Anda di halaman 1dari 128

-1-

Hoofdstuk 1

Het was omstreeks 12 januari van het jaar 1942 dat de januari de Elfstedentocht gehouden kon worden onder
winter in volle hevigheid over heel Europa losbarstte. de meest barbaarse omstandigheden met een tempera-
Was het tot dusverre telkens bij wat kwakkelweer ge- tuur van 20 graden onder nul.
bleven, op die bewuste datum draaide de wind in de Had de strenge winter misschien voor een kort
oosthoek en zette een langdurige zware vorstperiode in. moment de aandacht enigszins van het wereldgebeuren
We moesten maatregelen treffen om de felle koude die afgeleid, er waren toch wel berichten over belangrijke
met een stormachtige wind op de ramen beukte enigs- gebeurtenissen tot ons gekomen die de hoop deden
zins te weren. Al waren de brandstoffen nog wel niet op herleven op een spoedig einde van de oorlog. President
de bon, er was toch een zekere beperking ingevoerd Roosevelt had een belangrijke rede gehouden in de
door de handelaren en er was geen sprake meer van dat Senaat waarin hij de plannen bekend maakte voor 1942
men onbeperkt bij de kolenboer brandstof kon bestel- die de Geallieerden er zo snel mogelijk bovenop zou-
len. Gelukkig hadden wij een bevriende kolenleveran- den moeten helpen. Hij kwam met indrukwekkende
cier, een kennis van moeder uit de damesclub van „Ons cijfers: de Verenigde Staten hadden voor het jaar 1942
Huis”, en daaraan dankten wij het feit dat we lang voor gepland om 50.000 vliegtuigen te bouwen. In 1943
de winter inviel een redelijke voorraad kolen op zolder zouden dat er meer dan 160.000 moeten worden en in
hadden liggen. We verhuisden alles zoveel mogelijk dezelfde periode zou er voor 10 miljoen ton aan
naar één kamer en hielden de schuifdeuren gesloten, scheepsruimte op stapel moeten worden gezet teneinde
opdat we een beter gebruik konden maken van de ka- de verloren gegane tonnage door het torpederen van
chelwarmte. Ook op de zolderkamer waar ik sliep was koopvaardijschepen zo snel mogelijk aan te vullen. De
het na een paar dagen niet meer om te harden van de gehele Amerikaanse economie zou voortaan met alle
bijtende kou, dus zat er niets anders op dan met de macht worden ingezet om dat doel te bereiken, de wa-
beddenboel naar beneden te verhuizen, waar ik gedu- penindustrie tot het uiterste worden ingespannen,
rende de eerste weken op de divan ging slapen om ten slechts dàn alleen zou het mogelijk zijn dat de vrije
minste niet de kans te lopen dood te vriezen. wereld het fascistische monster een halt kon toeroepen.
Nog steeds maakte ik iedere morgen de wan- Het was een zeer belangrijke rede die de President van
deling door de stad naar het bondskantoor om daar een Amerika hield, je klampte je er aan vast als een drenke-
stempeltje te halen en mijn handtekening te zetten. Met ling die op 't punt staat voorgoed onder de oppervlakte
angst en beven dacht ik aan het ogenblik dat de laatste te verdwijnen.
uitkeringsweek zou aanbreken, dan zou mijn uitkering Ook van het front in Rusland bleven de be-
eindigen en was ik zonder inkomen. We zouden dan richten hun optimistische klank behouden, de terugtocht
langzaam maar zeker afglijden naar het hellend vlak van de Duitse troepen hield gestaag aan. Op 24 januari
van de „fatsoenlijke armoe”. Vader had al eens een paar meldde Londen dat de Russen een enorme doorbraak
maal geïnformeerd op de zaak of er geen mogelijkheid hadden geforceerd in de Duitse linies over een breedte
bestond dat ik terug mocht komen, maar dat was op van 100 tot 130 kilometer diep en dat tal van dorpen
niets uitgelopen. Dat speet me helemaal niet zo erg, weer in Russische handen waren. Nou, het kon ons niet
want ik had zó verbazend de smoor in gekregen op hard genoeg gaan, maar doordat we niet over goede
deze firma dat ik me aan m'n woord wilde houden om kaarten beschikten en ons de ware afstanden in verhou-
dáár nimmer meer een voet over de drempel te zetten. ding tot de grootte van Rusland moeilijk konden voor-
Ook bij de Bond had ik al enige malen mijn licht opge- stellen, begrepen we maar ten dele dat die successen
stoken of er werk in 't vooruitzicht was bij de een of van de Sovjets erg betrekkelijk waren en op de kaart
andere drukkerij hier in Amsterdam. Kuil had bemoedi- niet veel meer voorstelden dan een kleine pennestreek.
gend geantwoord: „We doen onze uiterste best voor Neen, er zouden veel grootser dingen moeten gebeuren
jullie en ik denk dat ik binnenkort wel iets voor je aleer de moffen hun totale vernietiging in Rusland te
weet... maar je moet even geduld hebben, we laten verduren kregen.
jullie heus niet stikken!” Dat klonk vrij hoopvol en daar Op zondag 25 januari stak er een buitenge-
teerde je dan maar weer op. woon hevige sneeuwstorm op die minstens een etmaal
Ondertussen nam de kou omstreeks het mid- aanhield en op de hardbevroren grond joeg de sneeuw
den van januari nog in hevigheid toe, ongekend lage op tot dikke bergen die overal het schaarse verkeer dat
temperaturen deden de wateren stollen tot dikke ijsvloe- er nog was ontwrichtten. We konden ons niet herinne-
ren waarop alom druk geschaatst werd zodat op 22 ren ooit er zó lang van langs te hebben gekregen, de

-2-
winter van 1929 was er niets bij vergeleken. En wat we pen. Als we gedacht hadden dat met het kolossale pak
hier in dit huis nog niet eerder in de winter hadden sneeuw tegelijk de kou wel uit de lucht zou verdwijnen,
meegemaakt gebeurde nu: de waterleiding gaf het op, dan was dat een geduchte misrekening. Integendeel, de
zomaar midden op de dag, nadat we al een poosje het maandag daarop nam de vorst nog aanzienlijk toe en de
ijs in de buizen hadden horen rammelen. Buiten stond wind bleef meedogenloos uit het noordoosten striemen.
die avond de thermometer 20 graden C. onder nul. Bij
nader onderzoek bleek de hoofdleiding beneden aan de
trap stijf bevroren te zijn en dat nog wel nadat ik een Woensdag 28 januari 1942
paar dagen tevoren de buizen met oude kleden had om-
wikkeld, Met de lamp was duidelijk te zien dat de lei- Als we des middags tegen schemer bij elkaar zitten
ding vlak bij de afsluitkraan finaal was opengebarsten, rond de kachel, de gordijnen al vroeg gesloten om de
een scheur van minstens 5 centimeter. Daar zaten we koude tocht te weren, wordt er plotseling gebeld. Het
nu mooi zonder water en voorlopig geen kans dat de blijkt de post te zijn met een expresbrief en als ik er
zaak gerepareerd zou worden omdat de gemeentelijke mee boven kom zie ik dat hij afkomstig is van de Bond.
Waterleiding overstelpt werd met dergelijke klachten. Tot mijn verbazing lees ik de volgende mededeling:
Gelukkig functioneerde de kraan bij de buren naast ons
nog wel, die huizen lagen blijkbaar beter beschut tegen
de vorst, we konden daar op gezette tijden water tap-

Amsterdam, 28 januari 1942

Waarde Bondsmakker,
Wij verzoeken U morgenochtend, 29 Januari a.s. 8.30 uur, met medeneming van
werkgoed en gereedschap, te melden bij drukkerij 't Koggeschip, Nieuwe Achter-
gracht 102-104, alhier.
U succes toewensend, verblijven wij, inmiddels, met bondsgroeten,
De Voorzitter.

Is dàt even een verrassing! Eindelijk weer een baan en seling naar het westen gekrompen en nu is de dooi
werk, geen geloop meer naar het stempellokaal en 'n ingevallen met alle verschrikkelijke gevolgen. Spiegel-
beetje meer zekerheid. Dadelijk begin ik mijn spullen gladde straten, de gevels lijken wel als met poedersui-
bij elkaar te zoeken, moeder haalt een schone stofjas uit ker bestrooid te zijn, wit glinsterend van de dikke laag
de linnenkast en ik kijk m'n gereedschappen na. Ziezo, ijzel die zich overal op alles heeft afgezet. Verdomme,
de Bond heeft dus woord gehouden en voor ons ge- is dat even een bak... Ik kan buiten geen poot verzetten,
zorgd. Ik ben nieuwsgierig waar ik nu terecht zal ko- de sneeuwbulten zijn glibberige ijsbonken geworden en
men en wat voor een zaak 't Koggeschip zal wezen. 't bij iedere voorzichtige stap lig je op je rug voor je 't
Zal wel even vreemd zijn in die andere omgeving en weet. Terug naar boven. Moeder heeft 't inmiddels ook
misschien wel heel ander werk... een klein beetje zie ik al ontdekt en komt met een paar oude sokken voor de
er toch wel tegenop. Natuurlijk heb ik veel te lang bij dag, een probaat middel. Ik trek ze over m'n schoenen
dat de Bussy gezeten, m'n eerste en enige baas ná de aan en doe opnieuw een poging om de tocht te aanvaar-
schoolopleiding, daardoor mis je de nodige ervaring den. Op de tram hoef ik evenmin te rekenen, want de
met geheel andere bedrijven. „Ach, dat went wel”, ijzel heeft ook het openbare vervoer volledig lam ge-
oppert vader, „als je daar een dag bent geweest, weet je legd. Maar met de sokken gaat het uitmuntend en ik
niet beter... je kent je vak door en door en je brengt je kom nu werkelijk zonder hals breken vooruit. 't Is dus
handen mee.” Ik heb gelukkig een goed aanpassings- lopen geblazen en ik herinner me nog heel goed dat die
vermogen en ik zal me er wel doorheen slaan. wandeling naar de Nieuwe Achtergracht een barbaarse
tocht was. Ik schiet dan ook slecht op, val in de Pieter
Lodewijk Takstraat nog twee maal op m'n achterste
Donderdag 29 januari 1942 maar ontdek dan eindelijk dat het nog het beste lopen is
op de middenwegen waar inmiddels zand en pekel is
Zo ga ik op die vroege morgen als het buiten nog gestrooid. Bij de Ceintuurbaan gaat het beter, daar
schemerdonker is door weer en wind op pad naar mijn begint het wegdek vochtig te worden en staan al wat
nieuwe werkgever. Althans, ik doe een poging om mij plassen. Nu nog een eind de Sarphatistraat in en dan
op weg te begeven. Maar de elementen zijn me niet linksaf de Weesperstraat een eindje door en de eerste
gunstig gestemd want waar geen mens op gerekend gracht rechts is de Nieuwe Achtergracht. 't Koggeschip
heeft is in de afgelopen nacht gebeurd: de wind is plot- is gevestigd pal naast het hoofdkantoor van de G.G.D.,

-3-
dus daar hebben ze de „eerste hulp” dicht bij de hand! er in geslaagd was vorm te geven aan het werkstuk,
Het is al dik over halfnegen als ik eindelijk bezweet van kortom een ongenuanceerde chaos van half afgezette
het lopen aan de ingang arriveer en het blijkt al gauw tekstblokjes en clicheetjes waarvan geen mens wist
dat ik lang niet de laatste ben... er is nog geen mens te waar ze bij hoorden. Verhoeven stond feitelijk met de
bekennen, ze zijn allemaal te laat door de gladheid. handen in 't haar en ook de anderen die er bij kwamen
Maar dan zie ik tot mijn verrassing plotseling Ko de en er iets van af hadden moeten weten konden er niet
Winter komen aanzetten. Ik ben dus niet de enige van uit komen. Ik hakte de knoop maar meteen door en
het Bussyaanse team die uitgenodigd is hier te komen stelde voor dat het me het beste leek om het werk maar
werken, en weldra zie ik er nòg een verschijnen, Nico helemaal van voren af aan te bekijken en alles te verge-
Henny is ook van de partij. Dat is een pleizierig idee dat ten wat er al op de bok stond. Ja, dat vond de chef een
je ten minste niet in je eentje als een kat in een vreemd uitstekend idee en ik zei dat hij het nu maar helemaal
pakhuis komt te staan. We begroeten elkaar opgewekt aan mij moest overlaten en dat ik wel zou proberen er
en nu komt geleidelijk aan ook de rest van het personeel in m'n eentje uit te komen aan de hand van de schetsen.
opdagen. We kunnen de poort door naar binnen toe. En zo toog ik aan de slag. Ik begon alle overbodige
Door een zijingang die rechtstreeks in verbinding staat rotzooi aan de kant te zetten en bestudeerde daarna de
met de poort komen we op de werkplaats. De zetterij oorspronkelijke lay-out waarna ik van voren af aan het
blijkt vlak aan de straat te liggen, de drukkerij is geves- zetsel ging opbouwen. Het was even wennen om er
tigd op het middendeel en ligt wat in de diepte met een achter te komen waar het gerief overal opgeborgen was
trapje af te bereiken. Daarachter rechts is een kleine en waar de diverse letterkasten stonden. Maar ik genoot
linotype-zetterij met 4 machines en als we verder door- alle medewerking van de nieuwe collega's en tot mijn
lopen komen we in de garderobe. Nou, garderobe is vreugde bleek dat 't Koggeschip goed voorzien was van
wat veel gezegd voor het miezerige hok, slecht verlicht materiaal, alle bakken waren overvloedig van gerief
en te benauwd dat je je kont er kan keren. Met de toilet- voorzien en er hoefde dus niet geprutst te worden. Ik
ten is het helemaal treurig gesteld, ontdek ik als ik al kreeg wel een beetje de indruk dat die anderen maar
meteen even overtollig vocht wil lozen vanwege de wàt blij waren dat een vreemde snoeshaan dit karwei
koude expeditie hierheen. De closetpotten staan tot aan had gekregen en dat mijn voorganger uit pure ellende
de rand vol met klompen ijs en de urinoirs lijken wel over dat rotwerkje zich ten einde raad maar had ziek
gletsjers, de hele boel is er stijf bevroren en van armoe gemeld! Maar ik zat wel meteen tot over m'n oren in het
plas ik maar over de ijslawines heen, misschien ont- werk. Het was me al gauw duidelijk hoe de vork in de
dooit de zaak er door! Onder de personeelsleden hoor steel zat... de lay-out klopte op vele plaatsen in 't geheel
ik zo het een en ander gemopper over deze situatie, het niet en die zetter was begonnen met blindelings de tekst
blijkt dat de w.c.'s al geruime tijd in deze ver van sma- te zetten uit de corpsen die aangegeven stonden zonder
kelijke toestand verkeren en dat er nog steeds niets aan eerst na te gaan of de tekst er wel in paste. Als hij dan
gedaan wordt. Enfin, daarvoor zijn we hier niet geko- zag dat het veel te groot werd, zette hij de regeltjes
men en dus òp naar de zetterij en aan de slag. Ik word maar weer aan de kant, vandaar die chaos. Ik nam de
voorgesteld aan de algemene chef, Verhoeven, een op vrijheid om me van die aanwijzingen van de lay-out
het eerste gezicht zeer schappelijke man, die tenminste geen moer aan te trekken en alle tekstgroepen uit de
blijk geeft begrip te hebben voor de wat ongewone corpsen te zetten die het beste uitkwamen, de letter was
situatie waarin wij hier plotseling terecht zijn gekomen. de Nobel. Enfin, zonder verder uit te weiden over tech-
Hij vertelt me dat ze een beetje in moeilijkheden zitten nische details betreffende de typografie, kan ik zeggen
met het werk door het uitvallen van ten minste vier dat het karwei die dag aardig vlotte en dat de chef best
personeelsleden. Twee zijn er vorige week gevorderd in z'n nopjes was toen hij na een paar uur kwam kijken
door de Duitsers om gedurende 4 weken wacht te lopen en zag dat ik het wel klaren zou. Hij vroeg me uiterst
des nachts bij een gebouwtje waar sabotage is gepleegd amicaal of het mogelijk was aanstaande donderdag
aan een hoofdkabel van de stroomvoorziening. Tot proeven te leveren en toen ik bevestigde dat hij daar op
overmaat van ramp waren er ook nog twee ziek gewor- rekenen kon, was dat blijkbaar een pak van z'n hart.
den en nu lag een belangrijk werk stil waar nogal haast Voor ik er erg in had was het etenstijd en eer de dag
mee was. Of ik daar maar meteen mee wilde beginnen... voorbij was had ik het gevoel al jarenlang bij 't Kogge-
hij zou 't me helemaal uitleggen wat er aan de hand schip gewerkt te hebben. Maar er waren ook wel een
was. Nou, ik viel wel meteen met m'n neus in de boter... paar minder leuke dingen op deze zaak. Nadat ik er
dat bleek al dadelijk toen we aan de plaats kwamen op paar uur met volle aandacht aan de slag was gegaan
de zetterij waar die zieke werknemer reeds begonnen merkte ik geleidelijk aan dat ik het steeds kouder begon
was aan dit karwei. Het bleek een grote uitslaande te krijgen. Eerst in het vuur van al het nieuwe om me
folder te zijn. Er waren bendes lay-outs bij en de bok heen had ik daar niet zoveel erg in gehad, maar toen de
stond vol met galeitjes waarop reeds brokstukken wa- emoties wat afgezwakt waren kreeg ik al meer en meer
ren gezet, maar niemand kon er een touw aan vastkno- een gevoel van onbehaaglijkheid. Ik zag ook om me
pen wat bij wat hoorde en in hoeverre mijn voorganger heen dat de meesten zich in de handen liepen te wrijven

-4-
en de armen aan het zwaaien waren om warm te wor- achtig al halftwee te worden en nog steeds kwam er
den. Telkens als de deur van de zetterij die op de bui- niemand op dagen met de lonen. Ko de Winter, de oude
tenpoort uitkwam openging, woei er een straal ijskoude vrijjongen, kon het niet langer meer verkroppen en zei
lucht van de straat naar binnen. Ik keek eens om me tegen me: „Zo'n rare boel heb ik van m'n leven nog
heen om te ontdekken of er hier zoiets als een kachel te nooit meegemaakt... als die centen er om halftwee nog
vinden was. Toen ik er over begon zei er eentje: „Ja, niet zijn ga ik er mooi vandoor... kom ik ze maandag-
dan moet je naar boven kijken... dan zie je een paar morgen halen en dan verdwijn ik meteen, dat is een
radiators tegen het plafond...” En verdomd, op enkele rotzooitje hier...!” Helemaal ongelijk geven kon ik hem
sporadische plaatsen zag ik hier en daar van die ouder- niet maar ik vond dat we het in godsnaam maar moes-
wetse ronde radiators zitten. Nou, als de behaaglijke ten slikken, ik was tenminste blij dat ik een baan had in
warmte van deze paar dingen moest komen, dan was deze tijd en dan moest je maar wat door de vingers zien.
het best te begrijpen dat het hier kou lijden zou zijn. Het werd kwart voor twee toen eindelijk een mannetje
„Nou ja,” merkte iemand op, „die dingen kunnen best van de loonadministratie beneden kwam om het geld uit
warmte geven... als ze de ketel maar goed opstoken, te betalen en we hadden dus bijna een uur van onze
maar dat vergeten ze meestal!” De ketel van de centrale eigen tijd moeten opofferen. Nee, dat was niet zo'n erg
verwarming bleek zich ergens gelijkvloers achter in het beste toestand bij 't Koggeschip.
gebouw te bevinden, een drukker was aangewezen om Overigens hadden ze er wel heel aardig werk
het vuur bij te houden, iets dat hij met deze winterse en na een paar dagen was ik er helemaal thuis, wist
koude stellig om het halfuur behoorde te doen. Maar blindelings de weg op de zetterij in alle hoeken en
stel je voor, die drukker kon onmogelijk van z'n pers gaten. Als de winter niet zo'n barbaarse gestalte had
weglopen als hij een grote oplaag aan het draaien was aangenomen en we daar niet zo afschuwelijk van de
om even een lading cokes op het vuur te scheppen... dat kou te lijden hadden gehad, zou het werken op deze
mocht hij volstrekt niet! En het was hem evenzeer ver- zaak een veel pleizieriger aanschijn hebben gehad. Ze
boden z'n machine stop te zetten teneinde het stokers- wisten daar ook niets van korter werken, de werkweek
baantje voor een wijle te vervullen. Zo lag het dus voor was normaal 48 uur en dat viel wel een beetje tegen na
de hand dat de mensen hier gedoemd waren bittere kou die periode van veel vrije dagen. Maar er stond tegen-
te lijden. Pas toen er door de „nieuwelingen” op voor- over dat ik nu weer meer geld in handen kreeg en ten-
zichtige wijze over geklaagd werd, mocht de drukker minste niet zoveel kans liep om naar Duitsland te wor-
even van z'n werk af om de kachel op te stoken. Maar den gestuurd.
het haalde niet zo veel uit met deze barre koude... er Over die werkperiode bij 't Koggeschip zou
baatte niet veel tegen de primitieve voorzieningen op natuurlijk nog wel meer te vertellen zijn, al was het
dit bedrijf en ik had al gauw het voorgevoel dat ik bij alleen maar om in geschrift vast te leggen hoe de toe-
deze baas niet lang zou blijven. Er was nog een eigen- standen in andere bedrijven er uit zagen. Maar dat valt
aardigheid die ik voordien niet voor mogelijk zou heb- enigszins buiten het bestek van het doel dezer bladzij-
ben gehouden als iemand het me verteld had. Wat je den. Voor mij was het een goede leerschool en soms
ook van de Bussy zou mogen beweren, als het op uitbe- dacht ik wel eens dat ik al jaren eerder eens bij zo'n
talen van de lonen aan kwam waren ze daar altijd andere firma had moeten gaan werken. Hadden we
prompt op tijd mee in de loop van de zaterdagmorgen. aanvankelijk verondersteld dat we hier maar voor een
Maar toen we onze week hadden volgemaakt en de korte tijdsduur zouden blijven doordat die paar zieken
zaterdag was aangebroken bleek al gauw dat ze hier wel weer gauw beter zouden zijn, het tegendeel bleek
niet zo erg punctueel waren met uitbetalen. Tot mijn het geval te zijn. Iedere zaterdag werd ons dienstver-
verbazing merkte ik dat de klok al naar één uur draaide band weer met een week verlengd, we zagen die vier
maar dat er nog niemand was komen opdraven met de anderen voorlopig nog niet terug keren.
loonzakjes. Er werd ook ijverig doorgewerkt en ik De dooi had niet erg doorgezet, 't bleef kwak-
vroeg me al verbijsterd af of die lui hier misschien de kelweer met overdag temperaturen rond 't vriespunt
hele zaterdag werkten. Op mijn vraag hoe dat hier met waarna het in de nacht weer aardig vroor en je 's mor-
de „centen” zat antwoordde er een: „O, dat kan nog wel gens vroeg je nek brak door de gladheid. En of het
even duren... daar komen ze meestal even ná enen allemaal nog niet erg genoeg was werden we op
mee.” Dat vond ik en ook trouwens mijn beide andere woensdag 4 februari verrast door een hernieuwde aan-
amices wel een beetje raar. Maar nog gekker werd het val van koning winter. Er brak in de vroege avond een
toen eindelijk de klok één uur aan wees en er steeds sneeuwstorm los zoals ik van mijn leven nog niet eerder
niets gebeurde. Wel kwamen er druppelsgewijs de had meegemaakt. Lawines van stuifsneeuw striemden
diverse vrouwen van de gezellen binnen en die gingen over het hele land heen en hoopten zich op tot bergen
allemaal op hun gemak een praatje met elkaar maken en van wel meer dan een meter hoog. Het ganse verkeer in
het hele gezelschap nam een afwachtende houding het land en in de steden was er volkomen door ont-
aan... maar van uitbetalen was nog steeds geen sprake. wricht, je kon 's morgens vroeg de deur haast niet uit-
Ik zag de klok gestaag verder draaien en 't begon waar- komen, overal was de sneeuw doorheen gestoven, er

-5-
lag zelfs een berg sneeuw op de mat in het benedenpor- gewacht worden op betere tijden als de oorlog voorbij
taal en ook op onze vensterbanken binnenskamers zou zijn. Nou, daar hadden we niet veel aan, maar
vonden we hoopjes sneeuw. En om de ellende compleet niemand van die kleine bedrijfsleiding deed ook maar
te maken daalde het kwik de volgende nacht in het een poging om verbetering in de toestand te brengen, al
oosten van het land tot ruim 38 graden C. onder nul. zou het maar met een paar elektrische kacheltjes zijn
Zo'n lage temperatuur was bij mijn weten nog nimmer geweest. Dat ik van al dat kou lijden niet ziek ben ge-
tevoren hier geregistreerd. De gevolgen bleven dan ook worden is me nu nog een raadsel en er waren ogenblik-
niet uit. Opnieuw bevroor de waterleiding en kwamen ken dat ik het voornemen kreeg om er maar de benen te
we zonder water te zitten, ook bij de buren naast ons nemen. Maar ja, wat moest je anders... de kans was
was nu geen water meer verkrijgbaar, alleen bij een groot dat je dan geen uitkering meer kreeg en zo hoop-
familie in een huis meer naar de hoek toe gelegen liep ten we maar op een weersomslag, maar die liet voorlo-
de kraan nog een beetje. Maar toen in de loop van de pig nog op zich wachten.
dag ook het gas al lager en lager begon te branden en Werk was er in overvloed op deze zaak. Ik
op een gegeven moment radicaal uit floepte, was de kreeg er van allerlei heel gezellige karweitjes onder
narigheid wel tot een hoogtepunt gestegen. De extreem handen. Ze hadden er veel werk voor het Rode Kruis en
lage temperatuur had zelfs het gas in de buizen doen een serie boekwerkjes over het werk van Florence
bevriezen en mogelijk was dit ook een gevolg van het Nightingale. Ook verzorgden ze er al het drukwerk van
bombardement op de Noorder-Amstellaan; er bleek de Lutherse Kerk. Neen, je hoefde er niet met je armen
water in de gasbuizen te zijn gekomen dat er niet vol- over elkaar te staan en dat was maar gelukkig ook want
doende uitgepompt was en dat nu eveneens bevroren de daardoor schoot de tijd tenminste flink op en kon je die
gastoevoer belemmerde. We zaten ineens tot over onze afschuwelijke kou tenminste een beetje vergeten. De
oren in de perikelen. De Centrale Keuken moest weer directeur was ene van Trigt en ik herinnerde me met
worden ingeschakeld en we mochten ons gelukkig zijn zoon samen op de A.G.S. te zijn geweest. Hij was
prijzen dat de kwaliteit van het eten toen nog zo uitste- daar nog echt „de Baas”, verscheen 's morgens tegen
kend was. 't Was wel alle dagen stamppot, maar smaak halftien even op de drukkerij, een grote forse kerel met
en voedingswaarde lieten niets te wensen over. Ook de een zware met bont afgezette winterjas aan die ie steeds
hoeveelheid eten die vader elke middag in z'n pannetje aanhield. Hij controleerde dan eventjes hoe de stand
mee thuis bracht was dusdanig dat wij het niet eens op van zaken was en liet vijf minuten lang zijn zware
kregen. Moeder kwam op het lumineuze idee om het stemgeluid door de drukkerij bulderen als er sommige
overgebleven eten in een klein pannetje te doen dat ik dingen niet naar z'n zin waren. Daarna verdween me-
dan de volgende dag meenam naar 't Koggeschip waar neer weer en niemand zag hem (goddank!) die dag
ik het als aanvulling op de karige broodmaaltijd in meer terug, kortom zo'n echte ouderwetse bulderbak als
schafttijd verorberde. Dat was helemaal niet zo vreemd bijv. Veltman bij de Bussy was.
want er waren er meer die dat deden. Toen ik de eerste Op zaterdag 14 februari werd medegedeeld
week bij m'n nieuwe baas in dienst kwam, had ik gezien dat er twee van ons zouden worden afgedankt, 't waren
dat verscheidene mensen 's morgens een etenspannetje Ko de Winter en Nico Henny. Mij viel de eer te beurt
meebrachten en daar mee in het stookhok verdwenen. voorlopig nog te mogen aanblijven. Er zouden maandag
Ze hadden een afspraakje met de drukker die de ver- drie mensen van hun eigen personeel weer terugkomen,
warming opstookte om hun pannetjes boven op de ketel de twee „wachtlopers” en één van de beide zieken. Ko
van de centrale verwarming te mogen zetten. Zo tegen de Winter dankte de hemel dat ie er vanaf was... vond
12 uur waren de kliekjes precies voldoende opge- het bij 't Koggeschip „een vuile rotbende” en zwoer bij
warmd, soms zelfs zó heet dat je er de bek aan brandde. alles wat hem heilig was om hier nooit meer te gaan
Nou, met een beetje smoezen mocht mijn pannetje er werken! Zelf was ik hier langzamerhand nogal aardig
ook nog bij en zo genoot ik iedere middag van mijn thuis geraakt, kon vrij goed met de bedrijfsleider Ver-
warme hap en kon een paar sneetjes brood sparen voor hoeven opschieten en met de kou was het de laatste
in de middag als de honger begon te knagen. twee dagen ook nogal meegevallen. De temperatuur
Bij 't Koggeschip was het nu alle dagen bittere buiten was gelukkig iets milder geworden en misschien
armoe met de kou die daar heerste. Ik had zoveel moge- werd er ook wel wat meer brandstof op het vuur ge-
lijk extra ondergoed aan en kranten in m'n schoenen gooid, hoe het ook zij, de hele atmosfeer leek mij er wat
gestopt om althans een haast vruchteloze poging te meer behaaglijk te zijn geworden. Toch duurde de pret
ondernemen mijn voeten een beetje warm te houden. Al ook voor mij nog maar kort want in de daaropvolgende
het klagen dat wij en ook de eigen meute van dat bedrijf week vernam ik dat de laatste zieke aanstaande maan-
deden bij de leiding over de kou op de zetterij leidde tot dag weer op z'n post zou verschijnen. En zo ontving ik
niets. Ze zeiden dat ze er ook niets aan doen konden en op zaterdag 21 februari de boodschap dat het werk
gaven toe dat de verwarming verouderd was en dat ze afgelopen was, ik hoefde maandag niet meer terug te
juist van plan waren om alles te gaan vernieuwen toen komen. Dat was dus 't Koggeschip geweest, ruim vier
de oorlog uitbrak... en nu kon het niet meer, moest er weken lang en ik had er veel nieuwe ervaringen bij

-6-
opgedaan. hij had er nog aan toegevoegd dat ik de eerste zou zijn
Maandag 23 februari begon dus weer de dage- die in aanmerking kwam wanneer er personeel nodig
lijkse tredmolen van het stempelen op de Leliegracht. Ik zou zijn. Maar ik had het idee dat die opmerking maar
had er in elk geval zóveel bij gewonnen dat de termijn een doekje voor het bloeden was, daar zou toch immers
van mijn uitkering er vier weken mee verlengd was en wel niets meer van komen en zó happig was ik daar nu
het zou me erg benieuwen wat het volgende avontuur ook weer niet op!
zou zijn dat de Bond voor me in petto had. Wel moest
ik er rekening mee houden dat de mogelijkheid bestond
dat ze mij bij 't Koggeschip terug zouden halen, dat had
Verhoeven me tenminste in het vooruitzicht gesteld en

Hoofdstuk 2
Maandag 9 maart 1942 ten, had me eigenlijk nooit gerealiseerd dat hier achter
die monumentale pui een drukkerij gevestigd was. Ik
Een datum waarop de loop der gebeurtenissen voor mij zei dan ook tegen Dirk dat ik daar eerst nog eens over
van grote betekenis zou worden. Geheel buiten mijn moest nadenken en wilde afwachten of de Bond mis-
verwachting heeft zich hedenmorgen een nieuwe werk- schien nog een betere baas voor me wist. „Toch zou ik
gever aangediend! En dat kon wel eens een baas wor- het proberen hier...” riep Dirk me achterna, „ik zal een
den voor mijn hele verdere leven... een vaste betrek- goed woordje voor je doen...” Ik zag hem de stoep van
king, en dat in deze tijd... geen wonder dat ik in de loop het Standaardgebouw betreden want hij had het voor-
van de ochtend in een uitermate opgetogen stemming nemen om even bij z'n schoonvader aan te gaan. En nu
huiswaarts keerde. Soms speelt het toeval een belang- de rest van het verhaal. Dat speelde zich om even over
rijke rol in je leven en daar kon je in dit geval hier ook halftien op de Bond af. Toen ik mijn handtekening in
gerust van spreken. Het toeval speelde in dit geval in het boek geplaatst had, riep Kuil me even apart en zei
zoverre een rol doordat ik op de zaterdag hier aan voor- dat ik niet dadelijk moest heengaan. „Wacht even tot de
af in gesprek kwam met een oud collega van de Bussy. anderen weg zijn, ik wil je even spreken boven op
Ik ontmoette hem op weg naar de Leliegracht en we kantoor”, voegde hij er aan toe. Nou, ik was benieuwd
liepen samen vanaf de tram op het Damrak in de rich- wat hij me te vertellen zou hebben... misschien een
ting van het Bondskantoor. We staken de Oudebrugs- andere baas? Als het dan maar iets behoorlijks was niet
teeg door en kwamen zo op de N. Z. Voorburgwal via zo'n invallersklus als bij 't Koggeschip. Toen ze alle-
de Kolk. Bij het oversteken ter hoogte van de Korsjes- maal hun handtekening hadden geplaatst en stuk voor
poortsteeg, greep Dirk Verschoor me plotseling bij de stuk vertrokken waren, nam Kuil me mee naar de bo-
arm en bleef stilstaan, wijzend op de bronzen voorgevel venverdieping en gingen we z'n kantoor binnen. Hij
van het gebouw waar het Dagblad „De Standaard” was deed nogal gewichtig en m'n nieuwsgierigheid groeide
gevestigd en zei tegen me: „Hier werkt mijn schoonva- met de minuut. We namen plaats bij 't bureau en Kuil
der bij de krant... hij is daar ook al jaren en dat moet opende het gesprek met de woorden: „Kun jij een krant
een heel prettig bedrijf zijn... Ze hebben er ook een opmaken?” O jee, daar had je 't al dacht ik, hij heeft een
particuliere zetterij, buiten het Dagblad om en daar baantje voor bij een of ander dagblad en er is niets waar
wordt wetenschappelijk werk gemaakt, veel wiskundige ik zo de pest aan heb dan aan krantenwerk, dat heeft me
formules en zo. Zeg, zou dat niets voor jou wezen? M'n nooit gelegen. Ik zei dan ook meteen maar dat ik daar
schoonvader vertelde me dat ze daar dringend verlegen alles behalve in thuis was en daarin ook niet zoveel
zitten om formulezetters... je zou daar best eens kunnen ambitie had. „Nou ja,” zei de bondsman, „die krant is
solliciteren...” „Maar ik ben helemaal geen formulezet- ook het belangrijkste niet, maar een tweede vraag is:
ter...” onderbrak ik hem en met dat krantenwerk heb ik ben jij op de hoogte met het zetten van wetenschappe-
ook niet zo erg veel op, dat is mij te veel rauswerk.” lijke formules?” En bij het stellen van die vraag be-
„Onzin,” zei Dirk, „als je bij ons drie jaar lang muziek greep ik ineens waar hij naar toe wilde... „De Stan-
hebt gezet dan zal je met die wiskundige formules ook daard... Dirk Verschoor!” En ja hoor, Kuil voegde er
geen moeite hebben, dat weet ik wel zeker.” onmiddellijk aan toe dat het ging om de drukkerij van
Op dat moment was ik zelf nog niet zo erg het Christelijke Dagblad De Standaard en dat er een
overtuigd van de mogelijkheden die voor me weggelegd plaats open was op de zogenaamde particuliere zetterij
zouden zijn in dat gebouw met die mooie voorgevel. Ik van dit bedrijf. Of ik er wat voor voelde. Ik aarzelde
kende het maar al te goed uit m'n jeugdjaren omdat ik geen ogenblik om ja te zeggen, over mijn drempelvrees
hier in de directe omgeving m'n kinderjaren had gesle- voor een nieuwe en onbekende situatie was ik al lang

-7-
heen na alle ondervindingen bij 't Koggeschip. Wat kon randeerd was. Op die manier werd het werkloosheids-
me gebeuren, hoogstens dat ze me na een poosje de zak probleem in de grafische sector voor een belangrijk
gaven. Nou, dat was dus met een paar woorden afge- deel opgelost en konden veel jongeren weer aan de slag
sproken met Kuil en hij adviseerde mij om er maar komen.
meteen op af te gaan, ik moest vragen naar de heer Ik zou de vervanger worden van de heer
Jongman, de algemene bedrijfsleider. Kuil wenste me Topman die hier reeds een lange staat van dienst achter
veel succes toe en vol ondernemingslust toog ik ter- de rug had. Dat ik lid was van een moderne linkse vak-
stond naar de Nieuwezijds om daar voor de eerste maal bond scheen geen enkel bezwaar te zijn en er werd ook
in m'n leven de stenen treden van het typische gebouw helemaal niet gesproken over lid worden van de christe-
te betreden. Achter de bronzen deur leidde een monu- lijke bond. „Wat mij het meest in u aantrekt is dat u hier
mentale marmeren trap naar de portiersloge waar tot in de stad woont ”, zo meende de heer Jongman. „We
m'n verrassing een allerliefste donkerharige schoonheid hebben hier erg veel mensen die soms ver weg buiten
achter de balie troonde. Ik vertelde waarvoor ik kwam Amsterdam wonen en u begrijpt zelf wel dat daar pro-
en dat ik een afspraak had met de heer Jongman. Nou, blemen mee zijn met bombardementen en al die din-
de ontvangst was bepaald veelbelovend en het had er de gen... de mensen kunnen vaak onmogelijk hier op tijd
schijn van dat die firma al dagenlang naar me had zitten zijn en daarom ben ik blij dat ik nu iemand heb die
uitkijken. De „portierster” (dit was mej. Moriën) kwam dichterbij woont.” Het resultaat van mijn sollicitatie
onmiddellijk in actie en was een en al voorkomendheid, was dat ik de betrekking in principe kreeg. Er moest
rees van haar zetel op en leidde me met veel plichtple- alleen nog gewacht worden op goedkeuring door het
gingen naar een er naast gelegen spreekkamer, riant Centraal Bureau en ook verzocht Jongman mij om de
gemeubileerd en verzocht me een ogenblik geduld te volgende maandag nog even bij hem terug te komen en
hebben... ze zou de heer Jongman zo spoedig mogelijk hem enige werkstukken te laten beoordelen die ik vroe-
hierheen laten komen... Ik stond perplex, zóveel voor- ger bij de Bussy had vervaardigd en ook wilde hij graag
komendheid had ik nimmer tevoren in het bedrijfsleven mijn diploma zien alsmede de cijferlijsten van de ver-
meegemaakt. Ik herinnerde me in vroeger jaren wel schillende vakken. Nou, daar keek ik wel weer vreemd
eens gesolliciteerd te hebben bij andere zaken en dat je van op, want dat leek me toch lichtelijk overdreven
dan meestal als een schurftige hond op de mat moest iemand daar naar te vragen die al zo'n slordige 15 jaar
blijven staan. Dat wachten duurde vaak wel een halfuur meeliep zonder ooit noemenswaardig werkloos te zijn
of daaromtrent en wanneer je net begon te geloven dat geweest. Maar ja, ik kende toen Jongman nog niet... ik
ze je helemaal vergeten waren kwam er een en of ande- dacht dat het wel een geschikte baas was waar mee te
re knul om een hoekje kijken en riep vanuit de verte dat praten viel en in wezen was ie dat ook wel. Maar ik zou
je wel gaan kon want ze hadden niets voor je... of 't was gauw genoeg aan de weet komen dat deze man in het
een vergissing, ze hadden al een ander aangenomen! bedrijf bekend stond als een echte „schoolmeester” die
Hier echter niets van dit alles. Het duurde geen twee puntjesprecies was wat het werk betrof en op alle slak-
minuten toen de deur al weer geopend werd en een ken zout legde! Goed, ik beloofde Jongman dat ik de
klein mannetje binnentrad die me met uitgestoken hand volgende week terug zou komen met alle bescheiden en
tegemoet trad, 't was inderdaad de heer Jongman en met met een gevoel dat ik een belangrijke overwinning had
een breed gebaar nodigde hij me uit aan de tafel tegen- behaald keerde ik veel later dan gewoonlijk huiswaarts.
over hem plaats te nemen. Nog nooit was ik door een Vader en moeder hoorden er wel van op toen ik met die
chef of een bedrijfsleider in onze branche op zulk een boodschap thuis kwam dat ik zo goed als zeker een
hoffelijke manier te woord gestaan. De man stelde zich vaste baan had. En dat nog wel in deze benarde tijd! In
keurig aan mij voor en liet het gebruikelijke „gejij en de loop van de week scharrelde ik wat werk bij elkaar
gejouw” achterwege en sprak mij beleefd aan met me- dat ik, gelukkig, altoos trouw had bewaard in een map
neer en U. Het gesprek verliep vlot en na de gebruike- en had moeite met het terugvinden van mijn diploma
lijke vragen betreffende mijn vroegere dienstbetrekkin- etc. Gewapend met al deze bescheiden verscheen ik een
gen, waaraan ik nu ook het „'t Koggeschip” kon toe- week later weer ten tonele op de „Nieuwezijds” waar
voegen, deelde hij me mee dat de betrekking die ik bij Jongman even als de vorige maal mij vol egards tege-
„Drukkerij Holland” (dat was de naam van het neven- moet trad. Hij bekeek al die oude afdrukken van adver-
bedrijf van Dagblad De Standaard) zou krijgen van tenties en boekomslagen etc. met kritische blikken en
vaste aard was. Het ging namelijk om een plaatsver- mompelde goedkeurend toen hij z'n oog liet dwalen
vanger voor een vervroegd gepensioneerde. In de don- over de puntenlijst bij het diploma. Ik voelde me als een
kere crisisjaren kende de Grafische Bedrijfswereld een scholier die z'n opwachting gaat maken bij z'n eerste
heel goede regeling om mensen op 60-jarige leeftijd baas. Ik had al gauw door dat die meneer Jongman een
met pensioen te laten gaan. Voorwaarde was dat voor nogal kleinzielig mannetje was op dat punt en het maar
hen een jongere gezel in de plaats moest komen die dan al te graag beter wist dan wie dan ook. Toegegeven
van zijn weekloon ¦ 3.- afstond ten gunste van die moet worden dat hij een zeer bekwaam vakman bleek te
gepensioneerde zodat deze een redelijke inkomen gega- zijn wie je geen knollen voor citroenen hoefde te ver-

-8-
kopen. Het tweede onderhoud eindigde met de verzeke- toen er gebeld werd. Tot m'n grote verbazing kwam er
ring van zijn kant dat ik er van op aan kon dat ik de iemand de trap op die bleek een boodschapper te zijn
betrekking zou krijgen en dat hij bijzonder blij met mij van Drukkerij „'t Koggeschip”. Hij had een briefje bij
was. „U krijgt bericht van ons zo gauw als wij goed- zich en verzocht op antwoord te mogen wachten.
keuring hebben ontvangen van het Centraal Bureau”, zo Nieuwsgierig maakte ik de enveloppe open en las tot
besloot hij het onderhoud. Nauwelijks was ik weer thuis mijn verwondering het volgende:

M.,
U wordt verzocht dinsdagmorgen te 8½ uur het werk bij ons
te hervatten.

Hoogachtend,
N.V. 't Koggeschip.
w.g. Hr. Verhoeve

binnen de kortst mogelijke


n tijd de gehele „gordel van
smaragd” in hun macht. te krijgen. Op 23 februari ver-
Wèl wèl, daar had ik nu ineens twee bazen tegelijk en namen wij dat het eiland Bali reeds verloren was en dat
het was duidelijk dat ik op staande voet een beslissing ook Palembang op Zuid-Sumatra in Japanse handen
moest nemen wie van die twee ik nu eens de zak zou was gevallen.
geven. Ik had er wel even een korte tweestrijd mee te Op vrijdag 27 februari meldde de Engelse ra-
voeren, want 't Koggeschip kende ik nu, ik wist wat dio dat er hevige gevechten gevoerd werden in de Java-
voor werk daar was en dat stond me genoeg aan, al liep zee en dat er een groot aantal troepentransportschepen
me weer een rilling over de rug als ik dacht aan de van de Jappen in de grond geboord was, maar dat er
afschuwelijke koude die ik daar in die weken geleden niettegenstaande dit succes toch meer dan 50 van deze
had. Bij De Standaard moest ik 't nog maar afwachten. schepen bij Java aan land waren gegaan en dat de strijd
Echter de laatste gaf de doorslag, ik zou daar in ieder om Java in volle hevigheid ontbrand was. Wat kon het
geval een vaste job krijgen en bij 't Koggeschip was het gebrekkige leger van de overzeese gebiedsdelen uit-
waarschijnlijk om een paar weken te doen... ze zaten richten tegen de gigantische overmacht van Japan, dat
daar natuurlijk weer eens in de puree. De boodschapper evenals de Duitse weermacht jarenlang zich voorbereid
van 't Koggeschip zei dat het nu wel voor vast zou zijn. had op deze oorlog. Geslapen hadden we, al die jaren...
Ik hakte de knoop resoluut door en gaf hem de monde- niemand die blijkbaar ooit iets gemerkt had van de
linge boodschap mee terug dat het me erg speet maar verdachte belangstelling van de Japanners voor dit deel
dat ik inmiddels een andere baan had aangenomen. van de Indische Archipel. Jarenlang hadden ze gespio-
Toen de man verdwenen was bleef de twijfel nog even neerd en hun contacten weten op te bouwen om overal
in mij nawerken of ik nou ècht wel de juiste beslissing achter te komen en informatie te verkrijgen over het
genomen had door 't Koggeschip af te zeggen, niet bestuursapparaat van onze Koloniën. Nu was eindelijk
wetende dat er binnen heel korte termijn een dag zou de tijd aangebroken om de oogst binnen te halen... het
komen waarop ik die beslissing vervloekte en spijt had zou niet lang meer duren of ons Indië was reddeloos
van mijn verkeerde keuze. Maar wie kan in de toekomst verloren.
lezen? De dingen zijn nu eenmaal gegaan zoals ze gaan Hier in Nederland was het laatste nieuwtje dat
moesten en bij veel latere overpeinzingen moet ik toe- ons bezig hield een nieuwe stunt van de moffen. Die
geven dat er bij alle narigheid die me te wachten stond dingen gebeurden altijd zonder veel poespas en je stond
toch ook weer veel goede kanten aan die beslissing ineens en onverwacht voor het feit. Ze gingen begin
hebben gezeten, die pas in veel latere jaren tot uitdruk- maart plotseling zinken pasmunten invoeren; als ons
king kwamen. Het wachten was nu alleen nog op de koper en zilvergeld werd ingetrokken en wie zulk geld
goedkeuring van de Centrale Commissie en wanneer ik nog in z'n bezit had moest dat onverwijld inleveren op
daar bericht van kreeg dat alles in orde was, zou ik mijn straffe van enzovoorts enzovoorts. Ik bezat zelf een
roemruchte carrière bij Drukkerij Holland-De Stan- aardig sommetje aan zilveren degelijke guldens en
daard kunnen beginnen. rijksdaalders voor een waarde van om en nabij honderd
gulden, in die dagen een flink bedrag! Maar het kwam
niet in me op om dit kostelijke geld te gaan inleveren...
je kon op je dooie vingers nagaan dat dit massieve
Ondertussen bleef het oorlogsrumoer in de ganse we- zilvergeld enorm in waarde zou gaan stijgen en zo
reld doordreunen. Slechte berichten kwamen er uit gingen de zilveren Willemienen en Willemen in het
Nederlands- Indië, de Jappen zetten alles op alles om stinkhouten kistje en werden voorlopig veilig opgebor-

-9-
gen in afwachting op betere tijden. Het zou later enorm mijn toegewezen tabaksbonnen zoveel pijptabak kon
goed van pas komen! krijgen tegen de normale prijs als ik maar wilde, althans
Het was ook omstreeks deze zelfde tijd dat er veel meer dan waarop ik recht had volgens de rantsoe-
een nauwer contact begon te ontstaan tussen de familie nering. Op de zwarte markt had ik juist een week tevo-
Blancke en ons. Het gezin Blancke maakte deel uit van ren een pond tabak gekocht voor ¦ 10.-. Dat was toen
onze familiekring doordat Nan een volle nicht van een boel geld en ik was dan ook voornemens geweest
moeder was. Ze woonden ook al sedert jaren dicht in de om daar héél zuinigjes mee aan te doen. Maar ondertus-
buurt, een paar straten van ons verwijderd in de Roer- sen zag ik iedere dag met lede ogen de voorraad al weer
straat. Voordien was het contact tussen hen en onze minderen. Dorus was daarmee dus een uitkomst in deze
familie vrij oppervlakkig geweest. Dat vond voorname- benarde tijd en... hij bleef dat, de hele oorlog door, dat
lijk z'n oorzaak in het feit dat vader niet zo bijster ge- moet gezegd worden! Helemaal overtuigd van zijn
steld was op die Dorus, de echtgenoot van onze nicht. absolute integriteit waren we wel niet... Vader zei me-
De reden daartoe moest gezocht worden in de omstan- nigmaal: „Die Dorus is een gladde jongen... ik zou wel
digheid dat Dorus katholiek was en er, volgens vader, eens willen weten wáár hij de spullen vandaan haalt
een onbetamelijke halfslachtige levensbeschouwing op en... wàt of ie daar zelf aan verdient...!” Ja, op die vraag
na hield, een „dubbele moraal”, zoals de oude heer het hadden wij ook geen antwoord en het kon de oudelui
noemde. Nan was van huis uit Luthers en het was voor ook niet zoveel schelen. Hoofdzaak was dat hij ons uit
vader dan ook een onbegrijpelijke zaak dat zij met een de brand hielp en dat ik nu voortaan met een gerust hart
katholieke man was getrouwd. Dorus had z'n roomse de brand in mijn onafscheidelijke tabakspijp kon jagen.
opvoeding nooit geheel en al aan de kant kunnen zetten, Roken was een belangrijk ding in die dagen van voort-
maar tegenover de buitenwereld deed hij het voorko- durende spanning en angst. Je had het nodig om je
men alsof ie er radicaal mee afgerekend had. Maar wij zenuwen de baas te blijven en de steeds weerkerende
wisten bliksems goed dat hij stilletjes op regelmatige dreiging af te reageren.
hoogtijdagen naar de roomse kerk liep en dat niemand
dat mocht weten! Vader vond dat huichelachtig en
daarom was hij Dorus in al die jaren zoveel mogelijk uit
de weg gegaan. Nan kwam daarentegen heel vaak bij De strijd in de Indische Archipel voltrok zich in een
moeder op visite en ook hun drie kinderen hadden de verbijsterend tempo. Zaterdag 14 maart wist de Engelse
familieband op gezette tijden in stand weten te houden Radio het deprimerend bericht te melden dat ons Ne-
met hun bezoekjes. derlands Indië geheel als verloren moest worden be-
Maar nu was deze aangetrouwde neef plotse- schouwd en dat de Jappen nagenoeg alle eilanden had-
ling begonnen door ons te vereren met regelmatige den bezet. Omtrent het lot van onze landgenoten in dit
bezoeken. We hadden al spoedig in de gaten wáár het deel van de wereld tastte men volkomen in het duister.
hem om te doen was... of we misschien iets te koop Het betekende voor duizenden families hier te lande een
hadden op het gebied van curiositeiten of antieke spul- nieuwe zorg er bij omtrent de vraag wat er van hun
letjes? Hij zou dat soort dingetjes dan kunnen omzetten overzeese familieleden geworden mocht zijn. Ook bij
in allerlei moeilijk te verkrijgen levensmiddelen zoals onze bovenburen, de Mellinks, drukte deze wetenschap
roomboter, suiker, vlees en vet. Wij zouden er niet heel zwaar. Ze zaten er erg over in wat er met hun
slechter van worden en hij kon ons dan weer op alle oudste zoon Albert gebeurd kon zijn, die een paar jaar
mogelijke manieren van dienst zijn. Het bleek al gauw geleden naar Indië was overgeplaatst voor de firma
dat Dorus een verbazend handige jongen was op dat waar hij werkzaam was. Ze hadden al in geen tijden
terrein. Alhoewel we sterk het vermoeden hadden dat meer taal of teken van hem ontvangen. Nu alle verbin-
zijn belangstelling voor ons niet geheel en al onbaat- dingen voorgoed afgesneden waren zouden ze stellig
zuchtig genoemd mocht worden, gingen de oudelui toch geen enkel nieuws meer over hem vernemen. Maar
grif met hem in zee. En zo begon hij ons geleidelijk aan voorlopig hadden we genoeg zorgen bij ons zelf om de
van allerlei schaarse artikelen te voorzien tegen inruil vraag op te lossen hoe we deze vervloekte oorlog zon-
van antieke koppen en schotels, overcompleet zilveren der kleerscheuren konden doorkomen!
eetgerei en wat er bij ons niet allemaal aan snuisterijen
en luxe cadeaus uit vroegere tijden in de kasten stond
opgeslagen en waar geen hond ooit meer naar omkeek.
Zelf kwam ik met hem overeen dat ik tegen inruil van al

- 10 -
Hoofdstuk 3
Zaterdag 21 maart 1942 zachtst gezegd heel zonderling. „Weet je wat je doet,
Antje? Kom vanmiddag weer eens ouderwets bij ons op
Het was op deze dag dat er onverwacht een vreemde visite en dan zullen we er over praten... dan zeg ik thuis
wending scheen te komen in mijn relatie tot Antje. vast dat je vanmiddag komt. Zullen we dat afspreken?”
Nadat we haar maandenlang niet meer bij ons hadden De drang om het oude te willen herstellen en de weg
gezien, wilde het toeval dat ik haar, naar huis wande- terug te vinden was bij het meisje blijkbaar zó sterk, dat
lend door de van Woustraat, tegen het lijf liep. Eigenlijk ze in 't geheel niet vroeg of mijn oudelui het wel goed
was het zó dat zij mij met een vaart achterop rende en zouden vinden dat ze weer kwam en of ze wel gelegen
ineens, hijgend van het harde lopen, opgewonden naast kwam. Ik vermeed opzettelijk om een toespeling te
me stond. Met één oogopslag ontdekte ik dat ze in een maken op onze vroegere verhouding... dat er nu een
bijzonder opgewonden toestand verkeerde. 't Leek haast gelegenheid was om de oude intieme banden weer aan
wel of ze met opzet naar me uitgekeken had, hopend op te knopen. De onverwachte nieuwe situatie had me
een ontmoeting die de schijn moest dragen van toevallig totaal overrompeld... ik wist niet hoe ik 't had met haar.
te zijn. Er was iets in haar ogen van wanhopigheid en Het leek wel of ik met een totaal andere Antje te doen
zoeken naar steun... of ze me daarom alleen wilde aan- had... Ik vermoedde dat ze ten prooi was aan een ernsti-
klampen. Ik deed uitermate verrast bij het weerzien en ge conflictsituatie thuis of misschien ook bij haar werk-
het ontging me niet dat ze mijn hand bijna krampachtig gever. 't Was duidelijk dat ze ergens een uitweg zocht
lang vasthield. Ik vroeg hoe ze 't maakte en of ze nog en in uiterste nood haar oude vertrouwde mevrouw
steeds bij 't Palais Royal in betrekking was. Ze beves- wenste aan te klampen om langs die weg uit haar moei-
tigde het, maar voegde er aan toe dat ze er niet lang lijkheden te raken. Ze scheen dolgelukkig te zijn dat ik
meer zou blijven. Waarom? Nou, dat kon ze niet zo haar voorgesteld had om vanmiddag bij me thuis te
direct vertellen, maar ze liep met het plan rond om te komen. Ik maakte een eind aan het gesprek met de
vragen of ze niet weer bij ons terug zou kunnen komen! woorden: „Dus dat doe je nietwaar... vanmiddag en dan
Ik stond paf... kon m'n oren nauwelijks geloven. Bij ons zullen we eens zien of er een mogelijkheid is, je kunt
terugkomen? En wat vind je moeder daar dan wel van? nooit weten...”
Ik denk ook dat het niet zo makkelijk zal zijn om bij ons Verder op weg naar huis drong het eigenlijk
terug te keren, Antje, remde ik haar drieste plan wat af. pas goed tot mij door hoe ijdel die verwachting van
Mijn moeder heeft op 't ogenblik een andere hulp voor Antje dat ze weer bij ons kon komen wel was. Wat had
één dag in de week... Wij zijn „arme” mensen gewor- ik eigenlijk voor valse hoop bij het meisje gewekt. Ik
den, Antje... door de oorlog zijn we allemaal min of kon op m'n dooie vingers wel nagaan dat de oudelui er
meer zonder werk gekomen, mijn vader met een klein niet meer over dachten om Antje weer terug te nemen.
pensioentje en ik ben mijn mooie baan bij de Bussy ook Die waren immers veel te blij dat er een einde was
kwijtgeraakt. Nou, daar hoorde ze wel even van op, gekomen aan de intieme relatie tussen mij en het meis-
maar ik kon er gelukkig aan toevoegen dat ik binnen- je, ook al droegen ze haar nog welk steeds een warm
kort een nieuwe betrekking zou aanvaarden bij De hart toe. Hoe moest ik dat zo aanstonds thuis nu weer
Standaard. „En hoe is het met je verloofde?” verander- allemaal uitleggen? Dat ik haar echt toevallig ontmoet
de ik snel van onderwerp. Luchthartig maakte ze een had? Moeder zou het met een korreltje zout nemen en
nonchalant gebaar en antwoordde: „'t Is uit... tenmin- toch weer geloven dat die ontmoeting afgesproken werk
ste... zo goed als uit... ik heb hem al een hele tijd niet was.
meer gezien...!” Nu was het mijn beurt om bijna steil Ik besloot om maar meteen de koe bij de
achterover te vallen van verbazing. „Nee toch Antje... hoorns te vatten toen ik thuis kwam en trachtte zo luch-
dat meen je niet, is dat heus waar?” Hoe komt dàt nu zo tig mogelijk langs m'n neus weg te zeggen: „O ja, ik
opeens?” Uit het antwoord dat ze gaf kon ik moeilijk kwam Antje ook nog tegen onderweg... ze vroeg of het
een conclusie trekken. Ze leek opeens verward en on- goed was dat ze weer eens op visite kwam. Ik heb ge-
zeker, alsof ze iets gezegd had dat ze eigenlijk niet had zegd dat ze nu vanmiddag maar moest komen...” Op
moeten vertellen en het er, door emoties gedreven, moeders vraag of ze nog wat bijzonders had te vertel-
uitgeflapt had. Ze begon meteen weer over haar verlan- len, leidde ik de situatie maar meteen in met de mede-
gen om bij ons in dienst te komen... zou dat nu echt niet deling dat ze bij 't Palais Royal vandaan ging en dat ze
mogelijk zijn? Bijna smekend klonk haar stem. Ik wist zo half en half gevraagd had om bij ons terug te mogen
niet wat ik zeggen moest en vond haar houding op z'n komen. „Hoe kan ze dàt nu verwachten... zoals we er nu

- 11 -
voorstaan dat vader met pensioen is”, was de eerste niet zulke aardige mensen. Bij de vorige eigenaar had
reactie van moeder. „We hebben nu eenmaal hulp voor ze het heel prettig gehad, mocht ze vaak ook in de win-
één dag in de week en daar zullen we het mee moeten kel helpen. Die nieuwe mensen waren stug en uit de
doen.” „Bovendien... hoe denk jij daar zelf dan wel hoogte en wilden haar het smerigste werk laten doen
over, ik dacht dat het nu helemaal een afgedane zaak waarvoor vroeger een aparte werkster aanwezig was.
was tussen jou en haar? Gaat ze nog niet gauw trou- Kortom, Antje kon het daar helemaal niet meer bolwer-
wen?” Ik antwoordde dat Antje daarover niets verteld ken en wilde daar zo snel mogelijk weg. 't Was maar
had en slikte de mededeling dat ze me toevertrouwd had goed dat de oudelui van tevoren op de hoogte waren
dat haar verloving zo goed als uit was gelukkig nog gesteld van de verlangens van het meisje. Nog voor
bijtijds in. Dat moest ze straks zelf hier maar vertellen Antje de moeilijke kwestie over de lippen kon brengen,
want als ik zelf nu al met die boodschap hier op de ving moeder het voor haar op met de woorden: „Ja
proppen kwam zou het wantrouwen bij moeder dadelijk meisje, als het een normale tijd was zou ik je willen
al gewekt zijn! voorstellen om maar weer hier bij ons terug te komen...
Het valt niet te ontkennen dat ik me plotseling je mag gerust weten dat ik jou liever als hulp heb dan
weer in een ietwat gespannen dilemma-toestand ge- wie anders ook. Maar ik denk dat Piet je al wel verteld
plaatst zag. Wat drommel, kwam er dan nooit een defi- zal hebben dat wij er op 't ogenblik niet zo best voor-
nitief einde aan die historie met Antje? Ik zag ineens staan. Bovendien zul je méér moeten verdienen want
weer de mogelijkheden om op het nippertje alles nog alles is nu veel duurder geworden en je moeder zal het
goed te kunnen maken wat er aan onrecht was geschied geld hard nodig hebben. En ik geloof dat jij best een
jegens dit meisje en dat nu al zo enkele jaren lag te andere goed betaalde betrekking zult kunnen vinden...”
smeulen. Ik dacht zo rotsvast overtuigd te zijn dat het liet moeder er op volgen. Met die weinige woorden was
nu toch eindelijk wel afgelopen was na die dramatische het meer dan duidelijk voor Antje dat er geen sprake
ontknoping bij onze laatste rendez-vous. En was er toch van kon zijn dat ze ooit bij ons terug kon komen. Ze
weer ineens die twijfel, de plotseling opkomende ver- nam het manmoedig op en liet de teleurstelling die het
wachting dat er nog een weg was die ons weer tot el- ongetwijfeld voor haar moest zijn, op geen enkele wijze
kaar zou voeren. Waartoe zou het bezoek van Antje in blijken. Daarna bracht moeder het gesprek meteen op
godsnaam toe kunnen leiden? Vol spanning wachtte ik haar zelf over en vroeg belangstellend hoe het met haar
de loop der gebeurtenissen van deze middag af. Ik verloving stond. Ging ze nog niet gauw trouwen? Ik zag
kreeg het voorgevoel dat er ernstige dingen te gebeuren de verwarring bij Antje opkomen na die pijnlijke vraag
stonden... dat ik opnieuw geconfronteerd zou worden en merkte de aarzeling waarmee ze die vraag beant-
met een reeks van moeilijkheden die ik liever uit de woordde. Ze maakte zich er af met een grapje, dat ze
weg zou hebben willen gaan. Maar er scheen geen nog helemaal niet aan trouwen dacht en dat het best nog
ontkomen aan... de storm stak opnieuw op, nog éénmaal wel eens af kon raken met hem... „Ik zie hem heel wei-
zou ik het zwaar te verduren krijgen. nig de laatste tijd...” klonk het wat onzeker uit haar
Prompt op tijd was ze er... het vertrouwde mond, een mededeling die moeder plotseling bevreemd
belletje. Aarzelend en wat verlegen kwam ze binnen, ze deed opkijken. Na wat heen en weer gepraat over de
zag er allerliefst uit in een waarlijk chique wintermantel oorlog en de toestand bij Antje thuis, haar vader en
die haar bijzonder goed kleedde. Ze werd heel vriende- moeder, broers en zusters, belandde het gesprek natuur-
lijk en joviaal door de oudelui ontvangen en het gesprek lijk weer op de goeie oude tijd. Er was maar weinig
kwam gelukkig vlot op gang. Aan woorden ontbrak het voor nodig om het woord Putten in betekenisvolle zin te
Antje niet, ze kon gezellig babbelen en daardoor was de laten vallen. Nou, dáár kwamen meteen de nostalgische
spanning ook spoedig geweken. Ik wist waarvoor ze herinneringen weer naar boven bij het meisje. „O, wat
kwam en het benieuwde me hoe ze het onderwerp ter was dat toch een fijne tijd, nietwaar mevrouw. Daar
sprake zou brengen en nog meer nieuwsgierig was ik of moet ik nog telkens zo aan denken... ik wou dat het nog
ze de moed zou kunnen opbrengen om te vertellen dat zo was...!” En als bij ingeving liet ze er op volgen: „Hè
het met haar verkering scheef zat... eigenlijk wist ik ik zou best die film nog eens willen zien... die heeft u
daar zelf ook nog niets over. Toen moeder de thee (dit- toch nog wel nietwaar...?” met een betekenisvolle blik
maal èchte) had ingeschonken leek me het moment in mijn richting. Moeder beloofde onmiddellijk dat we
aangebroken te zijn dat ze met haar verzoek op de haar zouden vragen als er weer een filmavond werd
proppen zou moeten komen. Maar ik had al gauw in de gegeven en dat heel binnenkort wel het geval zijn. We
gaten dat, nu ze er voor stond, die woorden haar veel zouden haar dan wel een berichtje sturen. Met die af-
moeilijker over de lippen kwamen dan ze aanvankelijk spraak eindigde het bezoek van mijn oude vriendinne-
gedacht had. Ik besloot het gesprek een duwtje in de tje. Ik liet haar persoonlijk uit en bij het afscheid moest
goede richting te geven en stelde haar de vraag waarom het gewoon wel aan mij duidelijk worden hoe het met
ze bij 't Palais Royal vandaan wilde gaan. Die reden Antje gesteld was. Er was geen enkele twijfel over haar
bleek heel simpel te zijn; de zaak was namelijk van beweegreden, ze zocht opnieuw contact met me. De
eigenaar veranderd en haar nieuwe baas en bazin waren warme blik vol genegenheid die ze me gaf toen ze af-

- 12 -
scheid nam boven aan de trap was voor geen enkele weer opnieuw aan mij op. Zou dit verwijt mij dan m'n
andere uitleg vatbaar. hele verdere leven als een demon blijven achtervolgen?
Ze was weg... ik zag haar vanuit het raam in Als het werkelijk waar was dat Antje haar verloving
haar eentje de straat uit gaan... die jongen was in geen met deze Jaques had verbroken en zij om die reden
velde of wege te bespeuren. Nòg wist ik op geen stuk- weer het contact met mij probeerde te herstellen, had ik
ken na wat er nu werkelijk met die verloving van Antje geen andere keuze meer dan met haar te trouwen en een
aan de hand was. Ze had er niks positiefs over gezegd, streep te zetten onder alles wat daarvoor geweest was.
misschien had ze alleen maar wat ruzie met hem gehad De zondagmiddag daarna vermeed ik bij Betty
en wilde ze een beetje troost zoeken bij een vroegere om over de ontmoeting en de visite van Antje bij ons
vriend... Als ik nu nog wilde dat ze bij mij terugkeerde thuis te praten. Al te vaak was ik in het voorbije met
en dan wel te verstaan voorgoed, maakte ik een goede verhalen over Antje komen aandragen. 't Zou voor
kans! Het zou dan de laatste kans worden en ik zou het Betty bepaald niet zo leuk zijn om telkens weer te moe-
ditmaal goed moeten doen, geen getwijfel meer, geen ten horen dat er nog steeds sprake was van een relatie
rekening houden met wat de familie er wel van zeggen tussen het meisje en mij. Dat wilde ik Betty niet meer
zou... doodgewoon als een stoomwals doordouwen en aandoen. Het was voor haar pleizieriger om te verne-
zelf bepalen wat er gebeuren moest! Ik realiseerde me men dat ik een nieuwe betrekking had weten te verove-
dat dan de orkaan opnieuw zou losbarsten! Bleef over ren en dat ik zeer binnenkort weer voorgoed aan 't werk
de vraag: wilde ik zelf wel? Had ik nog niet genoeg zou gaan.
leergeld betaald met alle perikelen waarin ik de afgelo- Alsof het lot het zo beschikt had, kwam ik
pen jaren verstrikt was geraakt? Al meer dan een jaar Antje de daarop volgende dinsdag opnieuw tegen. Ik
lang had ik me nu bij de loop der dingen neergelegd, probeerde er achter te komen hoe dat nu stond met die
had Antje niet meer gezien en gesproken. Ik was vol- verloving, wilde absolute zekerheid van haar alvorens
komen gelukkig met Betty, maar had me daarbij even- ik me opnieuw in een zinloos avontuur zou storten.
eens in gelatenheid neergelegd bij de onmogelijkheid Maar ze liet zich er in vage bewoordingen over uit en
van deze verbintenis waarvan ik uitdrukkelijk wist dat de ware toedracht bleef nog steeds in het duister gehuld
die tot absoluut niets zou leiden. Ook deze liefde was voor mij. Ik vertelde haar dat de bewuste filmavond
op louter drijfzand gevestigd..., kon ieder ogenblik door heel gauw zou komen en dat ik haar dan wel een kaartje
wat voor oorzaak dan ook in het niets verzinken. Waar- zou sturen. Omdat ik nogal gehaast was en op weg naar
om in godsnaam had ik toch niet wat meer ruggegraat de bond, duurde het gesprek maar heel kort. In vraagte-
getoond in dat veelbesproken jaar 1938 en de enige kens gehuld vervolgde ik m'n weg naar de Leliegracht,
beslissing genomen die als niet meer dan normaal zou ik had veel om onderweg over na te denken.
hebben gegolden. Die vraag pijnigde me nu plotseling Donderdag 26 maart bracht de post het lang
weer opnieuw, nu ik Antje weer terug gezien had en verbeide bericht van de N.V. Dagblad en Drukkerij
had moeten constateren hoe lieftallig ze er in dubbele „De Standaard” in de vorm van een keurige brief, lui-
mate uitzag. Het gevoel dat ze me nog steeds verweet dend als volgt:
dat ik jegens haar tekort geschoten was, drong zich

Mijnheer,
Tot ons genoegen kunnen wij U berichten, dat U door het
Centraal Bureau zijt aangenomen als vervanger van den Heer
K. Topman, ingaande 30 maart a.s.
Wilt u zaterdagmorgen nog even aankomen voor de
regeling van de werktijd enz.?

Hoogachtend,
N.V. Dagblad De Standaard,
w.g. A. Jongman.

Ziezo, dat was dus in orde, ik had de baan en bijna romantische vooruitzicht dat zo plotseling was
kon de toekomst weer wat hoopvoller tegemoet zien. komen opdoemen en dat het verloren gewaande vrien-
Als er aan die vervloekte rotoorlog nu ook maar eens dinnetje tot me terug gebracht had. Ook het feit dat de
gauw een einde wilde komen, dan zou de hele wereld strenge winter vrij plotseling de aftocht had geblazen en
weer een boel zonniger worden. Het idee dat ik nu weer het plotseling heerlijk voorjaarsweer werd, droeg er
werk had en geen gevaar meer kon lopen door de mof- allemaal toe bij dat ik me in een uitgelaten, om niet te
fen te worden gevorderd voor werk in Duitsland, had spreken van een opgewonden stemming bevond.
me weer meer moed gegeven. Kwam daar nog bij het Zaterdag 28 maart begaf ik me nogmaals naar

- 13 -
het gebouw van De Standaard op de Nieuwezijds ten-
einde te vernemen hoe de werktijden waren ingedeeld. Zo ging ik deze morgen vroeg op pad naar mijn nieuwe
Jongman ontving me weer persoonlijk, maar ditmaal werkgever, natuurlijk in toch wel een beetje gespannen
vond het gesprek niet plaats in de fraaie spreekkamer verwachting wat ik daar zou vinden. Ik had het nu wel
beneden. Nee, hij nam me mee naar boven en stelde mij allemaal aan de buitenkant gezien totnogtoe, maar je
voor aan de chefs en de leden van het personeel op de kon er pas iets positiefs over zeggen nadat je in zo'n
„particuliere zetterij”. We gingen wat smalle trappetjes kleine gemeenschap helemaal was ingeburgerd. Het
op en nauwe gangen door en kwamen dan op de afde- was een stralende morgen, dat zal me altijd bijblijven.
ling terecht. Ik kreeg een vluchtige indruk van een zon- De winter met z'n abnormale zware sneeuwval en ex-
overgoten werkplaats aan de zijde van de Voorburgwal, treem lage temperaturen had blijkbaar voorgoed af-
waar het helder en licht was vanuit de hoge ramen waar scheid van ons genomen. De hemel was helder blauw
doorheen de oude huizen aan de overzijde als een mid- met zo hier en daar een melkblank voorjaarswolkje.
deleeuws decor op de achtergrond schemerden. Daar- Daar waar de zon de straten koesterde kon je het be-
boven uit troonde statig de contouren van de Oudekerk- paald al warm noemen, smeltwater uit de goten en van
storen. Ik werd voorgesteld aan de algemene chef de de daken vormde kleine riviertjes over de trottoirs.
Leng en de voorman van de „wetenschappelijke afde- Maar in de goten overal in de stad lagen nog de meters-
ling” C. Boomsma en verder nog aan een twintigtal hoge sneeuwbergen opgestapeld als een herinnering en
andere leden van de zetterij, mijn toekomstige collega's. afscheidssouvenir van deze barre Koning Winter die het
De kennismaking viel enorm mee, ik had een goede land wekenlang gegeseld had. - Ruim op tijd arriveerde
indruk van alles wat ik zag; het zou hier best om uit te ik bij het gebouw, de ingang was aan de achterzijde in
houden zijn. Er werd mij verteld dat de werkuren van 8 de Spuistraat. Ik had er al dadelijk een bekend gezicht
tot 5 uur waren, zaterdags van 9-1. De werkweek be- opgemerkt van een collega die vroeger ook bij de Bussy
droeg slechts 38 uur en voor elk lid van het personeel gewerkt had. 't Was Herman Kransen, alhoewel ik hem
bestond een zogenaamde „wachtdag”, waarop niet niet zó goed kende gaf het toch een enigszins pleizierig
gewerkt hoefde te worden en die vergoed werd door het gevoel dat er iemand was uit die eigen wereld van
Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven. Die wacht- „vroeger”. Hij was tenminste bereid om me wegwijs te
dag viel wat mij betreft op donderdag zoals de heer maken in het labyrint van hoeken en gaten in het ge-
Jongman mij mededeelde en dat wilde dus zeggen dat bouw. 't Had allemaal wel iets weg van het drukkerijtje
ik iedere week op die dag vrij was. Er werd dus ook op het Rokin van de firma de Bussy. Ik kan niet anders
daar korter gewerkt evenals op de meeste bedrijven zeggen dan dat ik liefderijk werd opgenomen in het
maar de regeling was bij De Standaard veel gunstiger „gezin van het Standaardhuis”. De sfeer was een totaal
dan bij de Bussy. andere dan ik gewend was geweest bij de Bussy. 't Was
Opgewekt toog ik weer huiswaarts; het bedrijf er huiselijk en gezellig, de mensen gingen gemoedelijk
waar ik aanstaande maandag mijn intrede zou doen had met elkaar om en er was volop werk. Ik kwam voor-
een bijzonder prettige indruk op mij gemaakt. Vader eerst onder de hoede van Andries de Leng, de toenma-
noemde mij maar een „bofkont”, dat ik zo gauw al weer lige chef van de gehele zetterij. Zelden heb ik in het
een andere baan had gevonden en dat nog wel bij „die bedrijfsleven een man meegemaakt die zo uitnemend de
fijne christelijke broeders”, zoals hij De Standaard kunst verstond om een nieuw personeelslid in de groep
betitelde. „Voor één ding moet ik je wel waarschuwen,” in te leiden. Hij maakte dat ik me in nauwelijks een dag
voegde hij er aan toe, „denk er aan dat je daar nooit een tijds geheel thuis voelde, bij hem was geen sprake van
vloek laat vallen... want dan leg je er zó uit, jij bent nog autoritair optreden. Mijn eerste karwei, ik zal het nooit
al eens loslippig op dat gebied en dat kan je daar beslist vergeten, was een diploma voor een ambachtsschool.
niet doen bij die gereformeerde mannenbroeders...!” Een blok tekst in kader, daaromheen een rand wit van
Nou, ik gaf de oude heer de verzekering dat ik mijn een cicero of acht en dan nog een dubbele kaderlijn om
woorden in het vervolg zou wegen op een goudschaal- het geheel, de tekst te zetten uit de Holl. Mediaeval. Hij
tje, maar veronderstelde dat ze bij De Standaard ook had me alle kasten gewezen en ik kon aan de slag gaan,
wel eens een gepeperde uitdrukking zouden gebruiken. er was gelukkig voldoende letter aanwezig en tot zover-
De ondervinding zou me spoedig genoeg leren dat wie re waren er geen problemen. Maar toen ik zover gevor-
de zonden der wereld nog helemaal onbekend waren, derd was dat ik de witrand moest samenstellen zocht ik
bij de christelijke Standaard een pracht van een leer- vergeefs in de holwitbakken. Ja, die waren er wel langs
school kon vinden! Die zogenaamde „christelijke broe- de wanden maar ze schitterden door een absolute leeg-
ken” bleken gewone mensen te zijn zoals die overal op heid... er was geen stukje wit te bekennen. Verbaasd
andere werkplaatsen te vinden waren. Gevloekt werd er vroeg ik aan iemand: „Waar halen jullie hier 't holwit
met dezelfde wellust als overal elders ter wereld. vandaan of weten ze hier niet wat dat is?” „Verrek
kerel, heb je dat dan niet van huis meegebracht vanoch-
tend?” kreeg ik te horen van Nijmeijer. Ik beantwoord-
Maandag 30 maart 1942 de de geinige vraag met de opmerking: „Nou, om je de

- 14 -
waarheid te zeggen was ik 't wel van plan... maar de weest en had daar een afspraak gemaakt dat we woens-
moffen hadden de banden van m'n auto afgehaald en dag aanstaande de filmavond zouden geven. De Blanc-
zodoende hè!” Het ijs was meteen gebroken en ieder kes waren door alle verhalen die ze wel eens gehoord
ging op zoek naar holwit om de nieuweling uit de brand hadden, nieuwsgierig geworden naar onze film-
te helpen. Maar ik had het al gauw in de gaten... ze avonturen. En ze wilden bovenal heel graag de roem-
zaten daar verdomd schaars in hun materiaal en bij ruchte Puttenfilms zien. Moeder stelde voor dat Antje
nader onderzoek bleek dat alles vast zat in een enorme op die avond ook maar meteen van de partij moest zijn,
voorraad staand zetsel ergens achter op de zetterij aan ze vond dat een goede gelegenheid. Ik moest haar dan
de kant van de Spuistraat. Ik trof er stapels afgedrukt maar gauw even een briefkaartje schrijven met de uit-
zetsel aan dat behoorde tot vast werk van de Koninklij- nodiging voor aanstaande woensdag, dat kon ze dan
ke Academie van Wetenschappen. En dat werk bleek nog juist op tijd ontvangen. En zo geschiedde... daar zat
„heilig” te zijn... het zou niet lang duren of ik wist eens ik voor de zoveelste maal weer een kort epistel te
en voor al dat „De Academie” hier de „kurk” was schrijven aan datzelfde meisje waarmee ik nog betrek-
waarop heel Drukkerij Holland dreef. De man die hier- kelijk kort geleden gedacht had voorgoed gebroken te
over zijn scepter zwaaide was niemand minder dan hebben. Het zou me benieuwen of ze komen zou... hoe
Catrinus Boomsma, een geëmigreerde Fries... Met die die avond zou uitpakken. Zou ze alleen komen of zou ze
man zou ik nog heel wat te stellen krijgen...! Zijn „we- toch nog die vrijer meenemen. Ik wist haast wel zeker
tenschappelijke afdeling” ressorteerde onder dezelfde dat ze dat laatste stellig niet zou doen. Ze zou helemaal
particuliere zetterij en bevond zich in een hoek aan de alleen in haar eentje komen en 't zou er op uitdraaien
zijde van de Voorburgwal. Ook ontging het me niet dat dat ik haar na afloop van de voorstelling door de diepe
er nogal wat rivaliteit bestond tussen de „wetenschaps- duisternis naar haar huis ging brengen! Ik raakte door
mensen” en de rest van het technische personeel dat dat idee in een stemming van „nu of nooit”, voelde me
zich merkbaar uitte doordat de Leng en Boomsma el- plotseling in grote mate overmoedig worden en in staat
kaar niet bijster goed konden zetten. Al met al was het het noodlot eens en voor al te kunnen keren. Er moest
een tamelijk primitieve zetterij vergeleken bij de over- een einde komen aan het getwijfel... dit was een me-
vloed waaraan ik bij de Bussy gewend was geweest. Er netekel... de allerlaatste kans om alle fouten die ik in het
was geen monotype en al het wetenschappelijke boek- verleden had gemaakt te vereffenen.
werk werd òf met de hand gezet als er veel wiskundige
formules in zaten, òf op de linotype.
Nadat ik die eerste dag allerhande klusjes had Woensdag 1 april 1942
opgeknapt bij de Leng, vroeg ik aan hem wanneer ik nu
eigenlijk op de wetenschappelijke afdeling terecht zou Op deze wat zonderlinge datum was het dat de gebeur-
komen, want daarvoor was ik toch uiteindelijk door tenissen rondom Antje opnieuw een onverwachte wen-
Jongman aangenomen. „Blijf jij nu voorlopig eerst nog ding leken te nemen. Een blik op de kalender werpend,
maar een weekje bij mij werken... laat die „boer” (daar zou je hebben kunnen veronderstellen dat hier sprake
bedoelde hij Boomsma mee) nog maar even in z'n vet was van een aprilgrap. Maar de aprilgrappen waren
gaar stomen!” zo vond de Leng. Aha! Dus ook hier bij sedert de moffen het hier voor het zeggen hadden dras-
de „broeders” was het niet allemaal koek en ei! Na een tisch in onbruik geraakt... die hielden nu eenmaal niet
paar dagen had ik in de gaten dat Boomsma om mij van grappen, of het moesten macabere grappen zijn,
begon te zeuren: „die nieuwe hoort bij mij en ik heb 'm zoals het neerstrooien van wat bommetjes al dan niet
nodig!” Ze begonnen een potje te touwtrekken met met springstof gevuld...!
elkaar maar het eind van het liedje was dat Boomsma Ik voelde me de gehele dag in een nogal op-
de strijd won en zo werd ik al gauw ingedeeld bij de gewonden stemming. Dacht in spanning aan de komen-
„wetenschappers” en leerde er geleidelijk aan de de filmavond... aan de herverschijning van Antje in ons
grondslagen van het „formule zetten”. Het zou me te midden. Had ik eigenlijk ook maar enig benul van het-
ver van de kern van dit verhaal wegvoeren wanneer ik geen ik van deze avond kon verwachten? Was het wel
reeds nu al het wel en wee van Drukkerij Holland-De verstandig om nu plotseling als een dolle dries een
Standaard uitgebreid zou gaan beschrijven. In het ver- aanval te doen op het noodlot en alles te forceren? Was
volg van deze historie zal ik nog dikwijls genoeg gele- het niet beter om de loop der dingen rustig af te wach-
genheid hebben om over de verhoudingen in dit bedrijf ten alvorens slachtoffer te worden van nieuwe stommi-
in nadere bijzonderheden te treden. teiten? Maar ik kon het gevoel van overmoedigheid dat
Voorlopig wil ik er mee volstaan dat deze eer- zich van me meester gemaakt had onmogelijk meer
ste dag bij m'n nieuwe werkgever uitstekend verliep en verdringen. 't Zat allemaal weer mee, ná de depressie
dat ik met opgetogen verhalen 's avonds naar huis keer- van de afgelopen winter... we kwamen er weer boven-
de. Toen alle indrukken van deze dag verteld waren, op, de winter was voorbij en het was buiten plotseling
had moeder nog een geheel andere boodschap voor mij. stralend voorjaar geworden. Ik had weer een vaste baan
Ze was die dag bij Nan en Dorus in de Roerstraat ge- met geheel nieuwe perspectieven... en daarbij was het

- 15 -
vroegere lieve vriendinnetje ook zomaar ineens als uit geweest en het regende commentaren aan het adres van
de dood herrezen, tot me teruggekeerd. Inderdaad was oom Wim en tante Mien! Wel was ik zo eerlijk geweest
er alle reden om het leven met geheel andere ogen te om ook mezelf niet beter voor te stellen dan ik was.
bekijken. Ik zou van deze komende avond moeten ma- Maar dat nam allemaal niet weg dat ze van mening
ken wat er maar van te maken was en niets of niemand waren dat de rol die de ten Bouwhuyzen hadden ge-
zou me meer kunnen tegenhouden! Eigenlijk was het speeld in deze aangelegenheid verre van fraai was
een groot geluk dat een mens nog zulke ambities wist geweest. Nan, met haar sterke neiging tot het dramati-
op te brengen in deze tijd. Dat je 't nog steeds ergens sche en die zelf altijd haar hele leven in een amateur-
„zag zitten” en je niet in de put liet werken door de toneelvereniging had gespeeld, vond dat ik dat beslist
afschuwelijke oorlogsbeelden. Het was het enige mid- eens allemaal moest opschrijven... ze zag er al een
del om die oorlog door te komen... om de ellende te succesvol toneelstuk uit ontstaan! En nu stonden ze
vergeten en je niet kapot te laten maken door alles wat deze avond onverwacht tegenover de hoofdfiguur uit dit
er rondom in de wereld voor afschuwelijks plaats vond. grandioze drama... geen wonder dus dat ze Antje met
Toch zou het diezelfde oorlog zijn die aan mijn over- geïnteresseerde aandacht bekeken. Later kreeg ik van
moedige plannen een fataal halt toeriep! mijn nicht te horen: „Zeg, wat ben jij een sufferd ge-
Toen de sobere maaltijd gedaan was en ik bij- weest om dat meisje te laten lopen... zo'n lief kind...!”
tijds de filmapparatuur had opgesteld, kon het spektakel Om het verhaal niet te lang te maken moet ik
van deze avond een aanvang nemen. Het wachten was mij er toe bepalen dat onze filmavond een succesvol
op de gasten; met het oog op de spertijd zouden we al verloop had. Antje voelde zich in aanwezigheid van de
vroeg beginnen want iedereen moest op tijd weer naar Blanckes stellig bijzonder op haar gemak; die deden
huis, ná 12 uur 's nachts mochten burgers zich niet dan ook heel gewoon tegen het meisje en als ik goed
meer op straat bevinden! En Antje was natuurlijk de opmerkte ontging het me zelfs niet dat ze haar met extra
eerste die de bel deed overgaan, zoals altijd puntjespre- attentie benaderden. Maar al te gauw vloog de tijd om.
cies op tijd, halfacht. Nou, daar kwam ze binnen stap- De films genoten veel waardering en Antje scheen er
pen... stralend en lieftallig zag ze er uit in haar beige ook nimmer genoeg van te kunnen krijgen om het ver-
wintermantel, blosjes op de wangen en meteen vol leden weer op te rakelen. Ze kwam dan ook ruim aan
bedrijvigheid om moeder te helpen bij de theeboel. 't haar trekken. 't Was ruim over elfen toen de voorstel-
Was weer net als vanouds, of ze niet weg geweest was. ling beëindigd was. Moeder had nog gauw een kopje
Ze was alleen gekomen zoals ik wel verwacht had, surrogaatkoffie gebrouwen (dat voor die tijd nog niet
moeder zei er niets over en vroeg ook helemaal niet eens zo heel slecht smaakte) en dan was het tijd voor
waarom ze haar verloofde niet had meegebracht. Even afscheid nemen. „Piet zal je wel naar huis brengen,
later arriveerden de Blanckes en die keken naar ik meen want ik vind het geen doen als je alleen door die duis-
wel wat vreemd op toen ze met Antje kennis maakten. ternis moet” besliste moeder. „Als ie wil... dan graag!”
Doordat ik in de laatste maanden nogal eens bij m'n Dat verbaasde wel even, want meestal vond ze dat uit
neef en nicht in de Roerstraat over de vloer kwam in bescheidenheid een te grote opoffering voor me. Maar
verband met de „tabaks-transacties” met Dorus, was de ze had al lang in de gaten dat ik 't maar al te graag wilde
affaire in Putten met Antje en tante Mien daar ter spra- doen en nu moeder het zelf zo uitdrukkelijk voorstelde
ke gekomen. Nan, die van moeder wel eens vaag iets liet ze de gebruikelijke tegenwerpingen achterwege. De
had opgevangen over die kwestie maar er 't fijne niet Blanckes gingen het eerst weg, Antje bleef nog even
van te weten was gekomen, had met vrouwelijke listig- om moeder te helpen met het afwassen van de koffie-
heid mijzelf aan het praten weten te krijgen. En een- boel... daar stond ze op. Nog even plichtsgetrouw als
maal op m'n praatstoel had ik daar het hele drama in altijd. Het liep tegen halftwaalf toen ik Antje in haar
geuren en kleuren uit de doeken gedaan. Nou, Nan had mantel hielp en zij hartelijk afscheid nam van de oude-
er van genoten, vond het gewoonweg een film. Daar lui. Ze moest gauw nog maar eens weer komen, zo
kwam nog bij dat Dorus nooit erg veel met de ten moedigden zij het meisje aan. Nou dat zou ze zeker
Bouwhuyzen had opgehad, hij vond oom Wim een doen... dàt beloofde ze. We gingen samen op weg, bij
pedante schoolmeester die meende de wijsheid in pacht het verlaten van de portiek ogenblikkelijk ingekapseld
te hebben en ze hadden altoos de indruk gehad dat „die door de diepe duisternis die echter spoedig verdreven
lui uit Utrecht” zoal hij ze beliefde te noemen, behoor- werd door het vage schijnsel van de volle maan die af
lijk van de hoge stoep waren gevallen. Daarom sloeg en toe van achter dikke wolken tevoorschijn kwam.
mijn verhaal dubbel goed aan in de huize Blancke. Ik Dáár liepen we nu... samen dicht naast elkaar. Hoelang
stond er ineens door in het middelpunt van de belang- was het geleden dat we ook zo hadden gewandeld in de
stelling. „En heeft dat meisje, die Antje, dat allemaal duisternis? En alsof ze m'n gedachten geraden had zei
genomen?” waagde het oudste nichtje Nannie te vragen. ze: „Zo zijn we wel eens meer gegaan... weet je nog?
„Nou, ze waren met mij nog niet klaar geweest hoor!” - Door het donkere bos...” - „Of ik 't nog weet, Antje,
„Wat had die tante Mien daar dan allemaal mee te ma- maar het lijkt me een mensenleeftijd geleden... dat is
ken?” Ja, 't hele verhaal was daar koren op hun molen weer meer dan drie jaar terug. Het schijnt dat wij me-

- 16 -
kaar nooit uit het oog zullen verliezen... die laatste keer met alle geweld dat het aanblijft tussen hem en mij... Ze
aan de Amstel dacht ik werkelijk dat ik jou voor 't laatst begrijpt er niets van... ze wil niet geloven dat ik nog
gesproken had en dat het voorgoed uit tussen ons zou steeds wat om je geef, ze dacht dat ik daar nu wel hele-
zijn... En nu loop je tòch weer naast me. Wat vind je maal overheen zou zijn. Maar ze heeft vanavond wel
moeder daar nu wel van?” liet ik er vragend op volgen, tegen me gezegd toen ik naar jullie toeging, dat ze nu
„ze zal toch wel snappen dat ik je op deze avond naar toch wel eens een keer kennis met jou wil maken...”
huis breng en... nu nog eens wat anders, waarom is Jack „Goed Anneke... dàt zullen we hebben...!” zei
je niet komen halen... nou...? Hoe zit dat nu eigenlijk ik ineens resoluut. „Zeg maar wanneer... en ik ga naar
tussen jullie?” Voor ik 't wist had ik de kardinale vraag je vader en moeder toe, ik heb lang genoeg verzuimd
er uit geflapt, kòn die gewoon niet langer voor me hou- om dat te doen, maar nu zal het er dan toch van komen,
den want ik moest en zou weten hoe dat nu in elkaar daar kun je van op aan.”
zat. Zolang ik daar geen zekerheid over had zou het „Meen je 't echt?” vroeg ze. Er laaide plotse-
onzinnig zijn om mezelf opnieuw met enigerlei valse ling een geweldige verrassing in haar ogen op terwijl ze
hoop te koesteren. Er viel een korte stilte na die bijna haar hoofd naar me toewendde. „Als je moeder me
uitdrukkelijk gestelde vraag. We gingen het poortje tenminste nog ontvangen wil...!” liet ik er op volgen.
onderdoor naar de Noorder-Amstellaan waar het iets „O, zeker wel, hoor... anders had ze 't niet gezegd!”
lichter scheen en we ons beter konden oriënteren op de Dan voegde ze er wat aarzelend aan toe: „Ze willen
omgeving. „Nu, hoe zit dat Antje... ik wil het weten, al thuis allemaal zó dolgraag die film zien uit Putten... kan
gaat 't me eigenlijk geen barst meer aan na alles wat er dat nou echt niet 'ns een keertje?” Aha... dáárom wilde
gebeurd is. Maar je herinnert je misschien nog wel wat moeder K. dus zo graag eens kennismaken, overwoog
ik eenmaal tegen je gezegd heb... dat we 't altijd nog ik in mezelf. Ik kon 't me levendig indenken; die film
weer opnieuw zouden kunnen proberen als het eens mis was voor deze mensen de sleutel waarmee alle geheim-
ging met Jack...” Ja, dat wist ze nog heel goed. Nu, ze zinnigheden rondom de Putten-affaire ontraadseld zou-
vond dat ik recht had op een eerlijk antwoord. Ze wou den worden. Daarmee zouden ze eindelijk de oplossing
proberen om 't me uit te leggen al was ze bang dat ik er krijgen van het mysterie omtrent die vreselijke tante en
niets van begrijpen zou. Maar daarin vergiste ze zich, ik die boosaardige Alie... dachten ze! Op 't zelfde moment
begreep het maar al te goed. Het onderstreepte opnieuw schoot mij een briljant idee door het hoofd en het ver-
nog weer eens het sterke vermoeden dat ik steeds had baasde me even dat ik niet veel eerder aan die moge-
meegedragen: ze kon mij nog steeds niet helemaal uit lijkheid gedacht had. „Antje, luister eens”, zo kwam ik
haar gedachten verdrijven. Telkens als die jongen bij plompverloren met mijn plan voor de dag, „wat zou je
haar was, dwaalden haar gedachten naar mij af. Maar er van zeggen als ik eens met de hele filmapparatuur bij
wanneer ze dan aan mijn familie dacht, aan die oom en jou thuis kwam en daar de hele Puttenfilm ga verto-
tante en wat mijn moeder wel eens gezegd had over nen... dat is volgens mij dan meteen een prachtige aan-
haar, dan raakte ze weer aan het twijfelen, geloofde ze leiding om met je familie kennis te maken...!” Nou, van
dat haar eigen moeder het tòch bij het rechte einde had. dat voorstel sprong ze een gat in de lucht... haar blijd-
Er waren spanningen tussen haar en Jack gekomen... ze schap kende geen grenzen, dat ik daar mee voor de dag
had 't hem verteld, hoe het haar nog steeds bezig hield, kwam. „Zou je denken dat ze er wat voor voelen?”
maar hij had haar uitgelachen en haar voorgehouden dat stelde ik de bijkans overbodige vraag. „Wat voor voe-
hij haar toch nimmer zou loslaten. Hij was van mening len?” riep ze bijna hardop uit, „M'n moeder zal niet
dat ik dat dan maar eerder had moeten bedenken toen ik weten wat ze hoort als ik met die boodschap thuis
nog met haar omging en het ijzer had moeten smeden kom... en ze zullen heus héél aardig tegen je zijn hoor,
toen het nog heet was. Hij vond dat het nu te laat was dat weet ik wel zeker...!” „Goed Antje, dat spreken we
om nog terug te krabbelen... dat nam ie niet. Er waren dan af en jij moet maar beslissen wanneer dat feest zal
toen wat harde woorden gevallen en ze had hem zo half plaatsvinden, liefst op een zaterdagavond. Je nodigt de
en half de bons gegeven. Hij was weggegaan met de hele familie maar uit... kunnen ze eindelijk die boos-
woorden: „Ik zal een poosje niet meer bij je komen... wicht eens te grazen nemen...”, liet ik er wat overmoe-
maar terugkomen doe ik zeker, daar kun je op reke- dig op volgen. „Ik zal het programma aanvullen met
nen!” Ziezo, dàt was het dus en ik vond geen redenen wat komische films om de avond meteen wat op te
om aan de waarheid van haar verhaal te twijfelen. Jack vrolijken want alleen die Puttenfilm lijkt me wat mager-
was een doordouwer, dat was duidelijk... ik had er wat tjes,” zo borduurde ik op het plan voort. Ik had wèl in
van kunnen leren! Ook had ik hierin het bewijs moeten de roos geschoten met dit plan en voor we in het sche-
zien dat het een heel zware taak zou worden om Antje merduister de Noorder-Amstellaan waren overgestoken
terug te winnen... als ik dat met alle geweld nog wilde had ik mijn arm door de hare gestoken en werd ik ge-
zou ik het tegen deze knaap moeten opnemen... hoe dan waar hoe stevig en verlangend ze zich tegen mij aan-
ook! drukte. Toch wilde ik sterk blijven, ook op deze avond.
„En wat zegt je moeder daar wel over?” Ik nam me heilig voor haar nu niet te kussen... ik was al
waagde ik belangstellend te vragen. „M'n moeder wil tè veel op hol geslagen zo ineens. Immers, ze was toch

- 17 -
nog steeds verloofd en er zou vóór alles absolute zeker- zou er waarschijnlijk toch een einde komen aan die
heid moeten bestaan dat ze zich werkelijk weer hele- uitzichtloze verhouding en dan maar liever hoe eerder
maal vrij had gemaakt. Zoals de toestand nu was leek hoe beter... Antje, dat was iets dat zekerheid voorspel-
het me een unfaire daad tegenover Jack wanneer ik me de... ze was nog jong en met haar zou ik in ieder geval
thans helemaal zou laten gaan. Er kon nog van alles een normaal leven kunnen gaan leiden. Ja, dat waren
gebeuren en de lucht zou eerst geheel opgeklaard moe- stoutmoedige gedachten die ik koesterde op de wande-
ten zijn alvorens ik tot een drastisch besluit kwam. ling terug naar huis. Het zag er werkelijk naar uit dat ik
Niettemin had het er nu wel erg veel van weg dat de thans op een keerpunt in m'n leven was gekomen.
oude toestand tussen Antje en mij was teruggekeerd, Moeder was nog op toen ik op slag van
zoals we daar nu samen stijf gearmd onze weg zochten twaalven boven kwam. Het was duidelijk dat ze ver-
door de duistere straten op weg naar de Jan Steenstraat. wachtte dat ik wat nadere bijzonderheden had te vertel-
Overmoedig babbelde ze voort naast me, soms even len omtrent die geschiedenis met Antje's verloving. Ik
innig mijn arm tegen zich aan drukkend. Ze vroeg naar ontkwam er niet aan om te vertellen wat ik wist op haar
m'n nieuwe werkkring, hoe die eerste dag was uitgeval- vorsende vragen. Moeder vond het zoals gewoonlijk
len en hoe laat ik 's morgens daar moest wezen. Toen ik maar een vreemde zaak. Ze kon niet nalaten te vragen:
haar meedeelde dat de werktijd daar om 8 uur aanving, „En wat ga jij nu doen? Ben je nu van plan weer op-
riep ze opgetogen uit: „Gunst, dan moet ik ook op die nieuw met dat meisje aan te pappen? Ik had gedacht dat
zelfde tijd op de Nieuwezijds zijn bij m'n baas... mis- het nu toch wel afgelopen was tussen jullie... maar als
schien zien we elkaar dan eens onderweg. Loopt u daar ik, zoals vanavond, jullie weer zo eensgezind bij me-
naartoe of gaat u met de tram?” Ik zei dat ik altijd naar kaar zie en hoe dat kind naar je kijkt, nou dan twijfel ik
m'n baas wandelde vanwege de lichaamsbeweging en er ernstig aan dat die ontmoetingen tussen jelui wel zo
vóór halfacht de deur uitging. Het had tot gevolg dat we toevallig zijn!” Ik verzekerde moeder dat dit heus en
afspraken elkaar op te wachten op de Munt en dan waarachtig toeval was geweest... maar dat ik wist wat
konden we samen door de Kalverstaat naar onze res- me te doen stond als het werkelijk zou blijken dat ze
pectievelijke werkgevers wandelen. haar verloving verbroken had. Ook deelde ik moeder
We waren haar huis genaderd en alvorens af- mee dat ik had afgesproken om de Puttenfilm voor die
scheid van haar te nemen verzekerde ze me nog eens familie te gaan draaien. Haar reactie was: „Als je die
met nadruk dat ze thuis uitvoerig over het filmplan zou mensen maar niet hier bij ons laat komen... want dat
spreken en dat ze me zo gauw mogelijk zou laten weten zou ik ècht niet graag willen!” Nou, daar hoefde moe-
wanneer ik kon komen. Ik bracht haar tot bijna aan de der niet bevreesd voor te zijn... want ik zou integendeel
deur van haar woning en toen ik haar ten afscheid een naar henzelf toegaan met de hele santenkraam op een
hand gaf keerde ze me snel haar wang toe en kusten wij nader af te spreken datum! Haar slotcommentaar was:
elkaar toch... „En nog bedankt voor deze fijne avond...” „Nou, dat kan ik helemaal niet begrijpen... dat je dáár
liet ze erop volgen. Toen ik me omkeerde bij het weg- nog durft te komen bij die mensen... na alles wat er is
gaan zag ik dat ze nog in de portiek stond en me na- gebeurd. Kijk maar goed uit, voor je je met ze inlaat!” -
wuifde tot haar schim in het duister verdween. Op de Welja, 't was nog steeds het oude liedje... die „mensen”
terugweg naar huis had ik ontzettend veel om over na te waren niet goed genoeg voor ons! Ik gaf er geen verder
denken. Voor het eerst had zich een gevoel van me antwoord op, maar m'n besluit stond nu terdege vast. Ik
meester gemaakt dat ik thans drommels goed wist wat zou er heengaan teneinde mezelf op de hoogte te stellen
ik wilde. Al die afschuwelijke twijfels uit het nabije hoe „die mensen” in werkelijkheid waren. Ik verlangde
verleden had ik plotseling voorgoed over boord gesme- er nu werkelijk naar om oog in oog te staan met moeder
ten... niet nog eens wilde ik dat deprimerende gevoel K. en was daartoe in volle overgave bereid... zelfs om
hebben van tekort te zijn geschoten en op het verkeerde de donderpreek, die ze mogelijk voor me in petto had,
paard te hebben gewed. Dan maar ruzie met tante Mien deemoedig over me heen te laten komen!
en de hele verdere familie... voortaan zou ik doen wat ik
dacht het beste te zijn voor mijn welzijn! Betty zou ik
moeten laten schieten... al kroop mijn hart toch wel
even ineen bij dat denkbeeld, maat 't moest! Eenmaal

Hoofdstuk 4
Het gebeurde allemaal in de week voor Pasen, mijn bewuste filmavond had ik mijn wachtdag en kreeg
eerste werkweek bij De Standaard. De donderdag na de daardoor gelegenheid te over om me te bezinnen op de

- 18 -
onverwachte ontwikkeling in de affaire met Antje en ger bij wijze van spreken wekelijks ontmoet hebben,
over wat ik me nu weer op de hals ging halen. Het leek maar ik kon het me niet herinneren want het was al
wel of al de dingen die ik dood en vergeten had ge- weer een tijd geleden dat Jan Zwart stierf en er een eind
waand uit die emotievolle dagen van voor de oorlog was gekomen aan die beroemde traditionele orgelavon-
plotseling waren herrezen, of de tijd ineens terugge- den. Zo hadden de corrector en ik elkaar spoedig ge-
draaid was. Ik kon het zelf ternauwernood bevatten vonden en we werden de beste vrienden van elkaar tot
waarom dit allemaal zo gaan moest. Wat was er eigen- in lengte van dagen. Maar ook met de meeste andere
lijk met me aan de hand? Ik had het vreemde gevoel dat personeelsleden stond ik spoedig op heel goede voet.
ik door een muur was heen gebroken, dat ik me bevrijd De werksfeer was daar zó geheel anders dan ik gewend
had uit een klemmende gevangenis en dat er geen enke- was bij mijn vroegere werkgever en zeker niet te verge-
le belemmering meer was die me morele verplichtingen lijken met die bij 't Koggeschip. Wat voor mij eveneens
kon opleggen. Hoe gemakkelijk dacht ik er nu ineens iets nieuws was, op deze zaak, was het ongehoorde feit
over om een eind te maken aan mijn verhouding met dat er des morgens tegen 10 uur een keurig witgejast
Betty, 't leek me nu plotseling als iets vanzelfsprekends. meisje rondging met een dienblad met - koffie zou ik
Ik had er geen gewetensnood meer over en ik voelde bijna gezegd hebben - maar die drank zou te veel ge-
evenmin angst om de stap te ondernemen die ongetwij- vraagd zijn. Nee, de witte koppen op het dienblad be-
feld zou volgen op de nieuwe situatie. Ik was zó over- vatten een ondefinieerbaar drankje dat ze op De Stan-
tuigd van mijn zelfverzekerdheid en dat alles goed zou daard „girogeen” noemden. Het was in ieder geval
verlopen zonder dat ik ook maar ergens spijt van zou zoetig en warm met de smaak van vanille en het vond
hoeven te hebben, dat ik me alleen nog maar kon ver- gretig aftrek onder het personeel. Zoiets bestond in die
bazen dat ik dit allemaal niet veel eerder had kunnen dagen gewoonweg op geen enkel bedrijf en zeker niet
volbrengen. bij de Bussy. Op de Goede Vrijdag die daar op volgde
Die week stond bij De Standaard helemaal in wachtte me nogmaals een verrassing. We mochten om
het teken van Pasen. Tot mijn grote verbazing hoorde ik 1 uur 's middags vrijaf naar huis. Dat was daar een
rondom mij heen zo hier en daar aria's uit de Mattheus vaste traditie omdat het een christelijk bedrijf heette te
Passion zingen... ik was blijkbaar in muzikaal gezel- zijn. Nu, dat was mooi meegenomen en zodoende was
schap beland! Onder de Standaardmensen waren er die eerste werkweek bij Drukkerij Holland - De Stan-
verscheidene die zongen in kerkkoren. Ik maakte na een daard gauw voorbij.
paar dagen al kennis met Oxfoort en al spoedig kwam Toen de paasdagen achter de rug waren her-
ik er achter dat hij een buurman van mijn broer was en nam het dagelijkse leven z'n normale loop. Ik hervatte
ook hij bleek een „toonkunst-man” te zijn. Het gezang weer de dagelijkse tredmolen bij m'n nieuwe werkgever
was er niet van de lucht! Ergens achter in de zetterij, waar ik me al spoedig geheel thuis voelde al was het
een beetje weggeduwd in een donkere hoek zetelde de ook dáár niet allemaal boter likken geblazen. De emo-
corrector, de heer van Homeyer. Ik had al heel spoedig ties rondom Antje bleken in de eerstvolgende dagen een
in de gaten dat onze vriend de corrector een muziek- weinig te bekoelen, mogelijk had ik m'n bezinning weer
minnaar was. Herhaaldelijk ving ik vanaf mijn plaats herkregen en ik besloot om de loop der gebeurtenissen
fragmenten op van thema's uit werken der Grote Mees- vooralsnog rustig af te wachten. Ze zou wel spoedig
ters, die hij op welluidende wijze al fluitend ten beste voor de dag komen met een datum te noemen waarop
gaf. Maar nog sterker werd mijn belangstelling gewekt de filmavond bij haar thuis gegeven kon worden. Tot zo
voor deze man toen ik hem op een gegeven ogenblik lang leek het mij maar het beste om mezelf geen hevige
een thema hoorde fluiten uit een orgelsonate van Guil- illusies te maken.
mant, weldra gevolgd door nog andere motieven uit Bij Betty repte ik met geen woord over de
bekende orgelwerken. Er was geen twijfel mogelijk: „come-back” van Antje, ook niet over de avond dat ze
van Homeyer was een fervent orgelkunstliefhebber en bij ons was geweest en dat ik haar naar huis gebracht
het zou me niets verwonderen als hij in de jaren hier- had. Ik was een beetje bevreesd geworden dat er aan
voor een trouw bezoeker was geweest van de orgel- het geduld van m'n vriendin op die manier wel eens een
avonden van Jan Zwart in de Hersteld Evangelisch einde kon komen en ze het besluit zou nemen om tòch
Lutherse Kerk. Een kleine proef op de som bevestigde maar voor goed naar Duitsland terug te keren. Dan had
mijn vermoeden; ik begon eveneens zachtjes het ik alles verloren... want om de eerlijke waarheid te
hoofdmotief te fluiten uit het Derde Choral van Cesar zeggen zag ik het met Antje nog niet helemaal zo duide-
Franck. Ik zag hem verrast opkijken in mijn richting, lijk voor me. Die Jack was een geduchte barrière ge-
terwijl hij uitriep: „Hoor ik dat goed, meneer Van Ros- worden tussen haar en mij. Ik had te veel tijd verloren
sum... dat is Franck wat u daar fluit... nee maar, u bent laten gaan om nu nog de eenmaal begane fout te willen
dus een orgelfan!” En inderdaad, wat ik wel gedacht herstellen. Die vent was een doordouwer, hij had ge-
had was waar. Van Homeyer bleek een echte orgellief- zegd dat hij zou terug komen bij haar en dat hij haar
hebber te zijn en een trouw bezoeker van de orgelcon- nooit meer zou laten lopen. En bovendien stond moeder
certen van Jan Zwart... we moesten mekaar daar vroe- K. ook helemaal achter hem, tenzij... ik een heel gunsti-

- 19 -
ge indruk zou achterlaten op de bewuste avond van
mijn eerste entree daar ten huize en Antjes's moeder
daardoor helemaal van gedachten veranderen zou, maar In de weken die er nu volgden begon er geleidelijk aan
dat leek me niet zo waarschijnlijk. een verandering plaats te vinden in het oude vertrouwde
Op zondag 12 april had ik Betty uitgenodigd leven dat ik tot dusverre geleid had. Daar was in de
om 's middags bij me op visite te komen. Die gelegen- eerste plaats de andere werksfeer bij De Standaard die
heid diende zich voor de zoveelste maal aan doordat de zo totaal verschilde met die ik gewend was bij de Bus-
oudelui naar Utrecht waren ter gelegenheid van de sy, de nieuwe collega's waarmee ik al spoedig vriend-
verjaardag van mijn tante. Ik had nog steeds niet veel schappelijke relaties begon te onderhouden. En dan
zin om mee te gaan naar Utrecht en zeker niet op de vanzelfsprekend de omgeving in de oude binnenstad, de
zondag waarop ik gewend was bij mijn vriendin te zijn. buurt waar ik in m'n jongensjaren onvergetelijke herin-
Vader en moeder zouden er blijven eten en pas laat in neringen aan had bewaard, werkte er aan mee dat ik me
de avond terugkeren. Er was dus alle gelegenheid om plotseling een geheel ander mens begon te voelen.
de middag gezellig samen met Betty bij me thuis door Alleen al het feit dat ik me los gemaakt had van de
te brengen. Betty was zo langzamerhand gewend ge- traditie dat de hele familie zo'n beetje bij de Bussy had
raakt aan deze gang van zaken, maakte lang zoveel gewerkt als hadden er geen andere werkgevers in de
bezwaren niet meer als vroeger. Sinds ze wist dat mijn wereld bestaan, gevoegd bij het feit dat mijn vader
ouders op de hoogte waren van onze omgang met el- altoos sterk de neiging had getoond om de beschermen-
kaar scheen ze niet meer zo bevreesd te zijn voor een de hand boven m'n hoofd te houden in dat bedrijf, gaven
onverwachte confrontatie met de oudelui, al was de me een gevoel van opluchting. Hier was niemand die
kans daarop niet zo bijster groot. Het werd wederom een „goed woordje” voor me deed en met de autoritei-
weer een heel gezellige middag, Betty zag er allerliefst ten ging smoezen over „positieverbetering”. Ik moest
uit, had zich extra charmant uitgedost zodat ik haar met het voortaan zelf opknappen en ik voelde het als een
welgevallen mocht aanschouwen. We dronken samen bevrijding dat ik voortaan zelf verantwoordelijk zou
thee en ik liet haar nogmaals genieten van al die inte- zijn voor m'n toekomstige loopbaan in dit ongetwijfeld
ressante dingen waar ze een vorige maal ook zo enthou- interessante grafische bedrijf waarin ik door zo'n won-
siast over geweest was. We kwamen bijna weer tijd te derlijke samenloop van omstandigheden terecht was
kort en ik stelde haar voor om bij me te blijven eten... er gekomen.
was genoeg voor twee. Maar dat deed ze toch maar Als ik boven in het gebouw van De Standaard
liever niet; ze wilde met alle geweld weer op tijd thuis op de afdeling kwam waar zich de machinezetterij
zijn. Ik bracht haar een eind weegs en ik zou na het eten bevond, kon ik vanuit een raam aan de kant van de
nog even bij haar komen en een paar uurtjes blijven. Spuistraat een blik werpen op mijn vroegere huis, het
Moeilijk kon ik toen voorspellen dat het de laatste maal pand Singel 70-72. Je had er als het ware een schitte-
was geweest dat deze lieve kleine vriendin bij me thuis rend panorama over heel die romantische doolhof van
op bezoek was gekomen... dat het de laatste keer was stegen en grachten. Aan de voet van het hoge gebouw
geweest dat ze vol bewondering voor het grote aquari- keek ik neer op de gevels van middeleeuwse huisjes aan
um had staan kijken naar die „lieve kleine visjes...” ik de overkant van de Spuistraat en daarbij sprong het
voor de laatste maal haar tot ontroering had gebracht historische pand dat de gevelsteen droeg met het op-
met mijn pianospel. Op deze dag was er nog niets dat in schrift „De Suykermoolen” wel het meest in 't oog.
die richting wees, geen haar op mijn hoofd had er aan Meer naar rechts rees de afgeknotte en nimmer voltooi-
gedacht om die middag met Betty te spreken over een de toren van de Dominicanerkerk tot gelijke hoogte met
eventueel afscheid van elkaar, voorgoed. Integendeel, de bovenverdieping van het Standaardhuis. En daar
des te vaker ik de kleine, tengere vrouw observeerde, achter, omlijst door het prille voorjaarsgroen van de
zoals ze in mijn eigen omgeving thuis zich bewoog en ontluikende bomen lag het dubbele pand verscholen
moest luisteren naar haar wijze woorden waarmee ze onder het brede donkere pannendak waaronder zo'n
zoveel begrip voor alles toonde dat haar interesseerde, schat van dierbare herinneringen lag verborgen. Er leek
des te meer raakte ik er van overtuigd hoe moeilijk het hoegenaamd niets veranderd te zijn in de veertien jaren
zou worden om juist van haar afstand te moeten doen. nadat ik er m'n laatste schreden over de drempel had
Ik dacht dat ik het nimmer zou kunnen opbrengen... het gezet, 't was of de tijd hier had stilgestaan. Maar dit
zou maar het beste zijn om Antje helemaal uit m'n beeld gaf me een vertrouwd gevoel alsof ik na lange
hoofd te zetten. Maar aan de verre horizon dreigde een jaren weer was teruggekeerd in m'n geboorteplaats. Na
nieuw onweer, er waren gebeurtenissen op til die de lange jaren hoorde ik eindelijk weer de monotone galm
oorzaak werden van een langzaam maar zeker van van de „beursbengel”, traag voort beierend van halft-
elkaar wegdrijven, zoals twee scheepjes op de oceaan wee tot kwart voor twee... het klonk me weer als mu-
elk een andere richting gaan en elkaar gaandeweg uit ziek in de oren, een zee van jeugdherinneringen met
het oog verliezen. zich voerend over de daken der oude huizen in de hele
omgeving. Jammer genoeg zouden we die befaamde

- 20 -
beursbengel niet zo lang meer kunnen horen. knippen zodat ieder z'n vaste beurs kon beginnen te
Als de beursklok was uitgewoed ontstond er versteken. Ik had 't er niet moeilijk mee want ook bij de
op de zetterij een vreemd soort agitatie tegen dat de Bussy hadden we vaak dergelijk werk onder handen
klok naar tweeën wees. In het begin had ik opgemerkt gehad. Bovendien was Sporen en Trammen niet zo'n
dat tegen die tijd verscheidene mensen van de zetterij grote beurs. Maar er waren ook vrij grote noteringen bij
verdwenen en ik op het laatst op een paar anderen na, waarin regelmatig nieuwe fondsen moesten worden
geheel alleen bleven doorwerken. Ik vroeg me af waar bijgezet en degene die met z'n eigen beurs gauw klaar
die toch wel heen mochten gaan maar het duurde niet was ging nog even wat bijspringen bij z'n collega's. Om
lang of ik was op de hoogte van wat dit verdwijnen te klokslag halfvier klonk dan de stereotiepe roep van de
betekenen had. Ik had ook de uitdrukking „beurs ver- oude Delzenne: „Heren... beurs AFBREKEN... BEURS
steken” telkenmale opgevangen en zo kwam ik er ach- AFBREKEN!” Dat was het sein voor ieder om dat deel
ter dat het de gewoonte was dat de mensen van de par- van z'n beurs dat ie klaar had op te binden en in te
ticuliere zetterij 's middags naar de Krantenopmakerij leveren. Ze begonnen dan aan de opmaaksteen de
gingen om daar mee te helpen de beurskoersen voor de beurspagina in elkaar te zetten. Wat niet af was bleef
krant te versteken. Ik dacht dat dit voorrecht mogelijk overstaan tot de volgende dag, maar meestal lukte het
voor mijn niet weggelegd was en dat alleen de „vaste wel om alle noteringen op tijd bij de opmaak te krijgen.
broeders” zich van die taak mochten kwijten, totdat na Was de beurs eenmaal achter de rug dan werd er gezel-
een paar dagen een oudere zetter, 't was Joop Hooft, lig nog wat nagekaart tot een uur of vier. Beneden op de
naar mij toe kwam en vroeg: „Moet jij niet naar 't particuliere zetterij wisten ze toch nooit hoe laat dat
beursversteken `s middags? - Iedereen heeft hier een versteken afgelopen moest zijn. Alleen als we het al te
vaste beurs! Hebben ze nog niks tegen je gezegd?” Ik gortig maakten stuurden ze „die boer” (dat was Boom-
moest bekennen dat ik tot m'n spijt nog van niets in die sma) naar boven en die kwam dan langzaam aan slente-
richting op de hoogte was en niemand me nog opdracht ren met z'n handen in de zakken en z'n eeuwige peuk
had gegeven naar boven te gaan. Maar het duurde niet tussen de lippen, polsend hoe 't er mee stond: „Zeg
lang of voorman Boomsma kwam naar me toe en stelde mannekes... zijn we klaar met die beurs... dan moesten
voor dat ik ook maar eens een keertje naar de krant we zo langzamerhand weer eens naar beneden gaan!”
moest om op de hoogte te raken met deze gebruikelijke Daarmee was er weer een eind gekomen aan het dage-
ceremonie. Het lokte me wel niet zo erg aan omdat ik lijkse verzetje en het laatste uurtje tot 5 uur had dan niet
me weinig aangetrokken voelde tot de krantenwereld. veel meer om het lijf... de middag was weer omgevlo-
Maar toen ik eenmaal ook tot de uitverkorenen behoor- gen.
de om me op de genoemde klok naar boven te begeven, Het was me al vrij spoedig gebleken dat
had ik spoedig in de gaten dat het „beursversteken” Boomsma nu niet bepaald een erg geliefde persoonlijk-
voor de meesten niets anders dan een welkom verzetje heid was bij de meesten. Hij maakte de indruk van een
betekende in de dagelijkse werksleur. We begonnen, nogal arrogante Fries te zijn die hier in Amsterdam zo
eenmaal boven op De Standaardzetterij waar het dag- nodig promotie moest maken. Waarschijnlijk was hij
blad in elkaar gedraaid werd, met wachten. Er was dan door de een of andere relatie uit christelijke kringen
meestal het eerste halfuur nog niets te doen. Het proto- naar voren geschoven om hier op deze gereformeerde
col luidde nu eenmaal: om twee uur naar boven, dus zaak een carrière op te bouwen. En het liet zich aanzien
maakte ieder dat ie op die tijd ter plaatse was. Maar we dat dat hem wel lukken zou ook. Maar wat me van het
konden niet eerder beginnen alvorens de kopij van de begin af aan wel opviel was het feit dat ik „Boom”,
beurskoersen met de lift naar boven werd gestuurd zoals ze hem ook wel in de wandeling noemden, nooit
vanaf de redactie. Soms duurde dat een hele tijd, we iets met z'n handen op de zetterij zag verrichten. Prak-
stonden dan wel eens een klein uur te niksen. Ieder had tisch werk verzetten was er bij hem niet bij. Wel liep hij
een vaste plaats en de cijferkastjes waaruit de koersen de hele dag rond met gewichtig uitziende aktemappen
moesten worden verstoken stonden allemaal gereed. De waarin zich de kopij bevond van artikelen bestemd voor
oude Delzenne had het zetsel klaar gezet en ieder had het wetenschappelijk werk van de Academie. Hij was
een eigen „beurs” zoals dat heette. Ik kreeg „Sporen en voortdurend met de telefoon bezig en hij bezat een
Tramwegen” toegewezen, een heel gemakkelijke en zekere flair om uit alle windstreken telefonisch informa-
rustige beurs met weinig nieuwe fondsen er in. Dat wil tie op te diepen bij de diverse proffen over het werk dat
zeggen dat het bijna altijd dezelfde regeltjes waren. Dat we van hen onder handen hadden. Hij zag er geen been
was natuurlijk omdat ik nog maar een „beginneling” in om de een of andere hooggeleerde professor midden
was en er nog helemaal „in” moest komen. Later viel ik onder het college dat deze gaf aan de universiteit van-
ook in de termen voor de moeilijker en zwaardere daan te halen en aan de telefoon te roepen teneinde
beursnoteringen. Als dan eindelijk het belletje klonk inlichtingen in te winnen over zijn bijdrage aan de
van 't kopij-liftje ontstond er even een intense drukte Proceedings als het bijvoorbeeld ging om de een of
rondom de tafel waar de opmaker, Delzenne, met een andere onduidelijkheid in diens manuscript. En dat
grote schaar de lange stroken kopij in mootjes begon te lukte hem meestal nog wonderwel ook. In werkelijkheid

- 21 -
was hij voorman over de wetenschappelijke zetterij en mules bestonden die er zo vervaarlijk en ingewikkeld
je zou verwachten dat hij dus meewerkte aan de bok uitzagen dat je er echt wel je petje voor moest afnemen.
met het zetten van dat super-ingewikkelde formule Vooralsnog mocht ik mij nog lang niet bezighouden
zetten. Maar ik had hem nog nimmer een zethaak in de met het zetten van formules. Ik mocht er alleen maar
handen zien nemen. De nestor van deze afdeling was naar kijken... misschien verkeerde Boomsma in de
Willem Mulder, zo'n typische oudgediende die in dit veronderstelling dat ik nog niet rijp was voor zulk ver-
bedrijf langzaam aan vergrijsd was. Deze man had een heven werk! Voorlopig mocht ik er vrede mee hebben
fabelachtige techniek ontwikkeld wat het zetten van de om de correcties aan te brengen in de wiskundige stuk-
wiskundige formules betreft, niemand die zo snel de ken die van de Academie terug kwamen, een karwei dat
opbouw van een formule doorzag als hij. Hij hoefde vaak nog veel zwaarder woog dat het eigenlijke zetten
maar een snelle blik te werpen op de slordig geschre- er van. Hij spiegelde me voor dat ik op deze manier
ven kopij vóór hem en hij wist onmiddellijk hoe de veel kon leren van de wijze waarop dit werk gezet
formule er op z'n galei zou komen uit te zien, daar moest worden. En in feite had hij daar niet helemaal
vergiste hij zich nooit mee. Verder waren er nog Joop ongelijk aan, ik raakte van lieverlede steeds meer be-
Hooft, ook al zo'n oude vergrijsde zetter die zo z'n eigen kend met al die honderden tekentjes en het complete
vaste karweitjes had waar geen mens naar kijken mocht Griekse alfabet... want Grieks moest je daar ook enorm
laat staan aankomen omdat hij alleen wist hoe dit of dat veel verwerken dat gebruikt werd in de talrijke Letter-
gedaan moest worden! Z'n alledaagse naam hier was kundige Mededelingen van de Koninklijke Academie
„schurftkop” en soms noemden ze hem ook wel „de van Wetenschappen. Met het Grieks had ik weinig
Buffel”, een bijnaam die hij had overgehouden uit de moeite en al spoedig wist ik blindelings de weg in de
Sturm und Drang-periode van z'n onbezonnen jeugdja- Griekse letterkasten, een feit waarmee ik het respect
ren waarover hij ons ijselijke verhalen wist op te dissen. van Boomsma wel een beetje wist af te dwingen. Voor
Die periode was echter lang voorbij en niemand die de rest boterde het lang niet altijd zo erg tussen „de
zich kon voorstellen dat Jopie Hoofie eens zo'n gewel- boer” en mij en dat vond voornamelijk z'n oorzaak in
dige vechter en rabauw was geweest, de schrik van heel het feit dat hij de vervelende gewoonte had om de laatst
Oud Zuid als ie met een groep kornuiten de een of aangekomene in het bedrijf te willen gebruiken als
andere kroeg binnenstapte in de Govert Flinckstraat en „duvelstoejager”. Hij droeg aan volslagen gezellen dan
daar de boel kort en klein sloeg. Na afloop van zo'n karweitjes op zoals loop- en sjouwwerk dat gewoonlijk
gevecht gingen ze er dan vandoor met de meisjes van verricht diende te worden door leerjongens. Zelf stak hij
de tegenpartij! Maar nu was Joop (eigenlijk heette hij er nimmer een poot naar uit maar blonk uit in het geven
Rinus) een bezadigd en zeer nauwgezet werker gewor- van opdrachten en bevelen in die richting. Die meeste
den die bij Boomsma geen kwaad kon doen. Het was ouderen die dat overkwamen mopperden dan wel eens
opmerkelijk hoe die Friese boer deze oudgedienden op „die boer” en kregen daardoor steeds meer de pest
naar de ogen keek en hoe hij telkens met hen rugge- aan hem, maar ze deden toch slaafs wat hij hun gelastte.
spraak hield wanneer er problemen waren betreffende Met mij probeerde hij dat spelletje ook bij zekere gele-
het zetwerk of onduidelijkheden in de kopij. Dan moest genheid. Hij verlangde van me dat ik een gebruikt ink-
Willem Mulder er bij komen en wat die dan zei of vond trolletje bij de proefpers zou schoonmaken dat nota
moest gebeuren. Ik was er al heel gauw achter gekomen bene door iemand anders voor een proeftrekwerkje was
dat die meneer Boomsma ook nog niet zo lang bij deze opgezet. Het liep al tegen vijven en ik had juist m'n
baas in dienst was en dat hij weshalve zich moest verla- handen al gewassen toen hij, naar mijn idee opzettelijk,
ten met op het kompas van de nestors te varen. En om me de opdracht gaf dat rolletje en de inktplaat schoon te
zichzelf als voorman waar te kunnen maken kon het al maken. Ik zei hem kort bondig dat ik zeker niet te be-
niet anders of hij moest die oude garde op alle mogelij- roerd was om te werken maar dat hij in dit geval toch
ke manieren te vriend houden. En alles draaide hier om aan het verkeerde adres was... hij moest maar diegene
„De Academie”! Dat was hier gewoon het toverwoord, pakken die dat rolletje gebruikt had en 't smerig en wel
het had er de schijn van dat Drukkerij Holland niets achter z'n reet had laten staan. Toen begon meneer
meer of minder dan een verlengstuk was van dat eer- Boomsma een heel hoge toon aan te slaan en te gelasten
biedwaardige College dat sedert lange tijden zetelde in dat ik dat doen moest omdat HIJ het me beval. Nou...
het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal. En in wer- toen was de gort meteen wel botergaar. Ik kreeg m'n
kelijkheid was dat ook zo. De proffen waren hier kind eerste ruzie hier op De Standaard en het ging een paar
aan huis, kwamen persoonlijk op de zetterij, dat wil minuten lang van dikhout erlangs. Als ik het niet deed
zeggen hun wetenschappelijke bijdragen bespreken zou die Jongman er bij halen en dan kon het nog wel
teneinde die zo goed mogelijk in het maandelijks ver- eens kwaad voor me aflopen. Ik vond dat ie dat dan
schijnende no. van de „Proceedings” gedrukt te zien. maar dadelijk moest doen en zei hem er meteen bij dat
Tegen dat werk werd door iedereen hoog opgekeken en ie zelf ook maar eens z'n handen hier moest laten wap-
ik moet eerlijk bekennen dat ik in het begin met ontzag peren want dat ik hem nog nimmer had zien werken.
de pagina's bekeek die vaak uit louter wiskundige for- Nou... hij stoof de trap af naar beneden waar het kan-

- 22 -
toor van de bedrijfsleiding zetelde en omdat het tijd was dan wel zo veel mensen bergen en hebben jullie wel
om naar huis te gaan wachtte ik de bui maar niet af en stoelen genoeg?” waagde ik het opnieuw te vragen. Ik
smeerde hem tegelijk. Op de afdeling zette ze grote schrok eigenlijk toch wel een beetje van die vermetele
ogen op toen ik Boomsma z'n vet gaf... eindelijk was er plannen bij Antje. Ik had met mijn voorstel niets anders
een die die boer op z'n nummer dorst te zetten! De bedoeld dan een dan een filmvoorstelling voor de fami-
volgende morgen kwam Jongman naar me toe en ik lie onder ons, dus alleen voor haar ouders en broers en
moest even met hem mee naar z'n kantoor. Vriend zusters. Uit ervaring wist ik dat zo'n filmavond „au
Boomsma had z'n beklag gedaan... dat ik geweigerd had plein publique” een zee van problemen opleverde en
om een opdracht die hij had gegeven uit te voeren. dat de vertoning maar al te veel kans liep om dan de
Jongman was schappelijk genoeg om de ware toedracht mist in te gaan. Maar Antje stelde me voorlopig gerust,
van mijn kant te willen aanhoren en toen ik hem be- haar zwager en broer zouden banken maken achterin de
daard had verteld hoe de vork in werkelijkheid in de kamer en zelf een groot scherm in elkaar knutselen... 't
steel zat en dat ik niet gewend was om me als „du- zou allemaal best voor elkaar komen. „En wanneer gaat
velstoejager” te laten gebruiken moest hij toegeven dat dat dan gebeuren?” waagde ik belangstellend te vragen.
ik niet helemaal ongelijk had... dat Boomsma een Fries „Zo gauw als m'n moeder helemaal klaar is met de
was en dat ik maar zo goed als mogelijk was moest grote schoonmaak over een paar weken... want op 't
proberen met hem in vrede te leven. Overigens had hij ogenblik ligt 't hele huis overhoop. Als alles weer aan
een zeer goede indruk van mijn werkkwaliteiten gekre- kant is spreken we het af, en m'n moeder vond het ook
gen. Dat was alles! De ruzie liep met een sisser af en het beste als het op een zaterdagavond valt. „U doet het
wat me wel even verbaasde was dat Boomsma geen toch ècht wel hè... dat u me niet voor schut zet en het
enkel blijk meer gaf van rancune... hij was mak als een laat afweten...?” vroeg ze met een tikkeltje benauwd-
lammetje geworden. Naarmate ik hem langer kende heid in haar stem. „Heb je zó weinig vertrouwen in me,
ontdekte ik dat je met deze man de grootste ruzie kon Antje? Ik heb beloofd dat ik het zal doen en dat blijft
hebben maar dat hij het vijf minuten later volkomen zo... bovendien wil ik nu veel te graag eens kennis
vergeten scheen te zijn, hij gedroeg zich dan zelfs ui- maken met je ouders en de rest van de familie.” „Nou
terst kameraadschappelijk. Ja, die Boomsma was een ja, ik weet ook wel dat u het zelf wil, maar het zou best
uiterst merkwaardige figuur op deze zaak. Hij zou in eens kunnen dat uw familie er tegenop komt en dat ze
latere jaren nog heel wat stof doen opwaaien in z'n het onmogelijk willen maken!” Ik schrok bijna van die
naaste omgeving... en we werden eenmaal de beste uitlating van het meisje. Godallemachtig... wat moest
vrienden van elkaar tot het bittere einde toe! Maar er die familie van mij een slechte reputatie hebben gekre-
zou nog heel wat water door de Rijn moeten vloeien eer gen bij deze mensen door alle verhalen die ze ongetwij-
het zover was, vooralsnog had de naaste toekomst op- feld van Antje in de loop der tijden over de „oom en
zienbarende gebeurtenissen voor mij in petto. Ik was tante” en misschien ook wel over mijn moeder hadden
mijn loopbaan bij Drukkerij Holland nog maar amper vernomen. De hemel weet dat ze mogelijk wel dachten
begonnen en wat ik hierboven beschreven heb was nog dat ik zelf niet mans genoeg was om m'n eigen beslis-
slechts een reeks van vage indrukken die ik van mijn singen te nemen en dat ik nog steeds onder de invloed
dagelijkse werkkring tot nu toe had ontvangen. van m'n familie stond... alsof die zomaar zonder vorm
Buiten al deze kleine gebeurlijkheden op de van proces mij konden verbieden een filmavond te
zaak om waren er nog andere dingen die een indringen- komen geven bij die „vermaledijde” mensen. Ik stelde
de betekenis kregen voor mij. Antje had zich aan haar haar volkomen gerust... „als ik vóór die tijd geen bom
afspraak gehouden om mij 's morgens onderweg op te op m'n kop krijg of door de moffen wordt opgepakt...
wachten wanneer we naar onze respectievelijke werk- ben ik gegarandeerd op de afgesproken datum bij jou
gevers gingen. Al terstond in de eerste week ná de thuis, Antje! Maar bij mij thuis heeft niemand er een
Pasen begon de eerste ontmoeting... vanuit de verte zag barst mee te maken... ik heb nu leergeld betaald... 't is
ik haar al staan wachten, op de Munt. Ze deed eerst nog alleen jammer dat ik daar te laat achter ben gekomen!”
wat verrast, alsof het toeval was dat ik haar tegen We waren op de Dam gekomen en ik liep nog een kort
kwam. Maar ze viel gauw door de mand en bekende dat eindje met haar mee tot aan de Nieuwezijds. Daar
ze opzettelijk op me gewacht had. Knus naast elkaar scheidden onze wegen en ik moest benen maken om
wandelden we door de Kalverstraat in de richting van nog op tijd op de zaak te zijn. Het was op het nippertje
de Nieuwezijds Voorburgwal. Nou, ze had weer heel toen ik de zetterij binnenkwam, Boomsma keek zuinig
wat te vertellen. Thuis had ze natuurlijk gezegd dat ik maar kon niets zeggen want hij zat zelf ook nog op z'n
beloofd had om met de film te komen. Dat bericht was zeven gemakken een sigaretje te roken. Het voordeel op
blijkbaar als een bom ingeslagen bij de familie K... deze zaak was dat er in die dagen helemaal geen bel
„M'n moeder wist niet wat ze hoorde, toen ik er over ging bij het begin van de werktijd. Er hingen wel op
begon...!” „En hebben ze er wel zin in?” vroeg ik. alle afdelingen van die „klokachtige” gevallen, maar ze
„Nou, wat dacht u... ze willen er een heel feest van waren al sedert jaren in onbruik geraakt. Wat dat betreft
maken en iedereen mag komen...” „Maar kunnen jullie was het daar een vrijgevochten beweging en het bleek

- 23 -
zó ook heel goed te kunnen. Iedereen was er altijd zo merking dat hij ons best eens zou kunnen tegenkomen
goed als mogelijk op tijd aanwezig, ondanks het feit dat en moeilijkheden kon maken. We liepen al heel gauw
veel mensen van buiten de stad kwamen en de treinen na de eerste ontmoeting samen stijf gearmd door de
steeds vaker te kampen hadden met luchtaanvallen op Kalverstraat en ik kreeg steeds meer de indruk dat ze
de baanvakken of langdurig luchtalarm op de stations. dat fijn vond. Maar over Jack wilde ze niet horen en ze
Ik wilde dan ook onder geen beding misbruik van die wuifde de bezwaren daarover nonchalant weg. Hij was
vrijheid maken, maar het was de vraag of me dat wel blijkbaar nog steeds niet bij haar teruggekomen zoals
steeds zou lukken. Want in de weken die hierop volg- hij haar voorspeld had. Al met al bleef de situatie nogal
den ging er bijna geen dag voorbij of Antje was in de onduidelijk voor mij, ik wist ternauwernood waar ik aan
buurt van de Munt op haar post om me op te wachten. toe was met Antje en ik liet me maar weer meedrijven
Soms ontmoette ik haar al wat eerder halverwege de op de stroom van ijdele verwachtingen. Ik zou het alle-
Vijzelstraat en dan vervolgden we gezellig met elkaar maal wel zien in de naaste toekomst. Misschien, wan-
babbelend onze weg. Dan was het haastig afscheid neer die filmavond bij haar thuis plaats vond, dat ik dan
nemen omdat de klok al dichtbij achten wees en ik een beter inzicht kon hebben over wat er precies met
hollen moest om nog op tijd te zijn. Over Jack sprak ze haar en die jongen aan de hand was.
nooit meer, ik maakte soms wel een schertsende op-

Hoofdstuk 5
Alvorens het zover was dat ik met de hele filmsanten- voortaan hun heil landinwaarts zouden moeten zoeken.
kraam bij Annètje op visite zou komen, gebeurden er In de agenda van 1942 vind ik voorts een aan-
nog wel enige spectaculaire dingen waaraan ik niet tekening dat we bij De Standaard op maandag 27 april
spoorslags voorbij mag gaan. weer begonnen met een volle week van 48 uur te gaan
Wat voor onverwachte gebeurtenissen er ook werken, de wachtdag werd voorlopig afgeschaft. Ze
in m'n eigen leven voor mij van belang mochten zijn, de hadden daar op die wetenschappelijke afdeling zóveel
oorlogsmachine stond evenmin stil. Steeds meer be- werk voor de Academie dat de werktijdverkorting vrij-
gonnen de bezetters zich te roeren in onze binnenlandse wel een overbodige zaak was geworden. Het speet me
aangelegenheden. Op maandag 20 april maakten de wel enigszins dat ik die vrije dag moest missen, maar
Duitsers bekend dat vanaf deze datum alle stranden aan de andere kant scheelde het toch ook wel weer een
langs de Nederlandse kust streng verboden toegang stuk in de portemonnee. Er werd zelfs af en toe over-
zouden zijn. Geen mens die er niets te maken had, gewerkt. Vanwege de verduistering begonnen ze dan
behalve de Duitse Weermacht, mocht zich aan het bij voorkeur 's morgens een uur vroeger.
strand bevinden. Ook alle boulevards boven op de Op vrijdag 1 mei gebeurde er iets dat de hoof-
duinenrij werden streng verboden terrein. Voor al die den en harten van bijna alle werkers geducht in beroe-
pensionhouders en verhuurders van huisjes was dat ring bracht. De roemruchte eerste mei, van ouds her de
natuurlijk een enorme klap. Geen vakantiegangers meer dag van de arbeid, werd door de Duitsers op smadelijke
aan zee, geen strandwandelingen... De badplaatsen wijze onttroond door een ingrijpende maatregel. Het
zouden doods en verlaten worden en de zon zou er N.V.V. werd een verboden organisatie verklaard, moest
voortaan doelloos z'n koesterende warmte afstralen op op stel en sprong ontbonden worden. Daarvoor in de
de eenzame kusten en misschien denken dat het kleine plaats werd het „Nationaal Arbeids Front” opgericht
landje aan de Noordzee onbewoond was geworden. o.l.v. kameraad Woudenberg. Alle vakorganisaties
Omdat de moffen niet van halve maatregelen hielden, werden verplicht zich hierbij aan te sluiten. Nou, daar
lieten ze weten dat op iedereen die zich als gewoon brak een storm los van jewelste onder alle werkers in
burger toch aan het strand zou begeven onverbiddelijk den lande. Dat Nationaal Arbeids Front was een zuiver
het vuur werd geopend. En we wisten nu wel voldoende nationaal-socialistische beweging naar Duits voorbeeld.
dat dit geen loze bedreiging was maar dat ze 't zonder Het wilde stomweg niets anders zeggen dat we automa-
vorm van proces doen zouden ook. Als verklaring ga- tisch lid werden van deze fascistenorganisatie. Op alle
ven ze de boodschap dat de stranden voor ons levens- bedrijven ontstond een enorme agitatie die wel even
gevaarlijk waren geworden omdat het wel eens kon herinnerde aan de Februaristaking in 1941. De winkel-
gebeuren dat de vijand vanuit zee operaties op de kust agenten van de drie bonden riepen overal de mensen op
zou kunnen uitvoeren... ze voelden zich verantwoorde- de bedrijven bij elkaar om gezamenlijk te overleggen
lijk voor onze veiligheid! Niemand protesteerde, als bij wat hen te doen stond: lid blijven en daarmee de Nazi's
zoveel van dergelijke maatregelen had je je er simpel- steunen of ogenblikkelijk het vertrouwen in de vakbon-
weg bij neer te leggen, maar op de achtergrond werd er den opzeggen en weigeren nog verder de contributie te
natuurlijk enorm over gekankerd. Maar 't kwam er op betalen. Voor de meesten was de keus niet moeilijk: er
neer dat alle minnaars van een vakantie aan zee werd met algemene stemmen besloten om het laatste te

- 24 -
doen, we zouden weigeren nog langer lid te blijven, het getuige zijn van de meest ten hemel schreiende tonelen
verplichte lidmaatschap ten spijt. Wie precies wil weten zoals zelfs in de verste geschiedenis van het jodendom
hoe deze zaak reilde en zeilde behoeft er maar de ge- nimmer was voorgekomen.
schiedenis op na te slaan om daar alles over te kunnen En op maandag de vierde mei deden de mof-
lezen. Wel moet gezegd worden dat dat N.A.F. een fen ons kond door middel van proclamaties in de dag-
kolossaal fiasco werd en dat de moffen alles op alles bladen en met het overal aanplakken van de gehate
moesten zetten om de arbeiders te bewerken lid te biljetten dat zij maar liefst tweëenzeventig Nederlan-
worden van deze organisatie. We gingen daar in de ders voor de vuurpelotons hadden gebracht en in koelen
komende weken nog heel gekke dingen mee beleven op bloede hadden vermoord! De namen van de 72 mannen
de zaak. Evenals bij de Bussy was er ook hier een man- en vrouwen stonden er in alfabetische volgorde bij
netje die goed „fout” was. Het was een machinezetter vermeld. Hun enige misdaad bestond daarin dat zij in
van de krant, J.C. Bresson, die lid was van de beweging het geheim de zaak van de Vrijheid hadden willen die-
van Mussert en door iedereen met de nek werd aange- nen. Misschien hadden zij illegale pamfletten verspreid
keken. Vooral op deze christelijke zaak was zoiets een of sabotagedaden verricht. Niemand die daar iets over
zeer ernstige aangelegenheid. Het zou dan ook niet lang hoorde, maar de Duitsers vonden dat ze een voorbeeld
duren of het gehele personeel mitsgaders de directie moesten stellen... de executies moesten een waarschu-
van De Standaard moest gedogen dat deze zelfde Bres- wing zijn voor al diegenen die mogelijk nog rondliepen
son door het N.A.F. naar voren werd geschoven als met dergelijke voornemens. Het zou echter een ave-
vertrouwensman op het bedrijf. Echter over dit onder- rechtse uitwerking hebben. Wel ging er een golf van
deel van mijn belevenissen bij Drukkerij Holland zal ik ontzetting door het hele Nederlandse volk maar het zou
nog verderop nader terugkomen. Voor het ogenblik de overlevenden er niet van kunnen weerhouden om
kwam het er op neer dat de vakbonden voor ons hadden rustig voort te gaan met verzetswerk, de moffen zouden
opgehouden te bestaan. Na eind april betaalde nage- er in de naaste toekomst hun handen aan vol krijgen om
noeg niemand meer z'n wekelijkse contributie en waren de geheime organisaties op te rollen, geholpen door het
we in feite ongeorganiseerd geworden. Wat we toen weerzinwekkende verraad dat eveneens welig tierde.
nog niet dadelijk wisten was dat onze belangen op Hoe was de situatie op De Standaard wat be-
enigszins illegale wijze werden behartigd door het treft de politieke betrouwbaarheid van de collega's om
Sociaal Fonds dat toen reeds in het geheim allerlei mij heen? Afgezien van de machinezetter Bresson,
uitstekend werk verrichtte. Dit laatste zou ik persoon- waarvan ieder wist dat hij lid van de N.S.B. was, had ik
lijk binnen zeer afzienbare tijd aan den lijve ondervin- de indruk dat de meesten van ons op de zetterij wel aan
den. de goede kant stonden. Het verwonderde me in het
De slag, toegebracht aan de vakorganisatie in begin sterk dat ik hier zoveel andersdenkenden aantrof
Nederland, was echter nog niets vergeleken bij een onder het personeel. De gereformeerde Standaard had
volgende maatregel van de moffen die ons een dag altoos de pretentie gehad dat je er beslist van christelij-
daarna ter ore kwam. Het was een bepaling die uitslui- ke huize moest zijn om daar je boterham te verdienen,
tend gericht was tegen alle joden in ons land. Er werd daar stonden ze algemeen om bekend. Maar merkwaar-
bekend gemaakt dat van nu af aan alle joden een zoge- dig genoeg ontdekte ik al spoedig dat er heel wat men-
naamde „jodenster” duidelijk zichtbaar op hun kleding sen lid waren van de moderne vakorganisatie en dat er
moesten gaan dragen. Die „jodenster” bestond uit een zelfs een paar communisten onder het personeel huis-
davidster op geel katoen met in het midden het woord den. De Leng, die een geweldige prater was, ontpopte
„Jood” in quasi Hebreeuwse lettertekens. Dit afgrijse- zich al dadelijk als een vurig S.D.A.P.-er. Eindeloos
lijke embleem moest iedere joodse man, vrouw of kind waren de debatten die we met hem hadden over de
op de revers van zijn of haar jas met stevig garen be- politiek en het viel niet moeilijk te raden dat de Leng
vestigen en zo uitgedost zich in het openbaar vertonen, met de Duitse bezetters geen snars op had. Die ge-
voor zover de joden zich dan nog in het openbaar sprekken vonden meestal plaats onder het werk, of je 't
mochten vertonen. Een afschuwelijk staaltje van ras- nu druk had of niet, hij kwam gemoedereerd bij je staan
sendiscriminatie, die gehate ster! Het moesten toch wel en begon een uiteenzetting te geven over het verloop
psychopaten zijn die zoiets uitdachten... hoe kwamen ze van de oorlog en nam daarbij geen blad voor de mond
in godsnaam op het idee. De joden namen het gelaten hoe hij over die moffen dacht. Zoiets had ik bij de Bus-
op zich en binnen enkele dagen was de gele davidster sy nog nimmer meegemaakt, dat een chef de halve
een bekend verschijnsel geworden door heel Amster- middag je van 't werk bleef houden om over de politiek
dam, vooral in Nieuw Zuid. De „jodenster” werd het te kletsen! Boomsma stond dat minder goed aan maar
voorspel voor de duivelse jacht op onze joodse landge- hij had de moed niet om de Leng er over aan te vallen.
noten, weldra barstte een zee van ellende los boven de Toch was het een duistere zaak dat het dag-
hoofden van een volksdeel dat sedert eeuwen hier een blad De Standaard normaal was blijven verschijnen
vrij en onafhankelijk bestaan had gekend in dit kleine onder de Duitse bezetting. Hoe stond het met de redac-
land. Weldra zouden de straten van het oude Mokum tie van dit blad? Ik kreeg de krant hier alle dagen gratis

- 25 -
en nam die mee naar huis. Moeder was er gek op want zou wezen. Maar de zuster vertelde ons dat het wel een
er stond zo'n gezellig stripverhaal in over een middel- paar weken langer zou duren dan de optimistische
eeuwse „bollenbakker”. Het verhaal heette „In de Soete voorspelling van de oude heer. Hij had heel wat bloed
Suyckerbol” en was van de bekende schrijver van der verloren maar er was geen reden tot ernstige ongerust-
Hulst. Maar vader had al spoedig een commentaar op heid en ze zouden hem wel weer zo gauw mogelijk
de politieke houding van de redactie. Hij was van me- helemaal oplappen. Opgelucht verlieten we het Bin-
ning dat De Standaard nogal stevig de Duitsers naar de nengasthuis en spraken onze bewondering uit over de
mond praatte wat vooral duidelijk naar voren kwam uit taaie vasthoudendheid waarmee de oude heer zich aan
de hoofdartikelen van de hand van Cnossen, de zoge- het leven vastklampte. Hem kregen ze er niet onder...
naamde 2-sterren artikelen. Er bestond geen twijfel hij zou dat vermaledijde ziekenhuis wel weer eens
over dat het dagblad De Standaard met de wolven in het gauw de rug toe keren en niemand beter dan hij wist
bos meehuilde. Het leek dus niet onwaarschijnlijk dat hoe ie in de kortst mogelijke tijd er weer bovenop
de Directie en de staf van de redactie wel eens heel moest komen. Wàt een man was vader toch eigenlijk!
goed aan de verkeerde kant konden staan. Hoe het Dat ie met al de ellende van de oorlog ook nog de na-
werkelijk allemaal in elkaar zat zou ik pas later aan de righeid van zijn levenslange kwaal moest meetorsen en
weet komen. dat de hele oorlog door blijmoedig wist vol te houden.
Na de opwinding over de massa-executies Zelf wist hij heel goed dat het ook ditmaal niet de laats-
trad er ogenschijnlijk weer een korte adempauze in en te bloeding was geweest die z'n gezondheid tergend
verstreken de dagen in schijnbare rust. Het was op moest ondermijnen. Naarmate de voedselpositie ver-
woensdag 13 mei dat vader plotseling weer werd ge- slechterde traden de darmbloedingen in versneld tempo
troffen door een hevige maagbloeding. Zo erg had hij op, maar telkens weer hielp z'n onverwoestbaar opti-
het nog niet eerder gehad en nog diezelfde middag werd misme hem op de been te blijven. Hij moest en zou
hij met spoed opgenomen in het Binnengasthuis. Hoe weten hoe de oorlog afliep voor ie 't hoekje om ging!
kwam hij daar nu zo opeens weer aan? Was het de Moeder en ik sjouwden nu weer elke avond
verminderde voedselpositie door de oorlog waar z'n naar het ziekenhuis voor het avondbezoek, maar het
ingewanden onder te lijden hadden of kwam het door de was verheugend dat het langzaamaan vooruit ging met
nerveuze spanningen waar we allemaal alle dagen mee vader. Maar er zouden minstens twee maanden over-
te maken hadden? Ik voor mij was er van overtuigd dat heen gaan aleer het zover was dat hij het ziekenhuis
het laatste als de hoofdoorzaak moest worden be- mocht verlaten.
schouwd van deze telkens terugkerende bezoeking voor Wanneer ik op zaterdagochtend 16 mei op
de brave man. Het mocht een geluk genoemd worden weg ben naar m'n werk, word ik ter hoogte van de Munt
dat het ijzeren gestel waarmee hij gezegend was hem er opgewacht door een schier opgewonden Antje. En ja
telkens weer bovenop wist te helpen. We waren er hoor, het is eindelijk zover... „M'n moeder is klaar met
langzamerhand aan gewoon geraakt dat hij er telkens de schoonmaak en u kunt nu komen met de film...”, valt
weer goed door heen rolde. Maar ditmaal was het be- ze onmiddellijk met de deur in huis. Even lijkt het er op
hoorlijk raak geweest en we schrokken geducht toen er dat ik een domper op de feestvreugde ga zetten wanneer
een boodschap aan de deur kwam dat we allemaal de ik haar meedeel dat mijn vader ernstig ziek is en in het
volgende morgen ten spoedigste naar het ziekenhuis Binnengasthuis ligt. Daar hoort ze erg van op en wat
moesten komen in verband met het geven van bloed. angstig vraagt ze: „O jee, nou gaat het zeker niet door,
Mijn broer en schoonzuster Annie waren eveneens nietwaar?” Maar ik kan haar gerust stellen, er is geen
allerijl ontboden. Op van de zenuwen arriveerden we enkele reden om het niet te laten doorgaan. „Wanneer
met z'n allen om 9 uur des morgens aan het Binnen- moet het gebeuren?” vraag ik belangstellend. „Nou, we
gasthuis. We werden verwezen naar de afdeling Bloed- hebben het vastgesteld op aanstaande zaterdagavond...
transfusie en daar werd van elk van ons wat bloed afge- komt dat dan gelegen? Er komen wel een boel mensen
nomen voor het bepalen van de bloedgroep. Aan mijn hoor...” laat ze er wat aarzelend op volgen. Ik zeg dat er
bloed hadden ze echter niets daar ik tot een geheel geen enkel bezwaar tegen is van mijn kant en dat we
afwijkende bloedgroep bleek te behoren. Er werd ons het dus maar op die datum moeten houden. „Er is alleen
verteld dat het alleen maar ging om een preventieve wel één ding waar ik prijs op stel, Antje... ik zou graag
maatregel voor het geval er niet voldoende bloed be- eerst 's middags even bij jullie langs willen komen. Ik
schikbaar was uit de algemene voorraad. Het had dus kan dan eerst even poolshoogte nemen over de situatie
niets om het lijf en als vergoeding mochten we allemaal bij je thuis in verband met het opstellen van de projec-
even bij vader op bezoek aan z'n bed. En, wat we geen tiemachine en de plaats van het scherm. En dan wil ik
van allen verwacht hadden, kregen we toen te aan- meteen van de gelegenheid gebruik maken om eens
schouwen. Vader zat gemoedelijk rechtop in de kus- rustig met je vader en moeder kennis te maken.” Nou,
sens... was een en al opgewektheid en beweerde dat er over dat voorstel was ze helemaal in de wolken. „O, dat
niets aan de hand was...! Een paar dagen melkdieet en zal m'n moeder vast geweldig vinden!” roept ze opge-
hij dacht dat ie dan wel gauw weer helemaal boven jan togen uit. „Ik neem dan meteen wat losse spullen mee

- 26 -
en de tas met de filmspoelen”, liet ik er op volgen. „Ik wen... of ik zou me al erg moeten vergissen. Dat die
kan niet alles in één keer dragen...” „Maar m'n zwager verloving zomaar ineens uit is van dat meisje en dat jij
wil best komen om u te helpen hoor als het te zwaar is... haar nu telkens weer ontmoet... ik hoor in de laatste tijd
dat doet ie vast wel”, bood ze bereidwillig aan. Nu, dat niet anders, dat geeft mij te denken! Ik zou er vanavond
leek me op dat ogenblik een wat overbodige zaak, ik bij vader in het ziekenhuis maar liever niet over praten
zag er niet tegenop om dat eindje te voet af te leggen want dat windt die zich er misschien nog over op”, zo
met de filmprojector en ik wist dan tenminste zeker dat besloot ze haar oratie. Het leek me maar het verstan-
de boel heelhuids zou overkomen. Maar later bleek dat digst toe om er niet verder op in te gaan. Mijn besluit
ik beter het aanbod had kunnen aannemen want dan stond vast, ik liet me nergens meer van afbrengen. Als
was ik van een hoop gesjouw af geweest. Ik kon wel Antje nog wilde en alles zich zou ontwikkelen als het
merken dat Antje grootse verwachtingen had van deze gaan moest, welnu dan zou ik inderdaad de stap onder-
avond, die natuurlijk háár grote avond zou worden. Ze nemen die ik misschien al veel eerder had moeten doen
zou vol trots schitteren op het witte doek als „filmster- en haar ten huwelijk vragen. Ik wilde het lot niet langer
retje” en voor de rest zou de hele film al datgene voor meer tarten! Wie weet wat er allemaal de komende
haar familieleden wáár maken waarover ze zo dikwijls zaterdag te gebeuren stond. Als ik daar nu eerst maar
in geuren en kleuren thuis verteld had. Ze zouden nu eenmaal geweest was en kennis had gemaakt met die
allemaal de roemruchte oom en tante aanschouwen en familie... dan was de kogel tenminste door de kerk en
vooral niet te vergeten de „boosaardige Ali”... ze zou- bezat ik de zekerheid of ik goed of verkeerd handelde.
den er allemaal in smullen!! En ze kon dan ook niet Het zou echter allemaal heel anders uitpakken, ik zou
nalaten telkens te zeggen: „O, ik vind het toch zó fijn niet lang in onzekerheid blijven omtrent het verloop der
dat u bij ons wilt komen om die film te vertonen... ik gebeurtenissen...!
had nooit gedacht dat u het dóen zou!” Nou, het kwam Want nog diezelfde avond, toen ik omstreeks
mezelf ook enigermate verwonderlijk voor dat het er nu halfacht komende van het Binnengasthuis in de tram zat
eindelijk eens van ging komen dat ik het huis ging op weg naar huis, zag ik plotseling tot mijn ontsteltenis
betreden waar ik stellig al veel en veel eerder mijn Antje lopen in de van Woustraat... naast haar wandelde
schreden over de drempel had moeten zetten. Waarom doodbedaard Jack, alsof er geen vuiltje aan de lucht
had ik dat al niet veel eerder gedaan? Waarom waren er was! Ze waren kennelijk op weg naar haar huis in de
bijna vier jaren overheen moeten gaan aleer ik die stap Jan Steenstraat. Er was geen twijfel aan: Jack had zijn
dorst te ondernemen? Wat had me in godsnaam al die voorspelling waar gemaakt... dat hij na enige tijd toch
tijd daarvan weerhouden? terug zou komen! Welnu, het noodlot wilde dat ik daar
Toen ik die middag thuis kwam kostte het me op de achtergrond getuige van moest zijn. Die jongen
aanvankelijk moeite om met moeder over de aanstaande had geen fataler dag kunnen uitzoeken met dat voorne-
filmavond bij Antje thuis te praten. Maar na enige aar- men. Juist nu ik op het punt gekomen was waarop alles
zeling kwam ik dan toch met de mededeling op de nog een keer ten goede had kunnen nemen en ik het
proppen. Bovendien was ze er niet helemaal onkundig verzuim misschien had kunnen ongedaan maken, dat nu
van, ik had er al eerder op gezinspeeld dat ik door Antje al een paar jaar lang een voortdurende bron van onrust
was gevraagd om bij haar thuis te komen met de film. voor me geweest was, maakte hij op een abrupte wijze
Ze had daar toen al zo'n beetje laatdunkend haar me- voorgoed een eind aan het laatste kleine beetje illusie
ning over gegeven en toen ik haar vertelde dat het fes- dat ik nog over had gehouden. Ik kan me thans geen
tijn nu echt zou doorgaan op de komende zaterdag, kon juiste voorstelling meer voor de geest halen in hoeverre
ik niet anders verwachten dan dat ze er op dezelfde ik geschokt was door deze onverwachte wending. Aan
wijze op zou reageren. En dat deed ze dan ook met de de ene kant onderging ik het als een ernstige teleurstel-
woorden: „Nou, je moet het zelf weten, maar ik begrijp ling, doch anderzijds mengde zich daarbij al spoedig
gewoon niet waar je de moed vandaan haalt om nú nog het gevoel dat ik op het nippertje aan iets rampzaligs
bij die mensen over de vloer te komen... wat moeten ze ontsnapt was. Ik probeerde mezelf nog een ogenblik
wel van je denken na alles wat ertussen jou en dat meis- wijs te maken dat het verschijnen van Jack hier nog
je gebeurd is. Wie weet wat voor een potje ze op het helemaal niets te beteken kon hebben... Goed, hij had
vuur hebben staan voor je! Je weet geen eens wat voor z'n woorden waar gemaakt en hij liep hier nu naast haar
mensen dat eigenlijk zijn... ik zou maar goed oppassen mogelijk met het doel om van haar te vernemen of ze er
voor je je daar mee inlaat...!” Ik kon niet veel anders nog altijd eender over dacht en of ze bij haar voorne-
zeggen dan dat „die mensen” me heel beleefd en joviaal men bleef om een eind te maken aan hun verloving. Ik
hadden uitgenodigd en dat ze zich er ontzettend op kon nu nog onmogelijk weten wat of Antje hem te ver-
verheugden en dat ik dus onmogelijk kon begrijpen wàt tellen zou hebben. In de paar weken dat ik bijna iedere
voor kwaad ze in de zin mochten hebben jegens mij. morgen samen met haar opwandelde naar ons werk,
„Nou,” repliceerde moeder, „het is jouw zaak en ik kan had ze geen enkele maal meer over Jack gesproken. We
je er toch niet van afhouden, maar ik zie het er nog van waren vriendschappelijk met elkaar omgegaan... gezel-
aankomen dat jij toch nog eens met Antje gaat trou- lig babbelend had ze naast me gelopen door de Kalver-

- 27 -
straat, soms had ik mijn arm door de hare gestoken en Tegen twee uur ging ik op weg naar de Twee-
dat had ze zonder tegenstribbelen goedgevonden. Maar de Jan Steenstraat gewapend met de tas waarin zich de
ik had zelf vermeden om verdere toespelingen te maken filmtrommels bevonden en het verdere gerief. De pro-
op de mogelijkheid dat we weer met elkaar voorgoed jectiemachine zou ik dan 's avonds meenemen. Het
door het leven zouden gaan. Zou ik daardoor opnieuw kostte geen moeite om de weg naar haar huis te vinden,
de bus gemist hebben? Ik vreesde nu dat ik die vraag ik kende de straat maar al te goed in de meer dan zeven
met „ja” zou moeten beantwoorden. Een beetje met jaar dat ik met Betty omging. Gelukkig maar dat Antje
schrik dacht ik aan de komende filmavond daar. Zo juist aan de andere kant van de van Woustraat woonde,
meteen was die knaap daar ook bij aanwezig... nou dat dichtbij de Hemonystraat. Niet dat ik nu bevreesd hoef-
kon dan een leuke boel worden! Ik kreeg er bijna spijt de te zijn dat Betty me zien zou want ik had haar uitein-
over dat ik het aangehaald had, maar ik zou me onder delijk toch maar de hele toedracht verteld, ze was dan
geen enkele voorwaarde laten kennen... die avond meteen een beetje voorbereid wanneer deze onderne-
moest en zou doorgaan wat er ook van kwam. ming ingrijpende gevolgen mocht krijgen. Betty had het
In de week die aan de bewuste filmvoorstel- nogal laconiek opgenomen. Haar voornaamste reactie
ling vooraf ging besteedde ik alle aandacht aan het was: „Nou Piet, dan kun je eindelijk eens met eigen
samenstellen van het filmprogramma. Controleerde ogen zien in wat voor milieu je terecht zou zijn geko-
zorgvuldig alle films op eventuele lasbreuken en repa- men... dat had je al eens veel eerder kunnen weten! - Je
reerde die waar het maar even noodzakelijk was. Ik moet me maar gauw komen vertellen hoe dat afgelopen
mocht op deze avond onder geen enkele voorwaarde is, ik ben razend nieuwsgierig wat je te vertellen hebt!”
een échec lijden en ik deed een schietgebedje dat de Ze had er alle begrip voor dat die familie natuurlijk heel
oude Pathé-de-Luxe filmmachine me in godsnaam niet graag die film eens wilde zien en ze vond het maar gek
in de steek zou laten, kortom ik deed alles wat mogelijk dat ze bij mij thuis er nooit over gedacht hadden hen uit
was om een eventuele afgang uit te sluiten. Voor de rest te nodigen voor een avond in de Jekerstraat. „Laat je
moest ik maar vertrouwen op m'n gelukkige gesternte, maar niet inpalmen door die moeder...!” was haar waar-
het kon met al deze voorbereidingen onmogelijk mis schuwing aan het slot. Ik was blij dat ik het Betty toch
gaan. En zo brak de dag aan dat ik eindelijk mijn drem- maar verteld had. Beter zó dan wanneer ze het langs
pelvrees had overwonnen en geconfronteerd werd met een omweg te weten zou zijn gekomen.
de complete familie van Annetje. Het had lang geduurd, En zo sta ik dan tegen halfdrie bij Antje voor
er waren zeeën van emoties over heen gespoeld en ik de deur, nauwelijks heb ik de bel laten overgaan of
zou nimmer verwacht hebben dat het er nog eens van bijna gelijktijdig wordt de deur geopend en zij is het
komen zou. Maar het gebeurde; het zou de meest bui- zelf die me binnenlaat. Ik constateer dat ze er opge-
tensporige avond worden vol emotievolle indrukken die wonden van is, misschien had ze wel gedacht dat ik het
ooit in m'n herinnering is blijven voortleven. toch nog te elfder ure zou laten afweten. Maar haar
vreugde kent blijkbaar geen grenzen als ze ziet dat ik er
nu ècht zelf ben en vol plichtplegingen verwelkomt ze
Zaterdag 23 mei 1942 me ten huize K. Onderwijl kom ik ogen te kort... ik sta
in een lange gang met marmeren tegels, er hangt een
Ik had met Antje afgesproken dat ik vanmiddag om- prachtige koperen lichtkroonlamp in het midden en aan
streeks halfdrie m'n opwachting zou komen maken bij de helderwitte muur zie ik een smaakvolle gong, zo een
haar ouderlijk huis. Nu ik er eenmaal voorstond be- die een drieklank produceert. „Gos, wat bent u prachtig
kroop me toch wel enigermate een gevoel van onzeker- op tijd”, roept ze uit. „Ga maar gauw mee... „m'n moe-
heid. Het was zoiets als examenvrees... ook die familie der zit in de huiskamer en verwacht u... jeetje... dat ie er
moest natuurlijk razend nieuwsgierig zijn naar die nou toch ècht is, ik kan 't haast nog niet geloven!” We
geheimzinnige snurker die reeds zo lang op de achter- lopen de gang door naar het eind waar moeder K. achter
grond van hun fantasie bestond en zich in raadselen had de deur haar „potje op het vuur” heeft staan. Tenminste
gehuld. Ik wist bij lange na nog niet wat ik allemaal dat is in een vleug even de gedachte aan wat moeder
tegen die moeder zou gaan zeggen. Belangrijker was aan mij voorspeld heeft. Vóór we de kamer binnengaan
misschien wat of zij tegen mij te vertellen had, hoe de kan ik dan ook niet nalaten wat bezorgd aan Antje te
houding zou zijn van al de anderen jegens mij. Daar vragen: „Je moeder staat toch hoop ik niet met de pook
maakte ik me toch wel even zorgen over nu het zover in haar hand klaar hè, ik hoop maar niet dat ze erg tegen
gekomen was. Maar komaan, ik had in de laatste tijden me tekeer gaat...!” „Nou reken maar!” schertst Antje
wel voor hetere vuren gestaan, de oorlogstoestand had terug met haar ondeugendste lachje, „er staat je wat te
louterend gewerkt op m'n ondernemingsgeest, ik had wachten hoor! - Ga nou maar gauw naar binnen dan
een sterke neiging tot fatalisme over me laten komen en weet je het in één keer.” Twee tellen later sta ik tegen-
dat gevoel hielp nu des te gemakkelijker over mijn over moeder K., Antje is natuurlijk mee naar binnen
schroom heen. Ik zou wel zien wat er allemaal van gegaan en zegt: „Hier is ie... moeder, dat is 'm nou!” Ik
kwam! sta tegenover een forse gezette vrouw met prachtig

- 28 -
donker haar en een brede glimlach op het gelaat, die me feit dat ik nimmer was komen opdagen om daar over te
met uitgestoken hand tegemoet treedt en met een diepe praten.
warme stem vraagt: „Zó, u bent dus de zoon van de „U moet goed begrijpen dat ik van alles wat
familie Van Rossum... heeft u eindelijk de weg weten te daar in Putten gebeurd is precies op de hoogte ben...”,
vinden naar dit huis? - Nou, daar ben ik erg blij om, dat zo luidde ze haar betoog in. „Antje is een buitengewoon
ik u nu eindelijk eens te zien krijg want dat vond ik eerlijke meid met 't hart op de tong en ze heeft nooit
langzamerhand wel eens tijd worden!” Ze was groot geheimen voor me gehad, ze is met al haar moeilijkhe-
van postuur en ik kreeg het gevoel dat ze vanuit de den altijd het eerst bij d'r moeder gekomen. Ze heeft me
hoogte op me neer zag en ik zelf maar een klein manne- alles verteld wat daar buiten gebeurd is bij die tweede
tje was. Maar ze was stellig niet de haaibaai die ik een keer. Over dat eerste jaar heeft ze nooit zoveel gepraat,
beetje verwacht had, haar stem klonk in tegenstelling maar ik had wel eens een vermoeden dat er toch iets
tot hetgeen je verwacht zou hebben, uitermate vriende- aan de hand was tussen haar en die jonge meneer. Want
lijk. Maar desondanks was ze ook niet op haar mondje ze sprak altijd zo vreselijk aardig over u en dat bracht
gevallen. Kon Antje goed met babbelen terecht, haar me vaak op dat idee. Ik heb haar gewaarschuwd dat ze
moeder won het daarmee nog glansrijk van haar! Ter- dat maar beter niet in haar hoofd kon halen en ik be-
wijl ze me verwelkomde namen haar ogen me door- greep toen wel uit haar reactie dat ik het goed had ge-
dringend op van top tot teen en ze liet er op volgen: „Je zien. Maar het meest verschrikkelijke van alles vind ik
bent toch anders dan ik me voorgesteld had...!” Ik wist die houding van die tante en dat loeder van een meid
onmogelijk of dat een compliment aan mijn adres bete- die er niks mee te maken hadden. Denkt u maar niet dat
kende of dat mijn verschijning een teleurstelling voor ik er niks van af weet hoe die mensen over ons gedacht
haar was. En omdat ik uiteindelijk toch ook iets te ber- hebben... Dat heeft Antje me allemaal verteld en ik
de wilde brengen waagde ik te vragen: „Valt het toch geloof haar onvoorwaardelijk. Volgens uw tante zouden
nog wel mee?” Waarop moeder K. repliceerde: „Het wij zoiets als zigeuners zijn die op de kale vloer huis-
uiterlijk zegt nooit veel... als 't van binnen maar in orde den en er maar op los leefden... dat heeft die Ali daar-
is!” Dat leek een beetje op een steek onder water maar buiten allemaal tegen Antje oververteld doordat ze dat
ik geloof niet dat ze het zo bedoelde. Maar ze was er opgevangen had van uw tante als ze onder mekaar aan
bepaald wel op uit om van de gelegenheid gebruik te het kletsen waren... Wist u dat wel?” Ze vroeg het me
maken mij eens duchtig aan de tand te voelen, dat was met grote nadruk en ik kon er niet onderuit om te be-
zo duidelijk als maar kon. Ik trachtte er nog aan te kennen dat ik die uitspraken eveneens wel eens verno-
ontkomen door een poging te doen het gesprek in de men had maar verzekerde haar dat ik daar zelf ook
richting te manoeuvreren over de filmvoorstelling van gloeiend verontwaardigd over geweest was en dat er
hedenavond en „dat ik alleen maar kwam kijken waar naar aanleiding daarvan ook bij ons nogal onenigheid in
de projector moest staan en het scherm geplaatst kon de familie was ontstaan. „Waarom ben je dan zelf nooit
worden”, maar moeder K. wuifde die opmerking luchtig eens hierheen gekomen om je te overtuigen? Vertel me
weg met de woorden: „ja, over vanavond praten we nou eens eerlijk: heeft die tante zoveel te vertellen in de
straks wel... maar ik zou nu eerst wel eens onder vier familie dat ze jou gebiedt wat je te doen of te laten
ogen met u willen praten over Antje en over die ge- hebt? Dat is iets wat wij hier gewoon niet kunnen be-
schiedenis daar buiten met die familie van u!” grijpen... Kijk nu eens goed om je heen... ziet het er hier
Er was dus geen ontkomen aan... de „matte- uit als een zigeunertroep? Leven wij op de kale vloer?
klopper” kwam er wel degelijk aan te pas! „Antje, ga jij Hoe kan een mens als uw tante in godsnaam zoiets
even naar de anderen toe in de keuken en laat me voor- verzinnen... neen, u kunt zich niet voorstellen hoe ont-
lopig alleen hier met meneer...!” klonk het gedecideerd, zettend beledigd wij waren toen Antje na die laatste
en lijdzaam volgde het meisje het bevel van haar moe- vakantie met dat verhaal huilend en snikkend bij me
der op en verdween achter de deur. Ik was alleen met kwam aanzetten. Ik had er eerst zelf achteraan willen
die reuzin van een vrouw met haar priemende donkere gaan, verhaal halen maar ik begreep wel dat jouw vader
ogen die dwars door me heen leken te boren. Ik moet en moeder daar niet verantwoordelijk voor waren en ik
eerlijk bekennen dat ik me op dat ogenblik weinig op wilde geen ruzie komen maken vóór ik zeker wist waar
m'n gemak voelde toen ik begreep dat Antje's moeder die uitspraak vandaan kwam. Antje is een geweldig
niet eerder zou rusten alvorens ze volledige opheldering lieve meid en het is meer dan erg dat ze door toedoen
had verkregen en de zaak volledig had uitgediept. Maar van je tante en die Alie bij jullie is weggepest... dat
ik besefte bijtijds dat die moeder volkomen gelijk had heeft ze heus niet aan jullie verdiend. En ik vraag me
en dat ze er recht op had om nu eindelijk van mij per- ook wel eens af of u het wel ernstig met haar meende,
soonlijk eens te vernemen hoe de vork nu eigenlijk in of het misschien niet zomaar een spelletje was uit tijd-
de steel zat en in die richting ontspon zich dan ook het verdrijf en dat Antje hier in de stad terug wel weer kon
vraaggesprek. Het werd me alras overduidelijk dat deze ophoepelen... dàt wou ik nou wel eens precies van je
vrouw zich ontzettend gegriefd voelde door de wijze weten!”
waarop Antje bij ons vandaan gegaan was en over het Ze liet me even adempauze waarin ik me ge-

- 29 -
roepen voelde om de zaak van mijn kant uiteen te zet- ons de nek hebben omgedraaid en m'n man failliet ging.
ten. Ik was toch wel een beetje geschrokken van dat Is dat al niet erg genoeg? Daarom moesten m'n kinde-
emotievolle betoog van moeder K. Ik zag wel dat ik me ren uit werken gaan, omdat we van dat beetje steun niet
hier op dit historische ogenblik er onmogelijk met een leven konden zoals we voordien gewend waren. We
jantje-van-leiden kon afmaken. 't Gesprek zou langer hebben het heus ook heel goed gehad hoor, en als Antje
gaan duren dan ik gedacht had. Ook was het net of de gewild had, had ze ook verder kunnen leren op een
ernst van de gebeurtenissen nu pas goed tot me door- H.B.S., maar omdat het zo'n in-goeie meid is wilde ze
drong, nu ik zo intens geconfronteerd werd met de alleen nog maar in een betrekking om ons te helpen en
gevolgen die dit allemaal gehad had bij deze familie. geld te verdienen voor het gezin. Het zal goed zijn
Daar had ik eigenlijk nimmer bij stilgestaan... dat Antje wanneer u dat eens vertelt aan die oom en tante en
ook nog familie had en wat of die daar allemaal wel daarom ben ik zo blij dat ik u nou eindelijk eens spreek
over moesten denken! en m'n hart mag luchten!”
Ik voelde me daar in die achterkamer, alleen Ik had ondertussen zo eens om me heen geke-
met de moeder van het meisje dat eenmaal zo'n ingrij- ken in de kamer waarbij ik tot de conclusie kwam dat er
pende rol in m'n leven had gespeeld, plotseling ontzet- geen twijfel over kon bestaan dat de familie K. betere
tend schuldig, alsof het nù pas werkelijk tot me door- tijden hadden gekend. De ganse inrichting en meubilair
drong wàt ik eigenlijk voor verschrikkelijk onheil had van het huis wezen er op dat die mensen eens, mis-
aangericht! En ik begon te biechten... vertelde alles aan schien nog niet eens zó lang geleden in zeer goede doen
haar. Hoe ik me altijd eenzaam had gevoeld en dat ik waren geweest. De kamer die ik zag was zeer smaakvol
daarbuiten met Antje samen geleidelijk aan verliefd op aangekleed, een modern wandmeubel langs de muur en
haar was geworden en dat ik er van overtuigd was dat comfortabele fauteuils rond de lage tafel in het midden.
ze ook op mij heel erg gesteld was. Ik legde haar uit dat Eerlijk gezegd moest ik vaststellen dat het er bij Antje
ik in die dagen ernstig gebukt ging onder de tweestrijd deftiger uitzag dan bij ons zelf. Alles blonk en glom dat
die ik moest voeren omdat ik een verhouding had met het een lieve lust was. Door de openslaande ramen kon
een vriendin die getrouwd was. Dat die verhouding al ik een blik werpen in de royale tuin waarin allerlei
zo'n poos duurde maar uitzichtloos was en dat ik de bouwsels te zien waren zoals volières en kippenhokken,
moed niet had kunnen opbrengen om daar een eind aan in het midden graasde een jolige geit op het grasveld.
te maken. Kortom, ik beleed m'n schuld met welge- En op dat moment kwam de gedachte in me op: dat
meende oprechtheid en zei tegen moeder K. dat ik er nu moest tante Mien nou 'ns even kunnen zien... kon ze
ontzettend spijt over had. „U moet gerust van mij aan- haar bewering testen aan de werkelijkheid, dat Antje uit
nemen dat ik absoluut geen spelletje met Antje heb een „zigeunerhuishouden” kwam. Nou, die werkelijk-
willen spelen. Als die verhouding met die vriendin geen heid bleek dan wel even heel anders te zijn.
hinderpaal was geweest zou ik haar zeker gevraagd Moeder K., die blijkbaar over veel mensen-
hebben om met me te trouwen”, verzekerde ik. Waarop kennis beschikte en drommels goed merkte hoe ik in
Antje's moeder weer met de vraag kwam: „En wat verwarring was geraakt door haar woorden, liet er
zouden die oom en tante van u daar wel over gezegd daarna gemoedelijk op volgen: „Nou ja, 't is nou alle-
hebben? Uit alles wat Antje daarover verteld heeft heb maal verleden tijd en u moet maar niet zo zwaar tillen
ik heel sterk de indruk dat die mensen uit Utrecht de aan m'n woorden, maar ik heb er lang genoeg op zitten
lakens uitdelen in de familie. Wat ik maar niet begrij- wachten om dat eens kwijt te willen. Ik heb nu wel
pen kan is dat je vader en moeder er niet zoveel be- gezien dat je de slechtste niet bent en dat het aan jou
zwaar tegen hadden maar dat het niet mocht omdat oom alleen niet heeft gelegen. Eén ding moet ik in je prij-
en tante er anders over dachten en Antje niet goed ge- zen... en dat weet ik door alles wat Antje over je verteld
noeg vonden voor jou! Nou, ik kan daar geen woorden heeft, je hebt namelijk daarbuiten héél erg correct ge-
voor vinden... ik vind dat ontzettend laag en gemeen om dragen jegens m'n dochtertje. Toen Antje me een keer
dat meisje zó door de modder te halen zoals die mensen vertelde dat jullie daar samen op die zolder vlak naast
daar hebben gedaan. Antje is een meisje uit duizen- elkaar sliepen... nou toen heb ik wel even met m'n ogen
den... ze is overgevoelig voor die dingen en ik kan u geknipperd! Ik heb me toen afgevraagd hoe je familie
wel verzekeren dat ze daar in het begin en zelfs nu nog nu juist dáárover geen enkel bezwaar hadden en het niet
verschrikkelijk weet van heeft gehad. Is die familie van goed vonden dat je samen met haar uit ging... nee, daar
u in Utrecht van zulk een deftige komaf dat wij niet schrok ik wel even van. Maar Antje heeft me toen zó
goed genoeg voor hen zijn? Ze wisten toch immers uitdrukkelijk verzekerd dat u nooit één enkele poging
niets van ons af... misschien omdat ze gehoord hadden heeft gedaan om 's nachts bij haar te komen op haar
dat m'n man geen werk had, nou dat was dan onze kamer dat ik er nu wel van overtuigd ben dat je uit het
schuld niet. We hebben in Veenendaal een heel goed goede hout gesneden bent en dat je het echt wel goed
eigen bedrijf gehad, een sigarenfabriek met wel dertig met haar meende...!”
man personeel. En dat is allemaal jarenlang uitstekend Ik verzekerde mevrouw K. nogmaals dat ik
gegaan totdat de crisis en de moordende concurrentie van den beginne af aan getroffen was door de hulpvaar-

- 30 -
digheid en plichtsgetrouwheid van haar dochter en dat vader bleek een buitengewoon geschikte baas te zijn die
deze eigenschappen de meeste indruk op me hadden me tegemoet trad met het gebaar van „ouwe jongens”
gemaakt. En ik voegde er nog uitdrukkelijk aan toe dat en „laat die vrouwen maar lullen.” We praatten wat
ik telkenmale voor Antje was opgekomen als ze daar- over de beesten en ik moest de tuin bewonderen, streel-
buiten door toedoen van de familie in de verdrukking de de mekkerende geit over haar kop. Antje volgde ons
dreigde te geraken. Misschien een beetje theatraal liet overal op de voet en werd niet moe in het geven van
ik er op volgen: „Ik geloof dat ik altoos ècht van haar uitleg over wat haar vader allemaal aan dieren en vo-
gehouden heb zonder bijbedoelingen en dat doe ik gels te aanschouwen had. Toen we weer naar binnen
feitelijk nog... wilt u dat wel van me aannemen?” - En gingen was er thee en nu mocht ik dan eindelijk kennis
daarmee kwamen we in het vertrouwelijke gesprek maken met de rest van de familie. Nou, ze waren er
meteen terecht bij het indringende vraagstuk „hoe het bepaald allemaal voor naar hier gekomen... dàt moesten
nu verder moest tussen Antje en mij.” Nu zou het er om ze meemaken. Al die tijd dat ik met Antje's moeder in
spannen... het zou nu verder helemaal afhangen wat gesprek geweest was hadden ze bepaald achter in het
moeder K. als het beste besluit oordeelde. Het lag me al huis bij elkaar gezeten in de keuken. En nu konden ze
op de lippen om te zeggen dat ik nog steeds bereid was hun nieuwsgierigheid ten volle bevredigen. Ik werd
om de fout te herstellen en haar om toestemming te voorgesteld aan de oudere getrouwde zuster van Antje.
vragen teneinde alsnog met Antje te trouwen, toen Verder was er nog een jonger zusje dat opviel door haar
mevrouw K. me vóór was met de volgende woorden: ietwat oosterse gezichtje en een paar jongere broertjes
„U moet goed begrijpen dat Antje er erg veel verdriet die zich bij voorbaat al luidruchtig zaten te verheugen
over gehad heeft... vooral doordat ze bij jullie weg op de komende filmvoorstelling van vanavond. Ze
moest. Ik heb toen op het punt gestaan om naar je ou- waren allemaal bijzonder aardig tegen me en ik be-
ders toe te gaan en dat uit te praten. Misschien had u speurde geen enkel bewijs van een zekere rancune bij
dan toch nog van gedachten veranderd en was het wat hen jegens mij.
geworden tussen jelui. Maar toen Antje me later vertel- Ten slotte kwam het gesprek dan terecht bij de
de dat je er nog een vriendin op nahield en dat die het vraag hoe de filmvoorstelling zou moeten worden geor-
grote struikelblok was dat je er van weerhouden had om ganiseerd. Het was opnieuw moeder K. die de beslis-
Antje te vragen, kon ik haar maar één goede raad ge- sende stem in het kapittel had. „U heeft misschien ge-
ven: meid, laat die jongen lopen want dat kan nooit wat dacht dat we de film hier in huis zouden vertonen, maar
worden tussen jullie... die vrouw zal altijd tussen jou en we hebben de plannen veranderd... als u het tenminste
hem in staan! Ik zou het verschrikkelijk hebben gevon- niet erg vindt”, zo verklaarde ze. Ik keek wel even
den als Antje daardoor doodongelukkig zou zijn gewor- vreemd op en dacht: wat zullen we nou krijgen? „We
den... dàt verdient ze niet, want het is heus een door en vonden het geschikter om het te doen bij m'n oudste
door goeie meid! En daarom is het maar beter zó... ze dochter... dat is hier dicht in de buurt en dat maakt voor
gaat nu met Jack en ik wil dat dat zo blijft. Als dat van u toch niet zoveel uit. Ze hebben daar meer gelegenheid
die vriendin met u er niet bij was gekomen zou ik zelfs en m'n schoonzoon heeft extra zitplaatsen gemaakt met
nu nog gezegd hebben tegen Antje: laat Jack maar banken en zo...” „Maar ik wil toch wel graag even een
lopen en doe wat je hart je ingeeft. Ik ben haar moeder kijkje nemen”, onderbrak ik haar. „Ik moet vooruit
en u moet niet denken dat ik niet gemerkt heb dat ze er namelijk weten waar het projectie-apparaat komt te
nog altijd onder lijdt, ze denkt nog steeds aan jou en aan staan en hoe het scherm geplaatst moet worden. Dat we
die vakantie in Putten... daar praat ze nog telkens over!” daar op het laatste ogenblik geen moeilijkheden mee
Ik kreeg de gelegenheid niet meer om nog iets hebben.” Nou, daar hadden ze al helemaal in voorzien.
naar voren te brengen waarmee ik mijn eigen serieuze „M'n man heeft een groot scherm gemaakt achter in de
voornemens in het geding had willen brengen. Ik voelde kamer en aan de andere kant heeft ie planken over
ook wel dat dit volkomen zinloos geweest zou zijn, stoelen gelegd”, zei Antje's zus. „Laten we nu meteen
moeder K. had beslist... haar woord was hier wet en ze maar even naar mijn huis gaan, dan kunt u zelf zien of
had me met één klap de gelegenheid ontnomen mijn het zó allemaal goed is.”
plan ten uitvoer te brengen. Die vrouw wist alles van En zo stapte de hele familie op, ik nam voor-
me en de hemel mocht weten wat ze misschien nog lopig afscheid van de vader en in optocht ging het nu
meer afwist van Betty. Ik kon maar beter er verder het naar de woning van Antje's zuster. Het bleek heel
zwijgen toe doen. Bovendien kwam op datzelfde mo- dichtbij te zijn, een bovenhuis in de van Woustraat op
ment Antje's vader de kamer binnen vanuit de tuin waar de hoek van de Jan Steenstraat. Het werd een hele op-
hij bezig was met de menagerie. Hij begroette me heel tocht... moeder ging natuurlijk mee en de broertjes en
joviaal en begon meteen over z'n levende have in de Antje trippelde dicht naast me. 't Moest toch haast wel
tuin te praten. Het was duidelijk dat hij zich sedert opvallend zijn voor de anderen dat het meisje de hele
geruime tijd gedistantieerd had van de interne intieme middag nauwelijks van m'n zijde week. 't Leek of ze
roerselen in het gezin en al dat gedoe met die meiden en zich er trots over voelde dat ze me nu eindelijk aan de
hun liefdes maar aan moeder had overgelaten. Antje's familie mocht tonen. Ik bleef het min of meer een ver-

- 31 -
warrende situatie vinden en had nog steeds het onbe- daar stond, eerlijk gezegd, mijn hoofd nu op dit moment
vredigende gevoel dat ik niet aan m'n trekken gekomen niet zo erg naar. Moeder zou het morgen allemaal wel
was... dat ik tegen die moeder niet alles gezegd had wat vernemen.
er te zeggen viel. Van Jack had ik totnogtoe niets te Ik at vlug een paar sneetjes oorlogsbrood met
zien gekregen. 't Zou benieuwen of hij vanavond er ook een kop surrogaat-thee en dofte me daarna piekfijn op
bij zou zijn en wat dat voor problemen kon geven. Ik voor de komende strijd. Even na 7 uur ging ik op pad,
moest me daar maar niet het hoofd over breken. de zware projector meezeulend. In het begin leek het
Op de woning in de van Woustraat gekomen allemaal wel mee te vallen maar na een minuut of tien
maakte ik kennis met de zwager van Antje. Nou, daar had ik al spijt als haren op m'n hoofd dat ik de hulp om
keek ik ook wel even vreemd op, die man was druk aan te dragen afgeslagen had, 't was warm weer en het
de gang geweest en had er een soort van bioscoopzaal zweet gutste me langs m'n voorhoofd. Ik dankte de
van gemaakt. Hij had een groot wit laken op een houten hemel toen ik de van Woustraat bereikt had en op het
raam gespannen en zitplaatsen gefabriekt in de tegen- adres kon aanbellen. Daar was het grootste deel van het
overliggende kamer die amfitheatersgewijs opliepen. publiek al present en zat op z'n plaatsen in afwachting
Geen wonder dat Antje's moeder dit spektakel liever op de dingen die komen zouden. Ik begon onmiddellijk
niet in haar eigen schoongemaakte huis over de vloer de projectiemachine op te stellen en alles in gereedheid
wilde hebben! Ik maakte hem mijn compliment over al te brengen, hartgrondig op de vingers gekeken door de
het werk dat hij er aan verzet had en gaf nog een paar nieuwsgierige jongetjes van huize K., die vanzelfspre-
nuttige aanwijzingen betreffende het donker maken van kend overal het naadje van de kous wilden weten. Ge-
de kamers. De projectiemachine kon naar mijn mening lukkig klopte de afstand tot het projectiescherm vrij
het beste in de tussenkamer worden opgesteld op een goed en ik kreeg een mooi groot beeld dat iedereen op
lage tafel, dan kon het publiek er beter overheen kijken de achterliggende plaatsen uitstekend kon waarnemen.
en ik vroeg hem of het nog mogelijk was het scherm Inmiddels kwamen er nog steeds nieuwe bezoekers
een klein beetje schuin naar voren te laten hellen. Nou, binnen en ik zou bij god niet meer weten wie dat alle-
dat kon allemaal... ik moest maar zeggen hoe ik het maal waren, 't kon onmogelijk allemaal alleen familie
hebben wilde. Antje's zwager bleek ook al een heel van Antje zijn. En dan zag ik plotseling een jongeman
gezellige en geschikte jongen te zijn met twee rechter- die met Antje samen midden in de kamer stond te pra-
handen. Toen ik alles bekeken had en mijn goedkeuring ten, een nogal slanke figuur en ik moet zeggen met een
over een en ander had uitgesproken, vond ik dat het tijd heel knap uiterlijk, wat ze wel eens noemen een „fijn
werd om maar weer eens op te stappen. Het was toch al besneden gelaat.” Even later kwam ze naar me toe en
veel later geworden dan ik verwacht had door het vrij trachtte hem te bewegen om aan me voorgesteld te
langdurig onderhoud dat ik met moeder K. had. Voor ik worden. Maar ik moest tot mijn niet geringe ontsteltenis
echter de trap af wilde gaan kwam Antje me snel ach- waarnemen dat onze vriend Jack daar blijkbaar totaal
terop en greep me bij m'n arm, terwijl ze me snel toe- niets voor voelde en doodbedaard bleef waar hij was,
fluisterde: „Wat heeft m'n moeder allemaal tegen u zich omdraaide en mij totaal negeerde. Ik deed zoveel
gezegd? Jullie hebben verschrikkelijk lang met elkaar mogelijk of ik de situatie niet bemerkte en concentreer-
gepraat... hè toe, zeg het eens?” Ik weerde haar lachend de me op m'n bezigheden aan het filmapparaat. Er
af en gaf haar ten antwoord: „Dat zou jij nou wel eens moest nog alleen maar een schemerlampje met schake-
heel graag willen weten, nietwaar? Maar dat kan ik nu laar opgescharreld worden en dan kon wat mij betreft
op dit ogenblik niet allemaal vertellen... later zal ik het de voorstelling een aanvang nemen. Ook dat wist
je wel eens zeggen...!” Ze deed nog een poging met aan Antje's zwager in korte tijd op te lossen, die man was
te dringen dat ik haar toch deelgenoot zou maken van waarlijk onbetaalbaar en ik geloof dat zonder zijn hulp
dat geheime gesprek, maar ik bleef onvermurwbaar... ik en voorbereidingen die filmavond nooit zo'n succes zou
moest eerst zelf nog eens grondig nadenken over alles hebben gehad. Hij wist letterlijk overal raad op en
wat er deze middag over me gekomen was. organiseerde en regelde alles op een leuke en prettige
Over het verder verloop van die filmavond zal manier zodat mijn zorg zich alleen maar behoefde uit te
ik trachten met weinig woorden een beeld te schetsen. strekken tot de bediening van de projectie-machine.
Ik had met de familie afgesproken om de voorstelling Eindelijk waren we zover, ieder zat op z'n plaats en de
zo vroeg mogelijk te laten beginnen, ook al in verband grote lichten konden gedoofd worden. En op het laatste
met de spertijd, dat iedereen op tijd thuis kon zijn. Er ogenblik, terwijl ik op het punt stond de machine te
bleef dus niet veel tijd meer over om er nog even m'n starten, voelde ik ineens de hand van Antje die me
gemak van te nemen. Moeder was niet thuis, bleef bij zachtjes bij de arm beetpakte. Ze dook snel vlak naast
tante Loes een boterham eten en zou samen met haar mij neer op een kussen en zei: „Ik kom bij je zitten, dan
naar het avondbezoek in het Binnengasthuis gaan. Dat kunnen we samen wat uitleg geven bij de film...!” Het
kwam mooi uit, want nu hoefde ik tenminste eerst nog lag me op de lippen om op te merken: „Vindt Jack dat
niet tekst en uitleg te geven en uitvoerig rapport uit te wel goed”, maar ik slikte het bijtijds in, hij zat op korte
brengen hoe het bij „die mensen” gesteld was, want afstand achter ons zoals ik tersluiks had opgemerkt en

- 32 -
naar mijn indruk nogal geïsoleerd van de anderen, alsof van gekregen en liet me de koele pils best smaken. Ze
hij er niet helemaal bij hoorde. Ik had van tevoren de kwamen nu allemaal los en weldra was ik omringd door
volgorde van het programma aangekondigd en om er de vele belangstellenden, die allemaal zo graag wilden
een beetje in te komen draaide ik eerst een voorfilm, weten „hoe het werkte”. Film aan huis was in die dagen
naar ik me meen te herinneren de nieuwe film over nog iets zeldzaams, eigenlijk alleen maar voorbehouden
Artis en een old-timer met Charlie Chaplin. De helder- aan de semiberoepsmensen en als je het goed voor
heid van het beeld viel me goddank enorm mee ondanks elkaar had met een projectie zonder storingen, kon je
het feit dat door de verre afstand het formaat behoorlijk altijd rekenen op een behoorlijke toeloop. Die mensen
groot uitviel. Alles liep lekker en er was al dadelijk de waren allemaal bijzonder geschikt en ik voelde me al
goede stemming bij m'n publiek. Er werd uitbundig dadelijk helemaal op m'n gemak onder hen. Er was
gelachen bij de capriolen van Charlie en bij de Artis- geen sprake van bepaalde rancuneuze gevoelens van
film weerklonken vele blijken van goedkeuring bij de hun kant „omdat ik Antje toch maar had laten lopen.”
fraaie close-ups van de diverse beestenkoppen. Om het Vermoedelijk waren de meesten nu wel op de hoogte
geduld van de mensen niet langer op de proef te stellen van de ware toedracht en „hoe die familie van die jon-
liet ik de Puttenfilm er onmiddellijk op volgen en ik zei gen er achter heen gezeten had.” Maar op de persoon in
tegen Antje: „Nu is het jouw beurt... doe jij maar het kwestie - en dat was ik zelf dus - konden ze eigenlijk
woord en maak er een sappig verhaal bij...!” Nou, dat geen kwaad woord verzinnen. Maar tussen de bedrijven
was haar best toevertrouwd, maar ze wilde per se dat ik door ontging het me toch ook niet dat vriend Jack er
er toch ook wat bij vertellen moest, dus hielden we enigszins verloren bij zat. Verbeeldde ik me dat nou...
beiden een soort tweespraak bij de film. Zelden heb ik er was haast geen mens die iets tegen hem zei, alleen
bij een vertoning van onze roemruchte „Puttenfilm”, die moeder K. onderhield zich enige tijd met hem. De zus-
de lyrische titel had meegekregen „Bungalow- ters waren op een gegeven ogenblik allen in de keuken
Avonturen” en „Van Zon, Wind en Regen”, meer aan- en Antje scheen daar ook te zijn. En in de ogenblikken
dachtig publiek om me heen gehad dan op deze uitzon- van stilte ving mijn oor heel duidelijk een levendige
derlijke filmavond. Je kon op sommige ogenblikken een discussie op die vanuit de keuken tot me doordrong.
speld horen vallen, zó geboeid waren ze allemaal en Het viel niet moeilijk te raden wáárover het ging... ze
gespannen dat hen ook maar iets van alle details zou hadden het onder elkaar over de vraag wat Antje nou
kunnen ontgaan. En Antje maar aan het expliceren en moest doen, Jack terug nemen of opnieuw beginnen met
opheldering geven wie nu Ali was en dàt waren oom en die Pieter. Ik hoorde op een gegeven moment de zuster
tante en dàt was nou die ouwe Van Surksum. En dáár van Antje duidelijk zeggen: „Ach meid, je moet toch
was ze zelf..., in close-up, wandelend naast de veel zèlf weten wat je eigenlijk wil... ik vind 't een geweldig
besproken tante Mien! Nee maar... há die Antje! Ieder- aardige knul hoor! Ik zou 't wel weten...!” Kon dat op
een leefde nu hartstochtelijk mee en in het schemerig mij slaan? Joost mocht het weten, maar dan stond ik er
licht zag ik hoe haar gezichtje straalde van opgetogen- toch niet zo slecht op en dat gaf me te denken.
heid, dat ze nou allemaal háár in de film konden zien en Ondertussen trachtte ik vergeefs een gesprek
dat het heus allemaal ècht waar was met die verhalen aan te knopen met die verloofde van Antje. Ik dwong
over die onvergetelijke vakantie daar, waarover ze thuis hem er een beetje toe en probeerde hem uit de tent te
natuurlijk uitentreure had verteld. Zonder overdrijving lokken, maar het haalde niets uit. Hij bekeek me met
mocht ik vaststellen dat de film ook hier een groot een blik die weinig hoopvol was voor een verdere dis-
succes had en wat ook nog verder mocht misgaan op cussie en wendde zich al spoedig van me af. Ja, dat was
deze avond: voor Antje was dit eveneens haar grote dag een onplezierige ervaring voor me en het zette wat mij
geweest met het succes waar ze al zo lang van ge- betreft een domper op de gezellige avond. Hij zag in
droomd had. Twee delen was de Puttenfilm en toen hij mij vermoedelijk een gevaarlijke mededinger, maar
er doorheen was klonken alom verzoeken voor een waarom was ie dan gekomen? Z'n gezicht drukte een en
herhaling. „Kan dat, meneer... kunt u hem nog een maal al boosheid uit en ik kreeg op een gegeven ogenblik het
vertonen?” Ik had er geen enkel bezwaar tegen, maar nare gevoel dat er bitter weinig voor nodig was om het
dan moest ik wel eerst de hele rolprent terugspoelen. hier op een ernstig conflict tussen hem en mij te laten
We zouden dan daarna de pauze houden. En zo volgde uitdraaien. En dat zou toch waarlijk niet aan mij gele-
er een reprise van de Puttenfilm, iets dat bijna nimmer gen hebben. Dat wilde ik tot elke prijs voorkomen en
plaats vond op éénzelfde avond. Ik kon tevreden zijn, al daarom moest de voorstelling maar zo gauw mogelijk
was het alleen al om de blijdschap te aanschouwen die weer verder gaan. Bovendien begon de tijd te dringen
ik Antje had bezorgd met te voldoen aan haar wens hier en er stonden nog twee hoofdfilms op het programma.
de film te komen vertonen. Na de pauze draaide ik dan nog „De wedden-
Er was pauze. Het werd een gezellige boel, schap van Galupin” en tot besluit „Ware Liefde”, een
Antje's zuster had in de keuken allerlei lekkere dingen film die enigszins toepasselijk leek te zijn op de situatie
klaargemaakt en we werden royaal getrakteerd op be- waarin ik verkeerde. Nou, vooral die laatste film sloeg
legde broodjes en koele drankjes. Ik had het er warm in als een bom. Het hele gezelschap werd meegesleurd

- 33 -
door de sensationele dramatiek van het filmverhaal. Er toch maar niet wilde blijven, ik hoefde dan niet in de
was de louche belager van de maagdelijke onschuld, de verboden tijd over straat. Ik vond het ontzettend vrien-
verleider die het meisje tracht te ontvoeren in de trein, delijk aangeboden maar ik kon toch niet zomaar van
de wilde achtervolging met een auto, de ravage als de huis wegblijven zonder dat moeder wist waar ik zat, die
achtervolgers door de trein werden gegrepen en waarbij zou zich nogal ongerust maken... en bovendien was ze
de held van het verhaal natuurlijk ongeschonden uit de nu alleen, nu vader in het ziekenhuis lag. Ja, daar had
puinhoop tevoorschijn komt. En als de trein er dan niemand aan gedacht en ze begrepen uiteindelijk dat ik
zonder machinist daverend vandoor gaat in steeds ijler geen gehoor mocht geven aan deze spontane opwelling.
tempo langs ravijnen en door tunnels stijgt de spanning Ik pakte de machine weer in de kist en borg de
ten top. Maar geen nood, de held duikt een vliegtuig op filmtrommels op in de tas. Antje's zwager beloofde me
en verder gaat de achtervolging... de redder van de dat hij morgen de projector bij me thuis zou brengen,
heilige onschuld ziet kans om van uit de vliegmachine de films kon ik zelf makkelijk meteen meenemen. En zo
bovenop de als dol razende trein te springen en dan nam ik afscheid van de hele familie nadat ze me alle-
volgt in de trein zelve het adembenemende gevecht met maal heel hartelijk hun dank hadden betuigd voor het
de schurk die uiteindelijk overmeesterd wordt... Zelden vertonen van de film. Antje's moeder drukte me de hand
had ik een dankbaarder publiek getroffen bij deze sen- en zei nog weer met nadruk hoe blij ze was nu eens
satiefilm, ik had geen betere keuze kunnen doen dan kennis met mij te hebben kunnen maken, maar ze voeg-
juist deze hoofdfilm aan het slot te vertonen. Ik zat me de er wel aan toe: „Ik heb u nu een beetje leren kennen
er juist al in te verheugen dat de film-projectie van deze en u bent me niet tegengevallen... ik had misschien een
oude films zo vlot en zonder storing verliep en dat de verkeerde indruk van je gekregen. Maar tòch geloof ik
Pathé-machine me deze avond geen parten speelde, dat het maar beter is dat Antje niet je vrouw zal wor-
toen op het laatste moment de pech toch plotseling den... Ik heb die familie nu gezien in de film en dat
geniepig toesloeg. Midden onder de laatste spoel ge- gevoegd bij de verhalen over ze... neen, ik ben bang dat
beurde het... een gierend geluid en het beeld op het daar nooit iets goeds uit gegroeid zou zijn... ze zouden
scherm verdween. De drijfriem van de motor had het Antje misschien d'r leven lang met de nek aangekeken
begeven. Maar geen nood, ik had een beetje gerekend hebben en daarom zal het maar het beste zijn dat ze met
op zoiets, de drijfriem was al oud en daarom had ik de Jack trouwt.” Het klonk als een uitspraak van de rechte-
handslinger klaar gelegd. Snel zette ik de slinger op de lijke macht na een rechtszitting. Het hof had vonnis
transport-as en schakelde de motor uit waarna de voor- gewezen... moeder K. had de uitspraak gedaan: geen
stelling gewoon verder ging. Bijna niemand had iets huwelijk met Antje. Ze ontnam me in één slag iedere
van de korte onderbreking bemerkt maar ik was achter- illusie die ik mogelijk nog had gekoesterd toen ik op
af dankbaar dat deze narigheid gelukkig pas op het deze dag voet over de drempel bij Antje thuis ging
einde van de avond plaats had gevonden want het viel zetten. Ik wist zo niet wat ik daar op zeggen moest, al
niet mee om in het goede tempo te blijven draaien en ik bedacht ik naderhand dat ik natuurlijk had moeten
was blij toen de laatste meters er doorheen waren en het antwoorden dat Antje met MIJ zou zijn getrouwd en
woord einde op het doek verscheen! Het enthousiasme niet met m'n familie. Maar op dat kritieke ogenblik
kende geen grenzen en van alle kanten klonk het geroep wilden de woorden niet bij me naar boven komen en ik
dat ze die laatste film best nòg wel eens wilden zien, wist niet anders te zeggen dat ik wenste dat Antje ge-
maar ik liet me hiertoe niet meer verleiden en wees op lukkig zou worden en dat het ook m'n eigen schuld een
de tijd, het liep al tegen halftwaalf en ik zei dat liever beetje was... dat ik me bewust was eenmaal te kort
niet in de spertijd op straat was als het na twaalf uur geschoten te zijn. Waarop moeder K. tot besluit op-
liep. Moeder K. vond dat ik gelijk had en dat het nou merkte: „Precies, dat komt er ook nog bij... u bent te
welletjes was en de jongetjes die een beetje bleven laat bij ons gekomen en de omgang met Jack heeft al te
doorzeuren of ik nog meer films thuis had, werden met lang geduurd met Antje... die mag ze nu niet zomaar
een kluitje in het riet gestuurd: dat ik nog wel eens een opzij zetten.”
keertje terug zou komen met de film. Dat was dus het einde en ik had maar één be-
Ze wilden dat ik nog wat zou blijven napraten hoefte: zo snel mogelijk weg te komen in de frisse
en er werd nog het nodige nagekaart over Putten, want nachtlucht. De woorden van moeder K. hadden me toch
ze hadden nu zelf door middel van die film een en ander wel een beetje pijn gedaan, het leek er veel op dat ze
gezien van de familie en ik meende op te merken dat me alsnog de straf had toegediend die ik totnogtoe
vooral Antje's zuster er behoefte aan had om daar die- steeds ontlopen was. Antje liet me zelf uit en wilde nog
per op in te gaan... die wilde daar vast meer over weten. iets achterna zeggen dat klonk als „nog wel bedankt” en
Doch ik bleef onverbiddelijk en begon aanstalten te ik verwachtte dat ze nog even mee zou gaan op het
maken om naar huis te gaan. Het scheen hen allemaal portaal zodat we misschien nog een kort ogenblikje
nogal te spijten dat ik er nu zo ineens vandoor wilde en onder vier ogen konden praten. Maar Jack kwam nu
Antje's zus deed nog een poging met haar voorstel dat resoluut tussenbeide, greep het meisje bij de arm en
ze nog wel een slaapplaats over hadden en of ik nou trok haar naar binnen toe en zei afgemeten tegen me:

- 34 -
„U komt er wel nietwaar... goeiendag!” natuurlijk al die tijd intens had bezig gehouden: „Maar
Ik liep op straat en liet met welbehagen de hoe zit dat nou met die verloofde van Antje... is die
koele nachtlucht langs m'n gezicht waaien. De emoties verkering nu werkelijk uit? En je gaat me morgen toch
van deze ongewone dag roesden nog in m'n kop na en niet vertellen dat jij nu toch nog met Antje gaat trou-
ik voelde me niet zo erg happy met dat einde van deze wen, nietwaar?” „Stel u gerust, moeder... de verloofde
avond. Antje's moeder moest bepaald voorzien hebben van Antje was er ook... er blijkt niets aan de hand te
dat ik met bepaalde verwachtingen bij haar gekomen zijn met die twee en uw zoon is heelhuids teruggekeerd
was... dat ik voornemens geweest was om toch nog te uit het hol van de leeuw, Antje zal nimmer uw schoon-
elfder ure Antje ten huwelijk te vragen. En nu had zij dochter worden!” Ziezo, dat had ik er uit gegooid en
eens de vrijheid genomen om daar resoluut een stokje moeder deed er hoofdschuddend verder het zwijgen toe.
voor te steken... Grote genade, die vrouw had in wezen We draaiden de lichten uit en ik begaf me naar de zol-
ergens stilletjes wraak op me genomen, wraak op ons der om te trachten te slapen. Maar het kostte moeite om
allemaal, op mij en op die verwaande oom en tante die de slaap te vatten... er was zoveel gebeurd deze dag.
zich verbeeld hadden dat haar dochter niet goed voor Flarden van gesprekken roesden door m'n hoofd, de
hen was! Op dat ogenblik had ik het verhelderende woorden van moeder K. kwamen telkens weer stukje
gevoel dat ik m'n verdiende loon had ontvangen... na bij beetje in m'n herinnering terug en het gewicht van
jaren! die woorden woog zwaar op m'n ziel. En ook moest ik
Toen ik thuis kwam was moeder nog op en ze telkens weer denken aan het onzalige einde bij m'n
verwelkomde me met de woorden: „Nou, je hebt het vertrek daar, het bijkans arrogante gebaar van Jack
uitgehouden... ik begon me al ongerust te maken, want waarmee hij Antje voor zich opeiste en mij de laan uit
't is al over twaalven, En, vertel eens, was het gezellig stuurde. Wat zou Antje daar zelf wel van zeggen? Joost
bij die mensen?” Veel zin om uitvoerig verslag uit te mocht weten wat er nog allemaal besproken was nadat
brengen over mijn wederwaardigheden in de huize K. ik was heengegaan... wat ze allemaal over mij te zeggen
had ik op dat ogenblik nu bepaald niet. Maar alvorens hadden...! Nu ik er nog eens over nadacht was het me
te gaan slapen moest ik toch wel even kwijt aan haar de hele avond eigenlijk al opgevallen dat de familie van
dat ik me uitstekend geamuseerd had, dat de filmvoor- Antje in twee kampen verdeeld leek te zijn, tenminste
stelling een groot succes geweest was en dat ik door de die indruk kreeg ik op een bepaald moment. Antje's
familie van Antje allervriendelijkst ontvangen was. zusters waren buitengewoon aardig tegen me geweest
„Het zijn heus heel keurige mensen en ik heb m'n ogen en het schoot me weer te binnen wat ik vanuit de keu-
uitgekeken naar hun smaakvol ingerichte woning... ik ken had opgevangen uit de mond van Antje's getrouwde
moet u eerlijk bekennen dat ik een beetje van m'n stuk zuster. Er was duidelijk een partij die vóór mij was en
gebracht was toen ik daar binnen kwam, ze wonen in me best geschikt vond... misschien zelfs op hun manier
een prachtig huis en het ziet er van binnen uit als van een beetje medelijden met me hadden, zoiets van: och
mensen uit de gegoede stand... tante Mien moest er die arme jongen kon er ook niets aan doen... zit onder
maar eens een kijkje komen nemen, dan zou ze tot de de plak van z'n familie! Hadden we hem maar eerder
conclusie komen dat ze haar mening grondig moest hier gehad, dat zouden we hem dat best eens aan z'n
herzien. Ik weet nu tenminste waartoe vóóroordelen verstand hebben kunnen brengen! Maar de moeder had
kunnen leiden!” - „Heb je nog met die moeder gespro- het allemaal beslist en haar Salomon's oordeel uitge-
ken en heeft ze 't nog met je gehad over Antje en zo?” sproken: die jongen is niets voor Antje... ze zal d'r hele
Het was een vraag die moeder vanzelfsprekend op de leven onder die familie van hem te lijden krijgen... We
lippen brandde, ze moest bij intuïtie geweten hebben zullen ze laten voelen dat Antje heus niet op hem alleen
dat Antje's moeder de loop der gebeurtenissen niet zó zit te wachten.
maar over haar kant zou laten gaan en dat er alle kans Vermoeid door al het gesjouw viel ik eindelijk
bestond dat ze me alsnog ter verantwoording zou roe- in slaap en bij het wakker worden de volgende morgen
pen. Had ik aanvankelijk het voornemen om over dat zag alles er weer heel anders uit, had ik het gevoel dat
onderhoud met die moeder thuis maar liever niet te ik ergens veilig en wel uit het hol van de leeuw was
praten, ik kon op dit ogenblik niet nalaten te antwoor- ontsnapt. Ik kon met een gerust hart naar Betty terugke-
den: „Zeker, ik heb wel meer dan een halfuur onder vier ren vanmiddag en ik zou haar een boel te vertellen
ogen over alles wat er gebeurd is met mevrouw K. hebben. Wat Antje betreft, welnu, daar moest ik nu
gesproken... en ze was niet op haar mondje gevallen maar eens en voor al een dikke streep onder zetten... dat
ook. Ze heeft heel wat uit de doeken gedaan... ik ben er was voorgoed voorbij!
een stuk wijzer door geworden!” „O ja... wat had ze dan De zwager van Antje kwam inderdaad vroeg
in godsnaam wel allemaal te vertellen?” vroeg moeder in de middag van die zondag de filmprojector terug-
verbaasd. „Nou, daar praten we morgen wel verder brengen zoals hij beloofd had. Ik liet hem binnenkomen
over... ik ben nu doodmoe en verlang naar bed”, zo en hij bleef nog even nabetrachting houden. Uit alles
maakte ik een eind aan het vraaggesprek. Maar moeder bleek wel dat de filmvoorstelling bijzonder goed geval-
kon niet nalaten toch nog de vraag te stellen die haar len was. „We vonden het allemaal geweldig... en dat

- 35 -
moeten we beslist nog een keer doen... als u er tenmin-
ste toe bereid bent”, zo merkte hij nog op. Ik zegde het
zo half en half toe met een vaag gebaar van instemming.
Maar voor mezelf had ik al lang uitgemaakt dat daar
nooit meer iets van komen zou... ik zou geen tweede
bezoek meer aan de huize K. brengen.

Hoofdstuk 6
Misschien heb ik in het vorige hoofdstuk wat al te lang Antje nog eenmaal in de omgeving van het Sarphati-
stilgestaan bij de filmavond ten huize van Antje en de park, dat was op dinsdagmiddag 9 juni, dus kort na die
gebeurtenissen die zich daaromheen afspeelden. Ik heb eerste ontmoeting. Ditmaal was ze alleen en het bleek
dat echter niet zonder reden gedaan. De rol die het dat ze op weg was naar het Concertgebouw om plaatsen
meisje speelt in deze historie waarover ik tot nu toe te halen voor de een of andere uitvoering. Ze vroeg of
telkens gesproken heb loopt als een rode draad door ik een eindje met haar wilde opwandelen in die richting.
mijn verhaal heen. Wat er ook voor andere ingrijpende We hadden toen nog een heel interessant gesprek waar-
gebeurtenissen de kern van de geschiedenis overscha- in ik de gelegenheid kreeg om haar nieuwsgierigheid te
duwden, telkens dook haar verschijning weer in mijn bevredigen over de vraag wàt haar moeder nu wel
leven op alsof het noodlot dat zo beschikt had. We allemaal met mij besproken had op die zaterdagmiddag.
moesten elkaar tekens weer op de een of andere manier Ik wond er maar geen doekjes om en vertelde haar hoe
tegenkomen. ik toch wel een beetje in de benauwdheid had gezeten.
Maar ná die bewuste filmavond en alles wat „Je moeder stond wel degelijk met de matteklopper
daaraan vooraf was gegaan brak die rode draad abrupt achter de deur, al was dat dan ook een denkbeeldige
af en blijkbaar voorgoed. Wel kwam ik haar in de we- matteklopper...”, zo begon ik. „Je moeder is geen mak-
ken die er op volgden nog een paar maal tegen maar het kelijke en ik heb haar alles moeten vertellen wat daar
was me nu wel heel duidelijk geworden dat ik er nim- nou precies in Putten is gebeurd... Ik heb haar alles
mer meer op behoefde te rekenen dat ik ooit nog een eerlijk opgebiecht, ook over het feit dat ik een vriendin
kans zou krijgen om de verhouding tussen ons te kun- heb. Ze had die dingen trouwens al allemaal van jou
nen herstellen. gehoord en ik kon haar alleen maar bevestigen wat ze al
De eerste maal dat ik haar na die bewuste wist... wat dat betreft ben jij een open boek voor je
avond weer tegen 't lijf liep was in de van Woustraat op moeder. Maar ze is gelukkig niet kwaad op me geweest
een zaterdagavond in juni. Ze was in gezelschap van en ik geloof dat ze veel begrip voor ons probleem heeft,
Jack. Ik zag ze in de verte aankomen, gearmd, en deed ik heb tenminste heel prettig met haar gepraat. En,
nog een poging om hen te ontwijken, maar zij had me Antje... vertel me nou nog eens wat je familie en al die
reeds gezien en er was geen ontkomen aan. Ze maakte andere mensen, die ik nauwelijks heb gesproken, wel
zich los van de arm van haar verloofde en snelde me over me gezegd hebben... ben ik ze nogal meegeval-
bijkans tegemoet. Nou, ze moest toch nog even gauw len?” - „Reken maar, hoor! U bent geweldig in de
getuigen van haar enthousiasme over die filmavond... smaak gevallen bij m'n vader en moeder”, barstte ze
en ze wilde me toch vooral nog even zeggen dat ik bij opgetogen los. „M'n moeder zei ook dat ze je een eer-
de hele familie heel erg in de smaak was gevallen! Nou, lijke vent vond omdat je haar alles vertelde en je jezelf
dat deed me dan genoegen en ik voelde me als een de schuld wilde geven... Maar m'n moeder heeft geen
kleine jongen die een lolly krijgt omdat ie niet mee goed woord over voor die oom en tante van u... ze vond
mocht naar 't circus! Jack bleef op een afstand staan en dat u verschrikkelijk onder de plak zit van al die men-
deed geen enkele moeite om de kennismaking te ver- sen, ook van thuis. Daarom is ze er van overtuigd dat
nieuwen. Hij keek 't vanuit de verte aan met een wat het nooit iets had kunnen worden tussen ons en dat het
zure blik en er lag een trek op z'n gezicht die zoveel zó maar het beste was.” „Dus je blijft met Jack gaan?”
kon betekenen dat hij niet dulden zou dat deze situatie vroeg ik belangstellend. „Ja, omdat m'n moeder er op
lang duren mocht... hij wenkte haar met een kort kern- staat”, zei ze, me een ontwijkende blik toewerpend. „Ze
achtig gebaar dat zoveel zeggen wilde dat ze een eind heeft die familie nu op de film gezien en ze zegt dat ze
moest maken aan het onderonsje. Zo bleef er niet veel daaraan voldoende houvast heeft en dat je oom en tante
gelegenheid over om dieper op een en ander in te gaan trotse mensen zijn die mij nimmer zullen aanvaarden en
en ik maakte maar snel een eind aan het gesprek onder dat ik daar erg onder te lijden zal hebben... nou daar
het voorwendsel dat ik haast had. Daarna ontmoette ik heb ik dan ook wel een voorproefje van gehad daarbui-

- 36 -
ten... dat weet m'n moeder maar al te goed... ik zou 't blijven... en dat ie me nooit zou loslaten. En ja... wat die
ook afschuwelijk vinden als ik bij die mensen op visite avond betreft, hij heeft zich niet erg netjes gedragen
had moeten gaan, ik zou altijd 't daghitje blijven, dat tegenover u, dat geeft ik toe, ik vond dat zelf ook heel
stomme kind waar hun neef aan is blijven hangen en ik erg... hij is ook erg jaloers en kan absoluut niet verdra-
zou 't niet kunnen verdragen om zó behandeld te wor- gen dat ik met een andere jongen praat of lach. Ik had
den. Dan maar liever met een jongen uit m'n eigen wel een vermoeden dat u opnieuw met mij wilde gaan...
kring... dat zegt m'n moeder er van.” Het was een ver- maar mijn moeder had vooruit al gezegd dat ik me niets
klaring uit de mond van Antje die aan duidelijkheid meer in m'n hoofd moest halen met jou, ze heeft Jack
niets te wensen over liet. Daar moest wat aan afgepraat zelf uitgenodigd voor die avond... hij wilde eerst hele-
zijn op die avond nadat ik vertrokken was! Antje ver- maal niet komen omdat hij je niet ontmoeten wilde,
volgde: „M'n oudste zuster is hartstikke op uw hand... maar m'n moeder stond er op...” Nu begreep ik pas de
vond je een schat van een jongen en wou maar steeds hele toedracht! Moeder K. had in een helderziend
dat ik Jack de bons gaf. Ze heeft een hekel aan hem... ogenblik duidelijk doorgrond dat ik het niet alleen bij
omdat ie altijd zo weinig te vertellen heeft als we onder die filmavond zou laten, maar dat ik serieus van plan
elkaar zijn en zich met niemand bemoeit.” „Dus jullie was Antje ten huwelijk te vragen... Daarom moest en
hebben wel met elkaar gepraat over mij, toen ik weg zou Jack ten tonele worden gevoerd opdat ik eens en
was?” ondervroeg ik haar. „Nou, reken maar”, zei ze, voor al zou ervaren dat er in de situatie niets veranderd
„je oren moeten haast wel getuit hebben, 't was een was en dat Antje nog steeds met hem verloofd was. Ik
complete familievergadering!” Ik kon me bijna een was er mooi ingetuind en ik dankte de hemel dat haar
volmaakt beeld voor ogen halen hoe dat daar toegegaan moeder me de kans had ontnomen om mijn plan ten
was, precies zoals ik al eerder verondersteld had. De uitvoer te brengen... ze had me in wezen voor een af-
familie was inderdaad in twee kampen verdeeld, een schuwelijke flater behoed!
aantal dat vóór mij was en daartegenover de moeder die De affaire met Antje was hiermee wel defini-
als het familie-orakel haar einduitspraak had gedaan tief op een keerpunt gekomen. Ik voelde op dat moment
waar niet meer aan te tornen viel. „Weet je hoe ik het bitterheid noch teleurstelling bij mezelf, eerder een
nu zie vanuit mijn standpunt, Antje?” merkte ik op. gevoel van bevrijding dat het noodlot me niet had ge-
„Jouw moeder is in wezen net zo erg als mijn oom en dwongen een fatale stap te ondernemen die ik mogelijk
tante... ze deelt de lakens bij jullie uit en jij hebt als later toch betreurd zou hebben. Ik vond het ogenblik
volwassen meisje ook niet veel tegen te spartelen. Ei- gekomen om hier voorgoed afscheid te nemen van
genlijk zit jij net zo erg onder de plak en ik moet eerlijk Antje. Ik deed of ik de onzekerheid niet bemerkte die
toegeven dat ik me zelf ook niet tegen je moeder opge- bij het meisje op haar gezicht te lezen viel na hetgeen ik
wassen voelde... want praten kan ze!” „Nou hè, vindt u haar zojuist gezegd had. „Luister eens goed, Antje”, zei
ook niet... ze kan er nog veel beter mee terecht dan ik!” ik ten slotte nog, „je hebt nu blijkbaar voorgoed je keus
viel ze me in de rede. „En ze heeft me niet veel kans gemaakt al of niet onder de invloed van je moeder... en
gegeven om alles te zeggen wat ik eigenlijk te zeggen ik zelf geloof dat het hierbij maar moet blijven... Ik vind
had”, liet ik er op volgen. Ze keek vragend naar mij op dat we nu maar meteen voorgoed afscheid van elkander
en zei: „En wat had u m'n moeder dan nog allemaal moeten nemen.” Ik stak haar m'n hand toe en vroeg
meer willen zeggen?” - „Nu Antje, dan zal ik je maar haar nog m'n groeten aan haar ouders en zusters te
iets bekennen - al had ik wel gedacht dat je dat al lang willen overbrengen. Ik ontnam haar praktisch de gele-
begrepen had - over het voornemen dat ik had toen ik genheid om nog iets terug te zeggen dat van haar kant
die middag bij je thuis op bezoek kwam. Ik was name- enige opheldering had kunnen verschaffen omtrent haar
lijk niet alleen gekomen om die film te vertonen, maar eigen gevoelssituatie in deze aangelegenheid. Ze moest
ik liep ook met de gedachte rond alles goed te maken nu helemaal zelf maar weten wat ze wilde... met die
tussen ons... omdat ik in de stellige overtuiging ver- moeder was het kwaad kersen eten, dat had ik nu zelf
keerde dat je verloving met Jack uit was. Ik had je in aan den lijve ondervonden! Ze stamelde nog een paar
tegenwoordigheid van je ouders ten huwelijk willen woorden tot afscheid en haar gezichtje drukte wel dui-
vragen... maar je moeder sneed me op een drastische delijk de sporen van emotie uit nu ze besefte dat ik na
manier de pas af en toen ik 's avonds tot de ontdekking dit alles definitief uit haar leven zou verdwijnen. Ze
kwam dat je Jack weer in genade had teruggenomen keek nog een keer om en vervolgde dan aarzelend haar
was ik maar blij dat ik dat niet gedaan heb. Overigens weg in de richting van de van Baerlestraat. Het was
heb ik moeten vaststellen dat je verloofde zich nu niet voorbij en op dat moment wist ik met grote zekerheid
bepaald erg vriendelijk tegen me gedragen heeft... hij dat ik haar nooit meer terug zou zien...
weigerde ieder gesprek met mij en ik moet je eerlijk Bij Betty had ik op de zondagmiddag na de
zeggen dat ik me dat nogal aangetrokken heb...” Ik zag filmavond bij Antje uitvoerig verslag gedaan over mijn
dat ze verschoot bij die woorden van mij en ze trachtte bevindingen. Ze was natuurlijk erg benieuwd naar alles
zich te verdedigen met de woorden: „Nou ja, ik had u wat ik daar ondervonden had. Het bleek dat Betty meer
toch gezegd dat Jack maar voor een poosje zou weg- had begrepen van mijn beweegredenen om daarheen te

- 37 -
gaan dan ik wel gedacht had. Maar ik vermeed om over eerlijk dat jij je daar helemaal niet thuis zou voelen in
het gesprek met Antje's moeder te praten. Wel ging ik dat milieu... dat zijn van die echte „sjappies-mensen”
uitgebreid in op het onderwerp hoe die mensen tegen die nooit een cent over hebben. Die moeder moet het
me geweest waren en hoe het er bij Antje thuis uitzag. alleen hebben van wat haar kinderen inbrengen, ze
„Het was de eerste maal dat je daar kwam, nietwaar laten ze niets leren, ze moeten meteen naar een baas en
Piet?” vroeg ze. „Dan zal die moeder van dat meisje allerlei minderwaardig werk doen als het maar een paar
toch zeker wel met je gesproken hebben over alles wat ongelukkige centen opbrengt. Nou en geloof me maar,
er gebeurd is... dat lijkt me toch logisch, als ik in haar als jij in die familie terecht was gekomen, hadden ze je
plaats was geweest zou ik dat niet zomaar over m'n kant uitgeschud tot op het been... en denk maar niet dat ik
hebben laten gaan!” Een tikkeltje geamuseerd vroeg overdrijf want ik ben heel goed op de hoogte en weet
Betty: „Heeft ze geen poging gedaan om je met vlag en alles van ze af.” Ik stond een ogenblik versteld over wat
wimpel binnen te halen in de familie en je alsnog aan Betty daar allemaal vertelde, maar ze sprak zó over-
Antje te koppelen?” Met een gerust geweten kon ik tuigd dat ik moest toegeven dat haar woorden wel eens
Betty verklaren dat daar geen enkele reden voor was de ware aard konden onthullen. „Nee Piet, als ik ook
omdat Antje's verloofde er weer teruggekeerd bleek te maar één ogenblik geweten had dat die Antje een ge-
zijn in de familiekring. Ik was daar alleen maar geko- schikt meisje voor je was geweest en dat je in een dege-
men om die film voor hen te vertonen en verder had lijke familie terecht zou zijn gekomen, dan had ik er
niemand me ook maar iets verweten uit het verleden. zelf op gestaan dat je haar gevraagd had, want heus
„Nu Piet, ik zal je maar eerlijk bekennen dat ik werke- Piet... je moet een ander meisje zoeken... je moet je
lijk een ogenblik gedacht heb dat je te elfder ure toch eens los gaan maken van mij. Het kan toch nooit wat
nog naar die mensen bent toe gegaan om Antje zelf. worden tussen ons. Ik houd jou maar op sleeptouw en
Toen je me een paar weken geleden vertelde dat dat wat moet je nou in godsnaam met een zoveel oudere
meisje plotseling weer bij jullie op visite kwam en bij vrouw als ik die met zo'n rabauw van een vent ge-
jullie terug wilde komen dacht ik: die verkering is vast trouwd is en waar ik nooit van zal afkomen. Heb je er
uit en nu doet ze een poging om weer met je in contact wel eens over nagedacht met wat voor problemen je te
te komen. En toen jij daarna zei dat je er heen ging om maken krijgt als je mij ooit eens bij je familie zou moe-
die filmavond te geven had ik er zo'n idee van dat je ten komen voorstellen? Geloof je niet dat je tante er
niet alleen om die film daar naar toe ging... nou, kijk me alles voor over heeft om te weten te komen wat er vroe-
eens recht aan en beken het maar eerlijk. O Piet, ik ken ger met mij aan de hand is geweest?” - „In elk geval
je langzamerhand zó goed... ik weet precies hoe je bent, zou jij je zelf beter verdedigen dan Antje ooit heeft
het zit je nog altijd dwars en je verbeeldt je nog steeds gedaan”, wierp ik tegen. „Jij zou beter van je weten af
dat je dat meisje groot onrecht hebt aangedaan en dat je te spreken en meer indruk op ze maken dan Antje bij
dat eigenlijk verplicht bent om goed te maken, al weet machte was te doen... die was alleen maar doodsbe-
je diep in je hart dat die Antje helemaal geen vrouw nauwd voor ze...” „Nu Piet, dàt zou ik ook zijn in dat
voor jou is... Zal ik je maar eens wat zeggen? Je moet geval, ik zou er ook vreselijk tegen op zien om bij je
blij zijn dat het zo gelopen is. Je zegt nu wel dat het familie op visite te komen met de wetenschap dat ik
allemaal zulke aardige mensen waren en dat het er zo daar iemand ontmoeten kon die op de hoogte was van
keurig bij hen uitzag, maar, en daar zul je van op horen, mijn vroegere leven... denk je eens in, zulke dingen
ik ken die mensen namelijk ook heel goed. Ik heb het je gebeuren toch wel eens? Nee jongen, ik weet niet wat
maar nooit willen zeggen, maar toen ik bij je thuis die of jij je eigenlijk voorstelt hoe het verder met ons moet
film heb gezien, wist ik meteen wie die Antje was. Ze gaan in de toekomst... je kunt toch niet jaar in jaar uit je
heeft een paar jaar hiernaast gewerkt in die melkzaak aan mij blijven vastklampen? Straks komt er een mo-
van van Bosse en ze is verscheidene malen hier aan de ment dat je hier niet eens meer komen kunt... wanneer
deur geweest... ik heb wel met haar gesproken, meer Bram het in z'n hoofd haalt om hier voorgoed z'n intrek
dan eens. Ze was altijd met jongens bezig, dan weer te nemen, als ie weer eens een aanval van z'n astmati-
met die en dan weer met een andere. En die moeder ken sche bronchitis heeft. Moeten we dan jarenlang blijven
ik ook heel goed, komt hier geregeld voorbij en altijd in wachten tot ie aan z'n kwaal sterft? Wil jij dat zó lang
gezelschap van haar dochters, ze is zo'n echte haaibaai volhouden en je jonge jaren aan zo'n griet als ik ver-
en dan loopt ze midden op straat hard te schreeuwen doen? Heus Piet, er lopen zat aardige meisjes rond die
tegen die meisjes... die hebben niks in te brengen. Haar dolgraag met jou zouden willen gaan, maar daar zul je
vader is een klein mannetje, een beetje gemoedelijk eens moeite voor moeten doen en dan moet je je van
typetje die braaf doet wat moeder zegt. Klopt dat?” Ze mij gerust niets meer aantrekken... ik wil alleen maar
beschreef z'n uiterlijk nauwkeurig en ook dat van moe- dat jij gelukkig zult zijn met een jongere vrouw.” „Maar
der K. „Ze wonen hier in de Jan Steenstraat in een je houdt toch nog wel van me, Betty... en ik van jou, dat
benedenhuis aan de andere kant van de van Woustraat, kun je toch niet zomaar wegcijferen?” bracht ik er tegen
nietwaar? Ik kom er bijna altijd langs als ik naar die in. „Ach, onzin Piet”, riep ze uit, „dat gaat toch immers
bakkerij van Homoeth ga. Nu jongen, geloof me nou allemaal wel over op den duur... dat weet je zelf ook

- 38 -
heel goed, anders was je niet zo gauw verliefd gewor- losse schroeven te staan. Betty had me dat op die zon-
den op die Antje. Als je met haar getrouwd was had je dagmiddag duidelijk voor ogen gehouden en voorspel-
mij ook wel spoedig vergeten, ik verwijt je dat niet, lingen gedaan over de naaste toekomst die geen bijster
maar... mannen zijn nu eenmaal zo en jij bent heus geen opwekkend beeld opriepen. Ik had het voorgevoel dat
uitzondering. En dan is er nog iets waar je eens over ze ieder ogenblik uit m'n leven zou kunnen verdwijnen
moet nadenken. Het is nog steeds oorlog en niemand doordat ze ook nu weer met nadruk tot me zei: „Piet, je
weet waar we nog voor komen te staan... er zullen moet er op rekenen dat ik wel eens voor korte of lange-
misschien nog verschrikkelijke dingen gaan gebeuren re tijd naar Frankfurt terug zou kunnen gaan. Ik ben
in dit land en het is niet uitgesloten dat we mekaar door Duitse en mijn ouders zijn daar nog, ze kunnen in groot
de oorlogsomstandigheden voorgoed uit het oog zullen gevaar komen te verkeren als die bombardementen
verliezen. We kunnen niet eens meer praten over de erger worden op Duitsland. Dan moet en zal ik bij hen
toekomst want geen mens weet of we er over een jaar zijn om ze bij te staan. Dan laat ik hier alles in de steek
nog zijn...!” want mijn ouders gaan me vóór alles... ook al ga ik er
We waren nu op een heel ander chapiter te- zelf aan kapot!”
rechtgekomen. Betty had me weer opnieuw met de neus Het was geen opwekkend vooruitzicht in de
op de feiten gedrukt waar het de verhouding betrof toekomst waarmee ik die zondag afscheid nam van
tussen ons beiden. Ik had eigenlijk al die jaren als een Betty. Ik had niet alleen Antje voorgoed verloren, maar
zieltje zonder zorg geleefd. Ik had het gezocht in een nu dreigde ook mijn laatste houvast in het leven me te
ietwat extreme verhouding met een wat oudere ge- gaan verlaten. Doch in een vlaag van optimisme hield
trouwde vrouw die niet helemaal van onbesproken ik mezelf voor dat het allemaal wel zou loslopen...
levenswandel kon worden genoemd. Maar het gelukki- misschien kwam er nog juist op tijd een eind aan deze
ge feit dat ze een hart van goud had en in mij iets had verdomde rotoorlog en zou alles bij het oude blijven.
gevonden van een kind dat vertroeteld moest worden, Maar de woorden van Betty dat ik er beter aan zou doen
had me er voor behoed, dat ik buiten de gevaren was om zelf los van haar te maken en een meisje te zoeken
gebleven van een verderfelijke afgrond. Ik had bij wijze dat vrij was, bleven lang in me nawerken. Had ze mis-
van spreken voor hetzelfde geld in handen kunnen zijn schien gelijk? Zou het niet verstandiger zijn om een
gevallen van een louche del die me meegesleurd had in dikke streep onder alles te zetten en opnieuw te begin-
een poel van verderf. Ik had geboft met deze moederlij- nen met een schone lei? Uiteindelijk was ik ook met
ke vriendin en ik had indruk op haar gemaakt door mijn succes bij een nieuwe baas begonnen en dat heuglijke
aanhankelijke trouw jegens haar toen ze in grote moei- feit had mijn levensblik aanzienlijk verruimd. Waarom
lijkheden verkeerde. Dat was jarenlang zo goed ge- zou het met mijn privéleven dan ook niet gelukken?
gaan... een makkelijk leventje had ik geleid. Thuis m'n Moeilijk kon ik op dat ogenblik nog gissen wat voor
natje en droogje bij moeder en buiten de deur op verre ingrijpende gebeurtenissen er in het naaste verschiet
afstand de vriendin die altijd beschikbaar was en nooit voor me in petto lagen...
eisen stelde, zich steeds van haar beste zijde liet zien en
die ik met haar problemen achter liet wanneer ik tevre-
den bij haar vandaan ging. Aan dit hele genoeglijke
leventje dreigde de oorlog nu een einde te maken, al de
zekerheden van voorheen begonnen steeds meer op

- 39 -
Hoofdstuk 7
Op zaterdag 30 mei hadden we een bijzondere film- in 1940. Maar in die dagen speelde een ander gevoel
avond thuis voor m'n nichtje en neef Annie en Aart van vergelding de hoofdrol... ze kregen hun verdiende
Grotendorst. Bovendien bracht mijn nicht een collega- loon, die moffen, nu konden ze het zelf eens aan den
vriendin van kantoor mee. Neef Aart was nogal geïnte- lijve ondervinden. En daarom verheugden we ons toen
resseerd geraakt in de filmerij doordat hij al enige jaren in die berichten! Je genoot letterlijk bij het horen van
in het bezit was van een prachtige zeilboot en nu met dat ronkende gedreun hoog in de lucht, iedere aanval op
plannen rondliep om iets van deze liefhebberij op film Duitsland betekende een stap dichter bij onze bevrij-
vast te leggen. Hij was bevreesd dat de moffen op een ding!
kwaad ogenblik beslag zouden gaan leggen op z'n schip Het bleef niet bij die ene nachtelijke aanval
en vóór het daartoe kwam wilde hij de herinnering aan want in de nacht van zondag op maandag mochten we
dat kostelijke bezit voor de toekomst vereeuwigen. Aan opnieuw genieten van het vervolg van de Engelse actie.
mij had hij voorgesteld om eens een paar maal mee te Ditmaal gold het de industriestad Essen als een begin
gaan met de filmcamera en dan een korte film op te van een reeks onafgebroken luchtaanvallen teneinde de
nemen waarin de boot een rol speelde. gehele Duitse oorlogsindustrie volkomen te vernietigen.
De opdracht lokte me wel aan en het leek me Die nacht werden er bij de aanval op Essen 1036
een prachtig onderwerp voor een film. Ze kwamen deze bommenwerpers ingezet. De Tommies hadden hun
avond eigenlijk eens kijken wat voor resultaten er met actie goed voorbereid, de luchtvloot werd op effectieve
zo'n smalfilm te bereiken vielen. De avond slaagde wijze ondersteund door talrijke gevechtsjagers en de
uitstekend en natuurlijk kwam ook nu weer de Putten- moffen hadden niet veel in te brengen. Ze hadden zelf al
film op het scherm. Het was precies een week nadat ik eerder duizenden vliegtuigen verloren bij hun nachtelij-
met de hele apparatuur bij Antje thuis was geweest, ke aanvallen op Londen en blijkbaar konden ze tegen
daar moest ik op deze avond wel even aan denken. deze kolossale verliezen niet voldoende produktie leve-
Het succes van deze filmavond had tot gevolg ren om de gaten te stoppen. We hadden 't al verschil-
dat we een afspraak maakten om in begin augustus een lende keren vernomen van onze Engelse vrienden aan
weekend met z'n allen het water op te gaan en dat ik de andere kant van de Noordzee: de hulp van de Vere-
uitgebreide opnamen zou maken van de diverse ver- nigde Staten begon zich duidelijk kenbaar te maken, het
richtingen die aan een zeiltocht zijn verbonden. Annie's evenwicht begon zich te herstellen en de Engelse
vriendin, juffrouw Bus, zou dan ook van de partij zijn. luchtmacht begon geleidelijk aan oppermachtig te wor-
Gelukkig had ik ook dit jaar nog beslag kunnen leggen den. Het moest nu wel de goede kant opgaan... het kon
op een aardig voorraadje Gevaert-9½ mm film of- niet lang meer duren. De oude mevrouw Mooy die in
schoon Bernard me er wel de verzekering bij gegeven het benedenhuis woonde onder ons en die van joodse
had dat het de laatste keer was geweest... er zou een afkomst was, al konden de moffen haar voorlopig nog
verbod komen op fotografisch materiaal voor particu- niet veel maken omdat ze een gemengd huwelijk had,
lieren! Ik kocht z'n hele voorraad op! sprak me eens aan en zei toen met wrange humor:
De nacht volgende op deze gezellige avond „Meneer heb-u vannacht ze gehoord? Met duizenden
werden we, nadat het geruime tijd angstvallig rustig zijn ze overgevlogen.. Dat is voor mijn muziek in de
was geweest in de lucht, in het holst van de nacht opge- oren, wil u dat wel geloven... muziek is 't” En ze wees
schrikt door hevige schietpartijen en luchtgevechten daarbij met opgeheven vinger omhoog naar het onein-
boven de stad. Nadat de duisternis was ingevallen en dige als klonk het geluid van de Engelse bommenwer-
onze visite naar huis gekeerd was, raakte het zwerk pers haar nòg in de oren!
vervuld van het monotone gebrom van honderden Dat de Royal Air Force sterk in betekenis was
bommenwerpers die op zeer grote hoogte in golven van toegenomen en in steeds grotere getale over de bezette
west naar oost vlogen. Later in de nacht toen ze van hun gebieden in oostelijke richting ging opereren, had ech-
aanvallen terugkeerden begon het schieten en we door- ter voor ons ook een gevaarlijke kant. De kans dat de
stonden weer enige benauwde uurtjes. De Engelse radio Tommies nu bepaalde vijandelijke doelen in bezet
maakte melding van zware luchtaanvallen die die nacht Nederland gingen bestoken nam eveneens toe. Zo zaten
hadden plaats gevonden op de stad Keulen met 1200 wij voortdurend in angst dat de Engelsen een bombar-
zware bommenwerpers. Van Keulen zou nagenoeg dement zouden gaan uitvoeren op het R.A.I.-gebouw
niets meer over zijn dan een brandende puinhoop, al- aan de Ferdinand Bolstraat. Maanden geleden, aan het
leen de wereldberoemde Domkerk was gespaard geble- begin van dit jaar, hadden de Duitsers het tentoonstel-
ven. Misschien hebben we bij het horen van dat bericht lingsgebouw, bij de Amsterdammers bekend als „de
even gedacht aan de talloze inwoners van die stad die R.A.I.”, opgevorderd met al het daaromheen liggend
nu dezelfde ellende doormaakten als de Rotterdammers terrein. Niemand had enig vermoeden wat de moffen

- 40 -
daarmee van plan waren, doch toen er in allerijl langs was... de moffen maakten vliegtuigen van karton! Nou,
de gehele Jozef Israëlskade (die in de oorlogsjaren zó erg was het nou ook weer niet want dat zogenaamde
omgedoopt was tot Tooropkade) enorme schuilkelders karton was waarschijnlijk een voorloper van het latere
van beton werden gebouwd, die meer op bunkers leken, houtboard, een ijzersterk materiaal dat makkelijk ge-
en het hele terrein tot verboden gebied verklaard werd, produceerd kon worden uit afvalstoffen. De Duitsers
deden al spoedig de dolste geruchten de ronde. Er zou waren altijd meesters geweest in het uitvinden van
een munitiefabriek in komen en weer anderen beweer- surrogaat-materialen en ze hadden voor de vliegtuigin-
den dat het kazernes werden voor de opleiding van dustrie al hun talenten gebundeld om een goedkope
militairen. Hoe geheimzinnig de moffen er ook mee vervanging te vinden in plaats van het schaarse alumi-
waren, het zou niet lang duren of we kwamen er achter nium. Maar brandden deden ze wel... die „papieren”
waartoe het voormalige tentoonstellingsgebouw ging jagertjes!
dienen. De omwonenden aan de van der Helststraat,
Amstelkade, Ferdinand Bolstraat etc. zagen tot hun niet
geringe ontsteltenis dat op zekere dag grote vrachtwa- Dinsdag 2 juni 1942 - Amsterdam
gens kwamen aanrijden die hun lading verborgen onder
dekzeilen. Wat er onder die zeilen verstopt lag bleef Er is plotseling weer een enorme schaarste aan groen-
echter niet verborgen. Doordat die grote trailers onmo- ten. De groentezaken kunnen de eerste paar dagen geen
gelijk de R.A.I. binnen konden komen, moest in de kruimel groente leveren en de meeste winkels zien zich
meeste gevallen de lading buiten worden gelost en wat gedwongen hun deuren te sluiten... er is totaal niets
bleek? Er kwamen onderdelen van vliegtuigen voor de meer! Alle aangevoerde groenten op de veilingen is
dag. Rompen en vleugels, onderstellen et cetera, et door de Duitsers hedenmorgen volledig in beslag ge-
cetera, alles beschilderd met hakenkruizen. De meeste nomen en men weet al gauw te vertellen dat treinladin-
van die brokstukken bleken zwaar beschadigd te zijn en gen vol verse Hollandse spinazie, worteltjes en kortom
doorzeefd van kogelgaten. En nu duurde het niet lang alles wat de kwekers in deze tijd op de markt weten te
meer of de hele buurt wist wat daar in het oude gebouw brengen, in de richting van Duitsland zijn afgevoerd.
aan de hand was. Er was een vliegtuigfabriek in geko- Ook de kleine kwekertjes aan de rand van de stad heb-
men van Fokker en ze deden daar niet anders dat kapot ben al spoedig geen kropje sla of bosje wortelen meer
geschoten jagers en bommenwerpers weer oplappen over. Gelukkig heeft moeder nog een behoorlijke voor-
opdat ze weer de lucht in konden. Nou, als onze bond- raad blikgroenten in huis en we kunnen ons daarmee
genoten dáár de lucht van kregen kon het wel eens heel nog wel een paar dagen redden. De kranten maken ons
goed gebeuren dat ze dat hele zaakje op een goeie of van alles wijs en suggereren dat er hongersnood komt
liever kwaaie dag vanuit de lucht plat kwamen gooien. als we niet wat zuiniger aan doen! En dan te bedenken
Was het verwonderlijk dat de mensen die daar omheen dat Nederland nog kort geleden het land van melk en
woonden zich doodsbenauwd gingen voelen en in het honing was!
begin geen rustig uur meer hadden? Maar daar hadden Er is vanmorgen ook een brief gekomen van
de moffen maling aan! Met opzet hadden zij die fabriek ds. van Heest waarin hij ons de verheugende medede-
daar ondergebracht in deze dichtbevolkte wijk. Ze ling doet dat wij het huisje „Intermezzo” in Putten
speculeerden erop dat de Engelsen mededogen zouden gedurende de eerste helft van de maand juli kunnen
hebben met de bevolking en daarom niet tot een bom- huren. Hij had z'n eigen vakantie maar een paar weken
bardement wilden overgaan en ze misbruikten op deze uitgesteld teneinde ons de gelegenheid te geven er een
manier de hele buurt als camouflage voor hun oorlog- paar weken in te trekken. Of we hem maar per omme-
voering. gaande wilden berichten dat we van die gelegenheid
Nu zaten wij gelukkig nog wel een behoorlijk gebruik wensten te maken.
eind van die fabriek vandaan maar allicht zouden er bij Dat was een uitermate vriendelijk gebaar van
een eventueel bombardement wel een paar bommetjes de dominee en we zouden er onder normale omstandig-
verdwalen in het nachtelijk duister. Het gevolg was dat heden dolgraag gebruik van gemaakt hebben. Het zag
wij deze buurt angstvallig begonnen te mijden, ook er helaas op dat ogenblik niet naar uit dat we van deze
overdag. We liepen maar liever een flink eind om over zomer met vakantie konden gaan. Vader lag nog steeds
de van Woustraat wanneer we de richting van de stad in in het Binnengasthuis en al ging zijn toestand aardig
moesten! vooruit, er was voorlopig nog geen sprake van dat hij
Overigens had de opmerkzame burger in de uit bed mocht komen, laat staan dat hij met vakantie
omgeving van de R.A.I. al heel gauw ontdekt dat het zou kunnen gaan. Moeder was van mening dat ik maar
met die vliegtuigen van de moffen niet veel soeps meer zo gauw mogelijk ds. van Heest moest laten weten dat
was. Ze gebruikten voor de vleugels een soort geperst we er tot onze spijt geen gebruik van konden maken
hout dat verdomd veel weg had van bordpapier en door ziekte van vader. Ik vond dat we de brief van de
daardoor ging al spoedig het gerucht rond dat het met dominee toch maar eerst aan vader moesten laten lezen
de Duitse oorlogsindustrie maar bar slecht gesteld om zijn oordeel te vernemen. Toen de oude heer het

- 41 -
epistel onder ogen kreeg tijdens het middagbezoek, was ten wil ik nu niet te uitvoerig meer ingaan. De gebeur-
zijn mening echter heel anders dan we verwacht had- tenissen die daarna plaats hadden en een climax vonden
den. „Jongens”, zo luidde zijn uitspraak optimistisch, tegen dat het jaar ten einde liep, waren dermate belang-
„dat moeten jullie nog niet afschrijven. Ik vind dat jullie rijk dat ik het wenselijk vind over de dagen die we met
beslist moeten gaan en je vooral niet aan mij moeten ons kleine gezelschap daar doorbrachten met slechts
storen als ik eventueel nog in dit ziekenhuis zou moeten enkele korte beschouwingen te volstaan. Alleen over de
blijven. Jullie hebben die vakantie nu eenmaal hard reis er heen wil ik graag wat nader vertellen.
nodig, meer nog dan ik en wie weet... ben ik tegen die Reizen was in die bezettingstijd verre van
tijd wel weer helemaal zover dat ik zelf mee kan naar pleizierig. De treinen reden met sterk beperkte dienst-
Putten...” De optimist! Nu, moeder wilde daar eerst regelingen. Auto's en taxivervoer waren radicaal van de
helemaal niks van weten... wij in ons eentje op vakantie weg verdwenen en wat de busdiensten betreft, de auto-
en vader alleen achterlaten in dat warme ziekenhuis? bussen van het plaatselijk vervoer reden niet meer op
Nee, daar moest ze eerst nog eens over nadenken. „Wat benzine maar sleepten zogenaamde „houtgas-
geeft dat nu allemaal!” zo weersprak de oude heer de generators” achter zich aan. Dat waren een soort van
bezwaren van moeder, „over mij behoef je geen zorg te kachels waarin houtblokjes tot smeulen werden ge-
hebben, ik lig hier best in m'n eentje en ik zal heus bracht; het daarbij vrijkomende houtgas werd door de
genoeg bezoek krijgen van de tantes... bovendien zijn motor aangezogen en na gezuiverd te zijn als energie
die twee weken gauw genoeg om... dus ik zou maar gebruikt. De zeer weinige personenauto's die nog bij de
dadelijk aan ds. van Heest terug schrijven dat jullie zijn weg reden hadden meestal een gasballon boven op het
voorstel aannemen.” En zich in het bijzonder tot mij dak waarin lichtgas zat waarop de motor draaide, die
wendend voegde hij er nog aan toe: „Schrijf ook meteen daarvoor eerst aangepast moest worden.
naar oom Wim en tante Mien en vraag of zij zin hebben Daar we vernomen hadden dat er vanaf het
om mee te gaan en laat het dan dáár van afhangen of we station Putten helemaal geen vervoer meer bestond naar
het aannemen.” het dorp of je moest er niet tegen op zien om een uur te
Moeder, die natuurlijk zelf dolgraag met va- lopen met de koffers, besloten we gebruik te maken van
kantie ging, zwichtte uiteindelijk voor de beweegrede- de Harderwijker raderboot die nog steeds vanuit Am-
nen van vader en zo werd besloten om dan toch maar sterdam over het IJsselmeer naar Harderwijk vaarde.
weer naar Putten te gaan, tenminste... als de ten Bouw- Dat leek ons tevens een lang niet onaardig tochtje zo op
huyzen ook meegingen. Thuis gekomen zette ik me het water en we konden dan in Harderwijk een bus
onmiddellijk aan het schrijven van een brief naar nemen die ons praktisch voor de deur bracht aan de
Utrecht. Vroeg daarin of ze zo spoedig mogelijk wilden halte van Eeghenlaan. Dat we van alle reismogelijkhe-
terugschrijven opdat ik ds. van Heest uitsluitsel kon den juist de meest riskante en gevaarlijkste namen,
geven. kwam in 't geheel niet in ons op. We dachten alleen
Binnen twee dagen kwam het antwoord uit maar aan het leuke vaartochtje met die ouderwetse
Utrecht. Een opgetogen brief van tante Mien die er raderboot want daar had mijn broer Aart ook zo van
geen twijfel over liet bestaan dat ze mee zouden gaan! genoten een jaar of wat geleden toen ze bij ons in Put-
Ons voorstel kwam als uit de hemel gevallen... ze had- ten een week gelogeerd hadden. Maar ja... dat was toen
den er juist over zitten piekeren wat ze van dit jaar nog in vredestijd geweest en niemand van ons had enig
zouden gaan doen omdat ze dachten dat er met ons wel vermoeden hoe het nu zou zijn.
niets van komen kon door vaders ziekte. Nou, als het Moeder en ik kwamen omstreeks halfnegen
dan tòch allemaal zo geregeld kon worden en vader Piet aan de steiger vanwaar de boot moest vertrekken, bela-
het niet erg vond om achter te blijven... dan natuurlijk den met twee koffers en even later arriveerde Aart.
heel graag! Er werd van alles afgesproken en geregeld, Inderdaad lag daar de Harderwijker raderboot, maar het
ds. van Heest geschreven dat we gebruik wilden maken zag er naar onze indruk helemaal niet naar uit dat het
van zijn aanbod en met de ten Bouwhuyzen bespraken schip om negen uur zou afvaren. Hij lag daar voor-
we hoe we het beste in Putten konden komen. De ver- alsnog als een dood ding en uit de schoorsteenpijp
trekdatum viel op woensdag 1 juli en mijn broer Aart kwam geen enkel pufje rook tevoorschijn. Toen we aan
zou met ons meegaan en een dagje blijven. De ten boord gingen was er ook in 't geheel niets te bespeuren
Bouwhuyzen zouden op hun eigen gelegenheid vanuit van de gezellige voorbereidingen die meestal bij zo'n
Utrecht reizen en maken dat ze op ongeveer dezelfde vaart gebruikelijk zijn. Geen machinist, geen stoker,
tijd in Putten waren. Op De Standaard had ik zonder geen penetrante geur van kolendamp en stoom en ook
veel moeite een week extra vakantie kunnen organise- geen lekkere warmtevlagen die daarbij uit de machine-
ren voor eigen rekening. 't Kon nu weer lijden met mijn kamer opstijgen. Veel passagiers waren er ook niet, er
inkomsten, we werkten alle dagen volop en ik verdien- verschenen er maar weinigen en we konden het ons in
de thans meer dan ik ooit bij de Bussy had ontvangen! de ruimte geriefelijk maken doordat we het rijk prak-
Zo was dus alles op voorspoedige wijze geregeld. tisch alleen hadden in de kajuit. „Het zal mij benieuwen
Over die vakantie van veertien dagen in Put- hoe die schuit gaat wegvaren zo aanstonds”, merkte

- 42 -
mijn broer op. „Er is geen mens in de machinekamer en uit puften de twee speelgoed stoombootjes, maar het
je hoort niets van stoom sissen... de hele boel staat nog geluid dat ze maakten was nauwelijks te horen, we
koud!” Ja, dat leek ons allemaal een raadsel en we leken in het niets voort te drijven op eigen geheimzin-
begonnen ons al af te vragen of we wel op het goede nige krachten! Ook op het IJ, waar vroeger zo'n gezelli-
schip terechtgekomen waren. Maar eindelijk, tegen 9 ge drukte van binnenvaartschepen heerste, was het nu
uur kwamen er een man of wat personeel aan boord en een naargeestige doodse stilte. De scheepvaart lag
we werden er van verwittigd dat de Harderwijker boot vleugellam en ook aan de scheepswerven en de dokken
zo aanstonds zou vertrekken. Tegelijk werd er omge- stonden de hijskranen langzaam te verroesten. Bij de
roepen dat de passagiers alle fotocamera's en eventuele Oranjesluizen wachtte ons de eerste verrassing. Een
filmapparaten die ze bij zich hadden terstond bij de stem uit de luidspreker deelde ons mede dat alle passa-
kapitein moesten inleveren tegen afgifte van een reçu. giers zich van de railing moesten verwijderen en zich in
Dat was me ook wat moois! Toevallig had ik de film- de kajuiten moesten begeven... pas na het passeren van
camera niet los over de schouder meegenomen maar de sluizen mochten we weer voor de dag komen! Aha,
deze in mij koffer gepakt, dat leek me praktischer om- er was dus iets dat we niet mochten zien en ik vroeg me
dat ik niet veel last wilde hebben van die zware bunge- af wat dat in godsnaam dan wel wezen mocht. Gedwee
lende cameratas op m'n rug. Ik had ditmaal maar weer deed iedereen wat er bevolen werd, het waren maar
eens de wat meer handelbare Eumig meegenomen en enkelen want er bevonden zich opvallend weinig pas-
hem in het foedraal van de Cine-Nizzo gestopt zodat sagiers aan boord. Maar dan waren we toch eindelijk in
alle beschikbare accessoires er bij in konden. Ik had me volle zee en begonnen de beide stoombootjes al hun
voorgenomen om, eenmaal aan boord, de camera uit de krachten in te spannen teneinde de ontkrachtte rader-
koffer te halen en dan nog wat interessante opnamen te boot over het voort te zeulen in de richting van Har-
maken gedurende de overtocht aan boord van het schip. derwijk. De stilte aan boord van het schip leek nu nog
Er was maar weinig filmmateriaal voorhanden en ik onwezenlijker dan toen wij door het IJ voeren. Je hoor-
moest van het weinige dat ik had weten te bemachtigen de alleen maar het zachtjes kabbelen van het water
nog een belangrijk deel reserveren voor de zeilfilm die tegen de romp en je zou je kunnen voorstellen dat het
ik met mijn neef Aart Grotendorst in augustus zou gaan schip rustig stil lag en helemaal niet in beweging was.
maken. Voor de rest was het de bedoeling om in Putten Toch drongen er vage geruchten zo af en toe van de
eventueel nog een paar aanvullende shots op te nemen landzijde tot ons door, meegevoerd met de wind. Het
van natuurtaferelen. slaan van een torenklok uit een of ander plaatsje langs
Dat inleveren van de foto-apparatuur bleek de kust was duidelijk te horen en wat ons op een gege-
verband te houden met een verordening van de Duit- ven ogenblik wel enigszins verontrustte was het geronk
sers. De boot passeerde namelijk onderweg enige mili- van vliegtuigen hoog in de lucht. Had die raderboot op
taire verdedigingswerken of wat dat dan ook mocht eigen kracht gevaren, dan zouden we van de geluiden
wezen, in ieder geval was fotograferen en filmen aan rondom niets vernomen hebben door het gestamp der
boord ten strengste verboden. Daar ik niet in het minste machines. Aart was de eerste die voor de dag kwam
van plan was om mijn kostbare filmcamera bij de kapi- met de veronderstelling dat het best wel eens kon ge-
tein in te leveren zat er niets anders op dat ik hem rustig beuren dat we vanuit de lucht beschoten konden wor-
in de koffer liet zitten. Het was nu maar te hopen dat de den of dat ze toevallig een bom op deze boot konden
een of andere gek aan boord het niet in z'n hoofd zou laten vallen. Daar hadden we nog helemaal geen ogen-
halen om onderweg koffercontrole te houden. Je kon in blik over gepiekerd totnogtoe. Maar wanneer je het je
deze tijd nu alles verwachten en zoiets was al vaker goed realiseerde moest je wel toegeven dat we op dit
vertoond. oude schip alles behalve veilig zaten midden op die
Eindelijk, tegen 9 uur, kwam er wat actie. grote plas water. Als die twee oubollige stoombootjes
Vanaf het IJ naderden twee piepkleine sleepbootjes, zo die ons trokken uitvielen was de raderboot weerloos
van dat soort waar ze in Amsterdam de vuilnisschepen overgeleverd aan de elementen. Niemand wist waar we
mee naar de vuilverbranding slepen. Er werden een dan terechtkonden komen en wat dat schieten betreft...
paar sleeptrossen overgezet en vastgemaakt en de ra- daar moest je maar niet aan denken. Was het een won-
derboot werd langzaam aan met vaarbomen van de der dat we na een paar uur reikhalzend begonnen uit te
steiger afgeduwd. De tocht kon beginnen. Nu, het werd kijken of we de overkant van het IJsselmeer al in zicht
het vreemdsoortigste vaartochtje dat ik ooit over de begonnen te krijgen.
Zuiderzee gemaakt heb. Het leek haast wel of we op Het liep tegen 12 uur toen we eindelijk in de
een spookschip waren, geen gestamp van machines, verte de vage silhouetten van de kustlijn begonnen te
geen wentelende raderen vergezeld van watergeklots, ontwaren en de kerk van Harderwijk zich vrij duidelijk
geen gesis van stoom uit de stoomfluit. Alleen maar tegen de horizon aftekende. De vreugde dat we god zij
doodse stilte en wat gekabbel van het IJ-water. De dank binnen een halfuur van deze naargeestige schuit
stuurman stond er in z'n eentje op de brug als een schim weer voet aan land konden zetten werd echter al ras
uit een sciencefiction film weggelopen. Kort voor ons getemperd door een geheel onverwacht optredend in-

- 43 -
termezzo. Tot onze niet geringe schrik klonk plotseling tonig signaal tot ons door in rechtgaande toon dat het
van over het water overal het geluid van jankende sire- luchtalarm was opgeheven, het was opmerkelijk hoe
nes in op- en neergaande toon. Luchtalarm! Dàt moest duidelijk het geluid van velerlei sirenes uit de omlig-
er nou nog net bij komen en Aart merkte profetisch op: gende plaatsen over het water tot ons doordrong. Er
„Daar was ik nou al die tijd al bang voor... 't is te hopen kwam onmiddellijk weer actie aan boord, de sleepboot
dat ze ons niet in de gaten krijgen vanuit de lucht. aan de achterzijde nam z'n vroegere positie weer in en
Straks denken ze daarboven nog dat dit een troepen- met volle stoom ging het nu op Harderwijk aan. Het
schip is!” De kapitein had het aanhoudend alarm na- was ruim over enen toen we met onze bagage aan land
tuurlijk eveneens opgemerkt en begon terstond door stapten. We moesten geducht voort maken om nog op
een scheepsroeper contact op te nemen met de beman- tijd de bus te halen die ons naar Putten zou brengen.
ning van de sleepboten. En ja hoor! Er was paniek aan Het busstation van de Veluwse Autodienst lag nog een
boord. Alle hens aan dek en een van de sleepboten heel eind van de haven af en we sjouwden ons lam door
maakte los en voer op volle kracht naar achteren ten- een groot deel van het stadje heen aleer we daar maar
einde de raderboot af te remmen. Binnen een paar mi- net op tijd arriveerden. Maar daar wachtte ons een
nuten lag ons hele konvooi stil rond te dobberen op de nieuwe onpleizierige ervaring. Een onvoorstelbare
waterplas met op enkele kilometers afstand de haven drukte van vakantiegangers, die allemaal met de bus
van Harderwijk. „Kapitein... wáárom vaart u niet door, mee wilden. Ik weet niet meer hoe wij met z'n drietjes
we zij toch vlak bij de haven?” zo werd er van verschil- in dat vehikel zijn geworsteld, maar het voornaamste
lende kanten gevraagd. Maar de kapitein antwoordde was dàt we er in zaten, letterlijk... want het lukte ons
rustig: „Dat mag ik niet, mensen. Ik heb opdracht om nog waarachtig om een zitplaats te bemachtigen, door-
stil te blijven liggen als er onderweg luchtalarm komt dat een paar mensen tot de ontdekking waren gekomen
en we kunnen niet eerder doorvaren eer de alarmtoe- dat ze in de verkeerde bus waren gestapt en wij snel op
stand is opgeheven...” „Hebben we luchtafweergeschut de vrijgekomen plaatsen neervielen. En achter ons aan
aan boord, kapitein?” waagde een olijkerd onder de werden de mensen maar naar binnen gestouwd, ze
passagiers te vragen. „Goddank niet!” mompelde de stonden overal in de middenloop en tussen de banken
kapitein. In de verte klonk vliegtuiggebrom en we vin- en we kregen het aardig benauwd. Toen de chauffeur
gen verwijderde knallen op van luchtdoelgeschut. het eindelijk welletjes vond werden de deuren met
Ik kan nu niet bepaald zeggen dat ik me erg op moeite dicht geperst en ging het met een slakkegangetje
m'n gemak voelde in deze situatie en ook moeder gaf de grote weg op.
blijk dat ze zich ongerust maakte over de toestand Achter de bus hobbelde de „potkachel-op-
waarin we ons bevonden. Goed beschouwd waren we wielen” mee die de brandstof leverde in de vorm van
hier aan de heidenen overgeleverd. Het schip bood geen houtgas. Af en toe werd er gestopt om blokken hout in
enkele bescherming wanneer de een of andere idioot het de kachel te stoppen en de zaak een beetje op te rakelen
in z'n kop kreeg om de raderboot als doelwit te gaan anders wilde de bus niet rijden! Ik vroeg me wel een
gebruiken. Wisten die Engelsen veel van wat er daar in beetje angstig af hoe we zo aanstonds uit die bus moes-
dat kleine Nederland allemaal op dat IJsselmeer dreef? ten komen op de plaats van bestemming. Het leek me
Eén goed gemikte bom en we waren reddeloos verlo- een onmogelijke opgave om je door die kluwen van
ren, er waren wel twee krakkemikkige reddingbootjes mensen heen te worstelen en dan ook nog met die ba-
aan boord maar die hadden waarschijnlijk in geen jaren gage erbij. Hoe kwamen we daar in godsnaam ooit
het water geroken en het was nog maar de vraag of die doorheen? Nu, dat werd dan ook inderdaad een moeilij-
paar leden van de schaarse bemanning in staat waren ze ke operatie toen de bus eindelijk aan de halte van Eeg-
buiten boord te zetten. Er was niet veel voor nodig om henlaan arriveerde. Maar gelukkig... wie stond ons daar
dat oude karkas de diepte in te jagen. Met deze weinig op te wachten? Oom Wim! Hij schreeuwde ons toe dat
opwekkende gedachten bleven we in angstige spanning we de bagage door het open raam van de bus moesten
de loop der gebeurtenissen afwachten. De minuten die doorgeven aan hem en dat lukte goddank tamelijk goed.
verstreken leken uren te duren en al die tijd dobberden Nu hadden we onze handen vrij en konden ons al wrin-
we bewegingloos op het water rond. Moeder merkte op gend en duwend uit de mensenkluwen bevrijden naar de
dat ze wou dat we er maar nooit aan begonnen waren uitgang waarbij me de knopen van de jas werden ge-
om met die raderboot mee te gaan. Maar daar hadden trokken en het nog niet veel had gescheeld of de bus
we nu niet veel meer aan, we zaten nu eenmaal in het was al weer doorgereden met Aart er nog in! Maar dan
schuitje en moesten meevaren... wat er in het huidige waren we dan toch eindelijk weer in ons oude ver-
geval op neer kwam dat we bewegingloos lagen rond te trouwde Putten. Ik herinnerde me wel eens op een heel
dobberen op de grote plas water met de haven van wat comfortabeler manier hierheen te zijn gereisd.
Harderwijk in zicht en niet wetend hoelang het nog kon Oom Wim en tante Mien waren wat eerder
duren alvorens de boot daar veilig zou afmeren. dan wij hier aangekomen uit de richting Amersfoort met
Maar het liep allemaal gelukkig goed af, na de bus. De reis was hen nogal meegevallen wat de
een halfuur drong eindelijk vanaf de landzijde het veel- drukte betreft. Weldra zaten we nu weer ouderwets

- 44 -
buiten onder de dennen te genieten van de stilte en de telden dat we hier met vakantie waren, nou ja, dan
geuren rondom Intermezzo en konden we de narighe- streken ze de hand over hun hart en kon er nog wel iets
den van de reis zo spoedig mogelijk vergeten. Totdat af. Dan maar weer doorfietsen naar een andere winkel
tante Mien zei: „Zeg Sienemeu... heb jij wat groente of en daar weer bedelen. Waren we met de „groenvoer”
blikjes meegenomen uit Amsterdam? Wim en ik heb- afdeling eindelijk klaar, dan probeerden we nog zo hier
ben al geprobeerd om hier wat eetbaars op te diepen, en daar wat op te pikken bij een kruidenierswinkeltje of
maar onze groenteman blijkt verdwenen te zijn en er is bij een bakker die iets had dat zonder bon verkocht
verder nergens hier verse groente te krijgen!” Gelukkig mocht worden. En dan maar eindelijk weer op huis aan
was moeder zo verstandig geweest om tussen de bagage om vol trots onze oogst aan de thuisblijvers te tonen.
zo hier en daar een paar blikjes doperwten en spinazie Wim en Piet hadden 't weer gefikst! Maar er schoten
in te moffelen en in een afzonderlijke tas had ze nog een toch ook nog wel een paar tochtjes in de omgeving op
maaltje aardappelen gestopt zodat we voor deze en de over. We wandelden nog een keer met z'n allen naar
volgende dag even gered waren. Nieuw-Groevenbeek en met mijn oom maakte ik wel
Het werd ons al spoedig duidelijk dat we er al- eens 's avonds een fietstochtje over de hei in de richting
le dagen op uit zouden moeten gaan om aan mondvoor- van Ermelo. Bij zo'n gelegenheid raakten we bijna in
raad te komen. De voedselpositie in het dorp Putten een gevaarlijk parket verzeild met de moffen. Het was
bleek in één woord allerbelabberdst te zijn. Mijn eerste in de tweede week van ons verblijf in Putten, dat we op
taak was daarom de volgende ochtend naar het dorp te een mooie avond na een heldere zonnige dag besloten
wandelen en te kijken of er nog een fiets te bemachtigen om op de fiets naar Nulde aan het IJsselmeer te gaan.
viel. Ik toog maar meteen naar het bekende adres uit Het was zo'n avond waarop de zon in het westen lang-
vorige jaren vervuld van weinig hoop dat er nog een zaam wegduikt in een donzen wolkenbed in de meest
rijwiel te huren kon zijn. Maar ziedaar...! Het karretje fantastische kleurschakeringen. Dat wilden we allebei
waar ik nu al enige jaren telkens zoveel pleizier aan nog wel eens eenmaal zien, de herinnering aan dat
beleefd had stond ook nu weer tot mijn beschikking. fraaie kleurenspel van een zonsondergang boven het
Wat er in Putten door de oorlog ook allemaal veranderd rimpelende water van het grote water in ons geheugen
mocht zijn, mijn oude trouwe velo was gebleven en had vastleggen. Ik had er in vorige jaren altoos naar ver-
al die tijd trouw op me staan wachten... het leek haast langd om een dergelijk schouwspel op de film vast te
een wonder in deze benarde tijd van schaarste! Wat wel leggen en het te gebruiken als een slotscène van de
veranderd was betrof de huurprijs, ze vroegen nu ¦ 5.-- Puttenfilm. Helaas was het er nimmer van gekomen,
voor die veertien dagen en dat was 100% meer dan in maar nu ik toch nog een keer de filmcamera meegeno-
vorige jaren. Maar daar stapte ik toen maar luchthartig men had, besloot ik het er op te wagen en een poging te
overheen in het besef dat we die fiets ditmaal hard doen de zonsondergang in een aantal fasen te vereeuwi-
nodig zouden hebben om aan het nodige voedsel te gen. Ik slingerde de cameratas dus over de schouder en
komen. Oom Wim had z'n fiets in Utrecht op de trein we stapten op de fiets. Nu wisten we drommels goed
gezet en we begonnen maar dadelijk om naar het station dat filmen en fotograferen op de openbare weg sedert
in Putten te wandelen waarbij ik m'n eigen rijwiel aan enige tijd drastisch verboden was door de moffen en
de hand meenam, zodat we samen de weg terug konden zeker waar het in de omgeving van militaire objecten
rijden. betrof. In de omgeving van Ermelo hadden we wel veel
Ik zal over het verdere verloop van deze va- meer Duitse soldaten gezien dan in het vorige jaar, er
kantie niet te veel in bijzonderheden uitweiden. Mijn waren opleidingskampen gekomen op de plaatsen waar
broer Aart vertrok reeds de volgende dag tegen de vroeger onze eigen militairen waren gelegerd. Maar we
namiddag weer naar Amsterdam. Het was vreemd dat verwachtten toch niet dat we nu overal Duitse soldaten
vader er nu niet bij was. We moesten telkens aan hem in de bossen zouden tegenkomen en dat ze bij drommen
denken en vonden de gedachte dat hij op dat ogenblik dat verlaten niemandsland aan het IJsselmeer zouden
nog in dat ziekenhuis lag met dit mooie weer verre van bevolken sloten we bij voorbaat geheel uit. Het zou
plezierig. Het zette een beetje de domper op de vakan- anders uitpakken! We waren dadelijk na de avondmaal-
tievreugde. Oom Wim en ik gingen nu elke morgen zo tijd op pad gegaan met het voornemen ruim op tijd aan
vroeg mogelijk op de fiets naar Harderwijk, gewapend het IJsselmeer te zijn alvorens de zon ging wegduiken
met tassen achterop, teneinde de groentewinkels af te achter de horizon. En zoals het altijd al was gegaan
stropen. Dat kostte ons vaak een hele ochtend. Het sedert de vele jaren dat wij hier kwamen, ging het ook
bleek al spoedig dat de voedselpositie hier op het „plat- nu weer een beetje fout met het vinden van de kortste
teland” blijkbaar slechter was dan in de grote steden. weg door de polders. Zelf had ik daar nooit last mee
Wat moesten we soebatten en marchanderen om aan gehad, ik volgde gewoon de route langs de Stationsweg
een bosje wortelen te komen. Bij de ene groentenzaak om in Nulde te komen. Maar mijn oom hield er nu
lukte het om een paar kropjes sla te bemachtigen maar eenmaal van om langs allerlei omweggetjes het doel
daar hield het dan ook mee op. „Alleen voor de vaste van de tocht te bereiken. Daarin was ie altoos verdomde
klanten, meneer!” zeiden ze dan. Maar als we dan ver- eigenwijs geweest... daar kon bijvoorbeeld Antje van

- 45 -
meepraten. Als ik alleen met hem op pad was kon me stonden. Die grauwe massa bleek een enorme bunker te
dat niet zoveel schelen, we avontuurden er dan maar zijn en op een kolossaal platform stonden machtige
zo'n beetje op los en we zagen wel waar we terecht- batterijen luchtafweergeschut die hun vuurmonden
kwamen. Met oom Wim beleefde je altijd de vreemdste dreigend de lucht in staken. Nou, ik zag ons zelf op dat
verrassingen op die manier. Het plaatsje Telgt had zo ogenblik al in de kraag gegrepen... in „schützhaft”
telkens voor hem een bijzondere aantrekkingskracht. genomen wegens spionage of zoiets! Oom Wim siste
Daar was tante Mien jaren geleden om gezondheidsre- me zachtjes toe, zonder z'n lippen zichtbaar te bewe-
denen geruime tijd gelogeerd geweest bij een onderwij- gen: „Draai langzaam om en loop rustig naast de fiets
zersfamilie. Hij had er blijkbaar dierbare herinneringen terug...” De schildwacht zei nog steeds niets, maar
aan. Het verbaasde me dan ook in 't geheel niet dat hij vanaf een afstand van nog geen 15 meter hield hij z'n
zei: „Zeg jongeman, als we nu eens eerst de richting vuurwapen op ons gericht. Heel bedaard en rustig keer-
van Telgt opzochten... dan kunnen we van daaruit door den wij om en liepen bedachtzaam de weg terug... tien
de polder een weg zoeken naar dat gezellige vlondertje meter, twintig meter... er gebeurde niets. „Stap nou
bij Nulde...” We waren vroeg genoeg om ons gemak er maar op en als de bliksem hiervandaan!” We kwamen
van te kunnen nemen, de zon zou pas tegen halfnegen nu weer op de weg naar het station Putten en daar za-
de nachtelijke deken over 't hoofd trekken. Ik gaf hem gen we iets dat we al veel eerder hadden kunnen ont-
dus gelijk en stemde geheel met z'n plan in, liet de dekken, wanneer we maar dadelijk onze tocht via deze
leiding geheel aan hem over en fietste gedwee achter weg genomen hadden. Er stonden grote borden met
hem aan, benieuwd waar we nu weer terecht zouden hakenkruizen en het opschrift: „Feuerstellung Horst -
komen. Maar, zoals te verwachten viel, bleek na een Verboten Gebietes.” We hadden voorgoed de schrik te
halfuurtje fietsen al ras dat m'n geachte oom het spoor pakken en het vastleggen van de zonsondergang kon ik
weer eens volkomen bijster was. We zaten op een ge- wel vergeten. „We zijn er goed van af gekomen, neef!”
geven ogenblik ergens achter Ermelo en we waren merkte oom Wim op. „Die soldaat heeft vast die camera
verder van ons doel verwijderd dan ooit. Ook van het van jou niet opgemerkt in de schemering... ik hield m'n
plaatsje Telgt kregen we die avond geen barst te zien. hart vast op dat moment... Je moet dat ding voortaan
We zaten op een flink stuk hei en konden niet anders maar niet meer meenemen!” We spraken af om er thuis
doen dan de zon achterna fietsen in de richting van het maar niets over te vertellen teneinde de dames niet
westen. We kwamen nu eindelijk weer op bekend ter- nodeloos te verontrusten. Thuis gekomen borg ik de
rein en ik was er al bijna zeker van dat we nu heel dicht filmcamera meteen op, ik had hier nog geen enkele
in de buurt van de Stationsweg waren. Eerst kwam er opname gemaakt van deze vakantie en het zou er ook
nog een paadje dat ons dwars door een dennenbos heen verder in 't geheel niet meer van komen... ik had het
voerde en daar achter moest dan het polderland liggen apparaat beter thuis kunnen laten!
dat aan het IJsselmeer grensde. Oom Wim had het nu In die zelfde week, na het avontuur met de
eindelijk ook weer helemaal te pakken en riep al opge- moffen, werden we verrast door zeer slecht weer. Vrij-
togen uit: „We zijn er bijna... we fietsen ná dit donkere dag kwam 's avonds mijn schoonzuster Annie onver-
bos recht op het water aan!” Maar toen klonk er op wacht aanzetten, ze had het hele eind vanaf het station
hetzelfde moment vanuit het bos een bulderende com- gewandeld. Ze bracht onweer en regen mee en die
mando-stem die schreeuwde: „Halt!! Absteigen... nicht avond zaten we weer ouderwets gezellig bij elkaar
weiter gehen!!” En voor we het wisten staarden we in onder de lamp aan tafel spelletjes te doen. De luiken
de loop van een machinegeweer... we zaten plotseling hadden we stevig voor de ramen dicht gedaan.
midden tussen de Duitse wehrmacht in en het was zon- Zaterdag 11 juli werd een verbazend slechte
neklaar dat we ons op streng verboden gebied bevon- dag waarbij het letterlijk geen minuut droog was en een
den... Over mijn schouder bungelde achteloos de leren hevige storm uit het westen de bomen deed kraken en
tas met de filmcamera. „Potverdorie... stap gauw af, knerpen. Ook de volgende zondag bracht geen verbete-
Pieter”, riep oom Wim geschrokken uit, „hou je vooral ring in het bar slechte weer, het bleef maar hard waaien
rustig en laat niet blijken dat je bang bent... gewoon en regenen. Pas tegen de avond klaarde het een beetje
doen, we zijn verdwaald en wisten het niet!” Aarzelend op. Oom Wim en ik brachten Annie na het eten naar het
bleven we even stilstaan met de fietsen aan de hand en station en we waren blij toen we weer veilig en droog
ik probeerde voorzichtig de cameratas achter m'n rug te op Intermezzo terug waren gekeerd. Ik had in die tus-
verbergen. We maakten gebaren tegen elkaar of we de sentijd nog een uitvoerige brief naar vader geschreven
richting aan het verkennen waren. En nu ontwaarde ik en tot onze blijdschap ontvingen we al heel spoedig een
plotseling tussen de bomen aan het eind van het fiets- optimistische brief van hem terug, die ik hier als curio-
paadje iets dat me met stomheid sloeg. Er was iets van siteit laat volgen:
een grote grijze massa dat tussen de stammen van de
dennen schemerde, als een groot soort flatgebouw dat
het uitzicht op het water volkomen benam en... nu zag
ik ineens nog veel meer in die korte flits dat we daar

- 46 -
Beste Piet,

In dank ontving ik je brief van 8 juli, waarmee ik erg in mijn schik


was, want het is maar zwaar om met een gezond lichaam dag in dag uit op je
bed te liggen. In het begin had ik er niet veel weet van, want toen voelde ik mij
echt beroerd. Maar nu is het meer dan hard, elke dag als de dokter komt, denk
je dat hij het verlossende woord zal spreken, maar niets hoor! Toch zal het
avond of morgen wel moeten gebeuren, want over 14 dagen zou ik weg mogen
en de extra toewijzingen zijn reeds voor mij aangevraagd, dus in elk geval
hoop ik eind Juli weer thuis te zijn.
Nu eet ik ook brood, met de korst er af, des morgens krijg ik 4 sneden
en des avonds 3 sneden goed belegd met oude kaas; bovendien eet ik des
avonds nog 1 à 2 borden pap, geen wonder dat ik zo dik word als een beer. De
zusters hebben er pleizier in zo goed als ik er uit zie. Maar toch schijnt mijn
bloed nog niet geheel op peil te zijn en daar is het wachten op.
Donderdag kreeg ik bezoek van Nicht Anna van Arkel. Zij was bij
Freek Bakker geweest, die is geopereerd en komt maandag weer thuis. Haar
broer Jan van Arkel is al thuis en maakt het redelijk goed. Bij haar zuster Wil-
ly is het weer mis, haar zoon Joop zit in de gijzeling omdat zijn moeder een
paar verdachte personen in huis heeft gehad. De jongen heeft er niets mee te
maken, maar daar wordt niet naar gevraagd.
Ik meen reeds aan Moe te hebben geschreven dat ik aan Mijnheer
Mondt heb geschreven en ook reeds antwoord heb ontvangen, de brief laat ik
jelui later wel lezen. Hij vraagt echter zoo mogelijk om een jambon. Misschien
kan moeder er een koopen, anders moeten wij er zelf maar een missen.
Het is hier slecht weer, vannacht heeft er een ware orkaan gewoed en
de plassen water lagen in de zaal bij de ramen. Ik hoop dat het bij jelui beter
weer is, want zo is er niet veel aan. Annie zou ook een paar dagen naar Putten
gaan, maar of zij gegaan is weet ik niet, het is met zulk weer zonde van het
reisgeld. Morgen (zondag) zou Aart echter met de kinderen komen en dan zal
ik er wel meer van hooren.
Wat mijn aandeel betreft in de vacantiepot, die centen zal ik fijn kun-
nen gebruiken als ik naar Dennenheuvel ga, tenminste als er iets van komt, tot
op heden hoorde ik van niets.
Fijn dat je nog een fiets hebt kunnen krijgen, al is ¦ 5.-- een boel
geld. De eerste week is in elk geval goed geweest en allicht zal de tweede week
nog eenige mooie dagen geven, laten wij er het beste van hopen. Ik verlang nu
erg naar huis, dat zal je wel begrijpen, de laatste loodjes wegen het zwaarste.
Dit zal wel de laatste brief zijn die ik aan jelui schrijf, misschien hoor
ik nog iets van Moe, anders wel van Annie als die terug is. Doe de groeten van
mij aan Moe, Tante Mien, Oom Wim en Annie en weest zelf hartelijk gegroet
van

Pa.

De laatste paar dagen van onze vakantie verliepen met geen enkele poging om mij uit de tent te lokken of in de
zonnig en warm weer. Oom Wim en ik maakten nog geheimenissen rond te roeren van mijn privé liefdesle-
wat tochtjes door de bossen en we bezochten nog een ven. Dat ik onlangs met de film van Putten bij de fami-
keer het beroemde Solse Gat en we wandelden met z'n lie van Antje op bezoek was geweest had ik zorgvuldig
allen op ons gemak naar het idyllische landschap achter voor haar verzwegen en moeder was gelukkig zo ver-
de spoorbaan dat door mijn oom nog steeds werd aan- standig om daar eveneens het zwijgen toe te doen. Maar
geduid met „de coulissen”. De verhouding tussen de de hemel beware ons als tante Mien het geweten had!
families liet nu niets meer te wensen over; tante Mien Het idee alleen al dat háár konterfeitsel daar bij die
had blijkbaar een slot op de mond gelegd en ze deed mensen op het scherm had geprijkt en dat ze er met

- 47 -
haar hele hebben en houwen over de tong was gegaan, van de oorlogsheksenketel. Moeilijk kon ik bij dat
zou haar een beroerte van afgrijzen hebben bezorgd! afscheid vermoeden dat ik bij een later weerzien van
Een dag vóór ons vertrek brachten mijn oom en ik de het dorp Putten er alleen nog maar de verkoolde ruïne
koffers op de fiets naar het ATO-agentschap in het van terug vinden zou. Dat de gehele mannelijke bevol-
dorp. Daarna fietsten we nog wat rond en liet ik de fiets king die hier nu nog, onwetend van hetgeen boven hun
weer achter bij z'n baas in de Dorpsstraat. Ik keek het hoofd hing, onbekommerd rond liep, er dan niet meer
vriendelijke plaatsje nog eens goed aan alsof ik het voor zijn zou. Weggevoerd, zonder dat ooit iemand heeft
eeuwig in m'n gedachte wilde prenten. Ergens had ik geweten waarheen zij gingen en waar hun lijken geble-
het vage voorgevoel dat ik het voor de laatste maal ven waren. Niemand van ons die dat toen besefte, net
aanschouwd had... dat ik er nooit zou weerkeren. Inder- zo min als hetgeen wij wisten omtrent het lot van de
daad zou het de laatste maal zijn dat we hier met vakan- joden die weggevoerd werden naar het land van hun
tie geweest waren, dat we Putten zagen zoals het jaren- beulen. Er zouden nog meer dan twee jaren moeten
lang voor ons bestaan had, landelijk en eenvoudig te- verstrijken aleer de ontzettende waarheid tot ons door-
midden van Noord-Veluwse bossen, een oase temidden drong...

Hoofdstuk 8
De korte vakantie was weer voorbij. De terugtocht reeks van de meest mensonterende gebeurtenissen. Een
hadden we op een andere manier gemaakt dan de reis er ware klopjacht op de joodse stadgenoten raasde door de
heen. Het tochtje met de raderboot mocht niet zo'n joodse buurten. Links en rechts werden de joden van de
succes genoemd worden en we hadden dan ook maar straat opgepakt en in overvalwagens naar onbestemde
besloten om samen met de ten Bouwhuyzen de bus naar plaatsen getransporteerd. Ook aan de huizen waar jood-
Amersfoort te pakken en vandaar per trein naar de se families woonden en waarvan de moffen de adressen
hoofdstad terug te keren. Maar ook deze route leverde kenden werden de mannelijke leden van huis en haard
het bewijs dat het reizen in oorlogstijd een hachelijke weggesleurd. In onze straat woonden ook heel veel
zaak bleef, je kon eigenlijk maar beter thuis blijven! Ik joden zoals trouwens in heel Nieuw-Zuid het geval was,
was er ook vrij zeker van dat we voor het laatst, althans en we moesten in hevige verontwaardiging lijdelijk
voor lange tijd, op vakantie waren geweest. De bus naar toezien hoe deze mensen, die volkomen onschuldig
Amersfoort puilde ook nu weer aan alle zijden uit en waren, als misdadigers uit hun huizen werden gesleurd
met de sneltrein naar Amsterdam was het al niet beter en als vee in de wagens werden gesmeten. Wanneer
gesteld. Al met al waren we eigenlijk blij dat we weer sommigen probeerden te vluchten werd er zelfs op hen
veilig en wel thuis waren en moeder en ik spoedden ons geschoten. Ook ons stille vredige plein was die dag
nog diezelfde dag naar het Binnengasthuis om vader op getuige van dergelijke tonelen. Moeder vertelde het me
te zoeken. De oude heer maakte het gelukkig buitenge- toen ik na mijn dagtaak bij De Standaard thuis kwam,
woon goed en kon ons de verheugende mededeling ze was er helemaal overstuur van. Ze hadden ook dicht
doen dat hij vermoedelijk over een week het ziekenhuis bij ons mannen van huis gehaald die wij vrij goed ken-
mocht verlaten. Dàt was goed nieuws en daarna deden den en die totnogtoe niet veel last hadden ondervonden.
we hem uitvoerig verslag van ons verblijf in Putten. Vrouwen hadden vanuit de open ramen gegild en ge-
„Jongens, wil je wel geloven dat ik in gedachte iedere scholden naar de Duitse SS-ers toen hun mannen wer-
dag bij jullie ben geweest daar!” zo liet vader zich den meegenomen. Waar ze heen gingen? Niemand die
ontvallen. We vertelden hem dat hij heus niet zo veel het zeker wist, maar in de loop van de avond keerden
spijt hoefde te hebben dat hij er niet bij had kunnen verscheidenen van hen weer thuis terug. Ze konden niet
zijn, dat Putten niet meer het Putten van daarvoor was vertellen waarom ze gearresteerd waren. Angst sloop
en hoe we gesappeld hadden om aan een hap eten te door de buurten van Zuid, de joden wisten niet waar ze
komen. Maar hij vond ons verhaal toch heel boeiend aan toe waren en wat die plotselinge arrestaties te be-
vooral wat betreft die bootreis over het IJsselmeer en duiden hadden. Er waren verscheidene joodse families
ons avontuur met het luchtalarm in open zee. die van dat ogenblik af de Rivierenbuurt verlieten en
onderdak zochten bij vrienden of verwanten in het
Het was op donderdag 16 juli, de dag volgen- westelijk stadsdeel waar ze het gevaar minder groot
de op onze thuiskomst, dat we al terstond in Amsterdam achtten.
werden geconfronteerd met het verschrikkelijke treur- De fascistische duivel had weer eens z'n ware
spel dat op die datum een aanvang nam. De moffen gedaante getoond! Toch was dit nog maar een voor-
waren hun meedogenloze jacht op de joden begonnen proefje van hetgeen er later nog allemaal voor veel
en Amsterdam werd van die datum af getuige van een erger dingen te gebeuren stonden. De Duitsers deden

- 48 -
het voorkomen alsof ze het met de joden goed voor men er weer nieuwe kandidaten aan in Westerbork en
hadden. Ze wilden hen alleen maar uit onze „arische” begon het spel van voren af aan.
gemeenschap verwijderen en hun bij elkaar brengen Dat er met die transporten iets niet in de haak
ergens ver weg in het oosten (veroverd Russisch ge- was begon na enige tijd steeds duidelijker te worden. In
bied) waar ze dan in agrarische cultuurgebieden hun de eerste plaats ontvangen de achterblijvers zoals fami-
eigen bestaan opnieuw mochten opbouwen, met andere lie of vrienden van de „emigranten” nimmer een taal of
woorden: de joden zouden ergens op de Balkan of mis- teken meer van hen. Uit Westerbork lukte dat meestal
schien wel in Siberië kunnen gaan boeren... dan deden nog wel, maar zo spoedig als de joden „op transport”
ze nuttig werk en konden ze in hun eigen onderhoud waren gesteld naar Duitsland werd er totaal niets meer
voorzien. Want het Derde Rijk kon in de nieuwe toe- van hen vernomen. Het tweede punt dat nog sterkere
komst niet langer dulden dat de joden zich nog langer twijfels opriep omtrent het lot van de slachtoffers der
zouden bemoeien met het Bank- en Geldwezen! Veel Duitse rassenwaanzin was het ongehoorde feit dat na
joden geloofden toen nog heilig in die valse voorspiege- enige tijd berichten binnenkwamen bij de Joodsche
lingen van de moffen. Ze bleven zoals altijd in de groot- Raad hier dat zekere personen vrij plotseling waren
ste ellende toch optimistisch, maakten al weer de nim- overleden aan de een of andere kwaal. De familie die
mer versagende geintjes over hun nieuwe toekomst en dat te horen kreeg kon alleen maar stomverbaasd zijn.
zagen zich zelf al helemaal ten voeten uit als „landbou- Vader, oom of broer waren toch immers kerngezond
wer” omgeschakeld daar „ergens” in het verre oosten! naar dat beloofde land vertrokken? Hoe konden ze nu
Promoveerden zichzelf al tot fokkers van koeien of ineens zomaar ziek zijn geworden in die korte tijd en
kwekers van allerhande soorten groenten en landbouw- daaraan overleden zijn? De twijfels namen hand over
produkten en begonnen ijverig zich alvast voor te be- hand toe... er kwamen geruchten, ongelooflijke berich-
reiden op die taak. ten van mensen die daar op de een of andere manier
Nu hadden de Duitsers, in overleg met de zo- geweest waren en die spraken van ontzettende gebeur-
genaamde „Joodsche Raad”, gebruik gemaakt van het tenissen. De joden gingen in 't geheel niet naar zoge-
vluchtelingenkamp „Westerbork” in Drenthe. Dit kamp naamde „agrarische streken” toe, maar zouden stom-
was al jaren eerder door onze toenmalige regering weg „ausradiert” worden in de meest beruchte concen-
ingericht als opvangcentrum voor de talrijke joodse tratiekampen. We hoorden voor het eerst in die dagen
vluchtelingen uit Duitsland die in ons land een veilig namen noemen als „Auschwitz”, „Oraniënburg”, „Ber-
heenkomen hadden gezocht toen Adolf Hitler aan de gen-Belsen” etc., plaatsnamen die later in de geschie-
macht kwam. Thans werden naar dit zelfde kamp alle denis symbolen gingen worden van alles wat maar
joden heen gebracht die bestemd waren en opgeroepen onmenselijk was en getuigenis zouden afleggen van de
waren voor de zogenaamde „Auswanderung” om daar meest afgrijselijke barbarij waartoe de mens op deze
voorlopig te blijven tot aan het ogenblik dat ze zouden aarde in staat bleek te zijn.
worden doorgestuurd naar hun uiteindelijke „bestem- Maar in 1942 wisten we nog van niets, de va-
ming”. Maar wie had er toen ook maar een flauw benul ge geruchten die hier en daar zo doorsijpelden door
van wat die „bestemming” inhield? Dit kamp zou in de mensen die iets gewaar waren geworden en die het zelf
naaste toekomst de spil worden waaromheen het ganse nauwelijks dorsten verder te vertellen over hetgeen ze
misdadige plan van de moffen ging draaien. Van hieruit hadden gezien, werden toen nog als „praatjes” gekwali-
werden de deportaties met een uiterst geraffineerde ficeerd. Mijnheer Mellink, onze bovenbuurman, die nog
systematiek uitgevoerd. Ze riepen de joden geleidelijk alle dagen een normale werkkring vervulde bij de Ac-
per familie op, ze mochten niet meer meenemen dan cijnzen aan het Oostindisch Huis, kwam een keer bij
een deken en een koffertje met toiletbenodigdheden, ons binnen lopen en na een korte wijle zijn hart te heb-
voor de rest zou overal voor gezorgd worden! Zo gin- ben gelucht over de pogroms op de joden, vroeg hij
gen de joden in vele gevallen welgemoed en vol valse plotseling: „Weet u wat er met de joden gebeurt die met
hoop op een nieuwe toekomst op pad naar Westerbork. die treinen naar Duitsland worden afgevoerd?” Nou, we
Geen sterveling onder ons had in die dagen in de gaten hebben gehoord dat ze daar in de landbouw te werk
wat er in werkelijkheid met die arme mensen gebeurde. worden gesteld en als boer gaan werken, zo gaven we
We kletsten toen maar zo'n beetje mee... 't zou nog hem onze opinie ten antwoord. Mijnheer Mellink lachte
allemaal wel meevallen voor hen. Waren de joden een toen eens fijntjes, met het sarcastische trekje om z'n
paar weken in Westerbork, waar ze het werkelijk ble- mond dat we van hem gewend waren en zei toen, ieder
ken redelijk goed te hebben, dan kwam het ogenblik om woord benadrukkend: „Ik zal 't jullie vertellen en je
afscheid te nemen en verscheen er een trein met goede- mag het geloven of niet, maar ik heb het uit zeer goede
renwagens. De Duitsers hadden daarvoor een speciale bron en voor mij staat het vast dat het de absolute
spoorlijn aangelegd die de Duitse grens over ging. Daar waarheid is. Al die joden die uit de bezette gebieden
werden de joodse „emigranten” dan allemaal ingeladen naar Duitsland worden getransporteerd gaan allemaal
en al wuivend en afscheidsgroeten roepend verdween naar zogenaamde vernietigingskampen... ze hebben
het transport in de richting van Moffrika. En dan kwa- speciale bunkers gebouwd en daar stoppen ze die men-

- 49 -
sen in, mannetje aan mannetje. En dan laten ze die tjes nodig hadden om naar Engeland te fietsen!
bunkers vol met gifgas stromen net zolang tot ze alle-
maal dood zijn. De lijken worden in grote verbran-
dingsovens vernietigd en dat gaat dag en nacht door... Donderdag 23 juli 1942
het ene transport na het andere...!” Ik zie nog het ver-
schrikte gezicht van moeder toen Mellink uitgesproken Ná het fietsen „organiseren” van onze beschermers
was, terwijl ze ontdaan uitriep: „Dat kàn niet! Daar stelden deze ons heden in de gelegenheid om een te-
geloof ik geen bliksem van... zoiets bestáát gewoonweg genprestatie te leveren teneinde de materiaalpositie van
niet, dat moeten praatjes zijn.” „En tòch is het zo!” de Duitse Weermacht een beetje op te peppen. We
hield Mellink vol. „De Nazi's zijn toch tot alles in staat, mochten vandaag al ons overbodige koperwerk gaan
mevrouw! Duitsland wordt op 't ogenblik geregeerd inleveren bij de daarvoor beschikbare openbare scho-
door een bende krankzinnigen!” Niemand die het toen len. Iedereen had in de afgelopen dagen een oproep
nog geloofde, dat de moffen er sadistische methoden op ontvangen waarop nauwkeurig vermeld stond wáár en
na hielden bij hun verhoren, nou ja, daar waren we wel wat voor soort koper moest worden ingeleverd. Alleen
van overtuigd en dat ze de pest aan de joden hadden voorwerpen van kunsthistorische waarde vielen er
wisten we nu wel uit eigen ervaring. Maar dat ze er buiten, dat wil zeggen wanneer de ambtenaren die met
zulke misdadige praktijken op na zouden houden... nee, het in ontvangst nemen belast waren zulks als juist
dat wilde er toch niet bij ons in. Maar toch duurde het beoordeelden. Dat deze dwangmatige inlevering op het
niet lang of de twijfel begon mijzelf meer en meer te nodige verzet stuitte laat zich denken! Wie had er nu
besluipen dat mijn buurman wel eens gelijk kon heb- zin op z'n fraaie koperen kannetjes en vaasjes, die voor
ben, vooral toen dezelfde geruchten ook tot ons kwa- menigeen een familiebezit van jaren vertegenwoordigde
men uit andere bronnen. Een paar dagen later wist ook en waaraan de mensen gehecht waren, zo maar bij de
iemand op De Standaard nagenoeg hetzelfde verhaal op moffen op de schroothoop te laten gooien? Moeder
te dissen... Er was nagenoeg geen mens die deze ge- dacht onmiddellijk aan haar etagère met de leuke mas-
ruchten geloven wilde... het leek tè absurd! sief koperen miniatuurtjes, zoals de vijzel, het thee-
stoofje en wat ze er nog meer voor attributen op had
Op maandag 20 juli werden de Amsterdam- staan. Moest ze dat nou allemaal zómaar gaan weg-
mers op de gebruikelijke overrompelende manier ver- brengen? Waarschijnlijk dacht ze er ook met schrik aan
rast door een nieuwe stunt van de moffen. Ze begonnen dat ze dan voortaan niets meer te poetsen had op de
met alle fietsen in beslag te nemen. Mensen die 's mor- wekelijkse koperpoetsbeurt. En dat betekende voor
gens vroeg per fiets op weg naar hun werk waren, wer- haar wel de ergste ramp die haar kon overkomen. Maar
den op tal van plaatsen in en rond de stad door Duitse afgezien daarvan waren we er toch ook wel van door-
soldaten aangehouden en moesten zonder vorm van drongen dat we feitelijk op geen enkele manier mochten
proces hun karretje afstaan. Ze moesten maar zien hoe meewerken aan deze actie. Door koper in te leveren
ze verder kwamen! Ook de rijwielstallingen werden zouden we er alleen maar toe bijdragen dat de oorlog
geblokkeerd en het grootste deel van de gestalde fietsen nog langer duurde. Dus werd besloten de maatregel te
verdween in de Duitse vrachtwagens. Tegelijk werd per saboteren. De boven- en benedenburen, Mellink en
aanplakbiljet bekend gemaakt dat alle joden hun fietsen Fassmer, waren dezelfde mening toegedaan en we
onverwijld moesten inleveren. Dat was weer een hele hielden krijgsraad met hen. De saamhorigheid tussen de
consternatie op die vroege maandagmorgen! Wat werd bewoners van ons huis groeide met de duur van de
er weer verrukkelijk op de moffen gescholden en ge- oorlog nog verder uit, we bespraken telkenmale alles
vloekt... de smerige fietsendieven! Bij ons op Drukkerij met elkaar waar het ging om interne moeilijkheden door
Holland waren verscheidene collega's het slachtoffer de oorlogstoestand veroorzaakt. „Als we nou eens
geworden, maar de meesten hadden toch nog de dans helemaal niks inleveren... zouden ze ons dan wat kun-
weten te ontspringen doordat ze onderweg nog op tijd nen maken?” was de vraag die Fassmer stelde. Meneer
gewaarschuwd waren en kans zagen om langs allerlei Mellink dacht dat het wel niet zo'n vaart zou lopen
omwegen de „fietsenpikkers” te ontlopen. Het was daarmee, want dan hadden ze de eerste tijd wel dag-
alleen maar de vraag hoelang ze hun vervoermiddel nog werk met opsporen. Als je geen koper had, nou, dan
zouden kunnen behouden, voor de meesten was de fiets kon je dus ook niks wegbrengen... alleen we moesten
het enige efficiënte vervoer om naar je werk te gaan. dan wel zorgen dat er binnenskamers geen enkel kope-
Geen wonder dan ook dat iedereen z'n fiets meenam op ren pulletje op de schoorsteenmantel of waar dan ook te
de werkplaats en dat Teun Schwithal in de Spuistraat pronk stond! En daarmee roerde hij een kardinaal punt
die dag praktisch een lege stalling overhield! Zoals met aan... we zouden al het koperwerk moeten verstoppen!
vele maatregelen van de moffen zakte ook dit verschijn- En zo geschiedde het. Meneer Mellink vroeg mij of ik
sel na een paar dagen weer af... ze hadden bepaald wel in huis een plaats zou weten waar je de spullen veilig
fietsen genoeg en de onverwoestbare Amsterdamse zou kunnen opbergen zonder dat de moffen ze makke-
humor verkondigde luidkeels dat de moffen die karre- lijk konden vinden. Ik kon die vraag met een geruststel-

- 50 -
lend „ja” beantwoorden. Al geruime tijd geleden was ik verdwenen er in deze dagen in het hele land onder de
bezig geweest, misschien door een bepaald soort intuï- grond...wij waren de enige niet die op die gedachten
tie gedreven, om boven op de zolderkamer een onder- waren gekomen. Er ging al weer heel gauw een prach-
zoek in te stellen naar een ruimte of een schuilplaats tige wits rond... de Engelsen zagen vanuit de lucht
achter muren of onder de vloeren. M'n aandacht was boven Nederland ineens zoveel meer groen beneden
daarbij getrokken door een holle ruimte onder de vloer zich. Nou, dat was voortaan niet van onze groene wei-
achter de toegangsdeur van onze zolderkamer. Ik had er develden... maar door het kopergroen!
geen gras over laten groeien en was toen terstond be-
gonnen met het openbreken van de vloer op die plek.
Dat was lang geen gemakkelijk karwei geweest, er Zaterdag 25 juli 1942
moest een vloerplank doorgezaagd worden, nadat ik
eerst het vloerzeil verwijderd had, waarna ik met nogal Vanmorgen om 9 uur hebben we vader uit het zieken-
wat moeite ook de andere plank ernaast kon loswrik- huis afgehaald en bevindt hij zich weer helemaal her-
ken. Maar die moeite werd rijkelijk beloond want onder steld in ons midden. Z'n verblijf daar heeft meer dan elf
het vloeroppervlak vertoonde zich een vrij diepe ruim- weken geduurd. Hij zal echter nog wel naar een herstel-
te, vermoedelijk een bovenstuk van een muurkast op de lingsoord moeten om verder helemaal op te knappen.
derde etage. Ik herstelde de zaak toen in zoverre dat het Hij vond het heerlijk om weer thuis te zijn en heeft
bij een volgende gelegenheid een eenvoudig klusje zou voorlopig z'n buik vol van ziekenhuizen!
zijn om die ruimte weer open te maken. Ik kon meneer
Mellink dus deelgenoot maken van dit geheim en hem
gerust stellen dat we al het koperwerk hier in huis van Donderdag 6 augustus 1942
de buren en dat van ons zelf op een veilige manier
konden verstoppen. Als het viltpapier en zeil er weer Opnieuw hebben de moffen op een verschrikkelijke
overheen lagen zou er geen haan naar kraaien dat er op manier toegeslagen onder de joodse bevolking van de
deze plaats iets verborgen lag. Maar ik had op onze hoofdstad. Dat gebeurde heel onverwacht des avonds
zolderkamer ook nog een andere ontdekking gedaan en zo tegen halfacht bij ons op het plein. Nog niet eerder
die leek me van nog veel groter belang. Ik vond name- werden we zó van dichtbij met de afschuwelijke prak-
lijk een langwerpige ruimte achter de lage muur onder tijken van het nationaal socialisme geconfronteerd als
de schuin lopende dakwand van minstens vijf meter op deze bange avond. Het toeval wilde dat we kort na
lengte. Er zou een stuk muur uitgezaagd moeten wor- de avondmaaltijd bezoek kregen van iemand die met
den waardoorheen een mens kon wegkruipen en naar vader enige zaken kwam bespreken betreffende zijn
mijn stellige overtuiging konden zich hier minstens drie opname in een herstellingsoord. Het was een bestuurder
man verbergen. Over deze laatste ontdekking sprak ik van de bond Mercurius, een organisatie waar vader al
echter met niemand, het leek me verstandiger om het jaren lid van was. Ook deze vakbond werkte nog steeds
voorlopig voor me te houden, je kon nooit weten hoe in het geheim door teneinde de belangen van z'n ge-
dat later nog eens te pas zou komen. Alleen wanneer de trouwe leden in stilte te blijven behartigen.
nood aan de man mocht komen eerst dan leek het me Moeder had juist een kopje echte thee gezet
raadzaam aandacht aan die schuilplaats te besteden. om die vakbondsman te trakteren en we praatten nog
Toen we dus met z'n allen hadden besloten wat na terwijl hij zo goed als klaar was met het opne-
geen koper (of tin en brons) in te leveren, werden alle men van enkele noodzakelijke gegevens omtrent de
siervoorwerpen, kannetjes, vazen, tabaksdozen enzo- gezondheidstoestand van vader. Op datzelfde ogenblik
voort netjes ingepakt in stevig papier en in schoenendo- werd onze aandacht getrokken door een heftig tumult
zen gedaan, ieder buur z'n eigen doos en met een lijst er buiten op straat. Er klonk luid geschreeuw van bevelen
bij wat er allemaal in zat. Ik nam de spulletjes in ont- en geronk van motoren. Toen we naar buiten keken
vangst en binnen een kwartier zat de hele verzameling zagen we een angstaanjagend tafereel. Een stoet van
veilig onder de vloer verstopt. Toen ik de laatste plank overvalwagens met Grüne Polizei reed vanuit de Jeker-
weer vast spijkerde en het vloerzeil weer op z'n plaats straat het stille plein op en ook van de zijde van de
legde met nog een spijkertje hier en daar schoot het Maasstraat reden wagens met Grünen binnen, zodat
door m'n gedachte: als ik de boel weer openmaak om de weldra het hele pleintje volkomen geblokkeerd was.
spullen er uit te halen weten we meer... dan zal deze Vanaf de wagens sprongen tientallen Grünen met kara-
vervloekte oorlog voorbij zijn! Bleef echter wel de bijnen in de aanslag en begonnen terstond de hele straat
vraag open: wanneer zal dat eens gebeuren? Het was de af te zetten aan beide zijden zodat er geen mens meer in
eerste maal dat we dingen verstopten voor de bezetters. of uit kon. Onder woest gebrul en geroep van „hu, hu,
Ik zou daarna nog heel wat vloeren openbreken, ook in loss, loss” (tenminste daar leken die dierlijke klanken
andere huizen en geen mens had ooit gedacht of gewe- nog het meeste op) begonnen ze zich in alle richtingen
ten dat je zulk enorm veel rotzooi in een huis onder de te verspreiden en met hun geweerkolven te beuken op
grond kon stoppen! Tonnen gewicht aan koper en tin de deuren, huis aan huis. Door luidsprekers werd ge-

- 51 -
roepen dat alle joden zich onmiddellijk op straat moes- ons... het bellen hield niet op, beneden hoorden we ze
ten begeven en op de trottoirs moesten blijven staan. met de geweerkolven op onze mooie gelakte deur ram-
Niemand van ons die op dat ogenblik kon begrijpen wat men. De vakbondsman verschoot lijkbleek... was hij
zich in de huizen waar joodse families woonden toen misschien zelf een jood? Angstig vroeg ie: „Waar kan
afspeelde. Het ging voornamelijk om de mannen. Na ik heen?” „Rustig hier blijven,” gelastte vader. Vader
enige tijd waarin de moffen steeds ongeduldiger werden ging naar de hall om de deur te openen, maar moeder
en onafgebroken op de deuren bleven beuken, versche- kwam tussenbeide toen de oude heer sprak: „Ik zàl ze,
nen aarzelend de eerste slachtoffers op de straten en potverdomme... laat ze maar boven komen, ik wil wel
bleven in gelaten afwachting staan wat er met hen zou eens even een woordje wisselen met dat tuig!” Maar
gebeuren. Vrouwen gilden en krijsten vanuit de ramen toen vond ik het moment gekomen om me er mee te
terwijl de mannen bij kleine groepjes weggevoerd wer- bemoeien, als vader deed wat ie van plan was in z'n
den tussen twee Grünen alsof ze bandieten waren. Het emotionele geladenheid konden we allemaal wel aju
was een afgrijselijk schouwspel dat we verstijfd van zeggen, dan werden we met z'n allen eveneens gearres-
schrik machteloos moesten aankijken zonder ook maar teerd en weggevoerd, de vakbondsman incluis. Met
iets te kunnen doen. Schuin in de hoek tegenover ons geweld pakte ik de oude heer bij z'n arm en rustig maar
op no. 88 schreeuwde een vrouw uit het open raam: met grote overredingskracht dwongen moeder en ik
„Smeerlappen! Schoften! Geef me m'n man terug... hem om er van af te zien en in de kamer te gaan. „IK zal
Geef me m'n man terug!! Zwijnen... tuig!!” Dreigend opendoen en ze te woord staan”, sprak ik en ik weet
richtten de kerels hun geweren op de open ramen en zelf niet meer waar ik de kalmte die over me kwam
toen ze ons in de gaten kregen voor onze geopende vandaan haalde. Maar op datzelfde ogenblik dacht ik
vensters schreeuwde er een: „Gehe sie fort vom Ra- ineens aan Betty, aan die avond bij haar thuis toen een
men...rasch... Ramen schliessen!!” Snel trokken we ons groep aangeschoten Duitse soldaten naar binnen wilde
terug van het venster, maar de ramen dichtdoen... en zij kordaat hen afbekte en de deur voor hun smoelen
nooit!! Eén van de Duitsers riep naar de vrouw terug: dichtgooide. Ik handelde bijna automatisch nu, de mof-
„Sei ruhig, mensch... ihre Mann kehrt sofort wieder!” fen stormden de trap op en ik zag er een het eerst door
We zagen heel wat mannen wegvoeren en sommigen de loop van z'n karabijn... het was een nog jonge knul
van hen riepen terug dat niemand ongerust moest zijn... en hij begon meteen te balken van „Sind hier Jude ins
„We komen morgen weer thuis, zeggen ze!” Maar erg Hause? Wieviel Juden haben sie hier?” Ik liet hem tot
geloofwaardig leek die voorspelling niet te zijn. Vader vlak voor mij komen en vroeg bedaard: „Was ist loss...
wond zich verschrikkelijk op over de gebeurtenissen was suchen Sie hier?” Hij herhaalde de vraag of wij
die zich daarbuiten afspeelden en als we hem z'n gang hier joden in huis hadden. Ik deed of ik ongeïnteres-
hadden laten gaan zou hij er de straat voor opgegaan seerd was en zei op afgebeten toon: „Juden? Nein!!
zijn om de moffen het jak uit te vegen, iets dat hem Hier gibt es kein Juden... und er kommt kein mensch
ongetwijfeld het leven gekost zou hebben, want deze hier ins Hause, verstehe?” En tegelijk sloeg ik de deur
kerels stonden voor niets. Het was gewoon belachelijk voor z'n tronie dicht. Geschrokken van m'n eigen lef en
om te zien hoe ze zich uitsloofden in dienstijver met het de gewaarwording dat ik zonder het zelf te weten de-
opsporen van de joden. Sommigen van hen kropen op zelfde woorden had gebruikt waarmee Betty indertijd
hun buik langs de gevels en loerden over de venster- die dronkelappen van de deur had gejaagd met zo veel
banken van de benedenhuizen heen naar binnen om te succes, dacht ik: nou breekt de hel los... dat neemt ie
kijken of daar ergens een prooi voor hen te vinden was. nooit, dadelijk ramt ie de hele deur in mekaar en zijn
De mannen die vrijwillig naar buiten waren gekomen we de pineut! Maar er gebeurde totaal niks... hij had die
gingen allemaal in de overvalwagens en als er een taal gevreten, met een grote smoel kon je die kerels
wagen vol was reden ze weg... waarheen? Geen mens kleinkrijgen! Ik was stomverbaasd dat het me gelukt
die er het antwoord op wist. Toen we dachten dat het nu was. Ze dropen af en een zucht van verlichting ging
wel welletjes was en dat ze genoeg slachtoffers hadden door ons heen. De vakbondsman wachtte nog even af
gevonden, moest het ergste echter nog komen. Waar- tot de laatste Grüne van het toneel verdwenen was en
schijnlijk verkeerden de moffen in de veronderstelling besloot het er toen maar op te wagen. „Als je ziet dat
dat heel Zuid door louter joden werd bewoond en von- het om de hoek van de straat nog niet veilig is, kom dan
den ze de vangst zó gering dat ze de overtuiging kregen meteen weer terug,” opperde vader... er is eventueel
dat er nog het grootste deel zich niet vrijwillig gemeld nog wel een slaapplaats hier in huis. We stonden nog
had. Ze gingen nu dan ook in groepen overal langs de allemaal te trillen op onze benen toen de man vertrok-
huizen, al schreeuwende: „Juden er aus... alle Juden er ken was en er blijkbaar goed doorheen kwam, want we
aus!!” En waar we al bang voor waren gebeurde toen. zagen hem niet terugkeren. Vader merkte nog op: „Zeg
Er kwam op uitgebreide schaal huiszoeking, overal knaapje... jij had wel lef zoëven, hoe heb je 'm dat ei-
werd de huisbel langdurig geluid en als er niet gauw genlijk geleverd, jullie moeten nodig wat van mij zeg-
genoeg opengedaan werd, beukten ze de ruitjes in om gen!” Ik vertelde maar niet dat ik die ervaring met de
zelf de deur aan de binnen zijde te openen. Ook bij moffensoldaten bij Betty had opgedaan meer dan een

- 52 -
jaar geleden. „Als je die kerels een grote smoel geeft gaf! Antje wàs ook een ideaal, en misschien was ze nog
druipen ze meteen af... ze zijn gewend aan kadaverdis- wel een ideale schoondochter ook geweest...!” Vader
cipline, dat is nu eenmaal een bekend feit”, zo merkte ik vond dat allemaal maar nakaarten en gaf ronduit toe dat
op. „Ze hebben die vrouw toch ook niks gedaan die er stom gehandeld was in die tijd. We deden moeite
daarnet uit het raam lag te schelden?” Moeder zei: voor een werkster eenmaal in de week en gedurende
„Nou, ik dacht werkelijk een ogenblik dat ze haar dood korte tijd versleten we er een aantal. Maar ook dat bleef
zouden schieten vanaf de straat.” sukkelen en nadat de laatste het op een gegeven dag
Nu de overval achter de rug was, kwamen de ook liet afweten belde vader de Arbeidsbeurs op met de
buren ook allemaal tevoorschijn en er werden druk vraag of er nog een werkster beschikbaar was. Veel
ervaringen uitgewisseld. Bij Mellink waren ze binnen hoop hadden we er niet op, werksters begonnen toen al
geweest en wilden ze de persoonsbewijzen zien. Mel- schaars te worden en er waren andere bronnen van
link merkte op: „Ik dacht op dat moment maar aan één bestaan waarmee de dames hun boterham gingen ver-
ding: wat een geluk dat we nog net op tijd als ons koper dienen.
hebben weggeborgen!” Waar 'n mens al niet aan denkt Toen, op een donderdagmorgen, werd er ge-
in zulke angstige ogenblikken! Dit alles was het begin beld en een jonge vrouw van een jaar of vier-, vijfen-
van wat de moffen „die Entlösung” noemden, de gelei- twintig kwam boven. Ik was die dag thuis met m'n
delijke uitroeiing van het joodse volk in heel Europa. wachtdag en kon dus getuige zijn van haar entree. We
We zouden er nog vele keren hierna getuige van zijn. begrepen eerst nog in 't geheel niet waarvoor ze eigen-
Hele families werden opgeroepen voor Westerbork, lijk kwam, je zou in de verste verte niet verwacht heb-
hun huizen werden verzegeld... de complete inboedel, ben dat ze zich kwam aanbieden als werkster want daar
waaronder zich heel vaak kostbare schilderijen bevon- was ze helemaal niet op aangekleed. Ze droeg een sjiek
den, werd door de moffen in beslag genomen en naar mantelpakje en had een koket hoedje op en maakte de
Duitsland getransporteerd. Dikke Hermann Göring was indruk op en top een dametje uit de betere stand te zijn.
een verwoed verzamelaar van kunst geworden!! Verbaasd vroeg moeder: „Waar komt u voor, me-
vrouw?” Haar antwoord verhelderde ogenblikkelijk de
Nu ik in dit geschrift de vervolging van de jo- situatie door de woorden: „Ik kom van het Arbeidsbu-
den ter sprake heb gebracht die vanaf dat ogenblik een reau en ben gestuurd om u te helpen in de huishou-
steeds grimmiger omvang begon aan te nemen en daar- ding!” Ze zei het met de uitspraak van een meisje dat
bij denk aan de volkomen machteloosheid van de niet- uit de zeer gegoede stand kwam en die een behoorlijke
joodse bevolking om daar een barrière tegenop te kun- opleiding had genoten. Moeder kon het nog niet hele-
nen werpen, wil ik niet nalaten een voorval te beschrij- maal verwerken, verbaasd als ze was door deze ver-
ven dat ons in vrij directe aanraking bracht met dit schijning die van alles kon wezen behalve een werkster.
tragische lot dat onze joodse landgenoten beschoren Toen het eenmaal duidelijk was waarvoor ze inderdaad
was. Het had betrekking op een jonge vrouw die op kwam en een kaart liet zien van de Arbeidsbeurs, liet
zekere dag door het Arbeidsbureau naar ons toege- moeder haar binnen komen om de zaak te bespreken.
stuurd werd als werkster. Nadat Antje ons verlaten had Bescheiden nam ze plaats en merkte met iets angstigs in
door de omstandigheden was het moeder nooit meer haar stem op: „Mevrouw, ik weet ècht niet of u me kunt
helemaal gelukt een geschikte plaatsvervangster voor gebruiken en dat u iets aan me zult hebben... want ik
haar te vinden. Nadat we een stoet van andere meisjes heb dat soort werk namelijk nog nooit gedaan.” En toen
de revue hadden zien passeren, waarvan de een bleek te zagen we plotseling wat er aan de hand was, ze had
gappen en een ander liever lui dan moe was, terwijl de haar manteltje losgeknoopt en we aanschouwden op
derde na korte tijd blijk gaf te sympathiseren met de haar bloesje de bekende gehate gele jodenster. Het
N.S.B., vond moeder het maar beter om helemaal af te moest bepaald een goedwillende ambtenaar geweest
zien van een dagelijkse hulp. Vader was nu toch ook zijn die haar naar ons toegestuurd had, want in feite
alle dagen thuis en die deed voortaan alle boodschap- mochten de joden niet meer in dienstbetrekking zijn bij
pen en kon moeder allerlei karweitjes uit de hand ne- niet-joden. Later begrepen we, overigens helaas te laat,
men binnenshuis, daar was de oude heer verbazend dat iemand bij het Gewestelijk Arbeidsbureau daar een
handig in. Moeder verzuchtte wel eens met een spijtige speciale bedoeling mee gehad moet hebben, maar dat
klank in haar stem: „Wat ben ik toch een eendvogel drong aanvankelijk bij niemand van ons door.
geweest om toen naar tante Mien te luisteren en Antje Nieuwsgierig geworden naar de redenen
d'r congé te geven, had ik dat maar nooit gedaan... dan waarom dit meisje zich als schoonmaakster had aange-
hadden we Antje nu nog gehad, want zoals dàt meisje meld, vroegen vader en moeder naar bijzonderheden.
was, vind je er geen tweede meer...!” Schouderopha- Er volgde een somber verhaal dat in de eenvoud waar-
lend hoorde ik die ontboezeming van „spijt achteraf” mee ze het vertelde een zee van afschuwelijk leed in
door moeder aan en kon niet nalaten te zeggen: „Ja zich borg en waardoor we voor de eerste maal in aanra-
mens, 't berouw komt altijd ná de zonde... dat had u wel king kwamen met de rechtstreekse gevolgen van de
eens eerder mogen bedenken voor u tante Mien d'r zin Duitse rassenwaanzin. Haar ouders waren al enige tijd

- 53 -
geleden opgepakt en in afwachting van verder transport mevrouw... zègt u toch alstublieft wàt ik verkeerd doe...
verbleven zij nu in kamp Westerbork. Doordat ze niet ik heb nooit kunnen denken dat ikzelf nog eens zulk
meer thuis woonde was ze voorlopig aan de vervolging werk zou moeten doen en ik hoop niet dat u boos op me
ontsnapt samen met een jongere zuster die eveneens op zult worden als ik het niet goed doe. Maar laat me als-
een ander adres verblijf hield. Zonder inkomen en zon- tublieft hier mogen blijven!”
der de bescherming van het ouderlijk huis waarvan Het was mij niet ontgaan dat Roza een ver-
alles door de Duitsers in beslag genomen was, had ze draaid knappe meid was, maar dat er achter die zuide-
schier vertwijfelde pogingen gedaan om aan werk te lijke schoonheid ook nog iets heel liefs verborgen lag in
komen en in leven te blijven. Nergens mocht ze wer- haar karakter maakte nog wel de meeste indruk op ons
ken... op geen enkel kantoor of bedrijf. Teneinde raad allemaal. We stonden dan ook al spoedig op heel goede
had iemand haar de naam genoemd van een ambtenaar voet met haar. Ze leerde ook al vlug de dagelijkse
aan de Arbeidsbeurs waarvan bekend was dat hij bereid handgrepen van het huishouden bij ons en deed alles
was om joden aan werk te helpen bij mensen die be- met de meeste toewijding, al ging het vaak veel te lang-
trouwbaar bleken te zijn. Kende die man ons dan mis- zaam naar moeders zin. Moeder wilde wel eens op haar
schien? Waarom stuurde hij haar juist naar ons toe? mopperen in dat geval, zo van: eigenlijk heb ik niks aan
Vader dacht nog een moment aan een valstrik, zoals hij dat kind... ik moet nog zoveel zèlf doen! Maar dan
ons later vertelde, maar je hoefde het lieve kind maar sprongen vader en ik dadelijk voor Roos in de bres en
aan te zien om zekerheid te hebben dat haar verhaal riepen uit: „Je moest zelf maar eens in die omstandig-
wáár was, haar joods-zijn sprong wel heel duidelijk in heden verkeren”, of: „Wees maar blij dat je een even-
het oog. mens kunt helpen in de nood.” Moeder beheerste dan
Nou, daar zaten we wel meteen midden in het maar weer haar onbehagen en liet zich ontvallen: „'t Is
probleem. Moeder dacht er vanzelfsprekend aan wat ze een lieve meid, dat moet gezegd worden, en ze is erg
nu wel moest aanvangen met een hulp die waarschijn- gewillig ook... misschien leert ze het nog wel eens!” De
lijk nog nooit van haar leven een stofdoek ter hand had eerste paar weken kwam ze maar één dag per week,
genomen en die ze alles zou moeten bijbrengen. Ge- maar toen vroeg ze op een keer of we het goed vonden
spannen en met angstige verwachting keek ze ons beur- dat ze alle dagen mocht komen, dan had moeder mis-
telings aan en zei aarzelend: „Als u me een beetje schien wat meer aan haar? Op moeders vraag of ze dan
wegwijs wilt maken zal ik het proberen en ik verzeker u bedoelde ook meer te verdienen, liet ze zich haastig
dat ik heel erg m'n best zal doen om u te helpen... ik kan ontvallen: „O nee mevrouw... dat is helemaal de bedoe-
het toch immers leren?” Vader en moeder keken elkaar ling niet, ik hoef echt niet meer geld te krijgen, maar het
wat onzeker aan, besluiteloos, niet wetend wat ze er is maar dat ik hier veiliger bij u ben...” We begrepen
mee aan moesten. Ik kreeg ineens een intens gevoel van het... er was geen nadere uitleg voor nodig om iets te
medelijden met haar, zoals ze daar benepen in die stoel voelen van de voortdurende angst die dit meisje dage-
zat, kennelijk aan 't eind van haar Latijn met alleen nog lijks achtervolgde, de angst voor het uur dat de moffen
maar het wachten op een „ja” of „neen” van die vreem- haar zouden komen halen, het gebons op de deur, de
de mensen tegenover haar. En ik liet me ontvallen: onbehouwen laarzen op de trap en het dierlijke gebrul
„Maar dat kàn ze toch vast en zeker leren... ik kan toch van: Juden eraus! We hadden het nu zelf met eigen
ook wel met een stofdoek omgaan en de afwas doen, ogen aanschouwd in onze straat. Roza mocht alle dagen
waarom zij dan niet?” Dat gaf de doorslag en moeder komen en we matsten het zoveel als in ons vermogen
zei: „Vooruit dan maar, doe je manteltje maar uit, dan lag om haar wat meer geld toe te stoppen voor die extra
zullen we maar eens kijken wat je ervan terechtbrengt dagen.
en wees maar niet bang hier want wij staan aan de Een hele tijd ging dat zo goed met Roza, we
goede kant!” Ik geloof wel dat het een kolossale op- waren helemaal vertrouwd geraakt met haar en zij
luchting voor het meisje was dat ze was aangenomen en scheen ook heel erg aan ons gehecht geraakt te zijn.
dat ze nu bij mensen was terechtgekomen die begrip Moeder spaarde het meisje zo veel als mogelijk was
voor haar toestand hadden. met zwaar en wat minderwaardig werk en liet haar
Moeder moest echter engelengeduld met haar uitsluitend de lichte huishoudelijke werkjes doen en die
hebben, want we waren er al gauw achter gekomen dat deed ze dan ook met de uiterste zorg. Maar kort na het
Roza nog nooit van haar leven iets op huishoudelijk afschuwelijke gebeuren op die bewuste avond met de
gebied had ondernomen. Integendeel, haar ouders ble- razzia van de moffen, kwam ze op 'n ochtend bij ons
ken zelf in de goede tijd er personeel op na gehouden te aanzetten met een wat bedrukt gezicht. We merkten
hebben; we ontdekten al gauw dat dit meisje van zeer dadelijk dat er iets bijzonders aan de hand was met
deftige en gegoede joodse familie was en haar manieren Roos. Nu, ze had ons een ellendige boodschap te vertel-
waren zodanig dat we ons af en toe een beetje opgelaten len. Er was een oproeping gekomen dat ze zich de
voelden in haar bijzijn aan tafel. Moeder dorst haar volgende week op dinsdag om 6 uur 's morgens moest
nauwelijks terecht te wijzen als ze iets niet naar haar melden aan het Centraal Station, met medenemen van
zin deed, maar dan zei Roos heel tegemoetkomend: „O slechts een handkoffertje en een deken. Bestemming:

- 54 -
„doorgangslager Westerbork”, ze liet ons de kaart zien brengen van joodse kinderen op het platteland bij boe-
met de bekende snauwerige tekst en vergezeld van de ren waar ze op geheime plaatsen verborgen werden
nodige dreigementen bij het niet gehoor geven aan deze gehouden tot de oorlog misschien gauw voorbij zou
oproep. Waren wij op het eerste gezicht nogal ge- zijn.
schrokken van deze jobstijding en zeer begaan met het „Ik zou niet weten wáár ik ergens terechtkon
lot van dit ongetwijfeld heel lieve meisje, onze gevoe- voor zoiets... ik heb geen enkele relatie meer met ande-
lens verzonken in het niet bij die welke Roza moest re mensen... bij de Joodsche Raad willen ze ook
hebben met het vooruitzicht dat ze nu weldra haar enige niemand helpen, die zijn zelf veel te bang. Neen, er zit
bescherming bij ons zou moeten prijsgeven voor een niets anders op dan dat ik ga en m'n zusje moet ook
bar onzekere toekomst die ze tegemoet ging. mee, die kan ik ook niet alleen achterlaten.” Wat een
Vader nam de oproepingskaart in z'n hand en afschuwelijke situatie was dat ineens en wat een onheil
bekeek het fatale document van alle kanten of ie er nog hadden die vervloekte schurken over ons land gebracht!
iets positiefs in kon ontdekken, maar het was zonne- Mogelijk was het op dat moment, dat ons de schellen
klaar dat er geen speld tussen te krijgen was... Roos had van de ogen vielen en we in een korte heldere flits de
geen enkele keuze dan gelaten te gaan... de slachtbank ontzettende werkelijkheid zagen: Roos zou gaan... haar
tegemoet! Maar vader vroeg haar: „En wat ga je nu zekere ondergang tegemoet. Die ouders waren natuur-
doen... je wilt ons toch niet vertellen dat je daar gemoe- lijk al lang niet meer in Westerbork, al eerder doorge-
dereerd heen gaat, kind?” Gelaten antwoordde ze: „Ik stuurd naar de gaskamers, hun lijken verbrand en van
zal wel moeten gaan, ik heb toch immers geen andere hun bezittingen was niets meer over... Ik zag aan vaders
keus en bovendien wil ik eigenlijk ook maar liever naar gezicht dat ie 't zelfde dacht als ik en het verbaasde me
Westerbork... ze zeggen dat het daar helemaal niet zó dan ook helemaal niet toen ik hem hoorde zeggen: „Je
slecht is voor de joden. Ik wil naar mijn ouders toe, die zou misschien HIER bij ons kunnen onderduiken... we
zijn daar ook en ik zal hen tenminste weer terug zien, hebben boven een flinke zolderkamer, daar zou je best
zodat we bij elkander blijven... wat er ook gebeuren opgeborgen kunnen worden. Er is daar een bed en wat
mag.” We keken mekaar even aan en dachten alle drie meubilair en wij zorgen voor je eten. Je kunt dan over-
hetzelfde: het verhaal van Mellink en de gelijkluidende dag wat in het huishouden helpen en als er onraad is
geruchten die ons van elders hadden bereikt over het verdwijn je gauw naar boven... deur op slot, geen haan
verschrikkelijke lot dat de joden in Moffrika te wachten die er naar kraait! Je mag dan natuurlijk niet meer op
stond... wàt daar dan ook van waar mocht zijn. „Heb je straat komen, de mensen mogen niet weten dat je hier
ná die tijd nog wel ooit eens iets van je vader en moeder op dit adres woont.....” Er blonk even iets in haar don-
vernomen uit Westerbork... een briefkaart of bericht dat kere ogen op van dankbaarheid en waardering dat we
ze goed aangekomen waren?” waagde moeder te vra- zo genegen waren dit voor haar over te hebben, maar
gen. Nee... ze had in het begin nog wel verwacht dat er die glans verbleekte snel en maakte plaats voor een
bericht zou zijn gekomen aan het adres van vrienden vastberaden trek om haar mond toen ze snel zei:
betreffende haar ouders, hoe ze het maakten en hoe het „Neen... dat kunt u niet menen, u heeft geen idee wàt u
leven daar was in het kamp. Ook bij de zogenaamde zich daarmee op de hals haalt. Zoiets mag ik niet van u
„Joodsche Raad” kon men haar geen enkele mededeling verlangen ook, ik zou u en alle mensen hier in huis in
doen over het welzijn van haar ouders. „Zou je dat nu groot gevaar brengen wanneer de Duitsers er achter
echt wel doen, Roos, stel nu eens dat je vader en moe- kwamen dat ik hier verborgen werd gehouden. Weet u
der daar al niet meer zijn?” vroeg m'n vader. „Nu ja, wel dat er de doodstraf op staat als men joden verbergt?
dan hoor ik dáár misschien wel waar ze heen gegaan Nee, hoe schitterend ik uw aanbod ook vind, ik mag dat
zijn en dan kan ik proberen daar ook te komen...” 't niet aannemen en ik geloof dat het maar het beste is als
Klonk verbazend naïef... dat blinde vertrouwen in de ik er heen ga... bovendien moet ik ook aan m'n jongere
medewerking van de moffen... Alsof die juichend zou- zus denken. Als ze dat kind pakken zullen we helemaal
den klaarstaan om haar verder te helpen en met raad en goed van elkaar gescheiden raken en die gedachte vind
daad bij te staan. Vader begon weer: „Weet je wat jij ik onverdraaglijk...!” Vader bleef echter toch nog wat
moet doen, meid...? Verscheur die kaart en laat ze naar aandringen, trachtte haar te overtuigen van de vreselijke
de hel lopen! Je moet proberen onder te duiken, mis- risico's die ze liep door naar dat oord toe te gaan, praat-
schien zijn er wel mensen die je willen helpen zodat de te over de erge dingen die wij vernomen hadden over
moffen je nergens kunnen vinden...!” Het was de eerste die concentratiekampen zonder dat hij zelfs nog over
maal dat dat nieuwe woord bij ons gevallen was: „on- het allerergste dorst te reppen van de gaskamers omdat
derduiken”. We hadden er de laatste tijd al vaker van ie dat zelf nauwelijks durfde te geloven. „Denk er toch
gehoord dat mensen van het toneel verdwenen, die door nog eens goed over na vóór je een besluit neemt”, zo
de Duitsers gezocht werden wegens verzetsdaden... besloot hij.
Gerrit of Jan zijn ondergedoken, heette het dan. Ook We waren er allemaal ondersteboven van. We
hadden we gehoord dat er mensen waren die zich in het vonden Roos allemaal een echte lieve meid, ze was in
diepste geheim bezig hielden met het in veiligheid de laatste weken bijna een waardige plaatsvervangster

- 55 -
van Antje geworden en ik moest mezelf met geweld te houden nu wel konden laten varen. Maar meneer
bedwingen om niet zo'n heel klein pietsje verliefd te Mellink liet er meteen bij doorschemeren dat hij stellig
raken op haar. De gedachte dat deze knappe intelligente z'n best wilde doen om te trachten een adres voor het
jonge vrouw voorbestemd was om binnen wie weet meisje te vinden in de buurt van Gendringen... er waren
welke korte tijd vermoord te worden door dat adderge- er daar naar zijn stellige overtuiging genoeg goede
broed in Moffrika, maakte dat we er schier slapeloze Nederlanders die klaar stonden om de joden onderdak
nachten door hadden. Ze had nog ruim een week de tijd te verlenen. We zouden er met Roos over praten en
alvorens ze zich aan het station zou moeten melden, proberen haar over te halen niet naar Westerbork te
misschien dat ze zich nog bedacht voor het zover was. gaan. Alle hoop bleef gevestigd op wat meneer Mellink
Maar we zaten toch wel geducht in ons maag met het voor een oplossing zou weten te organiseren.
probleem. Toen Roza 's middags naar haar eigen adres Maar 't zou allemaal niet meer nodig zijn...
ging waarvan we in 't geheel niets wisten, wáár ze Roos kwam de volgende dag al niet meer opdagen, en
woonde en hoe haar eigenlijke achternaam luidde, ook de daarop volgende dag niet. Ze bleef weg... voor-
bespraken we de plannen nog weer eens en het werd goed. Was ze bang geworden dat we haar met alle
toen wel duidelijk dat we zelf een enorm risico gingen geweld zouden ompraten en wilde ze per se tòch naar
nemen wanneer we het meisje bij ons in huis lieten Westerbork om bij haar ouders te zijn? Of was ze voor-
verdwijnen. 't Was makkelijker gezegd dan gedaan... tijdig al in de handen van haar beulen gevallen bij een
hoe hield je zoiets stil voor de buren? Wat voor maatre- razzia? We zijn er nimmer achter gekomen, geen taal of
gelen moesten we nemen als er eens op een kwade dag teken hebben we ooit meer van het meisje vernomen en
een inval kwam van de Grüne Polizei? Dat zou allemaal we konden ook niet informaties over haar inwinnen,
terdege voorbereid moeten worden. Het was vader die want noch haar achternaam, noch haar tijdelijk adres
uiteindelijk zei: „We kunnen deze kwestie niet in ons had ze ons meegedeeld. Maar de gedachte aan wat er
eentje oplossen... ik ga er mee naar Mellink toe, we allemaal met haar gebeurd kon zijn schokte ons heel
zullen eens horen wat die van het plan zal zeggen. Per diep. Het heeft me jarenlang als in een nachtmerrie
slot van rekening is Mellink een absoluut betrouwbare achtervolgd, dat we dit jonge kind niet uit handen van
man en ik hecht de meeste waarde aan zijn oordeel. En de moffen wisten te houden, dat ze als een willoos dier
zo geschiedde. Mijnheer Mellink kwam nog die zelfde zich naar de slachtbank liet voeren en vertwijfeld heb-
avond bij ons binnen en hoorde het hele trieste verhaal ben we ons daarna nog lang afgevraagd: wat zou er toch
van A tot Z aan en wat wij van plan waren. Het bleek van Roza geworden zijn? Drie jaar later kregen we het
allereerst dat ze boven ook al een poosje in de gaten antwoord... ik heb er een trauma aan over gehouden.
hadden dat wij een joods meisje in huis hadden en ze
hadden al vaag verondersteld dat ze een kennisje van
ons was die we onderdak hadden verleend om bepaalde Zaterdag 8 en zondag 9 augustus 1942
redenen. Toen Mellink de feiten vernam zoals die op
het moment lagen en dat we Roza tijdelijk wilden op- De afspraak die ik met mijn neef Aart Grotendorst had
bergen boven op de zolderkamer, fronste onze buurman om een film te maken van een tocht met z'n zeilboot,
de wenkbrauwen en keek ons met bedenkelijke blik had er toe geleid dat we in dit weekeinde de omstandig-
aan, terwijl hij zei: „Meneer Van Rossum... wéét waar- heden gunstig achtten dit plan uit te voeren. Hij had me
aan u begint! Ik zou dat beslist niet doen als ik in uw opgebeld naar De Standaard, of het me schikte heden-
plaats was. Dit huis leent zich helemaal niet om onder middag naar de botenwerf te komen tegen 2 uur. We
te duiken, wat dàcht u... als de moffen hier binnenko- zouden dan eerst vanmiddag een oriëntatie-tochtje
men om haar te zoeken? Ze hebben haar binnen vijf maken over de Nieuwe Meer opdat ik een indruk mocht
minuten te grazen op die zolder en ze kan nergens krijgen van hetgeen er al zo kwam kijken bij het zeilen.
heen! U brengt niet alleen uw eigen gezin in groot Gefilmd zou er dan nog niet worden. De bedoeling was
gevaar daardoor maar de medebewoners lopen ook om de daaropvolgende zondag met zijn allen, dat wil
grote kans om gepakt te worden, ze gaan van de veron- zeggen m'n nichtje Annie mitsgaders haar vriendin,
derstelling uit dat wij hiervan allemaal op de hoogte Juffrouw Bus het water op te gaan en hiervan een aantal
waren en dan gaan we met z'n allen voor de bijl! Neen, geschikte shots op te nemen.
beste buurman, ik heb alle respect voor jullie menslie- Mijn neef had die boot al enige jaren maar ik
vende plannen en ik zal de laatste zijn die daar aan had het vaartuig nog nooit gezien, Ik wist dat hij hem
twijfelt, maar geloof me, als dat meisje geholpen wil had laten bouwen op een bekende Zaanse werf en dat
worden zal dat op een heel andere manier moeten ge- het ding een bom duiten gekost had. Gezeild had Aart al
beuren. Dan zullen we haar naar het platteland moeten jarenlang en dat gaf me het vertrouwen dat ik me met
laten verdwijnen... misschien bij boeren in de Achter- een gerust hart aan hem kon overgeven, hij verzekerde
hoek waar ikzelf vandaan kom. Maar beslist niet hier in me dan ook dat ik geen enkel gevaar zou lopen. Zijn
dit huis!” Hij zei het laatste met grote nadruk en we boot had een extra verzwaarde kiel en hij beweerde dat
begrepen uit z'n woorden dat we het plan om Roza hier je er desnoods de Noordzee mee kon oversteken, het

- 56 -
schip was volkomen zeewaardig. Tegen twee uur kwam hier aan de andere kant van de plassen een commando-
ik aan de botenwerf en na enig zoeken en vragen naar post liggen. Ze zitten de hele dag met kijkers over het
schipper Grotendorst en boot „Harpoen”, ontwaarde ik water te loeren en het lijkt me beter dat ze die filmca-
m'n geachte neef een heel eind verderop waar hij al mera van jou niet in de gaten krijgen!” Deze waar-
druk doende was de Harpoen zeilree te maken. Nou, het schuwing zou blijken niet geheel overbodig te zijn.
was inderdaad een kanjer van een zeilboot, zwaar ge- Maar die middag was er gelukkig nog niets aan de
bouwd en keurig in de lak, alles blonk en glom er aan. hand, behoudens een sporadische collega-zeiler was er
En zo stapte ik aan boord om ingewijd te worden in de een volmaakte rust op het water en we hadden alle
eerste geheimen van de zeilsport. Ik had de filmcamera ruimte om met vol zeil er vandoor te gaan, naar mijn
wel meegenomen teneinde uit te proberen waar ik aan lekenoordeel met een behoorlijke snelheid, al beweerde
boord de beste standpunten kon innemen, maar we neef Aart dat dit nog helemaal niks was. Met een beetje
wilden deze middag nog geen opnamen maken. Ik flinke wind... dàn kon je pas wat beleven! De middag
moest het wat zuinigjes aan doen met het filmmateriaal, vloog om en voor ik het wist meerden we al weer af bij
't waren de laatste spoelen met film van Gevaert die me de steiger van de botenwerf. Afspraak was de volgende
ter beschikking stonden. Bernhard had me er op voor- morgen om 8 uur present te zijn mèt film en een paar
bereid dat ik er voorlopig niet meer op hoefde te reke- sneetjes brood voor onderweg, want het zou wel laat
nen nog iets te kunnen kopen; er zou geen filmmateriaal worden die dag.
meer beschikbaar zijn voor particulieren! Ik werd deze Het zag er die zondagmorgen aanvankelijk
middag volledig ingewijd in de handgrepen van het niet bijster hoopvol uit wat het weer betreft, een be-
zeilen, hoorde allerlei vreemde benamingen en moest wolkte hemel, waaruit een dreinerige motregen viel.
daadwerkelijk meehelpen bij het hanteren van het Toen ik bij de steiger arriveerde waren ze er al, neef
grootzeil, het hijsen van het fokkezeil en de edele kunst Aart en de twee jonge vrouwen. Ze waren druk doende
ven het laveren. Binnen het uur voelde ik me al bijna met het hijsen van de zeilen en ik had niet veel later
een volleerd zeiler... dat wil zeggen zolang neef Aart er moeten komen. Gelukkig klaarde de hemel een beetje
bij was en met bekwame hand het roer bediende en op op en ik had nog net even gelegenheid om een paar
het juiste moment z'n bevelen gaf. Ik had al gauw in de opnamen te maken van het in gereedheid brengen van
gaten dat je bij het laveren als de donder moest oppas- de tuigage en het afvaren en voor de zekerheid maakte
sen dat je geen klap tegen je kop kreeg van de giek, ik tegelijk ook een shot van het terugkeren en afmeren.
waar het grootzeil aan vast zat. Wanneer die van bak- Dat kon dan later aan het slot van de film gemonteerd
boord naar stuurboord omkiepte want daar was geen worden. Na dit kort oponthoud staken we dan eindelijk
menselijke schedel tegen bestand zoals m'n neef me van wal en ziedaar, nauwelijks waren we een kwartier
voorhield. De boot had een ruime kajuit met een boel buiten de haven of het wolkendek brak open en de lang
comfort en minstens drie slaapplaatsen en je kon je er verbeide zon zette volledig luister bij aan het waterfes-
makkelijk in bewegen. Het was maar goed dat er niet zo tijn, het werd nog een prachtige dag. Maar ook de wind
bar veel wind was die middag, zoiets wat de zeelui een zorgde voor de nodige afleiding en die nam later op de
labberkoelte noemen, en ik vermoed dat ik bij een middag nog aanzienlijk in kracht toe zodat m'n neef
stevige bries m'n lol best opgekund had! Nu ging het opmerkte: „Nou gaan we pas echt zeilen...” Die dag
allemaal van een leien dakje en we zwalkten de Nieuwe werd voor mij wel een tamelijke belevenis, dit was nou
Meer over van de ene oever naar de andere. Daar tus- iets dat zo geheel en al afweek van mijn geijkte levens-
sendoor, wanneer Aart de boot voor de wind liet gaan, patroon en zo volkomen nieuw voor me was dat ik er al
had ik dan even gelegenheid om met de lege camera het andere bijna totaal door vergat. De beide meisjes,
wat te experimenteren. Nu, er was leven genoeg in de Annie en haar vriendin, ontpopten zich als twee zeer
brouwerij wat dit onderwerp betreft, ik was er van charmante gastvrouwen aan boord en zagen er verleide-
overtuigd dat er een beste film van te maken viel. 't was lijk uit in hun sportieve shorts en ik was maar blij dat ik
alles actie wat de klok sloeg en het eeuwig in beweging zo verstandig geweest was om mezelf eveneens in
zijnde water met de talloze lichtschakeringen er over en luchtige vakantiekledij te steken. Ik had nu tenminste
het wolkenspel daarboven als een onuitputtelijke bron niet dat gevoel dat ik maar zo'n gelegenheids „opstap-
van inspiratie. „Kun je er nu ook mee op zee varen?” pertje” was, maar er echt bijhoorde. Mijn nichtje had
waagde ik hem te vragen. Aart bevestigde dat zijn boot voortreffelijk voor de proviandering gezorgd en toen we
volkomen zeewaardig was. „Alleen zou ik er dan wel een paar uurtjes rondgezwalkt hadden over het water
m'n aanhangmotor bij moeten gebruiken om vooruit te werd er op uitgebreide schaal een picknick gehouden
komen bij windstilte”, zo voegde hij er aan toe. Hij op een klein eilandje ergens midden in de Nieuwe
bleek dus ook nog over een motor te beschikken. Maar Meer. Ze had voor koffie en broodjes gezorgd en we
die was ergens veilig opgeborgen, daar mocht ie niet lieten het ons allemaal best smaken... mijn eigen boter-
mee varen van de moffen en bovendien was er ook geen ham kwam er nauwelijks aan te pas!
brandstof te krijgen. „We moeten trouwens toch een In die tussentijd waren er al heel wat leuke
beetje oppassen hier in de buurt. De Duitsers hebben shots opgenomen en ik moest mezelf geducht afremmen

- 57 -
en me alle beperkingen opleggen om maar niet te veel angstige blikken in de ogen aan. Niemand kon voor-
raak te filmen. Ik had de grote Cine-Nizo camera mee- spellen wat die lui in de zin hadden en in hoeverre ze
genomen met twee spoelen van 15 meter en daar zou ik ons wat maken konden dat we aan het filmen waren.
het mee moeten doen. Aart wilde ook graag een opna- Volgens Aart waren we per ongeluk te veel in de ver-
me vanaf de wal terwijl z'n boot recht op de camera aan boden zone terechtgekomen in de buurt van die com-
voer en dan met een snelle manoeuvre de steven wend- mandopost. Het zou best kunnen zijn dat ze ons ver-
de. Nou, dat kon allemaal en zo werd ik dus teneinde dit dachten van spionage of van het maken van geheime
evenement te vereeuwigen ergens op een eilandje aan foto's van de situatie. We deden of we druk doende
wal gezet met de camera terwijl de Harpoen zich ver- waren met de tuigage terwijl Aart zo ongemerkt moge-
wijderde en mij alleen achterliet. Het kostte me wel een lijk van koers veranderde om nog te proberen de mo-
paar natte voeten doordat ik van boord een fikse sprong torboot met Duitsers te ontlopen. Maar die was onein-
moest maken om aan land te komen, een sprong die dig veel sneller dan wij met ons enkele fokje op en voor
helaas niet volmaakt uit de verf kwam. Maar dat woog we het wisten hadden ze ons te pakken. Ze naderden
allemaal niet tegen de pret en de satisfactie die dat we ons op enkele tientallen meters afstand. We konden hun
een avontuurlijke dag hadden en er succesvol gefilmd stemmen horen, het waren kerels in marine uniformen
werd. Na de middag omstreeks 12 uur begon de wind al van de Duitse Kriegsmarine. Ze beweerden dat die lui
strakker te blazen er dreven nog wat donzen wolken de beroerdsten niet waren. En dat bleek goddank nog
langs de blauwe hemel en nu kreeg ik eindelijk pas een waar te zijn ook. Ze brulden ons wat onverstaanbaars
idee wat je met zo'n zeilschip allemaal kunt beleven. toe en Aart beantwoordde dat geroep met een luchtig
Aart zette nu alle tuigage bij, het grootzeil bolde heftig „Ahoy.. ahoy!!” En daarop verstonden wij weer duide-
naar één zijde en ook het fokkezeil wapperde kleppe- lijk zoiets al „guter Fahrt!... Wiedersehen.” Ze draaiden
rend mee en daar gingen we. De Harpoen begon nu met een flauwe bocht om de Harpoen heen en keerden
vervaarlijk op z'n kant te hellen en we moesten met z'n naar hun post terug. Er was gelukkig niets gebeurd,
drieën op de reling zitten om tegenwicht te geven. Ik maar een beetje geschrokken waren we toch wel van dit
dacht geen moment aan gevaar, in beslag genomen als kleine incident.
ik werd door de verrukkelijke gewaarwording van het Al met al draaide de klok intussen door, het
snelle voortbewegen over de schuim koppende golven was twee uur geweest en ik had er maar van afgezien
van het meer, terwijl de wind nog steeds in kracht toe- om de Harpoen te gaan verlaten. Betty zou die middag
nam Ik kan me niet herinneren ooit zó intens genoten te vergeefs op me wachten, ik zat hier letterlijk in het
hebben van een tocht over het water. Toen het eindelijk schuitje en moest meevaren tegen wil en dank. M'n
een beetje al te gortig werd met de wind zei Annie: nichtje wist niets af van het feit dat ik hier een vriendin
„Zeg broertje, zou je nou maar niet eens wat zeil min- had waar ik altoos trouw op bezoek kwam op de zon-
deren... straks leggen we òm voor je het weet en ik heb dagmiddagen en ik voelde er ook niets voor om hen dat
niet zoveel zin in een koud bad.” Behalve Aart bleek allemaal uit te leggen. Ik zou voor deze keer dan maar
niemand van het gezelschap behoorlijk te kunnen eens 's avonds naar haar toe gaan, dan kon ik Betty
zwemmen! Het grootzeil werd nu neergelaten en slechts meteen uitvoerig vertellen over deze middag. Ze bleven
met het kleine fokkezeiltje ging het nu in wat rustiger we dan nog een paar uurtjes van hot naar her zwalken,
tempo. Ik maakte m'n laatste opname, de camera ge- totdat de meisjes er langzamerhand schoon genoeg van
richt op het kielzog met de weerspiegeling van de zon begonnen te krijgen. Op den duur raak je dan ook uit-
over het water. We voeren nogal tamelijk dicht langs de gekeken op de beperkte ruimte van de Nieuwe Meer,
oever aan de overzijde, toen m'n neef plotseling geagi- het zou best de moeite waard zijn om met zo'n boot het
teerd uitriep: „Pas op...! Weg met die camera... geef land door te kruisen en hier en daar waar het mooi was
gauw hier!” We wisten zo gauw niet wat er aan de hand te overnachten. Aart beweerde dat hij er de laatste
was, maar Aart pakte me het apparaat af en moffelde dagen wel eens over gedacht had om te proberen naar
het bliksemsnel weg in de kajuit en borg hem weg in Engeland te komen met de Harpoen. „Die boot kan er
een van de kastjes, plaatste er meteen een manden best tegen en ik ben er zeker van dat ik zonder averij
waterkruik voor om de zaak te camoufleren. „De mof- een Engelse haven binnen loop...” zo verzekerde neef
fen komen er aan... ze hebben ons gezien, ze hebben het Aart mij. „Maar het grootste gevaar zit 'm hierin dat je
geratel van die filmcamera natuurlijk gehoord”, zo riep door de Duitse kustbewaking moet zien te komen... je
hij uit. En verdraaid, het bleek geen loos alarm te zijn, komt nergens door de sluizen heen. De enige mogelijk-
er naderde met vrij grote snelheid een Duitse grijs heid zou zijn via de Nieuwe Waterweg of vanuit de
geschilderde patrouille motorboot die kaarsrecht op ons Zeeuwse wateren en dan liefst op een maanloze donke-
afstevende. „Gewoon blijven doen...!” adviseerde m'n re nacht... ” zo voegde hij er aan toe. „Het moet al een
neef, „vooral geen paniek, misschien varen ze alleen paar maal gelukt zijn en ik zou er zelf veel voor voelen
maar een beetje voor de gein om ons aan het schrikken om ook een poging te wagen... vooral als de toestand
te maken...!” Nu, daar waren ze dan wel goed in ge- hier slechter gaat worden. Maar dan moet ik wel samen
slaagd want ook de meisjes zagen de situatie met wat met een tweede man van wal steken, want in je eentje is

- 58 -
dat natuurlijk een gevaarlijke onderneming... Zou jij er alsof ze meer wist van dat soort zaken. „Als het ooit
wat voor voelen om mee te gaan en uit te wijken naar mocht gebeuren dat ze je aanwijzen om naar Duitsland
Engeland?” liet hij er met een polsend gebaar in mijn te gaan... dan moet je eens met ons komen praten en ze
richting vragend op volgen. „Nou, dáár vraag je me wees daarbij zijdelings op de wat stille en bescheiden
even wat”, antwoordde ik, „zoiets lijkt met een ver- jonge vrouw naast haar, die toen toestemmend knikte.
domd gevaarlijke onderneming toe en... ik geloof dat ik Ik begreep de situatie... m'n nichtje hield zich bezig met
nu niet bepaald een held ben in dat soort waaghalzerij- illegale activiteiten en haar vriendin, juffrouw Bus, was
en... ik zou het alleen doen wanneer de grond me hier te daar deelgenoot van. „Maar... mondje dicht!” voegde
heet onder de voeten werd of wanneer de moffen me Annie er nadrukkelijk aan toe. Ik kon toen op dat ogen-
zouden dwingen voor hen te vechten... ja, in zo'n geval blik in de verste verte niet vermoeden dat ik op vrij
zou ik geen moment aarzelen om met je mee te gaan!” korte termijn een beroep zou moeten gaan doen op de
Annie mengde zich nu ook in dat gesprek en merkte op: medewerking van dit tweetal! Het leek toen nog tè
„Geloof maar gerust dat het hier steeds nijpender gaat absurd om daaraan te geloven. Maar dit zonderlinge
worden... ze zijn nu nog met de joden bezig, maar als ze gesprek aan het eind van deze verrukkelijke zeilmiddag
die allemaal te pakken hebben dan beginnen ze aan ons. leek verdacht veel op een inleiding tot ernstige dingen
Je zult er nog wat mee beleven, ik heb uit heel goeie die te gebeuren stonden.
bron gehoord dat ze nu al plannen hebben om alle man- De tocht liep ten einde, rustig meerde de Har-
nen tussen de 20 en 40 jaar op te roepen voor werk in poen af bij de werf. De zeilen werden keurig netjes
Duitsland en dat er al bedrijven hier in Nederland per- geborgen, de spullen ingepakt en weldra voelden we
soneel hebben moeten afstaan... je moet er nu maar vast weer de stevige ondergrond van de wal onder onze
op bedacht zijn dat ze bij jullie op De Standaard eer- voeten. We gingen nog even de kantine binnen en
daags ook komen.” Nu had ik in de afgelopen dagen bij dronken een koel glas bier om de dorst te lessen na al
ons op de Nieuwezijds Voorburgwal eveneens van dat dat water. Annie vroeg of ik zin had om met hen mee te
soort geruchten kennis genomen. Er waren daar mensen gaan naar hun huis toe en daar te blijven dineren, maar
die over het algemeen goed op de hoogte waren met hoe aanlokkelijk dit voorstel ook mocht zijn, ik kon niet
hetgeen de Duitsers voor boze plannen hadden. Maar anders doen dan te bedanken onder voorwendsel dat ik
ja, dat wilde je allemaal niet zo voetstoots aannemen, deze avond ergens heen moest. Ik bedankte voor de
we hadden toch immers een vakbond en bovendien kon bijzonder spannende en prettige dag en beloofde zo
het bedrijf ons toch niet missen? We hadden zelf nu spoedig mogelijk de resultaten van de filmopnamen
werk in overvloed en dat moesten die Duitsers toch ook bekend te maken.
heel goed begrijpen! Neen, niemand van ons die daar 's Avonds bij Betty had ik heel veel te vertel-
voorlopig nog zwaar aan tilde. Maar m'n nicht stelde len en ze was één en al oor. Ze had zich wel een klein
me plotseling een soort gewetensvraag. „Wàt zou jij beetje ongerust gemaakt over m'n wegblijven die mid-
doen als ze je opriepen om naar Duitsland te gaan? Zou dag maar ze gaf me groot gelijk dat ik het er eens van
je er gehoor aan geven of zou je weigeren?” Een moei- genomen had en geen spelbreker had willen zijn voor
lijke vraag... ik had tot nu toe geen aanleiding gevonden de anderen. Ik vertelde haar alles over de zeiltocht en ze
om daar intens over na te denken. Ik zag zoiets voorlo- genoot er zichtbaar van mee. Maar wel vermeed ik met
pig ook in 't geheel niet in het verschiet liggen. Ik ant- haar te spreken over de vertrouwelijke mededelingen
woordde dan ook: „'t Zou geen lolletje zijn als dat ge- die ik van mijn nichtje had verkregen omtrent de hulp
beurde maar ik zou niet weten wat ik anders moet gaan aan onderduikers. Het besef was in me ontwaakt dat je
doen... er zou niet veel anders op zitten dan te gaan...!” niet voorzichtig genoeg kon zijn met het spreken over
„Je zou bijvoorbeeld ook kunnen onderduiken”, merkte dit soort aangelegenheden.
Annie op en ze maakte daarbij een gebaar met haar
armen als van iemand die van een duiktoren afspringt.
„Er zijn er zoveel die dat doen en ik ken mensen die
daarbij helpen om jongelui uit handen van de moffen te
houden.” Ze zei het met iets nadrukkelijks in haar stem,

Hoofdstuk 9
Er brak een korte periode aan waarin schijnbaar alles in ment een oproep om voor enige tijd in een herstellings-
onze omgeving normaal z'n gangetje ging. Vader was oord ondergebracht te worden. Dat had de goede man
weer thuis uit het ziekenhuis en verwachtte ieder mo- wel hard nodig teneinde weer helemaal op krachten te

- 59 -
komen. Hij had het grote geluk dat ie vanwege z'n aardig redden wat de voedselpositie aangaat. Die spul-
maagkwaal van de sociaal-medische dienst extra toe- letjes moesten echter wèl duur betaald worden. Om
wijzingen kreeg voor versterkende middelen. Daar mijn verhaal over de oorlogservaringen rond ons heen
waren ze nogal tamelijk royaal mee zodat wij er tot op tot een volledig beeld te vormen, laat ik hier een paar
zekere hoogte van mee profiteerden. Het betrof melk, prijzen van artikelen volgen zoals die in 1942 op de
boter, witbrood, meel en spijsolie. Met de hulp van zwarte markt golden en zoals ik ze in mijn agenda van
Dorus Blancke en diens uitgebreide activiteiten in de dat jaar vermeld vind:
zogenaamde „zwarte handel”, konden we het nogal

Suiker: ¦ 2,50 per pond; Boter: ¦ 7,50 per pon; Rundvet: ¦ 9,50 per pond; Rook-
tabak: ¦ 12,50 per pond; Shag ¦ 2,25 per ½ ons; Konijn: ¦ 4,-- per blik; Melk: ¦
1,80 per liter.

Dat je een goed gevulde portemonnee moest hebben om meneer Mondt en vader leerde toen z'n ware vrienden
al die begeerlijkheden te kunnen kopen laat zich den- kennen... „Ik maak dat geld toch immers zelf nooit
ken. Wij zouden dat dan ook niet hebben kunnen be- op...!” zo liet hij er bijna verontschuldigend op volgen.
kostigen van ons inkomentje wanneer we niet een Het enige dat de goeie man ons vroeg als tegenprestatie
„weldoener” achter ons hadden staan. Die weldoener was of we zo af en toe eens een suikerbonnetje voor
was de heer H.C. Mondt, de man waarmee vader jaren- hem over hadden, hij wist in 't geheel niet de weg om
lang had samengewerkt in de zaak voor de boekhandel aan zwarte bonnen te komen! Tot aan z'n dood bleef hij
op Zuid-Afrika. Mondt, die zelf jarenlang in de Kaap dat humane gebaar volhouden en zonder die hulp zou-
geweest was en daar veel zaken voor zichzelf had kun- den we het oneindig moeilijk hebben gehad in de zwar-
nen doen, zat er financieel nogal warmpjes bij. Hij had te jaren die hierna nog volgden. Zijn nagedachtenis te
de firma de Bussy niet meer nodig gehad na z'n terug- eren in dit geschrift beschouw ik als een dure plicht.
keer uit Zuid-Afrika, maar bleef er in zoverre een vaste Zonder die financiële steun van zijn kant hadden we de
band mee onderhouden dat hij regelmatig adviezen oorlog mogelijk nimmer overleefd en waren we op het
uitbracht die van belang waren voor de betrekkingen einde van de honger omgekomen.
met de overzeese filialen. Henri Mondt was z'n hele
leven vrijgezel gebleven, een vrolijke, vitale baas van
om en nabij de tachtig die boordevol humor zat en zelf Woensdag 19 augustus 1942
uiterst sober leefde. Hij was jarenlang in de kost ge-
weest bij een oud-verpleegster in Heemstede, juffrouw Een golf van beroering gaat in de loop van de late
van Teutem, en deze hele relatie kenden wij al sedert middag door al de bezette gebieden: „Weet je 't al... de
jaren omdat we er heel vaak op visite waren geweest in Engelsen zijn vanmorgen vroeg met een groot aantal
de Haarlemse periode. Ook in de tijd op het oude Sin- landingsvaartuigen geland in Frankrijk, bij Dieppe!” Ze
gel was de heer Mondt een graag geziene gast geweest hebben tanks aan land gezet en er zijn duizenden Cana-
bij ons, wanneer hij z'n wekelijkse bezoeken bracht op dese en Engelse manschappen ingezet...” Grote god,
het kantoor van vader en daar de zaken besprak. Het wàt een spanning en sensatie gaf dat bericht plotseling.
eindigde dan altijd met het befaamde kopje koffie bene- Zou het nu werkelijk mogelijk zijn dat onze bevrijding
den in ons particuliere domein, waarover zo menige op handen was? Zou het ze gelukken om stand te hou-
„Suid-afrikaner in die jare zo baie die loftrompet den en verder op te rukken door Frankrijk heen? 't Leek
gesteek het.” Later kwam hij ook menigmaal des zon- te mooi om waar te kunnen zijn. Van Duitse zijde hoor-
dags bij ons dineren wanneer z'n hospita hem de strot de je die dag totaal niets, ze zwegen er over als 't graf.
begon uit te hangen zoals hij zelf dan beweerde. De Engelse radio gaf vage berichten over de landing die
Nadat Mondt vernomen had op welke wijze deze morgen in de vroegte begonnen was. Maar helaas
vader door de Firma was afgedankt en hoe ze hem naar hadden we ons te vroeg blij gemaakt. De hele operatie
huis gestuurd hadden met een karig pensioentje, raakte had tot doel om de moffen op een dwaalspoor te bren-
hij zeer verbolgen daarover en vond dat de oude heer gen, het ging er om de druk aan het oostfront die de
wel wat beters verdiend had als dank voor al het moffen daar uitoefenden te verlichten. Ze werden door
vruchtbare werk dat hij vijftig jaar lang voor de de de landingen bij Dieppe gedwongen vliegtuigen en
Bussy's verzet had. „Van Rossum... JIJ bent het ge- manschappen aan het Russische front te onttrekken,
weest die de zaak groot gemaakt heeft... aan jou hebben maar de ganse onderneming stortte in nauwelijks één
ze het te danken dat er nu een half miljoen aan veilige dag als een kaartenhuis in elkaar. We hadden te vroeg
pondjes op de Bank van Engeland staat. Als deze oor- gejuichd! „Een volkomen mislukking”, zo daverde het
log voorbij is en de verbindingen weer opengaan met bericht de volgende dag door de geknevelde pers.
Engeland zijn zij meteen weer boven jan...!” zo sprak Woorden als „armzalige aanvalspogingen neergesla-

- 60 -
gen” of „misdadig omspringen met mensenlevens”, echter was een fanatiek lid van de N.S.B., daar hoefde
vormden de hoofdschotel uit de krantekoppen. Wie de niemand aan te twijfelen. Lang voor de oorlog wisten
Duitsers uit de bezette gebieden wilde verdrijven moest we dat al, in de verkiezingstijd had er de meer dan grote
vroeger opstaan! Het zou lang duren aleer de volgende „wolfsangel” van de „beweging” voor de ramen gehan-
poging van de geallieerde strijdkrachten met succes gen. Op straat deed ze altijd overdreven lief en lijmerig
bekroond zou worden. We zonken weer terug in onze tegen iedereen op een wijze die mij persoonlijk een
apathische houding van afwachten... hoelang nog? verschrikkelijke afkeer inboezemde. Ik kon nooit an-
Op zondag 23 augustus lees ik in m'n agenda: ders over haar spreken dan over „dat wijf van Vermeu-
Brazilië verklaart Duitsland den oorlog. Er zijn nu in len” en met die benaming werd ze later door de meeste
totaal 28 landen in oorlog met het Derde Rijk. Maar dat andere buurtbewoners al evenzo aangeduid. Vervolgens
getal zei je niks meer, de moffen schenen onoverwinne- woonde er op enige afstand, naast de school een Neder-
lijk te zijn, wat maakte een land meer of minder uit? 't landse S.S.-er, v.d. Wall, blokhoofd van de luchtbe-
Was om moedeloos van te worden! Ondertussen bleven scherming in ons rayon, een uiterst gevaarlijke kerel die
we maar trouw iedere avond naar de Engelse radio met een Duitse vrouw getrouwd was en die als doel
luisteren. Je hoopte altijd maar weer op een bericht dat nastreefde dat er hier wel eens even orde op zaken
de moed deed herleven. gesteld moest worden in de buurt volgens de nieuwe
orde! Hij had al talloze malen joodse mensen geprovo-
ceerd en bedreigd en loerde met argusogen over het
Dinsdag 25 augustus 1942 plein om te zien of er geen ongerechtigheden te consta-
teren vielen met het naleven van de verduistering. Ie-
Het gebeurde op de avond van deze dag dat we op een dereen wist dat er een duidelijke relatie bestond tussen
haartje na ontsnapten aan een groot gevaar. Het was aan het wijf Vermeulen en de Nederlandse S.S.-er v.d.
een stom toeval te danken dat we ontkwamen aan een Wall. Ze kwamen herhaaldelijk bij elkaar op bezoek en
listig opgezet komplot om ons gezin er in te luizen bij vormden een hechte band samen als „vrienden in de
het luisteren naar de verboden Engelse radio uitzendin- nood”. Dit stel nu bij elkaar werd gecompleteerd door
gen. Om de toedracht van deze poging duidelijk te een derde querulant, een Duitse hoge Piet bij de Grüne
maken lijkt het me wenselijk eerst even het licht te laten Polizei. Die woonde samen met een Hollandse vrouw
schijnen over onze naaste buren en enige personages in op een derde etage in de Maasstraat en ze keken aan de
de directe omgeving waarvoor we bijzonder op ons achterzijde precies uit op onze waranda's. De kerel
hoede moesten zijn. De meeste mensen in de omtrek heette Heinrich en was een zeldzaam gevaarlijk indivi-
waarmee we goede relaties onderhielden stonden aan de du. Hij had de liederlijke gewoonte om 's avonds tegen
goede kant. Dat waren in de eerste plaats onze eigen schemerdonker op de waranda te staan en dan rondom
buren in hetzelfde huis en verscheidene van de oor- zich heen te brullen: „Lichten aus... Lichten aus!” wan-
spronkelijke bewoners naast ons die er ook al van het neer hij nog ergens een lichtspleetje zag kieren. Een-
begin af aan woonden. Maar niet allemaal waren ze maal gebeurde het, terwijl hij weer eens die tirade stond
betrouwbaar, integendeel, er waren er hier en daar af te draaien, dat bij hem zelf het hele verduisterings-
enkelen die bekend stonden als onbetrouwbaar, die lid gordijn naar beneden sodemieterde en een helle licht-
waren van de N.S.B. of die zelfs iets te maken hadden schijn als een fakkel de hele omgeving verlichtte. Nou,
met de Duitse Weermacht. We kenden gelukkig alle- dat gaf me toch een vreugde bij de buren rondom! Wat
maal de adressen en namen van deze lieden, we verme- werd er ineens geschreeuwd van „Licht aus... Licht aus”
den hen zo veel als mogelijk was. Ook waren er in de en gevolgd door een daverend applaus. Z'n vrouw of
loop van dit jaar nieuwe mensen komen wonen in de wat daar voor door ging kon zo een twee drie dat gor-
benedenhuizen naast ons, maar daarvan was ons al heel dijn niet meer op z'n plaats krijgen en die mof maar aan
spoedig gebleken dat ze goede vaderlanders waren. het schelden van „verdammte Holländer... Schwei-
Doch vlak naast ons op dezelfde etage woonde al sedert nen...!” Een andere maal betrad hij in vol ornaat de
jaren een familie Vermeulen. 't Was een echtpaar zon- waranda en begon dan te brullen: „Alle Juden müssen
der kinderen plus een inwonende zwager, en over de tot geschossen oder lebend verbrennt wurden...!” Dat
vrouw gingen allerhande vreemde verhalen rond. De was dan bedoeld voor dat kleine joodse gezinnetje naast
mannen zopen beiden als ketters en zo af en toe hoorde hem dat angstig naar binnen vluchtte voor die steeds
je door de dikke muur heen de meest dramatische scè- herhaalde provocerende taal. Eenmaal kon ik het niet
nes zich afspelen, dan was het een gekrijs en erbarme- verkroppen toen hij voor de zoveelste maal deze litanie
lijk geschreeuw alsof er iemand een aanval van deliri- aanhief en brulde zo hard mogelijk terug: „Rotmof...
um had. Later hoorden we dat het afkomstig was van begin eerst met jezelf!” Het was al bijna donker en ik
die zwager, die zou een hersenziekte hebben en van tijd riep het vanuit mijn half openstaand kamerraam en hij
tot tijd hevige aanvallen hebben van waanzin, maar wij kon toch niet weten waar dat vandaan kwam. Maar wel
veronderstelden dat het wel iets te maken zou hebben hoorde ik van enige kanten naast me tekenen van bijval.
met hun overmatig gebruik van alcohol. Die vrouw nu Vader vroeg of ik nou helemaal gek geworden as en dat

- 61 -
ik beter deed met m'n mond te houden. Je wist maar die radio niet aan en ik bleef doorlezen in dat boek van
nooit wat die kerel in z'n schild voerde als ie in de gaten Ivans. Nou, dat is ons geluk geweest want nauwelijks
kreeg wie die brutale vlerk aan de overzijde was. Die een kwartier later wordt er hier hard op de deur ge-
vrouw van deze Heinrich was evenzo heel dik bevriend klopt... Was 't meneer Mellink... of ie even binnen kon
met het „wijf van Vermeulen”, ze liep de hele dag in en komen, hij had me wat te vertellen en ik zag aan z'n
uit bij haar in de portiek naast de onze en we hadden gezicht dat ie nogal geschrokken was. Heeft u bij toeval
alle reden om dubbel op onze hoede te zijn. Deze ge- vanavond naar de Engelse zender geluisterd, vroeg ie
vaarlijke „driehoek” hield op zich zelf al een waar- dringend. Nee... toevallig niet, want ik zat te lezen en ik
schuwing in om in ons huis geen joodse vluchtelinge te was in slaap gevallen. Hoezo dan wel? Nou, dan bent u
herbergen. Het tuig zou er te snel achter gekomen zijn goddank door 't oog van een naald gekropen, zegt Mel-
en wat dat betreft had meneer Mellink volkomen gelijk link, want ze hebben in dit huis, zonder dat iemand er
toen hij ons van het idee afbracht om het joodse meisje erg in had achter de deuren staan te luisteren en ik
Roza op zolder te laten onderduiken. kwam daar achter doordat ik iemand die bij me op
Maar nu het verhaal van de gebeurtenis op de- bezoek was uit liet. Ik wilde het portaal-licht voor hem
ze avond. Het toeval wilde dat moeder en ik allebei die aandoen en tegelijkertijd keek ik over de trapleuning
avond de deur uit waren. Moeder was een paar uurtjes naar beneden en daar zie ik een vrouw bij u voor de
naar haar damesclub toe en zelf ging ik naar de laatste deur en ze stond met haar hoofd stijf tegen het paneel
orgelbespeling in de Hersteld Evangelische Kerk op de gedrukt, kennelijk te luisteren wat daar binnen gebeur-
Kloveniersburgwal. De traditie van de concerten door de. Dat leek me nogal verdacht toe en ik kon niet nala-
Jan Zwart was er dit jaar voortgezet door Herman ten naar beneden te roepen: bij wie moet u wezen...
Nieland en omdat het 't laatste concert was van dit zoekt u soms iemand van de familie Van Rossum...
seizoen wilde ik er erg graag heen. Vader bleef dus want die zijn naar ik meen niet thuis. Nou, die vrouw
alleen thuis achter, z'n lichamelijke conditie was nog schrok blijkbaar van mijn stem en van het gerucht op
niet van dien aard dat hij er 's avonds graag uit ging al het portaal en deed haastig een paar stappen terug zodat
speet het hem wel dat hij niet mee kon. ik haar nu helemaal goed te zien kreeg en toen wist ik
Toen ik tegen tien uur weer thuis kwam viel ogenblikkelijk wie dat was. 't Was dat wijf van Hein-
het me op dat er twee mensen in de portiek naast de rich, van die Duitse SS-er in de Maasstraat en er was
onze druk met elkaar aan het smoezen waren. Het be- geen twijfel aan mogelijk dat ze jullie had staan afluis-
gon al schemerdonker te worden en daardoor ontdekte teren of er daar ook naar die verboden zender geluisterd
ik pas op het allerlaatste ogenblik dat het Vermeulen werd. Ik vroeg brutaalweg aan haar wat ze hier eigen-
was met haar vriendin Frau Heinrich. Ik schonk geen lijk kwam toen en hoe ze er in gekomen was. O, riep ze
aandacht aan dat stel en ging onmiddellijk de deur uit, wat vreselijk dom van me... ik ben per ongeluk de
binnen. Boven gekomen vond ik vader in een nogal verkeerde portiek ingegaan... ik moest bij mevrouw
opgewonden toestand, om het zomaar eens te noemen. Vermeulen zijn en ik dacht al: wat is het hier allemaal
Hij zag er ontdaan uit en had de deur gegrendeld met vreemd...! Daarna liep ze snel de trap af en verdween.
allebei de sloten wat me al dadelijk bevreemdde. Hij Mijn bezoeker zei toen heel laconiek: gunst, die zelfde
viel onmiddellijk met de deur in huis: „Goddank dat je vrouw ging tegelijk met mij naar binnen toe ruim een
er bent... er is me hier vanavond wat moois gebeurd! halfuur geleden! Dat wijf heeft hier dus minstens een
We zijn bijna verraden door dat S.S.-wijf hier aan de halfuur lang op de trap gebivakkeerd... heeft u echt niet
achterkant...” Het was duidelijk dat de oude heer hele- de radio aangehad meneer Van Rossum?” Maar vader
maal in de war was, z'n lippen trilden en hij wist nau- kon gelukkig nogmaals bevestigen dat de radio geen
welijks waar ie beginnen moest met z'n verhaal, toen ik ogenblik was aan geweest. „Nou, dan heeft u zeldzaam
verbaasd vroeg wat er dan wel in godsnaam gebeurd geluk gehad”, zo besloot de heer Mellink. Op de eerste
was dat ie zo over z'n toeren leek te zijn. „Laat ik het etage bij Fassmer bleek ook geen mens thuis te zijn
van het begin af aan vertellen”, zo begon hij. „Jullie geweest en bij Mellink zelf was die avond al evenmin
waren allebei weg en ik had de afwas voor moeder naar de verboden radio uitzendingen geluisterd vanwe-
gedaan en daarna ben ik in de makkelijke stoel gaan ge het bezoek dat hij had. De smoes van Frau Heinrich
zitten met een boek. Ik was een beetje moe en viel in was dan ook wel erg doorzichtig en er kon geen sprake
slaap maar toen ik na een halfuurtje weer wakker werd van zijn dat ze per ongeluk een verkeerd huis binnen
zag ik op de klok dat het net kwart voor negen was. Dus gegaan was. Meneer Mellink had opgemerkt dat ze
tijd om naar de Engelse radio te gaan luisteren. Ten- volgens zijn idee gestuurd was door mevrouw Vermeu-
minste dat had ik me voorgenomen... maar door stom len. Misschien hebben ze hiernaast wel eens iets opge-
geluk kwam het er niet van... ik was nog te slaperig om vangen van die radio door de muur heen en gezegd: je
uit m'n stoel overeind te komen en dacht bij me zelf: moet maar eens hiernaast gaan spioneren, daar wordt
ach, laat ik het vanavond maar eens een keer overslaan, vast en zeker naar de Engelse radio geluisterd!
je hoort toch niks dan narigheid op 't ogenblik en mor- Het schoot me nu ook te binnen dat ik de bei-
gen komt er weer een dag. Dus bij uitzondering kwam de vrouwen samen had zien praten in de portiek naast

- 62 -
de onze toen ik thuis kwam en er kon dan ook geen dan klonk het onafgebroken wiete-wiete-wiete van de
twijfel over bestaan dat er sprake was van een komplot stoorzender er dwars doorheen en het was juist dat
om ons aan de galg te brengen. „Laat het ons een waar- doordringende geluid dat zo duidelijk buiten de deur te
schuwing zijn voor het vervolg”, zei vader, „we kunnen horen was. Aan de overkant van de Noordzee wisten ze
voortaan niet voorzichtig genoeg meer zijn!” Toen ook drommels goed dat de moffen hun uitzendingen
moeder later op de avond thuis kwam en het verhaal stoorden en van tijd tot tijd veranderde de BBC onver-
vernam, werd ze knap razend en was van mening dat wacht de golflengte enigszins en dan kende onze vreug-
we het er niet bij moesten laten zitten. „Als ik dat mens de geen grenzen, want het leek of onze vrienden daar
hiernaast morgen tegenkom, zal ik haar wel eens even aan de overzijde dan ineens veel dichter bij ons waren
de waarheid vertellen!” was haar commentaar, maar ik nu het storend geluid niet meer waarneembaar was.
remde haar terstond af met de woorden: „Moeder, in Maar helaas, na een paar dagen hadden de moffen dat
hemelsnaam... doe dat nou niet, je kunt veel beter je ook al weer door en zaten ze met hun ellendige gepiep
mond houden en net doen of je nergens van weet. Als je ook op deze frequentie. Maar luisteren bleven we!
die vrouw aanvalt zijn de rapen pas goed gaar, dan geef Voorzichtig, zonder dat de aandacht er op zou vallen,
je hen een wapen in de hand om ons juist aan te bren- troffen we lang tevoren onze maatregelen, sloten voor-
gen.” zichtig zonder leven te maken het raam, deden de
Maar het muisje kreeg een staartje! Moeder schuifdeuren toe en keken eerst op het portaal of er
kreeg niet eens de gelegenheid om de eerste te zijn bij niemand op de trap was en deden de deur zorgvuldig op
Vermeulen. Het aartsbrutale wijf had de moed om de slot. Pas dan ging de radio aan, zo zacht als mogelijk
volgende morgen bij ons aan te bellen en verhaal te was en kropen allemaal dicht bij elkaar om het toestel
halen. Ze kwam met een opgestoken zeil de trap op en heen. Wat een krankzinnige tijd! Wat een zegeningen
daar had ze moeder halverwege de trap te pakken! Wie van die nieuwe orde! Dat het verboden was om te mo-
of dat praatje rondgestrooid had dat zij (Vermeulen) de gen luisteren naar datgene waar je naar luisteren wou.
Gestapo op ons dak gestuurd had om ons erbij te lappen Enfin, we wisten nu in elk geval wat het nationaal-
en dat daar helemaal niks van waar was! Maar moeder, socialisme in feite te betekenen had: knechting, vrij-
het gevaar plotseling duidelijk beseffend, begreep heidsberoving en slavernij! En het was nog allemaal het
meteen waar ze op aanstuurde en herinnerde zich mijn begin!
waarschuwing. Ze deed heel verwonderd en zei:
„Mens... wat vertel je me nou? Ik weet nergens van...
wanneer is dat dan gebeurd? Ik begrijp niet waar u het Zaterdag 5 september 1942
over heeft!” Ja, ze had gehoord dat ze hier in de buurt
beschuldigd werd van mensen aan te brengen en ze Vanavond hebben we dan de première beleefd van de
dacht dat die bewering bij ons vandaan kwam! Ze be- „Zeilfilm”. Het filmmateriaal was betrekkelijk snel
sloot haar bezoek met de provocerende bedreiging: teruggekomen van Gevaert en het zag er over het alge-
„Als ik merk dat jullie mij hier zwart maken dan stuur meen heel goed uit. Veel aan te monteren was er niet en
ik zelf de Gestapo op je af, reken daar maar op!!” door gebrek aan nieuw opnamemateriaal kon ik er ook
Waarop moeder laconiek repliceerde: „Dat doe je dan geen titels bij maken, dat moest dan maar later gebeu-
maar, hoor! Je moet doen wat je niet laten kunt, maar ren wanneer de oorlog voorbij was en er weer films
wij hebben gelukkig nog een zuiver geweten... En nòg genoeg voorradig zouden zijn.
eens wat... je moet er wel aan denken dat er na deze tijd We hadden ze allemaal uitgenodigd, Annie,
nog een andere komt, hou daar ook eventjes rekening Aart en juffrouw Bus en de film had uitbundig veel
mee!” Dat laatste had moeder natuurlijk maar beter niet succes, al was ie helaas naar mijn idee wat aan de korte
kunnen zeggen. Maar aan de andere kant was het ook kant. Als ik over tien maal zoveel meters film had kun-
wel juist dat het N.S.B.-wijf nu meteen wist dat wij niet nen beschikken zou het allemaal opgegaan zijn, zóveel
met ons lieten sollen. mogelijkheden zaten er in dit onderwerp. Maar we
Al met al waren we buiten onze schuld in een spraken af dat wanneer er weer film beschikbaar was,
gevaarlijke situatie terechtgekomen. De eerste paar we het nog eens dunnetjes zouden overdoen en er dan
dagen daarna voelden we ons lang niet op ons gemak, een grote spectaculaire rolprent van gingen maken. We
schrokken op als er onverwacht gebeld werd en dorsten spraken uitvoerig over al die grootse plannen en het
de Engelse radio des avonds voorlopig niet meer aan te werd een heel gezellige avond waarbij ook nog enige
zetten. We probeerden het met de koptelefoon, maar andere interessante films op het scherm kwamen. Mijn
dan kon er maar één tegelijk luisteren. Het beroerde nicht vroeg bij het heengaan nadrukkelijk dat ik bin-
was dat de Duitsers die zenders uit Engeland verschrik- nenkort eens gauw bij hen op bezoek moest komen
kelijk stoorden. Ze zonden uit op de 49 en 51 meter teneinde de familiebanden wat meer te verstevigen.
band van de ultra korte golf en wanneer je nu maar juist Gedreven door wat zonderlinge gevoelens jegens m'n
even op de zijkant afstemde en het geluid hard aanzette niet onappetijtelijke nicht ging ik nogal enthousiast op
kon je heel goed verstaan wat er gezegd werd. Maar die uitnodiging in. Misschien was het ook een soort van

- 63 -
onbestemd voorgevoel dat ik m'n nichtje binnenkort
wel eens nodig zou kunnen hebben wanneer datgene
onverhoopt mocht gebeuren waarop zij die zondag Donderdag 17 september 1942
gezinspeeld had. Er lag ergens in het verschiet een
onbekende dreiging op de loer van iets dat zich in de Laatste dag dat al het zilvergeld kan worden ingeleverd!
nevelen van de naaste toekomst nog verborgen hield. Wie ná deze datum nog zilveren guldens of riksen in z'n
Maar ik had nog steeds de overtuiging dat mij zoiets bezit heeft is strafbaar. Maar ik heb er lak aan... het
niet overkomen kon... dat ik er wel stilletjes buiten zou stinkhouten kistje zit tot aan de rand toe vol met de
blijven. Maar de geruchtenstroom bleef aanhouden... de blanke glanzende schijven, voor meer dan ¦ 100,--, en
moffen waren nieuwe plannen aan het ontwikkelen om als de nood aan de man komt, verdwijnen ze desnoods
ons het leven zuur te maken! op zolder onder de vloer. Maar inleveren? Nooit!!

Maandag 14 september 1942 Zaterdag 19 september 1942

Vandaag is vader voor onbepaalde tijdsduur vertrokken Vanmiddag ben ik op visite geweest bij m'n nicht Annie
naar het herstellingsoord HORA in Ede. We waren op het Paramariboplein. Ik ging er zomaar heen, louter
eerst wel wat verbaasd dat hij naar deze instelling ging, voor de gezelligheid zoals ze het zelf bij haar uitnodi-
want dit herstellingsoord was normaal uitsluitend be- ging de laatste keer had voorgesteld. Maar ik kon me-
stemd voor personeel in overheidsdienst, mensen dus zelf niet ontveinzen dat er wat mij persoonlijk betreft
die in rijksbetrekkingen werkten. Maar ja, in deze ei- een tintje van nieuwsgierigheid in verwerkt zat naar
genaardige tijd werd daar niet meer zo nauw meer naar eventuele andere, meer erotische bijbedoelingen van
gekeken. We kenden het herstellingsoord HORA maar mijn lieftallige nicht. Het was me niet onbekend dat ze
al te goed uit de jaren dat we onze vakantie in Ede bijzonder op me gesteld was, dat had ik al een paar jaar
doorbrachten. Het was gelegen zowat temidden van de geleden ontdekt toen ze kort ná de dood van haar ou-
schitterende Hoekelumse Bossen tussen Ede en Benne- ders heel vaak door vader en moeder werd uitgenodigd
kom. Een riant gebouw dat boven op een heuvel lag en om zondags te komen eten. Het viel precies in die tijd
dat bijzonder fraai ingericht was. van de strubbelingen om Antje en de tweestrijd die ik
Opgewekt was de oude heer er heengegaan, toen te voeren had tussen haar en Betty. Hoe dik het er
wilde onder geen enkel beding dat één van ons hem zou in die dagen ook bovenop mocht liggen dat de ouwelui
vergezellen op die reis. Vader stevende zoals altijd er op uit waren om nicht Annie in het geweer te bren-
welgemoed in z'n eentje overal op af, bood honderd gen teneinde me over de moeilijkheden heen te helpen,
maal liever steun en hulp aan anderen dan dat hij zelf dat mocht toen niet baten. Ik had geen aandacht voor
ergens mee geholpen wilde worden. „Laat mij nou maar haar, liet haar voor wat ze was, een volle nicht en daar
gaan, ik red me zelf wel”, was een spreekwoordelijk wenste ik geen intieme relaties mee aan te knopen. Of
gezegde bij vader en hij liet er ditmaal nog weer op Annie zich daar ooit iets van voorgesteld heeft zou ik
volgen: „Als jullie ergens mee zitten of wat willen niet met zekerheid durven te beweren, maar ik herinner
weten over de bonnen, schrijf me dan even, dan kan ik me nog altijd heel goed de enigszins teleurgestelde blik
raad geven...!” Nou, we misten hem wel, vooral moeder in haar ogen, wanneer ik dan na het diner, tegen half-
met het in huis halen van de boodschappen en dat lam- acht er vandoor ging om me naar m'n vriendin op weg
me gezeur met die levensmiddelenbonnen. Daar kon ze te begeven. Moeder had wel eens gezegd als Annie er
maar nooit het fijne van aan de weet komen. Vader was op zondag met het eten: „Kun je vanavond niet
knapte al die karweitjes met veel plezier op, wist in de eens één keer thuis blijven? Het is zo ongezellig voor
winkels overal aan te komen en sjouwde desnoods de Annie als jij de benen neemt.” Maar ik had koppig m'n
hele buurt af om uit te vinden of er nog ergens een eigen zin doorgedreven en maakte me er met een
schaars artikel op de kop te tikken viel. Hij had er im- smoesje van af. Daarna kwam Annie des zondags nooit
mers toch alle dagen de tijd voor nu hij op wachtgeld meer, ze was er kennelijk op afgeknapt. Ik wilde trou-
was? Die taak was nu weer voorlopig op mijn schou- wens ook beslist geen nieuwe relaties meer aankno-
ders gelegd, tenminste wat het uitzoeken van die bonne- pen... had er meer dan genoeg van na alles wat er met
tjes aangaat, en voor de rest moest ik zorgen dat de Antje had plaats gevonden. Ik was nu tevreden met
beslommeringen aangaande de geldzaken op tijd afge- Betty, die vergaf alles en ze maakte geen moeilijkheden.
daan werden. Er kwamen al spoedig opgewekte brieven Ik dacht dat ik voortaan m'n lesje wel geleerd had!
van vader dat ie het er ontzettend goed had van eten en Waarom ging ik dan nu toch weer naar m'n nicht toe
drinken en dat hij er met uitermate geschikte medepati- met van die vage verwachtingen die van iedere man op
enten kennis had gemaakt. Het leed geen twijfel: vader zekere ogenblikken een schip zonder roer maken? Het
zou er helemaal opgeknapt en verjongd van thuiskomen kòn een gevolg van de rare tijd zijn waarin we leefden,
te zijner tijd! het verlangen om je los te rukken van alle fatsoensnor-

- 64 -
men en die verdomde moraal nou maar eens radicaal brengen waar de Nazi's op uit waren, dat de Duitsers
over boord te kieperen. Tijdens het zeiltochtje een paar zelf het slachtoffer zouden gaan worden van die waan-
weken geleden had ik drommels goed gemerkt dat het zinnige ras-, bloed- en bodemtheorie. Dat ze bezig
bij Annie nog helemaal niet over was, die had vast en waren om half Europa uit te moorden om daarna de rest
zeker de strijd om mij te veroveren nog niet opgegeven! die overbleef tot volkomen slavernij te brengen. Doch
En zo was ik dus naar haar toe gegaan met dat kwajon- nee, het mocht niets baten, het vergift van Goebbels
gensachtige idee van: laat komen wat komt... als ze zin listige propagandatechniek had Betty danig aangetast en
heeft ben ik bereid! ik kon praten als Brugman en haar met tegenargumen-
Maar er waren in feite diepere achtergronden ten om de oren slaan, ze was er niet meer van af te
waarom ik tot zulke losbandige gedachten was geko- brengen. Hitler had het bij het rechte eind, waarom zou
men. De waarheid was dat mijn verhouding tot Betty ie anders zo bejubeld worden in heel Duitsland? „Be-
niet meer zo hecht was in de laatste tijd als voordien. Ik denk toch eens Piet, als Duitsland deze oorlog verliest...
heb er al eens eerder op gezinspeeld in mijn verhaal dat dan is alles voor niets geweest, dan zijn al die jonge
de oorlog langzaam aan een wig begon te drijven tussen mensen voor niets gesneuveld en dan blijft er van ons
ons beiden. Met lede ogen moest ik aanzien dat Betty land niks anders over dan een puinhoop!!” zo sprak ze.
zich liet meedrijven op de stroom van de Duitse over- En ik interrumpeerde daarop meteen: „Precies... daar
winningsroes. O ja, ze vond het erg dat ons land bezet hèb ik je, die puinhoop hebben jullie nou al en dat is de
was... maar 't zou toch allemaal wel goed komen als schuld van die Hitler! Hij heeft die oorlog toch zelf
Duitsland de oorlog won. Hitler moest eenvoudig de ontketend? WIJ hebben daar toch niet om gevraagd?
tijd hebben om z'n grootse idealen in werkelijkheid om Dat ze die oorlog gaan verliezen staat als een paal bo-
te zetten, maar daarvoor moest eerst de oorlog gewon- ven water en je moet wel blind zijn als je dat niet inziet.
nen worden, hoe erg dat ook was. „Heus Piet, je zult Ze kunnen nooit op tegen de macht van Amerika. Hitler
eens zien wat er dàn allemaal gebeurt in de wereld en is nu al praktisch door al z'n reserves heen, maar daar
hoe goed we het allemaal krijgen!” riep ze dan gloedvol aan de andere kant van de oceaan beginnen ze nu pas
uit. Laconiek merkte ik dan op: „'t Is alleen jammer dat op volle sterkte te komen. Geloof je nu werkelijk dat
de joden daar dan niet van meegenieten kunnen... want Amerika zal dulden dat heel Europa onder de knoet van
die heeft ie tegen dat het zover is gründlich ausgerottet het fascisme gebracht zal worden? Heus, ze zullen niet
en als 't een beetje wil ons er allemaal bij!” Betty dan eerder rusten alvorens de laatste Duitser uit de bezette
weer: „Ach Piet... die joden, praat me nou niet van die gebieden verdwenen is en dat zal eerder gebeuren dan
joden, die hebben dat aan zich zelf te danken. Overal wij denken!”
hebben ze zich ingedrongen, ze hebben de beste baan- In die geest bewoog de discussie zich voort en
tjes en delen overal de lakens uit. In de crisistijd lieten wanneer Betty werkelijk een „kwaaie” geweest was had
ze ons ook verrekken en zaten ze op hun geldbuidel, ik ze me honderd maal kunnen aanbrengen wegens bele-
zal niet zeggen dat àlle joden zo zijn, maar je hebt er diging van de Führer. Maar dat lag in 't geheel niet in
een boel bloedzuigers bij en als ze zelf aan de macht haar aard, dat zou ze nimmer gekund hebben, daarvoor
zouden komen waren ze nóg erger dan Hitler!”Dat was kende ik haar gelukkig te goed. Meestal eindigde zo'n
klare taal van m'n geliefde vriendin en het deed me die verhitte woordenstrijd er dan mee dat ze allengs bakzeil
middag tijdens deze politieke discussie in grote woede begon te halen, zich verontschuldigend met het excuus
ontsteken, waarbij we als kemphanen tegenover elkaar dat ze 't eigenlijk ook allemaal van horen zeggen had en
stonden. Dat was nog nooit eerder gebeurd tussen ons dat ik maar niet zo zwaar aan haar uitspraken moest
gedurende de acht jaren dat we mekaar kenden. Ze had tillen. Er waren echter ook nog andere dingen waar ik
zich nog nimmer zó bloot gegeven dat ze met het natio- het niet zo erg mee eens was, ook al leken die van meer
naal-socialisme sympathiseerde dan op deze middag. onschuldige aard te zijn. Zo ontdekte ik kort tevoren op
„In wat voor gezelschap bivakkeer jij in de laatste tijd?” een zondagmiddag dat ze een handeltje begonnen was
waagde ik te vragen. „Nou Piet, ik zal je maar vertellen in kunstzijden dameskousen... Wat zelden gebeurde op
dat ik verleden week voor de aardigheid eens naar zo'n onze middagen bij elkander, er werd onverwacht ge-
vergadering ben geweest van de N.S.A.P. hier in 't beld, Betty ging opendoen en ik hoorde dat ze samen
Concertgebouw en wat ze dáár allemaal weten te vertel- met iemand naar achteren verdween. Na een korte poos
len hoe het echt werkelijk in elkaar zit, nou daar heb ik verdween het bezoek weer en toen ik een blik naar
geen woorden voor. Dáár had jij nou eens bij moeten buiten wierp om te kijken wie dat nu wel geweest kon
zijn. Ik kan dat allemaal niet zo goed navertellen maar zijn, zag ik tot mijn grote verbazing een Duitse militair
ik begrijp nu pas goed wáárom Duitsland deze oorlog in „feldgrau” de portiek verlaten. Bijna gelijk daarop
moet winnen en we zullen hem winnen...!” liet ze er kwam ze zelf ook de kamer weer binnen met wat bank-
fanatiek op volgen. Ik ontdekte plotseling tot m'n grote biljetjes in de hand die ze in het dressoir wegborg. Ik
schrik dat ze in de verkeerde hoek terechtgekomen deed aanvankelijk of ik niets bijzonders opgemerkt had
was... ze moesten haar ergens knotsgek hebben gepraat. en vroeg ook nergens naar. Maar toen zich een kwartier
Ik probeerde met kalme overredingskracht haar bij te daarna voor de tweede maal iemand aan de deur meldde

- 65 -
en samen met haar naar achteren verdween, werd m'n was!
nieuwsgierigheid toch wel dermate geprikkeld dat ik Al dit soort kleine meningsverschillen, de
niet kon nalaten te vragen of ze soms „rendezvoutjes” toenemende tegenstellingen waar het ging om onze
hield met Duitse soldaten. Ik zei het natuurlijk op pla- vrijheid en de totale rechtsverkrachting door de Nazi's,
gerige toon omdat er van zoiets geen sprake kon zijn, 't brachten mijn genegenheid voor het eenmaal zo lieftal-
waren nog heel jonge kereltjes en Betty had hun moeder lige en kinderlijke Duitse vriendinnetje danig aan het
kunnen zijn. Ze bekende toen dat ze een handeltje be- wankelen. Vertwijfeld vroeg ik me steeds meer af:
gonnen was, „Piet, je lacht je dood als je 't hoort, maar wáárom is ze zo veranderd in de laatste tijd? Waarom
ik heb achter in de kamer een kousenwinkeltje...!” Ik zegt ze zulke afschuwelijke dingen over de joden,
moest met haar mee naar de achterkamer en warempel waarom kletst ze zo klakkeloos die holle gruwelpropa-
daar had ze overal dozen vol met zijden dameskousen ganda van Goebbels na? Ze is toch intelligent en gevoe-
in alle maten en tinten uitgestald staan. Op m'n vraag lig genoeg voor leed van andere mensen in haar omge-
hoe ze in godsnaam daartoe gekomen was verklaarde ze ving, ze vertroetelt haar dieren en ze heeft er alles voor
lachend dat ze die kousen voornamelijk verkocht aan over als haar hondje of een van de poezen ziek is.
Duitse jongens die hier gelegerd waren. „Die kopen die Waarom ziet ze dan niet dwars door die humbug van
kousen voor hun meisjes of hun vrouwen daar, als ze heel die krankzinnige kliek daar heen? Natuurlijk werd
met verlof gaan naar Duitsland.” „Maar waar betrek jij ze misleid; al die schitterende verhalen van haar broers,
ze dan weer van?” zo vroeg ik. „Nou, heel eenvoudig... die ze aanbad, moesten haar gevoel van nationale trots
ik ga de stad in en sjouw alle winkels af waar ze dat hebben opgezweept, haar blind gemaakt hebben voor
artikel verkopen. Ik koop alles wat ze hebben, er is nog de werkelijkheid. Ik voelde me er steeds machtelozer
meer dan genoeg overal en je kunt ze zonder textielpun- onder worden ondanks m'n pogingen haar te overtuigen
ten krijgen... Soms kom ik met tassenvol kousen thuis. van wat er werkelijk in de wereld aan de hand was, dat
Elly gaat ook wel mee. Paula heeft me op dat idee ge- heel dat waanzinnige avontuur waar Hitler de wereld in
bracht en schreef me of ik niet eens wat kousen kon had meegesleept moest uitlopen op een verschrikkelijke
kopen. Er zouden dan een paar jongens uit Frankfurt catastrofe.
die hier in Amsterdam waren ze bij mij komen halen. Neen, dàn kon ik oneindig veel beter met haar
Nou, dat heb ik een hele poos geleden eens gedaan en zuster Elly over dit onderwerp praten. Elly was nog
nou loopt het gewoon storm... de een stuurt de andere steeds in haar hart uiterst links, aanhangster van het
want kunstzijden dameskousen zijn in Duitsland bijna communisme even als haar vader. Zelf hier in Holland
nergens meer te koop en hier stikken ze er nog overal met een jood getrouwd stond ze in ziedende veront-
in!” „En verdien je daar dan wat mee?” zo vroeg ik waardiging tegenover de duivelse liquidatie van de
belangstellend. „Nou, wat dacht je... ik moet toch wàt joden die de Duitsers met een prachtig woord „Ent-
voor m'n moeite hebben... ik verkoop ze voor het dub- lösung” noemden. Betty had er nooit van terug als Elly
bele wat ik er voor betaald heb!” Dat had ik nu hele- begon los te branden in haar niets ontziende woede
maal niet achter dat kleine vrouwtje gezocht, dat ze zo'n over de Duitse terreur. Elly was het ook die met beslist-
geraffineerd zakentalent bezat. „Nou ja, Piet, je moet heid verkondigde dat het wáár was dat men de joden in
denken het zijn maar kousen en geen levensmiddelen... Duitsland in gaskamers om het leven bracht. Ze haalde
dus ik doe er niet zo veel kwaad mee als ik die jongens er alles bij in haar uiterst felle kritiek en ze gaf dan blijk
daarmee helpen kan. En ze zitten allemaal goed in hun van verbazend goed op de hoogte te zijn met de ge-
centen zodat ze het best betalen kunnen. En je vrouwtje schiedenis uit de Eerste Wereldoorlog. Ze veroordeelde
is er ook mee geholpen want het loopt nog aardig op. Jij met bitterheid in haar stem, die soms oversloeg van
vindt natuurlijk dat ik de „vijand” er mee help, is 't niet emotie, de drang naar het militaristisch vertoon waar de
waar?” merkte ze plagend op. Ik moest toegeven dat er Duitsers hun leven lang zich aan hadden overgegeven
erger dingen waren op dat gebied, dat er onder onze en dat het land steeds weer naar oorlog en ondergang
landgenoten lieden waren die op een gemener manier had gedreven. „Wij hebben niets geleerd van de ge-
woekerwinst maakten door schaarse voedingsmiddelen schiedenis!” zo riep ze daarbij uit. „Het begon al in
te hamsteren en die tegen waanzinnig hoge prijzen Sarajevo... en nu zijn we weer even ver met die „ver-
verkochten. Al had ik dan wel enig begrip voor dit dammte Hitler”... niets hebben ze er van geleerd...
„handeltje” van Betty, ik voelde het toch als iets dat niet niets!!” 't Was bepaald interessant om die twee zusters
helemaal in de haak was. Ik besefte eens te meer duide- te horen bekvechten, Betty kon daar niet tegenop omdat
lijk: Betty was Duitse en dat zou ze blijven ook al had ze wel diep in haar binnenste begreep dat Elly gelijk
ze de Nederlandse nationaliteit verworven, ze zou het had.
altoos voor haar vaderland blijven opnemen... ook al De haat van Elly tegen het Nazidom zou kort
gebeurden daar de vreselijkste dingen. Wat zou ze het daarop tot een hoogtepunt stijgen toen de S.S. haar
éénmaal ontzettend moeilijk krijgen wanneer het Derde eigen man te pakken kreeg. 't Gebeurde bij een razzia
Rijk van vriend Adolf Hitler in elkaar plofte en heel waarbij hij in de val liep. Betty en Elly zijn toen samen
Duitsland dan inderdaad één grote puinhoop geworden naar de Euterpestraat gegaan naar het hoofdkwartier

- 66 -
van de Gestapo om te trachten Herman vrij te krijgen. weet wel wat ie heeft maar niet wat ie dan krijgt!” Ik
Elly moest haar mond houden van Liesje want die zou lachte er maar wat mee en vond dat ze daar misschien
het alleen maar beroerder hebben gemaakt door haar wel gelijk in kon hebben. Ik merkte op dat ze nou niet
emoties. Betty deed daar het woord in onversneden moest denken dat ik zo'n heilig boontje geweest was en
Duits en trok er van leer dat het niet mooi meer was, ik wel degelijk het een en ander meegemaakt had. Over
zonder in termen te vallen die hen beiden in gevaar Betty deed ik maar wijselijk het zwegen toe, ik nam aan
konden brengen. Ze kletste die höhere Polizei-kerel z'n dat ze daar niet van op de hoogte was òf het had door
oren van z'n hoofd maar het had geen enkel resultaat tante Mien moeten komen die haar ingelicht had. Maar
dan alleen de waarschuwing die ze kreeg om daar mee Annie zinspeelde daar in het geheel niet op, mogelijk
op te houden en te maken dat ze weg kwamen vóór dat had tante Mien daar nooit iets over verteld.
ie er zin in kreeg hen allebei in hechtenis te nemen Ze liet me later op de middag nog het hele
omdat ze blijk gaf een slechte Duitse te zijn!! Dat bleef huis zien mitsgaders de slaapkamer en haar ultramo-
er dus over van Betty's idealisme van de Duitse Heil- derne keuken met elektrisch fornuis en toen ik dat alle-
staat! Haar enthousiasme was toen wel wat bekoeld en maal bewonderd had vroeg ze of ik wat wilde spelen op
we praatten nog maar zelden over de politiek. Elly de piano. Nu, dat wilde ik zelfs heel graag al was het
kreeg het zwaar te verduren... Herman keerde nimmer alleen maar om me enigszins te onttrekken aan de even-
terug, ze wist niet eens hoe en wanneer ze weduwe tueel riskante wendingen die ons gesprek dreigde te
geworden was. Dit alles gebeurde zo ongeveer juist in nemen. Mijn neef had ook heel wat muziek bij de hand
deze tijd zo omstreeks eind september. Van Elly bleef liggen en ik had al spoedig wat gevonden. Later kwam
niet veel anders over dan een gebroken, bijna oude neef Aart ook op de proppen, hij was de hele middag
vrouw, die het nationaal-socialisme alleen nog maar bij z'n boot geweest om er van alles aan te doen op de
haten kon in uitzinnig fanatisme. werf. Hij zag er uit als een tor, z'n broek vol teervlek-
Na deze nogal omvangrijke uitweiding keer ken en pikzwarte handen en smeet z'n rommel overal
ik dan weer tot het onderwerp van die dag terug. Mijn neer. Nou, ik kon best begrijpen dat Annie haar broer
nicht deed erg verrast dat ik toch gekomen was en ze liever de deur uit wilde hebben... zij kon hem dat nooit
verwelkomde me dan ook bijzonder hartelijk. Ze zette afleren en misschien dat een of andere vreemde jonge-
dadelijk een kop echte thee en later op de middag kwam dame hem wat orde en netheid vermocht bij te brengen!
ze nog op de proppen met een of ander geestrijk drank- We kletsten nog wat over de oorlog en het onderwerp
je. Ik was niet zo vaak hier geweest op deze woning van de „Arbeitseinsatz” kwam nog even ter sprake. Of
sedert mijn oom en tante overleden waren. Annie er bij ons op De Standaard al iets bekend was over het
woonde hier nu alleen samen met haar broer, er was vorderen van mensen voor Duitsland? Aart beweerde
echter sprake van dat neef Aart de deur uit zou gaan en dat hij gehoord had dat de moffen druk bezig waren met
op zich zelf ging wonen. Mijn neef was nogal slordig het opvorderen van personeel, hij wist namen te noe-
van aard en niet zo gemakkelijk in de omgang in het men van kantoren en bedrijven waar de helft van het
dagelijks huishouden, zodat Annie hem maar liever met personeel opgeroepen was! Neen, bij ons was nog niets
een zoet lijntje de deur uit probeerde te werken. Dat aan de hand en ik voegde er eigendunkelijk aan toe: „Ik
vertelde ze me die middag allemaal en ook dat ze daar- denk dat wij er niets mee te maken zullen krijgen... wij
door wel een beetje alleen kwam te staan, maar nou ja, hebben ontzettend veel werk van de Koninklijke Aca-
daar kwam ze ook wel weer over heen. Het flitste een demie en er kan geen mens gemist worden!” - „Ja, maar
ogenblik door m'n gedachte: Hé... zou ze soms een daar vragen die moffen niet naar...”, merkte Annie op,
levenspartner zoeken? Ze heeft natuurlijk helemaal „ze zeggen gewoon we moeten 20 of 30 man hebben en
geen zin om hier in haar eentje die grote woning te dan heb je maar te gaan, of ze nou gemist kunnen wor-
bewonen... ze zoekt vast een kameraad! Ik geloof bij den of niet!” In ieder geval weet je waar je terechtkan
latere beschouwing dat ik het die middag wel heel dui- als de klap ook bij jullie valt... kom dan onmiddellijk
delijk bij het rechte eind had. Ze bracht in dat verband naar mij toe. Dan zullen we bekijken wat we er aan
ter sprake dat ik toch ook al zo lang nog bij m'n ouders doen kunnen. Bij ons op de bank is iemand die onder-
samen in de Jekerstraat woonde. Of ik daar nu nooit duikers helpt en dan zal er best wat op te vinden zijn.”
eens genoeg van kreeg? Je moest toch eigenlijk op die Ik vond dat ze nogal tamelijk op de dingen vooruit liep.
leeftijd zelfstandig worden. Kortom, ze begon zo van Er was toch helemaal geen sprake van en ik voorzag die
allerlei informatie uit me los te peuteren, haalde de mogelijkheid nog in de verste verte niet. Toch veront-
onverkwikkelijke affaire uit Putten met Antje voorzich- rustten die geruchten me wel een beetje... de dreiging
tig naar voren waarvan ze toen een vleugje had meege- op de achtergrond leek ineens aanmerkelijk toegeno-
maakt op die dramatische zaterdag in 1939 en zei dat ze men toen ik deze middag van mijn nicht naar huis te-
niet kon begrijpen dat ik zo weinig andere contacten rugkeerde... Doch er waren andere gedachten die me op
had gemaakt met geschikte meisjes. „Je bent net als je dat moment bezig hielden, Annie had uitdrukkelijk
neef Aart... die zou best willen trouwen maar hij heeft gevraagd of ik gauw eens weer kwam, ze had er een
altijd hier een veel te makkelijk leventje gehad thuis, hij veelbetekenende knipoog bij ten beste gegeven die van

- 67 -
alles betekenen kon. Ze hulde zich in raadselen en ik
voelde me in een vreemde gemoedsstemming geraken!

Hoofdstuk 10
Maandag 28 september 1942 teerde en waar het geurde naar verweerde eiken balken
en specerijen. Aan de achterzijde had het een uitgang
De week die volgde op mijn visite bij Annie Groten- op de Oude Braak. We moesten er dikwijls heen om
dorst ging in alle rust voorbij. Er viel blijkbaar van de zetwerk op te zoeken van regelmatig terugkerende
fronten weinig nieuws te melden want de blaadjes in periodieken. Dat was altijd een feest... je was er zo vrij
mijn agenda zijn allen blanco. Ook op De Standaard als een vogeltje in de lucht en als je met een paar man
verliepen de dagen in hun normale ritme met al de ergens wegdook in een van de vele hoeken en nissen,
bezigheden waaraan ik zo langzamerhand helemaal kon je er op je gemak een blazertje nemen. De buiten-
gewend was geraakt. Het beviel me daar best en ik had deur op een kier, die dan begon te knerpen als er ie-
geen enkel verlangen om ooit nog weer eens naar het mand binnenkwam zodat we op tijd gewaarschuwd
oude Rustenburg terug te willen keren. Er heerste daar werden als die „boer” (Boomsma) langs kwam om te
een prettige en gezellige sfeer en... je bleef daar lachen. kijken wat de „mannekes” wel aan 't uitvoeren waren en
Nooit heb ik een bedrijf meegemaakt waar zulke krank- of er eindelijk nog eens wat van kwam! Op zekere dag
zinnige dingen gebeurden! Er werkten daar „boeren” en kwamen er twee jeugdige drukkers zich aandienen op
rasechte Amsterdammers dooreen en je kon wel nagaan het bedrijfskantoortje boven bij Jongman. Ze hadden
dat er om de haverklap de nodige heisa plaats vond goed nieuws voor hem... en 't ging over een voorraadje
tussen die beide groeperingen. Willem Mulder die de inkt voor de grote rotatiepers. Ze hadden gehoord van
nestor van de formulezetterij was, kon heerlijk sappig de Leng dat de drukkerij nogal omhoog zat met die
die buitenmensen uitschelden op z'n gemoedelijke inktvoorraad... daar er nog maar weinig meer was en
mokumse manier, zo van hé kloteklappers, of: zeg, dat de zaak er moeilijk aan kon komen. Nou, zij wisten
pieremegoggel! En dan die Drentenaren weer terug- een mannetje die nog wel een paar vaten rotatie-inkt
kaatsen in hun noordelijke dialect. Slingenberg, de kon leveren... alleen 't was wel tegen zwarte prijzen,
vaste vormensluiter was zo'n volbloed Drentenaar. Hij maar ze dachten dat daar geen bezwaar tegen zou zijn,
zong schitterende verzen waarvan er een luidde: En nietwaar... hebben is hebben en krijgen is de kunst! Of
mien grotvoader sloat mien grotmoeder met de knip- Jongman er wat voor voelde... zo ja, dan zouden zij die
tang teuge d'r kont an! Of: in Hassen droage alle eren vaatjes met inkt zelf gaan halen en hier afleveren... 's
oge oeden! Daar werd dan weer op gereageerd met het avonds, ná werktijd. Ze moesten ¦ 200,-- per stuk op-
verzoek of ie alsjeblieft z'n moers taal wilde spreken. brengen en het waren er voorlopig twee, dus... ¦ 400,--!
En dat ging zo dikwijls de ganse dag door, maar echt Jantje contantje, dat wel. Nou, Jongman sprong een gat
kwaad werden ze nooit op elkaar, het verliep allemaal in de lucht van blijdschap. „Heb je 't gehoord, Leng”,
in het gemoedelijke. riep ie enthousiast uit, „we kunnen inkt kopen, zwart...
Maar er gebeurden ook andere dingen in de daar zitten we om te springen man!” Hij vond het dade-
hogere regionen die enorm de lachlust opwekten en die lijk goed, liet het geld onmiddellijk aan die twee knapen
bij een firma als de Bussy ondenkbaar zouden zijn uit de kas betalen en wachtte af. Inderdaad kwamen ze
geweest. Ik herinner me opeens weer de klucht met de 's avonds tegen schemerdonker met een handkarretje
vaten boekdrukinkt die door Jongman, de bedrijfsleider, voor het gebouw en brachten twee flinke vaten met inkt
tegen een zacht prijsje op de zwarte markt werden naar binnen. Ze waren met stroken karton omwikkeld
ingekocht. Doordat het gebouw op de Nieuwezijds bij wijze van camouflage... om geen moeilijkheden te
nogal krap in de ruimte zat, hadden ze een pakhuis in krijgen. De zaak was daarmee afgewikkeld en de centen
huur in de St. Jacobsstraat, een nauwe steeg tussen de hadden ze binnen, het tweetal ging er weer met de
Nieuwezijds Voorburgwal en de Nieuwendijk. Daar handkar vandoor. Maar de volgende morgen kwam de
werd al het afgedrukte zetsel opgeborgen en verder ontnuchtering, toen De leng het „koopje” eens wat
diende het als magazijn van de papiervoorraad en aller- nader bekeek nadat de camouflage verwijderd was. Ik
lei andere materialen. Er stonden ook enige vaten met was toevallig getuige van deze onthulling. „Verrek... als
zwarte boekdrukinkt bestemd voor de rotatiepers. Ik je me nou bedonderd...”, riep de Leng verbaasd uit, „dat
kwam heel vaak in dat pakhuis, een eerbiedwaardig oud lijken wel precies dezelfde vaten als die er nog in het
bouwwerk dat stellig uit de vroege middeleeuwen da- pakhuis staan...! Wel verdomme nog toe, Jongman heeft

- 68 -
zich laten beetnemen!” En weg rende hij met de sleutel vrouw heb je niks te vertellen... stommerds zijn jullie...
van het pakhuis om zich te overtuigen. En ja hoor, daar s t o m m e r d s!!!” Het laatste woord krijste hij er uit
stond nog maar één vat van de drie die er oorspronke- en dan kwam er niks meer, was ie weer uitgeraasd voor
lijk geweest waren en het leek zonneklaar dat ze gegapt een dag totdat het spelletje een paar dagen later weer
waren! Die twee knapen kwamen nimmer meer opda- overnieuw begon.
gen, ze hadden voorgoed de benen genomen. Ze beza- Dan had je nog kleine „Flippie” met z'n veel te
ten blijkbaar een duplicaatsleutel van het pakhuis en korte beentjes en z'n te grote pet op waarvan de klep als
toen iedereen 's avonds weg was kwamen ze met een een luifel naar voren stak. Flippie was een manusje van
handkar in de St. Jacobsstraat, laadden op hun akkertje alles, die konden ze overal op af sturen. Hem kwaad
de vaten rotatie-inkt er op en reden met een omweg krijgen dat bestond bij hem niet, hij had overal een
naar de Spuistraat om daar het vrachtje te lossen. God- weerwoord op, Flippie was net effe linker, hem namen
bewaarme, wat ging de Leng tekeer over die stomme ze er niet tussen. Hij verstond echter uitnemend de
streek die Jongman had uitgehaald. Appie wou het eerst kunst om zich dom te houden onder het motto dat ie
niet eens geloven... dat ze hèm, de bedrijfsleider te niks kon en dat ze hem voor ingewikkelde werk niet
pakken hadden genomen. Het werd dè mop van de dag: konden gebruiken. Hij hoorde thuis op de expeditie van
jongens.. heb je 't al gehoord? Appie Jongman heeft z'n de krant waar z'n taak bestond uit het banderolleren van
eigen vaten met inkt teruggekocht! Jongman was ui- de losse kranten die per post gingen voor de provincie.
teraard een lichtgelovig baasje, die graag op alle slak- Maar daar was Flippie dan ook verbazend handig in en
ken zout legde waar het om akelig precieserige futilitei- er was geen ander die dat zo vlug kon. Voor de rest
ten ging in een onnozel drukwerkje. Maar in de dage- werd hij gebruikt om pakjes met drukwerk weg te
lijkse gang van zaken was hij gemakkelijk voor het brengen. Sedert enige tijd kregen we dagelijks warme
lapje te houden. maaltijden van de gemeentelijke Centrale Keuken. Op
En zo waren er meer van die enigszins kari- de meeste bedrijven was die maatregel ingevoerd door-
katurale figuren op de oude Standaard waarover je dat het broodrantsoen al lang niet meer toereikend was.
boekdelen zou kunnen schrijven. Daar had je onder Het eten werd elke dag door Flippie gehaald van de
andere „Bart - de paardenslager”, een aartslelijke kerel gaarkeuken op een handkarretje. Meestal was het
die altijd keek of ie iedereen wel zou willen opvreten. stamppot en eenmaal in de week „brandnetelsoep”. Op
Hij deed het schoonmaakwerk op alle afdelingen, zekere dag toen hij er op uit was met z'n karretje om de
dweilde de vloeren op geregelde tijden en hield de rats op te halen bleek Flippie spoorloos verdwenen te
w.c.'s schoon. Bart had in het verleden betere tijden zijn. Het liep naar halfeen en we zaten allemaal te
gekend, hij had een goed beklante paardenslagerij beze- wachten op de warme hap, maar al wie er terug kwam...
ten ergens aan de rand van de Jordaan maar doordat de geen Flippie. Tegen twee werd er opgebeld uit het
paarden òf uitgestorven raakten òf dat hij te veel geld Binnengasthuis... Flippie was terecht, ze hadden hem
had geïnvesteerd in sterke drank en wat dies meer zij, opgenomen met een maagbloeding en ze wisten nog
was niet helemaal duidelijk. In ieder geval was hij z'n niet wat ze er van zeggen konden! Het warme eten ging
zaak kwijt geraakt en tot over z'n oren in de schuld die dag onze neus voorbij. Iedereen had natuurlijk met
geraakt. Dat zat hem nog altijd geducht dwars en het die arme jongen te doen! Maar wie schetst onze verba-
had er de schijn van dat hij iedereen in z'n omgeving zing toen Flippie doodgemoedereerd tegen drie uur
daar de schuld van wilde geven. Daarom had ie ook kwam aanzetten alsof er niks aan de hand was en dood-
voor geen mens op de zetterij een goed woord over. De leuk vertelde dat hij geen bal mankeerde. Maar hoe was
jongens probeerden dan ook geregeld om die ouwe ie dan in godsnaam in dat ziekenhuis beland? Nou, dat
knorrepot uit z'n tent te lokken en insinueerden dat hij was wel een heel mal verhaal en we lachten ons gek
vast en zeker nog wel ergens een oude kous met geld toen hij 't vertelde. Hij was dus op weg gegaan om het
had liggen en dat ie alleen maar was gaan stil leven eten te halen, maar vóór ie naar de gaarkeuken ging
omdat ie binnen was. Nou, daar had je dan de poppen moest ie eerst nog bij twee kantoren een pakje bezor-
aan 't dansen! Hij trapte er steeds weer in en dan begon gen. Bij het eerste kantoor waar hij binnenkwam aten
ie op een ijselijke manier te schelden tegen ons. Z'n ze ook uit de Centrale Keuken. 't Was die dag stamppot
ogen kregen een bijna duivelse uitdrukking en de on- van rooie bieten en ze waren daar wat eerder met eten
ooglijke wrat op z'n voorhoofd met het bosje haar dat er halen geweest, er was nog een flinke kliek over. Flippie
uit priemde leek wel eens zo groot en afzichtelijk te kon altijd verbazend goed een armoedige smoel trek-
worden. „Ja, ezelsveulens!” begon hij te schreeuwen, ken, met zo'n begerige, hongerige trek om z'n mond.
„Stommerikken, die jullie zijn, jullie laten je liever Daarom vroegen ze natuurlijk of ie misschien zin had in
uitzuigen door je baas, jullie denken dat je heel wat een hap biet... er was nog wat over. Nou, dat was bij
bent hier... mooie meneren. Maar jullie zullen zelf nooit Flippie aan geen dovemansoren gezegd dus begon ie er
van je leven eigen baas worden... en weet je hoe dat meteen op los te roeien tot alles op was. Toen maar op
komt, lelijke hufters... omdat jullie daar te stom voor weg naar het tweede adres voor het volgende pakje dat
zijn. Hier heb je een grote smoel maar thuis bij je ie moest afleveren. Of nu het spel sprak... laten ze daar

- 69 -
nou ook uit die gaarkeuken eten en laat daar nu óók zal blijken uit de gebeurtenis op deze maandag de 28ste
toevallig een fikse hap biet over zijn! Aangezien de september. Op deze dag deden zich de eerste sympto-
hongerige blik in z'n ogen nog steeds niet geweken was men voor waardoor het sein op onveilig kwam te staan
werd hem door de keukenjuffrouw liefdevol een opge- en er groot alarm werd gegeven aan heel het personeel.
laden bord met rooie biet voor gezet, „Ga je gang maar Het was in de loop van de ochtend dat Jongman onver-
hoor, Flippie... je zult wel trek hebben, maak de pan wacht op de zetterij kwam. Hij leek nogal opgewonden
maar goed leeg!” Flippie liet zich niet kennen en en nerveus en stevende eerst op de Leng af en daarna
stouwde de tweede portie eten achter z'n kiezen. Daarna moest ook Boomsma er bij komen. Er werd wat onder-
ging ie met welgevulde maag op weg naar de Centrale ling gesmoesd en dan riep Jongman met z'n hoge
Keuken om het eten op te halen voor z'n eigen werkge- stemmetje uit: „Mensen, willen jullie allemaal even
ver. En of Flippie nu nog altijd die hongerige indruk luisteren... ik heb iets te zeggen.” Nou, we keken wel
maakte mag Joost weten maar het kòn gewoon niet even vreemd op want dat waren ze van „Appie” niet zo
missen... de opschepster van de gaarkeuken die het eten gewend dat ie de mensen bij elkaar riep als er niet iets
in de gamellen deed vond Flippie blijkbaar toch zo'n héél erg belangrijks aan de hand was. Toen ze allemaal
zielig mannetje die maar de hele dag door de stad bij elkaar gegroept waren deelde Jongman het volgende
sjouwde achter dat handkarretje dat ze 't niet over d'r mede: we zouden morgen (dinsdag) vereerd worden
moederlijke hart kon krijgen om die arme sloeber met met het bezoek van een aantal Duitse autoriteiten. Vol-
een lege maag weg te sturen, dus... was er nog een gens Jongman hadden ze belangstelling voor het weten-
restje achtergebleven in een van de ketels dat net een schappelijke werk dat bij ons vervaardigd werd en ze
lekkere hap voor hem was... of ie maar effies stiekem hadden grote interesse voor de manier waarop bij ons
achter de tafels wilde komen om het gauw op te eten. de wiskundige formules werden gezet. „Het is niet
Met mannenmoed zwelgde de holle bolle Gijs ook de uitgesloten dat we door hun toedoen veel werk kunnen
derde portie rooie biet naar binnen en verliet haastig de verwachten uit Duitsland”, voegde hij er aan toe met
gaarkeuken met z'n gamel eten om nog op tijd op de een opgetogen klank in z'n stem, „en daarom zou ik
Nieuwezijds te kunnen verschijnen. Maar hij kwam niet graag willen dat jullie die mensen wat tegemoetkomend
ver... die derde kliek was hem vermoedelijk net iets te behandelen en geen anti-Duitse gezindheid laten blij-
veel geweest... het kwam hem om zo te zeggen de strot ken!” Nou, dat praatje over te verwachten werk uit
uit en voor ie er zelf erg in had lag ie bij het Centraal Duitsland dat zoog Appie beslist uit z'n duim, dat
Station voor munt en smakte de complete rooie smurrie maakte ie er maar gauw bij om de aandacht van de
er uit... Dat moet stellig een raar gezicht zijn geweest... werkelijkheid af te leiden. „Welja!” zo riep Kransen
een bloedbad als uit een westernfilm! Van alle kanten sarcastisch uit, „we zullen ze vrolijk ontvangen met 't
schoten de mensen toe, zagen het bietennat aan voor Duitse volkslied en heil Hitler!” We keken mekaar
bloed en waarschuwden de G.G.D. Binnen het kwartier allemaal aan en dachten er het onze van en ik kreeg
lag Flippie in het ziekenhuis met een leger van dokters duidelijk het gevoel dat er iets niet klopte. Jongman
en zusters om hem heen. Daar vroegen de dokters hem hield zichzelf voor de gek òf hij probeerde het ons te
wat ie in godsnaam gegeten had dat ie zoveel bloed had doen. „O ja... en dan is er nog iets beste mensen,” zo
overgegeven. „Bloed??” vroeg Flippie onnozel, „Ik heb vervolgde hij, „jullie hebben hier op de muren overal
nogal wat biet naar binnen gewerkt...!” „Maar man... veel spotprenten opgehangen die meestal tegen de
hoeveel heb je dan wel gegeten?” vroeg er een. „Nou, Duitse politiek gericht zijn... willen jullie me alsjeblieft
laat eens kijken... dat is één, twee... ja drie borden met het plezier doen om die plaatjes er onmiddellijk af te
stamppot van bieten voor ik hier binnen gebracht werd. halen en ze allemaal, zonder uitzondering, te verbran-
Waarom leg ik hier eigenlijk?” Toen werd het de medi- den. Ik zal mezelf zo aanstonds komen overtuigen dat
sche staf al gauw duidelijk dat Flippie helemaal geen alles van de muren verwijderd is!” Opnieuw riep Kran-
maagbloeding had en dat ze de rooie bieten voor bloed sen uit met verheffing van stem: „Als je maar weet dat
hadden aangezien! Hij werd op staande voet het Bin- IK er geen plaatje afhaal... dat zal je dan zelf moeten
nengasthuis uitgeschopt! doen... Als die moffen dat niet zien kunnen nou, dan
Ik zou nog bladzijden kunnen volschrijven moeten ze maar een andere kant opkijken!” Toen begon
over al dat soort toestanden en kluchten die ik in de Appie bijna te smeken en te soebatten van: „Luisteren
korte tijd dat ik daar in dienst was heb meegemaakt. Er jullie nu toch eens en doe het voor het bedrijf en voor
ging geen dag voorbij of er vond wel een voorval plaats mij. Wat moet ik antwoorden als die lui die plaatjes
dat de algehele hilariteit opwekte. Maar de geschiedenis zien en ze vallen er mij over aan?” Aha! Dat was het
van Drukkerij Holland - De Standaard is een verhaal op dus... Jongman dacht aan z'n eigen hachie en begon in
zichzelf en ik moet me in dit geschrift nu eenmaal hou- z'n broek te kakken bij de gedachte dat ie gearresteerd
den aan de feiten waar ik zelf persoonlijk het meeste bij zou kunnen worden om die politieke plaatjes. Het wa-
betrokken raakte. ren allemaal spotprenten op Hitler en z'n hele verdomde
Dat het met de humor en de daarbij behoren- kliek door bekende karikaturisten zoals L.J. Jordaan uit
de vrolijkheid spoedig gedaan zou wezen in het bedrijf de „Groene” en Albert Hahn, daterend nog van vóór de

- 70 -
oorlog en geknipt uit bladen als: De Tribune, Vrijheid, er nare dingen zouden kunnen gebeuren met de vijand
Arbeid, Brood, Wij enzovoort. Ze hingen er al jaren en zo dicht op schoot. Hij wilde ten koste van alles het
nooit was iemand er over gevallen, ook niet toen de gevaar afwenden en de vijand in een joviale stemming
Teutonen onze grenzen over trokken en de lage landen brengen. Maar, ik had het al lang gezien. Die Duitsers
bezetten. Willem Mulder suste de zaak en zei dat ie om hadden totaal geen belangstelling voor de prestaties op
Jongman niet in moeilijkheden te brengen dan wel wetenschappelijk en technisch gebied van dit bedrijf.
bereid was ze van de wand te halen, maar dan wel Het was overduidelijk dat ze op iets geheel anders uit
onder werktijd en niet in z'n eigen tijd! Nu, de plaatjes waren. Die twee kerels in burger (mogelijk waren dat
gingen wel van de muren, maar de meesten werden drukkerij-experts) deden wel of ze alles „schön” en
veilig opgeborgen met de gedachte ze later als het be- „fabelhaft” vonden, doch de beide andere militairen
zoek verdwenen was weer op te hangen. informeerden voortdurend naar het aantal werknemers
Ondertussen zaten we met het raadsel wàt die dat er per afdeling beschikbaar was. En Jongman maar
moffen hier in feite nu werkelijk kwamen doen. We ijverig alles uitleggen en precieze cijfers aandragen
deden ons best om er in te geloven dat ze mogelijk echt zodat die moffen nauwkeurig op de hoogte kwamen
uit belangstelling kwamen en zoals Jongman uitdrukke- hoeveel mensen er overal werk hadden op dit bedrijf.
lijk wist te verzekeren niemand ergens bevreesd voor Nadat ze alles tot in de kleinste bijzonderheden hadden
hoefde te zijn... heus, er was geen sprake van een Ar- bekeken duvelden ze eindelijk op maar ze lieten een zee
beitseinsatz! Maar de geruchtenstroom begon die dag al van onrust en vage angstgevoelens achter. Kransen riep
meer en meer op gang te komen. En hoe verder de dag met een stem vol overtuiging uit: „We zijn verkocht en
vorderde des te meer nam de onrust onder het personeel verraaien jongens... let op mijn woorden, ze zijn hier
toe. Er waren verscheidene mensen die te kennen gaven alleen maar gekomen om een aantal mannetjes uit te
dat ze van plan waren de volgende dag weg te blijven zoeken!” Dat was geen opwekkende voorspelling van
van de zaak of dat ze van de afdeling zouden weglopen onze communistische vriend Herman Kransen en we
zo gauw de moffen er binnen kwamen. Ik dacht aan de vreesden dat zijn voorspelling maar al te zeer uit zou
voorspelling van m'n nichtje Annie en aan de berichten komen. „dat heb je te danken aan die voddenbaal van 'n
die steeds positiever spraken van tewerkstelling op Appie... ik heb me rot geërgerd aan die kerel, wàt een
fabrieken in Duitsland... zou het onheil nu ook ons uitslover... hoe ie die moffen stond te slijmen! Nou, hij
overvallen, zo spoedig reeds? Er werd van alles veron- heeft ze wel wegwijs gemaakt en dat zullen we binnen-
dersteld en toen de dag verstreken was geloofde kort aan de weet komen ook!” zo voegde Kransen er
niemand meer dat het de volgende dag wel zou loslo- pessimistisch aan toe. De christelijke broeders echter
pen. Er stond ons wat te wachten! probeerden de zaak te sussen, dachten dat het zo'n vaart
niet zou lopen en zeiden dat Kransen bezig was om
communistische agitatie op touw te zetten. Hij moest
Dinsdag 29 september 1942 maar liever z'n mond houden! Maar kameraad Kransen
had het goed gezien en hij niet alleen... de stormbal
En zo kwamen de moffen die dag op bezoek bij het hing hoog in de paal, er was noodweer op komst!
Christelijk Gereformeerd Dagblad De Standaard en de
annexe Drukkerij Holland. Ze kwamen pas laat in de
middag en Appie Jongman leidde hen persoonlijk rond Donderdag 8 oktober 1942
over de afdelingen. God, wat zat die man in z'n stin-
kerd! Hij wist niet wat ie moest doen om die moffen En de bui barstte los... er was geen ontkomen aan!
met complimenten te overladen en ze stroop om hun Ondanks al die geruststellende woorden van Jongman,
bekken te smeren. Hij wrong zich letterlijk in duizend de optimistische voorspellingen van de „broeders-in-
bochten om ze maar te alten zien wat wij hier wel alle- den-heere” die er zo zeker van waren dat we ons be-
maal presteerden. Hij liet iemand een letterkast met angst maakten voor niets, kwam op deze dag de klap
Duitse karakters op zetten om te tonen dat wij zelfs in toch als een donderslag bij heldere hemel. Het viel als
staat waren dat moeilijk leesbare schrift te ontcijferen. een pijnlijke verrassing op je nuchtere maag. We wer-
„Sehe Sie doch einmal... die holländische Schriftsetzer den er terstond al mee overvallen bij het binnenkomen
verstehet dass!!” zo kraaide ie verrukt uit tegen de op de zaak en als de leiding ook maar één ogenblik de
Duitsers. Maar die bleven er ijskoud onder; ze waren illusie had gekoesterd dat ze de feiten nog wel een
met z'n vieren, twee nogal tamelijk hoge omes in mili- poosje geheim konden houden, dan was dat wel een
tair uniform en de beide anderen in burger. Kransen misrekening. Het bericht ging om vóór acht uur al als
siste tussen z'n lippen door: „Vuile hielenlikker... mof- een lopend vuurtje en terwijl ik in de volgepropte lift
fenvriend!” En toch was Jongman helemaal niet nazige- stond die ons naar boven voerde was het 't eerste dat ik
zind, hij had niets met de N.S.B. te maken en kon ge- vernam: „De Duitsers zijn hier gistermiddag laat op de
rust van zichzelf beweren dat ie een goede Nederlander zaak geweest en ze hebben geëist dat er 39 mensen
was. Neen, die man was alleen maar doodsbenauwd dat naar Duitsland moeten... ze zullen het zo aanstonds wel

- 71 -
bekend maken!” ik voor hem verdien?” zo vroeg ik woedend. Ja, daar
Alles wat ik me nog herinner van dat korte wist Jongman nog geen antwoord op. „Ik wou dat ik dit
ogenblik in die lift toen iemand dat zo nuchter uitsprak bedrijf nooit van m'n leven gezien had!” zo beet ik hem
was dat het leek of ik plotseling een tik op m'n kop toe en ik meende het! Ik dacht ineens aan het voorjaar
kreeg en even helemaal versuft raakte. Ik kon niet an- toen ik bij 't Koggeschip terug had kunnen komen... nèt
ders zeggen dan: „O ja? Nou, dat weten we dan al even te laat, toen ik reeds deze betrekking bij De Stan-
weer!” De omvang van dit verschrikkelijke nieuws daard had aanvaard. Ik had toen nog kunnen kiezen
drong gewoon nog niet tot me door... ik moest het ver- tussen die beide zaken en... nu bleek dat ik faliekant
werken want je dacht nog steeds dat het natuurlijk niet verkeerd gekozen had! Nu was ik de klos en kon naar
wáár was... dat een paar grappenmakers dat bedacht Moffrika gaan om daar met grote waarschijnlijkheid
hadden. De verdoving duurde niet lang... binnen één een bom op m'n kop te krijgen. Die laatst aangekomene
kwartier na de aanvang van de werktijd wisten we het. hier waar ze toen zo vreselijk om zaten te springen,
Jongman en de Leng stevenden om kwart over acht de bleek dus niets waard te zijn... die kon als no. 1 gerust
zetterij op... Appie met een getypte lijst in z'n handen, voor de leeuwen gegooid worden! Het was hier geen
doodzenuwachtig en de Leng met een gezicht dat op haar beter dan bij de Bussy, zo stelde ik vast in een
storm stond. Dat er op het bedrijfskantoor een paar vlaag van bittere ontgoocheling.
hartige woordjes tussen die twee waren gewisseld kon Maar Appie liep hoofdschuddend weg, zich
je wel merken. De stem van Jongman sloeg over van beroepend op „overmacht” en dat ze er niets aan kon-
agitatie toen hij ons verzocht allemaal even te luisteren den doen. De andere slachtoffers kwamen aan de beurt,
en het papier dat ie bij zich had trilde in z'n handen. Hij het waren er heel wat op de zetterij, meest de jongeren
was kennelijk van plan geweest om eerst nog een soort beneden de 40 jaar. Weldra wist iedereen waaraan ie
van inleiding te houden over het hoe en waarom maar toe was, de verslagenheid was algemeen en dat er van
toen hij zag dat de mensen doodstil werden en alleen werken niet veel terechtkwam die ochtend laat zich
maar de feiten wilden vernemen sprak hij: „Leng, doe makkelijk denken. Over zo'n jobstijding stap je maar
jij het maar... zèg het ze, dan zal ik dadelijk de namen niet zo een-twee-drie heen alsof ze je verteld hebben
voorlezen.” Met een verbeten gezicht nam Andries de dat je op kosten van de zaak drie maanden met vakantie
Leng het woord. „Mannen, jullie hebben natuurlijk al naar de Rivièra mag. Die mensen raakten allemaal in
gehoord dat er wat gaande is. De Duitsers eisen dat er paniek, vooral na een halfuurtje toen de werkelijkheid
hier negenendertig man worden gevorderd voor werk in van de ramp pas goed tot ons allemaal begon door te
Duitsland. Als ik jullie vertel dat wij gistermiddag laat dringen. Wàt een problemen kwamen erboven... jonge-
alles in het werk hebben gesteld omdat ongedaan te lui die pas kort tevoren getrouwd waren, een enkele die
maken of althans te verzachten dan moeten jullie dat pas gezinsuitbreiding had gehad en waarvan de vrouw
van me aannemen. Maar er viel met die lui niet te pra- nog niet helemaal op de been was. Of weer een ander
ten en we liepen groot gevaar dat ze het hele bedrijf in geval van iemand die met een ziekelijke gebrekkige
beslag zouden nemen als we niet aan hun eisen tege- moeder samenwoonde die helemaal afhankelijk was van
moet kwamen. Ik weet dat het voor velen van jelui een de hulp van haar zoon. Mensen die een kwaal hadden
zware noot zal zijn om te kraken maar we staan alle- en die hier voortdurend medische begeleiding behoef-
maal machteloos tegen dit optreden. Ik weet waarachtig den... hoe moest dat in Duitsland wel gaan? Vragen,
niet wat ik op dit moment nog tegen jullie zeggen vragen en niets dan vragen waarop nog niemand van de
moet... maar... Jongman, lees nou die namen maar op directie antwoord had kunnen geven.
dan zijn de mensen uit de onzekerheid...” Toen ging Eindelijk werd in de loop van de ochtend be-
Appie van de een naar de ander om ze persoonlijk er kend gemaakt dat alle opgeroepenen voor Duitsland des
van in kennis te stellen wie de twijfelachtige eer te middags om 3 uur op het Centraal Comité moesten
beurt viel om naar Moffrika gedeporteerd te worden. verschijnen. Daar zou de directeur de Vlugt ons toe-
En... ik had het aldoor al intuïtief geweten... hij steven- spreken en alle vragen trachten te beantwoorden en dat
de het allereerst op mij toe en noemde m'n naam... die waren er velen. Tot dat ogenblik was ik nog steeds
stond bovenaan op de lijst. Verbijsterd vroeg ik me af bevangen door een soort koele onverschilligheid, een
waaraan ik het in godsnaam te danken had dat ik als gevoel alsof deze hele catastrofe me geen bal aanging.
eerste in aanmerking was gekomen om voor de moffen Ik was er nauwelijks door geschokt, misschien kwam
te mogen gaan werken. En ik kon dan ook niet nalaten dat wel door de voorspelling van Annie en de geruchten
op te merken tegen Jongman dat ie me zeker graag dat dit soort dingen op komst waren. Ik voelde me in 't
kwijt wou dat ze me als nummertje één op de lijst had- geheel niet beangst en ik had alleen maar de sterke
den gezet! Hij prevelde iets terug van: „U bent de laats- neiging in me om kalm en rustig de situatie te blijven
te die hier in het bedrijf is gekomen en zodoende komt overzien. Er moesten plannen gemaakt worden, maat-
u het eerst in aanmerking...” „En hoe moet dat dan met regelen genomen worden waardoor ik op de een of
Topman waarvoor ik in de plaats ben gekomen? Hoe andere manier de dans zou weten te ontspringen. Het
komt die man dan voortaan aan z'n ¦ 3,-- per week die hoofd koel houden en vooral geen paniek was het de-

- 72 -
vies waarmee ik in de meeste gevallen altijd overal huichelarij! De „baas” had dan ook in 't geheel geen
zonder kleerscheuren tussenuit gerold was. Maar wàt ik weerwoord op die rake opmerking en praatte er maar
er tegen zou kunnen uitrichten was me op dat ogenblik gauw overheen... er waren nog zóveel andere vragen te
nog verre van duidelijk. Eerst moest afgewacht worden beantwoorden. Het zou me helemaal niet verwonderen
wat voor nader bijzonderheden ze die middag zouden als die directie in feite er blij mee was dat ze zoveel
meedelen. We wisten zelfs nog niet eens wáár we er- mensen de laan uit konden sturen. Ik had al lang in de
gens heen gestuurd zouden worden in Duitsland en gaten dat het niet zo best ging met het Dagblad De
waar ook iedereen vreselijk benieuwd naar was: wan- Standaard. Veel gereformeerde broeders ten plattelande
neer ging dat plaatsvinden? Er viel heel wat op te hel- moesten die krant niet zo graag meer omdat ze vonden
deren. dat de hoofdredacteur Cnossen in zijn „ster-artikelen”
Om klokslag drie uur was de vergadering op de moffen te veel naar de mond praatte. De krant was
het Centraal Comité, een kamer grenzend aan het mo- naar hun smaak niet opstandig genoeg tegen de Duitse
numentale trappenhuis waar gewoonlijk de directie haar overheersing. Ze verloren dan ook honderden van hun
vergaderingen hield met de commissarissen en aan- trouwe abonnees en de oplaag werd steeds kleiner
deelhouders. Ditmaal mocht dit heiligdom betreden waarbij ook gezien moet worden dat de advertenties het
worden door „jan-met-de-pet” die er bij de gratie gods zout in de pap niet meer konden opbrengen. Met andere
mocht zitten op de prachtige groen trijpen bekleding woorden: er moest dik geld bij wat die krant betreft.
van het imponerende gestoelte... de directeur aan het Daarom kwam het heel goed in hun kraam te pas dat er
hoofd van de lange door boenwas glimmende tafel. zoveel man personeel ging verdwijnen. De oudjes die
Natuurlijk waren er lang geen stoelen genoeg zodat het overbleven zouden dan maar zoveel mogelijk moeten
merendeel genoegen moest nemen met staanplaatsen worden ingeschakeld om de krant op tijd klaar te krij-
langs de wanden. Het was er op 't laatst eivol toen ie- gen. Ik ben nog steeds van mening dat dit motief een
dereen binnen was. Laat ik nu maar met weinig woor- enorme rol gespeeld heeft bij het vaststellen van het
den het verloop van deze bijeenkomst schetsen, er werd aantal mensen dat weg moest. Later zou positief blijken
zóveel dooreen gepraat en gevraagd dat het geen zin dat de Duitsers helemaal niet zo'n groot aantal arbeiders
heeft om het hele verloop van die bijeenkomst woorde- hadden gevraagd maar dat de directie van de gelegen-
lijk weer te geven. Op een ietwat huilerige toon begon heid gebruik of liever misbruik maakte om er zo veel
de Vlugt zich uit te putten in z'n blijken van medeleven mogelijk te lozen. En dat klopt ook wel nauwkeurig
omtrent het lot dat ons zo onverwacht getroffen had. Hij want we vernamen op die middag dat ook bij de firma
was tot tranen toe bewogen toen hij vol pathos ons de Bussy er zelfs 63 waren aangewezen. Als je nu na-
bezwoer op wat voor manieren hij de Duitsers had ging dat de Bussy nooit anders gedaan had dan mensen
gebeden en gesmeekt om toch zo weinig mogelijk men- aan de lopende band de keien op te sturen wanneer er
sen uit het bedrijf te eisen. Helaas... de Duitse heren maar even niets te doen was, welaan, dan bleek hieruit
bleken niet te vermurwen, ze wilden het volle pond: 39 wel zonneklaar dat er misbruik gemaakt werd van de
mensen en geen man minder! „Wat konden we nog zogenaamde Duitse „Arbeitseinsatz“. Andere bedrijven
anders doen dan toegeven?” zo riep hij uit, terwijl hij in daarentegen behoefden in 't geheel geen personeel af te
een wanhopig gebaar zijn armen ten hemel hief alsof ie staan, waaronder bijvoorbeeld 't Koggeschip! Toen ik
God-den-Heere verantwoordelijk wilde stellen voor het dat enkele dagen later hoorde sprong ik zowat uit m'n
noodlot. vel en vervloekte het ogenblik waarop ik in maart van
Daarna barstten van alle kanten de vragen los. dit jaar me had laten verleiden de betrekking bij De
Iedereen had wat anders en concentreerde zich op de Standaard aan te nemen. Was ik toen maar terugge-
eigen problemen. Toen Jan Pietersen hem vroeg „of keerd naar 't Koggeschip... dan was me dit niet overko-
meneer misschien ook een koffer over had die hij lenen men!
mocht, want hij had er geen en wist ook niet hoe ie er Veel wijzer omtrent het lot dat ons te wachten
aan moest komen”, gaf de Vlugt hem het ongelooflijke stond werden we die middag niet. De enige mededeling
antwoord: „Ik kan toch moeilijk iedereen een koffer die ons nog een klein beetje hoop verschafte behelsde
cadeau geven... dáár zul je zelf voor moeten zorgen”, en het feit dat het nog wel een poosje kon duren eer het
tot mijn verbazing voegde hij er nog aan toe: „Je schijnt zover was dat we op reis moesten gaan. De tewerkstel-
er niet zo veel zin in te hebben om in Duitsland te gaan ling in Duitsland liep geheel en al over de Gewestelijke
werken... Toen IK nog jong was vonden we het gewel- Arbeidsbeurs. De vakbonden waren blijkbaar uitge-
dig fijn om naar het buitenland te mogen gaan!” God- schakeld en dáár hoefden we dus geen enkele steun
bewaarme, dacht ik... wàt een antwoord! Meent die meer van te verwachten bovendien zouden we eerst nog
kerel dat nou of speelt ie komedie? Jan antwoordde heel onderworpen worden aan een medische keuring en voor
snedig: „Maar toen was er geen oorlog, meneer... en U enkelen bestond er dus nog een gerede kans dat ze
ging uit eigen vrije wil, dat kunt u toch niet vergelij- afgekeurd zouden worden. Maar ja, wat heette bij de
ken?” Ik kon niet nalaten om uit te roepen: bravo!! Het moffen een „medische keuring”? Alles wat niet half
was wat je noemt een fraai staaltje van christelijke dood of begraven was en nog op twee poten kon staan

- 73 -
was toch immers bij voorbaat „goedgekeurd”? Wáár we in godsnaam beginnen als jij nu ook weg gaat... dan zit
heen gestuurd zouden worden kon de Vlugt ons echter ik hier alleen. Kun je daar niet onderuit komen... je kan
niet vertellen, dat werd geheel en al uitgemaakt door het toch weigeren om te gaan? Ze kunnen je toch niet zo-
Gewestelijk Arbeidsbureau. maar dwingen om naar dat land toe te gaan?” zo riep ze
Ziezo, het kon dus nog wel even duren vóór uit. Rustig probeerde ik haar uit te leggen dat de Duit-
het zover was dat we moesten opstappen. Dat was een sers de macht hadden en dat weigeren gelijk stond met
schrale troost, maar het gaf me respijt om zonder over- zelfmoord. Ik trachtte haar gerust te stellen met de
haasting alles in het werk te stellen om op het juiste mededeling dat we nog wel een poosje de tijd hadden
moment van het toneel te verdwijnen. Ik had al lang en dat het waarschijnlijk nog weken kon duren voor er
uitgemaakt dat ik niet gaan zou... wat er ook van kwam. iets van kwam. „We moeten op ons gemak raad schaf-
Ik verdomde het om voor die moffen te gaan werken en fen en de zaak van alle kanten bekijken... misschien is
ik wilde alles in het werk stellen om buiten hun Ar- er nog wel een oplossing. Maar we zullen het eerst aan
beitseinsatz te blijven. De baas had nu wel beweerd dat vader moeten voorleggen, misschien dat hij er iets op
we daar alleen maar op drukkerijen zouden worden weet te vinden. Ik had gedacht om aanstaande week een
ondergebracht, maar daar geloofde ik geen snars van. dag naar Bennekom te gaan en vader op te zoeken...
Die drukkers daar hadden net zo min veel te doen als dan zal ik het hem voorzichtig zeggen.” „Nou, als je dàt
wij hier en zouden waarachtig niet om ons zitten te van plan bent, ga ik beslist met je mee”, riep moeder
springen. Nee, het zou wel uitdraaien om als een soort uit, „ik wil dolgraag ook een keer naar dat herstellings-
hulpvakarbeider mee te moeten helpen op munitiefa- oord en vader zien!” Dat was dus afgesproken; moeder
brieken of bij de vliegtuigbouw. Ik paste echter wel op en ik zouden de volgende week samen naar Bennekom
om hier onder de mensen op deze zaak mijn mening gaan!
openlijk te verkondigen. Het zou uitermate gevaarlijk De zondagmiddag daarop ging ik gewoonte-
zijn om bij voorbaat nu al tegen iedereen te gaan ver- getrouw naar mijn vriendin Betty. En het lag voor de
kondigen dat ik weigerde om naar Duitsland te gaan. Ik hand dat ik ook haar deelgenoot zou moeten maken van
zou m'n nek al hebben gebroken nog vóórdat ik de het onprettige nieuws. Hoe zou zij het opvatten? Zou ze
sprong in het diepe gewaagd had. Nee... dat moest heel er van schrikken of zou ze proberen me er enthousiast
omzichtig en tactisch aangepakt worden, net doen alsof voor te maken, zou ze het goed praten en van oordeel
je braaf ging maar in werkelijkheid op het laatste mo- zijn dat ik een goede zaak diende om naar haar land te
ment in het duister verdwijnen! gaan en daar eens steentje bij te dragen aan de over-
De vergadering was afgelopen, de baas had winning van Duitsland? Gedachtig aan haar sterk toe-
veel mooie en gevoelige woorden gericht tot de slacht- genomen gevoel van vaderlandsliefde vreesde ik dat ze
offers maar verder was niemand er veel wijzer door me wel zou aanmoedigen om te gaan. Maar... dat pakte
geworden. „'t Kon nog wel even duren voor we werden totaal anders uit. Opnieuw ontdekte ik dat mijn kleine
opgeroepen”, dat was het enige houvast waaraan we lieve vriendin een onberekenbaar inzicht had in de
ons mochten vastklampen. Met gemengde gevoelens dagelijkse dingen des levens. Toen ik het haar zo langs
ging ik na afloop van het werk naar huis toe waar ik m'n neus weg vertelde verschoot ze gewoonweg van
voor het probleem stond hoe ik het moeder zou vertel- kleur en riep geschrokken uit: „God, nee Piet, dat is
len. Die had geen flauw idee wat voor narigheid er in de toch niet waar? Dat meen je toch niet... jezus, wat
lucht hing. Ik had thuis nog niet éénmaal gezinspeeld schrik ik daar van!” Maar aan de ernstige blik op m'n
op de kans die er bestond dat de Duitsers personeel gezicht begreep ze maar al te goed dat ik geen grapje
zouden vorderen en op het feit dat Annie Grotendorst maakte. „Maar Piet toch... dat moet je beslist niet
mij daarvoor gewaarschuwd had. En nu zou ik haar op doen... dat mag niet! O god, dan zie ik je nooit meer
't dak moeten vallen met de harde waarheid dat ik ieder terug. Daar komt geen mens meer levend vandaan!” zo
ogenblik kon worden opgeroepen om naar Duitsland te kreet ze wanhopig uit. Ik stond perplex... al wat ik
vertrekken. En dat terwijl vader in HORA zat voor wie verwacht had, maar dat ze zó zou praten in die geest...
weet hoelang. Thuis pakte ik tot drie maal toe m'n kop nee dat had ik in 't geheel niet van haar verwacht. „Wat
thee van de tafel maar zette die weer terug op de schotel zou ik anders moeten doen dan gaan?” vroeg ik. „Weet
zonder een slok te nemen... ik moest het haar zeggen jij er dan raad op of moet ik beleefd aan Adolf Hitler
maar wist niet hoe ik beginnen zou en bleef verwezen vragen of ik misschien rustig thuis mag blijven? - Nee,
zwijgen. Totdat moeder met vrouwelijke intuïtie be- er zal niets anders op zitten dan te gaan...!” zo hield ik
greep dat er wat haperde en bezorgd vroeg: „Scheelt er opzettelijk overdreven vol. „Piet, je weet niet wat je
wat aan...? Je bent zo stil!” Pas toen kon ik haar voor- zegt... je weet niet waarover je praat. Als je daar echt
zichtig meedelen wat er vandaag op De Standaard heen gaat loop je groot gevaar dat je nooit meer terug-
gepasseerd was. Daar was ze wel even heel erg van komt. Ze stoppen jullie in kampen en je krijgt er niks
ondersteboven en ze dacht dat ik gekheid maakte. Maar anders dan waterige soep te eten met een stuk brood...
toen ze blijkbaar op m'n gezicht las dat het bittere ernst Die fabrieken daar worden dag en nacht gebombar-
was raakte ze helemaal van de kook. „Wat moeten we deerd door de Engelsen, weet je dat wel? Ik heb dat

- 74 -
allemaal gehoord van mannen die daar al geweest zijn, vreemd opkijken van ons onverwachte bezoek en ik had
ze duiken allemaal onder als ze terug komen met verlof, zo'n flauw vermoeden dat ie wel kon begrijpen dat er
geen mens wil er meer terugkomen!” Dat was dus gans iets aan het handje was dat we zomaar op een doorde-
andere taal van Betty. Waar was haar enthousiasme weekse dag kwamen aanzetten. Op de zaak had ik na
voor de Duitse zaak gebleven? „Nou, jij bent me een enig heen en weer gepraat vrij kunnen krijgen door
mooie, hoor!” zo begon ik tegen haar, „Ik dacht dat jij mijn vaste wachtdag te verschuiven naar de woensdag.
het wel prachtig zou vinden en het er mee eens was dat Over de reis naar Ede deden we bijna twee uur, het
ik in jouw land moet gaan werken en nou ga je het me ging nogal met horten stoten. Een Duitse stoomlocomo-
warempel nog tegen maken ook!” „Piet, dit is héél iets tief trok de personentrein en ik had al in de gaten dat er
anders. Wat daar naar Duitsland gestuurd wordt aan veel controle onderweg in de trein gehouden werd. Er
mensen uit Frankrijk en Polen is allemaal uitschot... zaten ook veel Duitse militairen in die trein die waar-
mannen die geen vak hebben, hulpvakarbeiders. Daar schijnlijk gelegerd waren in Ede of Arnhem. Vanaf het
ben jij toch immers veel te goed voor... je zou het er station Ede moesten we proberen naar Bennekom te
nooit uithouden tussen al dat crapuul. Nee, jongen... ga komen, maar we hadden geen idee of daar thans nog
daar nooit naar toe. Je moet onderduiken!” Ik stond wel een bus of een lokaaltrein heenging. „We nemen
verstomd naar haar te luisteren, dat juist uitgerekend gewoon een taxi aan het station en laten ons er heen
Betty mij deze raad moest geven, nee, dat had ik niet brengen”, stelde ik moeder voor. „Als er tenminste nog
verwacht. Er werd lang en breed die middag over het taxi's rijden en ik ben bang van niet...” opperde moeder.
onderwerp gepraat en het eind van het liedje was dat We zouden wel zien hoe we er kwamen.
Betty resoluut tegen me zei: „Piet, ik ga er de komende Het stemde ons een beetje weemoedig het ou-
week op af. Ik ken een hoge jongen die in het Carlton de vertrouwde Ede terug te zien na zoveel jaren dat we
huist bij zo'n afdeling waar ze zich bezighouden met hier voor het laatst met vakantie waren geweest. Veel
buitenlandse arbeidskrachten. Hij komt uit Bad Hom- veranderd leek er niet te zijn sedert 1936, alleen liepen
burg waar ik ook vandaan ben en hij kent m'n hele er nu overal Duitse soldaten rond in het garnizoen in
familie goed; 't is eigenlijk zo'n beetje een vriend van plaats van onze Hollandse jongens uit die dagen. We
Paula. Ik stap daar brutaal naar binnen en vraag hem te keken uit naar een vervoermiddel en verdraaid er stond
spreken en dan zal ik hem de zaak voorleggen. Mis- een taxi te wachten dicht bij de uitgang van het station-
schien kan ik een vrijstelling voor jou van hem lospeu- netje, de chauffeur stond op z'n gemakje naast zijn
teren. Ik zal hem vertellen dat jij een intieme vriend van wagen af te wachten of er misschien een vrachtje kwam
me bent en dat je voor me zorgt... dat ik je onmogelijk opdagen. We renden er meteen op af maar we hoefden
missen kan. En als dat niet lukt en je geen andere op- heus niet zoveel haast te maken want we waren prak-
lossing weet moet je proberen om op eigen gelegenheid tisch de enige burgerpassagiers die hier uitgestapt wa-
naar Duitsland te gaan. Dan zal ik naar huis schrijven of ren. Maar we stonden allebei toch wel even raar te
je daar een goede betrekking kunt krijgen in Frankfurt. kijken toen bleek dat die chauffeur niemand anders was
Dan kom je natuurlijk bij mijn ouders in huis, die heb- dan Plasman, de garagehouder uit Ede. Hij herkende
ben nu ruimte genoeg over en dan kun je mijn oude ons dadelijk en hij toonde zich mateloos verheugd dat ie
kamer krijgen. Nou Piet, dan zul je het een stuk beter ons hier zo onverwacht aantrof. Hij schudde ons harte-
hebben bij mijn moeder... die zal alles doen om je te lijk de hand en begon meteen over de oude tijd te praten
vertroetelen...!” Ze was vol plannen en het leed geen van vóór de oorlog. Mensen nog toe, wat hadden we
twijfel dat ze het beste met me voor had. Het gaf me met die man een avonturen beleefd. De wilde zwerf-
ineens weer een heleboel moed, de wetenschap dat ze tochten met zijn auto dwars door de zandverstuivingen
achter me stond en ik op haar vertrouwen kon. Met haar heen rond Otterlo, waarbij we uren in het zand hadden
kon ik dus vrijuit spreken over eventueel onderduiken, vastgezeten, de autopanne met twee lekke banden in de
ondanks het feit dat ze een Duitse was. Het gaf me toch nabijheid van Garderen, toen ie ons voor een paar uur
wel even een warm gevoel. Het zou me benieuwen wat alleen moest laten om hulp te halen en we in die tijd ons
ze ging bereiken bij die Duitse hoge Piet, maar veel heil moesten zoeken in dat lugubere buitenkroegje waar
fiducie had ik er eerlijk gezegd niet in. Bovendien zinde onze verschijning kennelijk niet op prijs gesteld werd
het me ook niet bijster om een gunst te moeten aan- en de louche uitziende waard ons wel weg wilde kijken
vaarden van een Duitser. Het zou me geruster stemmen omdat er waarschijnlijk iets niet pluis was in die tent!
wanneer ik zelf een oplossing kon vinden die me veilig Al die herinneringen kwamen ineens weer bij me boven
door de maalstroom heen mocht voeren. toen ik Plasman de hand schudde. Of ie ons naar
HORA kon brengen? „Maar natuurlijk... met alle ple-
zier, stap maar gauw in... binnen tien minuten breng ik
Woensdag 14 oktober 1942 jullie daar voor de deur!” Terwijl we ingestapt waren
en hij de motor startte viel het me ineens op dat onze
En zo gingen moeder en ik die morgen vroeg op stap vriend Plasman z'n wagen op benzine liet rijden... een
om ons op weg te begeven naar vader. Hij zou wel ongehoorde weelde in deze tijd! Ik vroeg hem verwon-

- 75 -
derd hoe hij dat voor elkaar kreeg. Het antwoord dat hij getrakteerd op een heerlijk bord warme soep. Er waren
gaf schokte ons wel enigermate. „Nou ja, als je lid bent in een zaaltje daarnevens speciaal tafels gedekt voor de
van de N.S.B. is het niet zo moeilijk om aan benzine te bezoekers en deze attentie werd door iedereen hogelijk
komen... dat is het enige voordeel dat ik er van heb, gewaardeerd.
voor de rest...” Hij maakte de zin niet af en scheen te Toen de maaltijd was afgelopen konden we
wachten op onze reactie over z'n openhartige bekente- eindelijk onder ons blijven en ongestoord praten. Vader
nis. Maar moeder noch ikzelf wisten zo gauw niet wat had onmiddellijk begrepen dat er iets bijzonders aan de
we daarop zeggen moesten en zwegen aanvankelijk. Z'n hand moest zijn. „Is er soms een bom op het huis geval-
nuchtere mededeling daalde op me neer als een koude len?” zo vroeg hij gekscherend, „dat jullie zo midden in
douche! Wie zou dàt nu verwacht hebben, dat deze de week hier komen binnenvallen of zijn er andere
aardige en geschikte man aan de verkeerde kant was narigheden... want jullie kijken zo benauwd!” „Nee, het
komen te staan? Natuurkenner bij uitstek, wist alles af huis staat gelukkig nog steeds overeind, vader”, zo
van de planten- en dierenwereld op de Veluwe, en de leidde ik het gesprek in, „maar we hebben wel iets om
tochten die we met hem hadden gemaakt waren me je te vertellen dat niet zo lollig is en waarvoor we ei-
voor altijd onvergetelijk bijgebleven. Nee, daar kon ik genlijk gekomen zijn. We hopen alleen maar dat je er
met m'n pet niet bij... hij een N.S.B.-er! Ons zwijgen niet al te erg van zult schrikken...” „Nou, zeg het maar
was voor hem kennelijk een teken dat we niet blij wa- meteen, dat weet ik het tenminste”, sprak de oude heer.
ren met z'n bekentenis en hij haastte zich dan ook met En zonder omwegen deelde ik hem alles mede wat er
te verklaren hoe hij zich nog vóór de oorlog had laten sedert de vorige week op De Standaard was gebeurd en
verleiden om lid te worden van die beweging omdat ie hetgeen me binnen afzienbare tijd te wachten stond. 't
dacht dat z'n belangen als kleine garagehouder in deze Verhaal was met weinig woorden verteld en toen ik er
gemeente er mee gediend zouden zijn. „Ik had het ont- mee klaar was zei vader: „Tjonge, dat is inderdaad geen
zettend moeilijk in die jaren om me staande te houden best nieuws... Was je maar nooit op die zaak gaan wer-
en doordat er hier nog wel meer van die kleine zelfstan- ken, maar ja, dàt kon je toen ook onmogelijk weten. Als
digen lid werden van de N.S.B., heb ik me laten ompra- 't een normale tijd was zou er niks op tegen zijn als je
ten... ik zag er toen wel wat in. Nou, dàt heb ik geweten eens een tijdje in het buitenland ging werken... je steekt
hoor!” zo begon Plasman z'n hart te luchten. „Ik heb er altijd wat van op en dat kan nooit kwaad. Maar, zoals
hier praktisch geen leven meer, ze hebben me allemaal de zaken er nu voor staan is het gekkenwerk om naar
de rug toegekeerd... spijt heb ik als haren op m'n hoofd! Duitsland te worden gestuurd. Je weet geen eens waar
En toch voel ik mezelf net zo'n goede Nederlander als ze je heen stoppen en wat ik er zo om me heen van
die anderen... van mij mogen de moffen opdonderen, vernomen heb moet dat niet erg best zijn. De bedoeling
hoe eerder hoe liever... ze verliezen de oorlog toch, van de moffen zal wel zijn om hier zoveel mogelijk alle
daar ben ik nou wel van overtuigd. Ik zit er alleen over weerbare mannen weg te slepen en zodoende de gang
in wat ik moet beginnen als die oorlog voorbij is, dan van zaken in ons land te ondermijnen. Dáárom alleen al
kan ik wel voorgoed inpakken...!” Hier had je nu een- mag je niet gaan en... daar komt nog wat anders bij. Je
zelfde geval als die groenteman Veenstra in Putten. „Ja moet eens horen hier in de nachtelijke stilte wat er
man, 't berouw komt altijd na de zonde!” merkte moe- nacht aan nacht overheen komt vliegen! De Engelsen
der op. „Een mens kan zich maar beter niet met de sturen duizenden bommenwerpers naar Duitsland en
politiek bemoeien... nu zit je met de gebakken peren!” het geronk gaat maar urenlang door... Kun je eens na-
Het gesprek stokte ineens, terwijl Plasman z'n wagen gaan wat ze daar te verduren hebben! En dan zal jij
met bekwame hand langs het Enka-gebouw voerde en daar ergens in Berlijn zitten op een fabriek die voortdu-
een bosweg insloeg in de richting van Hoekelum via de rend vanuit de lucht bestookt wordt... ik moet er niet
Dikkenberg. Ik verbrak het stilzwijgen met de ontspan- aan denken.” Moeder vroeg: „Wat kunnen ze die jon-
nende vraag of ie ons nog niet eens een keer met panne gen nu maken als ie niet komt en de benen neemt?
in het bos zou laten staan! Daarmee was de spanning Kunnen we daar dan kwaad mee?” Ja, dat was een
voor het moment weer even gebroken bij het zinspelen vraag waar we nog niet zo over nagedacht hadden. Wat
op de avonturen die we hadden doorgemaakt, toen er zouden de moffen voor tegenmaatregelen nemen als je
van een N.S.B. en een oorlog nog geen sprake was. In niet kwam opdagen. „Ja, dan pleeg je verzet”, veron-
de kortst mogelijke tijd waren we toen gelukkig op derstelde vader, „en op verzet plegen tegen de bezetting
HORA en konden we afscheid nemen van Plasman, die staan de zwaarste straffen... je moet er altijd op bedacht
we vermoedelijk wel nooit meer terug zouden zien. zijn dat wanneer de Grüne Polizei je te pakken krijgt, je
Vader keek vreemd op toen we daar ineens grote kans loopt in een concentratiekamp terecht te
met z'n beiden kwamen opdagen. Het liep tegen twaalf komen. We moeten ons dus wel twee maal bezinnen
uur en de patiënten gingen juist aan tafel voor het mid- voor je het plan uitvoert om onder te duiken. Je zou
dagmaal, zodat we nog enig geduld moesten oefenen eventueel nog een poging kunnen doen om afgekeurd te
aleer we bij elkaar konden komen in de recreatiezaal. worden...!” „Maar hoe en op wat voor gronden zou ik
Maar om de tijd te doden werden we door de directrice dan in hemelsnaam afgekeurd moeten worden?” zo

- 76 -
vroeg ik me af. „Ik mankeer toch immers totaal niets en vendien scheen ze ook heel goed met hem te kunnen
ik zou niet weten hoe ik dat moest versieren!” Toen zei opschieten, zoals nogal duidelijk naar voren kwam uit
vader plotseling: „Wacht, ik heb een idee. Er is hier op de manier waarop ze elkaar aanspraken. Maar ik vroeg
HORA een vrouwtje dat zo het een en ander te maken me ondertussen wel even af wat of deze van gezondheid
heeft met de illegaliteit. Ze is vroeger verpleegster blakende jonge vrouw hier in hemelsnaam deed in dit
geweest en ze heeft me toevertrouwd dat ze mensen herstellingsoord. Uit geen enkel verschijnsel viel op te
helpt om uit handen van de moffen te blijven. Weet je maken dat ze zo nodig rust moest houden of dat ze
wat we doen... ik ga haar vragen of ze bereid is om herstellende was van een ernstig ziekte. Het had er
vanmiddag, na de wandeling, bij mij op m'n kamer te enigszins de schijn van dat ze hier alleen maar vertoef-
komen en dan kunnen we met z'n allen de zaak onder de om voor een poos opgeborgen te zijn, misschien
ons bespreken. Misschien weet zij een oplossing en kan omdat de grond in de burgermaatschappij haar te heet
ze je raad geven. onder de voeten was geworden. Dat dergelijke situaties
En zo geschiedde. We gingen met z'n drieën zich inderdaad wel voordeden, zouden we pas veel later
eerst op pad voor een fijne wandeling door het Hoeke- vernemen. Mensen die in het verzetswerk zaten en die
lumse bos. Al was de zomer dan voorbij volgens de door de moffen gezocht werden vonden in sommige
kalender, het zag er op die dag nog zomers uit in de gevallen een wijkplaats in herstellingsoorden en zie-
prachtige beukenbossen van Hoekelum. Echter was het kenhuizen èn zelfs wel in psychiatrische inrichtingen.
stralend groen van het bladerdak thans omgetoverd in Daar liepen ze blijkbaar niet zo gauw in de gaten. Was
een bont palet van gele tot goudbruine vlakken, in helle dat met dit mevrouwtje mogelijk ook het geval?
gloed gezet door het middaglicht van de al laagstaande Toen we in haar bijzijn 't verhaal nog eens
zon. Er heerste die bijna adembenemende stilte van het verteld hadden en vader vroeg of zij misschien een
herfstbos waaruit het vogelkoor al lang verdwenen was oplossing zag, antwoordde ze dadelijk: „Er moet een
en de geuren van het verdorrend blad als 't ware de oplossing komen. Kijk eens, uw zoon mag in geen
verlatenheid en het afsterven van de natuur onder- geval naar Duitsland gaan alvorens u niet alles gepro-
streepten, zoals het op een kerkhof kan ruiken naar de beerd heeft daar onderuit te komen... hij moet weigeren
dood. om voor de moffen te gaan werken als 't maar even
Vader was hier blijkbaar een stuk bijgeko- mogelijk is, dat is gewoon een plicht van ons allemaal.
men, hij zag er uitstekend uit en voelde zich zo gezond Wanneer we willen dat ons land zo spoedig mogelijk
als hij in geen tijden gedaan had. Hij vertelde dat de weer bevrijd zal zijn van het Duitse juk moeten we alles
verzorging op HORA buitengewoon goed was en dat de in het werk stellen om dat te bevorderen. Zó denkt u er
patiënten er een grote mate van vrijheid genoten. Eigen- toch ook over, nietwaar? Maar onderduiken is één ding
lijk was het hier een klein beetje een ongedisciplineerde en het vinden van een andere oplossing die eenvoudiger
bende, zoals hij het gekscherend noemde. Op de patiën- is, is een andere zaak. Je kunt bijvoorbeeld proberen
ten die wandeluren genoten bestond nagenoeg geen om afgekeurd te worden. Daarvoor heb je een goed
enkele controle. Zelf had ie 't bestaan om in de middag attest nodig van een specialist. Ik ken een dokter die
naar Ede te wandelen, daar de trein te nemen naar zulke attesten afgeeft, onverschillig of je nu iets man-
Utrecht en aldaar rustig bij de ten Bouwhuyzen op keert of niet. U hoeft er dus helemaal niet over in te
bezoek te gaan. Pas tegen de avond keerde hij op zitten dat u, overigens gelukkig!, helemaal gezond bent.
HORA terug... niemand had hem gedurende die tijd Die dokter zet een keurig medisch rapport op papier en
gemist! En bijna iedere avond was er 't een of andere hij doet dat natuurlijk alleen maar voor de goede zaak
feestje waarbij het nogal vrolijk toeging en waarbij hij en hij loopt er wel grote risico's mee... dus zwijgzaam-
meestal de pias uithing met het houden van korte voor- heid is geboden! Ik zal u hem z'n adres geven.”
drachten in sappig Amsterdams, hetgeen hem de bij- Ze schreef het op voor me op een klein snip-
naam van „die vrolijke Amsterdammer” had bezorgd. pertje papier. „Prent die naam en dat adres goed in uw
Teruggekomen van onze lange wandeling be- hoofd en gooi het papiertje dan zo gauw mogelijk weg,
gaven we ons terstond naar de bovenverdieping waar er moet zo min mogelijk zwart op wit staan! En wacht
vader bleek een kamer geheel voor zichzelf te hebben. dan eerst maar rustig af tot er een oproeping komt, dan
Hij liet ons een ogenblik alleen en keerde dan na enige geeft u dat attest aan de betreffende arts bij de keuring.
tijd terug in gezelschap van z'n medepatiënte en stelde Hopelijk treft u een goeie, dan is er veel kans dat u een
haar aan ons voor als mevrouw Meunier1. Nou, dat was vrijstelling krijgt en hier mag blijven. Pas als dàt mis-
een allemachtig aardig en knap wijfie van zo omstreeks lukt kunnen we verder zien wat u te doen staat.” Ze
naar mijn schatting dertig jaar en ik had sterk de indruk overhandigde me het strookje papier. Het adres luidde:
dat vader een bijzonder vriendschappelijke relatie met Dr. van Valkenburg, Keizersgracht 728, Amsterdam
haar had om het maar voorzichtig uit te drukken. Bo- Centrum. Ik borg het zorgvuldig op in m'n agenda en
het zou me niet veel moeite kosten om die naam in m'n
1
Gefingeerde naam geheugen vast te leggen.
Het gesprek was hiermee afgelopen en na me

- 77 -
de hand gedrukt te hebben en me daarbij veel succes en men zou worden gekozen tot vertrouwensman.
geluk toegewenst te hebben, voegde ze er nog uitdruk- 't Liep allemaal heel anders dan de kameraden
kelijk aan toe: „Zorg dat je uit handen van de moffen zich hadden voorgesteld. Ze waren dan ook wèl geko-
blijft en praat met niemand over wat hier besproken is!” men op het averechts verkeerde moment, nu 39 mensen
We waren weer met z'n drieën alleen op vaders kamer op de nominatie stonden om naar Moffrika gedepor-
en het werd zo langzamerhand tijd om naar Amsterdam teerd te worden. De stemming die toch al verre van
terug te keren. De oude heer haalde echter eerst nog een opgewekt was werd er niet beter op toen we 's morgens
rieten koffer onder z'n bed vandaan en die bleek een bij het binnenkomen getrakteerd werden op een lawine
tamelijke hoeveelheid prachtige, rijpe goudrenetten te van propagandamateriaal dat Bresson in opdracht over-
bevatten. Of we die vast konden meenemen naar Am- al op de werkplaatsen had neergelegd. Daarmee moes-
sterdam? Nou, daar was geen enkel bezwaar tegen, we ten we bepaald van tevoren opgewarmd worden tenein-
konden ze maar al te goed gebruiken, desnoods bewa- de de nieuwe situatie beter te kunnen begrijpen! Nou,
ren voor de komende winter. We hadden inmiddels ook dat stuitte in de vroege ochtend al terstond op een ge-
vernomen dat er een bus reed tussen Wageningen en duchte tegenstand. Er was nu letterlijk geen mens die
Ede, die stopte omstreeks vier uur in de buurt van ook maar enig begrip bleek te kunnen opbrengen voor
HORA aan de grote weg. We hadden Plasman dus niet het loffelijk streven van de heren. De pamfletten die
meer nodig. Hartelijk namen we afscheid van vader met overal verspreid lagen werden meteen zonder pardon
de belofte dat we hem terstond zouden waarschuwen op een hoop gegooid en verdwenen op staande voet in
wanneer er moeilijkheden waren. Zelf dacht hij dat z'n de prullenbak. Of de maat nog niet vol genoeg was,
tijd er hier wel gauw zou opzitten, hij voelde zich zó verscheen even later Bresson in eigen persoon op alle
goed dat ie 't maar beter vond zo spoedig mogelijk naar afdelingen om aan te kondigen dat we 's middags aan-
huis terug te keren, zeker nu dit geval met mij er bij wezig dienden te zijn bij de bijeenkomst. Hij rekende er
was gekomen. De bus verscheen inderdaad op de ge- op dat we allemaal zouden komen... dat was verplicht,
stelde tijd aan de halte en na een vermoeiende reis geen mens mocht zich daaraan onttrekken! De brutali-
zonder incidenten kwamen we tegen etenstijd weer teit!! Dat ze je wilden verplichten op een vergadering te
thuis. komen van dat zootje landverraders! We scholden
Bresson van de zetterij af en smeten hem z'n provoce-
Vrijdag 16 oktober 1942 rende drukwerktroep achterna. Toen nam Boomsma de
leiding, riep ons allemaal bij elkaar en zei kort en bon-
Vandaag is er op De Standaard een kolossale komedie dig: „Mannen, wàt doen we? Is er onder jullie iemand
opgevoerd door het N.A.F. (Nationaal Arbeids Front). die behoefte heeft om vanmiddag die vergadering te
Ondanks de gedrukte stemming die overal in het bedrijf bezoeken?” In koor werd er uitgeroepen: „NOOIT!!!”
de boventoon voerde, hebben we toch ontzettend veel „Precies, zo denk ik er ook over en laten we ons niet de
binnenpret gehad en ons kunnen verheugen in het ge- wet stellen door die heren. Ik zal dan ook namens ons
weldige fiasco dat deze lieden hebben geleden. Het allen aan de Vlugt meedelen dat wij weigeren om he-
N.A.F. had namelijk aangekondigd dat ze van plan denmiddag aan die bijeenkomst deel te nemen... we
waren om des 's middags te twee uur een zogenaamde zullen bedaard afwachten wat daar van komt!” Dat viel
„bedrijfs-appèl” te zullen houden. Het had ten doel om me toch kolossaal mee van die „boer”. Wat voor een
leden te winnen voor deze nieuwe op nationaal- arrogante Friese stijfkop ie ook mocht lijken... in ieder
socialistische leest geschoeide vakorganisatie. De oude geval gaf hij blijk aan de goede kant te staan. Hij begon
vakbonden waren nu allemaal pleite en de nieuwe orde danig in m'n achting te stijgen. De onrust op het bedrijf
schreef voor dat alleman met spoed lid diende te wor- nam in de loop van de ochtend steeds meer toe, niet
den van dit nieuwe lichaam dat uitsluitend geregeerd alleen onder het gewone personeel maar nog het meest
werd door de Nazi's. Hun „leider” was kameraad Wou- bij de leiding en de directie. Jongman had natuurlijk al
denberg die nu ook wekelijks bedrieglijke praatjes over lang vernomen dat we de bijeenkomst van het N.A.F.
de radio aan de man mocht brengen en die de arbeiders zouden boycotten en daar maakte die man zich toch zó
opriep en aanspoorde om toch zoveel mogelijk in ijselijk zenuwachtig over dat ie maar telkens op de
Duitsland te gaan werken en daarmee de goede zaak te zetterij verscheen om zich te overtuigen hoe de stem-
dienen. Dat bedrijfs-appèl op De Standaard werd onder ming was. Hij smoesde met de Leng en met Boomsma,
druk opgedrongen aan de directie, weigeren was er niet maar die maakten hoofdschuddende gebaren die zoveel
bij en zo werden we allemaal opgetrommeld om des zeggen wilden dat zij de mensen niet dwingen konden
middags tegen twee uur te maken dat we aanwezig om te gaan.
waren boven op De Standaardzetterij. Daar zouden een De schafttijd was voorbij en het liep tegen
paar voormannen van het N.A.F. een propaganda- twee uur. We bleven echter gewoon doorgaan met ons
speech houden, ingeleid door niemand minder dan onze werk. Toch zagen we wel enige mensen van andere
N.S.B.-vriend Bresson! Ze hadden zich voorgesteld dat afdelingen de trap opkomen die naar boven gingen,
kameraad Bresson op de zaak wel met algemene stem- vooral van de kantoren. Misschien waren die wat ban-

- 78 -
ger dan wij en dorsten niet weg te blijven. Inmiddels zeggen dat het me achteraf toch wel een beetje tegen-
bleek de delegatie van het N.A.F. gearriveerd te zijn en viel dat ze zo snel overstag gingen. Wat hadden we er
vriend Bresson had er warempel z'n beste pak voor voor de drommel mee te maken dat dit bedrijf en die
aangetrokken! Nerveus kwam Appie Jongman de zette- directeur in moeilijkheden kwamen? Hadden ze soms
rij op en riep met z'n lachwekkend hoog stemmetje: consideratie met al die mensen die naar Duitsland
„Mensen, jullie kunnen naar boven gaan... de heren zijn moesten? Kon die baas dat werkelijk ook maar iets
er.” Maar niemand maakte aanstalten, er werd gewoon schelen, of Jongman misschien? Ik hoorde de Leng
doorgewerkt en Boomsma zei alleen maar: „U weet zachtjes binnensmonds vloeken, zo van godverdom-
toch dat wij geen belangstelling hebben voor deze me... dat hadden jullie nou net niet moeten doen! Maar
vertoning... wij komen dus niet!” Jongman weer: „Zeg ja, die man was dan ook echt een rooie rakker die tot
Boom... maar dat kunnen jullie toch niet maken... heus, over z'n oren in de illegaliteit zat, zoals later zou blij-
doe mij nu een pleizier en zeg tegen de mensen dat het ken.
van het grootste belang is dat ze er aanwezig zijn! Ik Schoorvoetend ging de hele meute achter el-
kom in grote moeilijkheden als er niemand heen gaat... kaar de trap op naar de zetterij waar gewoonlijk om
het belang van het bedrijf staat op het spel en van alle deze klok De Standaard opgemaakt werd. 't Beursver-
mensen...!” Hij keek angstig van de een naar de ander steken was sedert enige weken afgeschaft omdat er
alsof ie ons daarmee vermurwen wilde. Boomsma praktisch geen beurskoersen meer genoteerd werden en
sprak: „Dat is dan jammer voor u, dat u de dingen niet de noteringen zich beperkten tot een klein aantal fond-
zien wil zoals ze werkelijk zijn, maar wij hebben hier sen. Toen we die afdeling betraden heerste daar een
ons standpunt bepaald en daar blijven we bij!” Appie chaotische toestand die veel weg had van een openbare
droop weer af met een gezicht dat meer op huilen dan verkoping. De „leiders” van het N.A.F. stonden midden
op lachen stond. Toen gebeurde er iets wonderlijks. op de zetterij bij de grote präge boven op een paar
Even later verscheen de directeur zelf, hij kwam uit de omgekeerde loodkistjes en daarnevens hen troonde
lift stappen en schreed plechtstatig de zetterij op. „Let kameraad Bresson in z'n apepakje, nerveus en opgela-
op jongens... daar heb je de Vlugt, nou zul je 't hebben, ten dat ie, waarschijnlijk tegen z'n zin, in deze onver-
de baas gaat ons bewerken!” De baas hield beide han- kwikkelijke affaire verzeild was geraakt. Daaromheen
den in de zakken, ik zie hem daar nog staan in z'n defti- op grote afstand in de uiterste hoeken stonden de andere
ge donkere pak, de vette buik naar voren puilend, rond- mensen in groepjes bij elkaar, maar ze deden allemaal
kijkend alsof ie dacht alleen met z'n aanwezigheid te net of er niets aan de hand was en ze de kereltjes van
kunnen bewerkstelligen dat de hele meute spoorslags het N.A.F. niet opmerkten. Die deden vergeefse pogin-
de trap op zou hollen om gehoor te geven aan de op- gen om de vergadering te openen en ik hoorde er een
roep. Maar dat had geen uitwerking op ons, er werd roepen van: „Kameraden, als jullie nu allemaal wat
ijverig doorgewerkt. Toen begon de Vlugt op jamme- dichterbij komen hier bij ons dan kunnen we elkaar
rende toon op ons gemoed te werken. „Zeg beste men- beter verstaan.” Jongman liep zenuwachtig rond en
sen... wat is dàt nou allemaal, wáárom willen jullie nu spoorde ieder aan om toch wat dichter in de kring te
niet naar boven gaan? Weten jullie wel dat we zeer komen, maar dat werd luchtig genegeerd en Appie
grote moeilijkheden kunnen verwachten met de Duit- raakte hoe langer hoe meer de kluts kwijt. We waren
sers als dit een fiasco wordt. We lopen kans dat onze wèl gekomen, zoals gevraagd was, maar niemand kon
krant verboden wordt en dat het bedrijf dan gesloten ons beletten om die charlatans op dat kistje de rug toe te
moet worden! Ik vraag het jullie nogmaals heel vriende- keren. De Vlugt was in geen velden of wegen meer te
lijk: ga nu in godsnaam toch er heen. Als je het niet bekennen... had grotelijks z'n snor gedrukt!
voor het N.A.F. wilt doen, doe het dan tenminste voor De leider van het N.A.F.-team trachtte her-
mij, om mij een pleizier te doen en voor het bedrijf haaldelijk vergeefs het woord te nemen maar het was
waar jullie je brood verdienen...” Hij jammerde in deze onmogelijk om er ook maar een woord van te verstaan.
trant nog een poosje door en het leek bijna of ie een Telkens werd hij onderbroken door het geraas van de
gebed tot de Almachtige richtte. Maar hij had er succes regelzaagmachine of een of ander herrie veroorzakend
mee, of het nu kwam dat ze allemaal een beetje bang apparaat. Want op de krantenzetterij waren ze gewoon
voor deze man waren, òf dat ze waarachtig medelijden doorgegaan met werken onder het motto: de krant gaat
met hem kregen, weet ik niet, maar Boomsma ging vóór alles en moet op tijd klaar zijn. Jongman sprong
plotseling door de knieën. „Goed, meneer de Vlugt”, als 't ware van hot naar her om de mensen te bewegen
sprak hij, „omdat u het ons zo dringend vraagt en omdat toch wat dichterbij te komen in het kringetje zoals een
wij u niet in moeilijkheden willen brengen, zullen we herdershond de schapen bij elkaar drijft. „Werken jullie
dan maar gaan... maar wèl onder protest!” toch alsjeblieft een beetje mee!” zo riep ie uit, „laten we
Nou, dat vond de baas allang schitterend. Z'n tenminste dan de schijn ophouden en doen alsof... je
gezicht verhelderde en er werden goedkeurende schou- hoeft er toch immers niet naar te luisteren!” Eindelijk,
derklopjes uitgedeeld, zo van: ik wist wel dat ik jullie na veel gesoebat gingen we dan allemaal in een kring
plat zou krijgen... laat dàt maar aan mij over! Ik moet

- 79 -
man” van het N.A.F. En de nieuwbakken vertrouwens-
om het edele drietal heen staan, sommigen op de
man voegde daar nog pathetisch aan toe: „Beste vrien-
grond zittend en dan kon de spreker voor de zoveelste
den, voortaan kunnen jullie bij mij terecht als er pro-
maal een begin maken met z'n speech. Hij begon met te
blemen zijn... ik ben thans verantwoordelijk voor jullie
vertellen dat ie heel goed begrijpen kon dat wij moeite
belangen op dit bedrijf!” En prompt daarop riep ie-
hadden met het omschakelen van de oude vroegere
mand: „Jij moet je smoel houden met dat „vrienden”...
vakbonden naar de gans nieuwe tijd die nu was aange-
wij zijn je vriend niet... vuile fascist!!”
broken. Daarna volgde de gebruikelijke nationaal-
En dat was dàt, de vergadering was afgelopen
socialistische prietpraat met gegapte leuzen die hele-
en we konden tevreden zijn. Groter fiasco voor de ver-
maal niet nieuw waren en het bekende demagogische
tegenwoordigers van de „nieuwe orde” was wel niet
gezwets doorspekt van lasterlijke aantijgingen tegen de
denkbaar. Voor de bedrijfsleiding en de directie had het
oude vakbondsleiders, door hen „bonzen” genoemd.
een overtuigend bewijs moeten betekenen hoe groot de
Toen dat mannetje zóver gekomen was, barstte er op-
verbittering onder hun personeel was tegen de tewerk-
nieuw een geweldig lawaai los. Er werd van alle zijden
stelling in Duitsland. Ze konden er wat van leren en wel
doorheen geschreeuwd: „Leugenaar! Neem je ouwe
dit: dat hun ondergeschikten meer ruggegraat bezaten
moer in de maling” en: „Jullie leveren ons uit aan de
dan zij zelven. Jongman had zich laten kennen als een
moffen... vraag dat maar aan die 39 mensen die hier
waardeloze slappe vaatdoek en ik wist eens en vooral
staan... verraaiers zijn jullie!!” En tussen al dat ge-
dat ik voor deze man zou moeten oppassen bij m'n
schreeuw door begon Peppelenbos, de grote pias hier
plannen om eventueel onder te duiken. Ik nam me voor
op de zaak, papieren zakken op te blazen die hij dan
om met geen woord hier te reppen over de voornemens
met een luide klap tussen z'n handen kapot sloeg en
die ik daaromtrent koesterde... dat kon met een man als
weer anderen begonnen het Wilhelmus te zingen of
hij levensgevaarlijk voor me worden. Ik zou het spel
christelijke gezangen aan te heffen. Het werd een leven
mee moeten spelen tot het bittere einde en pas daarna
als een oordeel en Appie Jongman trachtte te redden
geruisloos van het toneel verdwijnen!
wat er nog te redden viel en bleef maar uitroepen:
We gingen weer naar beneden aan het werk en
„Mensen toch... wees nu alsjeblieft rustig... Pep, houd
langzamerhand keerde de rust terug. Maar er viel heel
nu toch op met dat lawaai! Heus, er komt alleen maar
wat na te kaarten en we beleefden nog heel wat napret
narigheid van, in jullie eigen nadeel!” Nou, dat zou ons
van deze kostelijke vertoning. Het N.A.F. had geen
'n zorg zijn! Wat hadden we nog te verliezen? De Nazi's
enkel succes geboekt, niemand meldde zich aan als lid,
probeerden ons alleen maar het brood uit de mond te
vriend Bresson stond moedernaakt alleen in z'n hemme-
stoten in opdracht van hun Duitse bazen. Ze verdienden
tje en werd gemeden alsof ie de pest had!
niet beter dan weggehoond te worden. En dat lukte ons
dan ook bijzonder goed. De hele bijeenkomst liep op
niets uit, de spreker moest er uiteindelijk mee ophou-
den, gaf het maar op en wist alleen maar aan het slot
van zijn mager betoog nog mee te delen dat hierbij
kameraad Bresson was aangewezen als „vertrouwens-

Hoofdstuk 11
Maandag 19 oktober 1942 zwart met een hagelwit schortje voor die me naar de
wachtkamer geleidde. Ik was terechtgekomen in het
Ik heb er maar geen gras over laten groeien en ben souterrain van een ouderwets deftig grachtenhuis. Dat
vanmiddag naar die dokter geweest op de Keizers- onderhuis had veel weg van een oudheidkundig muse-
gracht. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er wel een beetje um. Er stonden artistieke beeldjes op sokkels en aan de
met lood in m'n schoenen heen ging in het besef dat ik muren hingen bizarre voorstellingen in olieverf. Een
die goeie man voor het lapje ging houden door mij een sobere verlichting gaf aan het hele interieur iets mys-
kwaal aan te laten meten. Onderweg liep ik maar tel- tieks als in een oosterse tempel dat mede veroorzaakt
kens te piekeren wáár ik het in hemelsnaam op moest werd door de stijlvolle donkere lambrizering langs de
gooien, die man kon toch niet zómaar wat opschrijven. wanden. Ik bofte dat er maar twee patiënten vóór mij
Ik zou het maar houden op „zenuwen”, uiteindelijk was waren waardoor ik goddank vrij spoedig na m'n komst
ie een psychiater en daarmee voer ik het dichtst in z'n het heiligdom van dr. van Valkenburg mocht betreden.
kielzog! Door een lange donkere gang bereikte ik z'n spreekka-
Ruim op tijd was ik op z'n spreekuur en ik mer. Was die wachtkamer al een voorproefje geweest
werd opengedaan door een keurig dienstmeisje in het van 's mans artistieke inslag, in de spreekkamer geko-

- 80 -
men werd deze indruk nog aanmerkelijk versterkt door mensen voor Duitsland gevorderd waren, hoe ik die
hetgeen ik daar te zien kreeg. Een compleet rariteiten- zuster Meunier had ontmoet op HORA enzovoort,
kabinet, met overal opgezette beesten en een monster- enzovoort. Het scheen hem enigszins gerust te stellen
achtige, geprepareerde krokodil die boven aan lijnen te dat ik wist dat de dame in kwestie op HORA verbleef
wiegelen hing tegen het plafond. Z'n bureau stond he- waardoor z'n vertrouwen in mij hersteld werd. Doch
lemaal aan het eind van de lange smalle kamer en zag toen ik mijn verhaal beëindigd had kon hij toch niet
uit op een van die prachtige tuinen die zo onvermoed nalaten uit te roepen: „Wijvengeklets... allemaal wij-
zich bevinden tussen de fraaie grachtenpaleizen van ons vengeklets, ze kunnen nooit hun mond houden... Enfin,
dierbaar Amsterdam. Hij kwam me halverwege tege- u zit dus met een probleem en u bent nu eenmaal hier.
moet en verzocht me plaats te nemen en stelde de ge- Inderdaad heb ik wel eens een paar maal iemand gehol-
bruikelijke vraag: „Wat kan ik voor u doen?” Nadat ik pen met een ongeschiktheidsverklaring... maar daar
mijzelf had voorgesteld aan hem, moest ik wel even een moet het dan ook wèl bij blijven. Ik loop er groot ge-
paar maal heel diep ademhalen alvorens ik de juiste vaar mee en u zult de laatste zijn die ik er een geef!
woorden had weten te vinden waarmee ik die dokter op Nou, vertel maar eens, wat heeft u voor een afwijking
de hoogte ging stellen van het doel van mijn komst. waarop ik kan werken?” Hij keek me onderzoekend aan
Ook was ik er aanvankelijk niet zeker van dat ik bij en liet er een beetje honend op volgen: „Niks natuurlijk
hem wel aan het goede adres was, dat ie misschien tòch hè? U bent de gezondheid zelve! Dat is nou juist het
niet helemaal betrouwbaar was en die mevrouw Meu- beroerde met jullie verzetsmensen dat je helemaal niks
nier maar wat gefantaseerd kon hebben. Maar dan zag mankeert! Wat moet ik nou schrijven, u zult me toch
ik ineens iets dat mij moed gaf om verder te gaan. Op ergens een paar symptomen moeten aanduiden waar ik
de revers van z'n jas ontwaarde ik een koninklijke on- iets mee kan doen. Anders wordt het wel verdraaid
derscheiding in de vorm van een klein rond embleem moeilijk!” Nou, ik had toch wel iets voor hem, waarop
met de vaderlandse kleuren in oranje gevat. Nou zat het hij misschien kon voortborduren. Zenuwen! Ik had een
wel goed! En in korte woorden deelde ik hem mee nogal nerveuze natuur. „Wie heeft die niet in deze ver-
waarvoor ik hem wilde consulteren. Misschien een domde rottijd!” viel de hooggeleerde heer me in de
beetje onsamenhangend, niet wetend waar te beginnen rede. Ik voegde re aan toe dat ik me bij tijd en wijle wel
met m'n verhaal, gepijnigd door de onzekerheid hoe hij eens angstig voelde, bijvoorbeeld wanneer ik in een
er op reageren zou. „Ik ben naar u toegekomen op ruimte opgesloten zat met veel mensen bij elkaar en er
aanraden van een mevrouw die mij verzekerde dat u dan niet uit kon of in een volle trein of tram...!” „Raakt
bereid was een verklaring af te geven waardoor ik afge- u dan in paniek?” vroeg hij nu belangstellender. Ik
keurd kan worden voor werk in Duitsland...” zo begon beaamde het, al was het helemaal niet waar, maar ik
ik van wal te steken. „Wàt vertelt u me dáár...?” zo moest toch wàt hebben! „Nou, dat is tenminste iets... al
stoof ie plotseling op alsof ie door een adder gebeten stelt het eigenlijk niets voor. Dat hebben duizenden
was. „Wie zegt voor de drommel dat ik me met derge- mensen en je kunt dat moeilijk een afwijking noemen,
lijke praktijken bezig houdt? Hoe komt u aan mijn eerder een soort oerinstinct. Maar goed hier hebben we
naam en adres en wie mag die dame in kwestie wel dus iets waarop ik een verhaal kan maken.” Hij pakte
wezen?” Ik schrok danig van z'n reactie die er duidelijk een vel papier met een briefhoofdje van de stapel en
op wees dat hij geïrriteerd werd door mijn mededeling. zette zich tot schrijven. Af en toe vroeg hij iets als een
Maar ik kwam daardoor meteen over m'n aanvankelijke bevestiging op hetgeen ik reeds verteld had en maakte
geremdheid heen en kon hem nu snel de zaak uitleggen. er zelf nog een aantal verschijnselen bij waar ik zelf
„Kent u een zekere mevrouw Meunier?” vroeg ik hem, nog niet eens op gekomen was. Ik zag hem enige malen
„ze is verpleegster en door haar ben ik aan uw adres het woord „phobie” schrijven en trachtte tersluiks de
gekomen, ze heeft mij gezegd dat u wel eens mensen tekst mee te lezen maar het was moeilijk om het hand-
helpt aan een attest om uit handen van de Duitsers te schrift vanaf mijn plaats zijdelings te ontcijferen. Nou,
blijven.” „Ja natuurlijk ken ik die vrouw... maar wat die maakte er wel werk van! Wàt een verhaal, een blad-
heeft u met haar te maken en wie bent u zelf eigenlijk?” zij vol... god weet wat ie me allemaal voor ijselijke
Hij deed zichtbaar geschrokken en ik had terstond in de afwijkingen had toegeschreven! Eindelijk was de brief
gaten dat die goeie man mij voor een geheime agent van klaar. Hij vouwde hem op en deed hem in een envelop-
de Gestapo aanzag. Die mevrouw Meunier zou er ver- pe, waarna hij er buiten op schreef „Aan de betreffende
standiger aan gedaan hebben wanneer ze mij een ge- arts van de medische keuringsdienst Gewestelijk Ar-
schreven aanbeveling had meegegeven, dat zou voor dr. beidsbureau te Amsterdam.” „Alstublieft, hier is uw
van Valkenburg een positiever bewijs zijn geweest dat attest... er staat genoeg in om u voor tewerkstelling in
ik „goed” was. Nu moest hij het maar van me aanne- Duitsland te vrijwaren. Ik ben alleen bevreesd dat het u
men dat ik te goeder trouw was! „Ik zal u precies uit- weinig zal helpen, want het zijn daar lamstralen, ik
leggen hoe de vork in de steel zit en u alle bijzonderhe- weet daar alles van. Maar mogelijk heeft u geluk en zit
den vertellen”, zo vervolgde ik. En ik deed hem het hele daar toevallig een goede arts die er notitie van neemt.”
verhaal, dat ik bij De Standaard werkte, dat er zo veel Ik vroeg hem wat ik hem schuldig was. „Tien gulden”,

- 81 -
sprak hij kortaf alsof het geld een onbeduidende zaak Optimistisch riep hij de ganse dag telkenmale uit tot
voor hem was. Op z'n bureau bevond zich een prachtig iedereen die het maar horen wilde: „Ach jongens, ik
opgepoetst mansenbakje zoals orgeldraaiers gebruiken. maak me helemaal nergens druk over... als die dokters
„Wilt u het biljet dáár maar in deponeren?” verzocht daar die poot van mij zien weten ze al genoeg. Zeggen
hij. Ik stond op en verzuimde niet om hem nadrukkelijk ze meteen ga jij maar weer gauw naar huis... Nee, met
te bedanken voor z'n medewerking. Hij drukte me de mij is er niks aan de hand, let maar eens op hoe fijn dat
hand en liep met me mee tot aan de deur van de spreek- ze me daarvoor afkeuren!” We hielpen het hem wensen,
kamer en besloot met de woorden: „Ik wens u veel maar sommigen hadden toch ook wel hun twijfels òf het
succes ermee en... probeer in elk geval uit de handen wel zo goed zou aflopen voor collega Ramak. Ze von-
van de Duitsers te blijven! En dan vooral nog iets... den dat hij zich maar beter kon voorbereiden op het feit
doet u mij het genoegen en stuur geen verder kandida- dat ie wel eens goedgekeurd kon worden. 't Was zinloos
ten naar mij toe en noem ook mijn naam niet in verband om jezelf in zo'n hoerastemming te begeven, des te
met deze aangelegenheid. U bent de laatste voor wie ik zwaarder kwam de klap aan als ie uiteindelijk tòch
dit gedaan heb!” Ik verzekerde hem dat hij daar op werd goedgekeurd. Maar daar wilde Ramak helemaal
vertrouwen kon. niets van horen, hij wist het zó positief zeker dat ie niet
Opgelucht dat het achter de rug was, stond ik naar Duitsland hoefde dat hij naar niemand wilde luiste-
even later weer op straat. De brief veilig in m'n binnen- ren. Daar kwam nog bij dat hij nog maar kort getrouwd
zak geborgen als een kostbaar document dat de kracht was en dat ze pas twee weken geleden hun eerste baby
moest bezitten om „wonderen” te verrichten bij de hadden gekregen. Nou, dan was er toch immers hele-
„mensenjagers” van de keuring. Al was dokter van maal geen sprake van dat ie bij z'n vrouw vandaan
Valkenburg weinig optimistisch geweest aangaande de gehaald kon worden! En zo waren er nog wel een paar
uitwerking van het geschrift op de keuringsartsen, had die dezelfde verwachtingen koesterden, die steevast
ik toch het hoopgevende gevoel dat ik er iets tegen geloofden dat ze er wel buiten zouden vallen.
gedaan had, dat ik met dit stukje papier triomfantelijk Toch waren er ook wel een paar die voorzich-
kon lopen zwaaien en dat die moffendokters me met tig begonnen te praten over een eventueel „niet naar
bezorgde gezichten daarna zouden aanstaren en ver- Duitsland gaan” en tegen dat het zover was „je snor te
twijfeld uitroepen: „Gunst meneer, we wisten niet dat drukken.” En ze kwamen zo bij deze en gene polsen
het zó erg met u was... blijft u maar rustig hier!” Nou hoe ze dat dan wel moesten aanpakken en kon je daar
ja, ik wist natuurlijk drommels goed dat dat allemaal gevaar mee lopen? Aan goeie raadgevers geen gebrek
maar onzin was, dat dokter van Valkenburg wel eens wat dat aangaat. Vooral de oudere christelijke broeders
best gelijk kon krijgen en dat ze het aan hun laars lapten die er niets mee te maken hadden kwamen met ijselijke
wat daar allemaal in opgesomd werd. Maar die brief verhalen aandragen over wat je te wachten stond als je
was in elk geval iets, een beetje houvast waarmee ik de weigerde en de benen nam. Ze hadden het allemaal uit
strijd kon aanbinden. goede bronnen vernomen. De moffen hadden bij
Terug op De Standaard van dit uitstapje repte Amersfoort een strafkamp waar onderduikers die ge-
ik met geen woord over waar ik heen geweest was. Het pakt werden heen gestuurd werden. Nou, daar moest
leek me hier veiliger om het stilzwijgen te bewaren het bar slecht zijn, meer slaag dan eten... misschien nog
over m'n plannen, niet dat ik m'n naaste collega's wan- erger dan de joden het hadden. Dus, zorg maar dat je
trouwde, want die voeren in hetzelfde schuitje. Maar er daar niet terechtkomt... ik zou maar liever naar Duits-
kon gekletst worden, bepaalde geruchten zouden Jong- land gaan als ik jou was...! Zo redeneerden de kopstuk-
man kunnen bereiken en ik achtte deze man in staat om ken die er zelf niet heen hoefden en dus makkelijk pra-
mij bij voorbaat de pas af te snijden. Ik liet zo iedereen ten hadden. Ook bij mij kwamen ze eenmaal vragen,
in de waan dat ik naar Duitsland zou gaan als het zover wat of ik eigenlijk zou doen... ik was toch immers vrij-
was. jongen? 't Moest voor mij toch niet zo'n probleem zijn
Nog steeds was de tewerkstelling het onder- om er tussenuit te knijpen? Ik hield maar vol dat ik daar
werp van de dag op de zaak. Er waren nu al meer dan nog niet zo intens over nagedacht had en dat ik wel zien
tien dagen verstreken en nog had niemand ook maar zou als het eenmaal zover was. Natuurlijk had je er ook
iets gehoord. Elke dag die voorbij ging zonder dat de een paar bij die alom verkondigden dat ze er best graag
post bericht had gebracht haalden we weer opnieuw heen wilden. Dat waren de avonturiers, meest getrouw-
verlicht adem. Er waren er onder de 39 aangewezenen de kerels die bij moeder thuis flink onder de knoet zaten
enkele bij die overtuigd waren dat ze afgekeurd zouden en nu hun kans schoon zagen om daar eens een poosje
worden vanwege hun fysieke toestand. Ik denk daarbij van af te zijn... heerlijk een vrij leventje tegemoet en ze
nog telkens aan de tekenaar-ontwerper Ramak die een koesterden daarbij de opwindende gedachte dat er in
nogal ernstige lichamelijke handicap had. Hij liep Moffrika bepaald wel duizenden hitsige vrouwen rond-
mank, was enige malen in z'n jeugd geopereerd aan z'n liepen wier mannen al maanden van huis waren. God-
rechterbeen en spankerde rond op een sterk verhoogde nog-an-toe, wat zouen die wijven zitten hunkeren naar
schoen doordat dat been korter was dan het andere. een kerel... daar vielen de rijpe peren letterlijk in je

- 82 -
mond!! Ja, die zaten zich er echt op te verheugen en we vervolgden gezamenlijk onze weg naar de Jan
met hen zou De Standaard geen moeilijkheden krijgen, Steenstraat. Onderweg probeerde ik nog het gesprek te
ze zouden braaf gaan als de dag dáár was. brengen op Herman, Elly's man die nu al weer geruime
tijd geleden opgepakt was door de Duitsers en waarvan
ze nimmer meer iets vernomen had. Hoe ze het nu
Donderdag 22 oktober 1942 alleen verder maakte en of ze nog hoop had dat hij ooit
terug zou keren? Ik had stellig een gevoelige snaar
Vandaag is vader weer teruggekeerd uit HORA na er aangeraakt want de tranen sprongen haar meteen in de
feestelijk te zijn uitgeluid door al z'n vrienden en vrien- ogen en ik verweet mezelf dat ik er over begonnen was.
dinnen die hij daar gemaakt had. Hij had onder andere „Ach nein... er kommt gar nicht wieder... dat weiss
een schitterend gedicht ontvangen van een der medepa- ich”, zo antwoordde ze in haar eigen taal, in de ban van
tiënten en waarin al z'n deugden en kleine ondeugdjes haar plots opgeroepen emoties. En dan liet ze er meteen
werden opgesomd. Hij had daar nog wel wat langer in onvervalst Amsterdams weer op volgen: „De zwij-
kunnen blijven maar na ruim vijf weken vond ie 't nu nen hebben hem vermoord... der Herman, ik heb alle
welletjes. Van nu af aan gaat het leven weer z'n oude hoop allang opgegeven. Ik wou dat ze die Bram maar
gangetje en zijn we weer bij elkaar. Er is nog steeds gepakt hadden, dat zou veel beter geweest zijn... ook
geen bericht van het Arbeidsbureau gekomen. Mis- voor jou Piet, dan was Liesje voorgoed vrij geweest en
schien vergeten ze ons wel! had je met haar kunnen trouwen. Jij zou een goede man
voor haar zijn, dat weet ik zeker! Weet je wel dat ze
heel erg op je gesteld is? Dat heb ik je altijd al willen
Zondag 25 oktober 1942 zeggen en nu kan ik dat eindelijk onder vier ogen
doen... je moet geduld hebben, Piet... misschien komt er
Bij alle spanningen van de afgelopen veertien dagen is wel gauw een dag dat ze weer helemaal vrij is, je moet
er vanmiddag nog een nieuw element aan toegevoegd niet wanhopen, heus geloof me, het komt allemaal eens
dat mijn gemoedsrust in nog meerdere mate heeft ver- goed met haar!” Het waren min of meer raadselachtige
stoord. Mijn wekelijkse bezoek aan Betty en ons sa- woorden die Elly daar sprak en ik vermoedde dat het op
menzijn zou deze middag een ander verloop krijgen dan de een of andere manier iets te maken kon hebben met
gewoonlijk het geval was. Ik werd er geconfronteerd de zonderlinge omstandigheden van deze middag. Het
met een voor mij zeer onaangename ontmoeting die ik werd me duidelijk dat er iets aan de hand moest zijn
altijd al jarenlang gevreesd had maar nimmer voor echt met die man en ik werd toch wel een beetje nieuwsgie-
mogelijk had gehouden. rig of Betty me daaromtrent mededelingen zou doen.
Het toeval wilde dat ik, op weg naar haar huis, Spoedig waren we nu de woning van Betty
halverwege het Sarphatipark, dat nu Bollandpark heet, genaderd en ik voelde de spanning in me stijgen over
Betty's zuster Elly inhaalde. Ze bleek evenals ik op weg hetgeen me te wachten stond. Elly belde aan maar het
te zijn naar haar zuster. We liepen dus samen op, maar duurde geruime tijd alvorens we achter de deur bewe-
het bevreemdde me toch wel een beetje dat Elly op dit ging hoorde van iemand die tevoorschijn kwam om ons
ongewone uur bij haar zus op visite ging. Elly keek me binnen te laten. Dan ging eindelijk de deur langzaam
wat onzeker van opzij aan en zei toen aarzelend: „Jij open en... dáár stond Bram Eskes voor me! Er was geen
gaat toch naar Lies toe, nietwaar?” Ik beaamde het en twijfel aan mogelijk dat ie 't was, ik herinnerde mij hem
voegde er aan toe dat ik dat toch immers altijd deed op van een heel vroegere gelegenheid, de korte ineenge-
zondagmiddag? Dan sprak ze met iets van gejaagdheid drongen figuur, z'n haar al wat grijzend aan de slapen,
in haar stem: „Dan is 't maar goed dat je mij hier treft... maar verder nog helemaal het „bokserstype”, de „be-
want Lies is er niet, tenminste, ze zal er nog niet zijn en roeps-uitsmijter” en wat voor termen ik al niet meer
dat kan nog wel even duren voor ze thuiskomt.” „O voor deze kerel had weten te bedenken. We stonden
ja?”, vroeg ik, „wat is er dan aan de hand en waar is ze oog in oog tegenover elkaar, hij groette Elly met een
heen?” „Nou Piet, ze zal het je zelf wel vertellen... maar kort, nors gebaar en het was niet moeilijk te raden dat
laat ik je vast voorbereiden op iets... er zijn moeilijkhe- die twee niet veel sympathie voor elkander konden
den met Bram en het beroerde is dat die kerel op 't opbrengen. Hij trad daarna een paar schreden terug in
ogenblik bij haar in huis zit. Dan weet je het vast!” de gang en zei tegen Elly: „Ze is er nog niet, ik denk dat
„Maar dan kan ik nu onmogelijk met je mee gaan, Elly. ze over een halfuurtje weer terugkomt... ga maar zolang
Die vent moet mij niet zien en ik wil hem liever niet in de kamer.” Elly gaf ternauwernood antwoord en
ontmoeten”, onderbrak ik haar. Maar Elly vond dat ik schoof langs hem heen naar binnen toe en ik volgde
best met haar kon meegaan naar het huis van Betty. haar als in een droomtoestand. Wat een krankzinnige
„Die man kent jou toch immers niet, je hebt hem toch toestand! Daar was ik nu in het huis, dat me in al die
daarvoor nooit ontmoet?” merkte ze op. „Hij laat ons jaren zo vertrouwd geraakt was tezamen met de man
gewoon binnen en hij weet niet beter of je bent een die ik eens wel had willen vermoorden, die ik in koelen
kennis van mij”, zo besliste ze. Ik liet me bepraten en bloede een mes door z'n donder had willen steken om

- 83 -
wat ie Betty had aangedaan, omdat ie tussen haar en mij blos en in haar ogen lag een uitdrukking die ik nimmer
in stond als een walgelijk gevaarlijk monster dat haar eerder daarin had waargenomen. Alsof ze iets ergs had
voortdurend dag en nacht bedreigde. En dat ie hier nu doorgemaakt, of ze geslagen was en zich vernederd
zomaar vrij in en uit liep alsof 't de gewoonste zaak van voelde. Ze gunde zich nauwelijks de tijd om haar man-
de wereld was, dat hij zo duidelijk z'n recht om hier te tel uit te doen en er ontspon zich terstond een druk
zijn demonstreerde, trof me in die eerste ogenblikken gesprek tussen de twee zusters dat voor een groot deel
als een dolksteek. We gingen de kamer binnen en het gevoerd werd in hun eigen dialectisch Duits waarvan ik
was alsof ik er voor de eerste maal binnentrad, zó be- geen syllabe kon volgen. Maar zóveel begreep ik er wel
klemd en gechoqueerd voelde ik me. Ik dorst nauwe- van dat het onderhoud bij de betreffende instantie niet
lijks te gaan zitten op de plaats waar ik zovele malen van een leien dakje was gegaan en dat ze bepaald een
me had laten neervallen als ik met Betty alleen was en echec geleden had. „Ach die Piet...!” riep ze dan eens-
ze me verwelkomde. Ik was plotseling een volkomen klaps uit, „die zit er maar al die tijd bij en begrijpt er
vreemde geworden hier in dit huis nu ik Bram z'n aan- geen steek van... je ziet er helemaal ontdaan uit! Ben je
wezigheid overal rond mij heen bewust was. Hij ging erg geschrokken van Bram? O, ik was er al zo bang
goddank niet mee met ons in de kamer en sloot de deur voor dat je hier aan de deur zou komen en dat je hem
achter ons. Elly en ik bleven allen en ik wierp een vra- zou treffen, wat een geluk dat je Elly onderweg tegen-
gende blik in haar richting, niet wetend of ik nu m'n jas kwam!” Ze ontdeed zich nu vlug van haar mantel en
zou uitdoen en het me gemakkelijk maken of zou vol- sloeg haar arm om me heen terwijl ze me heftig kuste.
harden in de houding van iemand die in een wachtka- „Zo aanstonds zal ik het je allemaal uitleggen... maar nu
mer verblijft. Elly zag blijkbaar de verwarring die zich snak ik allereerst naar een kopje thee. Foei, is me dat
van me meester gemaakt had en zei op zachte toon: praten geweest, ik heb er een droge keel van overge-
„Kijk niet zo benauwd, hij heeft er toch geen idee van houden. En wat die kerels daar tegen me te keer gingen!
wie jij bent en hij zal heus niet hier in de kamer komen. Het had geloof ik niet veel gescheeld of ze hadden mij
Hij weet niet beter of je bent hier om een kamer te ook in een cel op willen sluiten... zo heb ik daar van
huren en dat je zit te wachten totdat de „juffrouw” er leer getrokken.”
is!” „Maar wat is er dan in godsnaam aan de hand, Elly, die blijkbaar alleen maar gekomen was
Elly?” zo vroeg ik verbijsterd. „Waarom is ie hier in om de uitslag te vernemen, maakte nu aanstalten om
huis en waar is Lies gebleven? Ik kan hier immers toch weer te vertrekken en wenste niet op het kopje thee te
niet blijven als die vent in huis is?” „Wacht nu maar wachten. Natuurlijk begreep ze dat ik met Betty alleen
even rustig af”, antwoordde Elly, „Lies zal zo wel ver- wilde zijn en dat ik popelde van verlangen om het hele
schijnen en dan hoepelt hij ook meteen op, want ze wil verhaal te vernemen. En zo duurde het dan ook niet
hem hier niet in haar woning hebben. Ik zal 't je maar in lang of Betty maakte me deelgenoot van een reeks
't kort vertellen: ze zitten achter Bram aan... hij heeft opeenvolgende gebeurtenissen rondom haar echtgenoot
wat op z'n kerfstok met zwarthandelarij en zo en nu die in de afgelopen dagen hadden plaatsgevonden. 't
moet ie naar een kamp in Veenhuizen. En nou is Liesje Verhaal klopte in grote trekken met hetgeen Elly me al
naar de Recherche om te proberen dat ie vrij komt! En in het kort verteld had, ze hadden Bram gesnapt bij een
anders moet ie onderduiken... ik begrijp ook niet waar- of ander ongeoorloofd handeltje, wat dat dan ook ge-
om ze zich nog zo druk maakt voor die man...” weest mocht zijn, maar dat vertelde Betty er niet bij.
Het duizelde me wel een beetje bij het verne- Blijkbaar had ie weten te ontkomen aan een arrestatie
men van dit nieuws. Inderdaad vroeg ik mezelf evenals en nu zocht hij een plaats waar ie voorlopig veilig was.
Elly af wat Betty bezielde om zich zoveel moeite te 't Bleef een vreemd verhaal en ik kon dan ook niet
getroosten voor hem. Ik kon er van alles uit conclude- nalaten op te merken dat ik niet begrijpen kon wáárom
ren, dat ie nog altijd wat voor haar betekende òf mis- ze zich zo druk maakte over het lot van deze man, waar
schien was ze nog steeds bang voor hem? Ik hunkerde ze toch eigenlijk niets meer mee te maken had. „En heb
letterlijk naar het moment dat zij me zelf zou vertellen je iets kunnen bereiken vanmiddag op dat politiebu-
hoe de vork in de steel zat. Gelukkig, eindelijk kwam ze reau?” vroeg ik. „In zoverre dat hij er nu afkomt met
opdagen. We zagen haar allebei aan komen lopen, ze een geldboete en een voorwaardelijke veroordeling...
stak schuin de straat over met langzame kleine pasjes hij hoeft niet naar Veenhuizen. Hij wilde eerst hier bij
en ze zag er opgewonden uit alsof ze heel erg geëmoti- mij terugkomen om zich te verbergen, maar dat is nou
oneerd was. Ze kwam niet direct de kamer binnen maar gelukkig niet meer nodig.” Ik schudde m'n hoofd en gaf
ik hoorde haar stem luid op klinken van achter uit het te kennen dat ik het toch maar een onbegrijpelijk zaak
huis waar Bram vermoedelijk al die tijd verbleef. Ik kon vond. „Je hebt toch niks meer met hem uit te staan?”
niet verstaan wat er gezegd werd doch kort daarna hield ik vol, „Die man is toch oud en wijs genoeg om
hoorden we de voordeur dichtslaan en Elly riep uit: voor zichzelf op te komen als ie in de nesten zit! Het
„Daar gaat ie... hij is weg!” Bijna gelijktijdig kwam lijkt wel of je altijd nog wat om hem geeft, dat je zoveel
Betty de kamer binnen, nog aangekleed en wel in haar moeite voor hem doet... die man heeft nog nooit anders
beste spullen. Haar gezichtje vertoonde een donkere geprobeerd dan jou van jongs af aan in het ongeluk te

- 84 -
storten... nee Betty... 't zijn zaken waar ik gewoon niet Bovendien had ze nog een boodschap voor me
bij kan!” Ze kwam naast me zitten op de leuning van de die weinig opwekkend klonk en die ze me pas later op
crapaud en sloeg haar arm vast om me heen en ant- de middag meedeelde. Ze was in het Carltonhotel ge-
woordde dan: „Nee Piet, ik weet het wel, dat zul jij ook weest bij die Duitse autoriteit van de Arbeitseinsatz om
moeilijk kunnen begrijpen. Soms snap ik het zelf niet, er te pleiten voor me dat ik een vrijstelling kreeg van
maar ik ben nu eenmaal met die man gerouwd ge- werk in Duitsland. Daar had ze een vreselijke nederlaag
weest... eens al weer lang geleden. Hij imponeerde me geleden. Bij haar entree daar was die man eerst heel
en ik kon als meisje al niet tegen hem op. Hij heeft vriendschappelijk geweest, had haar de hand geschud
macht over iemand, hij kan aardig zijn als het allemaal als een oude vriend van de familie en belangstellend
mee loopt. Maar als ie tegen je is... berg je dan maar, naar iedereen gevraagd. Maar toen ze op de proppen
dan is het een woesteling. Hij is de schrik van z'n hele kwam met het eigenlijke doel van haar bezoek, draaide
omgeving en wil iedereen overheersen. Paula, Elly en hij om als een blad aan de boom. „Aber fraulein Frey...!
Käte zijn ook allemaal bang van hem, hij deelt de la- Hoe kunt u zóiets aan mij vragen?” had hij uitgeroepen.
kens uit in de familie. Die man stoort zich aan geen wet „U bent toch Duitse... u weet toch dat het vaderland in
of verbod, doet precies wat hij wil en dat is nou de oorlog is en al z'n mannen hard nodig heeft om de strijd
reden dat ik moeilijk van hem af kan. Ik kan ook niet te winnen? U heeft toch ongetwijfeld broers die aan het
helemaal verhinderen dat hij hier af en toe in huis front vechten?” Ze moest het beamen dat twee van haar
komt... je weet niet wat een angst ik daarover heb en broers aan de strijd deelnamen en haar jongste broer in
wat een moeite het telkens kost om hem weer weg te opleiding was. „Welnu... is het dan zoveel gevraagd dat
krijgen en dan moet ik ook nog rekening houden met die Hollandse vriend van u hun plaats inneemt in de
jou... als jij hier bij me bent en hij daar eens achter burgermaatschappij en naar Duitsland gaat om te wer-
mocht komen! Denk je eens in Piet, wat er met mij ken. Daar is de goede zaak toch immers mee gediend?
gebeurt als ik hem dwars zit... dit hele huis met alles Nee Fraulein, dat mag u niet van mij vragen... dan bent
erin, is van hem, hij kan me er uit zetten als ie dat wil. u geen goede Duitse en ik zou maar oppassen met zo'n
Waar moet ik dan heen? Waar moet ik dan van leven? verzoek als ik u was, u kunt er mee in moeilijkheden
Begrijp je nu hoe moeilijk dat allemaal is en waarom ik komen! Heil Hitler!” „Nou Piet, daar stond ik... hele-
af en toe zo geheimzinnig tegen je moet doen. Heus, ik maal uit 't veld geslagen. Die man was helemaal be-
heb het al meer gezegd... je moet je er niets van voor- koeld met z'n vriendelijkheid. 't Was zo'n echte fanatie-
stellen tussen ons, jij kunt veel beter een degelijk meisje keling en ik schrok me dood toen ie zo opstoof tegen
zoeken en daar mee trouwen.” Ze was nog nooit eerder me. Hij was woedend en ik moest maken dat ik weg
zó openhartig tegen me geweest over Bram en haar kwam vóór ie me liet opsluiten. Het hele hotel was vol
verbintenis met die man. Ik voelde me werkelijk een bewaking van SS-ers en Grüne Polizei.”
ogenblik vreselijk ontdaan over alles wat ze gezegd Nee, het was geen opwekkende middag dit-
had. Hield ze dan niet echt van mij? Het was de eeuwig maal bij m'n kleine vriendin, de onthullingen over Bram
terugkerende vraag die ik haar ook nu weer voorhield. die weer eens had laten merken dat hij er ook altijd nog
„Ja, natuurlijk hou ik heel veel van jou, Piet!” zei ze vol was, Betty's poging om mij van deportatie te redden
meegevoel terwijl ze zich heftig tegen me aandrukte. waarmee ze gefaald had, maakte het bij elkaar dat ik me
„Jij bent de enige èchte vriend die ik ooit in m'n leven zeer gedeprimeerd voelde, de toekomst zat vol dreiging.
gekend heb en die ik voor honderd procent vertrouw, Ik vertelde haar van mijn consult bij die dokter en dat ik
maar na alles wat ik je nu verteld heb moet je toch een bewijs van hem had weten te bemachtigen. „Dat is
inzien dat er heel geen toekomst voor ons is. Ja, als ik tenminste iets”, vindt ze, „misschien heb je daar geluk
echt van hem gescheiden was, dàn zou het kunnen, mee en helpt het je om er van af te komen.” Ik kon
maar dat is nou eenmaal niet zo en ik meen dat ik je veilig met haar over deze dingen spreken, ik was er van
toch vaak genoeg gezegd heb dat hij niet wettelijk overtuigd dat ze me nimmer zou verraden. Toch nader-
scheiden wil. Zolang ie leeft kom ik nooit van hem af!” de de dag dat ik zelfs Betty niet meer in vertrouwen
Het waren allemaal harde waarheden die ze naar voren vermocht te nemen met rasse schreden. Het noodlot
bracht en ze waren niet helemaal nieuw voor me. Bij bleek niet meer te keren, het zou een scheiding tussen
alles wat er al boven m'n hoofd hing bepaald geen op- ons bewerkstelligen, de kloof tussen haar en mij zou
wekkend beeld van de naaste toekomst. Ze zag het wel niet meer te overbruggen zijn... ik ging haar verliezen,
aan de sombere blikken waarmee ik voor me uit staarde voorgoed!
en probeerde me met alle geweld weer op te beuren.
Maar het bleef moeilijk om in een betere toekomst te
blijven geloven.

- 85 -
Hoofdstuk 12

Meegesleurd in de maalstroom
Maandag 2 november 1942 vertrouwen en zei dus ronduit dat ik alles in het werk
wilde stellen om daar vanaf te komen. „Nee maar, dan
Weer was een week voorbij gegaan zonder dat iemand zullen we eens zien wat we met dit geval kunnen berei-
van ons ook maar enig taal of teken van het Gewestelijk ken!” zo riep hij enthousiast uit. „Als het een beetje
Arbeidsbureau had vernomen. 't Was nu al weer bijna meeloopt kunt u het hiermee enige weken lang volhou-
vier weken geleden dat ze ons de stuipen op het lijf den, wacht... we zullen het er indrukwekkend laten
gejaagd hadden met de opvordering van personeel. We uitzien...” Hij liep naar z'n instrumentenkast en haalde
begonnen te geloven dat ze de zaak in de doofpot ge- een kolossale rol verband voor de dag en toog aan de
stopt hadden... dat het misschien niet zou doorgaan om slag. Hij begon m'n hand helemaal stijf in te zwachtelen
wat voor onverwachte redenen dan ook, in elk geval en met lange slierten pleister te omwikkelen. „Dat doe
begonnen de meesten weer een gevoel van opluchting ik niet voor de lol”want dat moet tòch gebeuren, anders
te krijgen. Het zou misschien nog wel loslopen met dat geneest het niet, maar op deze manier komen ze er niet
oproepen voor Duitsland, mogelijk was er een kans dat zo gauw toe om alles er af te halen en u verwijst ze
ze ons helemaal niet gebruiken konden! Waarom duur- maar meteen naar mij als ze vervelend worden... Tus-
de het anders zo lang voor we er iets naders over hoor- sen twee haakjes... u moet zich op uw werk melden met
den? een bedrijfsongeval, peesschedeontsteking valt name-
Wat mijzelf betreft scheen het dat Moeder lijk onder de Ongevallenwet. Als ze het niet geloven
Natuur me een handje te hulp zou schieten... 't ging zegt u maar tegen de administratie dat ze moeten kijken
zomaar vanzelf zonder dat ik er enige moeite voor op pagina 2 onderaan van het aanmeldingsformulier.”
behoefde te doen: ik raakte namelijk in de „Ongeval- Hij was gereed met zwachtelen en het zag er uit alsof ik
lenwet” verzeild en het zag er naar uit dat ik voorlopig op z'n minst m'n arm had gebroken en aldus uitgemon-
wel enige weken uit de roulatie zou zijn. 't Begon alle- sterd toog ik op weg naar de zaak. Nou, meneer de
maal een paar dagen tevoren met een onaangenaam Ridder van de loonadministratie wou er eerst niets van
pijnlijk gevoel in m'n rechterhand dat des te heviger weten dat het een geval voor de Ongevallenwet zou
werd wanneer ik m'n duim en de overige vingers uiteen zijn, dat bestònd gewoon niet en hij kon het weten!
spreidde. Ik dacht dat het vanzelf wel weer verdwijnen Maar met een triomfantelijke blik wees ik hem op het
zou maar het tegenovergestelde was het geval, de pijn piepkleine nootje onder aan de bladzijde: peesschede-
nam met de dag toe en op een gegeven ogenblik kon ik ontsteking wordt te allen tijde als een beroepsongeval
niets meer vastpakken en er vertoonde zich een nogal beschouwd. Nou, daar stond ie beteuterd van te kijken
dikke zwelling aan de muis van m'n hand. Er zat niets en wist niks beters te zeggen dan: „Dat heb je zeker met
beters op dan de dokter met een bezoek te vereren en die dokter van je bekokstoofd om niet naar Duitsland te
zijn advies af te wachten, misschien opende het nieuwe moeten gaan!” Hij begreep niet hoe zoiets nu een onge-
perspectieven om aan Duitsland te ontkomen. En die val kon zijn. Wáár had ik dat dan door gekregen? Dat
veronderstelling bleek niet ten onrechte te zijn, dr. moest hij precies weten, want het moest in het formulier
Petersen onderzocht de hand en liet me bewegingen opgegeven worden. Voor de zekerheid maakte hij er
met de vingers maken die ik maar met moeite kon vol- ook maar meteen een ziektewet-opgave van... dan was
brengen. Zijn diagnose luidde: peesschedeontsteking, ik in ieder geval aan twee kanten gedekt. Nu had ik wel
een aandoening van de schede waardoor de pees van de een vermoeden waardoor die aandoening veroorzaakt
duim heen loopt. Hij legde het me omstandig uit en toen was. Ik had in de afgelopen dagen nogal veel gewerkt
ie klaar was met z'n uiteenzetting merkte ik op: „Met met de zogenaamde „regel-hakmachine”, een instru-
zoiets kan ik dus niet naar Duitsland worden gestuurd?” ment waarmee de zetmachineregels worden doorge-
„Wàt, moet u naar Duitsland toe?” vroeg de pil plotse- hakt. Je geeft daarmee telkenmale een fikse klap op de
ling geïnteresseerd. Ik vertelde hem meteen het verhaal hefboom waarmee het mes door het lood gedreven
zonder te reppen van mijn bezoek aan dokter van Val- wordt. Het was niet ondenkbaar dat die pees aan mijn
kenburg. „En u wilt natuurlijk proberen daar onderuit te hand daardoor geforceerd was geworden en met die
komen, nietwaar?” zo riep hij uit. Ik had terstond be- verklaring moest de Ridder dan maar genoegen nemen,
grepen dat ik op de huisdokter eveneens volkomen kon al bleef ie volhouden dat hij er geen snars van begreep

- 86 -
en dat hij bang was dat de firma er grote moeilijkheden toch wel een halfuur in de wachtkamer voor niets!
door zou krijgen met de Arbeidsinspectie. Ook op de Eindelijk de slotfase van de ganse procedure: een op-
zetterij werd ik met verbaasde blikken aanschouwd roep van de medische controle Ongevallenwet! Ik
toen ik daar tegen tien uur kwam aanzetten met die poot moest de volgende morgen om 10 uur voor de controle-
zwaar in het verband. Wantrouwend vroeg Boomsma dokter verschijnen in de Viottastraat. Nou, daar keek ik
„of ik de boel soms probeerde te belazeren” en of ik me de ogen uit... je zag er niet anders dan lui met armen
van plan was om op deze manier aan Duitsland te ont- en benen in het gips, voortstrompelend op krukken en
komen. Nuchter merkte ik op tegen hem dat ik dan weer anderen met beenstompen of verbonden handen
bepaald een klootzak van een huisdokter had die de waar het bloed doorheen sijpelde. Allemaal mannen die
moeite nam om een rol verband op te offeren voor een op hun werk op de een of andere manier tussen machi-
simulant! „Ik zal zelf wel verantwoorden of het waar is nes hadden gezeten met hun ledematen. Er waren wel
of niet en de controle zal wel uitmaken of ik gelijk een stuk of acht dokters in één grote ruimte die zich met
heb!” zo voegde ik er aan toe. Ook de anderen bekeken die invaliden bezig hielden om te beoordelen hoelang
het geval met meesmuilende ogen en maakten er wran- de genezing nog kon duren. Een verpleegster rende af
ge grapjes mee. Ik had het wel handig bekeken... 't zou en aan van de een naar de ander om verbanden opnieuw
wel een doorgestoken kaart zijn van die „nieuwe” met aan te leggen en de mensen te helpen. Eindelijk was ik
de dokter, die denkt zeker dat ie daarmee van de zaak aan de beurt, 't verband moest er af en ik voelde me op
afkomt, nou dan vergist ie zich, die dokters van de dat ogenblik helemaal nergens meer toen ik om me
controle laten zich niet bedonderen! Veel medegevoel heen al die poten in het gips zag en er een vent naast me
ondervond ik dus niet van mijn collega's, ze namen mijn z'n hand liet zien waar zowat alle vingers gehalveerd
„ongeval” niet au sérieux, veronderstelden dat ik op een waren, die had ie per ongeluk afgezaagd onder een
geraffineerde manier de boot afhield. Maar de hele lintzaag! En daar kwam ik dan aanzetten met m'n niks!
Standaard kon op dat ogenblik van mij de pot op, ik had Maar 't viel mee en mijn geval werd wel degelijk heel
het nu eenmaal en ik zou het uitbuiten tot de laatste serieus genomen. Die dokter, achteraf een uiterst ge-
ademsnik als het mijn redding kon betekenen! Ik hoopte schikte vent, liet me m'n vingers bewegen en bevoelde
echter wel dat die oproeping van het Arbeidsbureau nu de hand. „Nou, die kraakt nog behoorlijk!” concludeer-
maar gauw mocht komen... het ijzer moest gesmeed de hij en liet er op volgen: „Dat kan nog wel een paar
worden terwijl het nog heet was. Als ik nu voor die weken aanhouden... u moet goed stevig dat verband er
keuring moest verschijnen zat ik op fluweel en het zou om houden en u mag er niets mee doen.” Toen waagde
in elk geval uitstel betekenen. ik het te vragen: „Dokter, denkt u dat ik met dit geval
In de dagen die hierop volgden kreeg ik een eventueel afgekeurd zou worden voor werk in Duits-
enorm geloop naar allerlei instanties. Om te beginnen land?” Hij keek me opeens bevreemd aan en zei: „Heb-
iedere dag naar de dokter die het verband vernieuwde ben ze u aangewezen om naar Duitsland te gaan?” Ik
en moest constateren of die duim nog „kraakte”. Nou, 't knikte bevestigend. „Zoals die hand nu is kunnen ze u
werd, ik zou bijna zeggen gelukkig, eerder beroerder onmogelijk daarheen sturen... daar wordt u beslist mee
dan beter en ijverig pakte dokter Petersen de hand weer afgekeurd. Alleen... 't is de vraag hoelang u dat kunt
in het verbandgaas. 't Beroerdste van alles was echter volhouden, misschien twee, hoogstens drie weken, dan
wel dat ik nu onmogelijk kon pianospelen en dat het is het wel helemaal over...” Ik zag dat hij een speciale
wel eens een hele poos kon duren eer ik mijn techni- aantekening maakte op het formulier. Daarna zei hij
sche vaardigheid weer terugkreeg. wat voorzichtig: „Luistert u eens... ik heb een datum
Er kwam een oproeping om voor de Raad van van terugkomen genoteerd die u voorlopig het grootst
Arbeid te verschijnen aan de Droogbak. Daar kwamen mogelijke respijt zal geven. Houdt u dat verband er zo
weer de nodige formulieren aan te pas en ik moest een lang mogelijk om. Krijgt u dan een dezer dagen een
exacte verklaring geven van de manier waarop ik aan oproeping voor die Duitse keuring dan laten ze u de
dit ongeval gekomen was. De ambtenaar die me te eerste tijd wel met rust... succes ermee!” Een goeie
woord stond bleek evenmin ooit van een dergelijk „on- Nederlander, die dokter en ook al weer geen vrind van
geluk” vernomen te hebben. Schouderophalend schreef de moffen.
ie m'n uitvoerig verhaal op. Ik moest maar afwachten Ik had nu dus twee afweerwapens waarop ik
tot ik voor de controlearts zou moeten verschijnen en meende te kunnen vertrouwen. Het meest doeltreffend
hij keek me daarbij aan met een gezicht dat zoveel leek mij op dat ogenblik de ontstoken hand, dat was
wilde uitdrukken als: wacht maar mannetje... die arts écht, ik kon er mee voor de dag komen! Maar dan
krijgt jou wel klein, van dat soort hebben we er hier moest die oproeping natuurlijk wel op tijd komen als 't
meer gehad! Tot overmaat van ramp kwam er ook nog verband er nog om zat. Er bestond dan de meeste kans
een oproep van de ziektewet dat ik diezelfde middag op op succes. In plaats van er bevreesd voor te zijn ging ik
het spreekuur van dr. ten Brink moest verschijnen. Dat nu elke dag zitten te verlangen naar bericht van de
had echter niets om het lijf aangezien mijn geval reeds Arbeidsbeurs. Maar zoals je altijd zult meemaken, die
bij de Ongevallenwet was ondergebracht, maar ik zat er lui lieten nu juist niets meer van zich horen en op de

- 87 -
zaak begon iedereen langzamerhand te geloven dat het men om mijn nichtje Annie op de hoogte te stellen van
onheil bezworen was. de gebeurtenissen. Misschien had ik haar voorstel om
Thuis deed ik na een week af en toe het ver- mij te helpen wanneer de nood aan de man kwam niet
band er af en merkte toen een duidelijke verbetering, de helemaal serieus genomen, in ieder geval stelde ik het
zwelling begon dunner te worden en ook de pijn was voorlopig nog wat uit. Ik liep nog altijd met de optimis-
belangrijk minder. De genezing was niet tegen te hou- tische gedachte rond dat het zo'n vaart niet lopen zou
den maar ik rekte het zoveel als in m'n vermogen was met dat naar Duitsland gestuurd worden en dat ik zelf
en trok pijnlijke smoelen bij de dokter om hem te laten wel een oplossing vermocht te vinden als het zover
geloven dat het nog „helemaal niks” was met die poot! was. Ook op de zaak begon zo langzamerhand iedereen
De dokter deed wat ie kon, wikkelde m'n hand voor de aan te nemen dat het „bangmakerij” was, dat de moffen
zoveelste maal in de lappen en vroeg telkens of ik nu op die manier een schrikeffect teweeg wilden brengen
nog steeds niets van die keuring gehoord had. Op 't om ons koest te krijgen. In de huiselijke kring bespra-
laatst zou het natuurlijk onmogelijk zijn om dat vol te ken vader, moeder en ik onder elkaar de situatie. Vader
houden. Toch hield ik deze komedie meer dan drie was van mening dat we eigenlijk toch wel eens een
weken vol, het lukte me telkens weer om van de contro- goed plan moesten ontwerpen over wat mij te doen
le-arts een week uitstel te krijgen. Totdat het op een stond als die oproeping onverwacht zou komen. Er
gegeven moment spaak liep, die dokter hoorde niks werd van alles voorgesteld en overwogen. Ik zou moe-
meer „kraken” en vond dat ik m'n vingers weer uitste- ten onderduiken, maar waar en bij wie? Moeder kwam
kend kon bewegen. „Morgen maar weer eens proberen met het illustere denkbeeld aandragen of ik niet bij m'n
met werken, meneer...”, was de uitspraak en ik kon Duitse vriendin in huis zou kunnen gaan wonen. Dat
vertrekken! zou natuurlijk helemaal zo gek nog niet geweest zijn,
En zo toog ik op dinsdag 24 november weer maar zelf wist ik maar al te goed hoe onmogelijk dat
met frisse moed aan de slag. Ik kon het me nauwelijks thans was, vooral na die onverkwikkelijke affaire met
verbeelden dat sommige van m'n collega's me met een Bram. Ik maakte me er dan ook maar gauw van af met
spoor van leedvermaak begroetten. „Zo jongen, kon je de bewering dat er geen plaats voor me was. „Ben je nu
het niet langer volhouden... hadden ze je eindelijk al eens bij Annie Grotendorst geweest om het haar te
dóór?” kreeg ik zo hier en daar wat plagerig te horen. vertellen? Zij zou je toch immers een tip geven als het
Ik deed maar braaf mee en merkte op: „Ach, je kunt het zover was?” vroeg vader. Ik moest bekennen dat ik dit
in ieder geval proberen, als je er helemaal niks tegen nog steeds verzuimd had. „Dan zou ik als ik jou was
doet heb je ook geen kans om er op de een of andere maar eens beginnen om met haar te gaan praten... ze
manier aan te ontkomen! En als dit niet lukt heb ik nog heeft het toch immers zelf aan je voorgesteld? Dan moet
wel andere pijlen op m'n boog.” ze ook de weg weten om iets voor je te doen!” zo be-
sliste de oude heer. Hij meende dat ik het allemaal maar
een beetje onverschillig opnam en de ernst van de situa-
Diezelfde dag waren we er getuige van dat on- tie niet doorzag. Misschien had hij wel gelijk, de ouwe-
ze befaamde „beursbengel” uit de toren werd af gehe- lui maakten zich er meer zorg om dan ik zelf. Ik voelde
sen. Nadat al het koperwerk onder de burgerij door de me nog steeds veilig en beschermd met dat papiertje
moffen gevorderd was, waren nu de torenklokken aan van dokter van Valkenburg.
de beurt. Alleen die klokken welke historische waarde Omdat er toch iets gebeuren moest en ik het
hadden mochten gespaard blijven. En daar onze dierba- beloofd had, bracht ik op zaterdagmiddag 21 november
re „doodsklok van het Damrak” nog maar jong was viel een bezoek aan Annie op het Paramariboplein, m'n
hij in de termen om omgesmolten te worden tot kanon, tweede visite na de fameuze zeiltocht. Ik trof haar thuis
na welke reïncarnatie hij z'n bijnaam levend zou weten en ze toonde zich blij verrast dat ik haar was komen
te houden. Met groot leedwezen zagen we de klok in de opzoeken. „Ik had je al veel eerder verwacht”, zei ze bij
takels hangen en langzaam afdalen naar de begane m'n binnenkomst. „'t Is mis bij jou op de zaak, niet-
grond. Er was een stilte gevallen rondom de beurs, een waar? Ik heb het al gehoord langs een omweg dat er bij
gapende leegte en we zouden het geluid van de beie- jullie zoveel mensen gevorderd zijn. Dat was te ver-
rende klok tussen halftwee en kwart voor twee node wachten... ik had 't je toch voorspeld? Wij weten die
missen. En zo gingen er vele klokken uit onze fraaie dingen allemaal precies op de bank. De moffen willen
torens in die week dezelfde kant op, niet alleen in de vóór 1943 nog dat er in totaal 35.000 mannen naar
hoofdstad maar door het hele land. We konden er niets Duitsland worden overgebracht om daar zogenaamd
tegen doen, het was een schakeltje in de lange keten van tewerkgesteld te worden.” Ik stond versteld dat ze dat
geleidelijke afbraak en ontreddering van ons kleine allemaal zo precies wist en ik hoefde dus niet veel meer
land. Van Homeijer, onze corrector, merkte heel gevat er aan toe te voegen. „Weet je al wat je gaat doen?”
op: „Eerst gaan de klokken... en dan zijn de mensen aan luidde haar vraag. „Nou, ik ben serieus van plan om
de beurt, ze doen alles systematisch!” onder te duiken als de nood aan de man komt... alleen
Totnogtoe was ik er nog steeds niet toe geko- weet ik wel dat dat niet eenvoudig zal zijn en daarom

- 88 -
ben ik nu bij je gekomen om daarover met jou te praten. kwam voor mij wel wat minder gunstig uit doordat ik
Ik heb ook een doktersattest weten te bemachtigen van dan niet naar Betty kon gaan, maar in godsnaam, dat
een specialist en daar vertrouw ik ook nog een beetje moest dan maar voor één keer. Ik zou 't Annie nu ook
op...” - „Goed zo”, zei ze, „maar dat doktersattest kun onmogelijk hebben kunnen vertellen, het leek me veili-
je wel vergeten hoor! Die keuringsartsen zijn schur- ger om in de huidige omstandigheden met geen woord
ken... ze keuren iedereen goed, dat weet ik uit goede te reppen over het feit dat ik een Duitse vriendin had,
bron, al kom je daar aanzetten met een verklaring dat je nee, Betty moest me maar eens een middag missen!
krankzinnig bent dan sturen ze je er nog evengoed Ik nam afscheid van Annie tot de volgende
heen! Nee, je moet er op rekenen dat ze je goedkeuren week zondag, ze wilde er een groot feest van maken
en dat je je plannen hebt klaar liggen om spoorloos te met al haar vriendinnen en kennissen... ik moest maar
verdwijnen.” vroeg komen!
Ze vroeg of ik zelf al iets bedacht had of een
adres wist waar ik zou kunnen onderduiken, maar ik Onder al de bedrijven door vielen er ook nog
moest bekennen dat ik tot op dit ogenblik nog geen wel enkele grote en belangrijke gebeurtenissen te ver-
flauw idee had waar ik terecht zou kunnen. Ik duidde melden betreffende de krijgsverrichtingen in de wereld.
haar ook op het feit dat er nu al zoveel tijd verstreken Door alle spanningen waarmee ik nu persoonlijk gecon-
was en wij nog steeds geen nadere oproep ontvangen fronteerd werd zou je haast gaan vergeten dat er een
hadden. Maar Annie antwoordde: „Je hoeft je heus geen verwoede strijd geleverd werd in heel de wereld. Toch
illusies te maken dat ze je misschien wel zullen verge- moet het omstreeks deze tijd geweest zijn dat de Twee-
ten of dat het niet doorgaat, want wat de moffen een- de Wereldoorlog een beslissende wending ging nemen
maal van plan zijn voeren ze onverbiddelijk uit!” Je in het voordeel van de Geallieerde strijdmachten. Mis-
kunt er ieder moment bericht over ontvangen. Laten we schien leken de berichten die wij via de radio opvingen
nu afspreken dat wanneer dat bericht komt jij me on- voor ons nog niet zo overtuigend, de geschiedenis zou
middellijk op de hoogte stelt. Niet wachten, maar je leren dat weldra de dagen aanbraken waarop we de
komt desnoods naar de Bank toe op de Keizersgracht en vruchten van de geallieerde successen aan de boom
vraagt aan de portier naar mij. Er is daar iemand bij wie konden zien hangen. Het oogsten ervan zou alleen nog
je thuis voorlopig voor de eerste tijd onderdak kunt maar een kwestie van geduld zijn.
krijgen. Als het eenmaal zóver is praten we wel verder, Daar was in de eerste plaats de opzienbaren-
maar je gaat wel eerst naar die keuring toe en je doet de landing op zondag 8 november van de Amerikaanse
tegenover de omgeving heel gewoon alsof je van plan en Britse troepen in Algerije onder bevel van generaal
bent naar Duitsland te gaan. Je moet zoveel mogelijk Eisenhower onder de codenaam: Operatie Torch. De
vermijden dat ze argwaan krijgen!” landingen werden op drie plaatsen uitgevoerd, in Al-
Met die afspraak kon ik voorlopig tevreden giers, Oran en Casablanca. Dat hier in feite de grote
gesteld zijn, er werd aan het geval gewerkt en voor de beslissende strijd om Europa gevoerd ging worden
rest viel er niets anders te doen dan rustig af te wachten besefte niemand van ons toen. Namen als Tobroek,
wat er gebeuren ging. De middag verliep weer heel Benghazi, El Alamein zouden als onsterfelijk de ge-
gezellig evenals bij m'n vorige bezoek. Dat ik geen schiedenis ingaan. De grote tankslagen in de woestijn,
seconde op de gedachte kwam dat ik wel eens heel goed waarbij generaal Rommel steeds meer in het nauw
hier bij m'n aanminnige nicht had kunnen onderduiken, gedreven werd en de Duitsers uiteindelijk Noord Afrika
komt me nu nog verbazingwekkend voor. Ze had er alle uitgegooid zouden worden. Ja, in die strijd om Noord
gelegenheid voor, haar huis was een vrije bel-etage, dus Afrika die door de Geallieerden op zo'n grootse wijze
geen buren op de trap die je elk ogenblik tegenkwam, gewonnen werd, moet het begin van onze bevrijding
er waren bovendien voldoende kamers over met slaap- gelegen hebben! Maar je moest hier in het westen over
gelegenheid, kortom het zou er een ideale schuilplaats een grote dosis geloof en vertrouwen beschikken om
geweest zijn. Kon het ook zijn dat mijn nichtje zich niet die feiten in hun juiste proporties te zien. We waren al
durfde op te dringen en van me verwachtte dat ik het zó vaak teleurgesteld, telkens opnieuw gedeprimeerd
zelf zou zijn die met een dergelijk voorstel voor de dag door de tegenzetten die de moffen ondernamen, hun
kwam? Ik weet het niet meer, maar er werd over deze afschuwelijke provocaties tegen de burgerbevolking,
mogelijkheid op geen enkele wijze ook maar met één het zinloos neerknallen van onschuldige gijzelaars, dat
woord gerept. Wel kwam Annie verder op de middag het moeite kostte om je staande te houden in die baaierd
met het verzoek of ik bereid wilde zijn op haar verjaar- van bruut geweld. Vertwijfeld vroeg je je dan ook iede-
dag bij haar thuis een filmvoorstelling te komen geven re dag af: hoelang kan dat in godsnaam nog duren? Wie
en dan natuurlijk met de film van de zeilboot. Ik stemde ging onderduiken moest zich wel rekenschap geven van
van harte toe in haar verzoek; mijn neef Aart zou me die vraag!
komen ophalen om te helpen bij het transport van de Als tegenzet vielen de Duitsers op 10 novem-
filmprojector. Zaterdag 28 november was ze jarig, maar ber het nog onbezette deel van Frankrijk beneden de
ze wilde het op de volgende zondagmiddag vieren. Dat zogenaamde demarcatielijn binnen. Daarmee hadden de

- 89 -
moffen het nu in geheel Frankrijk voor het zeggen. me voorgesteld als Bep van der Wal en die naam zei me
Voor al diegenen, en dat waren er duizenden, die in het aanvankelijk nog niet veel, al had ik het bij enig naden-
tot nu toe onbezette Frankrijk een goed heenkomen ken kunnen weten. In die eerste ogenblikken na onze
hadden gezocht, betekende dit een nieuwe bedreiging. kennismaking kon ik slechts met moeite mijn ogen van
Belangrijke vluchtwegen om van daaruit via Spanje haar afwenden, gefascineerd als ik werd door haar
naar Engeland te komen werden er door afgesneden. klassieke vormen waarmee Moeder Natuur haar be-
Een tweede lichtpunt in deze benarde dagen werd ge- deeld had! Wat een vrouw! Donker glanzend haar en
vormd door het geweldige offensief dat de Russen be- amandelvormige ogen in een mat blank gezicht die met
gonnen waren aan het Oostfront. De berichten over de een lieftallige ondeugendheid twinkelden. Ze was stevig
Engelse radio spraken van een gigantische doorbraak gevormd en toch niet dik, maar alles aan haar had de
van de Sovjet-legers bij Stalingrad en het Donaubek- juiste evenwichtige proporties. Haar diepe, warme stem
ken. In Stalingrad zou het grote Duitse offensief voor de klonk wat kirrend en met kleine uithaaltjes in de hoogte,
eerste maal volkomen vastgelopen zijn. Grote Duitse toen ze aan Annie vroeg: „Is dat nou je neef waarover je
tank-eenheden en complete Duitse divisies zaten inge- me gesproken hebt?” De hand die ze me toe stak voelde
sloten en waren tot de ondergang gedoemd. De Engelse mollig en zacht aan, maar wel stevig. Ik schatte haar op
radio sprak opgetogen van grote successen, de moffen een jaar of 36, ze leek me wat jonger dan Annie, maar
zouden het in Rusland extra zwaar te verduren krijgen misschien kwam dat ook wel door haar jeugdige kle-
nu de Russische winter voor de deur stond! Maar in de ding die op geraffineerde wijze de weelderigheid van
bioscopen liet het Duitse oorlogsjournaal nog vol opti- haar vormen deed uitkomen. De plotselinge confronta-
misme beelden zien van grote successen in Rusland... tie met deze Rubensachtige schoonheid had me zodanig
Goebbels propagandamachine werkte onverdroten gefascineerd dat ik me gedurende de eerste minuten
voort...! Als ik daar nu nog aan toevoeg dat we prak- helemaal van m'n stuk gebracht voelde en me er tel-
tisch elke nacht onafgebroken het geluid over ons heen kenmale op betrapte dat mijn blikken als vanzelfspre-
hoorden gaan van duizenden en duizenden bommen- kend in haar richting werden getrokken. Mijn hemel,
werpers die naar het oosten vlogen om daar de Duitse dat er ook nog zulke vrouwen in de wereld bestonden...
industrie plat te gooien, dan kan men zich voorstellen die waren stellig dan altijd onopgemerkt aan me voorbij
van hoeveel betekenis dit alles voor ons was en hoeveel gegaan! Ik kende feitelijk alleen maar Betty en... Antje,
moed wij er uit putten om te volharden en te blijven daar waren m'n gedachten in die laatste jaren onafge-
geloven in een spoedige bevrijding. Ook leek het er broken mee bezig geweest, ze hadden me de tijd niet
veel op dat de Duitsers niet meer in staat waren om die gelaten om ook nog eens naar andere vrouwen te kij-
enorme luchtmacht van de Engelsen en Amerikanen te ken. Nu kon ik me voorstellen wat een kunstverzame-
onderscheppen. We zagen nauwelijks luchtgevechten laar moest voelen wanneer ie een kostbaar en verloren
meer en het afweergeschut bulderde des nachts bij gewaand meesterwerk ontdekt had!
uitzondering. Bijna ongestoord vonden de geallieerde
eskaders via het IJsselmeer hun weg naar de Duitse De middag ging voorbij in een roes, ik voel-
industriesteden. de me letterlijk dronken van een niet te beschrijven
opwinding, telkens als ik weer die fluwelige ogen ont-
moette en ik mezelf geweld aan moest doen om de
Zondag 29 november 1942 andere kant op te kijken. En ik had al gauw bespeurd
dat ze het in de gaten had, dat kon niet uitblijven! 't
Mijn neef was al vroeg bij de hand om me te komen Maakte het spelletje alleen nog maar opwindender al
ophalen met de filmspullen, heel veel hadden we niet kon ik daar natuurlijk niet de hele middag mee blijven
mee te nemen, hij had zelf thuis voor een goed scherm doorgaan. Mijn aandacht moest ik vóór alles bepalen
gezorgd. De projectiemachine had ik ditmaal in een tot het vertonen van de film; 't kostte nogal wat hoofd-
leren koffer gepakt hetgeen aanzienlijk makkelijker te brekens aleer het scherm opgesteld was en er een
dragen viel. We gingen er heen met de bus en waren plaatsje vrijgemaakt kon worden voor de projector.
ruim op tijd alvorens de visite van Annie zou komen Buiten was het gelukkig nogal donker weer en de duis-
opdagen. Ik had een heerlijke doos chocolade voor haar ternis viel die middag al vroeg. Het zag er naar uit dat
meegebracht ter ere van haar verjaardag, een attentie we een vroege winter gingen beleven, er was al wat
waarmee ze bijzonder verguld bleek te zijn. sneeuw gevallen en de hemel zag zó grauw en dreigend
Die middag bij Annie kreeg een bijzonder ka- alsof er elk ogenblik een sneeuwstorm zou losbarsten.
rakter hetgeen veroorzaakt werd door een nogal won- De kamers waren dus meer dan voldoende donker voor
derlijke ontmoeting die ik had met een buitengewoon een goede filmvertoning. Ik had buiten de zeilfilm nog
interessante vrouw, een jonge weduwe van bijzonder een paar andere films op het repertoire staan waarmee
grote aantrekkelijkheid! Ze viel me dadelijk op onder altijd nogal veel succes te behalen viel, doch ik wilde de
de vele vriendinnen en collega's die de kamers geleide- hele voorstelling maar niet te lang maken, een uur leek
lijk aan in de middag begonnen te vullen. Ze werd aan me meer dan genoeg. De zeilfilm had ook nu weer veel

- 90 -
succes en alles verliep zonder stoornissen. Toen de bestaan om te hertrouwen met dat meisje dat best z'n
filmboel aan de kant gezet werd en de kamers weer hun kleindochter had kunnen zijn! Daar hadden de bonds-
gewone aanblik hadden terug gekregen, probeerde ik makkers toen schande van gesproken... ze waren er van
opnieuw om het onderbroken intiemere ogenspel met overtuigd dat die vrijage al jaren aan de gang had moe-
de knappe jonge vrouw voort te zetten. En dat kostte ten zijn en dat de belangen van de bond er in grote mate
me niet de minste moeite, elke keer wanneer mijn ogen door geschaad waren. Scherpe, veroordelende ingezon-
schijnbaar toevallig haar richting uit dwaalden, ontdek- den stukjes in het Weekblad... zoiets hoorde de bonds-
te ik tot mijn grote verrassing dat ook zij keek en dat de voorzitter toch niet te doen op zijn leeftijd!! Van der
blikken van onze ogen elkaar ontmoetten. Annie had nu Wal had er meer onder geleden dan de leden van de
de schemerlampjes aangestoken en begon met het in- bond ooit beseft hadden. Hij overleefde deze idylle
schenken van enige geestrijke drankjes, er ontstond een maar kort want in 1937 overleed hij geheel onverwacht.
gezellige intieme sfeer in de kamer. Ik onderhield me En wat zeiden de kopstukken toen? Dat het te verwach-
met enige mensen die ik wel kende en overwoog daar ten was geweest, 't kon niet uitblijven... dat jonge,
tussendoor hoe ik een gesprek kon beginnen met dat knappe wijf had die oude baas natuurlijk dood gekie-
allerliefste mevrouwtje van der Wal. Ik moest het on- teld, dat had ie er nou van! Met de uiterste verbazing en
gemerkt proberen te bewerkstelligen, als het toeval me nog meer toenemende aandacht bekeek ik haar van
maar een beetje te hulp wilde komen. Ze zat nogal een terzijde en zij beantwoordde die taxerende blik met de
eindje van me vandaan tussen de andere vriendinnen woorden: „Ja, dáár staat u geloof ik van te kijken, hè...
van Annie in en in die richting was nergens een plaatsje ik ben nou die meid waarover in jullie bond zo vreselijk
vrij waar ik me ergens nevens haar had kunnen installe- veel te doen is geweest!” Ik wist ternauwernood wat ik
ren. Maar het toeval was me gunstig gezind! Misschien er op antwoorden moest, 't was al zo lang geleden en ik
stond ik daar wat verloren rond te kijken met m'n glas herinnerde me nog wel vaag de debatten over deze
port tussen de vingers, quasi rondkijkend naar een kwestie bij de Bussy onder de bondsleden over de vraag
geschikte zitplaats, maar toen onze ogen elkaar op- of een bondsvoorzitter zoiets wel of niet moest nalaten.
nieuw ontmoetten ontdekte ik duidelijk haar poging om Maar ik kon me de passie van onze bondsvoorzitter
mijn blik vast te houden en... ik verbeeldde het me heel goed voorstellen en zijn smaak, die hij gekoesterd
beslist niet, maar ze knipoogde heel snel en kwam me moest hebben voor deze indrukwekkende schoonheid,
tegemoet, oprijzend van haar stoel en zei op vertrouwe- alleen maar bewonderen. Je moest wel van graniet zijn
lijke toon tegen me: „Wacht, ik heb lang genoeg op die om weerstand te bieden aan zoveel weelderig vrouwe-
plek daar gezeten... ik kom eens even bij u zitten, dan lijk schoon en er niet van onder de indruk te komen. Ze
kunnen we eens wat praten met elkaar... ik heb zóveel merkte de verwarring bepaald wel bij me op na haar
over u gehoord!” Er waren een paar stoelen vrij aan de verklaring en zei gemoedelijk: „Och, dat is nu allemaal
tegenoverliggende zijde van de kamer en ze plofte naast voorbij... ik kon er toch niets aan doen dat hij me ten
me neer. Ik zat nu oog in oog met haar en mocht aan- huwelijk vroeg. Ik heb gedaan wat m'n hart me ingaf,
schouwen dat ze van dichtbij nog knapper en liever was hij was een eenzame man die zich helemaal inzette voor
dan ik aan het begin van de middag op enige afstand dat bondswerk... hij leed in het begin heel erg onder het
had kunnen waarnemen. Ik voelde me totaal van de verlies van z'n eerste vrouw en hij had steun en begrip
kook raken, werd op stel en sprong meegesleurd in de van een vrouw nodig. En omdat ik nu eenmaal alle
ban van deze nieuwe ontdekking en had geen flauw dagen in z'n naaste omgeving verkeerde, lag het voor de
idee waar dit op kon uitdraaien. Vrijmoedig opende zij hand dat ie met al z'n moeilijkheden en verdriet bij mij
het gesprek, legde vertrouwelijk haar zachte blanke aanklopte... het spijt me zo dat die mensen dat verkeerd
hand op mijn arm en sprak: „Ik heb gehoord dat u ook uitgelegd hebben...!” Er was een zachte blos op haar
in het grafische bedrijf werkzaam bent, nietwaar? Dan wangen gekomen bij die ontboezeming, misschien
zult u ongetwijfeld mijn overleden man wel goed ge- kwam het ook wel door de droge port waarvan ze stevig
kend hebben, F. van der Wal, de bondsvoorzitter van de zat te genieten. Toen verstoutte ik me haar hand te
Algemene Nederlandse Typografen Bond...!” Ik was vatten en die even zacht in de mijne te drukken en ik
een ogenblik met stomheid geslagen... natuurlijk, die liet me de troostrijke woorden ontvallen: „Trek het je
naam! Dat ik daaraan niet terstond gedacht had, Annie maar niet aan, de mensen zullen altijd kletsen en je
had het er wel eens over gehad dat zij een vriendin had, moet maar denken: lang niet alle leden van de bond
die secretaresse was op het hoofdkantoor van de typo- hebben er zo laatdunkend over geoordeeld. Ik herinner
grafenbond! En in een flits schoot me nu ineens heel die het nu allemaal weer heel goed... er waren er heel wat
onverkwikkelijke historie door de geest, de storm die die het voor hun bondsvoorzitter hebben opgenomen!”
enkele jaren geleden door heel de bond had gewoed, Die woorden deden haar stellig goed en ze merkte
toen onze bondsvoorzitter van der Wal, sedert kort zelf vragend op: „Ja heus? Dus ik was toch niet voor ieder-
weduwnaar, overhaast getrouwd was met z'n privé een die „slet” waarvoor ik uitgemaakt werd?” Met een
secretaresse. God, wat was dáár een boel over te doen zweem van verontwaardiging in m'n stem zei ik kor-
geweest, dat die oude baas op z'n zestigste jaar het had daat: „Nee, natuurlijk niet... wie zou trouwens zoiets

- 91 -
van je durven te beweren? Ik zeker niet!!” Ze boog zich zwepen. Ze stond nu zó dicht naast me bij de piano, dat
heel dicht naar me over en fluisterde zacht: „Ik ben blij ik de volle druk van haar lichaam tegen mij aanvoelde
dat ik dat nu weet en u me dat vertelt...!” Haar hoofd terwijl ze af en toe quasi argeloos met haar blote arm
met de prachtige donkerbruine amandelvormige ogen mijn rechterwang beroerde. Ik wist niet hoe ik het had...
was nu heel dicht bij het mijne, ik snoof de geur op die of ik waakte of droomde, was dit nu soms de „zevende
van haar weelderig donker haar uit warrelde. Mijn god, hemel?”
wat was ze mooi... ik voelde me totaal wegzinken in De middag vloog voorbij, voor we het wisten
een dal van zwoelheid en erotiek en ik stond versteld stond de klok op vijf uur, ik moest nodig op huis aan.
over het feit dat ik in zo'n korte tijd kans had gezien in Maar hoe stond het met het jonge vrouwtje? Zou zij ook
een intiem gesprek te geraken met deze uitzonderlijke heengaan of was ze mogelijk te eten gevraagd? Arglis-
vrouw. Ik raakte er van overtuigd dat ze me best aardig tig overwoog ik het voornemen om haar naar huis te
vond, al was ze wel een paar jaartjes ouder dan ikzelf brengen, wáár ze dan ook in godsnaam wel mocht wo-
was. 't Scheen haar niet te deren... ze had de belangstel- nen, daar kwam ik zo aanstonds wel achter. Maar het
lende blikken die ik haar vanuit de verte toegezonden geluk was al wéér met mij op die middag. Zodra ik
had heel goed opgemerkt en ze stak dat niet onder stoe- vanachter de piano vandaan kwam en zei dat het zo
len of banken. We bleven naast elkaar zitten en het langzamerhand m'n tijd werd, haastte ze zich met te
gesprek vlotte zó verbazend goed dat mijn nichtje An- zeggen dat ze ook graag maar eens wilde opstappen.
nie plotseling opmerkte: „Gut Bep, zit je hier met m'n „Kun je alleen Bep, of moet iemand je brengen?” vroeg
neef te sjansen... jullie hebben mekaar gevonden, niet- mijn nicht. „Nou, ik hoef niet zo ver”, hoorde ik haar
waar? Die twee zitten zó gezellig met elkaar te babbe- zeggen, „ik eet bij een vriendin op de Olympiaweg en
len... kennen jullie mekaar soms ergens van? Bep haast- daar blijf ik vannacht slapen ook, die heeft ruimte ge-
te zich te verklaren dat we een gemeenschappelijke noeg, dan ga ik morgen in de loop van de ochtend naar
relatie hadden van de typografenbond en dat dit feit ons huis terug.” Maar het ontging me geenszins dat ze
hier tot elkaar gebracht had. Annie stelde voor om wat daarbij een veelbetekenende blik in mijn richting wierp
muziek te maken. „Wil jij wat voor ons spelen?” vroeg alsof ze ermee zeggen wilde: vooruit, doe je best en
ze aan mij. En Bep voegde er aan toe: „Misschien kun- vraag het maar! En dat deed ik dan ook prompt. „Zullen
nen we iets zingen... kunt u begeleiden?”, dat laatste in we samen gaan... ik moet ook diezelfde kant op.” La-
mijn richting. Ik aarzelde geen ogenblik om dat te be- chend riep ze uit: „An, ik heb al een chaperonne hoor,
vestigen en toonde me onmiddellijk bereid om aan het je neef brengt me weg... en ik geloof dat ie dat heel
verzoek te voldoen. Ik was èn door de charmes van Bep graag doet!” Dat was dus in kannen en kruiken en ik
èn door de wijn in zulk een overmoedige stemming koesterde de verwachting dat het eigenlijke spel nu pas
geraakt dat niets me meer kon weerhouden om achter goed beginnen ging. Ik hielp haar in haar mantel, een
de piano te kruipen. Annie bezat enige volledige bun- prachtige persianer bontjas die haar vorstelijk aan-
dels van de Nederlandse Volksliedboeken en daar stond kleedde en waaronder haar prachtige welgevormde
van alles en nog wat in. Het bleek dat het jonge we- benen uitdagend tevoorschijn traden. Er werd afscheid
duwvrouwtje lang niet onverdienstelijk kon zingen genomen en daar gingen we met z'n beidjes, de stoep af,
evenals mijn nichtje. Ik liet het maar aan hen beiden nog even aarzelend onze weg zoekend in de reeds val-
over wat ze wilden zingen, liederen van Emiel Hulle- lende duisternis. Het had in die tijd flink gesneeuwd en
broeck, of de oude vertrouwde Valeriusliederen, die er de straten waren hier en daar glibberig door het opvrie-
in deze benarde tijd ingingen als gesneden koek! Het zen van de nachtelijke afkoeling.
deed er niet toe, alles ging van een leien dakje en de Ik bood haar mijn arm aan die ze zonder aar-
ganse meute zong op 't laatst mee. Ik voelde me hoog in zeling aanvaardde en de gewaarwording die ik daarbij
de wolken opgetild, dacht aan geen tijd of uur meer, zij kreeg, toen ik haar zo dicht tegen me aan wist en de
stond naast me bij de piano en telkens weer kruisten stevige druk van haar hand in de mijne, zou me onver-
onze blikken elkander en keek ik in die diepe mooie getelijk bijblijven. Daar liep ze nu naast me, de jonge
ogen en voelde een warme geluksstroom door me heen aantrekkelijke weduwe van onze helaas te vroeg over-
gaan. Het werd een middag vol intense romantiek, ten leden bondsvoorzitter... had je zoiets ooit kunnen den-
slotte bladerde Bep in nog een ander boek en vroeg ken? Het succes van deze middag en de werking van de
toen met een schalkse blik naar mij: „Kun je dit ook wijn hadden me overmoedig gemaakt, ik voelde me tot
spelen?” en ze hield mij de muziek voor. Het was „Plai- alles in staat en bereid alle consequenties van deze
sir d'amour”, een overbekend salonstuk dat in die dagen plotseling opgekomen liefde op het eerste gezicht te
bijzonder in was. Een beetje sentimenteel maar volop aanvaarden. Ze merkte het wel, het kon haar gewoon
een geestesprodukt uit die benarde tijd dat, als ik het nu niet ontgaan zijn hoe intiem ik haar arm telkens tegen
nog weer hoor, een sterke nostalgie oproept uit die me aandrukte en... wat me het meest in beroering bracht
bewogen periode. Ze zongen het allebei en tweestem- was het feit dat ze de verholen liefkozing zo gretig
mig en de muziek was bij uitstek geschikt om de ro- beantwoordde. Telkens keek ze van opzij naar me op
mantische sfeer op deze middag nog aanzienlijk op te en in de flauwe schemering van het nog schaarse licht

- 92 -
zag ik de uitdagende schittering in haar donkere ogen genaderd en binnen een paar minuten hadden we het
omlijst door de melkblanke teint van haar gezicht. Ik huis bereikt waar ze moest zijn. We bleven stilstaan en
liet me er helemaal door meeslepen, wist nauwelijks ze reikte me haar hand. „Heel hartelijk bedankt voor het
hoe en waar we eigenlijk liepen. 't Was verder dan ik wegbrengen”, zei ze. „Kunnen we elkaar nog eens
gedacht had maar ik wenste op dat ogenblik dat er geen ontmoeten?” zo vroeg ik met nadruk. „Als je daar erg
eind aan deze wandeling mocht komen... dat er lucht- veel prijs op stelt... wat mij betreft: ja! Ik vind je een
alarm kwam en we ergens tot laat in de avond moesten heel lieve jongen en... je speelt prachtig piano! Je moet
schuilen! Ik kan me nauwelijks meer tevoorschijn bren- maar vaak bij Annie op bezoek komen, dan heb je de
gen wáárover we het allemaal hadden, ze praatte nog meeste kans dat je mij nog eens tegenkomt.” Aarzelend
wat vaag na over haar man en de rol die zij zelf in die bleef ik nog tegenover haar staan in de doodse stilte van
vakbond had gespeeld, alsof ze zich wilde verontschul- de duistere straat. Ze bleef ook nog staan... waar wacht-
digen dat ze tegen de wil van de leden in het leven te ze nog op? Ik greep opnieuw haar hand en trok haar
gedrongen was van deze man. Maar ik trachtte het zachtjes naar me toe en dan gaf ze me snel een kus op
gesprek in een andere richting te leiden. Ik vroeg of ze m'n wang. „Nog wel bedankt en... misschien gauw tot
vaak bij m'n nicht Annie op visite kwam... wáárom had weerziens!” Ik zag haar in de duisternis als een donkere
ik haar nooit eerder ontmoet? Ze lachte zachtjes en schim in het huis verdwijnen en bleef nog even stilstaan
antwoordde: „Ik heb jou ook nooit bij haar over de ondergedompeld in een vloed van hevige emoties. Het
vloer gezien... als je vaker bij je nicht op bezoek was was voorbij, langzaam zocht ik mijn weg in de richting
gekomen had je mij er ook eerder leren kennen.” „Ja, ik van huis.
heb daardoor héél wat gemist!” moest ik toegeven. Boordevol tegenstrijdige gevoelens en geheel
Toen zei ze plotseling: „Ik geloof dat jij me wel aardig gevangen in de greep van dit onverwachte avontuur
vindt, nietwaar... nou? Zeg het maar eerlijk... of dacht je kwam ik thuis. Kon er nauwelijks in geloven dat het
dat ik er niks van gemerkt heb vanmiddag? Loop je echt gebeurd was, ik wist niet of ik waakte of dat ik
altijd zo hard van stapel als je een vrouw tegenkomt die droomde. Steeds zag ik weer dat mooie, lieve gelaat
je leuk vindt?” Vragend keek ze naar me op met een met die verlokkelijke ogen in gedachte voor me. Ik had
tikkeltje pret in haar ogen toen ze merkte dat ik in ver- het zwaar te pakken, dat was meer dan duidelijk. Maar
legenheid raakte door die rake opmerking. „Gunst nee, hoe moest dat nu verder met Betty? Het schoot me nog
ik weet niet hoe dat komt... ik ben helemaal niet zo op tijd te binnen dat ik afgesproken had om deze avond
doortastend in die dingen”, antwoordde ik, „eigenlijk bij haar te komen. Ik dwong mezelf om tot bezinning te
ben ik van nature een nogal verlegen jongetje!” Maar komen, ik moest doen of er niets gebeurd was deze
nu schaterde haar klaterende lach luid op tussen de middag. Ik zou er maar het verstandigst aan doen om
muren van de stille straat waar we doorheen liepen. die hele Bep van der Wal zo gauw mogelijk uit m'n
„Nee maar! Wou jij zeggen dat je verlegen bent? Kom gedachten te bannen, er kon toch immers toch niets van
nou... daar merk ik dan toch niet veel van, ik vind dat je komen? En met een opkomend gevoel van benauwenis
juist uitstekend met vrouwen kunt omgaan... je weet dacht ik nu eensklaps aan de mogelijkheid dat er elk
anders perfect hoe je een vrouw moet aanpakken hoor!” moment een oproep van de moffen kon komen en dat ik
Ik lachte maar wat met haar mee en beweerde dat ik me weg moest. Er zou geen tijd meer zijn voor romantische
daar helemaal niet van bewust was maar dat ik haar al avonturen met knappe weduwvrouwtjes! Het beste zou
dadelijk bij het eerste aanblik vanmiddag ontzettend nog zijn om te doen of er niets gebeurd was en haar zo
aardig had gevonden. „Weet je wel hoe oud ik eigenlijk spoedig mogelijk te vergeten.
ben?” zei ze dan eensklaps. Wat aarzelend raadde ik Maar het leek of het noodlot al z'n beschikbare
een leeftijd die met de mijne overeen kwam. „Mis- demonen die dag op me afgevuurd had. Toen ik die
schien een jaar of vier-, vijfendertig?” giste ik op goed zondagavond tegen 8 uur bij Betty arriveerde wachtte
geluk. „Was het maar waar... ik loop al tegen de veer- me daar een bittere ontgoocheling. Toen ze de deur
tig, en jij bent vast niet ouder dan een jaar of dertig!” open deed zag ik met één oogopslag dat er iets mis was,
„Tweeëndertig, pas geworden”, liet ik er ijlings op ik mocht niet binnen komen... Bram was er! Dat ook
volgen. „Nou, dan ben ik toch zeker acht jaar ouder dan nog! Ze loodste me door de zijdeur in de gang snel naar
jij? Daar mag je wel eens goed over nadenken voor je boven toe en op een van de huurkamers stond ze met te
met me begint!” Ik kwam tot de veronderstelling dat ze woord. Uit haar wat verwarde verklaring maakte ik op
nu zelf ook aardig hard van stapel begon te lopen. Hoe dat Bram voorlopig niet het huis zou verlaten en dat ze
kon ze weten of ik echt van plan was iets met haar te me dus niet ontvangen kon vanavond. Misschien ver-
beginnen? Nou ja, dat had ze natuurlijk wel gemerkt, ik baasde het haar dat ik die mededeling zo ijzig opnam,
had het die middag niet bepaald onder stoelen of ban- in ieder geval gaf ik er weinig commentaar op. Ze pro-
ken gestoken en ze was natuurlijk ook niet van gisteren. beerde het op alle mogelijke manieren goed te praten en
Een vrouw van een dergelijke allure had stellig wel wat vroeg wat ik nu ging doen. Ja, wat moest ik nu die
meer meegemaakt in haar leven... daar vielen talloze verdere avond uitvoeren? Naar huis gaan, daar zat niets
mannen voor in het stof! We waren nu de Olympiaweg anders op, al zouden de oudelui het vreemd vinden dat

- 93 -
ik al weer zo dadelijk terug kwam. We namen afscheid naam van de straat was me jammer genoeg ontschoten,
van elkaar tot de volgende week zondag, dan zou alles maar het was in het zogenaamde „Vruchtenkwartier”.
wel weer gewoon zijn, zoals haar voorspiegeling luid- Ik kwam er wel achter, waarschijnlijk had ze telefoon,
de. Onderweg kwam ik tot de spectaculaire ontdekking overgehouden uit de tijd dat van der Wal nog leefde en
dat dit onverkwikkelijke incident bij Betty een teken die hij nodig had ten behoeve van het vakbondswerk.
aan de wand moest zijn voor me. Ik beschouwde het als Dat kon ik maandag allemaal op de zaak wel even
een uitdrukkelijke aanwijzing dat ik een eind moest opzoeken en mogelijk nog wel meer dingen over haar
gaan maken aan de verhouding tussen ons, want zó ging aan de weet komen. Zo fantaseerde ik er op los, zag het
het niet langer. Was het toeval dat ik juist op deze dag in m'n verbeelding reeds helemaal zich voltrekken.
die andere vrouw ontmoet had en dat zij bestemd was Natuurlijk zou ze ja zeggen en we zouden allebei dolge-
om de uitverkorene te worden en de plaats van Betty te lukkig zijn... ze had me toch immers een „lieve jongen”
gaan innemen? Als dat blijkbaar zo voorbeschikt was, genoemd? Helaas, er zou geen steek van terechtko-
nou dan moest dat maar gebeuren ook! En onderweg men... in de komende week zou het noodlot onbarmhar-
maakte ik in gedachten serieuze plannen om werk te tig toeslaan en een streep halen door al mijn plannen, de
gaan maken van Bep van der Wal. Ik zou haar snel voor idylle zou wreed verstoord worden. Bep van der Wal
een tweede maal willen ontmoeten en niet aarzelen om zag ik voorlopig niet meer terug!
haar terstond ten huwelijk te vragen. Geen „kat-uit-de-
boom-kijkerij” meer, maar spijkers met koppen vóór er
mogelijk andere kapers op de kust kwamen! Ik wist nu
ook waar ze woonde, dat had ze me vluchtig onder het
gesprek verteld. Het was aan de overkant van het IJ, de

Hoofdstuk 13

De slag valt
De week die volgde op mijn avontuur met het knappe telefoonboek had ik weldra haar adres en telefoonnum-
weduwtje, werd gekenmerkt door een stilte die bijna mer opgediept. Ze bleek te wonen in een klein besloten
onnatuurlijk aandeed. Op De Standaard ging alles buurtje aan de overkant van het IJ, niet zo ver van de
ogenschijnlijk z'n gewone gangetje, we hadden vrij veel pont vandaan; het was in de Perzikstraat. Ik noteerde
werk en werden geheel in beslag genomen door de alles zorgvuldig en stak vervolgens mijn licht op bij
dagelijkse sleur van de arbeid. Niemand van ons die nu enige oudere collega's die lid van onze moderne bond
nog geloofde in een spoedig op handen zijnde tewerk- waren of althans lid geweest waren, nu de bond in feite
stelling in Duitsland. De decembermaand was begon- niet meer bestond. Of ze zich nog de affaire herinner-
nen en we naderden gestaag het rijtje traditionele feest- den van de bondsvoorzitter van der Wal met die secre-
dagen dat bij deze midwintermaand hoort. Het zou taresse indertijd? Ja, inderdaad, onze ex-bondsagent
gauw Sint Nicolaas zijn en daarachter kwam vaders van de Pol wist dat geval nog haarfijn na te vertellen,
verjaardag en dan was het al gauw weer Kerstmis en hoe zich dat op dat kantoor allemaal toe gedragen had
Oud- en Nieuwjaar. De moffen zouden toch stellig niet en dat ze hem een keer betrapt hadden op een vrijage...
van plan zijn om ons juist in deze periode de das om te Ik vroeg hem of hij die tweede vrouw van van der Wal
doen door ons het land uit te jagen en ons daarmee te wel eens ontmoet had en wat ze eigenlijk voor een rol
beroven van de intieme sfeer in onze familie die zo gespeeld had in die affaire. En ook daarin kon van de
kenmerkend is voor deze Oerhollandse feestmaand? Pol mij wel enige opheldering verschaffen. Hij liet zich
Nee, dat leek ons allen te gek om waar te zijn. „Jon- ontvallen dat het „een verdomd knap wijf was... nog
gens, we horen er niet meer van en 't zal wel het vol- piepjong” en dat ie zich onsterfelijk belachelijk had
gend jaar worden eer daar iets van komt... àls er wat gemaakt met die griet, zo dachten de leden er toen
van komt!” zo zeiden we hoopvol tegen elkaar in de tenminste over. Hij vervolgde: „Ik heb haar een paar
geruststellende verzekering dat we gelijk zouden krij- keer meegemaakt op een bijeenkomst bij hem thuis en
gen! toen viel ze me erg mee, ze was bijzonder gastvrij en ze
Ik had niet geschroomd om 's maandags on- liet nooit blijken dat ze wist hoe er over haar gesproken
middellijk een onderzoek op de zaak in te stellen naar werd, ze had ook helemaal geen kapsones... ja, daar zijn
nadere gegevens omtrent mevrouw van der Wal. In het toen heel wat harde woorden over gevallen en ze heb-

- 94 -
ben 't van der Wal zwaar aangerekend, volgens mij bij waren, eens een keer op een zondag bij ons komen
helemaal ten onrechte. Maar hij heeft niet lang plezier eten. Dat was helemaal taboe en er scheen geen enkel
van haar gehad, hij was veel te oud voor zó eentje... hij lichtpuntje dat daar ooit binnen afzienbare tijd verande-
had nooit met dat hupse wijfie moeten trouwen! Waar- ring in mocht komen.
om vraag je dat allemaal?” Ik verklaarde hoe ik die Die hele week daarop zat ik bijna onafgebro-
vrouw ergens bij kennissen ontmoet had en dat zij bij ken te dromen over Bep van der Wal, liet m'n fantasie
die gelegenheid met mij in gesprek was gekomen over de vrije loop hoe ik 't aanpakken zou. Het moest luk-
al deze dingen. Ik meende begrepen te hebben dat ze ken, waar zou ik angst voor moeten hebben? Dat ze me
daar altijd nog veel weet van had, dat zijn vroegtijdige een blauwtje liet lopen? Ze had me die zondagmiddag
dood aan haar te wijten zou zijn. „Nou, dat is zielig rijkelijk de pap in de mond gegeven, ze had me zelfs uit
voor die vrouw”, antwoordde van de Pol, „maar het was eigen beweging spontaan een kus gegeven! Wat kon er
voldoende bekend dat van der Wal toch al lang met de dan nog misgaan? Edoch het leek me raadzaam om
dood in z'n schoenen liep... hij had een ernstige kwaal voorlopig mijn nicht Annie er buiten te houden. Het zou
en hij zou zonder haar ook niet lang meer geleefd heb- wel eens heel goed mogelijk kunnen zijn dat juist zij die
ben.” Overigens hield ik me tegenover van de Pol op de onverwachte ontwikkeling tussen mij en haar boezem-
vlakte en liet voorkomen dat ik slechts oppervlakkige vriendin weinig op prijs zou weten te stellen. Die mo-
belangstelling koesterde voor deze geschiedenis. Veel gelijkheid was lang niet denkbeeldig, ze had misschien
wijzer was ik er dus niet door geworden. wel duidelijke redenen om een spaak in het wiel te
In ieder geval zou ik haar nu kunnen opbellen steken!
al wist ik nog in 't geheel niet onder welk voorwendsel En zo ging die week voorbij met dromen en
ik dat zou moeten doen. Bovendien was er nog een plannen uitbroeden in een roes die alle rampspoed, die
volkomen nieuw plan in mij gerijpt, ik had plotseling van buitenaf dreigde, tenietdeed gaan. Ik leefde of er
gedacht aan de mogelijkheid om bij haar onder te dui- geen vuiltje aan de lucht was en had er geen flauw
ken als de nood werkelijk aan de man kwam! Zelf was benul van wat me over een week te wachten stond! Ik
ik een moment verrukt geweest over dat briljante idee... zou nog een keer naar Annie toe moeten om de filmpro-
dàt leek me even een schitterende oplossing! Gewoon jector op te halen, want die had ik op die bewuste zon-
bij haar intrekken en dan meteen op die manier elkaar dagmiddag natuurlijk rustig daar laten staan. Ik over-
geleidelijk beter leren kennen en van elkaar gaan hou- woog wat de beste dag zou kunnen zijn om daarbij een
den. Wie zou me daar in hemelsnaam zoeken in dat redelijke kans te hebben dat ik Bep opnieuw zou ont-
godvergeten buurtje waar geen mens me kende? Ik moeten. Misschien aanstaande zaterdagmiddag?
stelde mezelf al voor dat ze het dadelijk goed zou vin-
den en dat ze me met wijd uitgespreide armen zou
ontvangen! Het kwam ternauwernood bij me op hoe Zaterdag 5 december 1942
absurd dit plan moest overkomen op de buitenwereld.
Om zó maar ineens in te trekken bij een nog jonge De kleine drukker Heytel was de eerste die er mee
weduwe die ik slechts één maal ontmoet had en die ik boven kwam, het moet zo omtrent halftien geweest zijn
slechts enkele uren kende. Het bewees dat ik aardig op op die fatale ochtend. Er waren op de zetterij wat gezel-
hol geslagen was in die dagen waarvan de oorzaak te lige onderonsjes van collega's die mekaar verrast had-
vinden moet zijn geweest in die ontmoedigende erva- den met sinterklaassurprises, flauwe geintjes maar waar
ringen met Betty die me aan de grens hadden gebracht toch hartelijk om gelachen werd, want het was nu een-
van hetgeen een mens nog incasseren kan. De hele maal Sinterklaas en ze hielden bij De Standaard van
atmosfeer om me heen was trouwens gespannen, want huiselijke feestjes. Van Homeyer, onze corrector, was
het oproepen voor Duitsland hing ieder dag als het juist bezig een van z'n geestige sinterklaasrijmen voor
zwaard van Damocles boven je hoofd en het maakte dat te lezen die hij met meesterlijke hand uit de pen deed
er zich een soort van koele onverschilligheid van me vloeien. En op dat ogenblik was het dat de vrolijke
meester maakte zodat ik me van alle fatsoensnormen sfeer van kameraden onder elkaar wreed verstoord
geen barst meer aantrok. werd door de wat schelle stem van vriend Heytel die,
Daarbij wroette het nu eenmaal in m'n gedach- zwaaiend met een groen getinte kaart, de zetterij op
te rond dat ik achter dat verleidelijk vrouwtje moest en kwam rennen, nerveus uitroepend: „Mensen, het is zo
zou aan gaan, gedreven door een hartstocht die ik zelf ver! Ik heb al de oproeping gekregen vanochtend... we
ternauwernood verklaren kon. Met Betty moest het nu gaan de volgende week op transport en dinsdag moeten
maar eens afgelopen zijn... telkens die intermezzo's met we voor de keuring komen!!” Er viel even een doodse
Bram, het zou er toch eenmaal van gekomen zijn, stilte, je kon een speld horen vallen... rondom niet dan
wáárom dan niet nu maar meteen? Het had allemaal al verschrikte gezichten, die elkaar ongelovig aanblikten,
veel te lang geduurd, die uitzichtloze verhouding waar- nog niet beseffend de ware omvang van de ramp. Want
bij m'n jonge jaren ongemerkt doelloos verstreken. dat kòn toch immers niet? Heytel nam ons in de ma-
Nooit kon ze eens bij me thuis komen als de oudelui er ling... hij dacht lollig te zijn op Sinterklaas en de boel

- 95 -
op stang te jagen. Van alle zijden werd hij meteen om- van Heytel! Met z'n allen zagen we dat hij de waarheid
ringd door de ganse meute. Ze wilden allemaal tegelijk sprak toen we de tekst op de kaart lazen:
die kaart zien en lezen wat er op stond en ze probeer-
den hem die uit de hand te grissen. Met de hoofden
tezamen gedrongen lazen we... en het wàs geen grapje

GEWESTELIJK ARBEIDSBUREAU - OPROEPING

In verband met uw tewerkstelling in Duitsland wordt u hierbij opgeroepen om a.s.


dinsdag 8 December te 9 ure aan genoemd Bureau te verschijnen voor medische
keuring enzovoort enzovoort.
Zij die goedgekeurd zijn zullen op korten termijn naar hun bestemming in Duits-
land worden vervoerd.
Waarschuwing: Hij die zich poogt te onttrekken aan deze oproep stelt zich bloot
aan strafvervolging!

Heytel was die zaterdagmorgen wat later van huis ge- ten die week toch uitbetaald krijgen?” werd er van ver-
gaan dan de meesten en zodoende had hij de oproep met schillende kanten uitgeroepen. „Ja, dat is in orde... jullie
de post nog net ontvangen vóór hij op weg naar de zaak kunnen in het midden van de week langs komen om je
ging. En het duurde niet lang of er kwamen er nog een geld te halen, eventueel vakantiedagen zullen wij ook
paar, die toevallig later van huis waren gegaan, met het nog doorbetalen... daarna vallen jullie onder de Duitse
onheilsnieuws aanzetten. arbeidsvoorwaarden.” Waren we dus meteen ontslagen?
Het leed nu geen twijfel meer dat alle gegadig- Ja, daar kwam het eigenlijk op neer, want we mochten
den die oproep thuis gestuurd hadden gekregen en dat in geen geval in dienstverband blijven bij De Standaard.
die ook voor mij op me lag te wachten. Als ik zeg dat er Lang voordat de werktijd afgelopen was die
een lichte paniek uitbrak onder de mensen die het aan- ochtend vertrokken de meesten reeds naar huis. En ik
ging, dan is dat eigenlijk nog te zwak uitgedrukt. Er kòn het me gewoon nog niet realiseren dat ik hier van-
werd gevloekt en gescholden op de moffen, dat de daag voor het laatst geweest was, dat ik op deze zaak de
smeerlappen nu juist deze datum hadden uitgekozen om komende week niet meer terug hoefde te komen. Dat er
ons de dampen aan te doen, nog wel op Sinterklaas! zomaar abrupt een einde kon komen aan je bestaansze-
„Nou zitten we godverdomme uitgerekend met de kerst kerheid... dat was toch ongehoord? Hoe verheugd was
in Moffrika!” riep iemand uit, „kunnen we nog mooi ik niet geweest in het vroege voorjaar toen deze veelbe-
vóór die tijd een bom op ons kop krijgen!” De ontredde- lovende baan me als 't ware in de schoot geworpen
ring onder het personeel beleefde z'n hoogtepunt toen in werd. Eindelijk begon de zon weer te schijnen, ik had
de loop van de ochtend enige vrouwen van de gedu- een vaste job en meende nu de zekerheid te hebben niet
peerde collega's de zetterij opkwamen, jammerend en in naar Duitsland te worden gestuurd. En nu plotseling dit!
tranen. Ze kwamen hun mannen vast waarschuwen dat Resoluut pakte ik tegen één uur al m'n gereedschappen
de oproepingen verschenen waren en nu was er dus bij elkaar en deed ze in mijn tas. Het leek me het ver-
geen twijfel meer mogelijk... het ongehoorde was ge- standigst om de knoop nu maar meteen door te hakken
schied, we zouden nog vóór Kerstmis als dwangarbei- en al m'n spullen mee naar huis te nemen. Je wist maar
ders naar Duitsland weggevoerd worden. nooit of er de komende week nog wel gelegenheid zou
De paniek was inmiddels ook doorgedrongen zijn om de boel op te halen!
tot het bedrijfskantoor en de directie. Even later ver- In een nogal tamelijk gedeprimeerde stem-
schenen Jongman en de Leng ten tonele. Alles groepte ming kwam ik tegen halftwee thuis. En ja hoor, er viel
bij elkaar en van werken was geen sprake meer. Zenuw- nauwelijks aan te twijfelen... ik zag het al aan de be-
achtig bekeek Appie Jongman de groene kaarten die drukte gezichten van vader en moeder. „Slecht nieuws,
hem voorgehouden werden. „Ja ja... ik zie het”, riep hij jongen!” riep vader geagiteerd uit. „Er ligt wat op je te
met z'n hoge piepstemmetje, „dat is niet fraai, mensen... wachten, op tafel... schrik maar niet!” Ik zei dat ik he-
't spijt me vreselijk voor jullie, maar dan is het hier lemaal niet hoefde te schrikken, want die schrik had ik
meteen afgelopen voor al de mensen die zo'n kaart vanmorgen vroeg al te pakken gekregen. Met een ge-
ontvangen hebben!” En hij verhief z'n stem nu plotse- voel van weerzin bekeek ik de oproepingskaart, had
ling en bazuinde rond: „Willen alle mensen die zo'n grote zin om het voddig stuk papier meteen maar te
kaart ontvangen hebben of mogelijk thuis in de bus verscheuren! „En wat nu?” vroeg moeder met angstige
vinden even luisteren? Al diegenen onder jullie die stem. „Ga je er heen? Ben je niet bang dat ze je meteen
opgeroepen zijn kunnen nu meteen naar huis gaan en vasthouden?” „Laten we nou niet meteen het ergste
hoeven volgende week niet meer terug te komen op het veronderstellen”, opperde ik. „Om te beginnen moeten
werk!” - „En de centen? Hoe zit het daarmee, we moe- we eerst nog gekeurd worden en ik heb altijd nog een

- 96 -
beetje hoop dat het papiertje van dokter van Valken- verdere oplossing zoeken, liefst een eind weg van de
burg me misschien uit de brand zal helpen. En daarna hoofdstad, misschien op het platteland bij de boeren.
moeten ze ons toch minstens nog de gelegenheid geven Maar dat moeten we nog afwachten. Je begrijpt wel dat
om koffers te pakken en afscheid te nemen... Nee, ik ga je op dit moment lang niet de enige bent die er zo voor
in ieder geval dinsdag naar die keuring toe en van de staat, er zijn er thans enige duizenden die het vertikken
uitslag daarover laat ik alles verder afhangen.” „Maar je om zich naar Moffrika te laten sleuren en die moeten
bent toch hoop ik niet van plan om je naar dat land te allemaal geholpen worden. Dus... het zal wel even
laten sturen?” vroeg moeder met een zorgelijk gezicht. moeilijk worden en ik moet je eerlijk bekennen dat ik
Ik stelde haar gerust en legde haar uit dat ik alleen maar op dit ogenblik nog geen idee heb waar we je heen
het spel met de moffen zóver wilde meespelen om geen zullen brengen...” Dat klonk niet bepaald optimistisch...
argwaan te wekken en zodoende nog wat speelruimte Annie wist het dus zelf nog niet, alleen dat ik een paar
met de tijd te winnen. Pas als ze me zouden goedkeuren dagen voorlopig kon worden opgeborgen bij die collega
kon ik tot actie over gaan. „Vanmiddag ga ik allereerst van haar. „Ga in elk geval dinsdag naar die keuring
naar Annie Grotendorst toe... zij moet het in elk geval toe... we moeten de kans dat je afgekeurd wordt niet
nu weten opdat ze maatregelen kan treffen voor een verwaarlozen al geef ik je weinig hoop, maar je kunt
onderduikadres. Het is niet onwaarschijnlijk dat ik al nooit weten. Wanneer ze je nu dinsdag goedkeuren,
een goed adres weet bij iemand, maar daar praat ik nu kom dan onmiddellijk naar mij toe op de bank, dat is de
liever nog niet over!” Ik zinspeelde daarbij natuurlijk firma Oyens op de Keizersgracht. Je vraagt aan de
op de vriendin van Annie, Bep, maar voelde geen be- portier maar naar mij en dan zie je me wel verschijnen.
hoefte om daar voorshands op vooruit te lopen. Je hoort dan verder wel wat er gaat gebeuren en ik zal
„Laten we nu eerst eens rustig krijgsraad hou- je dan voorstellen aan meneer van der Linden, dat is de
den straks, ná de boterham”, opperde vader. „Er valt man waar je zo lang in huis komt.” Voorlopig waren er
mijns inziens nog wel zo een en ander te regelen en we dus wel een paar punten waar ik houvast aan had, maar
moeten de dingen wel héél goed onder de ogen zien toch brandde me de vraag op de lippen hoe het daarna
voor we aan zoiets beginnen...” Vader had gelijk, er verder zou moeten gaan. De gedachte aan Bep van der
zou nog heel wat bepraat moeten worden en eigenlijk Wal liet me nog steeds niet los en na wat aarzelen ver-
hadden we dat al veel eerder moeten doen. Maar ik stoutte ik me om een opmerking in die richting tegen
stelde voor om daar nog even mee te wachten totdat ik Annie te maken. „Zeg... zou die vriendin van jou, die
bij Annie geweest was. Allicht kreeg ik van haar wat mevrouw van der Wal, niet bereid zijn om iemand in
nadere informatie betreffende het adres waar ik in geval huis te nemen? Ze woont in een stil buurtje en daar zou
van nood heen zou moeten vluchten. We spraken dus af niemand me kennen... ik dacht daar zo toevallig aan
dat we vanavond uitgebreid over alle problemen zou- omdat ze toch alleen woont!” De vraag was er uitge-
den spreken en alles secuur doornemen om goed voor- flapt eer ik er erg in had, „Hoe kom je dáár in hemels-
bereid te zijn als het kritieke ogenblik daar was. naam zo bij?” vroeg Annie met een verbaasde blik. „En
Dadelijk na de broodmaaltijd toog ik op pad hoe weet jij dat ze in een stil buurtje woont? Heb je
naar mijn nichtje, vergezeld van een nauwelijks te on- soms met haar aangepapt op die zondagmiddag? Dan
derdrukken gevoel van spanning omdat ik verwachtte er heb ik me tòch niet vergist, jullie zaten zo intiem met
mogelijk de lieftallige weduwe opnieuw te ontmoeten. elkaar te smoezen en je hebt haar naar dat adres ge-
Gelukkig trof ik Annie thuis, ze was alleen en wat m'n bracht... zèg eens mannetje, je hebt je toch niet wat in je
verwachtingen betreffende Bep van der Wal aangaat hoofd gehaald met haar?” Lachend keek ze me aan met
kwam ik bedrogen uit. Annie begreep dat ik was geko- onverholen nieuwsgierigheid in haar ogen. Ik was door
men om de filmprojector op te halen, ze had echter niet de mand gevallen en ik moest Annie nu wel bekennen
verwacht dat ik haar tegelijk ook het slechte nieuw dat die knappe jonge weduwe verbazend veel indruk op
kwam brengen. Ze vond het ook maar cru dat de moffen me gemaakt had. „Heb je haar soms gevraagd?” wilde
ons uitgerekend vóór de feestdagen kwamen opeisen en Annie geïnteresseerd weten. „Zover ben ik niet geko-
stelde voor dat we de zaken nu meteen maar grondig men, maar ze heeft wel gezegd dat ze me heel graag
moesten bespreken. „Je bent nu toch vastbesloten om nog eens wilde ontmoeten”, bekende ik ruiterlijk. „Nee
niet naar Duitsland te gaan en onder te duiken?” vroeg maar, dáár sta ik van te kijken, dat had ik nou nooit
ze. Ik bevestigde mijn reeds eerder gestelde voornemen durven denken dat Bep daar op zou ingaan. Weet je wel
en antwoordde dat ik alles wilde doen om uit handen dat dat vrouwtje al bijna veertig jaar is en zou jij willen
van de nazi's te blijven. „Goed, dat is dus afgesproken”, trouwen met een zoveel oudere vrouw? Ik kan me niet
ging ze voort. „Ik ga nu maandag dadelijk praten met indenken dat ze dat zelf zou willen... ze vindt je natuur-
mijn chef, dan kan hij er vast op rekenen dat je bij hem lijk een aardige jongen maar dat betekent nog niet dat
in huis komt, want dat is de bedoeling. Hij herbergt ze met je trouwen wil!” Ik dorst tegen Annie niet te
uitsluitend mensen die acuut in nood zitten. Alleen moet bekennen dat ze me zelfs een kus gegeven had, ik had
ik je er wel bij vertellen dat dit adres voor tijdelijk is, al veel te veel gezegd en het was duidelijk dat Annie
hoogstens drie of vier dagen. Daarna moeten we een weinig begrip kon opbrengen voor deze intieme relatie

- 97 -
tussen mij en haar vriendin. Ze zei dan ook resoluut: „Ik beter benutten en... ná de oorlog, nou ja, dan zagen we
zou me er maar niks van voorstellen om bij haar in huis wel weer verder! Het tweede punt dat aan de orde
te willen komen, want dat doet ze vast niet! Dat is zo'n kwam betrof de distributiebonnen. De vraag kwam bij
kleine woning die ze heeft dat ze helemaal geen plaats ons op: zou het mogelijk blijven om op de gewone
voor je heeft. En in zo'n stil buurtje loop je juist het manier de bonnen op onze stamkaart te blijven halen of
meest in de gaten en hebben ze je meteen te pakken!” zouden de moffen mijn aandeel gaan blokkeren? Vader
Het was hiermee duidelijk dat Annie geen dacht dat het wel lukken zou om op de gebruikelijke
voorstandster van dit plan was en ik kreeg al bijna spijt manier alle bonkaarten af te halen, maar dan moesten
dat ik erover begonnen was. „Dus jij denkt dat je vrien- we er wel voor zorgen dat ik die stamkaart behield en
din het niet zal willen?” vroeg ik ten slotte. Annie ant- dat die niet ingeleverd werd bij het Arbeidsbureau,
woordde: „Dat heb je me niet horen zeggen... ik ben zogenaamd voor in Duitsland! „Ik durf die bonkaarten
alleen maar van mening dat ze er geen gelegenheid best te blijven halen, ze maken mij toch immers niets?
voor heeft. Je zou het haar zelf moeten vragen... ik Als het fout zit dan merk ik het wel!” zo besloot de
bemoei me daar liever niet mee, je weet blijkbaar waar oude heer kordaat. Hij was van mening dat er geen
ze woont en je zou het dus kunnen proberen.” Hiermee vuiltje aan de lucht was en dat mijn aanspraak op bon-
was het onderwerp afgehandeld. De plannen waren tot nen normaal door kon gaan. Daarna kwam er nog aan
zover besproken en ik moest het nu verder maar aan de orde hoe vader en moeder zelf door de moeilijkhe-
m'n nicht overlaten. den zouden moeten heenkomen als ik er niet meer was.
We namen afscheid en niet zo heel veel wijzer Ze zouden natuurlijk mijn aandeel in de huishoudon-
geworden keerde ik naar huis terug, de koffer met de kosten wel terdege missen. „We zullen moeten probe-
filmprojector meezeulend. ren om een gedeelte van de woning onder te verhuren”,
Na het eten hielden we die avond een uitge- stelde vader voor. „Dat zal niet zo moeilijk zijn in deze
breide familieraad waarbij alle problemen die zich in de tijd nu er zoveel mensen uit hun huizen weg gebombar-
komende week konden voordoen duchtig werden beke- deerd zijn... al verhuren we die zolderkamer maar aan
ken. Vader wilde voor alles weten hoe het met mijn iemand alleen, dan betekent dat al een hele verlichting
financiën gesteld was. Had ik voldoende geld gespaard voor ons. Restte ten slotte nog het vraagstuk waar ik
om het een bepaalde tijdsduur vol te kunnen houden? zelf heen zou moeten als Annie geen oplossing wist te
„Je moet er wel aan denken dat je dan vrijwillig werk- geven op korte termijn. Ik deelde alles mee wat ik die
loos bent en het uitgesloten is om uitkering te ontvan- middag van Annie had vernomen en vader vond dat
gen”, zo begon de oude heer met een reeks van punten allemaal niet zo erg hoopgevend. „Het komt er dus op
op te sommen die van groot belang waren. Ik legde alle neer dat je nog helemaal geen zekerheid hebt wáár je
boeken bij wijze van spreken open en kon hem verze- heen moet als je bij die collega van haar geweest bent?
keren dat ik beschikte over een kapitaaltje van ongeveer Als de kogel eenmaal door de kerk is en je ondergedo-
duizend gulden, daar was bij inbegrepen een hoeveel- ken bent kun je onmogelijk meer hier thuis komen, we
heid echt zilvergeld van om en nabij ¦ 150,--. Maar dat moeten er op bedacht zijn dat dit huis dan voortdurend
laatste wilde ik liefst zo lang mogelijk onaangeroerd onder stille bewaking komt te staan. En wat dan? Dan
laten, het was te voorzien dat de waarde van deze munt- moet je toch zeker weten waar je onderdak kunt krij-
specie binnen afzienbare tijd tot misschien wel het gen... ”
tienvoudige zou stijgen. Ik kon dus beschikken over een Ja, daar zat 'm nu juist de hele kneep en het
bedrag in cash van ongeveer ¦ 800,--, voor die tijd een verontrustte me wel een beetje dat juist op dat punt ik
niet onaanzienlijk kapitaal. Ik opperde de mogelijkheid geen enkele zekerheid bezat. En het werd nu langza-
om eventueel over te gaan tot de verkoop van één van merhand kort dag, er moest iets gebeuren. Toen kwam
de beide filmcamera's. De nog betrekkelijk nieuwe vader met het voorzichtige voorstel voor de dag om ons
Eumigcamera die ik in 1938 had aangeschaft gebruikte licht op te steken bij oom Wim en tante Mien in
ik nog maar weinig sinds ik in het bezit was gekomen Utrecht. „Als je dáár nu eens heen kon gaan”, opperde
van de meer professionele Cine-Nizo. Dan zou dus de hij. „Ik ben er haast zeker van dat de ten Bouwhuyzen
Eumig maar verkocht moeten worden en ik schatte de bereid zijn om je voor langere tijd in huis te nemen,
waarde thans op ± ¦ 300,--. Vader zei dat hij daar wel laten we zeggen... drie of vier maanden. In die tijd
een weg op wist en we kwamen overeen dat hij per kijken wij uit naar een schuilplaats op het platteland.”
veiling dan ook nog wat boeken en een microscoop van Het voorstel lokte me in de eerste aanleg niet zo bijster
de hand mocht doen. Op die manier zou ik het een hele aan, ik dacht daarbij allereerst aan al de onverkwikke-
poos kunnen volhouden wanneer ik bijvoorbeeld niet lijkheden uit Putten. In mijn gevoel was er na die tijd
meer dan ¦ 10,-- per week nodig had aan kostgeld. Dat altijd een kloof blijven bestaan tussen hen en mij. Nou
ik op deze wijze mijn gehele spaargeld zou opsouperen ja, er waren al weer een paar jaartjes overheen gegaan
deerde me bitter weinig. Het was immers toch te ver- en die affaire moest toch eens in het vergeetboek ra-
wachten dat al het geld hier waardeloos zou worden, ken... Ik beloofde de oude heer dat ik het in overweging
wanneer deze oorlog voorbij was, ik kon het nu veel wilde nemen, misschien was het toch nog geen eens

- 98 -
zo'n slecht plan. Maar ze moesten het wel zelf willen en iets van me af weet en kan beweren: o, daar heb je die
ik wilde volstrekt niet dat vader het hen zou opdringen. vent die gezocht wordt en die geweigerd heeft naar
En hoe meer ik er de rest van die avond over nadacht Duitsland te gaan!” „Zou je denken dat het lukt om hier
des te meer raakte ik ervan overtuigd dat hier wel eens een adres te vinden?” vroeg ze hoopvol. „Heb je al iets
de oplossing kon liggen. Mijn oom en tante hadden een gevonden... of weet je het nog niet... Ik zal er heus met
groot huis met een vrije opgang en het was gelegen aan niemand over praten hoor! Piet! Je denkt toch niet dat
een stil grachtje. Het huis bood gelegenheid te over om Liesje je verraden zal? Omdat ik een Duitse ben?”
mij er volkomen veilig en thuis te voelen. Toch wilde ik Doordringend keek ze me aan alsof ze m'n diepste
nog een poging wagen om zelf een beslissing te force- gedachten wilde raden. „Ik ken je... Lies, al bijna tien
ren... de gedachte aan het weeuwtje spookte mij nog jaar wordt het nu en ik weet dat ik op je vertrouwen
telkens door het hoofd. Weet je wat... ik ga er de ko- kan, dat jij nooit zoiets laags zou doen. Jij hoopt op
mende week op af, er zal nog wel wat tijd over blijven redding van jouw vaderland en ik doe alles voor de
om een tochtje naar de overkant van het IJ te onderne- vrijmaking van mijn eigen land. Dat weten we nu van
men. Het enigste en minste wat me kan overkomen is elkaar en we hebben altijd onze mening van elkaar
dat ze „nee” zegt. Ik voelde me daarna al een heel stuk gerespecteerd. Ik vertrouw je volkomen, maar... in deze
geruster nu er wat klaarheid was gekomen en er ten- benarde tijd is het beter als je niet alles weet, dan kun-
minste positieve plannen op tafel waren gekomen. Er nen ze ook nooit iets uit je krijgen. Ik beloof je dat ik je
kon nog van alles gebeuren en met een beetje geluk zoveel mogelijk op de hoogte zal houden hoe het met
kwam ik stellig wel ergens onderdak. De week die nu me afloopt.” Toen ze later op de middag op onze ver-
aanbrak zou een spannende week worden! trouwde gewoonte naast me lag in bed en we elkaar
weer bezaten zoals vele jaren lang gebeurd was, wist ik
Zoals het er nu voorstond zou de volgende dat deze eenwording tussen ons de laatste zou zijn,
zondag wel eens de laatste kunnen zijn waarop ik met misschien voor lange tijd. Toen ze stil en ontspannen
Betty samen was. En het werd een dramatische middag! naast me lag met haar hoofdje op mijn arm, voelde ik de
Ik hield de onheilsmare niet lang voor haar verborgen, warme vochtdruppels op mijn blote huid... ze huilde
vertelde haar alles zo gauw wij gezeten waren en ze de zacht snikkend in mijn armen en klemde zich onstuimig
thee had ingeschonken. Ze verbleekte merkbaar bij aan me vast. Ik besefte dat ze meer van me hield dan ik
mijn woorden en riep wanhopig uit: „Maar Piet... das ooit geweten had en dat Bram van geen enkele beteke-
ist ja schrecklich! Es kann nicht wahr sein!” In haar nis meer voor haar moest zijn. Ik voelde me heel schul-
verbijstering vergat ze het Nederlands en uitte haar dig wanneer ik nu dacht aan mijn avances betreffende
emotie in het Duits. Ik beduidde haar dat het maar al te Bep van der Wal. Hoe had ik ooit kunnen denken dat zij
waar was en dat wij deze middag zo goed als zeker de plaats van Betty mocht innemen? Hoe kwam ik hier
voor de laatste maal bij elkaar zouden zijn. Ze raakte er ooit uit? Bij al de zorgen die op me geladen werden
helemaal door van de kook en ik zag dat haar handen woog de zorg om Betty nu nog dubbel zo zwaar. Hoe
licht beefden toen ze de thee inschonk. „En hoe moet zou ik haar kunnen vergeten... wat zou er van haar
dat nou, Piet”, vroeg ze met trillende stem, „Is daar nu worden als ik er niet meer was om haar te troosten en
helemaal niets aan te doen? Je hebt toch kans om afge- op te beuren als ze in moeilijkheden raakte door die
keurd te worden?” Ik probeerde haar duidelijk te maken vent van haar? Ontroerd namen wij afscheid van elkaar,
dat ik geen enkele hoop koesterde dat die keuring voor ze huilde nu niet meer maar haar gezicht was heel bleek
mij goed zou aflopen en dat er niets anders zou opzitten en haar ogen hadden een verdrietige uitdrukking toen ze
dan in „dass blaue hinein” te verdwijnen. „Waar wil je zich bij de deur nog éénmaal aan me vastklampte en me
dan naar toe... heb je al een adres? Piet!! Je mag niet het allerbeste toewenste. Ik beloofde haar dat ik nog
thuis blijven hoor! Zorg in godsnaam dat ze je nooit te eenmaal langs zou komen om haar de uitslag van de
pakken krijgen want het is zeker dat ze je gaan zoeken keuring mee te delen, maar ik kon onmogelijk voorspel-
en als ze je vinden... daar moet ik niet aan denken!” Ik len op welke dag dat zou zijn. „Misschien loopt alles
deed m'n best om haar zoveel mogelijk gerust te stellen, nog wel goed af”, zo troostte ik haar. En met die woor-
spiegelde haar voor dat ik heus nog wel eens bij haar den verliet ik het huis waar ik zovele jaren lang mijn
zou komen, ook als ik ondergedoken was. „Maar als je voetstappen over de drempel gezet had en waar die
nu ergens zo ver weg bent... dan kan je toch moeilijk kleine tengere vrouw mij altoos zo liefdevol ontvangen
telkens hierheen komen?” riep ze uit. „Luister eens had. Ik was me duidelijk bewust dat er een mijlpaal in
lieverd, als ik braaf deed wat de Duitsers willen, dan m'n leven afgesloten was... er was iets voorbij dat nooit
zou ik voorlopig helemaal niet meer bij je kunnen zijn... meer zou terugkeren!
Als ik onderduik en ik heb het geluk een schuilplaats te
vinden hier in de omgeving dan zou ik niet weten wat er
tegen is om jou van tijd tot tijd op te zoeken. Niemand
kent me hier toch van naam? Geen mens hier in huis die

- 99 -
Hoofdstuk 14

Van huis en haard verdreven


weggevoerd te worden als een soort dwangarbeider, òf
Maandag 7 december 1942 de benen nemen en als naamloze burger voor onbe-
paalde tijd verder het leven door te gaan. Ik koos voor
Die gehele middag hield ik me onafgebroken bezig met het laatste en daarmee opende ik voor mezelf een tijd-
orde op zaken te stellen. Ik ruimde mijn werkkamer perk dat gekenmerkt werd door een reeks van de meest
grondig op, verscheurde brieven waarvan ik dacht dat roekeloze en spannende avonturen die me deden belan-
ze mij in gevaar konden brengen en werkte tot laat in de den in een totaal nieuwe wereld. Maar laat ik niet teveel
nacht aan het doorbladeren van de reeds voltooide op de gebeurtenissen vooruit lopen!
journalen van 1938-1940. Ik schrapte er alle persoons- Ik had al mijn moed bijeen moeten garen op
namen met dikke inkthalen in door teneinde de moffen die morgen om uiterlijk kalm mijn weg te vinden naar
op een dwaalspoor te brengen wanneer ze onverhoopt de Passeerdersgracht waar vanouds de „Arbeidsbeurs”,
deze geschriften in handen mochten krijgen. Het was thans genaamd „Gewestelijk Arbeidsbureau”, gevestigd
niet denkbeeldig dat ze mij op het spoor zouden kunnen was. Dadelijk na het betreden van het gebouw werd ik
komen wanneer ze kennis namen van bepaalde namen overrompeld door een ontstellende chaos van dooreen
en adressen die er in voor kwamen. Daarna pakte ik krioelende mannen die de grote wachtlokalen tot in alle
alles in stevig papier en bond er touw omheen. Nog uithoeken vulden. Was het pand in de crisisjaren al
éénmaal brak ik op zolder de geheime bergplaats open menigmaal het toneel geweest van onbeschrijfelijke
waarin al het koperwerk al geruime tijd z'n winterslaap toestanden met de duizenden werklozen die hier de
lag te houden en deponeerde alle documenten bij de rest drempels hadden doen afslijten, ook nu toonde het
en sloot het gat zorgvuldig weer af. Tot zoverre had ik beeld niet veel verschil met dat van toen. De wachtka-
alle voorzorgsmaatregelen genomen die me wenselijk mers waren eivol met kankerende en scheldende men-
toe schenen, alhoewel ik toch in 't geheel niet wist waar sen die hun mening over de moffen niet onder stoelen of
het morgen op uit zou draaien. Ik voelde me alles be- banken staken. Ik trof er talloze oude bekenden aan uit
halve op m'n gemak en zag die dag met angst en beven de grafische wereld en ook veel oud-collega's van de
tegemoet. Er kon van alles gebeuren en de moffen wa- Bussy. Van hen vernam ik dat er bij m'n vroegere baas
ren onberekenbaar in het uitvoeren van hun plannen. liefst 63 man voor Duitsland gevorderd waren. Overal
Vader opperde nog het idee om er maar helemaal niet was politie aanwezig door het hele gebouw. Buiten op
heen te gaan, hij was bang dat wij daar in een soort val straat werd de ingang geflankeerd door onze eigen
konden lopen en dat de Duitsers al die mensen meteen gemeentepolitie. Maar daar binnen stonden overal de
vasthielden teneinde de onderduikers de pas af te snij- gehate „Grünen” met geladen karabijnen de wacht te
den. Ik had me nu eenmaal voorgenomen om het spel te houden. Snauwerige ambtenaren renden af en aan en
blijven meespelen tot het uiterste en bovendien wilde ik probeerden orde in de chaos te brengen door de opge-
evenmin mijn kameraden van De Standaard in de steek roepenen in groepen in te delen aan de hand van lijsten
laten. Allicht waren er nòg een paar bij die het voorne- die zij raadpleegden. Er werd een aantal namen afge-
men hadden onder te duiken en we konden mogelijk roepen en dan ging een groep van één bepaald bedrijf
morgen wat steun aan elkander hebben. Nee, ik bleef mee verder het gebouw in.
vastberaden om er heen te gaan en de loop der gebeur- In deze situatie was ik blij dat ik zovele oude
tenissen bedaard over me te laten heengaan! vrienden ontmoette, we klampten ons een beetje aan
elkander vast en verdiepten ons onder elkaar in de vele
vragen die ons bezig hielden. Er gingen zacht gefluis-
Dinsdag 8 december 1942 terde opmerkingen van mond tot mond over de klem-
mende vraag: waar zouden ze ons wel heen sturen? of:
Een verschrikkelijke dag was aangebroken, een dag die wat ga jij doen? En ik hoorde iemand zeggen: „Ben je
ik nimmer in m'n leven meer zou vergeten. Het liep belazerd... dacht je dat ik naar Duitsland ging? Mij niet
natuurlijk allemaal verkeerd af en eer die dag voorbij gezien hoor...! Ik heb m'n plannen al kant en klaar!”
was gegaan stond ik geplaatst tegenover de meest in- Waarop een ander opmerkte: „Kijk jij maar uit dat ze je
grijpende beslissing van mijn leven: naar Duitsland niet horen... dan pakken ze je hier meteen al. Die Grü-

- 100 -
nen staan hier niet zomaar voor de lol!” Ik merkte wel op de revers van z'n colbert. Tergend voegde hij er nog
dat ik dus stellig niet de enige was die met alternatieve aan toe: „U zult wel moeten tekenen zo aanstonds!”
plannen rondliep, maar ik liet me er echter niet toe „Waarom?” vroeg ik. „Dat zult u wel merken... als u
verleiden om ten overstaan van de anderen tot boude straks op de afdeling Migratie komt!” En met die raad-
beweringen over te gaan en verklaarde dat ik het eerst selachtige woorden was deze eerste fase van de proce-
maar eens rustig zou aankijken. dure beëindigd. Ik pakte de bundel papieren bijeen en
Eindelijk was de complete groep van De verliet het hokje terwijl hij me daarbij de verdere weg
Standaard aan de beurt en timide slofte de ganse meute wees naar de afdeling voor de medische keuring. Op de
achter het ambtenaartje aan naar de burelen binnen het gang stonden reeds vele van onze mensen te wachten
traliewerk. Daar werden we stuk voor stuk in een kan- om daarheen te gaan. We kwamen een verdieping hoger
toortje gelaten met tegenover ons een ambtenaar achter en belandden eindelijk aan de lokaliteit waar we ge-
een bureau. De bureaucratische mallemolen begon te keurd moesten worden en daar troffen nagenoeg alle
draaien! We werden overstelpt met formuliertjes en collega's van De Standaard elkaar. We werden met tien
verklaringen waaronder de belangrijkste waren de man tegelijk binnengelaten. Er bleek daar slechts één
zogenaamde „Aanwervings-bevestigingen”. Deze be- arts aanwezig te zijn die in het midden van het lokaal
helsden onder andere het arbeidscontract waarop ver- zetelde aan een groot bureau en hij werd blijkbaar
meld stond waar je heen moest en wat je er verdienen bijgestaan door een zeer jonge helblonde assistente, die
kon. Bovendien stonden er nog een hele reeks bepalin- op uitdagende wijze haar charmes ten toon spreidde. Ze
gen in vermeld waar we wel een uurtje voor nodig had meer weg van een hoer die hogerop wilde en verge-
hadden om dat allemaal te ontcijferen. Alle papiertjes ten was om haar oude beroepskleding te verwisselen.
waren gesteld in het Nederlands en in het Duits. En Ze deed blijkbaar het administratieve werk, maar
alles nog weer in duplo. Ook werd mij gevraagd aan scheen er daarbij een hels genoegen in te scheppen om
wie ik het geld wilde laten overmaken dat ik in Duits- de mensen die voor de dokter moesten verschijnen op
land zou verdienen. Ik gaf maar op goed geluk op dat ik infame wijze te vernederen. Want inderdaad, deze zo-
mijn moeder daarvoor in aanmerking wilde laten ko- genaamde keuring wàs een uitermate vernederende
men. Het mannetje achter de schrijftafel typte het ene vertoning en er helemaal op gericht de mensen klein te
formuliertje na het andere, daarbij steeds allerlei vragen krijgen.
stellend. Eindelijk, toen hij met de omvangrijke papie- Het begon al terstond bij het binnenkomen
ren warwinkel gereed scheen te zijn, zei hij tegen me: met het snauwerige bevel: „Allemaal uitkleden...! En
„U bent bestemd om naar Brandenburg te gaan, dat is als ik zeg uitkleden bedoel ik dat niemand hier voor me
bij Berlijn... en u moet reizen tot aan station Erkner. komt te staan met z'n broek nog aan!” De blonde duive-
Daar zult u voorlopig onderdak krijgen in een barak- lin voegde daar onmiddellijk met een satanische lach
kenkamp. Op mijn belangstellende vraag wanneer die aan toe: „Zo is dàt... en laten die jongens zich maar niet
reis erheen dan wel moest geschieden gaf hij ten ant- generen voor mij... ik schrik nergens meer van!” Nou,
woord dat ik er op moest rekenen dat ik waarschijnlijk dat geloofden we graag en ik hoorde iemand zacht
aanstaande vrijdag reeds diende te vertrekken. Nou, opmerken: „Wat zèg je van dat klerewijf?” In het lokaal
daar schrok ik wel eventjes van, want dat zou dus al waren niet meer dan enkele kamerschermen aanwezig
over een paar dagen zijn! Hij schoof me de bundel en je moest je behelpen om er je kleding behoorlijk
papieren toe en zei kortaf: „Dit moet u eerst allemaal kwijt te raken. Niemand scheen veel animo te hebben
ondertekenen...” Ik keek hem verbaasd aan en merkte om zich poedelnaakt uit te kleden en toen er wat veel
op: „Ik zal toch eerst moeten lezen wàt ik ga tekenen...” tijd overheen ging eer iemand tevoorschijn kwam,
Die kerel rekende erop dat ik meteen m'n handtekening snauwde de dokter: „Kan dat niet wat vlugger? Ik heb
overal onder zou zetten en schoof me meteen al een nog meer te doen!” En dat blonde stuk weer er achter-
penhouder toe met een potje ouderwetse inkt. Ik vatte al aan: „Moet ik de jongetjes soms even komen helpen
mijn moed bij elkaar en zei gedecideerd: „Het spijt me met de broek uit te trekken?” Het leed geen twijfel dat
wel... maar ik teken hier niets, absoluut NIETS! U die dokter, zowel als z'n helpster beiden N.S.B.-ers
begrijpt toch zeker wel dat ik eerst op mijn gemak waren en naar mijn eerste indruk was die kerel een heel
kennis wil nemen wat deze rotzooi allemaal betekent en smerig ventje ook, waarvan niets goeds te verwachten
waar jullie me toe verplichten. Ik ga niet uit vrije wil... viel.
maar ik word gedwongen om te gaan en ik weiger dus Maar toen klonk er onverwacht een keiharde
deze papieren te ondertekenen!” „O, u mag het eerst stem vanachter een scherm en ik herkende er die in van
wel doorlezen... maar u zult het uiteindelijk tòch moe- onze vriend Bedeke, de Rotterdammer. Hij schreeuwde
ten tekenen, u bent nu eenmaal aangewezen om in letterlijk: „Ik kom er aan... maar wel in m'n broek!
Duitsland te gaan werken en daar komt u niet onder- Jullie denken toch godverdomme niet dat ik zo gek ben
uit!” Hij zei het met een honend lachje en toen ik hem om hier in het gezicht van m'n collega's en met die meid
wat nader opnam zag ik plotseling dat ie een N.S.B.-er erbij in m'n blote kont te verschijnen!!” Bedeke kwam
was. Hij droeg het kleine driehoekje van de „beweging” nu voor de dag met alleen z'n bovenlijf bloot, de rest

- 101 -
had ie allemaal aangehouden. Z'n gezicht drukte grote en ik ving een triomfantelijke hoonlach op van het
woede uit en hij stapte met grote passen recht op de loeder aan de andere kant van de tafel. Verdomme... er
dokter af met gebalde vuisten alsof ie 'm te lijf wilde waren vrouwen èn vrouwen, maar dit was er toch wel
gaan. „Wat is dat hier voor een bende?” viel hij nijdig eentje van de slechtste soort! Ik trachtte nog een pro-
uit. Het lijkt wel de militaire dienst... zo'n behandeling testgeluid te laten horen, dat ik dit niet nam en dat ik het
heb ik nog nergens eerder meegemaakt. En nou kan je wel hogerop zou zoeken, maar hij negeerde het en
de hele SS hier in dit gebouw er bij halen... maar die brulde luidkeels: „VOLGENDE... of zijn er nog meer
broek hou ik aan... of ik dien een klacht in!!” Sjonge, simulanten met brieven? Verscheur die dan maar
dàt was klare taal van die Rotterdammer die toch al zo meteen... dan hoef ik 't niet te doen!”
de pest in had op de moffen vanwege het bombarde- Ik kon me weer aankleden en het lokaal verla-
ment in '40. En uit de vele tekenen van bijval die op- ten. Even later zag ik ook de tekenaar Ramak op de
klonken van achter de grodijnen kon die veearts wel gang. Hij stond zielig in een hoekje met een paar col-
opmaken dat ie op de nodige tegenstand kon rekenen. lega's om hem heen geschaard die probeerden hem
Misschien schrok ie daar toch wel even van of was ie moed in te spreken en hem te troosten. Ik hoorde dat ze
mogelijk ver buiten z'n boekje gegaan met z'n optreden, hem zonder vorm van proces hadden goedgekeurd. Dat
want hij riep: „Goed... al goed. Hou de broeken dan been van hem? Dat kon toch geen bezwaar zijn? Hij
maar aan” en tegen de blonde Venus hoorde ik hem werkte hier normaal, dus zou dat in Duitsland ook best
zoiets mompelen van: worden tòch allemaal goedge- lukken. Hij kreeg te horen: „Man, je wordt er met de
keurd... trein heen gebracht en je hoeft dat eind niet te lopen...
Ik wist genoeg! De brief van dokter van Val- dus waar maak je je eigenlijk druk over?” Ramak was
kenburg had ik bij de hand gehouden, maar op dat de wanhoop nabij... zó vast was hij er van overtuigd
moment begreep ik met feilloze intuïtie dat ik hem even geweest dat ie afgekeurd zou worden, hij had er hele-
goed thuis had kunnen laten liggen. Ik was nu aan de maal stellig op gerekend dat hèm niets gebeuren kon en
beurt. Al eerder had ik van achter het scherm waarge- nou hadden ze 'm waarachtig tòch te grazen genomen!
nomen dat het onderzoek totaal niets voorstelde. Die Hij stond daar te huilen als een klein kind en jammerde
man nam niet eens de moeite om met z'n stethoscoop aan één stuk door over z'n vrouw en de baby... dat ie
naar hart of longen te luisteren. Zijn hele onderzoek hen niet meer zien zou en voor wie weet hoelang van
beperkte zich tot het stellen van een paar zakelijke hen gescheiden zou worden.
vragen in de trant van: „Geen klachten? Geen breukjes? Ja, dat was een trieste zaak met die jongen en
Geen aambeitjes? Neen? ... Goedgekeurd!” En met we hadden allemaal heel erg met hem te doen. We
sadistische wellust pootte het blonde kreng dan met een vergaten er haast onze eigen misère door. Wàt een
harde klap het stempel „goedgekeurd” op het formulier. ellende brachten die verdommelingen toch over ons. Al
En die vragen stelde hij dus ook aan mij. Maar vóór het die mensen hadden hier totnogtoe goed werk gehad en
zover was duwde ik hem de brief onder z'n neus en zei een vaste baas, waarom moesten die smeerlappen daar
bedaard: „Misschien wilt u hiervan eerst kennis ne- nu zo plotseling een streep door halen? Wat had het in
men.” Hij leek verbaasd te zijn dat iemand de moed had godsnaam voor zin om al die duizenden arbeiders van
om hem met zoiets te durven lastig te vallen. „Wat?” huis en haard te verdrijven en over te leveren aan het
riep ie uit, „een brief?” en hij keek meteen naar het noodlot? En ik bedacht ineens: zó gaat het nu met de
briefhoofdje en las de naam van Valkenburg. Daarop joden ook en ineens rees het beeld voor me op van de
wenkte hij de assistente aan de overzijde van de tafel en lieftallige Roza, dat fijne beschaafde jodinnetje en ik
zei zachtjes: „Wéér zo eentje! Die kerel wordt verve- trok de vergelijking met dat kenau-achtige dierage bij
lend met z'n verhalen!” En zich tot mij wendend: „Wat die keuring... stuurden ze dat serpent maar naar Moffri-
scheelt u dan wel?” Ik zette met een stalen gezicht ka, kon ze daar d'r hart ophalen! Wie weet welk een
uiteen hoe ik aan „psychosomatische aanvallen” leed en afschuwelijk lot Roza tegemoet was gegaan, m'n hart
dan de kluts kwijt raakte (dat had ik uit een medisch kromp ineen van spijt als ik er aan dacht hoe weinig we
handboek opgediept!). Hij brak de brief open en liet z'n voor haar hadden kunnen doen. En was hetgeen wat wij
ogen vluchtig over het epistel dwalen. „Ja, een prachtig hier nu doormaakten nog maar een flauwe afspiegeling
verhaal”, merkte hij op, „stelt natuurlijk niks voor... zèg van wat zij te verduren had gekregen.
eens meneer, heeft u hier steeds normaal werk ver- Maar er was niet veel gelegenheid om te me-
richt?” Ik antwoordde: „Zo goed en zo kwaad als het diteren, we moesten verder en je had allemaal het ge-
gaat, ja, maar eh...” „Niks geen maarre!” viel hij bruut voel dat de netten zich steeds vaster om ons heen sloten
in de rede, „als u hier kunt werken dan kan u het ook want en bloc werden we telkens meegevoerd met de
daar in het Derde Rijk... begrijpt u dat?! U bent zonder optocht naar een volgende afdeling. Onderweg ergens
meer goedgekeurd!!” En terwijl hij me dat toebeet stilletjes uitknijpen leek een moeilijke zaak, de Grüne
verscheurde hij de brief van dr. van Valkenburg voor Polizei lette scherp op en ik begon me al af te vragen
m'n ogen en smeet de snippers achteloos in de prullen- hoe ik hier uit moest raken als het juiste moment geko-
bak. Pats! zei het stempel op het papier „goedgekeurd” men was. We belandden in een grote wachtruimte en

- 102 -
daar stonden op dat ogenblik wel meer dan honderd het gebouw en stonden weldra op straat. We hadden het
man bijeen. Het was de afdeling „Migratie” en wat ze gehad en er was geen terugweg meer mogelijk. We
daar precies met ons voor hadden is me nooit helemaal wensten elkaar „good luck” en gingen ieder een andere
duidelijk geworden. Het had iets te maken met de pas- kant op. Ik haastte me om thuis te komen, er viel geen
poorten en er kwamen waarschijnlijk weer de nodige uur meer te verliezen nu het grote alarm had geslagen.
paperassen bij om de hoek kijken. Onwillekeurig was Ik vertelde de oudelui met weinig woorden
ik in de stoet meegelopen ofschoon ik daadwerkelijk hoe het land er bij lag en wat me overkomen was:
van plan was ertussenuit te knijpen. Ik denk dat het een goedgekeurd voor Duitsland. Dat betekende dat er nu
gevoel van solidariteit was dat me gekluisterd hield aan rap gehandeld zou moeten worden en dat ik nu heel snel
m'n collega's: ik wou hen niet zó maar in de steek laten. voorbereidingen moest gaan treffen om onder te duiken.
Bij het betreden van die wachtkamer werden ons door Vader zowel als moeder raakten van die onheilsbode
een zaalwacht volgnummers uitgereikt. Ik had al een een ogenblik aardig van streek, ze hadden allebei waar-
vrij hoog nummer en daar er blijkbaar slechts een paar schijnlijk nog steeds de illusie gekoesterd dat het wel
loketten waren die dienst deden, zag het er wel naar uit zou loslopen. En nu werd het ineens bittere ernst, 't was
dat het geruime tijd zou duren voor ik aan de beurt was. om de verdommenis geen grapje meer en zelf had ik
Op mijn vraag hoelang het wel kon duren zei die por- voordien nimmer werkelijk echt het besef gehad dat het
tier: „Dat wordt wel in de middag, meneer, voor u aan nog eens zóver zou komen dat ik gedwongen werd het
de beurt bent!” Ik zou hier dus zo ongeveer een uur of ouderlijk huis te verlaten omdat de moffen me op de
drie moeten doorbrengen! Nou, dat was ik helemaal hielen zaten.
niet van plan en ik achtte met deze mededeling het Dadelijk na de lunch verliet ik het huis weer
tijdstip gekomen om nu maar drastisch afscheid te gaan om mij rechtstreeks naar de bankinstelling te begeven
nemen van de hele rataplan. Ik worstelde me voorzich- waar mijn nichtje Annie werkte. De bank van de Firma
tig tussen de mensenkluwen heen en sprak nog zo hier Oyens bevond zich op de Keizersgracht dicht bij de
en daar met een oude bekende; er waren er heel wat en Raadhuisstraat. Ik meldde me bij de portier en vroeg
al die mensen waren somber gestemd. Het was een naar juffrouw Grotendorst. Het leek wel of de man op
ellenlange litanie, gemopper en vervloekingen aan het de een of andere manier van mijn komst op de hoogte
adres van de bezetters. Plotseling schoot er een beken- was want hij vroeg verder nergens naar en greep ogen-
de figuur tussen de rijen wachtenden door, het was blikkelijk de telefoon en gaf de boodschap door dat ik
Andries Hogerheide, een communist en werkzaam bij er was. Binnen enkele ogenblikken verscheen Annie uit
ons aan de krant. Hij fluisterde iets achter z'n hand van de lift naast de balie. Ze hield de liftdeur open en wenk-
man tot man en leek nogal geagiteerd. Ik kwam naar te me om met haar mee te gaan. „Het is zover, Annie...
hem toe en vroeg wat er aan de hand was. Hij zei ge- ze hebben me goedgekeurd”, deelde ik haar zachtjes
jaagd: „Mensen, ik moet jullie waarschuwen vóór het te mee, terwijl we in de lift stapten. „Ja, dat begreep ik al
laat is. Ik heb zojuist gehoord dat ze bij die loketten je meteen toen ik hoorde dat je er was... maar praat er hier
persoonsbewijs inhouden... Je krijgt het niet eerder nog niet over, wacht even tot we alleen zijn.” Ze drukte
terug of je moet die contracten getekend hebben! Als er op een knop van de allerhoogste etage en met een slak-
onder jullie nog lui zijn die het verdommen om voor de kegangetje waar geen einde aan scheen te komen kroop
moffen te werken dan moeten die nou maken dat ze weg de luxueus ingerichte liftkooi omhoog. Eindelijk waren
komen. Als je je handtekening zet ben je gloeiend de we ter bestemder plaatse, een zolder zoals het zich liet
sigaar!” Dàt was het dus wat dat N.S.B.-ertje daar aanzien door de zware balken die het dak schraagden.
beneden zoëven bedoelde! „Wat doe jij?” vroeg ik. Via verscheidene hokjes en gangetjes die op een dool-
„Wegwezen!” zei Andries kordaat en ik raad je aan om hof leken voerde ze mij uiteindelijk naar een afgesloten
hetzelfde te doen, nou kan het misschien nog... reken er gedeelte dat we betraden door smal klapdeurtje. „We
maar op dat ze dadelijk de SS inschakelen als ze in de zijn hier op de telefooncentrale”, verklaarde mijn nicht
gaten krijgen dat de meesten het verdommen om te en je zult hier iemand ontmoeten die je wel kent. „Hier
tekenen.” Hij drong langzaam op in de richting van de is het domein van mijn vriendin juffrouw Bus.” En
getraliede deur. Ik wrong mezelf achter hem aan. De waarachtig, daar zat ze, het vriendelijke, slanke meisje
portier keek oplettend waar we heen wilden en maakte dat met ons mee geweest was op de zeiltocht begin
al aanstalten om ons tegen te houden. Toen er een aan- augustus. Ik kon amper een glimp van haar ontwaren
tal nieuwelingen binnenkwam, schoot Andries tussen doordat haar hoofd voor een groot deel schuil ging
hen door, mij bij de arm pakkend en meetrekkend naar onder een vervaarlijke koptelefoon waaronder een
buiten. We stonden op de gang en glipten rustig tussen trompetachtige spreekhoorn het uitzicht op haar gelaat
twee Grünen door. Er gebeurde niets... „En nu maken bijna geheel ontnam. Ze groette me vanachter haar
dat we er uit komen!” siste Hogerheide binnensmonds. apparatuur joviaal met de hand, maar had het op dat
We renden de trappen af tot we gelijkvloers waren. „Nu moment blijkbaar zó druk met het afhandelen van aller-
kalm lopen!” maande hij. We passeerden zonder strub- lei mogelijke telefoonverbindingen waarbij ze overal op
belingen de Duitse bewakers bij de hoofdingang van knoppen drukte en pennen in en uithaalde, dat ze wei-

- 103 -
nig tijd overhield om een gesprek te voeren. „Ze heeft ongemerkt het lokaal uitgegaan... geen mens hield ons
het nu even razend druk”, verklaarde Annie, „want het tegen.” Hij knikte goedkeurend en vond dat ik juist
is beurstijd en dan komen er meestal veel gesprekken gehandeld had. „U zult er alleen wel bedacht op moeten
binnen uit andere landen. We moeten nog even wachten zijn dat er op korte termijn een dwangmaatregel tegen u
tot meneer van der Linden aanwezig is. Daar zal ik je uitgevaardigd wordt, met andere woorden: schrik niet
dan mee in kennis brengen, want hij is de man waar je als er morgen een nieuwe oproep komt met de post
voorlopig onderdak zult hebben.” waarop u met koeien van letters bedreigd wordt met de
Het wachten duurde gelukkig niet lang. Juf- strengste strafmaatregelen... Laat je dan daardoor niet
frouw Bus kon eindelijk haar hoofdtelefoon voor een intimideren, je kunt er hoogstens nog even heengaan en
wijle afzetten daar de meeste verbindingen binnenge- je verontwaardigd tonen en een plausibel verhaal op-
komen waren. Het werd me al spoedig duidelijk dat ik hangen... dat je bijvoorbeeld ziek geworden was of iets
me in een soort van illegaal centrum bevond, dat deze van dien aard...!” „Wat heeft dat voor zin?” vroeg An-
zolderafdeling op die bank min of meer een trefpunt nie verbaasd. „Nou, ik weet toevallig dat daarboven op
was waar in het diepste geheim besprekingen gehouden die afdeling Migratie een ambtenaar zit die bereid is om
werden die er op gericht waren de Duitsers op alle de hele oproep van bepaalde mensen onder de tafel te
mogelijke manieren tegen te werken. En het leed ook werken... Als je die man weet te treffen en hem kan
geen twijfel dat mijn nichtje mitsgaders haar vriendin overtuigen van je vaderlandslievende gezindheid dan
ten nauwste betrokken waren bij deze activiteiten. Kort verdonkeremaant hij alle gegevens en dan hoor je er
daarop ging het klapdeurtje weer open en trad de heer nooit meer iets van!” Dat was een interessante medede-
van der Linden binnen. Hij was een nogal rijzige man ling, al leek het me riskant om nog éénmaal het grote
van zo omtrent tussen de veertig en vijfenveertig jaar risico te nemen daarheen te gaan. „Wacht u het maar
met een innemend uiterlijk. Annie stelde hem aan mij rustig af en raak vooral niet in paniek”, zo raadde van
voor en ik zag dat hij me nauwgezet opnam met een der Linden me aan. „We spreken af dat u vrijdagavond
taxerende blik. Vermoedelijk wilde hij er zich van als het donker is naar mij toe komt. Neem niet meer
overtuigen dat ik werkelijk de man was waarvoor ik me mee dan wat nachtgoed en toiletbenodigdheden. Mij
uitgaf en niet de een of andere spion die zich trachtte adres is dichtbij u in de buurt, namelijk Noorder-
hier binnen te dringen. Hij hield zich dan ook aanvan- Amstellaan 42 huis. U wordt verwacht... en denk er om:
kelijk nogal gereserveerd. Annie begon met de zaak uit niets opschrijven, alleen maar onthouden. Ik heb u hier
le leggen en hem te vertellen dat ik die morgen bij de alleen maar even willen zien om zeker te zijn dat ik met
arbeidsbeurs goedgekeurd was. Maar de heer van der de juiste persoon gesproken heb.
Linden onderbrak haar en zei kortweg: „Laat uw neef Het onderhoud was hiermee afgelopen en een
het verhaal zelf vertellen... dat lijkt me verstandiger!” Ik voor een verlieten we het vertrek. Het was beter dat
stak dus van wal en beschreef hen nauwkeurig hoe het niemand anders in het gebouw ons samen zag. Annie
er die morgen was toe gegaan. Ik vertelde over de be- loodste me in de lift en zo kwam ik in m'n eentje weer
waking, over de papieren warwinkel en het optreden beneden terecht. Ze had me beloofd haar best te zullen
van die arts. „Heeft u die papieren bij u?” vroeg van der doen voor een definitief vluchtadres. Om de eerlijke
Linden. Ik had ze nog in m'n zak zitten en kon ze hem waarheid te zeggen had ik niet veel hoop dat ze daar in
laten zien. Aandachtig bekeek hij de contracten en zou slagen en bij van der Linden zou ik niet langer dan
merkte op: „Ik zie dat u zo wijs bent geweest om niets drie dagen kunnen blijven. Haar plannen stonden nogal
te ondertekenen... en ze hebben daar ook niets achter- tamelijk op losse schroeven; over Bep van der Wal
gehouden waaronder uw naam staat?” Ik bevestigde repte ze met geen woord meer. En hoe meer ik er over
het. „Dan bent u er wel op het nippertje uitgesprongen, nadacht des te meer werd ik aangetrokken door het
want wie eenmaal zijn handtekening heeft gezet wordt voornemen om zelf naar Bep van der Wal toe te gaan
in de eerste instantie met achtervolging bedreigd. Ze en de koe bij de horens te vatten. Ik nam me vast voor
zullen natuurlijk wel proberen om u te pakken, maar het om morgen of desnoods nog overmorgen, als er tijd
kan nog wel even duren vóór ze daartoe overgaan. overschoot, een trip naar de overkant van het IJ te ma-
Ofschoon... zeker weten kun je dat nooit!” Hij stelde me ken teneinde haar met een bezoek te vereren.
ook de vraag of ik wist wanneer we vertrekken moes- Voor ik weer naar huis terugkeerde besloot ik
ten. Ik zei dat men mij gezegd had dat de afreis bepaald eerst nog bij De Standaard aan te wippen, misschien
was op donderdag òf vrijdag aanstaande. „En u bent er hoorde ik daar nog iets naders over de gebeurtenissen.
vanochtend halverwege de gang van zaken tussenuit Inderdaad trof ik er nog enige lotgenoten aan waarvan
getrokken, zonder dat ze het gemerkt hebben?” Ja, ik sommigen eerst nu pas van de Passeerdersgracht terug-
werd gewaarschuwd door een bevriende collega, die er gekeerd waren. Zij hadden de hele gang van zaken
achter was gekomen dat de persoonsbewijzen werden doorlopen en waren zo ondoordacht geweest alle for-
ingehouden van de mensen die weigerden die contrac- mulieren te tekenen. Heytel was er ook bij en tot mijn
ten te ondertekenen. We zijn toen samen met nog een stomme verbazing ging hij er prat op dat ie in de kortst
paar anderen voorzichtig naar de ingang gelopen en mogelijke tijd alle formaliteiten voor elkaar had gekre-

- 104 -
gen. Opgewonden riep hij uit tegen ieder die het maar Ik heb dat allang door en je hebt groot gelijk! Je bent
horen wilde: „Ik heb m'n paspoort al helemaal in orde toch immers vrij-jongen... nou dan! Die man zou toch
en ik ben klaar om te verrekken!” Hij zei het op een gek zijn als ie daar intrapte om die rotzooi in Duitsland
verrukte toon alsof ie blij was die ie nou eindelijk naar te gaan opruimen met de kans dat ie een zekere dood
Moffrika mocht. Ze keken hem allemaal bevreemd aan tegemoet gaat...!” Ik schrok wel even van die openhar-
en inderdaad was het raadselachtig waarom die Heytel tige uitval van Hoeting, die het natuurlijk goed met me
zo opgewekt over de hele onderneming sprak. Jongman voor had. De reactie van Jongman op deze woorden
kwam ook nog even op de zetterij en vroeg belangstel- was in één woord verbijsterend. Hij keerde zich naar
lend aan deze en gene hoe of het deze ochtend was mij toe met een opgeheven wijsvinger en z'n stem nam
gegaan en wie er allemaal weggingen. Hij kwam ook een haast dreigende toon aan terwijl hij me toeblafte:
bij Heytel en blij als een kind vertelde hij opgetogen „Zèg vriend... ik weet niet wat je van plan bent, maar ik
hetzelfde verhaal aan de bedrijfsleider. „Ik ben overal waarschuw je dringend om de zaak hier er buiten te
meteen achteraan gegaan, meneer Jongman... vanmid- laten... denk er wel aan dat het bedrijf in grote moeilijk-
dag kan ik m'n paspoort halen en donderdagmorgen heden kan komen wanneer jullie weigeren!!” Toen
vroeg vertrek ik vanaf het Centraal Station!” „Zo! Dat werd ik toch wel goed giftig op die man, wat een vent
is vlug”, merkte Appie op, maar een paar andere col- zonder ruggegraat was ie eigenlijk en ik incasseerde
lega's konden het niet voor zich houden om op te mer- zijn opmerking met de woorden: „Maakt u zich vooral
ken: „Het lijkt verdomme wel of jij je er op verheugt... niet bezorgd, meneer Jongman... ik heb dit bedrijf he-
of ben je soms zo blij dat je je vrouw een tijdlang niet lemaal niet nodig bij mijn privé zaken. Jullie hebben
meer zal zien?” Het antwoord van vriend Heytel ge- ons zelf zaterdag de bons gegeven en als zodanig heb ik
tuigde van een grenzeloze naïviteit, zo te zeggen zou je met De Standaard geen barst meer uit te staan, dus ben
denken dat ie aan de verkeerde kant stond òf hij was ik vrij om te doen en te laten wat mij goed dunkt. Wilt u
oliedom. „Ach, ik vind het wel leuk om in Duitsland te daar wel heel goed nota van nemen! En met meneer
gaan werken... je ziet nog eens wat anders en het moet Jongman heb ik van nu af aan helemaal niets meer te
daar wel mooi zijn!” „Jij denkt zeker dat je een snoep- maken!” Nou, daar kon ie het mee doen en Hoeting
reisje gaat maken, kameraad?” viel Hoeting, die ook klopte me op de schouder en merkte nog op terwijl
een van de voormannen uit de communistische partij Jongman de aftocht blies: „Trek je van die slapjanus
was geweest, in de rede. „Wat stel jij je eigenlijk voor maar niks aan... die man is alleen maar doodsbenauwd
van dat werken in Duitsland? Weet je wel wat je daar te voor de moffen en hij is in staat om z'n eigen moeder te
wachten staat? Droog brood en watersoep! Een werk- verraden... waardeloze kerel!” De woorden van Hoeting
week van 56 uur en onderdak in smerige barakken waar hadden een bemoedigende uitwerking op mij. Er waren
de dekens stijf staan van de luizen. Als je niet dadelijk in dit bedrijf tenminste toch nog een paar mensen waar-
doet wat de heren zeggen slaan ze je verrot met de op je kon vertrouwen.
knuppel... En ga me nou niet vertellen dat ik het lieg Er werd ons nog medegedeeld dat we aan-
want er zijn er al een paar teruggekomen die uitvoerig staande vrijdagmiddag ons geld konden komen halen en
verslag hebben uitgebracht over de godvergeten toe- we zouden dan tevens een pakketje mogen ontvangen.
standen die daar heersen!” Er viel een stilte na die Dat was georganiseerd door de overige personeelsleden
verklaring van Hoeting. Hij was een betrouwbare man die niet naar Duitsland hoefden te gaan. Nou, van mij
waar je van op aan kon en die geen praatjes verkocht. mochten ze dat pakje gerust houden... ik zou er geen
Je kon veilig aannemen dat het wáár was wat hij er over recht op hebben, want het stond nu wel vast dat ik
had gehoord. „Nou, ik zal het wel zien als ik daar een- verstek liet gaan. De berichten van Hoeting over de
maal ben!” zei Heytel optimistisch. Jongman kwam ook miserabele toestanden daar hadden me dubbel over-
naar mij toe en sprak: „En hoe is het met jou gesteld, tuigd van de juistheid van mijn beslissing. Later zou pas
beste kerel... heb je ook alles in orde en ga je ook don- blijken dat de omstandigheden van hen die onder de
derdag al op reis?” Met een lichtelijk ironische klank in Arbeitseinsatz vielen nog oneindig veel slechter waren
m'n stem voegde ik hem toe: „Nou meneer Jongman, dan iemand ooit voor mogelijk gehouden had.
om u de eerlijke waarheid te zeggen ben ik in die din-
gen niet zo voortvarend als Heytel... ik weet niet hoe hij
het voor elkaar gekregen heeft om zo snel z'n huis en Woensdag 9 december 1942
haard te verlaten! Maar ik ben nog lang niet zover,
misschien ben ik erg stom in die dingen... maar van die Vandaag was het vaders verjaardag, maar het feest viel
papieren rompslomp daar vanmorgen heb ik tot nu toe door de omstandigheden helemaal in het water. De
geen bal begrepen en ik heb geen flauw idee wanneer ik oude heer wilde er niets van weten en vond dat er op
daar heen moet...” „Zó mag ik het horen... ach meneer het moment belangrijker dingen waren om aan te den-
Jongman, die man gaat helemaal niet naar Duitsland...!” ken. We hadden van tevoren grondig afgesproken wat
En zich tot mij persoonlijk wendend liet ie er op vol- we tegen de eventuele visite zouden zeggen en waren
gen: „Zeg jij nou maar eerlijk dat je niet gaat... vriend! overeengekomen dat alleen mijn broer Aart op de hoog-

- 105 -
te mocht worden gesteld van mijn onderduikplan. Voor wie de macht heeft ook het recht bezit en dat men die-
de rest van de familie en kennissen moest het niet an- gene dan ook blindelings dient te gehoorzamen! Tante
ders voorgesteld worden dan dat ik over een paar dagen Louise had ongeveer dezelfde instelling, ze was ook
naar Berlijn ging. De enige visite die 's morgens met de niet voor niets z'n tweelingzuster! Wanneer zij bij ons
koffie kwam was oom Frans uit Utrecht. De ten Bouw- op bezoek was en we zetten tegen kwart voor zeven de
huyzen hadden een felicitatiebrief gestuurd. Oom Frans Engelse radio aan, dan ging ze demonstratief in de
had al gauw gemerkt dat er iets gaande was bij ons keuken zitten met de deur dicht onder het motief: ik wil
vanwege de min of meer gedrukte stemming. En we er niks van gehoord hebben... omdat het nou eenmaal
vertelden hem dus gewoon dat ik aangewezen was om niet mag en dan kunnen ze mij ook niet straffen! Zij was
in Duitsland tewerkgesteld te worden en dat ik over een het ook die met het inleveren van het koperwerk al haar
paar dagen al zou vertrekken. Hij gaf er eerst niet veel mooiste koperen siervoorwerpen naar de moffen had
commentaar op, althans niet in die zin zoals je van een gebracht waaronder zelfs een kostbare met de hand
oud-militair zou hebben mogen verwachten. Oom Frans gedreven Indische tabakspot. Dat zou oom Frans stellig
was in z'n jonge jaren semi-beroepsmilitair geweest. ook gedaan hebben en die beiden verschilden dus niet
Hij had in het leger de uitzonderlijke rang van eerste zoveel van elkaar. Ik zou spoedig genoeg gewaarwor-
luitenant weten te bereiken. Gedurende de hele mobili- den hoe de vork in de steel zat bij hen in Utrecht. De
satie tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij fort- dag verliep in alle rust en er kwam maar weinig visite.
commandant geweest van het Fort De Lie onder Half- Aart kwam 's avonds en vernam gelijk wat er aan de
weg. Hij moest voor z'n ondergeschikten lang geen hand was, hoorde er geweldig van op en beloofde alles
gemakkelijk baasje zijn geweest, strafte voor de klein- te zullen doen om mij te helpen. Ik gaf hem de Eumig-
ste vergrijpen tegen de discipline met strenge straffen filmcamera mee om die voor mij te verkopen. Hij wist
en zag niets door de vingers. Uit die periode gingen er er met grote waarschijnlijkheid wel een gegadigde voor,
de meest fantastische verhalen over hem rond in de die bereid was er een goede prijs voor te betalen. Ook
familie. Kortom, hij moest in die dagen een man ge- de buren en voornamelijk wat betreft de Mellinks lieten
weest zijn die pal stond voor God, Vaderland en Vor- we voorlopig in de waan dat ik over twee dagen naar
stin, een man waarop het Land op kon vertrouwen in Duitsland zou vertrekken. Maar de oude heer Mellink
tijd van oorlog! Daarom verbaasde het me wel heel erg lachte wat geheimzinnig en fluisterde me toe: „Ik denk
toen hij bij het afscheid nemen mij een weloverwogen zo dat de reis wel eens heel ergens heen zou kunnen
raad te moeten geven. Hij wenste me veel succes toe en gaan... je maakt mij niet wijs dat je zo gek bent om je
een goede reis en voegde er nog aan toe: „En denk er kop in de strop te steken! Of heb ik het mis?” Hij keek
aan dat je geen domme dingen doet door je aan die me daarbij doordringend aan en gelukkig kenden wij
oproep te onttrekken... ik zou maar braaf gaan en doen hem al zo vele jaren dat ik geen moment bevreesd
wat de Duitsers zeggen. ZIJ hebben nu eenmaal op dit hoefde te zijn dat hij me zou verraden. „U zult er bin-
ogenblik de macht in handen en verzet plegen helpt je nenkort wel meer over horen, ik praat er nu nog liever
geen zier... daar komen alleen maar ongelukken van. niet over”, gaf ik hem ten antwoord. Hij maakte het
Dat zie je aan al die zogenaamde verzetshelden die gebaar dat hij de situatie begreep en verzekerde me dat
neergeknald worden. Dat kan jou ook overkomen en hij met geen mens erover zou spreken.
daarom kun je maar beter gewoon gaan, daar kom je
ook wel weer overheen!” Ik schrok nogal van die
woorden! Wat was dat voor een onvaderlandslievende Donderdag 10 december 1942
opvatting van deze oud-militair? Als je niet beter wist
zou ik gedacht hebben dat hij pro-Duits gezind was. Vanaf deze dag begon de situatie zich in steeds ver-
Het was maar goed dat we hem de waarheid niet verteld sneld tempo toe te spitsen. Ik zal trachten om het ver-
hadden, ik zou me lang niet zo happy gevoeld hebben! loop van de geschiedenis tot het bittere einde in zo kort
Het lag me op de lippen om er tegenin te gaan en hem mogelijke bewoordingen samen te vatten.
te verwijten dat ie als oud-soldaat van het Nederlandse Die ochtend hield ik me nog voornamelijk be-
leger er toch een ander idee op diende na te houden. zig met treffen van voorbereidingen voor mijn vertrek
Maar vader gaf me een stille wenk en ik deed er maar uit huis. Ik keek nog eens al mijn papieren grondig na,
het zwijgen toe, beloofde hem „braaf” te zullen zijn en of er niets in stond dat nadelige gevolgen kon hebben
stipt te doen wat de moffen verlangden! Toen ie weg voor mij indien de moffen onverhoopt een inval in huis
was barstte er wel een storm los en vader riep geërgerd zouden doen. Voorts schreef ik een kort gefingeerd
uit: „Heb je nu ooit! Hoe kan zo'n man in godsnaam zó briefje dat bestemd was om hier in huis achtergelaten te
negatief praten! Ze zullen daar bij die Frans toch geen worden en zogenaamd moest dienen om aan te tonen
N.S.B.-ers zijn geworden? Neen, zo erg was het geluk- dat vader en moeder onkundig waren van mijn plannen.
kig niet en dat zou ik zeer binnenkort aan de weet ko- Het luidde als volgt:
men. Mijn oom ging alleen maar van de stelregel uit dat

- 106 -
Lieve Ouders,

Ik heb dit schrijven voor u achtergelaten opdat u zich niet ongerust zult maken
wanneer u niets meer van mij verneemt. Ik ben namelijk niet naar Duitsland ge-
gaan zoals u gedacht had. Waarheen ik wel ben vertrokken zeg ik u liever niet,
want het is beter wanneer u dit niet weet. Ik heb nog wat geld zoodat ik het voor-
loopig nog wel kan volhouden. Het kan misschien wel een jaar duren voor u iets
van mij verneemt, maar maakt u zich vooral geen zorgen om mij.
Weest allen hartelijk gegroet en met een hopenlijk spoedig tot ziens!

Deze korte missive stelde ik vader en moeder stond. Stel je voor dat ze me de deur wees of dat ze mij
ter hand, ze zouden het zogenaamd op mijn kamer niet meer herkende! Ik dacht er over na wat ik wel
hebben gevonden en het moest als doel hebben dat ze allemaal tegen haar zeggen zou en hoe ik met dat ab-
zelf evenzeer verrast waren over mijn verdwijning. surde voorstel voor de dag moest komen. De moed
Verder regelde ik mijn geldzaken zodat ik de beschik- zonk me bijkans geheel in de schoenen toen ik het
king had over voldoende kapitaal om het naar mijn straatje eindelijk had gevonden en langzaam en onzeker
schatting minstens een jaar te kunnen volhouden. Moe- het pad naar de deur van haar woning op wandelde. Het
der hield zich bezig met het bijeenzoeken van kleding klopte geheel en al, haar naam stond op de deur en ik
en alles wat ik nodig mocht hebben tijdens mijn verblijf trok de stoute schoenen aan om de bel te laten over-
elders en begon met een koffer in te pakken. gaan... Maar ik had me de moeite wel kunnen besparen,
Na de lunch besloot ik een poging te wagen er kwam niemand om de deur open te maken... Bep was
om mijn lot in eigen hand te nemen en zelf een oplos- niet thuis en na nog een keer gebeld te hebben en met
sing te forceren teneinde onderdak te vinden. Het was wat meer moed het resultaat te hebben afgewacht, zat er
een kwestie van nu of nooit! Ik ging met de Tolhuispont niets anders op dan onverrichterzake huiswaarts te
naar de overzijde van het IJ met het doel een bezoek te keren. Het zat me niet mee en er bekroop me een ge-
brengen aan Bep van der Wal. Ik dacht onwillekeurig voel van grote onzekerheid omdat ik nog steeds niet
aan de zegswijze: een kat in het nauw maakt rare wist waar ik heen moest na die paar dagen ten huize
sprongen! Want het was in feite een nogal ongewone van meneer van der Linden. Dat wanhoopsgevoel
onderneming. Ik teerde helemaal op de romantische groeide uit tot een lichte paniek toen ik bij m'n thuis-
ontmoeting van die zondag in november en de diepe komst op onaangename wijze verrast werd door een
indruk welke deze vrouw bij me achtergelaten had. hernieuwde oproeping van het Gewestelijk Arbeidsbu-
Maar god weet, was ze mij misschien al wel helemaal reau. Het was een dreigbrief die aan duidelijkheid niet
vergeten! En hoe meer ik het doel van mijn tocht na- te wensen liet.
derde des te meer begon ik me af te vragen wat Bep er
wel van zeggen zou als ik zo aanstonds voor haar neus

HERHAALDE OPROEP - WAARSCHUWING

Daar u dinsdag 8 december NIET verschenen bent op de af-


deling Migratie in verband met uw tewerkstelling in Duits-
land, delen wij u mede dat u zich alsnog ten spoedigste op
vrijdag 11 december te 10 ure onverwijld dient te melden aan
genoemd loket.
Waarschuwing: Indien u geen gehoor geeft aan deze op-
roep en zonder geldige redenen verstek
laat gaan, zal dit voor u ernstige gevolgen
hebben!

Nou, dat dreigement liet aan duidelijkheid niets te wen- nog nimmer iets met Justitie uitstaande had gehad! Ik
sen over en er overviel me wel een beetje een gevoel dacht aan wat van der Linden tegen me gezegd had: niet
van schrik, vermengd met angst over hetgeen me te in paniek raken en je niet laten intimideren! En het
wachten stond. Het leek verdomme wel of je een mis- schoot me ook nog te binnen dat hij het had gehad over
dadiger was en dan te bedenken dat ik van m'n leven een loket waar een goedwillende ambtenaar moest zijn.

- 107 -
Ik besloot om er toch naar toe te gaan morgen en het veel zin in te hebben om in Duitsland te gaan werken,
risico te nemen. Stel dat ik daar die ambtenaar te pak- nietwaar?” „Allicht niet!” antwoordde ik, „Zou u er zo
ken kreeg aan dat bijzondere loket? Het zou de moeite veel voor voelen om daarheen te gaan als je hier nog
van de poging waard zijn! „Zou je dat nu wel doen?” een goede werkkring hebt?” „De hemel beware me
vroeg moeder bezorgd. „Ben je niet bang dat ze je daar ervoor... ik moet er niet aan denken, maar geen mens
meteen vasthouden omdat je al een keer weg gebleven weet waar we nog allemaal voor te staan komen...”, zo
bent?” Ik was van mening dat me eigenlijk niets gebeu- gaf hij ten antwoord. „Maar het zal niet meevallen om
ren kon, het feit dat ik opnieuw verscheen en altijd een er onderuit te komen... En wat wilt u nu dat ik voor u
geldig excuus kon bedenken voor m'n wegblijven, zou doe? Dit is namelijk helemaal mijn afdeling niet, maar
me voldoende kunnen vrijwaren voor eventuele arresta- ik zal u een voorrangsbriefje geven, gaat u even mee op
tie. Vader vond ook dat het nog niet eens zo'n gek idee mijn bureau. We gingen achter het getraliede schut door
was al gaf ie me wel de raad om goed uit te kijken en een van de vele deurtjes. Hij pakte een willekeurig
bij de geringste aanwijzing dat er sprake was van „inre- stukje papier en vroeg mijn naam. Ik zag dat hij wat
kenen”, ogenblikkelijk de benen te nemen. Helemaal opschreef en toen hij klaar was schoof ie het me toe en
gerust was ik er zelf niet op maar ik wilde het toch sprak op gedempte toon: „Ga hiermee naar loket no.
proberen. II... maar ik kan u geen enkele garantie geven dat het
wat helpt... het lukt namelijk niet altijd! Ik zou u nog
een veel betere raad willen geven en wel deze: maak
Vrijdag 11 december 1942 dat u hier zo gauw mogelijk vandaan komt en vergeet
alle loketten. U moet zich hier helemaal niet meer laten
Om even over negenen was ik al present op het Ge- zien... van het toneel verdwijnen is de beste remedie
westelijk Arbeidsbureau... bijna een uur te vroeg. Je tegen de moffen!!” Hij stond op en liet me het kantoor
kon zogezegd een ei in m'n achterste gaar koken van de uit en riep me nog zachtjes achterna: „Denk er aan dat u
zenuwen. Ik was een paar „Grünen” gepasseerd maar nooit met mij hier gesproken hebt!” Ik knikte bevesti-
die zeiden niets en het gebouw leek nog praktisch uit- gend en bedankte hem voor de goede tip. Ik bleef nog
gestorven, de meeste ambtenaren moesten blijkbaar nog even aarzelend staan, overwegend om toch nog dat
verschijnen. Ik was inderdaad de trappen opgeklommen loket no. II te proberen. Maar die laatste overtuigende
tot aan de etage waar ik me nog herinnerde dat de afde- waarschuwing van deze man gaf de doorslag, waarom
ling „Migratie” zich daar bevond. Maar nu was deze nog meer risico genomen? Als ik toch nog de verkeerde
lokaliteit geheel leeg en achter de loketten bevond zich ambtenaar trof zou ik onherroepelijk aan de pan hangen
nog geen mens. Tegen halftien verscheen er een manne- en was er geen ontkomen meer aan. Mijn besluit was nu
tje, misschien een chef. Hij zag me zitten en alvorens ie gevallen en ik maakte dat ik in de kortst mogelijke tijd
z'n kantoor binnen ging vroeg ie aan me: „Wacht u op op straat stond. Ziezo, dat was dat, ik kon weer gerust
iemand? U bent er al vroeg bij!” Ik nam hem meteen te adem halen nu de beslissing genomen was. Thuis ge-
grazen met de gedachte: de eerste de beste klamp ik komen vertelde ik het verhaal in alle bijzonderheden en
aan, des te gauwer weet ik waar ik aan toe ben! Ik liet vader vond dat ik juist gehandeld had... het risico om
hem de kaart zien en vroeg waar ik hier ergens terecht- me toch nog aan dat bewuste loket te melden vond hij
kon voor nadere inlichtingen. Hij bekeek de kaart van eveneens te groot. „We hebben nu eenmaal A gezegd
alle kanten en vroeg: „Bent u hier dan al eerder ge- en we zullen nu dus ook B moeten zeggen”, zo rede-
weest?” Ik zette hem mijn probleem uiteen en fanta- neerde vader. Ik zou dus hedenavond al van huis moe-
seerde erbij dat ik tijdens het wachten op deze afdeling ten vertrekken naar m'n tijdelijke nieuwe onderkomen...
afgelopen dinsdag beroerd was geworden en ziek naar vreemd idee en ik kon 't me nog nauwelijks voorstellen
huis was gegaan. „En nu krijg ik me daar zo'n dreig- dat het zó ver gekomen was.
briefje alsof ik voor de honden gevonden ben... wat Die middag toog ik voor de laatste maal naar
moet dat wel voorstellen met die zogenaamde „ernstige De Standaard om mijn geld te halen en tegelijk afscheid
gevolgen”, meneer?” zo vroeg ik hem met geveinsde te nemen van de mensen die achterbleven. Het was er
verontwaardiging in m'n stem. „Wil u wel geloven dat stil op de afdelingen en het bleek dat de meeste slacht-
ik me dood schrok toen ik dat briefje in de bus vond?” offers vandaag al naar Duitsland waren vertrokken. Ze
„Kom kom, daar moet u zich niet zo benauwd over keken dan ook nogal bevreemd op toen ze mij daar
maken... dat laten die Duitsers er op zetten om de men- zagen binnen komen. „We dachten dat je ook al weg
sen bang te maken, maar de pap wordt nooit zo heet was... wanneer ga jij dan eigenlijk, of ga je misschien
gegeten als ie opgediend wordt... ze kunnen u nog niets helemaal niet?” zo klonk van enkele zijden de door-
maken. „Kunt u misschien de zaak hier voor me afhan- dringende vraag. Ik zoog er maar een punt aan en hield
delen?” vroeg ik met een betekenisvolle blik in zijn staande dat ik pas de volgende week zou vertrekken...
richting. Hij leek me een heel geschikte baas waarmee Brandenburg was mijn bestemming! Ik had niet veel zin
te praten viel. Hij keek me een ogenblik oplettend aan om hier nog lang rond te scharrelen op deze zaak, ik
en zei dan op begrijpende toon: „U schijnt er niet zo wist niet wat ik aan die mensen had, waren ze goed of

- 108 -
waren ze fout? Ik kende de meesten nog te kort om een dat dit ook inderdaad het geval was met haar en dat
juist oordeel te hebben over hun politieke gezindheid. onze guitige corrector, van Homeijer, daar schuld aan
Boomsma haalde mijn achterstallig salaris dat bestond had. Ze bracht mij er dadelijk gedienstig naar toe en
uit twee weken loon en een vergoeding voor de nog even later stond ik tegenover de verzetsheldin Geertje
openstaande vakantiedagen. „Je kunt ook nog beneden Hellinga. Ze zetelde in een ruimte die propvol was van
bij juffrouw Hellinga een afscheidspakketje gaan opha- opgestapelde dossiers en rondslingerende papieren
len”, voegde hij er aan toe. „Juffrouw Hellinga zit be- overal rond en op haar schrijfbureau. Ze zat achter een
neden naast de portierster, voorbij de directiekamer”, ouderwetse schrijfmachine driftig te typen en keek
verduidelijkte hij. Ik nam afscheid van de weinige men- verbaasd op toen ik binnenkwam. Een nog jonge en
sen waar ik goede betrekkingen mee had onderhouden, stevig in het vlees zittende meid met het lichtblonde
zoals Willem Mulder, Jopie Hooft, Kransen, Roorda en haar in een knoetje achter op haar hoofd en een dikge-
de Leng. Die laatste keek me oplettend aan terwijl hij rande uilebril op de neus. Ze was echt het type van een
me krachtig de hand drukte. Hij liep een eind met me gereformeerde boerendochter, maar uit haar ogen
mee buiten het bereik van de overigen en zei toen uit- straalde een vastberadenheid die me wel imponeerde
drukkelijk: „Zeg vriend, ik weet niet precies wat jouw terwijl ze olijk opmerkte: „Nou, u bent ook niet een van
plannen zijn, al heb ik een vaag idee over je... maar ik de eerste die is weggegaan... ik heb hier nog maar een
wens je veel sterkte en... hou het vol. Als je ooit in paar pakjes liggen! Zeker niet veel zin om te gaan, hè?”
ernstige moeilijkheden komt te verkeren, herinner je Ik stelde me aan haar voor en beantwoordde haar vraag
dan dat de Leng er nog is op De Standaard... je kunt me met de opmerking dat mijn voorgangers blijkbaar wèl
hier altijd nog bereiken langs een omweg! Maar laat die veel idee hadden in dat uitstapje naar Duitsland. „He-
broeders hier er maar liever buiten!” Ik knikte begrij- laas wel”, zei ze, „ik wou maar dat er meer mensen
pend, terwijl er toch even een brok me in de keel waren die begrepen dat ze beter niet konden gaan, er
schoot... er waren nog mensen waar je op vertrouwen zijn collega's van u bij die gewoonweg enthousiast
kon, van de Leng had ik het altijd geweten dat ie uit het waren dat ze naar dat vijandige land toe mochten. Ik
goede hout gesneden was. Jammer dat ik niet eerder ben er nog niet één tegengekomen die me liet weten dat
met hem gesproken had over mijn problemen, wie weet ie liever niet ging en van plan was de benen te nemen!”
hoe hij me had kunnen helpen, maar daar was het nou Ze was opgestaan van achter haar bureau en haalde uit
te laat voor. een stelling een mooi ingepakt pakket tevoorschijn en
Ik daalde de trappen af, Jongman had ik niet zei: „Hier is uw verrassing... van de collega's die thuis
meer gezien, 't kon me ook trouwens niets verdommen. mogen blijven, ze hebben het van de uitgespaarde dis-
Die man was naar mijn ondervinding geen handdruk tributiebonnetjes bij elkaar gebracht en ze hopen dat u
waard en het was maar beter als ik hem hier niet meer daar in dat verre land nog eens aan hen zult denken...!”
tegen het lijf liep. Bleef dus nog over een bezoek aan Ze hield het me voor in de verwachting dat ik het van
het kantoor van juffrouw Hellinga. Eigenlijk had ik er haar zou aannemen, maar ik zei bedaard: „Bergt u dat
niet eens veel zin in om dat pakketje in ontvangst te pakje maar weer op, want ik ben de mening toegedaan
nemen en was bijna voornemens om maar meteen door dat ik er geen recht op heb. Ik zal u een bekentenis
de hoofduitgang de straat op te gaan en De Standaard doen en ik zeg er meteen bij dat u de eerste bent op
voorgoed de rug toe te keren. Maar halverwege bedacht deze zaak die ik het toevertrouw....” „Je wilt zeggen dat
ik me, het zou onheus zijn tegenover de collega's die dit je niet gaat!” viel ze me abrupt in de rede en haar wat
georganiseerd hadden en ik kon me toch allicht alleen stugge gelaatsuitdrukking veranderde op slag. Er kwam
even bij die dame melden. Die juffrouw Hellinga was een wonderlijke, verbaasde glans in haar lichte ogen en
een redactrice van het Dagblad De Standaard waarin ze ze staarde me met een warmte in haar blik aan die me
regelmatig artikelen publiceerde over kerk en cultuur. bijna verlegen deed worden. „Hier, pak aan!!” klonk
Ook gingen er vage geruchten rond dat ze zich bezig het gedecideerd, „Nou sta ik er op dat je dat pakje in
hield met verzetswerk, dat ze overal de Duitsers de voet ontvangst neemt... als er iemand is die er recht op heeft
dwars zette waar het maar mogelijk was. Ze was een dat ben jij dat... Eindelijk de eerste die er hier openlijk
boerendochter ergens uit de buurt van Schagen in voor uit komt dat ie kak aan de moffen heeft en het
Noord-Holland vandaan en van christelijk gereformeer- vertikt om zich als een stuk vee naar Duitsland te laten
de huize. Ik was benieuwd wat ze te vertellen had en ik transporteren. O, wat vind ik dat een heerlijk nieuws en
nam me voor haar openlijk te zeggen dat ik het ver- vertel me eens gauw... heb je alles goed geregeld... heb
domde om voor de moffen te gaan werken... kon ze dat je een onderduikadres?” Ik vertelde haar nu alles, 't was
pakje mooi aan een ander geven! Bij de portiersloge, zonneklaar dat dit dametje voor honderd procent be-
waar juffrouw Morriën zetelde, vroeg ik de weg naar trouwbaar was en ze was één en al oor. Ze ging naar de
het bureau van de redactrice. Die juffrouw Morriën was deur en riep door het gangetje naar de telefoniste, juf-
ook een allerliefst meisje, heel knap en slank met zachte frouw Morriën: „Carla, kom eens gauw hier... ik moet
vriendelijke ogen waarin iets schuil ging alsof ze een je even voorstellen aan een man die er anders over
ongelukkige liefde te verstouwen had. Later bleek me denkt...!” Ik begreep dat de stille juffrouw Morriën deel

- 109 -
uitmaakte van het komplot en juffrouw Hellinga stelde En verdraaid, daar stond me die lieve donkerharige
me dan ook gerust dat ik niets te vrezen had. De telefo- juffrouw Morriën waarachtig een potje te grienen met
niste kwam er nu ook bij en ik werd door die twee haar zakdoekje voor de ogen! Ik werd er helemaal
jonge vrouwen als het ware om beurten geprezen voor weekhartig van en dat was wel het laatste dat ik op dit
iets wat ik zelf helemaal niet als zo'n heldenstuk be- ogenblik kon gebruiken. Dolgraag had ik die lieve
schouwde. Ik wilde nu maar het liefste hier zo spoedig engel van een telefoniste aan m'n hart gedrukt en het
mogelijk vandaan en naar huis toe. „Als je ooit in moei- kon me spijten dat ik nu zo ineens maar uit haar ge-
lijkheden komt en geen uitweg meer ziet, denk dan in zichtskring moest verdwijnen. Ze brachten me allebei
de eerste plaats aan mij... ik weet wel wegen om je uit tot aan de glazen klapdeur en na nog een laatste vaar-
handen van de moffen te houden”, zo sprak juffrouw wel en tot ziens scheidde ik van De Standaard waar ik
Hellinga. „Laat een van je ouders dan hierheen komen ruim acht maanden een lang niet onplezierige werk-
en naar mij vragen, ik ben altijd bereid om te helpen. kring had gehad. Zou ik deze zaak en al die mensen ooit
En hier... neem dat ook van ons mee, wacht ik zal er nog eens terug zien? Het leek me op dat moment uiterst
iets achterop schrijven.” Ze pakte een gekleurde kaart onwaarschijnlijk, zoals heel mijn toekomst gehuld was
van een stapeltje en schreef enkele woorden achterop. in een nevel van onzekerheid.
„Denk nog eens aan ons... waar je ook bent en als het In de tram naar huis toe, met het pakketje op
even mogelijk is laat mij dan weten hoe het met je ver- m'n schoot, haalde ik de kaart met de afscheidsgroet uit
gaat!” Ik pakte de kaart aan tegelijk met het pakketje en mijn binnenzak tevoorschijn. Het was een getekende
schudde de beide jonge vrouwen de hand, na hen harte- sierkaart van Nelly ten Have, uitgevoerd in rood en
lijk bedankt te hebben voor hun lieve hoopgevende blauw. Er stond in gotisch schrift op de tekst van Ge-
woorden. De blonde kleine redactrice greep m'n beide zang 300 vers 1:
handen en drukte mij zacht tegen haar aan terwijl ze
nog zei: „Vooral véél moed en... veel sterkte... denk er
om, de moffen zijn gevaarlijk... blijf uit hun handen!”

Wat de toekomst brengen moge,


mij geleidt des Heeren hand;
moedig sla ik dus de oogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen
Vader wat Gij doet is goed
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalmen moed.

Achterop had ze geschreven: Onze beste wenschen weg contact zouden blijven bewaren door middel van
vergezellen U, Directie en Personeel van Het Stan- Annie Grotendorst. Naarmate de tijd opschoot groeide
daardhuis December 1942. Ik besloot die kaart altijd de ongedurigheid bij ons allemaal. Het liep tegen half-
bij me te dragen... tot mijn taak volbracht zou zijn en de acht en we zaten mekaar aan te kijken alsof het oude-
moffen het land uitgejaagd waren! jaarsavond was en we wachten op de klokslag van
De avond van die gedenkwaardige vrijdag zal twaalf uur. Eindelijk zei ik: „Nou, ik moest nu maar
ik niet licht meer vergeten. Het tijdstip naderde nu in eens op weg gaan... langer wachten heeft geen zin en
snel tempo dat ik het ouderlijk huis ging verlaten. Va- hoe eerder ik daar ben hoe beter.” „Ik loop een eindje
der en moeder waren stil onder de maaltijd, we aten met je mee”, stelde de oude heer voor, „dan weet ik
zwijgend en ik kon met moeite het eten door m'n keel tenminste dat je daar veilig gearriveerd bent en dat ze je
krijgen. Er was een sfeer van onrust en angst bij ons niet onderweg te pakken nemen.” Dat leek me nogal
binnengeslopen, angst dat de moffen ieder ogenblik overdreven want het was maar een korte eindje, even
voor de deur zouden kunnen verschijnen om mij op te het poortje door en de Noorder-Amstellaan af tot even
halen. Het was nu wel zeker dat de alarmtoestand was voorbij de Waalstraat. Maar nou ja, dan waren ze thuis
ingegaan, mijn niet verschijnen aan de balie van de tenminste gerust.
afdeling Migratie was gesignaleerd en je moest reke- En zo was het afscheid daar, moeder hield
ning houden met de mogelijkheid dat ze stappen gingen zich flink en dan gingen we op weg, buiten was het
ondernemen om me te pakken te krijgen. gelukkig een diepe duisternis. Een paar dagen tevoren
Moeder deed nog snel wat noodzakelijke din- was ik al eens op verkenning uit geweest om te onder-
gen in mijn koffer, vroeg telkens of ik nu wel alles had zoeken waar dat huis zich bevond. Dat bleek te zijn
en deed haar uiterste best om haar zenuwen in bedwang dichtbij de Waalstraat en ongeveer recht tegenover de
te houden. Met vader sprak ik af dat we langs een om- tramhalte. We waren er dan ook heel spoedig, vader
nam hier afscheid van me en ik belde aan. Van der

- 110 -
Linden deed zelf open en verwelkomde me na me snel hetzelfde schuitje varen als u, het zal moeite kosten om
naar binnen te hebben geloodst en weldra maakte ik ze allemaal ergens onderdak te brengen in de provincie.
kennis met zijn vrouw. Een fors uit de kluiten gewassen Daarom zal het 't beste zijn wanneer u zelf iets weet te
herdershond completeerde het kleine gezinnetje, kinde- verzinnen.” „Ik heb nog wel familie in Utrecht”, zo
ren hadden ze blijkbaar niet. Het was een vreemde vertelde ik hem, „een oom en een tante, mensen van
gewaarwording daar zo ineens binnen te vallen bij middelbare leeftijd zonder kinderen... maar het is niet
mensen die je in 't geheel niet kende, met het vooruit- zeker dat zij bereid zijn om mij in huis te nemen.” Hij
zicht dat je er voor onbepaalde tijd als huisgenoot ging vroeg waar die oom en tante woonden en toen ik hem
worden opgenomen. Van der Linden stelde me spoedig uitlegde dat zij een vrij groot huis bewoonden in een
om m'n gemak terwijl we de huiskamer betraden met de stille buitenwijk, riep van der Linden opgetogen uit:
woorden: „Ziezo, maak het u makkelijk en doe nu maar „Maar dan hèbt u toch een uitstekend adres... u zou het
of je thuis bent.” De hond snuffelde wat aan me... moest niet beter kunnen wensen en als ik in uw plaats was zou
eerst nog even verkennen wat voor vlees of ie in de ik daar onmiddellijk werk van maken! Kunt u goed
kuip had, maar ging dan rustig op z'n plaatsje liggen. opschieten met die familie?” Nou, dat was een vraag
Mevrouw van der Linden was een nogal lange, blonde waar ik niet zo en twee drie een positief antwoord op
vrouw die vroeger ongetwijfeld een schoonheid was dorst te geven. Als ik aan de voorbije jaren dacht met
geweest maar thans op haar gezicht de duidelijke spo- het drama van Putten nog steeds vers in het geheugen
ren droeg dat het leven op de een of andere manier niet mitsgaders de rol die tante Mien daarin had gespeeld,
zonder kleerscheuren aan haar voorbij was gegaan. Ze betwijfelde ik het wel enigermate of mijn geachte tante
zag er wat verwelkt uit alsof ze aan een verborgen er veel zin in zou hebben die recalcitrante neef onder
kwaal leed en met veel make-up nog trachtte te redden haar hoede te nemen. Maar daar stond toch ook tegen-
wat er te redden viel. Terwijl de vrouw naar de keuken over dat we de laatste twee jaren weer broederlijk sa-
ging om thee te zetten namen de gastheer en ik plaats in men uit geweest waren in Putten en dat alles vergeven
een van de riante crapauds en hij verzocht me om hem en vergeten scheen te zijn. „Ze zijn altijd erg op mij
nog eens precies te vertellen wat er in de afgelopen gesteld geweest... misschien wel eens meer dan goed
paar dagen had plaats gevonden. Ik deed hem uitvoerig voor me was en ik zou het in ieder geval kunnen probe-
verslag van mijn bevindingen hedenmorgen op de ar- ren of ze bereid zijn mij een poos in huis te nemen”,
beidsbeurs nadat ik die dreigende herhaalde oproep verklaarde ik. „Laten we het zó afspreken”, besloot
ontvangen had. Het verhaal van die ambtenaar die mij mijn gastheer, „we wachten eerst even af wat uw nicht
blijkbaar had willen helpen door me een vage tip te voor u kan bereiken. Lukt dat niet vóór maandag, dan
geven, interesseerde hem wel enigermate. „Weet u wat stelt u zich in verbinding met die oom en tante en het
het is”, zo verklaarde hij, „die ambtenaren daar ver- moet naar mijn idee al gek lopen als die u niet ter wille
trouwen elkaar op 't ogenblik niet meer, er zitten veel zouden zijn.” Mevrouw van der Linden was er nu ook
N.S.B.-ers onder en dat is de reden dat die man u geen bij komen zitten, maar ze sprak niet veel en hoorde de
zekerheid kon geven over dat bewuste loket II. Ik ben gesprekken zwijgend aan. 't Leek of zij zelf niet zo
er haast zeker van wie u daar gesproken hebt... ik ken enthousiast was omtrent de illegale activiteiten van haar
veel mensen van het Gewestelijke Arbeidsbureau en ik echtgenoot. De herdershond week geen moment van
ben er van op de hoogte dat dat bewuste loket soms haar zijde en volgde haar overal door het huis waar ze
bemand wordt door een mannetje die de mensen er ook maar ging. Nadat we het over dit onderdeel van de
doorheen sleept. Maar dat kunnen ze niet blijven doen, onderneming eens geworden waren, merkte van der
die dingen lopen op den duur in de gaten en dan zit er Linden nog op: „Ik moet u nog wel voor één ding uit-
plotseling een kwaaie achter de balie. Neen, ik denk dat drukkelijk waarschuwen... U moet van nu af aan heel
u toch wel juist gehandeld heeft door die laatste raad zorgvuldig gaan letten op de mensen die u tegenkomt
van hem op te volgen. In ieder geval heeft u nu de en waar u mee omgaat. Leg vóór alles een slot op uw
knoop doorgehakt en voorlopig kunt u hier wel een mond en vertel aan niemand meer dan noodzakelijk is.
paar dagen onderdak vinden. We zullen het echter wel Ik zeg het dáárom, omdat ik u toevallig gistermiddag
eens grondig moeten hebben over de verdere toekomst- heb gezien in de Kalverstraat... u stond te praten met
plannen. Heeft u daaromtrent zelf al een plan of ziet u iemand die ik heel goed ken van de Effectenbeurs, was
een mogelijkheid om bij familie of kennissen buiten het niet mijnheer Haarbrink?” Ik keek verbaasd op,
Amsterdam onder te duiken?” Ik gaf hem ten antwoord inderdaad, ik was gistermiddag op de terugweg door de
dat ik totnogtoe geheel en al rekende op de bemidde- Kalverstraat Flip Haarbrink tegengekomen. We hadden
lingspogingen van mijn nichtje Annie, maar dat ik zelf even staan praten en ik had hem daarbij verteld dat ik
wel een paar suggesties in die richting had. „Ik vrees naar Duitsland moest! „U ziet dus wel dat u waarachtig
dat u op uw nicht niet al te veel zult moeten rekenen”, niet in een zak loopt!” lachte van der Linden, „laat u dat
zo onthulde van der linden mij enigszins ontmoedigend. een waarschuwing zijn en blijf uit de buurt van mensen
„Zij heeft niet zoveel ervaring op dat gebied en boven- die u herkennen... tussen twee haakjes, wat heeft u die
dien zijn er op dit moment enorm veel mannen die in Haarbrink wel verteld?” Ik kon mijn gastheer gelukkig

- 111 -
de verzekering geven dat ik met geen woord over on-
derduiken had gerept. Al was Flip een zwager van mijn
broer, ik kende hem persoonlijk te oppervlakkig om Zaterdag 12 december 1942
klakkeloos met hem te spreken over een dergelijk ge-
vaarlijk onderwerp. Het besef dat ik van nu af aan ui- Het werd een vervelende dag, deze zaterdag. Het leek
termate voorzichtig zou moeten worden met het doen of alles tegen zat en de uren kropen letterlijk voorbij.
van onthullingen aan allerlei mensen uit mijn kennis- Van der Linden was al vroeg na het ontbijt van huis
senkring was voldoende bij me gegroeid in deze dagen. gegaan, naar de bank en ik hoorde hem zeggen dat ie
We bleven nog wat napraten over de oorlog en over wat pas laat in de middag weer thuis zou komen. Daar zat ik
ons mogelijk nog te wachten stond. Meneer van der dus mooi mee, alleen in dat vreemde huis met die
Linden verzekerde me nog dat ik verstandig gehandeld vrouw en de vervaarlijk uitziende herdershond! Hoe
had door te weigeren naar Duitsland te gaan. „U heeft moest ik in godsnaam deze uren zoek brengen. De
er geen idee van in wat voor hel u terecht zou zijn ge- vrouw was nog steeds weinig spraakzaam, ze had iets
komen!” zo begon hij te onthullen. „Ik heb mensen lethargisch over zich in haar doen en laten en ze scheen
gesproken die daar geweest zijn... van al die fraaie niet veel zin te hebben om een gesprek met mij te be-
voorspiegelingen die ze je doen in hun wervingscam- ginnen. Misschien was het dat ze me niet helemaal
pagne klopt totaal niets. Het eten is er bar slecht en ze vertrouwde, ik was hier zomaar komen binnenvallen en
worden ondergebracht in barakken vol ongedierte! Ze ze moest het maar allemaal aannemen dat ik een on-
moesten er de Hitlergroet brengen en wie dat weigerde schuldige onderduiker was. Ja, ik had sterk de indruk
werd binnen de kortst mogelijke tijd in elkaar gesla- dat mevrouw van der Linden niet zo geheel en al achter
gen... Je wordt er niet veel beter behandeld dan gevan- de idealen van haar man stond. Mogelijk betekenden
genen in een concentratiekamp met onmenselijk lange zijn activiteiten voor haar een angstige bedreiging van
arbeidsdagen van 60 uur per week en niet veel meer te haar rustige bestaan.
eten dan een kom waterige koolsoep en een snee droog Ik had ergens een boek opgediept uit een sta-
brood! Nee, die hele campagne van de moffen is niets peltje en trachtte te lezen, maar ik kon er m'n gedachten
anders dan een verkapte deportatie van de mannelijke met moeite bijhouden en het drong ternauwernood tot
bevolking uit de bezette gebieden.” Het was aan één mij door wàt ik las. Goddank zei de vrouw tegen een
kant afschrikwekkend om dergelijke berichten te ver- uur of tien tegen me: „Ik ga even de deur uit om bood-
nemen en voor het eerst besefte ik nu pas volkomen schappen te doen... u moet vooral niet opendoen wan-
waaraan ik eigenlijk ontsnapt was. En het werd me neer er gebeld mocht worden. En blijft u alstublieft ook
tevens duidelijk dat ik van nu af aan alles op alles moest zover mogelijk van de ramen vandaan... dat ze u van
zetten om te voorkomen dat de Nazi's me alsnog te buiten af niet kunnen zien...!” Ik verzekerde haar dat ik
pakken zouden krijgen. Het liep tegen tienen toen we me strikt aan die raad zou houden en was blij dat ze
zo'n beetje uitgepraat raakten. Meneer van der Linden even weg ging. Gelukkig nam ze dat bakbeest van een
verklaarde dat ze meestal om deze klok al naar bed hond mee. Van nature had ik toch al zo'n lichte angst
gingen... of ik er bezwaar tegen had eveneens de leger- voor honden en ik was me bewust dat elke hond die
stede op te zoeken? Het leek me wel een beetje vroeg mijn weg kruiste dat óók wist en dat deed blijken met
toe, maar ik had op deze dag en de dagen hiervoor woedend gegrom en het laten zien van z'n tanden! Deze
reeds zóveel emoties te verwerken gehad, dat een uurtje hond hier had me blijkbaar geaccepteerd... maar er zou
extra slaap me niet onwelkom leek. De gastvrouw had ook niet dàt hebben moeten gebeuren of hij vloog me
in de kamer aan de straatzijde een divanbed voor me naar de strot, zo veronderstelde ik! Maar ik had me toch
ingericht... of ik daar genoegen mee wilde nemen? Nou, vergist in de aard van het dier, want toen de vrouw na
dat zou best schikken en ik veronderstelde dat ik er best een uurtje terug kwam en in de keuken koffie begon te
in zou slapen. Ze wees me nog een paar zaken voor de brouwen, kwam ie voorzichtig naar me toe, snuffelde
nacht als ik er eventueel uit moest en hoe ik een lichtje even aan me en lei toen trouwhartig z'n spitse kop op
kon maken waarna we ons ter ruste begaven. Maar van mijn knie en keek me aan met zulke begrijpende blik-
slapen kwam het eerste uur nog niet veel, hoe vermoeid ken in z'n grote ogen alsof ie ermee zeggen wilde: ik
ik ook was. De vreemde omgeving, de geluiden in het weet het jongen... jij zit hier ook niet voor je lol en ik
huis die mij onbekend waren, het voorbijgaande ver- voel met je mee! Toen mevrouw van der Linden de
keer van een enkele auto en de tram deden me telkens kamer in kwam met de koffie riep ze uit: „Kijk eens
uit de dommel opschrikken. De hond was met z'n baas aan, hij is nu al goede maatjes met u... dat doet ie niet
en bazin mee naar de slaapkamer gegaan, maar ik zo gauw bij vreemden!” Voor de hond behoefde ik dus
hoorde het dier telkenmale onrustig ronddwalen door geen vrees meer te hebben, hij had vriendschap met me
het huis en af en toe werd ik gewaar dat hij dicht bij me gesloten en toen de gastvrouw nog even de deur uit
in de buurt bivakkeerde. Waakte deze trouwe viervoe- moest, liet ze hem achter bij mij. Hij kwam trouwhartig
ter misschien ook over mij? Eindelijk viel ik, overmand naast me op de vloer liggen en liet zich gewillig strelen.
door vermoeidheid, in een vaste slaap. Na de lunch omstreeks het middaguur begon

- 112 -
het me toch wel een beetje benauwend te worden daar haar na een paar dagen laten gaan. Daarom kan jij hier
in dat huis. Eigenlijk zag ik het nut niet zo erg in om helemaal niet zijn, dit is een veel te gevaarlijke omge-
binnen vier muren opgesloten te zitten, wat zou er op ving.” Ik legde haar uit dat ik in verbinding stond met
tegen zijn om een paar uurtjes de buitenlucht in te mensen die me zouden weg helpen naar een veiliger
gaan? Ik stelde het aan mijn gastvrouw voor onder het oord maar dat ik over een paar dagen zeker zou weten
motief dat ik mijn nichtje wenste op te zoeken en met waar ik heen ging. „Misschien kom ik wel ergens te-
haar te spreken over de verdere plannen. „Wat mij recht waardoor het mogelijk is om tòch nog af en toe
betreft kunt u dat gerust doen, ik denk niet dat u daar eens bij je te komen”, zo troostte ik haar. Ik vertelde
veel risico mee loopt... maar ik zou als ik u was de haar ook dat ik sedert gisteravond bij vreemde mensen
omgeving van uw huis mijden, vooral overdag moet u in huis was, maar ik zweeg over de plaats waar dat was
daar niet komen.” Ik geloof achteraf dat het een opluch- en bij wie. Betty vroeg er ook in het geheel niet naar.
ting voor haar was dat ik voor een poosje opkraste en „Wat ga je nu morgen doen, Piet? Ben je dan nog hier
zelf was ik blij dat ik eindelijk de benen eens kon strek- in de stad? Al woon je nu voorlopig op een ander adres
ken. Ik pakte de bus naar het Paramariboplein in de dan kun je toch even goed morgenmiddag wel bij mij
hoop Annie thuis te treffen. Maar het werd helaas een komen... dan kunnen we nog éénmaal echt afscheid van
vergeefse tocht, op mijn herhaald bellen werd niet elkaar nemen. Dan haal ik wat lekkers bij de thee en
opengedaan, blijkbaar was ze zelf ergens op af. Ik dan zullen we het elkaar voor die laatste keer nog maar
draalde nog wat rond met de verwachting dat ze moge- eens dubbel gezellig maken!” zo stelde ze voor. Ik
lijk even weg was voor een boodschap in de buurt, beloofde haar mijn best te zullen doen om als 't even
maar na een halfuurtje gaf ik het op. Het was intussen kon morgenmiddag bij haar te komen en ik dacht dat
miezerig gaan regenen en mijn stemming werd er niet het wel zou lukken.
beter op onder al de omstandigheden waarin ik ver- Lang bleef ik niet bij mijn vriendin, ik wilde
keerde. Wat nu te doen? Ik besloot uiteindelijk om maar weer bijtijds terug zijn op mijn onderduikadres en met
eens even bij Betty langs te lopen. Zij wist nog hele- de voorwaardelijke afspraak voor morgenmiddag nam
maal niets van de afloop van die keuring. Het zou mis- ik afscheid van Betty.
schien de laatste gelegenheid zijn dat ik haar kon spre- Toen ik tegen vijf uur op de Noorder-
ken en die moest ik nu meteen maar te baat nemen. Ik Amstellaan arriveerde was van der Linden inmiddels
besefte nu verdomd goed dat die meneer van der Linden ook weer thuis gekomen, hij liet me zelf binnen met de
en z'n vrouw beslist geen kennis moesten krijgen van woorden: „Zó, u bent een aardig poosje weg geweest...
het feit dat ik intieme relaties onderhield met een Duitse was u niet bang om ergens gezien te worden?” Ik deel-
vriendin. Ze zouden daar ongetwijfeld bijzonder argwa- de hem mede dat ik naar mijn nicht was geweest doch
nend tegenover staan en ze zouden redenen te over dat ik haar helaas niet had thuis getroffen. „Dat klopt”,
hebben om me te wantrouwen, ook al had ik het nog zo antwoordde mijn gastheer, „want uw nichtje en ik heb-
overtuigend allemaal kunnen uitleggen. ben geruime tijd met elkaar geconfereerd op de bank
Gelukkig was Betty wel thuis en verheugd dat vanmiddag over wat we met u zullen aanvangen!” Hij
ik nog even langs kwam liet ze me binnen, nieuwsgierig ondervroeg mij verder: „En waar bent u toen heen
informerend naar de stand van zaken. Het verhaal was geweest na die tijd? Heeft u een bezoek gebracht bij
gauw verteld over de keuring en de verdere belevenis- andere mensen? Ik vind u namelijk nogal onvoorzichtig
sen aan het Arbeidsbureau. „Ik vrees dat we elkaar nu om zo lang bij de weg te blijven met het risico dat u
voor het laatst zien, liefste! Het zal erg moeilijk worden mensen tegen het lijf loopt die in de veronderstelling
om op vaste tijden bij je op bezoek te komen, ook al verkeren dat u al naar Duitsland bent vertrokken...!”
omdat ik nog niet precies weet waar ik heen moet”, zo Het klonk nogal patriarchaal vermanend, al kon ik
eindige ik mijn relaas. Ze had het met een verdrietige begrip opbrengen voor zijn bezorgdheid. Gemakshalve
blik in haar ogen aangehoord terwijl ze terdege besefte deelde ik hem maar mee dat ik daarna op bezoek was
dat het nu bittere ernst was geworden. „Ik had altijd nog geweest bij m'n broer die daar in de buurt woonde. Als
zo'n stille hoop gekoesterd dat je er misschien wel ie dat nu maar niet ging natrekken want ik zou niet
doorheen zou rollen met die brief van die dokter... en graag willen dat de goede man mij op een leugen be-
wat ga je nu doen, Piet? Je moet in geen geval naar trapte, maar alles was beter dan openhartigheid omtrent
Berlijn gaan, hoor! God, ik wou dat ik hier in huis maar Betty in dit geval. Het zou voor deze mensen een vol-
een plaats voor je wist... maar het is bij mij ook gevaar- komen onverklaarbare zaak zijn geweest hoe ik relatie
lijk geworden. Ze zijn hier verleden week aan de deur kon hebben met iemand van Duitse afkomst. Het ging
geweest... twee SS-ers midden in de nacht. Ze moesten hun ook trouwens niets aan en bovendien voorvoelde ik
Marietje hebben, die hierboven een kamer heeft. Ze maar al te duidelijk dat het met Betty in een eindfase
dachten dat ze een jodin was en ze hebben haar zo maar was gekomen. De gebeurtenissen van de laatste dagen
zonder pardon meegenomen, in haar nachtgoed. Ze en de gevolgen daarvan zouden het lot bepalen dat ons
heeft de grootste moeite gehad om aan te tonen dat ze beschoren was... Betty en ik zouden door de bizarre
niet joods was en eindelijk na veel gezeur moesten ze omstandigheden langzaam maar zeker van elkaar ver-

- 113 -
vreemd raken zoals twee scheepjes op de onmetelijke overheen alvorens ze een actie op touw zetten om jullie
oceaan verder en verder van elkaar wegdrijven. op te sporen... maar dan is het ook wel de hoogste tijd
Mevrouw van der Linden had inmiddels de om van het toneel verdwenen te zijn! Weet u waarvoor
tafel gedekt voor de avondboterham en we werden u op dit moment het meest voorzichtig moet zijn? Voor
getrakteerd op een kom heerlijke soep vooraf. Na het uw buren naast u... die Vermeulen en dat blokhoofd van
eten zei van der Linden tegen me: „Ziezo, nu moeten de L.B., van der Wall! Die mensen moeten u maar beter
we eens rustig met elkaar praten en de zaken terdege niet zien, ze kunnen op de een of andere manier op de
onder de ogen zien!” We gingen er gemakkelijk bij hoogte zijn van uw omstandigheden en u aanbrengen...
zitten en toen ik bemerkte dat de gastheer een pijp ja, en dan krijgt u onmiddellijk de SS achter u aan.”
opstak, aarzelde ik niet lang om ook de mijne tevoor- Ik besloot het er op te wagen en voor een uur-
schijn te halen en gezamenlijk joegen we de brand er in. tje naar huis terug te keren om met vader en moeder te
„Dat praat wat makkelijker!” opperde mijn gastheer. spreken over het plan van Utrecht. Buiten was het nu
Hij vervolgde: „Ik heb vanmiddag langdurig met uw aardedonker en het moest al raar lopen wilde iemand uit
nicht het geval besproken over hoe we de zaak nu ver- de buurt mij op straat herkennen. Van der Linden had
der zullen aanpakken. Daarbij is me gebleken dat uw mij nog een goede raad gegeven, die ik ernstig besloot
nicht Annie eigenlijk helemaal geen idee heeft over hoe ter harte te nemen. „Laat van nu af aan uw snor groeien,
er nu verder gehandeld moet worden. Kort en goed, ze dat geeft u een geheel ander uiterlijk en maakt dat u
weet op 't ogenblik geen enkele oplossing voor uw minder snel herkend wordt door uw kennissen”, zo ried
geval. We moeten dan ook maar verder niet afwachten hij me aan.
en op korte termijn zelf iets verzinnen. Hoe eerder u uit Ik nam afscheid met de belofte om over plus-
deze omgeving verdwijnt hoe beter het voor uzelf is. Ik minus een uur weer terug te zijn bij hen. Gelukkig had
zou u dan ook het volgende willen voorstellen: u moet ik de sleutels nog in m'n bezit van onze woning en ik
morgen zo vroeg mogelijk naar Utrecht gaan en een kon dus zo snel mogelijk binnen komen. Weldra had ik
bezoek brengen bij uw oom en tante op de Willem met voorzichtige schreden en met een kleine omweg
Arntszkade. Het is misschien het beste als uw vader u ons plein bereikt zonder ook maar enig mens tegen te
daarbij vergezelt, die legt mogelijk wat meer gewicht in komen. Ik stak haastige de sleutel in het slot en was in
de schaal. Neem er desnoods morgen de hele dag voor een paar tellen boven. De ouwelui schrokken zich een
om eventueel nog andere mogelijkheden te onderzoe- aap toen ik daar onverwacht voor hun neus stond! Maar
ken. Als het u gelukt om bij uw familie een wijkplaats ze waren ontzettend blij dat ze me weer terug zagen.
te vinden kom het ons dan morgenavond even vertellen. Moeder vroeg bezorgd: „Durf je dat nu wel aan om hier
Ik ben er van overtuigd dat u zult slagen bij die oom en te komen? Ben je er zeker van dat niemand je gezien
tante... uw nichtje Annie was daar ook vrij zeker van, heeft?” Ik stelde hen beiden gerust en vertelde ze het-
zij heeft namelijk die mogelijkheid eveneens geopperd geen van der Linden aan de weet was gekomen over de
vanmiddag en vertelde me daarbij onder andere dat uw situatie. Vader was eveneens van mening dat het heus
oom en tante altijd bijzonder op u gesteld zijn geweest.” zo'n vaart niet zou lopen en dat er geen enkele reden
„Maar hoe kan ik mijn vader laten weten dat ik morgen was om aan onmiddellijk gevaar te denken. Ik vertelde
naar Utrecht ga?” zo vroeg ik. „Dat is heel eenvoudig”, nu waarvoor ik eigenlijk kwam en wat de plannen wa-
antwoordde de heer van der Linden. „U gaat zo aan- ren voor morgen. Vader was er meteen enthousiast
stonds gewoon even naar uw huis en bespreekt de zaak over. „Daar heb ik al steeds over zitten denken!” riep
met uw ouders en komt daarna direct weer hier bij ons hij uit. „Het lijkt me ook de enige goede oplossing, er
terug.” „Naar huis toe?!” vroeg ik bijna ongelovig. blijft niet veel anders over dan dat je een poosje bij oom
„Welja, waarom niet?” zei mijn gastheer glimlachend. Wim en tante Mien in huis gaat. Dáár ben je stellig
„U kunt van mij veilig aannemen dat u niets gebeuren volkomen veilig en in die tussentijd hebben wij hier de
zal, althans niet vandaag en ook morgen niet. Ik heb gelegenheid om uit te kijken naar een safe adres op het
mijn licht opgestoken bij iemand van het Gewestelijk platteland. Hoe laat wil je morgen naar Utrecht toe?
Arbeidsbureau en geïnformeerd hoe ze de lui aanpak- Natuurlijk ga ik met je mee... dat zal meer uithalen dan
ken die weigeren om naar Duitsland te gaan of niets van wanneer jij in je eentje daar verschijnt...!” Hij haalde
zich laten horen. Nou, die verzekerde me dat er in de het spoorboekje voor de dag en zocht een paar vroege
eerste dagen nog geen sprake van was dat deze weige- treinen op. Er ging een geschikte trein om kwart voor
raars achter hun broek gezeten worden. De moffen tien en daarna nog een om vijf minuten over tien. „Ik
weten er vooralsnog geen raad mee, er zijn er hier maak dat ik om even negen uur bij die mensen op de
honderden die niets meer van zich hebben laten ho- Noorder-Amstellaan voor de deur sta, als jij dan maakt
ren...!” „Ik had dus feitelijk helemaal niet uit huis be- dat je ook gereed bent kunnen we stilletjes vertrekken
hoeven weg te gaan?” vroeg ik verbouwereerd. „Waar- zonder dat we te veel opvallen”, zo besloot de oude
schijnlijk niet... u begrijpt toch wel dat die Duitsers heer. Moeder wilde natuurlijk dolgraag weten hoe ik
helemaal geen mannetjes over hebben om daar dadelijk het daar had bij die mensen en of ik me nogal schikken
achteraan te gaan? Daar gaan stellig wel enige weken kon in de veranderde situatie. „Jij bent helemaal niks

- 114 -
gewend op dat gebied en ik zat er maar steeds over in Zondag 13 december 1942
of je je er wel doorheen zou kunnen slaan!” beweerde
ze vol moederlijke zorg. Nou, ik kon haar volledig Het was nog bijna donker buiten toen ik in m'n eentje
gerust stellen en haar vertellen dat het alleraardigste aan het rondscharrelen was in dat vreemde huis, op
mensen waren en dat het eten er prima was. Vader zoek naar koppen en schotels, nadat ik met wat moeite
voegde er aan toe: „Hemel mens, hij zal binnenkort nog het gasstel in de keuken aan de praat had weten te krij-
wel wat anders gaan meemaken... wie weet waar die gen om het water voor de thee aan de kook te brengen.
jongen nog overal terechtkomt als die oorlog nog lang Thuis wist ik overal blindelings de weg in moeders
duurt!” keukenkast en ik leerde er meteen al door dat het niet
Het uur was bijna om en gedachtig aan m'n overal hetzelfde is in het Nederlandse huishouden!
belofte ging ik er maar weer snel vandoor, sloop voor- Maar ik had dan toch maar in de kortst mogelijke tijd
zichtig en zonder geruis te maken de trappen af de een flinke pot thee gezet en kans gezien alles netjes te
duisternis in. „Mooi op tijd terug!” zei de heer van der arrangeren op een willekeurig presenteerblad teneinde
Linden op wat vaderlijke toon. „En wat heeft u afge- m'n gastvrouw en gastheer te verrassen. Ze had me al
sproken? Gaat de reis naar Utrecht door morgen?” Ik horen scharrelen en riep door de half openstaande
deelde hem mede wat vader en ik besloten hadden en slaapkamerdeur zachtjes: „De blauwe theekop is van
hij knikte goedkeurend. „Ik zou dus graag morgen mijn man en die rooie voor mij!” Even later betrad ik
vroeg willen opstaan en om negen uur de deur uit wil- de echtelijke slaapkamer met het presenteerblad waar-
len. Misschien kunt u vanavond al iets voor me klaar- op ik buiten de thee ook een schotel met beschuiten had
zetten, dan hoef ik u morgenochtend vroeg niet lastig te gedrapeerd. Ik maakte er maar een geintje bij en riep:
vallen”, vroeg ik. Het was of mevrouw van der Linden „Goedemorgen m'lady... hier is de butler met uw ont-
helemaal opleefde, nu ik met de plannen op tafel kwam bijt!” Nou, dat konden ze wel waarderen en ze waren
binnenkort te zullen verdwijnen. „Ik zal brood voor u vol lof over mijn thee en die ongewone bediening. Ze
klaarzetten en kunt u zelf een kopje thee maken?” vroeg vonden het geloof ik nu best gezellig dat er iemand in
ze op vriendelijke, meelevende toon. Ik zei dat ik de huis was en ik had de indruk dat mevrouw van der
edele kunst van het thee zetten uitnemend verstond en Linden haar verborgen wantrouwen geheel overwonnen
me best redden zou. „Nou, als u werkelijk zo goed met had, ze was ook veel spraakzamer geworden sedert
de theepot overweg kunt dan mag u ons allebei ook wel gisteravond.
een kopje thee op bed brengen... dat zijn wij niet ge- Ik vroeg hoe laat ze op zondag het middag-
wend, we slapen zondags altijd heel lang uit!” riep ze maal gebruikten. Ze zei dat ze des zondags altijd om-
lachend uit. Ik beloofde het dat ik m'n best zou doen. streeks het middaguur warm aten en 's avonds een
Bedrijvig begon ze een hoek van de tafel vast te dekken broodmaaltijd, maar ze zou ter mijne wille een hapje
en alles klaar te zetten. We bleven net als de vorige warm houden tot ik in de middag terug kwam. Ik had
avond nog wat napraten en ook nu weer was het tegen hen al gezegd dat ik de gehele dag zou wegblijven.
tien uur bedtijd bij de van der Lindens. Ik sliep al veel Over hetgeen ik 's middags ging doen behoefde ik met
beter die tweede nacht. geen woord te reppen, ik zou in elk geval tegen halfzes
weer op de Noorder-Amstellaan terug zijn.
Toen ikzelf ontbeten had en stilletjes het huis
verliet stond vader al een eindje verderop te wachten.
We waren vroeg genoeg en verkozen om op ons gemak
naar het Amstelstation te kuieren. De reis naar Utrecht
verliep vlot en zonder incidenten. We stonden om pre-
cies halfelf op het stationsplein van de Domstad waar ik
sedert enige jaren geen voet meer had gezet. Vader
opperde om het korte eindje naar de Willem Arntszkade
maar weer te gaan lopen, die weg er heen konden we
wel dromen. „Ze zullen wel vreemd opkijken van onze
onverwachte verschijning”, merkte ik op. „Ik hoop
maar dat ze thuis zijn en dat ze bereid zijn om mij te
willen helpen.” „Laat dat maar aan mij over... we moe-
ten het ze voorzichtig vertellen met een beetje tact... je
zult zien dat het best meevalt, ik geloof nooit dat ze het
zullen weigeren”, verzekerde vader vol zelfvertrouwen.
En het viel allemaal reusachtig mee! „Grote hemel!”
riep oom Wim uit, toen ie ons de trap zag opkomen,
„wat is er bij jullie gebeurd... hebben ze Amsterdam
soms vannacht plat gebombardeerd?” Ze waren uiterst

- 115 -
benieuwd wat ons zo onverwacht en op dit vroege uur nemen, al is het maar voor een week of drie totdat ik
naar Utrecht had gevoerd. We konden hen gerust stel- een onderkomen heb gevonden ergens op het platteland
len met de verzekering dat de hoofdstad gelukkig nog bij een boer?” De vraag was gesteld en met gespannen
overeind stond, maar dat er wel iets anders van groot verwachting keken we oom en tante aan hoe ze op die
belang was waarvoor we de reis naar Utrecht hadden vraag zouden reageren. Het verlossende antwoord
ondernomen. En met die mededeling was de nieuwsgie- kwam terstond. „Natuurlijk vinden we dat goed dat ie
righeid bij de ten Bouwhuyzen dadelijk in voldoende hier in huis komt, nietwaar Mops?” met een zijdelings
mate gewekt. „Mien, maak nou eerst maar een lekker gebaar naar tante Mien. En ze viel hem meteen bij met
ouderwets bakje koffie voor ons, dan zullen we jullie de woorden: „Dat is toch immers vanzelfsprekend...
daarna vertellen wat er bij ons aan de hand is,” zo riep daar hoeven we niet eens over te praten, dat vinden
vader op vertrouwelijke familietoon uit. „Ja jongens, Wim en ik gewoon een plicht om die jongen te helpen
eerst koffie”, zei tante Mien, „ik was net van plan om er in deze omstandigheden!”
mee te beginnen vóór jullie kwamen, wil je wel geloven Nou, dàt was wel een pak van ons hart en gaf
dat ik brand van nieuwsgierigheid over wat jelui te mij een hele opluchting na al de spanning van de afge-
vertellen hebben? Er is toch hoop ik geen narigheid met lopen dagen. Natuurlijk moest er nog van alles bespro-
Sienemeu?” Nee, dat was het goddank niet, konden we ken worden alvorens ik mijn intrek zou nemen op de
haar geruststellen. „We hebben jullie raad nodig in iets Willem Arntszkade. Daar was vooreerst de vraag wat
en daar willen we eens over praten”, verduidelijkte mijn oom en tante tegen hun buren, vrienden en verdere
vader. kennissen moesten vertellen over mijn plotselinge aan-
In de tijd dat tante Mien in de keuken met de wezigheid ten hunnen huize. Er moest een aannemelijke
koffie bezig was, keek ik eens rustig om me heen. Ik reden verzonnen worden waarom ik daar was. Tante
ontdekte dat er in hun huis praktisch niets veranderd Mien vond dat niet zo'n probleem. In feite hadden oom
was sedert ik er jaren geleden over de vloer was ge- en tante maar weinig aanloop. „Voor meneer Jonassen
weest. Ze hadden alleen wat nieuwe meubelen aange- behoeven we er geen punt van te maken, die zit zelf in
schaft en in de zitkamer stonden twee comfortabele het verzet en hij mag gerust de ware reden weten...
leren clubs. Het rook er nog net zo gezellig naar laven- allicht is hij in staat om bij te springen als de nood aan
del en rozenwater zoals ik me dat uit m'n kinderjaren de man komt”, zo verklaarde tante Mien. „En dan heb-
herinnerde en waarvan de indrukken me onuitwisbaar ben we éénmaal per week een bridgeavond met de
bijgebleven waren. Weldra snoven we de geur op van Konings... nou die mogen het ook best weten, we ken-
echte koffie uit de blijkbaar onuitputtelijke voorraad die nen ze al jaren en ik steek m'n hand voor hen in het
tante Mien bij het begin van de oorlog had weten aan te vuur. Maar wat moeten we met oom Frans en tante
leggen. En onder het genot van de voortreffelijke bak Annie aan?” zo vroeg ze zichzelf plotseling bedacht-
koffie waar ze beroemd om was, vertelden we hen het zaam af. Aha! dacht ik, daar heb je het zwakke punt.
complete verhaal en de benarde situatie waarin ik was Wisten ze hier soms ook al dat oom Frans er een wat
komen te verkeren. Daar hoorden ze wel even van op zonderlinge gedachtengang op na hield? En dat bleek
en oom Wim zei onmiddellijk: „Je hebt het enige juiste ook wel uit de opinie over hem die bij de ten Bouwhuy-
gedaan... ik zou van jou ook niet anders verwacht heb- zen op dat punt bestond. Ik vertelde hen welke ervaring
ben! Bovendien is het vrij zeker dat je daar je onder- we hadden opgedaan op vaders verjaardag toen oom
gang tegemoet zou zijn gegaan. Ik heb een collega bij Frans zich geroepen voelde om mij ernstig te vermanen
de Spoor die daar ijselijke dingen over weet te vertel- „geen domme dingen te doen en maar braaf en gehoor-
len... Hij is daar uit hoofde van z'n functie een paar zaam naar Duitsland te vertrekken”! „Ja, dat is nou
maal geweest. Hij heeft gezien hoe die mannen en jon- typisch Frans...”, merkte mijn tante op, „je weet nooit
gens ondergebracht zijn, ze komen er terecht in een precies wat of je aan die mensen hebt... en tòch geloof
soort van concentratiekamp en het eten is er schandalig ik niet dat ze aan de verkeerde kant staan, 't zijn beslist
slecht. Maar ik begrijp uit jullie verhaal dat neef Piet geen N.S.B.-ers... maar Frans is een typisch voorbeeld
dus niet meer thuis kan blijven want ze gaan je nu na- van wat de moffen „kadaverdiscipline” noemen! Verra-
tuurlijk zoeken. Je moet dus onderduiken... of eigenlijk den zal hij je stellig niet, doch ik vermoed dat hij er
ben je nu al officieel van het toneel verdwenen, niet- niets mee te maken zal willen hebben en hij zal waar-
waar?” Ik bevestigde zijn vermoeden en vertelde nu schijnlijk geen poot willen uitsteken om je te helpen.”
meteen maar dat ik al een paar dagen opgeborgen zat Oom Wim was er niet zo beducht voor dat we moeilijk-
op een geheim adres in de buurt. „Hij kan daar echter heden zouden krijgen als ze het bij oom Frans wisten,
niet blijven. 't is maar een tijdelijk noodadres”, ver- hij zou tegen die tijd wel eens een hartig woordje met
klaarde vader. „En met dàt probleem zijn we nu uit Frans gaan wisselen! Bleef nog een klein probleem
nood hierheen gekomen... we zoeken een ander en over wat we tegen het dienstmeisje zouden zeggen dat
veiliger adres buiten Amsterdam en daarbij hebben we alle dagen van 9-12 uur tante Mien behulpzaam was in
voor alles aan jullie gedacht... De vraag is dus: zouden de huishouding. Tante Mien kwam al ras met een op-
jullie bereid zijn om Piet voor enige tijd hier in huis te lossing aandragen: „We zeggen gewoon tegen Dini dat

- 116 -
jij hier bent om een bepaalde studie af te maken aan de We bleven nog een boterhammetje eten waarna vader
universiteit en dat je dat in Amsterdam onmogelijk kunt en ik besloten om tegen twee uur terug te keren. We
doen. We passen daar wel een mouw aan, maar het is namen hartelijk afscheid, „tot morgen dan”, voegde
beter als we haar niet de waarheid zeggen.” Ten slotte tante Mien er aan toe. Onderweg naar het station merk-
kwam dan nog het punt ter sprake betreffende de ver- te vader op: „Jongen, wat ben ik blij dat we geslaagd
goeding die ik mijn oom en tante wilde geven voor mijn zijn. Wat hadden we moeten beginnen als ze „nee”
verblijf met kost en inwoning. Eerst wilde tante Mien hadden gezegd? Nu ben je tenminste voor de eerste tijd
daar helemaal niets van horen, ze wenste het niet anders veilig geborgen en je ziet maar weer eens... je oom en
te beschouwen alsof ik voor onbepaalde tijd kwam tante zijn toch de beroerdste niet. Ik zou al dat andere
logeren. Maar vader en ik stonden er op dat ze een uit Putten nu maar voorgoed vergeten en daar vooral
bescheiden kostgeld in rekening diende te brengen... ze niet meer over praten als je er eenmaal bent. Geen
moest er toch aan denken hoe duur alles geworden was ouwe koeien meer uit de sloot halen!” waarschuwde de
tijdens de oorlog en dat ik mijn portie eten best betalen oude heer nadrukkelijk. Hij had gelijk, 't zou onzin zijn
kon. Het zou toch te gek zijn wanneer ze er nog geld op om daar nog langer over te blijven zeuren. Antje was
toe zouden moeten leggen! Uiteindelijk zwichtte tante verleden tijd geworden, die episode was voorgoed
Mien voor deze argumenten en we kwamen overeen dat afgesloten en van nu af gaapte mij een onzekere toe-
ik haar wekelijks een vergoeding van ¦ 10,-- zou geven komst aan die de hemel mag weten wat voor avonturen
voor kost en inwoning. Dat ik al mijn distributiebonnen in petto hield. Ik zou me daar helemaal op moeten gaan
zou meebrengen was vanzelfsprekend. We gingen van instellen.
de veronderstelling uit dat de oorlog geen eeuwigheid Onderweg in de trein naar Amsterdam ver-
kon duren en met het geld dat ik tot m'n beschikking namen we het zacht gefluisterde nieuws dat de gealli-
had zou ik het minstens een jaar kunnen uitzingen. Ik eerde luchtmacht zojuist de Philipsfabrieken in Eindho-
achtte ook de mogelijkheid niet uitgesloten dat ik er een ven zwaar gebombardeerd hadden. De trein waarin wij
clandestien baantje bij zou kunnen nemen. Daarmee zaten kwam van Eindhoven vandaan, juist op hetzelfde
kon ik dan m'n reserves enigszins op peil houden. M'n ogenblik dat de eerste bommen insloegen. Weldra
tante scheen zich nu bijzonder te verheugen op mijn wisten alle passagiers het grote nieuws. Minder plezie-
intrede hier in huis, ze dacht dat we het best gezellig rig was het feit dat vader en ik door een ongelukkig
met elkaar konden hebben en ze zou van alles verzin- toeval in de coupé terechtkwamen tegenover een twee-
nen om mij bezig te houden. Ze liet me de inhoud van tal lieden die naar alle waarschijnlijkheid gestapo-
een grote dubbeldeurskast zien in de zitkamer en die agenten waren. Dat bleek al spoedig uit hun poging om
puilde letterlijk uit van de dozen met legpuzzels, kleine ons op een provocerende manier uit de tent te lokken.
en ook heel grote van meer dan 600 stukjes. Daar al- Ze begonnen met z'n beiden een quasi dispuut over de
leen al mee zou ik me maanden kunnen zoethouden. Nu oorlog te houden, in de trant van: „Denk jij dat Enge-
was dat wel helemaal m'n bedoeling niet om op die land de oorlog wint of ben je er ook zo zeker van dat
manier de tijd zoek te brengen, maar ik waardeerde het Duitse rijk als de grote overwinnaar uit de strijd zal
haar goede bedoeling. Verder zou ze de logeerkamer komen?” Ze spraken allebei met een vreemd accent
helemaal voor me in orde maken op de etage erboven Nederlands en ik was er wel voor 100% zeker van dat
en van mijn oom mocht ik eventueel gebruik maken van het moffen waren. Het mannetje dat recht tegenover
diens studeerkamer die daarnaast gelegen was. „Wan- vader zat voorspelde dat Duitsland de oorlog wel ver-
neer kom je dan?” vroeg ze, „ik zou maar zo vlug ko- liezen zou, waarop z'n metgezel dramatisch inging met
men als mogelijk is, hoe eerder je Amsterdam uit bent de woorden: „Maar wat dan? Dat zou een ramp voor de
hoe beter het is voor je veiligheid!” „Wat mij betreft wereld zijn, na al het werk dat Hitler heeft verricht.” En
kan ik hier morgen in de loop van de dag al zijn”, stelde dan plotseling boog hij zich voorover en richtte onge-
ik voor. Ze vond het uitstekend en gaf me de raad om vraagd het woord tot ons: „En wat denken de heren er
dan in de loop van de middag zo tegen etenstijd te ver- van... gelooft u in een Duitse overwinning of bent u van
schijnen. „En neem geen grote koffer mee met bagage”, mening dat Amerika en Engeland de Duitsers zullen
raadde oom Wim aan. „Je kunt het beste alleen maar de verslaan?” Vader schrok op bij het onverwachte van die
aller noodzakelijkste dingen meenemen in een kleine pertinente vraag door iemand die hij in 't geheel niet
handtas, dan loop je ook niet zo in de gaten. Als je hier kende, maar had gelukkig op tijd de situatie snel door:
eenmaal bent ga ik zelf wel al je andere spullen ophalen provocateurs! We keken elkaar een kort moment aan en
in het weekeinde. En vergeet vooral niet om wat pia- begrepen dat we bijzonder op ons hoede moesten zijn.
nomuziek mee te brengen, jongmens... bij Jonassen Vader antwoordde dan ook heel diplomatiek: „Meneer,
hebben ze een prachtig instrument, die zullen het ge- hoe kan IK dat weten? Ik ben geen strateeg, maar laten
weldig vinden wanneer je daar wilt komen spelen!” we het er op houden dat de STERKSTE de oorlog
Het zag er inderdaad allemaal heel aanlokke- wint!” „Maar wie is volgens u dan wel de sterkste,
lijk uit en ik voelde me enorm opgelucht nu ik wist dat meneer, als ik u vragen mag?” Vader weer: „Dat zal
ik met een gerust hart de toekomst tegemoet kon gaan. Duitsland wel wezen, heren... als ik de kranten lees en

- 117 -
de berichten zo hoor, behaalt Duitsland de ene over- Zo spoedig de trein het Amstelstation naderde
winning na de andere. Dus daar moeten we het voorlo- stonden vader en ik op van onze plaats en begaven ons
pig maar op houden.” Ze knikten goedkeurend waarna naar het bordes, voorzichtig glurend of het tweetal ons
een van beiden doorging met de opmerking: „Weet u ook zou volgen. Maar dat gebeurde gelukkig niet, ze
wat het is meneer, er zouden veel meer mensen uit de bleven zitten als twee roofspinnen, belust op een vol-
bezette gebieden naar Duitsland gestuurd moeten wor- gende prooi.
den. Er lopen hier nog veel te veel slampampers rond Op het Amstelstation namen vader en ik af-
die niets uitvoeren en zich aan de opbouw van de nieu- scheid van elkaar. Hij keerde naar huis terug en ik ging
we orde onttrekken. Die moesten ze allemaal maar eens op m'n gemak met een omweggetje naar mijn vriendin
zo gauw mogelijk naar Duitsland sturen om een handje toe. Vader had ik het gezegd, dat ik afscheid ging ne-
mee te helpen aan de goede zaak.” En ineens, voor ik er men van haar omdat het nu wel geruime tijd zou duren
op verdacht was, richtte hij met een doordringende blik eer we elkaar weer zien konden. „Dat vrouwtje is toch
het woord tot mij en vroeg op brutale toon: „En hoe wel betrouwbaar, hè”, vroeg vader nog eens ten over-
staat het met u meneer, moest u nog niet naar Duitsland vloede. „Vertel haar maar niet tè veel... ze kan beter
toe in verband met de tewerkstelling?” Ik schrok me maar niet alles weten, je hebt het nu weer zojuist gezien
lam bij die impertinente vraag, voelde het klamme in die trein...!” Ik verzekerde vader ervan dat Betty voor
zweet in m'n halsboordje uitbreken. Vader gaf me on- 100% safe was en dat daar bij mij geen enkele twijfel
gemerkt met z'n elleboog een por in m'n zij en liet zich over bestond. Maar wel beloofde ik vader dat ik aan
lachend ontvallen: „Ze kunnen toch moeilijk alle man- haar geen naam en adres zou meedelen betreffende de
nen wegsturen... er moeten er ook nog voldoende over- plaats waar ik in Utrecht verblijf hield.
blijven om hier voor de Duitsers te werken, anders Op dezelfde tijd als gewoonlijk belde ik bij
wordt het in de bezette gebieden ook een janboel!” haar aan, ze zat reeds vol ongeduld op me te wachten,
„Maar wanneer u een oproeping krijgt... gaat u dan?” nieuwsgierig naar het resultaat van de reis. „Zó moet je
vroeg de andere met nadruk het woord tot mij richtend. altijd aan mij blijven denken, Piet... zoals ik er op deze
Ik had in die korte tijd een passend antwoord bedacht middag voor je heb uitgezien. Maar je zult me wel
en het leek me verstandig om met de wolven in het bos spoedig vergeten zijn als je eenmaal ver weg bent en
mee te huilen. Ik antwoordde dan ook huichelachtig: „Ik nieuwe mensen ontmoet. Wie weet wat voor lieve meis-
zou er wel graag heen willen als het zover is... het lijkt jes er nu op je weg komen!” 't Moest scherts verbeel-
me interessant toe om eens een kijkje te nemen in het den, maar ik proefde er de harde werkelijkheid uit,
Derde Rijk. Misschien duurt het niet zo lang meer eer besefte maar al te goed dat ze wel eens gelijk kon heb-
ik aan de beurt ben!” Ik had het puntje van m'n tong wel ben met haar voorspelling. Ze had het wel eens meer bij
willen afbijten om die loze woorden die ik gedwongen het rechte eind gehad toen ik in 1938 voor vier weken
was uit te spreken. Waarom kon je godverdomme die afscheid van haar nam om naar Putten te gaan!
vuile smeerlappen niet openlijk de waarheid in hun Ze kwam dicht naast me zitten op de leuning
smoel slingeren? Ze waren er natuurlijk op uit om je te van de fauteuil en vleide haar hoofdje tegen m'n schou-
betrappen op anti-Duitse gezindheid, op een verdachte der, terwijl ze zei: „Kun je je nu echt voorstellen dat dit
uitlating aan het adres van Hitler. Als ze ons zóver de laatste keer is dat we bij elkaar zijn, Piet? Ik kan het
gekregen hadden lag het voor de hand dat ze zouden bijna niet geloven en ik zal er aan moeten wennen dat ik
toeslaan; ze zouden vader en mij zonder vorm van voortaan zondagsmiddags alleen ben... Maar vertel nou
proces gearresteerd hebben. Ik wist dat die dingen eens gauw wat je gaat doen.” Ik vertelde haar al mijn
dagelijks gebeurden in treinen en openbare gelegenhe- wedervaren van deze dag en maakte haar deelgenoot
den. Ze hielden goddank na deze ontboezeming allebei van het goede nieuws dat ik voorlopig bij m'n oom en
hun bek dicht en wij bleven ook zwijgend naar buiten tante in Utrecht onderdak had gevonden. „Goddank
kijken en deden een schietgebedje dat de trein maar Piet, wat ben ik dáár blij om!” riep ze verheugd uit. Ze
heel spoedig aan het Amstelstation mocht zijn. Vader vond het ook een prachtige oplossing voor mij en in-
zei naderhand tegen me: „Als die trein ergens onderweg eens zag de toekomst er nu weer veel hoopvoller uit.
aan een tussenstationnetje gestopt had, was ik er beslist „Utrecht is toch niet zó ver hiervandaan, Piet... je zou
uitgegaan! Dat we nou juist tegenover twee van dat dan toch nog best af en toe bij mij kunnen komen op
boeventuig terecht moesten komen... Je ziet maar weer zondag. Je hoeft daar toch niet alle dagen opgesloten te
jongen hoe voorzichtig je zult moeten zijn in de trein en zitten?” zo stelde Betty voor. Ik had aan die mogelijk-
overal. Kijk morgen in godsnaam goed uit je doppen als heid nog niet eens gedacht. Wat kostte nu een retourtje
je naar Utrecht gaat en ga zo min mogelijk bij mensen Utrecht-Amsterdam? Dat zou me heus niet armer ma-
zitten die je niet vertrouwt... vermijdt onnodige ge- ken en het enige probleem bestond daarin dat ik
sprekken!” Nou, die goede raad had ik nauwelijks meer voortaan verantwoording schuldig was tegenover mijn
nodig, ik had m'n lesje meteen wel geleerd en ik zou in oom en tante. Als zij er bezwaar tegen hadden dat ik
de toekomst nog wel enkele malen te maken krijgen uitstapjes maakte naar buiten toe omdat ze bang waren
met een dergelijke vorm van provocatie! dat mijn veiligheid erdoor gevaar liep, zou ik me daar-

- 118 -
bij neer moeten leggen. Ik kon Betty dus nog niet vast gastheer. „Morgen in de loop van de dag”, zei ik, „ik
beloven dat ik af en toe overkwam, maar we spraken af heb dan nog voldoende tijd over om mijn koffer te
dat ik een kaartje zou sturen zo gauw als de gelegenheid pakken en een en ander te regelen.” „Weet u wat u
zich daartoe voordeed. Ons afscheid op die laatste moest doen?” stelde hij voor, „U breekt hier op zo
zondagmiddag van 1942 was niet zo dramatisch als de gauw u klaar bent met eten en keert naar huis terug.
week daarvoor toen we allebei dachten elkander mis- Wees nu niet bang, want er zal vannacht beslist niets
schien nooit weer te zien. Ik wist toen nog niets over de gebeuren, daar kunt u gerust uw hoofd op neerleggen in
naaste toekomst, alles leek nog even onzeker en hope- je eigen bed. 't Is maar voor één nachtje en er is geen
loos. Op deze middag leefde ik in de geruststellende cent risico bij! Verlaat dan morgen op een stil ogenblik
zekerheid dat alles wel goed zou komen nu ik een vaste het huis en loop met een omweg via de Maasstraat naar
verblijfplaats had gevonden. En het idee dat we elkaar het Amstelstation... dan ziet niemand u vertrekken!”
stellig binnen enkele weken weer op de oude vertrouw- En zo geschiedde het. Ik pakte tegen halfacht
de manier zouden ontmoeten maakte het afscheid voor de weinige spullen die ik hier had bij elkander, schudde
ons beiden wat lichter. Ze wenste me het allerbeste toe, mijn gastvrouw en gastheer hartelijk de hand en be-
terwijl ze met haar beide armen om me heengeslagen dankte hen voor de uitnemende zorg die ze aan mij
me langdurig kuste en haar opkomende tranen in be- besteed hadden. Op mijn vraag of ik hen nog iets ver-
dwang wist te houden. „Ik zal elke zondag op je wach- schuldigd was voor de genoten maaltijden, antwoordde
ten... ook al kom je niet en... vergeet me niet te schrij- mevrouw van der Linden bijna verontwaardigd: „Wel-
ven! En zet vooral geen afzender op je kaart!” voegde nee, natuurlijk niet, daar hoeft u mij absoluut niets voor
ze er waarschuwend aan toe. Ze ging met me mee tot in te geven, u zult uw geld nog hard genoeg nodig heb-
de portiek en na haar nog eenmaal heftig in m'n armen ben.” Maar ze was wel blij met een paar broodbonnen
genomen te hebben, vertrok ik door de reeds vallende en een vleesbon die moeder mij meegegeven had. Zulke
schemering. Bij de hoek keek ik nog even om... ze dingen waren in die tijd meer waard dan geld. Ik nam
stond er nog en wuifde me na totdat de duisternis haar me voor vader op te dragen om de volgende week maar
beeld aan mijn waarneming onttrok. Er schoot me een een boeket bloemen te laten bezorgen bij deze mensen,
brok in de keel nu ik besefte dat dit afscheid wel eens dat hadden ze best verdiend!
onherroepelijk zou kunnen zijn. Dat ik haar misschien Vader en moeder hadden me al zo half en half
werkelijk voorgoed verloren had. Tien jaren was ik met verwacht, ze waren dezelfde mening toegedaan als van
haar omgegaan, had van alles met haar meegemaakt, der Linden: dat er geen enkel onmiddellijk gevaar
lief en leed. Dat veegde je niet zomaar even van de dreigde en dat ik die nacht dus best thuis kon slapen.
tafel. Ze gaf blijk dat haar genegenheid voor me veel Die avond was er een bijna feestelijke stemming bij ons
meer was dan die van een vriendin... ik moest al die in huis, hoe onwaarschijnlijk dat ook moge klinken. De
jaren wel iets voor haar betekend hebben. Ik wilde aan gedachte dat ik een vertrouwd en prettig tehuis had
haar blijven denken, wat voor veranderingen er in m'n gevonden, gevoegd bij de verwachting dat nu alles wel
leven van nu af aan ook mochten komen. Ik nam me op z'n pootjes terecht zou komen, hadden tot algemene
voor trouw aan haar te blijven in de komende tijden, de opluchting geleid. We lieten ons niet platslaan door de
gedachten aan haar zouden me stellig moed en steun moffen! Vader zei dadelijk: „Ik ga de buren boven
geven bij alles wat me nog te wachten stond. vanavond uitnodigen... we gaan er een gezellige af-
Het liep tegen vijven toen ik bij van der Lin- scheidsavond van maken!” De Mellinks waren dadelijk
den op de Noorder-Amstellaan aanbelde. Bijna was ik bereid om te komen. In die donkere dagen was het
in gedachten door gesjeesd naar m'n eigen huis, uit gewoon een uitkomst om met buren gezamenlijk de
gewoonte, maar ik bedacht me nog bijtijds. Ik hoopte avonden wat op te vrolijken. Er werden dan wat kaart-
maar dat ze een ferme hap eten voor me hadden be- spelletjes gedaan en over de oorlog gekletst. En zo ging
waard want ik rammelde nu opeens van de honger na het die laatste avond ook. Meneer Mellink keek me
deze lange dag vol spanning. Mevrouw van der Linden eens lachend aan en zei laconiek: „Ik heb het altijd al
had alvast een hoek van de tafel voor me gedekt en vermoed dat je niet naar Duitsland ging... ik heb daar
alvorens ik m'n verhaal over de wederwaardigheden een fijne neus voor! Jullie hebben gelijk om het niet aan
van die dag ging vertellen, moest ik eerst maar eens op de grote klok te hangen en als ik ooit eens iets voor je
m'n gemak aanvallen op de dis. Ze had heerlijk ge- kan doen, laat het me dan weten!” We hadden in die
kookt, soep vooraf en een ruime portie spruitjes met oorlogstijd hele fijne buren aan de familie Mellink.
een lekker stuk vlees erbij en pudding toe. Ik deed het Meneer Mellink sprak z'n gegronde vrees uit dat ook
maal alle eer aan. Maar al etende gaf ik reeds gehoor zijn beide zoons binnenkort wel eens voor dezelfde
aan hun nieuwsgierigheid hoe het onderhoud in Utrecht problemen zouden komen te staan. Ton en Wim stu-
wel verlopen was. Het deed hen verbazend veel genoe- deerden nog allebei en Ton, die halverwege de militaire
gen te horen dat ik geslaagd was en dat ik nu voorgoed dienst in de meidagen van 1940 krijgsgevangene was
een uitstekend onderkomen bij mijn familie had weten gemaakt, liep veel kans dat de Duitsers hem opnieuw in
te vinden. „Wanneer gaat u definitief?” vroeg mijn krijgsgevangenschap zouden nemen wanneer het verzet

- 119 -
in Nederland steeds groter omvang aannam. Daar zaten gendeel, nacht aan nacht trokken nu de duizenden geal-
ze wel erg over in. Wim liep eveneens grote kans om lieerde bommenwerpers nagenoeg ongehinderd over
gevorderd te worden voor werk in Duitsland. De Mel- ons land naar het oosten om er de industriegebieden op
links die uit Gendringen afkomstig waren hadden in de genadeloze wijze te bestoken. Dat kon toch immers
Gelderse Achterhoek veel boerenfamilie. Hij vertelde nooit lang meer duren? Nee, let maar eens op... volgend
ons dat hij reeds nu al bij voorbaat plaatsing had ge- jaar zit jij weer veilig in je eigen huis en is de oorlog
zocht voor hen beiden op een boerderij waar ze veilig voorbij! Het was hartverwarmend om je aan al die
konden worden weggemoffeld. Misschien was daar optimistische voorspellingen te kunnen vastklampen.
voor mij ook wel ergens een plaatsje vrij. We brachten Het gaf je weer moed en vertrouwen, het hielp je over
de avond gezellig door met simpele kaartspelletjes, je angsten heen en maakte de weg naar de uiteindelijke
terwijl de buurvrouw gezorgd had dat er een pot echte bevrijding makkelijker om te gaan. God beware ons als
geurige koffie op de tafel kwam. Hartelijk namen we we toen geweten hadden wat er nog voor ons in het vat
afscheid van elkaar aan het slot van de avond nadat ze verborgen zat. Het was maar goed dat we geen blik in
me allemaal heel veel geluk hadden toegewenst en een de toekomst konden werpen... we zouden verbijsterd
spoedig weerzien in een bevrijd Nederland. Maar er zijn geweest van ontzetting! Die nacht sliep ik voor het
zou nog heel veel water door de Rijn moeten spoelen eerst weer ongestoord in m'n eigen bed. Het was de
eer dáár sprake van was. Wat hadden we elkaar op deze laatste nacht hier in dit huis. Hoelang mocht het duren
avond weer een hoop moed en optimisme aangepraat! eer ik er weerkeerde?
Het zag er slecht uit voor de moffen... nog even volhou-
den en het Derde Rijk stortte ineen. Het kòn gewoon
niet anders dat de Duitsers de oorlog moesten verliezen.
In Rusland leden ze zware verliezen en ook in de lucht
waren de Nazi's allang niet meer oppermachtig, inte-

Hoofdstuk 15

Een nieuw leven tegemoet


Maandag 14 december 1942 diegenen die het hadden laten afweten en dat ze met de
bekende Duitse „Gründlichkeit” al op weg waren om
Over de gebeurtenissen in die laatste twee weken van die „verdammte Holländer” van huis te halen? We
het bewogen jaar 1942 zal ik in dit slothoofdstuk me wisten het niet, maar we waren op ons hoede voor een
beperken tot het geven van een samenvattend verslag. dergelijke ingreep. Vader zei: „Als er nu gebeld wordt,
Ik kreeg in die korte periode veel nieuwe indrukken te doen we niet dadelijk open... jij gaat dan meteen naar
verwerken, moest me duchtig aanpassen aan de totaal boven en smeert 'm het dak op door het raam aan de
veranderde levensomstandigheden en werd daardoor achterkant. Probeer je dan te verbergen op het plat
dusdanig in beslag genomen dat de dagen die er in dat achter een schoorsteen!” Gelukkig werd er die morgen
jaar nog restten als in een ademtocht schenen te ver- niet éénmaal gebeld, maar je zat toch voortdurend in
vliegen. Maar laat ik nog even blijven stilstaan aan de spanning. Moeder was druk bezig met mijn koffertje in
dag van mijn vertrek uit huis. te pakken, ze had een flinke voorraad schoon onder-
De morgen van die maandag verliep in een goed en pyjama’s er bij gedaan. De rest van mijn kleren
sfeer van onrust. Waren we de avond tevoren nog zelf- zou ik later wel ontvangen. Zelf had ik nog wat muziek
verzekerd geweest dat er niets gebeuren kon, bij het uitgezocht waaraan ik voorlopig voldoende stof tot
aanbreken van de volgende dag groeide toch weer de musiceren kon beleven. Vader zou later nog wat meer
angstige verwachting dat de moffen op het meest on- muziek komen brengen. Eindelijk was alles met de
verwachte ogenblik voor de deur konden verschijnen meest noodzakelijke attributen in de kleine handkoffer
om me op te halen. De datum van vertrek naar Duits- verdwenen en stond ik klaar om te kunnen vertrekken.
land was nu al geruime tijd verstreken, zowat iedereen Maar het was nog veel te vroeg. Ik had met tante Mien
moest nu allang afgereisd zijn en op de bestemde plaats afgesproken dat ik niet eerder dan halfvijf op de Willem
gearriveerd. Alleen ik zat hier nog rustig! Was ik de Arntszkade zou verschijnen en het leek me het verstan-
enige? Was het niet mogelijk dat de Grüne Polizei of de digst toe dat ik me aan die afspraak hield. Vader kwam
S.D. al druk doende was om lijsten op te stellen van al op het voortvarende idee om nog gauw even een brief-

- 120 -
kaartje te schrijven. Hij schreef er zoiets op van „dat ie gezellige visites bij de firma Spitzers op de Oude
het bewuste boek tot z'n grote genoegen in goede orde Gracht die de schilderijtjes en de bijbelteksten in bonte
had ontvangen, Hartelijk bedankt!” Die briefkaart kleuren leverde voor de „Boeren” in Zuid-Afrika. En
moest ik meenemen en niet eerder op de bus in Utrecht ook niet te vergeten de boeiende bezoeken aan het
doen aleer ik veilig en wel bij oom Wim en tante Mien atelier van de grafische kunstenaar Frans van Noorden
was aangekomen. „Dan weten we tenminste zeker dat op de Laan van Minsweerd. Menige fraaie tekening of
je onderweg niet bent aangehouden... dan zijn moeder achteloos door van Noorden gepenseeld schilderstukje
en ik helemaal gerust gesteld als we die kaart morgen of had de oude heer daar in de wacht mogen slepen in ruil
zo hier terug krijgen.” Voorts had ik ook al mijn bon- voor een belangrijke opdracht voor het illustreren van
kaarten voor de levensmiddelen in een enveloppe bij een boek voor Zuid-Afrika. Dit alles speelde mij door
me en niet te vergeten m'n hele hebben en houwen aan de gedachten toen ik m'n weg vervolgde langs het stuk-
kapitaal tot een slordig bedrag van ± ¦ 800,--, verdeeld je Oude Gracht in de richting van de Hopakker. Die
in kleingeld dat we gewisseld hadden in briefjes van weg was ik nimmer vergeten, ook al had Utrecht de
tien en vijfentwintig. Dat was ergens „linke soep” om slechte reputatie dat je er zo makkelijk de weg kwijt-
met zoveel geld op zak onder deze niet van gevaar raakte. En temidden daarvan troonde nog altijd het
ontblote omstandigheden op reis te gaan. Later besefte machtige silhouet van de Domtoren... die kon je ge-
ik pas goed hoe onverstandig we daarmee eigenlijk woonweg niet uit het oog verliezen!
hadden gehandeld. Wanneer ik door een noodlottige Het was precies halfvijf toen ik op de Willem
samenloop van omstandigheden in handen van de Arntszkade verscheen en aanbelde. Tante Mien had al
Gestapo was gevallen, zou ik al mijn geld stellig kwijt naar me staan uitkijken en verwelkomde me heel harte-
zijn geraakt! lijk met de woorden: „Goddank dat je er bent... is alles
Naarmate het middaguur verstreek werd het goed gegaan en heb je onderweg geen moeilijkheden
wachten bijna een obsessie, traag kropen de wijzers van gehad?” Ze ging dadelijk verse thee zetten en begon
de klok voort. „Zou je nu maar niet gaan... je kunt toch onderdehand de gordijnen te sluiten en de verduistering
maar nooit weten!” zei moeder. De trein die ik uitge- aan te brengen. „Oom Wim zal zo aanstonds ook wel
zocht had vertrok om kwart voor vier van het Amstel- thuiskomen tegen vijf uur, dan kunnen we gezellig
station. Het was drie uur geworden... ik was het wach- samen thee drinken voor we gaan eten!” Ik kon haar
ten nu meer dan zat. De grond hier brandde me onder gerust stellen dat mijn reis goed verlopen was en verze-
de voeten en ik zou het ogenblik zegenen dat ik bij de kerde haar nog eens nadrukkelijk hoe blij ik was dat ik
ten Bouwhuyzen veilig en wel in huis zat. Ik trok m'n hier in huis was gekomen en hoe opgelucht ik was dat
jas aan en pakte de koffer beet. Sloeg m'n armen om er een eind aan de onzekerheid van de laatste dagen
moeder heen (dat gebeurde haast nimmer, we waren was gekomen. „We zullen het best gezellig hebben met
van huis uit niet zo sentimenteel!) en kuste haar harte- ons drietjes, Wim en ik zitten hier ook maar de meeste
lijk ten afscheid. Vaders stem stokte in de keel toen hij tijd alleen en daarom hebben we tegen elkaar gezegd:
me krachtig de hand drukte en me nog eens ten over- laat die jongen maar gerust hier in huis komen... dat
vloede op het hart drukte toch vooral goed uit te kijken vrolijkt ons leven tenminste nog een beetje op!” Er was
onderweg en voorzichtig te zijn! „We komen je spoedig dus geen twijfel aan dat ik werkelijk welkom was bij
opzoeken in Utrecht... laat oom Wim schrijven als je hen, ik geloof zelfs dat ze mij een weinig beschouwden
nog iets nodig hebt!” riep hij me achterna. Stil als een als de „verloren zoon” die eindelijk weer na jaren huis-
dief in de nacht sloop ik de trap af en stond weldra op waarts was gekeerd! Dat gaf me toch ook wel een pret-
straat, wandelde rustig met een omweg door de Maas- tig gevoel, ik zat niet bij vreemden en het maakte dat ik
straat in de richting van het Amstelstation, het koffertje hier spoedig geheel ingeburgerd zou zijn. Klokke vijf
achteloos meezeulend.... verscheen mijn oom en riep van uit de trap naar boven
De reis naar Utrecht verliep zonder inciden- terwijl hij z'n fiets aan de „haak” hing: „Is ie er al?”
ten, de trein was betrekkelijk stil en ik vond een rustig hetgeen door tante Mien opgetogen bevestigd werd. We
plaatsje bij mensen die er niet naar uitzagen dat ze veel dronken gezellig thee tezamen en terwijl tante Mien in
kwaads in de zin hadden. Ook in Utrecht kon ik zonder de keuken de avondmaaltijd ging bereiden, zetten oom
enig ongemak het station verlaten, er was geen controle Wim en ik onze eerste „boom” op. En waar zou het
aan de uitgang op persoonsbewijzen of de inhoud van onderwerp anders over gaan dan over de oorlog en de
koffers. En zo wandelde ik dan plotseling door die precaire omstandigheden waarin ik was komen te ver-
geheel andere stad waar ik van nu af aan mijn vaste keren? Er zou tussen ons beiden nog heel wat afgepraat
domicilie zou hebben. Voor 't ogenblik was het alle- worden in de weken van mijn verblijf hier. Oom Wim
maal nieuw voor me en toch ook weer ergens overbe- was een bijzonder onderhoudend causeur, had enorm
kend uit een voorbije tijd. Ik kende Utrecht maar al te veel gelezen en we zaten dan ook nimmer om een on-
goed uit de dagen dat we er dikwijls kwamen, vooral in derwerp verlegen. Tante Mien had ter ere van mijn
de vakanties. Hoe vaak was ik niet met vader mee ge- komst een waar feestmaal aangericht en ik moet zeg-
weest als hij er zijn zakenrelaties ging bezoeken, de gen: ze had verrukkelijk gekookt en voor het eerst na al

- 121 -
die spannende dagen at ik weer eens echt met smaak. niet over praten.” „En hoe staat het met uw buren hier
Na het eten hielp ik tante Mien in de keuken met de op de kade? Zijn daar soms N.S.B.-ers onder?” vroeg ik
afwas, een taak die mijn oom tot nu toe steeds op zich belangstellend. Tante Mien stelde me gerust met de
had genomen maar die hij nu graag aan mij wilde over- verzekering dat alle mensen in de omgeving safe waren.
laten. Ik vond het een prettig idee dat ik me ten nutte Ik zou spoedig wel kennismaken met een paar families
kon maken bij hen, ze moesten ook maar wat gemak waarmee ze regelmatig contact onderhielden en voor
van mij ondervinden! Oom Wim kon nu wat langer zijn die mensen kon ze haar hand in het vuur steken. „Ik zal
traditionele slaapje na het eten doen op de divan in de je nu ook gelijk maar de huissleutel overhandigen, want
achterkamer. het is prettiger wanneer je hier altijd vlug naar binnen
Die avond, voor het slapen gaan, werd uitvoe- kunt gaan of wanneer ik eens niet thuis mocht wezen”,
rig aandacht besteed aan het bespreken en plannen zo besloot ze.
maken betreffende mijn verblijf hier en de wijze waar- Zo hadden we alle problemen onder de loep
op ik mijn tijd zou gaan zoekbrengen nu ik geen vaste genomen en wanneer er niet iets heel uitzonderlijks
bezigheden meer had. Ik stelde hen voor dat ik voortaan mocht plaatsvinden zou ik het hier best naar m'n zin
bepaalde taken op mij zou nemen hier in huis. Ik zou hebben en voorlopig wel veilig zijn voor de achtervol-
bijvoorbeeld wat boodschappen kunnen doen in de gingswaanzin van onze „beschermers”, zoals oom Wim
buurt en verder de karweitjes waar mijn geachte oom de moffen placht te noemen. Tegen kwart voor negen
wel de voornemens voor koesterde maar die nimmer op deze avond verdween m'n geachte oom in de achter-
een daadwerkelijk besluit vonden. Nou, daar wist tante kamer en deed de schuifdeuren zachtjes dicht om te
Mien al meteen een hele reeks van op te sommen en ik voorkomen dat er licht naar buiten kon schijnen. „Ik ga
kreeg terstond al een paar opdrachten voor de komende even naar de Engelse radio luisteren of er nog wat
dagen! Dan zei oom Wim plotseling: „En, jongeman, nieuws is”, lichtte hij toe. Het was een ritueel dat hij
hoe staat het met je Engels? - Doe je daar nog wel eens trouw elke avond afwerkte. Hij luisterde dan in het
iets aan of heb je er de laatste jaren geen tijd meer voor donker met behulp van een koptelefoon naar de origine-
kunnen vinden?” Ik moest bekennen dat ik mijn engelse le Engelse uitzending van de B.B.C., uiteraard dus in de
studie wel een beetje had laten slabakken maar dat ik er Engelse taal. Hij vond die berichten meer betrouwbaar
naar mijn idee voldoende aan overgehouden had om er dan de uitzending die Radio Oranje vroeger op de
bij m'n dagelijks werk profijt van te trekken. „'t Zou een avond uitzond in het Nederlands. Daarna dronken we
mooie taak zijn hier als je er eens mee doorging... je nog een kopje koffie en werd het zo langzamerhand tijd
hebt er nu een prachtige gelegenheid voor gekregen en om naar bed te gaan. Vermoeid en wat roezig in het
je kunt er je dagen mee vullen. Ik wou voorstellen om je hoofd van al het gepraat dook ik onder de frisse lakens
een of twee maal per week les te geven. Ik heb een van het logeerbed en viel tot mijn eigen verwondering
nieuwe methode in huis gekregen om Engels te leren, achteraf onmiddellijk in een vaste slaap. In dit stille
proefexemplaren en het lijkt me een interessant idee om buitenbuurtje drong nauwelijks enig gedruis van buiten
jou hiervoor als proefkonijn te gebruiken. Voel je daar door, er heerste een verademende stilte. Ik sliep een gat
iets voor?” Nou, ik vond dat een schitterend voorstel en in de dag en werd pas helemaal goed wakker toen mijn
ging er dadelijk gretig op in. Uiteindelijk was oom Wim oom al lang op was en onder aan de trap riep dat ie weg
buiten zijn functie bij de Nederlandse Spoorwegen ook ging naar z'n bureau. Het nieuwe leven was begonnen!
nog leraar M.O. Engels. Vroeger had hij altijd privé
lessen aan huis gegeven en nagenoeg de hele familie
had Engelse les van hem genoten. Dat was dus afge-
sproken en we zouden dadelijk al van deze week er een Het zou een beetje eentonig worden om al die kleine en
begin mee maken. Restte nog een paar vragen, aller- wat onbeduidende voorvalletjes te gaan beschrijven die
eerst wat we tegen oom Frans moesten zeggen als hij mijn leven vulden in de weinige dagen die er nog over-
me hier aantrof. Oom Wim was daar niet zo bezorgd bleven van het jaar. Wat ik wel voorop moet stellen en
over, hij was er van overtuigd dat zijn zwager de waar- wat voor mij toen uiterst belangrijk mocht heten was
heid ten volle zou aanvaarden... zolang hij er zelf maar het feit dat de verhouding tussen mij en m'n oom en
niet bij betrokken hoefde te worden. „Dat hij ons zal tante buitengewoon hartelijk genoemd mocht worden.
verraden, acht ik volkomen uitgesloten. Daar is Frans Ze behandelden mij alsof ik hun eigen zoon was, lieten
de man niet naar!” meende oom Wim. „Dini, het meis- me uitermate vrij in al mijn doen en laten. Ik kon weg-
je, hoeft het beslist niet te weten. We laten haar in de gaan wanneer me dat zinde, maar ik van mijn kant
waan dat je hier gewoon gelogeerd bent en dat je ergens zorgde er voor dat mijn tante nimmer in ongerustheid
voor studeert”, besliste tante Mien. „Ze is er alleen behoefde te verkeren doordat ik te lang wegbleef. Ik
maar in de morgenuren en wanneer ze hier in de kamers kwam haar zoveel mogelijk tegemoet in al haar wensen.
bezig is met de schoonmaakbeurt kun jij rustig boven Ik nam haar veel werk uit de hand met het doen van
op de studeerkamer van oom Wim gaan zitten werken, bepaalde boodschappen die nogal ver uit de buurt la-
dan lijkt het allemaal heel echt en dan zal ze er verder gen, zoals de regelmatige gang naar het befaamde

- 122 -
Utrechtse Kaashuis achter de Jacobikerk, of het halen zelfs een soort tweede toevluchtsoord voor me en daar
van bonkaarten, het bestellen van kolen en de wekelijk- voelde ik me net zo thuis als bij oom en tante. Uit de
se bestelling van brood bij een klein bakkertje op het gesprekken die ik met de heer Jonassen voerde kreeg ik
Lauwerecht, een smal straatje dat ik al ras wist te vin- geleidelijk aan een dieper inzicht van de rol die hij in
den via het Zwarte Water en de Draaiweg en dat wel het verzet tegen de moffen op een uiterst geraffineerde
iets vergelijkbaars had met onze Amsterdamse Jordaan. wijze speelde. Hij kon daar heel smakelijk over vertel-
Vooral dat brood was een belangrijke aangelegenheid. len, maar toch op zó'n manier dat je helemaal niet de
Mijn tante had op zolder een flinke zak met rogge staan, indruk kreeg dat hij overdreef. Integendeel, wat hij er
ongemalen en het was nu mijn taak om iedere week een over kwijt wou tegen ons was zeer waarschijnlijk nog
hoeveelheid roggekorrels te malen in een oude koffie- maar een klein tipje van de omvang van zijn listig ge-
molen, voldoende om er een heel brood van te laten voerde machinaties waarmee hij de Duitsers dagelijks
bakken. Ze had dat tot nu toe steeds zelf moeten doen om de tuin leidde. Jonassen beheerde namelijk het
en vond dat maar een zwaar karwei. Ze was maar al te bureau bij de N.S. voor de samenstelling „Buitenlandse
blij dat ze daar nu voortaan van af was. Dat bakkertje Treinen”. Nu viel het ganse Spoorwegbedrijf in die tijd
aan het Lauwerecht wist van dat roggemeel nog een natuurlijk onder het Duitse militaire apparaat, dat wil
voortreffelijk brood te bakken dat een ruime aanvulling zeggen dat de Duitsers de dienst uitmaakten en dicteer-
betekende op het karige broodrantsoen. den hoe de treinen zouden rijden en waarheen. Daartoe
Voor 't overige was de sfeer in huis bijzonder hadden ze op alle vitale afdelingen „Verwalters” aange-
gezellig, dat was een kunst die tante Mien zeer goed steld, meestal Duitse officieren die niet in aanmerking
verstond. Ze was al dadelijk begonnen met al haar kwamen voor de normale krijgsverrichtingen. Die lui
legpuzzels voor de dag te halen en dat waren er wel een hadden echter de ballen verstand van het ingewikkelde
paar honderd, grote en kleine. Ze had daarvoor een spoorwegbedrijf en moesten daardoor noodgedwongen
aantal kartons aangeschaft van uiteenlopend formaat en geheel en al varen op het kompas van de Nederlandse
daarop werden de pronkjuwelen dan uitgelegd en voor beroepsmensen. Het ellendige van de baan die Jonassen
onbepaalde tijd bewaard tot ze er genoeg van kreeg en had was dat hij op gezette tijden moest zorgen dat er
de boel weer opruimde in de doos. Dus toog ik ook goederentreinen beschikbaar waren voor geheimzinnige
braaf aan 't puzzelen voornamelijk op de dagen dat het transporten naar Duitsland. Het duurde niet lang eer
weer buiten weinig aanlokkelijk was om de deur uit te Jonassen erachter kwam wat die transporten inhielden,
gaan. 's Morgens dronken we gezamenlijk koffie en de goederentreinen vervoerden behalve de massa gesto-
altijd had ze er iets lekkers bij, al was het maar een len goederen, voedsel et cetera ook van tijd tot tijd
flinke plak ontbijtkoek dik met roomboter besmeerd. Ik joden uit Nederland naar de vernietigingskampen in
had al gauw in de gaten dat mijn tante niet onaanzien- Bergen-Belsen, Auschwitz en hoe die inferno's nog
lijke voorraden levensmiddelen had aangelegd en daar meer mochten heten. Het hoeft geen betoog dat de
uit putte alsof 't niet òp kon! Dat ze mij daarvan royaal goede man daar menigmaal door met zichzelf in conflict
liet mee profiteren was wel een overtuigend bewijs van kwam en vaak op het punt stond z'n baan er maar aan te
haar gulle gastvrijheid. Het bezwaarde me soms wel geven. Hij stond dan ook onder grote druk; weggaan
eens en kon dan niet nalaten haar daarop te wijzen, betekende een gewisse arrestatie voor hem met als
maar dan merkte ze luchthartig op: „Ben je mal... als 't gevolg dat de Duitsers het vervoer helemaal zelf voor
op is zien we wel weer verder en jij verdient het heus hun rekening zouden nemen. En hier begint nu het spel
wel met alles wat je voor me doet!” dat Jonassen met de moffen ging spelen, het touwtrek-
Al kort na mijn komst in Utrecht maakte ik ken om wie er z'n zin zou krijgen en waarbij Jonassen
kennis met de familie Jonassen. Het eerste met me- kans zag van tijd tot tijd aan het langste eind te trekken!
vrouw Jonassen, ze verscheen al de volgende morgen Kwamen die Duitsers op een onverwacht ogenblik bij
vroeg bij tante Mien op de koffie. Een kleine, levendige Jonassen binnenvallen op diens kantoor met de op-
vrouw van Amsterdamse origine, dat was aan haar dracht: Herr Jonassen, wilt u er voor zorgen dat er
spraak tenminste duidelijk te horen. Maar ze bleek een aanstaande donderdag om 7 uur 's morgens een trein
hart van goud te hebben zoals ik al spoedig zou erva- met 40 goederenwagons rijklaar staat op perron dit of
ren. Tante Mien wond er geen doekjes om en vertelde dat, dan hief Jonassen met een wanhopig gebaar zijn
haar zonder omwegen hoe de vork in de steel zat wat handen ten hemel en kreet uit: „Maar heren... dat is
mijn aanwezigheid hier ten huize betreft. Er werd onmogelijk, al zou ik nog zo graag willen, ik weet niet
meteen een afspraak gemaakt dat we aanstaande waar ik die 40 wagens vandaan moet halen... ik heb ze
woensdag des avonds op visite zouden komen met z'n niet. Al het beschikbare materieel bevindt zich in uw
allen. Jonassen was blijkbaar een van oom Wim's beste land!” Dan begon zo'n Duitser te vloeken en te schel-
collega's en ik kwam er dan ook al heel gauw achter dat den, dat ie daar niks van begreep en dat er toch nog pas
meneer Jonassen een uitzonderlijk en beminnelijk mens kort geleden een groot aantal wagons terug was geko-
was waarmee ik binnen zeer korte tijd heel dik bevriend men in Nederland. Jonassen weer: „Daarvan is meer
raakte. Hun prachtige huis in de Melis Stokestraat werd dan de helft defect geraakt en op 't ogenblik op de repa-

- 123 -
ratiewerkplaats, heus, ik kan u nu niet helpen!” Ze het feit dat ik in de laatste paar weken maar weinig had
begonnen te dreigen en eisten bewijzen van hem. Nou, kunnen studeren, werd het voorspelen op deze avond
daar kon meneer Jonassen wel mee voor de dag komen! een prettig succes. Ik mocht in het vervolg zo vaak bij
Hij wist telkens zó te manoeuvreren met dat rollend hen komen overdag om mijn studie bij te houden als ik
materieel dat de meeste wagens zich verspreid bevon- maar wilde, een uitnodiging die ik dankbaar aanvaard-
den over een uitgebreid aantal emplacementen door het de. „En denk er om... je komt iedere week een avond
hele land. Als er ook maar iets haperde aan zulke goe- hier voor ons allemaal spelen, hoor!” zo nodigde me-
derenwagons stuurde hij ze door naar de Centrale neer Jonassen me vol enthousiasme uit, Aan gezellig-
Werkplaatsen waar ze weken en maanden „zoek” raak- heid ontbrak het daar geenszins en het was dan ook niet
ten. Of het heette dat er geen materialen meer voorradig verwonderlijk dat oom en tante en ikzelf pas kort na
waren om de reparaties uit te voeren. Op die manier twaalven thuis kwamen. We behoefden hier niet zo
ging er verbazend veel tijd overheen eer zo'n trein bang te zijn dat we de spertijd overtraden, de Melis
eindelijk beschikbaar was. Wat hij er mee bereikte wist Stokestraat was nog geen honderd meter van ons huis
Jonassen zelf ook niet precies, maar hij ging van de verwijderd.
gedachte uit dat elke vertraging met die goederentrei-
nen uitstel van executie betekende voor de honderden De volgende dag, op donderdag 17 december,
joden die voorbestemd waren om er mee naar hun ge- bracht ik des middags een bezoek aan de tekenaar Frans
wisse dood vervoerd te worden. Merkwaardig genoeg van Noorden op de Laan van Minsweerd. Het leek me
kon Jonassen in het privéleven verbazend goed op- niet ongedienstig om met deze man voorzichtig in con-
schieten met die Duitsers, hij schroomde dan niet om tact te komen waar het de positie betrof waarin ik thans
hen ongezouten de waarheid te zeggen over wat er in de verkeerde. Hij had nogal wat relaties met diverse druk-
Duitse kampen gebeurde. Ze slikten het allemaal van kerijen in de Domstad en ik hield het niet voor onmoge-
hem en als hij het al te bont maakte met z'n beweringen lijk dat hij in staat was om mij op de een of andere
kreeg hij wel eens van zo'n Duitser te horen: „Herr manier hier clandestien aan werk te helpen. Nou, die
Jonassen, wat u daar allemaal vertelt is voldoende om u mensen keken verbazend vreemd op toen ik daar zo
te laten arresteren!” Maar ze deden het nooit, zelfs niet onverwacht bij hen binnenstapte, ze hadden me dan ook
als Jonassen brutaalweg de draak met ze stak... ze wis- in geen jaren meer gezien, maar hun hartelijke ont-
ten ook wel beter... maar Befehl is Befehl van hoger- vangst was er dan ook niet minder om. Hij nam me
hand en daarom moesten die treinen er komen! dadelijk mee naar boven op z'n atelier waar ie druk
De eerste avond dat wij bij de familie Jonas- doende was met het maken van een kerststal voor een
sen op visite kwamen liet een buitengewoon prettige boekwinkel in de Bakkerstraat. Nadat ik alles zo een
indruk bij mij achter. Ze hadden twee zoons, Jan, de poosje bewonderd had en rondgeneusd in al z'n artistie-
oudste, werkte op een kantoor en Theo, zijn veel jonge- ke verzamelingen prenten en tekeningen, begon ik
re broer was nog op de middelbare school. Jonassen voorzichtig te sturen in de richting van het doel van
zelf was een fervent boekenverzamelaar. Zijn hele huis mijn komst. Hij had natuurlijk al lang begrepen dat er
bezweek letterlijk onder de karrevrachten boekwerken. wat bijzonders met me aan de hand was, getuige het feit
Hij kocht ze allemaal nieuw en daarvoor bracht ie min- dat ik zo maar op een doordeweekse dag na jaren was
stens éénmaal in de week een bezoek bij de grote boek- komen binnenvallen. Dat die mensen safe waren stond
handelaren in de binnenstad van Utrecht. Soms had hij als een paal boven water, dat had ik al terstond bemerkt
wel rekeningen van ¦ 60,-- in de maand aan boeken. De aan zijn uitlatingen over het huidige wereldgebeuren. Ik
meeste werken gingen over kunst en muziek, hij bla- kon hem dan ook zonder schroom in vertrouwen nemen
derde ze alleen maar door, lezen deed hij ze zelden, het over alles wat me overkomen was. Hij toonde zich
verzamelen was voor hem de enige werkelijke drijfveer. bijzonder geïnteresseerd in mijn verhaal en hij ging er
Nu was Jonassen bovendien ook een groot muzieklief- helemaal voor op z'n gemak bij zitten om te weten wat
hebber en binnen vijf minuten nadat ik er de voet over nu wel mijn verdere plannen waren. Hij beloofde me
hun drempel had gezet wist ik al terstond dat hij een oprecht z'n best te zullen doen met het vinden van een
uitgesproken „orgelmaniak” was. Er was geen beroemd of ander baantje al zou het volgens hem hier in Utrecht
orgel in Nederland of hij had het minstens eenmaal niet makkelijk zijn. „Als je nou katholiek was, joh, dan
gehoord. Hij sjouwde dan ook regelmatig alle orgelcon- zou ik je makkelijk bij de Fraters kunnen onderbrengen
certen af die er in de Domstad gegeven werden gedu- aan de kloosterschool, daar is een afdeling voor de
rende het zomerseizoen. Hij stelde me dan ook belang- grafische vakken en je zou er les kunnen geven. Maar
rijke evenementen op dat gebied in het vooruitzicht. Ik ja, daarvoor moet je dan wel katholiek zijn...”, liet hij er
had wat muziek meegenomen en nauwelijks waren we glimlachend op volgen. Hij wist drommels goed dat wij
gezeten en had moeder Jonassen de koffie op tafel ge- alles behalve roomsgezind waren en het had mij altijd
bracht of er werd me verzocht om iets ten gehore te verbaasd dat m'n oude heer de vriendschappelijke be-
brengen. De piano was een prachtig instrument van trekkingen met deze mensen zo vast in stand had weten
klasse en gelukkig kortelings goed gestemd. Ondanks te houden. De van Noordens waren fijn katholiek, maar

- 124 -
ze hadden gelukkig niet dat fanatieke dat in die jaren zo feestdagen voorbij waren om een definitieve afspraak te
algemeen geldend was voor deze besloten gemeen- maken. En met die afspraak nam ik hartelijk afscheid
schap. Als kunstenaar behoorde van Noorden tot de van de van Noordens.
meer verlichte geesten, hij tilde niet zo zwaar aan al de
taboes en de strenge zeden van zijn geloof. Van kerke- Er braken nog drukke en gezellige dagen aan
lijke zijde kreeg hij veel opdrachten voor het schilderen ten huize van mijn oom en tante. Op 22 december was
van bijbelse taferelen in de nieuw gebouwde kerken in oom Wim 40 jaar in dienst bij de Nederlandse Spoor-
Utrecht. Er waren absolute meesterwerken onder, ik wegen en die dag zou niet ongemerkt voorbijgaan. Mijn
had vaak genoeg de ontwerpen op kleine schaal op z'n tante had mij opgedragen om bloemen te bestellen en ik
atelier mogen bewonderen, er straalde een grote devotie wilde daar graag mijn aandeel in bijdragen. De bloe-
uit de figuren op z'n voorstellingen en ze waren mees- men moesten van een goed en gerenommeerd adres
terlijk weergegeven. Maar van Noorden ontzag zich komen, evenals de feestwijnen en het gebak voor de
evenmin om zich van tijd tot tijd te „bezondigen”, zoals receptie. Alhoewel ik niet zo ervaren was in dat soort
ie 't zelf schertsend noemde, met het schetsen van we- van zaken, volbracht ik mijn opdrachten toch tot aller
reldlijke taferelen uit het rosse leven die hij bij wijze voldoening. Het werd dan ook een zeer drukke dag
van alternatief in de warme buurten van Amsterdam waarbij ik met tal van collega's en vrienden van de ten
opdiepte. Daar waren echte juweeltjes onder en we Bouwhuyzen kennis maakte. Wel hadden we daarvoor
hadden er thuis een aan de muur hangen die mijn vader nog even krijgsraad gehouden wat mijn oom en tante
telkenmale de verzuchting deed slaken: „van Noorden... met mij moesten aanvangen op die dag. Kon ik mij
dàt soort dingen moet je vaker maken, hou toch eens op openlijk vertonen aan al die mensen die op bezoek
met dat schilderen van al die heiligen!” Vader en hij zouden komen? Oom Wim opperde dat er geen enkele
lagen herhaaldelijk met elkander overhoop wat het reden was waarom ik verdonkeremaand zou moeten
roomse geloof aangaat en het verbaasde me telkenmale worden. Immers bijna niemand van die mensen kon
weer dat van Noorden al die denigrerende opmerkingen weten dat ik een onderduiker was. Voor hen was ik
van de oude heer voor zoete koek opnam. Toch kwa- niets meer of minder dan een vertrouwde neef die het
men we er vaak op visite in vroeger jaren en zij bij ons. feest van z'n oom luister kwam bijzetten en 's avonds
Omdat de van Noordens ook zeer muzikaal waren en weer met de anderen naar huis toe gingen. Op die be-
een piano hadden, nam vader z'n viool mee en we kon- wuste dag was het ook dat ik mijn nichtje Cisca weer
den hen dan ook geen groter genoegen bereiden dan terug zag en ik realiseerde me dat het wel jaren geleden
met het spelen van enige sonates voor viool en piano moest zijn dat ik haar voor het laatst gesproken had. Ze
van Schubert en Mozart. Ze hadden geen kinderen, was inmiddels getrouwd met een onderwijzer en woon-
mevrouw van Noorden was een klein tenger vrouwtje de nu in het plaatsje De Meern, dicht onder Utrecht. Ze
met een uitgesproken Madonnagezichtje en ze kon zo zag er heel goed uit maar ik kon met thans met geen
weggelopen zijn uit een schilderij van de Heilige Fami- mogelijkheid nog voorstellen dat ik ooit eens verliefd
lie. Ze was één en al zachtheid en vriendelijkheid met op haar was geweest. Van haar moeder had ze verno-
iets van gedweeheid en serene maagdelijkheid die men in wat voor omstandigheden ik was komen te
moeilijk te vereenzelvigen viel met haar rol van ge- verkeren en ze uitte haar bewondering voor mijn moed,
trouwde vrouw. Dat zij vol overgave opging in de ban zoals ze zelf zeide. Met oom Frans was het nu ook
van de heilige moederkerk was haar zonder meer aan te allemaal in kannen en kruiken gekomen. Een paar da-
zien! Ik had opgemerkt dat de piano thans op z'n atelier gen nadat ik mijn entree had gemaakt op de Willem
stond en vroeg hem waarom dat was. Hij legde me uit Arntszkade, stapte op een middag tante Annie binnen
dat hij tegenwoordig met z'n vrouw hier huisde en dat en zag mij daar tot haar niet geringe verbazing rustig
z'n oude moeder sedert enige tijd op de benedenverdie- een boek lezen. „Gut, ik dacht dat jij in Duitsland was
ping woonde. Hun huiskamer grensde aan het atelier en gaan werken”, deed ze verbaasd. Ik wond er maar geen
was er door brede schuifdeuren van gescheiden. Het doekjes om want eens moest het er toch van komen dat
ontlokte hem meteen de vraag of ik nog wel eens speel- ze het zouden weten in de Everard Foeckstraat, dus dan
de en toen ik daar bevestigend op antwoordde, deed hij maar liever meteen. Tante Mien was nogal weifelachtig
me het voorstel om zo af en toe eens bij hem een con- geweest over de vraag of we het hen nu wèl dan niet
cert te willen geven. „Je zou er ons een verdraaid groot zouden vertellen. Ik had uiteindelijk de knoop doorge-
pleizier mee doen en als je er geen bezwaar tegen hebt hakt onder het motief dat je het feit toch moeilijk ver-
dan zou ik bij die gelegenheid wat vrienden van ons borgen kon houden voor ze. Ze kwamen vaak op visite
willen uitnodigen om te komen luisteren. Voel je daar bij de ten Bouwhuyzen en de kans was evenzeer groot
iets voor?” Het viel me wel wat koud op m'n dak, maar dat ik een van hen tegen het lijf liep bij mijn omzwer-
het voorstel lokte me toch wel aan en ik zegde hem toe vingen door de Domstad. Maar tante Annie nam het
dat ik bereid was om het te doen, maar eerst wilde ik gelukkig allemaal als vanzelfsprekend op, ze bleek uit
nog een paar weken me voorbereiden en weer grondig een heel ander hout gesneden te zijn dan haar echtge-
studeren. Ik zou dan nog wel eens langs komen als de noot. Ze nodigde me zelfs uit om van tijd tot tijd een

- 125 -
uurtje te komen studeren op hun piano. Toen ik op de En die Kerstdagen verliepen ongedacht in de
feestdag van oom Wim ook oom Frans daar ontmoette, sfeer van volmaakte harmonie. Eigenlijk was het in
klopte hij me goedkeurend op de schouder en merkte geen jaren zó gezellig geweest met de familie bij elkaar.
op: „Ik kan je geen ongelijk geven dat je geweigerd Moeder en tante Mien bedisselden samen wat ze alle-
hebt om voor de Duitsers te werken... maar bedenk wel maal voor lekkere dingen met het kerstdiner op tafel
dat het een gevaarlijk spelletje is dat je speelt. Zorg zouden brengen en toen we die eerste Kerstdag geza-
maar goed dat je uit hun handen blijft want de moffen menlijk rond de dis zaten en er waarachtig nog een
zetten maar zó zonder pardon een mitrailleur er op!” heerlijke gebraden kip op de schaal prijkte, viel het
Het was bijna komisch om zo'n uitspraak te vernemen moeilijk om je te realiseren dat we midden in een af-
van een oud-militair in Nederlandse krijgsdienst. Zo'n schuwelijke oorlog zaten en dat het in feite klemmende
man moest toch beter weten! Wel beloofde hij me omstandigheden waren die ons hier zo knusjes bij el-
plechtig om geheimhouding te betrachten betreffende kander hadden gebracht. Mijn nichtje Annie was tot
mijn positie tegenover anderen, maar je kon aan alles aller verrassing des morgens onverwacht komen opda-
merken dat hij me maar een roekeloze en onbesuisde gen. Ze wilde zich overtuigen hoe ik het maakte in mijn
knaap vond! nieuwe omgeving. Ze was erg blij te zien dat ik het
Verder was tante Louise nog gekomen en ze uitstekend naar m'n zin had en ze wilde zich vooral nog
zou een nachtje overblijven. Van haar vernam ik dat verontschuldigen voor het feit dat ze zo weinig voor me
alles rustig gebleven was na mijn vertrek van huis, er had weten te bereiken. „Je moet ook nog vooral de
had nog geen overval plaatsgevonden en de oudelui hartelijke groeten hebben van mijn vriendin, Bep van
maakten het goed. Tante Mien was met het voorstel der Wal!” zei ze, met een veelbetekenende knik in mijn
voor de dag gekomen om vader en moeder met de richting. Ik verzocht haar om mijn groeten over te
Kerstdagen te logeren te vragen. Dat zou voor ons brengen. Verder liet Annie zich niet uit over Bep, ik
allemaal en in het bijzonder voor mij een extra feeste- dorst er ook niet erg goed naar te vragen in het bijzijn
lijk tintje aan de Kerstmis geven. Oom Wim was er van de familie. Eerlijk gezegd was de indruk die ze op
speciaal voor naar Amsterdam gereisd om de plannen me gemaakt had al weer aardig verflauwd na al het
te bespreken. Dat de oudelui de uitnodiging met beide gebeurde van de afgelopen weken. Het was een korte
handen aannamen behoeft nauwelijks gezegd te wor- maar hevige passie geweest maar de gloed er van was
den. De dag voor Kerstmis kwamen ze al in de loop van tot mijn verwondering weer snel gedoofd. Het zou wel
de middag, belast en beladen met een koffer en een paar een wat moeder altijd noemde „bevlieging” van me
tassen. Ze hadden enkele spulletjes meegebracht voor geweest zijn! Annie vertrok nog vóór het eten weer
mij die ik bij m'n overhaaste aftocht had moeten achter- naar huis terug met de belofte dat ze nog wel eens naar
laten zoals m'n kostuum voor door de week, overhem- me zou komen kijken.
den, extra sokken en al die verdere kleinigheden waar- Ja, het was een Kerstmis om niet spoedig te
aan ik toen niet gedacht had. Ze zouden later nog wel vergeten. Buiten winterde het al aardig, het vroor des
eens de rest komen brengen, voorlopig kon ik voort. nachts stevig zodat een dun vlies ijs sloten en plassen
Vader deelde me voorzichtig mee dat er na mijn vertrek bedekte en juist op tijd voor de Kerst viel er nog een
opnieuw zeer dreigende oproepen met de post waren flink pak sneeuw. Vader, oom Wim en ik maakten nog
gekomen met de sommatie onmiddellijk ter plaatse te een ouderwetse stevige wandeling langs de Ezelsdijk
verschijnen. Vader had ze doodleuk telkens terugge- tot aan Fort Blauwkapel. Onze oren tintelden door de
stuurd en er op geschreven: geadresseerde woont niet kou van het heldere vorstweer en de laagstaande win-
meer op dit adres, nader adres onbekend! Een paar terzon deed de rulle sneeuwlaag glinsteren en flonkeren
dagen daarna bezorgde de post de stukken opnieuw, als kristal. We voelden ons allemaal opgewekt zoals in
ditmaal aangetekend, maar de oude heer had ze per lang niet was gebeurd en de ganse tewerkstelling in
kerende post naar de afzender geretourneerd. Daarna Duitsland vervluchtigde als een boze nachtmerrie.
hadden ze niets meer vernomen. Vader dacht dat ze nu Eigenlijk had ik thans een opperbest leventje hier in
wel binnenkort het ergste konden verwachten en dat het huis. Ik leefde als een rentenier, geen bazen en chefs
niet lang meer kon duren of ze kregen thuis de Gestapo meer boven me, geen pietepeuterige Jongman, geen
aan de deur. Ik maakte me wel enige zorg over die arrogante Boomsma... neen, helemaal eigen baas, vrij
mededeling, voor mij was het een geruststellende ge- om m'n tijd in te delen en te doen waar ikzelf idee in
dachte dat ik hier veilig opgeborgen zat, maar de oude- had! Wat kon ik nog meer verlangen? Maar soms waren
lui zaten er minder mooi voor. Maar vader wuifde die er ook wel sombere momenten, vooral op de zonda-
sombere gedachten luchtig weg met de woorden: „Wie gen... dan gingen m'n gedachten naar Betty uit. Dan
dan leeft, die dan zorgt... ze zullen ons oudjes niet veel herinnerde ik me de zorgeloze dagen van weleer, de
kunnen maken, ze zoeken jou en niet ons en we houden uren van diepste intimiteit wanneer we bij elkaar waren
maar vol dat we niets weten van waar jij heen gegaan en als twee grote kinderen kaartspelletjes deden of
bent. Laten we onze Kerstdagen er maar niet door laten samen naar Paul Vlaanderen luisterden. Ik kreeg een
bederven!” bittere smaak in de mond wanneer de mogelijkheid bij

- 126 -
me opkwam dat dit alles misschien voorgoed verleden van de kaarsen geleidelijk uitdoofde viel er wel even
was geworden. In die ogenblikken van eenzaamheid een weemoedige stilte in het huis. Je dacht nu intenser
besefte ik pas terdege wat Betty eigenlijk voor me bete- aan wat de naaste toekomst brengen zou en ik stelde me
kende... nu ze zo ver van me verwijderd was. Soms nu meer dan ooit de vraag: hoelang zal ik nog onderge-
maakte zich een gevoel van me meester alsof het was doken moeten blijven? Wanneer zal ik weer als een vrij
dat ik haar door de dood verloren had en kon dan wel mens m'n eigen woning mogen betreden?
grienen van ellende. Gelukkig dat oom Wim en tante De enkele weken die oorspronkelijk gepland
Mien alles deden om het me naar de zin te maken en me waren voor m'n verblijf op de Willem Arntszkade zou-
alle denkbare afleiding te bezorgen. Oom Wim gaf me den uitgroeien tot enige maanden. Het leek er aanvan-
op de vaste avonden engelse les en ik werkte overdag kelijk op dat er geen einde aan dit makkelijke leventje
als een bezetene aan het opgegeven huiswerk, hij was zou komen... dat het zou voortduren tot de oorlog een
dan ook zeer tevreden over zijn leerling. Ook gingen einde had genomen. Maar vooralsnog woedde die oor-
we des avonds rond de tafel wat kaarten en toen we log met onverminderde hevigheid voort, bleef de we-
daar een beetje op uitgekeken waren begon oom Wim reld geteisterd door een hel van geweld en terreur die in
mij het bridgen bij te brengen. We speelden het als hevigheid toenam naarmate de Duitsers er beroerder
„Bridge à trois” met de „blinde”. Ik had de slag gauw te kwamen voor te zitten.
pakken en nu wierpen we ons met vuur elke avond op Op oudejaarsdag kwam er een brief uit Am-
dit ingewikkelde kaartspel. sterdam, geadresseerd aan de ten Bouwhuyzen, maar in
de enveloppe bevond zich ook een brief voor mij van
Het jaar spoedde ten einde. Vader en moeder mijn broer Aart, die ik hier als curiositeit aan het eind
waren de dag na Kerst weer in de loop van de dag naar van dit geschrift in z'n geheel laat volgen:
Amsterdam teruggegaan, met de belofte gauw weer iets
van zich te laten horen. Toen ze weg waren en het licht

Amsterdam, 30 december 1942.

Beste Piet,

Daar staan we nu aan het einde van 1942 en wie had kunnen denken,
toen dit jaar zijn intrede maakte, dat je deze jaarswisseling onder zulke bijzonde-
re omstandigheden zoudt vieren. Echter, hoewel je positie niet geheel en al van
gevaar ontbloot is, hoewel dat gevaar nu ook weer niet zoo heel groot is, moet je
maar ter geruststelling denken dat een breede kring van vrienden om je heen is,
op wie je vertrouwen kunt en die alles in het werk zullen stellen om je uit handen
van onze „beschermers” te houden. En zoo kun je met een tamelijk gerust hart
1943 ingaan, temeer daar alles er op wijst dat het nieuwe jaar wel eens kon
brengen wat wij zoo vurig begeeren. Dus maar moed gehouden en het hoofd
omhoog. Wij vieren het oudejaar met de jongens bij de oudelui en blijven er lo-
geren, zoodat ze niet alleen zitten, wat in deze omstandigheden natuurlijk erg
onaangenaam voor hun zou zijn. Want al weten ze je goed verzorgd, toch is het
idee dat je ver van het ouderlijk huis bent op dezen avond niet prettig.
En nu even zakelijk. Ik heb voor je camera inderdaad een gegadigde die
hem wil koopen als geldbelegging. Of hij er echter ¦ 250,-- voor betalen wil, weet
ik niet. In ieder geval zal ik alle moeite doen en je het resultaat, eventueel zijn
bod, doen weten, dan kun je altijd nog beslissen. Ik ga echter eerst eind volgende
week naar Bussum.
Ik wensch je verder een gezelligen Oudejaarsavond toe en een voor-
spoedig 1943, met den extra wensch, dat je ballingschap niet al te lang behoeft te
duren. Voorts moet ik je alle goeds toewenschen van Annie en de jongens (deze
laatsten weten niet waar je zit, hoor, dus schrik maar niet).

Met hart. groeten,


je toegenegen broer Aart.

- 127 -
We zaten gedrieën rond de tafel met een Dan galmde de zware middeleeuwse klok van
schaal wit bepoederde oliebollen in het midden, terwijl de Domtoren z'n twaalf massieve slagen... negentien-
ik de brief van Aart aan oom en tante voorlas. Op de honderd-twee-en-veertig was verleden tijd. Ik stond op
kleine salamanderkachel stond de ketel met punch en sloeg mijn arm om mijn tante heen, kuste haar harte-
zachtjes te pruttelen, de houtblokken op het vuur lieten lijk op beide wangen en wenste hen allebei een geze-
van tijd tot tijd een vriendelijk geknetter horen. Buiten gend 1943 toe.
heerste een onwezenlijke stilte op het van god-en-de- Buiten kraakten er nu voetstappen door de rul-
mensen verlaten grachtje. le sneeuw...

Amsterdam, 12 oktober 1977

- 128 -

Anda mungkin juga menyukai