Virtual View minor Active aging 2014 Awareness Lab 23-01-2014, versie 1.

2 Inleiding Wandelend door het bos is het voor veel mensen heel gemakkelijk te ontspannen en de innerlijke balans te hervinden. Het is echter lang niet voor iedereen mogelijk om regelmatig de natuur in te gaan bijvoorbeeld omdat men fysiek niet in staat is. Deze mensen willen we toch de mogelijkheid bieden mentaal te herstellen door ze een virtuele bos ervaring te laten beleven. Want niet alleen een daadwerkelijk bezoek aan het bos zorgt voor ontspanning en revitalisering, ook het bekijken van plaatjes van de natuur heeft een heilzame werking. Hiernaar is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan 1 . Virtual View is een interactief, geanimeerd tableau dat uitzicht op natuur en de daarmee gepaard gaande heilzame werking nabootst. We maken hierbij gebruik van hartcoherentie. Dit is een goede indicator voor innerlijke balans. We gaan hiervoor samenwerken met het Nederlandse bedrijf Heartlive dat zelf een hartcoherentie sensor met software heeft ontwikkelt. De gebruiker draagt zon sensor en benvloed zo het tableau. Het beeld en geluid van de installatie benvloeden op hun beurt de hartcoherentie van de gebruiker. Uit onderzoek (zie onder) moet blijken wat de essentile visuele en auditieve karakteristieken zijn die het bos en de natuur zo heilzaam maken. Deze karakteristieken zullen door software op een abstracte en generieke wijze worden nagebootst. De software beoogt dus niet een getrouwe 3D weergave van een bos of natuurlijk landschap te maken maar de ervaring van natuur met de bijbehorende uitwerking bij de gebruiker te bewerkstelligen. De Heartlive hardware en algoritmen voeden het systeem zodat het beeld telkens zo kan worden aangepast dat de mentale en fysieke balans van de gebruiker optimaal is. Zij zullen verfrist uit het virtuele bos komen. Plan van aanpak Virtual View is een evidence based kunstinstallatie. Dit wil zeggen dat de uitwerking van de beelden en geluiden meetbaar heilzaam zijn. Deze heilzaamheid wordt gemeten middels hartcoherentie. Hoe groter de coherentie, hoe meer innerlijke balans. Dit geldt niet alleen voor een mentale balans, er zijn ook fysieke voordelen aan een hoge hartcoherentie omdat alleen bij coherentie er sprake is van een balans tussen het sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel. Grofweg bestaat het traject uit de volgende stappen: 1. Het psychologisch stimuli onderzoek 2. Ontwikkelen van computer gegeneerde test stimuli ontleend aan dit eerste onderzoek 3. Testen van de generieke stimuli 4. Schrijven van de Virtual View software voor beeld en geluid 5. Opbouwen van de installatie 6. Test en onderzoek op locatie 7. Oplevering kunstproject als prototype Studenten van de minor kunnen een bijdrage leveren aan punt 1 t/m 3. Voor de invulling van de punten zie onder. Onderzoekstraject Hieronder volgt een verdere uiteenzetting en invullen van de punten 1 t/m 3 uit bovenstaand plan. 1. Inleiding

1 Psychophysiological Responses and Restorative Values of Wilderness Environments, Chang, Chen, Hammitt , and Machnik, USDA Forest Service Proceedings RMRS-P-49. 2007

Uit experimenteel psychologisch en literatuur onderzoek zal blijken welke stimuli het meest effectief zijn. De stimuli zijn geselecteerde en/of speciaal voor dit onderzoek geregistreerde afbeeldingen van en geluiden uit de natuur. De effecten van de stimuli zullen worden gecorreleerd aan de HRV. 1. Aanpak Voordat we het experiment gaan ontwerpen moet eerst worden gekeken bestaand onderzoek op het vlak van: HRV en hartcoherentie in het algemeen. De benvloeding van HRV door a) visuele stimuli b) auditieve stimuli. De nadruk moet liggen op materiaal ontleend aan de natuur. Maar ook de invloed van bijvoorbeeld kleuren kan worden meegenomen. HRV is essentieeel voor het project maar ook een vrij beperkt signaal. Ook gegevens van EEG (hersengolven), huidweerstand (GSR) en bloeddruk kunnen een aanvulling zijn voor het onderzoek. Dus ook het effect van a en b op de hersenen kan in de literatuurstudie worden betrokken. Er kan ook in ruimere zin worden gekeken naar benvloeding door stimuli a en b van gemoedstoestand, stress, etc. Naar aanleiding van de het bronnenonderzoek zullen we een definitieve keuze maken uit de sensoren die we gaan gebruiken. Naar aanleiding van bovenstaand bronnenonderzoek kunnen verschillende experimenten worden opgezet die de effectiviteit (vergroting hartcoherentie) van verschillende stimuli testen. Alle beeld- en geluidseigenschappen komen in aanmerking voor modificatie om de gewenste hartcoherentie te bereiken. Denk bij beeld aan: gedetailleerdheid, kleuren, compositie maar ook aan tempo van de animatie. Denk bij geluid aan hardheid, toonhoogte, ruimtelijkheid als ook het verschil tussen ruis en afzonderlijke geluiden. Naast kwantitatief onderzoek kunnen ook enqutes worden afgenomen bij de deelnemers over de beleving en ervaring van beeld en geluid. Om niet te lang bezig te zijn met overleg met het ziekenhuis en toestemming en regelgeving rondom het werken met patinten is mij geadviseerd om in eerste instantie de lijntjes kort te houden. We zouden kunnen werken met studenten (en hun vrienden of familie), docenten en ander personeel van Avans. Na data-analyse kunnen conclusies worden getrokken aangaande de hypotheses van de experimenten. Zij vormen de basis voor de generieke beelden en geluiden. 2. Inleiding Naar aanleiding van bovenstaand onderzoek wordt code ontwikkelt die generatief beeld en geluid kan produceren. Opnieuw onderzoeken we hoe deze stimuli de HRV van de gebruiker benvloed. De effectiviteit van de gegenereerde beelden en geluiden zal worden afgezet tegen de toename aan hartcoherentie. Dit onderzoek het een exploratief karakter en is een opmaat voor het uiteindelijke onderzoek met het interactieve beeld en geluid. 2. Aanpak Vertalen van onderzoeksresultaten in concrete beeld- en geluidselementen Code schrijven in EventIDE (simulatie software) in C#. 2 Kleine testjes doen op effectiviteit van zelfgecreerde stimuli. Toewerken naar korte animaties met geluid (mogelijk als video bestand, dus niet interactief) die als stimuli kunnen dienen. Kleine testjes doen op effectiviteit van deze zelfgecreerde stimuli. We werken toe naar een aantal (interactieve) stimuli die kunnen worden getest binnen de EventIDE software. Een aantal artistieke natuurinterpretaties moeten interactief werken en reageren op de HRV. Naast de HRV sensor zullen we dezelfde sensoren gebruiken als bij onderzoek 1 die nodig zijn om de effectiviteit te testen. In een laatste

2 Deze stap is alleen mogelijk als er studenten in het team zitten met voldoende programmeer ervaring. Awareness Lab gaat in ieder geval interactieve schetsen maken die door de studenten gebruikt kunnen worden.

onderzoek (zie onder) zal worden bekeken welke (artistieke) benadering het meest effectief blijkt. 3. Inleiding In deze laatste serie experimenten gaan we de effectiviteit van het generieke beeld en geluid testen. De testpersonen krijgen verschillende interactieve stimuli te zien en horen. Het doel van dit experiment is het kunnen definiren van de meest effectieve generieke beeld- en geluidsstimuli. Aan de hand van de uitkomsten wordt een kader bepaald waarbinnen het uiteindelijk generieke beeld en geluid zich zal gaan bewegen. 3. Aanpak Ontwerpen van een of meer experimenten met de interactieve stimuli. Ook dit experiment zal bestaan uit zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek. Het uitvoeren van het experiment bij n of meerdere doelgroepen. In dit stadium is het interessant om personeel en patinten van het Amphia ziekenhuis bij het experiment te betrekken. Het eerste prototype zal in het Amphia worden gepresenteerd en om meer draagvlak voor het project te creren en een goed beeld te krijgen van het effect van het werk op deze doelgroep is het zinvol het Amphia erbij te betrekken. Na data-analyse kunnen conclusies worden getrokken aangaande de hypotheses van de experimenten. Zij vormen de basis voor de Virtual View software. Hiermee is de bijdrage van de studenten aan het onderzoek beindigd en gaan we werken aan het vertalen van de experimenten in software en de uiteindelijke installatie. Planning 1. Eerste stimuli onderzoek a. Bronnenonderzoek 27-1-2014 tot 17-2-2014 i. Verzamelen bronnen ii. Verslaglegging iii. Aanbevelingen voor het onderzoek Resultaat: Verslag met bronnenlijst en aanbevelingen voor opzet onderzoek b. Ontwerp experiment 17-2-2014 tot 10-3-2014 i. Opstellen hypothesen ii. Verzamelen stimuli iii. Vaststellen meetinstrumenten & vragen formulieren iv. Experiment bouwen in EventIDE v. Beschrijven protocollen en vastleggen labopstelling vi. Try-out onderzoek vii. Definitieve onderzoek en protocollen bepalen Resultaat: Document met 1) inleiding, doelstelling, theoretische achtergrond (integreren van de bronnen) en hypothesen 2) beschrijving onderzoeksgroep 3) beschrijving meetinstrumenten 4) beschrijving protocol/procedure c. Uitvoeren experiment 10-3-2014 tot 31-3-2014 i. Verzamelen participanten ii. Onderzoeken afnemen iii. Data opschonen iv. Data analyseren v. Conclusies en aanbevelingen vastleggen Resultaat: Verslag met 1) resultaten en omschrijving van gebruikte data-analyse 2) discussie, conclusie mbt de hypothesen en aanbevelingen voor het vervolgonderzoek 3) Bundeling van bovenstaande resultaten tot een verslag. 2. Testen gegeneerde stimuli 31-3-2014 tot 28-4-2014 a. Creren generieke stimuli (of werken met aangeleverd materiaal) b. Testen generieke stimuli

c. Data verzamelen d. Data opschonen, analyseren en conclusies trekken e. Een aantal iteraties van a t/m d f. Aanbevelingen voor het laatste onderzoek vastleggen Resultaat: Document met 1) beschrijving onderzoeksgroep 2) beschrijving meetinstrumenten 3) beschrijving protocol/procedure 4) resultaten en omschrijving van gebruikte data-analyse 5) discussie, conclusie mbt de onderzoeksvraag en aanbevelingen voor het vervolgonderzoek 3. Tweede stimuli onderzoek (met gegeneerd beeld en geluid) a. Ontwerp experiment 28-4-2014 tot 12-5-2014 i. Opstellen hypothesen ii. Keuze maken uit stimuli iii. Experiment bouwen in EventIDE iv. Vaststellen vragenformulieren v. Beschrijven protocollen en vastleggen labopstelling vi. Try-out onderzoek vii. Definitieve onderzoek en protocollen bepalen Resultaat: Document met 1) inleiding, doelstelling, theoretische achtergrond (integreren van de bronnen) en hypothesen 2) beschrijving onderzoeksgroep 3) beschrijving meetinstrumenten 4) beschrijving protocol/procedure b. Uitvoeren experiment 12-5-2014 tot einde minor i. Verzamelen participanten ii. Onderzoeken afnemen iii. Data opschonen iv. Data analyseren v. Eindconclusies en aanbevelingen vastleggen Resultaat: Verslag met 1) resultaten en omschrijving van gebruikte dataanalyse 2) discussie, conclusie mbt de hypothesen en aanbevelingen voor eventueel vervolgonderzoek 3) Bundeling van bovenstaande resultaten tot een verslag.