mijn stad Rotterdam is de PvdA altijd haantje de voorste bij het implementeren van racistisch beleid. Collectief straffen van gekleurde jongeren is - naast een vastgoedbubbel - de grootste verdienste van de Rotterdamse PvdA. Het zijn dan ook vaak progressieve elites die in allerlei bochten schieten om mij maar geen Nederlander te noemen. Zij zijn degenen die ooit met de absurde term 'allochtoon' zijn gekomen. Minister Lodewijk Asscher had het onlangs, na lang aandringen, over 'discriminatie tegen migranten'. Ik heb breaking news voor Asscher: mijn opa kwam een halve eeuw geleden naar Nederland. Surinaamse- en Antilliaanse Nederlanders waren twee eeuwen voor Limburg onderdeel van Nederland. Mocht Wilders vervolgd worden voor zijn 'minder Marokkanen' uitspraak ga ik protesteren. Niet om zijn uitspraak te verdedigen, maar om zijn vrijheid om die uitspraak te kunnen doen te verdedigen. Institutioneel racisme los je niet op door mensen de mond te snoeren. Integendeel, pas wanneer het open en bloot op de keukentafel van Nederland ligt, kunnen we er wezenlijk over discussiren en werken aan een bewustwordingsproces. Ondertussen kunnen we ons afvragen waarom progressieve elites altijd zo'n kort lontje hebben als het gaat om racistische uitspraken, maar hun kop in het zand steken als het gaat om racistische daden. Zo pleit ik al jaren bij politici om hun 'lik-op-stuk' fetisj als het gaat om asielzoekers en bijstandsmoeders ook eens toe te passen op discriminerende werkgevers. Maar niemand wil eraan. Ook al is er sinds het onderzoek 'Mag het ook een buitenlander wezen?' (LBR, 1986) absoluut niets veranderd. In 2014 is er nog steeds een hardnekkige en structurele discriminatie op de arbeidsmarkt. En ik ben volgens beleidsdocumenten, wetenschappelijke rapporten, massamedia en politici nog steeds geen Nederlander, maar een 'buitenlander', 'migrant' of 'allochtoon'. De multiculturele samenleving was al mislukt voor zij begon Zihni zdil is publicist en historicus. Hij is als wetenschappelijk docent en promovendus verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.