Anda di halaman 1dari 3

KRITISCHE REFLECTIE

Deze periode heb ik veel geleerd als het gaat om het groepsproces. Je groep in beeld brengen bleek toch nog niet zo simpel als dat ik van te voren dacht dat het was. Mijn mentor op stage heeft me weinig tot geen informatie over de kinderen gegeven om er zo voor te zorgen dat ik zelf goed op de kinderen ging letten. Na elke stagedag bespraken mijn mentor en ik samen of er nog nieuwe dingen waren opgevallen bij kinderen. Zo leerde ik dat ik altijd goed op het gedrag van kinderen moest letten.
OMGAAN MET DE GROEP

Toen ik hoorde dat ik in groep 5/6 stage mocht gaan lopen was ik erg enthousiast. Ik heb namelijk in mijn laatste jaar als onderwijsassistent ook in een combinatiegroep stage gelopen en dit was me erg goed bevallen. Vooral omdat ik en mijn toenmalige stagementor de groep vaak opsplitsten en ik dan voor de ene helft mocht zorgen en zij voor de andere helft. Als mijn stagementor alleen zelf les gaf, zorgde ze altijd dat de ene groep zelfstandig kon werken zodat ze aan de andere groep uitleg kon geven. Dit bleek bij deze combinatieklas anders te gaan. Mijn stagementor geeft namelijk aan allebei de klassen uitleg en geeft dezelfde vakken tegelijk. Dus als groep 5 spelling heeft, is groep 6 ook met spelling bezig. Dit kan rommelig worden omdat er vaak samengewerkt wordt in tweetallen. Dus als ik dan een spellingsles gaf kon het zo zijn dat ik groep 5 les aan het geven was en groep 6 er door zat te praten omdat ze moesten samen werken in tweetallen. Dit vond ik zelf niet fijn les geven. Daarom heb ik tijdens mijn lessen die ik gegeven heb vanuit de OGP ervoor gezorgd dat als ik de groep opsplitste, de ene helft eerst zelfstandig ging werken zodat ik rustig uitleg kon geven aan de andere helft. Ik heb hier met de kinderen goede regels over gemaakt zoals dat als ze iets niet snapten ze die vraag even over moesten slaan en de vraag pas konden stellen als ik klaar was met uitleg geven aan de andere helft. Zo had ik de rust om goed uit te leggen aan de groep die ik op dat moment les aan het geven was. Als er toch nog kinderen waren die tijdens het zelfstandig werken iets te luid zaten te praten dan corrigeerde ik dit door te laten zien dat ik ze in de gaten had (oogcontact), door even in mijn handen te klappen of door de betreffende naam van het kind te noemen. Als ik klaar was met het uitleg geven van de ene helft van de groep, dan klapte ik in mijn handen, vroeg ik even aan de klas of ze stil wilden zijn en of ze even naar mij wilde kijken. Dan vertelde ik dat groep 5 bijvoorbeeld in het werkboek ging beginnen, en dat als er vragen waren dat ze die even moesten onthouden. Groep 6 zou nu de uitleg van mij krijgen. Dit zorgde voor een fijne overgang tussen verschillende activiteiten. De leerlingen wisten dan goed wat er van ze verwacht werd. Tijdens een van de OGP lessen heb ik les gegeven uit de methode leefstijl. Deze leefstijl is gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Ik heb samen met de kinderen een les uitgevoerd over het thema nee durven zeggen. Tijdens deze les

heb ik het erover gehad wanneer het belangrijk is om nee te zeggen, waarom dat je het niet zou durven en wat je moet doen als je nee wilt zeggen maar het eigenlijk niet durft. Ik merkte dat de kinderen tijdens deze les, maar ook andere lessen die ik gegeven heb, erg veel te vertellen hadden en goed naar elkaar konden luisteren. Dit zorgt voor een veilige leeromgeving in de klas. Iedereen kon veilig vertellen als er iets aan de hand was, of een mening geven ergens over.
DIDACTISCH HANDELEN

Het didactisch handelen heeft tijdens deze OGP ook een grote rol gespeeld. Tijdens het maken van lesvoorbereidingen merkte ik steeds meer hoe belangrijk het is dat je goede leerdoelen hebt tijdens een les voor zowel de kinderen als voor jezelf. Het is belangrijk om goed voor ogen te hebben wat je aan het einde van de les geleerd wil hebben aan de kinderen (productdoel), op wat voor manier je wil dat de les verloopt (het procesdoel) en aan welke persoonlijke leerdoelen je gaat werken tijdens de les. Pas als je dit goed voor ogen hebt kan je de les verder gaan voorbereiden. Ook heb ik tijdens als mijn lessen goed gekeken naar de beginsituatie. Waar staan de kinderen op dit moment? Zijn er kinderen die afwijken van de rest van de klas? In mijn typering en kritische analyse laat ik zien dat ik mijn groep goed in beeld had voordat ik lessen ging geven. Als ik toch nog wat meer informatie nodig had bij sommige lessen dan vroeg ik dit aan mijn mentor. Voordat ik mijn lessen gaf besprak ik ook altijd met mijn mentor wat ik ging doen zodat hij nog tips of tops kon geven die betrekking hadden tot het niveau van leeractiviteiten bijvoorbeeld. Zo kon ik goed aansluiten bij de vakspecifieke doelen van de les. Tijdens mijn lessen werd er vaak samengewerkt door de leerlingen. Niet alleen omdat dit de opdracht was vanuit de OGP maar ook omdat de leerlingen uit mijn klas erg goed samen kunnen werken. De klas zit in groepjes opgedeeld waardoor je gemakkelijk kan samenwerken met elkaar. Tijdens bijna al mijn lessen heeft samenwerkend leren een rol gehad. Er zijn tijdens lessen hier geen problemen over geweest. Ik heb verschillende manieren geleerd en uitgevoerd als het gaan om het maken van groepen. Tijdens mijn stelles heb ik de kinderen zelf laten kiezen of ze gingen samenwerken of dat ze zelfstandig wilde werken, tijdens rekenen heb ik de leerlingen van groep 5 laten samenwerken met groep 6. Tijdens de leeftstijlles heb ik groepjes gemaakt d.m.v. kaartjes uit te delen, en tijdens de les techniek heb ik gekozen om de groepjes waarin de kinderen zitten ook meteen de groepjes te maken waarin de kinderen samen gaan werken. Tijdens mijn lessen zijn kinderen redelijk vaak vrij gelaten. Hiermee bedoel ik dat ik niet teveel instructie gaf maar de kinderen zelf lekker aan de slag te laten gaan. Tijdens mijn stelles waarbij de kinderen een verhaal moesten schrijven in tweetallen of alleen heb ik een oproep gedaan naar de fantasie van kinderen. Hierdoor heb ik ze uitgedaagd om zelf hun eigen verhaal te verzinnen. En ook tijdens mijn handvaardigheid les heb ik niet verteld wat ze moesten tekenen, maar alleen met wat voor techniek de kinderen gingen werken. Zo krijg je het voor elkaar dat de kinderen zelf fantasie kunnen toepassen

tijdens de lessen. Ook vind ik het leuk dat je dan veel verschillende resultaten te zien krijgt. Zo zie je dat ieder kind een eigen manier van denken heeft.
REFLECTIE EN ONTWIKKELING

Naast een goede voorbereiding en uitvoering is het belangrijk om goed zicht te hebben op je eigen ontwikkeling om zo jezelf steeds te verbeteren waar nodig is. Hierbij speelt feedback van anderen ook een rol. Anderen kijken anders naar jou dan dat je zelf doet, dus tips of tops van anderen kunnen ervoor zorgen dat ze je dingen laten zien die je zelf nooit waren opgevallen. Om feedback te kunnen ontvangen moet je er wel voor zorgen dat je deze feedback goed kan ontvangen en waarderen. Ook als je weinig tops en veel tips zou ontvangen na een les gegeven te hebben moet je hier voor open staan. Tijdens mijn jaren als onderwijsassistent heb ik al veel feedback ontvangen zowel negatief als positief. Wel merkte ik sinds dit eerste pabojaar dat ik meer negatieve feedback kreeg dan dat ik ooit gehad heb op onderwijsassistent. Dit maakt me op het begin best onzeker. Tijdens OGP3 denk ik dat ik hier veel beter mee om kan gaan. Ik ga door tips beter naar mezelf kijken tijdens de lessen waardoor ik ook zelf al verbeter punten zie. Deze verbeterpunten kan ik goed verwoorden in de reflecties die ik achteraf schrijf. Tijdens mijn reflecties kijk ik terug op mijn persoonlijke leerdoelen waardoor ik kan kijken of ik vooruitgang boek op een bepaald punt. Ook sta ik zowel voor feedback van collegas als medestudenten open. Ik heb er geen moeite mee om over mijn leeractiviteiten te praten. Ik kan met leerkrachten praten over mijn ontwikkeling en kan mijn opbrengsten laten zien.

Anda mungkin juga menyukai