Anda di halaman 1dari 31

1

2












Ineke borsje
Tijn van den brink
tarik essaidi
Jaclien leenders
Danielle offermanns
Marijne ritzer

S Hertogenbosch oktober 2013
3


Inhoudsopgave

Titelblad pagina 1-2
Inleiding Pagina 4
Vertrekken Pagina 4-5
Ontdekken Pagina 5-8
Ontwikkelen Pagina 8-9
Reflecteren Pagina 9-10
Terugkeren Pagina 10-12
Bibliography Pagina 13
Bijlage Pagina 14-19



4


Voor u ligt het einddocument, betreffende het concept
omtrent de circulaire economie, waarin retailers
samenwerken om zo grondstofverbruik te
voorkomen.

U wordt meegenomen door het document, waarin u in
de reis door het doorlopen proces terecht komt. De
kopjes vertrekken, ontdekken, ontwikkelen,
reflecteren en terugkeren laten zien hoe het
uiteindelijke concept tot stand is gekomen.

Een kleine orintatie op het onderwerp en de gekozen
branche volgt in het onderzoeken van de klantfrictie,
het daarbij houden van interviews, enorm veel
brainstormen (waarbij andere creatieve technieken
het resultaat k een stuk verder gebracht hebben),
vervolgens het verbeteren van concepten en ideen n
het neerzetten van een uiteindelijk concept, die het
hle verhaal een stuk spannender maakt..

Veel lees plezier!


"Alle kinderen hebben te veel speelgoed", zegt spel- en
speelgoeddeskundige Marianne de Valck. "Zoveel, dat
ze niet meer de kans krijgen om er geconcentreerd
mee bezig te zijn of om de mogelijkheden van hun spel
uit te diepen (Pijl, 2012).
Kinderen kunnen de concentratie niet lang behouden,
switchen vaak snel over op ander speelgoed en vinden
het bovendien na enige tijd niet meer interessant
genoeg meer om er berhaupt aandacht aan te
besteden. Daarnaast is er een grote verandering te
zien in het interesseveld van deze jongeren. Zo blijkt
uit onderzoek van het Mechelse Speelgoedmuseum (in
samenwerking met Karrewiet en Radio 2) dat
kinderen vijf uur vrije tijd per dag hebben. Hiervan
spelen zij anderhalf uur met computer- en
videospelletjes en kijken anderhalf uur televisie
(Vosje, 2010).
Maar wat wordt er nou allemaal met dat speelgoed
gedaan? Juist, het blijft in de kast liggen, zwerft rond
op zolder of wordt zomaar in de vuilnisbak gegooid.
Dit is zonde.
De nieuwe vorm van circulaire economie kan hier een
goede oplossing aan bieden. Circulaire economie is
een economisch systeem dat bedoeld is om
herbruikbaarheid van producten te maximaliseren en
waarde vernietiging te minimaliseren. Het afnemen
van diensten in plaats van het kopen van producten,
maar ook het delen en hergebruiken van producten
wordt onderdeel van producten, waardoor ook de
retourlogistiek essentieel onderdeel van de
productcyclus moet zijn. Hiermee wordt bedoeld dat
elk product haar ingredinten bevat, waarmee nieuwe
producten ontwikkelt kunnen worden. Dit kan zonder
dat het product geheel uit elkaar gehaald wordt. Het
verspillen van niet-gebruikt speelgoed kan opgelost
worden door van de materialen nieuwe producten te
maken. Er wordt hierbij gekeken naar nieuwe
markten en nieuwe doelgroepen, wat het concept
revolutionair maakt (Wulfen, 2012). Er wordt direct
gestart met deze circulaire economie, omdat het
inzamelen en produceren van nieuwe producten en
diensten enige tijd zal kosten en we snel de
onderdelen en grondstoffen weer terug in de markt
zien komen. De doelgroep kan opgesplitst worden in
de Nederlandse consumenten: de kopers en
gebruikers van het speelgoed; en daarnaast de
verkooppunten in Nederland en internationale
fabrikanten. Speelgoed zal verzameld worden bij
consumenten. Zij kunnen deze ook inleveren bij
verkooppunten van speelgoed. Door een
tegenprestatie te leveren aan de consument, zal de
inzameling van speelgoedgoederen hoger worden. Er
zijn ruim 4 miljoen kinderen in de leeftijdscategorie 0
tot 20 jaar. Zon 35% van deze groep zal
daadwerkelijk speelgoed inleveren. Geschat wordt dat
er per kind (ongeacht of de ouder/verzorger het
inlevert) 4 producten ingeleverd worden per jaar.
Deze schatting is gemaakt omdat het aantal
exponentieel af zal nemen naarmate de jaren
vorderen. Dit houdt in dat er in Nederland 5,6 miljoen
stuks speelgoed per jaar ingeleverd gaan worden.
Uiteindelijk zouden we graag zien dat alle stukken
oud of kapot speelgoed weer terug in de visuele cirkel
komen, zodat er efficint en effectief kan worden
omgegaan met wat de aarde ons bied.
Fabrikanten zullen vervolgens helpen met het leveren
van het nieuwe product. Zoals bekend is fabriceren in
lageloonlanden goedkoper, waardoor deze productie
internationaal zal zijn.
Al met al zal er een product of dienst bedacht en
geproduceerd worden dat in Nederland uit te voeren
moet zijn. Het product of dienst moet innovatief zijn
en daarmee over een onderscheidend vermogen
beschikken. Het waarde behoud van het nieuwe
product/dienst moet worden gemaximaliseerd en het
moet zo ontworpen en gemaakt zijn, dat deze op
kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw gebruikt kan
worden. Het moet lang mee kunnen gaan, waarbij het
niet bloot moet staan aan veel onderhoud. Het
5

product of dienst moet zo min mogelijk energie
gebruiken.
Het zuinig omgaan met energie moet gestimuleerd
worden. Een schonere leefomgeving en verantwoord
omgaan met de nu nog beschikbare grondstoffen is
namelijk van essentieel belang voor de toekomst. Het
concept heeft een realistisch doel, mede door de
positieve invloed op de gehele maatschappij en diens
natuur. Iedereen heeft baad bij deze vorm van
circulaire economie en veel partijen zullen hier dan
ook bij betrokken worden.






Circulaire economie
Tegenwoordig merk je het overal: de tijd van bezitten
en weggooien is voorbij, dit komt door het
opgemerkte belang voor kwaliteit en hergebruik.
Gepaard aan de verwachte bevolkingsgroei is er een
toenemende schaarste aan grondstoffen, het is dus
van belang dat deze grondstoffen mr dan n keer
gebruikt worden.

MVO Nederland beschrijft in het trendrapport: Het is
voor ons niet de vraag f we volledig overstappen op
hernieuwbare energie, maar wanneer. Volgens het
trendrapport is de verschuiving van eigenaarschap
van producten een belangrijke stap op weg naar deze
circulaire economie. Deze zal namelijk van consument
naar producent gaan. Leaseproducten (de klant koopt
het product niet, maar betaalt voor het gebruik)
zorgen ervoor dat producten weer terugkeren naar
bedrijven, waardoor de grondstoffen van het product
opnieuw gebruikt kunnen worden. Een andere stap is
de (crossectorale) cascadering van grondstoffen. Bij
cascadering van grondstoffen maken bedrijven
wederzijdse afspraken waarbij het afval van de een,
de grondstof van de ander is (Lageweg, Vlaming,
Klomp, Reinhoudt, & Teuns, 2013).
Het circulaire systeem heeft twee kringlopen van
materialen. Een technische kringloop, waarvoor
product en/of productonderdelen zo zijn ontworpen
dat deze op kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw
gebruikt worden, waardoor de economische waarde
behouden blijft. En een biologische kringloop, waarin
reststoffen na gebruik, veilig terugvloeien in de
natuur. Dusver is er weinig bekend over het toepassen
van de circulaire economie in de speelgoedbranche.
Speelgoedbranche
Nederland telt op dit moment 1100 speelgoedzaken.
De speelgoedbranche is een branche waar jaarlijks
veel geld aan wordt uitgegeven in Nederland. In het
jaar 2011 gaf de consument bijna 1,4 miljard euro uit
aan speelgoed (HBD, 2012). Consumenten in
Nederland geven een fors bedrag uit aan speelgoed
maar de laatste jaren is het marktaandeel in
speelgoed, het aantal winkels en de betaalde banen
gedaald.
In het inspiratiekompas zijn de belangrijkste
klantfricties, kansrichtingen, technologien en trends
geplaatst (onderdeel bijlage 1)
Kansen en Risicos (kansrichtingen)
Zoals elke verandering brengt de circulaire economie
ook kansen en risicos met zich mee. De kansen en
risicos die Circulaire Economie met zich meebrengen
zijn belangrijke inzichten.

Kansen
Voor circulaire economie moeten bedrijven
hechte samenwerkingsverbanden aangaan. Bedrijven
zijn binnen samenwerkingsverbanden veel beter
bestand tegen schommelingen in de markt zoals de
sterk wisselende grondstofprijzen.

Door het toepassen van de circulaire
economie kan waarde beter behouden worden. Dit
kan de EU volgens adviesbureau McKinsey elk jaar
500 miljard opleveren.
Circulaire economie kan een stijging in het
aantal banen binnen de logistieke sector en
(de)montage tot stand brengen.
Circulaire economie is goed voor de
klantenbinding. In plaats van dat klanten iets
nmalig kopen, lenen ze iets van bedrijven en blijven
ze dus langer verbonden. Dit kan bedrijven ook
waardevolle informatie van klanten opleveren (MVO
Nederland, Kansen voor uw bedrijf, 2013).

Risicos
Voor circulaire economie zijn radicale
aanpassingen van productie, gebruik en verwerking
van producten nodig. Zowel bedrijfsprocessen als
bedrijfsmodellen zullen grondig veranderd moeten
worden door bedrijven, zonder dat het een garantie
op succes voor hen oplevert. Leiderschap, kennis, tijd,
geld, draagvlak en samenwerking is dus hard nodig
voor het toepassen van circulaire economische
systemen.
Financieel en logistiek gezien is het nog erg
lastig om producten na de gebruiksfase weer terug te
halen. Daarnaast is het tot nu toe nog geen elke bedrijf
gelukt om daadwerkelijk alle grondstoffen zonder
kwaliteitsverlies terug in de keten te brengen.
Consumenten kunnen door circulaire
economie steeds minder zuinig omgaan met
6

producten, omdat ze er van uitgaan dat ze toch wel
een nieuwe product krijgen als die van hen kapot gaan
Aandacht en middelen zijn vooral nodig bij
sociale innovatie. De werkelijke kernaspecten van
circulaire economie zijn namelijk
samenwerkingsvormen, beloningsstructuren en
verdienmodellen. Echter wordt er vaak te veel op
technische innovatie gefocust (MVO Nederland,
Kansen voor uw bedrijf, 2013).

Toepassingen (trends)
Circulaire Economie wordt al op verschillende
gebieden toegepast. Deze toepassingen zijn nuttig
voor het verwerven van meer inzicht in de mogelijke
toepassingen van het circulaire systeem.

Puma: Puma heeft onderzocht hoeveel milieuschade
elk product veroorzaakt. Als reactie hierop zijn een
biologisch afbreekbare schoen en t-shirt ontwikkeld.
Deze producten leveren minder milieuschade en
komen na gebruik in de biologische kringloop terecht
(Puma, 2012).

Mud Jeans: de spijkerbroeken van het merk Mud Jeans
kunnen worden geleased voor een bepaald bedrag per
periode. De broeken die na het leasen terug komen
worden weer nieuwe jeans van gemaakt. Het scheelt
veel katoen en het bedrijf is niet meer volledig
afhankelijk van de inkopen van de grondstoffen (MVO
Nederland, n.d.).

Toestel Lease: in plaats van smartphones verkopen,
passen veel providers een leasesysteem toe. De
consument betaalt per maand een bedrag voor het
toestel en levert het bij het aflopen van het
abonnement weer in. (Consumentenbond, (n.d.))

Recyle Michael: Recycle Michael wil een andere,
duurzamere weg inslaan door de consumenten
bewust te laten worden van de waarde die gebruikte
elektronica nog heeft. Het bedrijf koopt gebruikte
goederen in, gebruikt de materialen en geeft deze een
tweede leven waardoor de levensduur van apparatuur
wordt verlengd (Recycle Michael, (n.d.)).

Clean Tech Factory: dit bedrijf heeft als een van de
eerste projecten een oude, kapotte piano omgetoverd.
De piano kwam uit 1896 en kon niet meer gestemd
worden. Alle overtollige onderdelen zijn verwijderd.
Om de piano in een modern jasje te steken is er een
Bose123 geluidsinstallatie en een 46 inch
beeldscherm aan toegevoegd. De oude toetsen zijn
bewaard gebleven en daar tussen in ligt een
Hammond-orgel annex synthesizer verstopt (Luiting,
2012).

Desso en De Lage Landen: Desso is een tapijtfabrikant.
Het bedrijf heeft samen met De Lage Landen een
leasesysteem opgezet. Daarnaast richt Desso zich op
de ontwikkeling van een Take Back-systeem. Dit
systeem zorgt er voor dat het bedrijf zowel het tapijt
van de eigen klanten, als die van de concurrenten, kan
terugnemen n dat garen en andere vezels worden
gescheiden van de rug. Hierdoor ontstaan er twee
materiaalstromen, die weer kunnen worden
gerecycled (duurzaamnieuws, 2013).

H&M: bij H&M is het mogelijk oude kleding in te
leveren in ruil voor korting op nieuwe aankopen. De
oude kleding wordt verkocht als tweedehandskleding,
of indien niet meer draagbaar, gebruikt om energie op
te wekken of als materiaal voor andere producten
(H&M, (n.d.)).


Technologie
Het zal voor een economie niet eenvoudig zijn om
deels of volledig circulair te worden. Er zal gekeken
moeten worden naar nieuwe technieken, innovaties,
bedrijfstakken en de natuur. Daarom is het belangrijk
dat de overheid nu geld vrij maakt om de transitie van
lineair naar circulair te onderzoeken en stimuleren. Er
zijn verschillende technologien bekend die een
stimulans kunnen vormen voor overheden,
wetenschappers en beginnende ondernemers.

Biomimicry
Biomimicry is de wetenschap en in sommige gevallen
kunst, van het kijken naar en nabootsen van de beste
biologische ideen in de natuur om menselijke
problemen op te lossen (Biomimicry NL, 2013) .

De link naar circulaire economie is het leren en
nabootsen van natuurlijke vormen, processen en
ecosystemen om duurzamere en gezondere
menselijke technologien en ontwerpen te kunnen
creren. Het is gebaseerd op 3 wetten;
Natuur als model: Biomimicry bestudeert de natuur
haar processen en vertaalt deze naar manieren,
processen, systemen en strategien om menselijke
problemen op te lossen.
Natuur als maatstaaf: Biomimicry gebruikt een
ecologische standaard om een oordeel te geven over
de duurzaamheid van onze innovaties.
Natuur als mentor: Biomimicry is een manier om de
natuur en diens waarde te bestuderen. Het
introduceert een tijdperk gebaseerd op kijken hoe we
van de natuur kunnen leren in plaats van kijken wat
we uit de natuur kunnen halen.

7

Hier vanuit kunnen verschillende variaties op de
circulaire economie worden bedacht, afhankelijk van
de geo- en demografische factoren waar de circulaire
economie word opgezet.

Vruchtgebruik
Vruchtgebruik is het gebruik maken van grondstoffen,
producten en onderdelen die aan een ander
toebehoren(overheid, bedrijf of particulier) en
daarvan de vruchten plukken. Dit kan betekenen dat
je niet de volledige aanschafwaarde betaalt maar een
onderdeel ervan, oftewel huur. Na het gebruik van de
desbetreffende grondstoffen, producten of alleen
maar onderdelen kan dit weer worden terug gebracht
in de circulaire economie. Bij een efficint systeem
kan dit een grote besparing van delfstoffen opleveren
(NWMP, n.d.).

Dit overlapt met Cradle to Cradle, alleen worden daar
twee systemen in aangebracht, namelijk; biologische
en technische voeding/grondstoffen. Dit creert twee
kringlopen die geoptimaliseerd zijn in hun behoefte,
en dus effectiviteit en efficintie.



Nieuwe mogelijkheden
Vanzelfsprekend is dat een nieuwe economische
vorm, nieuwe mogelijkheden creert. Nieuwe
verdienmodellen kunnen zich vormen op basis van de
vereisten die zon circulaire economie met zich
meebrengt.
Hieronder een paar voorbeelden van deze nieuwe
verdienmodellen die met de juiste kennis en
technologie gerealiseerd kunnen worden (MVO
Nederland, 2013):
- Nieuwe technologie ontwikkelen en daarmee een
markt veroveren,
- Concurrentie positie verbeteren met een slimmer
ontwerp,
- Distributieketen beter beheren en beschikbaarheids-
en leverrisicos minimaliseren,
- Kansen in de nieuwe transportstromen binnen
circulaire economie,
- Kansen in toegenomen handelswaarde van
afvalstromen,
- Nieuwe verdienmodellen op basis van het gebruik in
plaats van het bezig van goederen.

Het is dus van belang dat de juiste mogelijkheden en
technieken worden bekeken en toegepast, om mee te
gaan in de verandering van lineair naar circulair.
Word dit juist gedaan dan ontstaan er kansrijke
mogelijkheden om concurrentievoordeel te halen of
zelfs een eigen bedrijf te beginnen in deze nieuwe
economische vorm van zaken doen/natuurbeleid.

Resultaten interviews (klantfricties)
Om meer inzicht te krijgen in de klantfricties zijn
verschillende interviews afgenomen. Genterviewd
zijn retailers van Intertoys, Bart Smit, Top1Toys en
Peters Pakhuis,
een student internationale betrekkingen en
organisaties, drie studentes pedagogiek, een
basisschool docente, verschillende kinderen van 5 tot
10 jaar, moeders en jongeren tussen de 16 en 25 jaar.
Ook is er een online enqute onder alle
leeftijdsgroepen afgenomen. De resultaten zijn
hieronder samengevat:

Winkels als Bart Smit en Intertoys geven aan dat
speelgoed wordt teruggestuurd naar de fabrikant. Wat
daarna met het speelgoed gebeurt is bij Bart Smit niet
bekend. Intertoys geeft echter aan dat de fabrikant het
speelgoed probeert te repareren om vervolgens weer
in de verkoop te zetten. Hoofdonderdelen worden
gerecycled voor andere doeleinden. Kleine lokale
speelgoedwinkels als Top 1Toys en Peters Pakhuis
geven aan dat speelgoed, dat uit het assortiment
wordt gehaald of speelgoed dat het einde van zijn
levensduur heeft bereikt, (heel af en toe) in de
prullenbakken belandt maar dat niks wordt
teruggestuurd.
Speelgoedwinkels zijn het er niet over eens dat het
neerzetten van een circulaire economie onder de
speelgoed-retailers een kansrijk concept is. Intertoys
geeft aan dat speelgoed voor hen echte
massaproductie is. Om zo nu en dan speelgoed weg te
gooien vinden zij niet erg, ze zijn niet genteresseerd
meer in deze producten. Tevens geven zij aan dat het
samenwerken van retailers erg veel tijd kost en dat de
circulaire economie hier enkel nog een schep bovenop
doet. Wel denken ze dat als het lukt de
massaproducenten er van te overtuigen, het een heel
mooi project kan zijn. Top1Toys geeft aan dat de
kansen voor een circulaire economie eerder bij de
consument ligt.

De student internationale betrekkingen en
organisaties heeft hier een hele andere kijk op. In de
toekomst zal naar alle waarschijnlijkheid een
toenemende vraag naar grondstoffen ontstaan en dus
is er met het oog op de toekomst een zeer solide
afzetmarkt mogelijk. De circulaire economie is nog
lang niet volledig gexploreerd door particuliere
ondernemingen maar dat kan dus zeker nog komen.

Kinderen krijgen momenteel veel speelgoed van hun
ouders of van mensen in hun omgeving. Doordat zij
veel speelgoed in bezit hebben, worden veel
producten vergeten. Speelgoed wat het meest recent
is aangeschaft lijkt het meest gebruikt te worden.

De kans voor het inzamelen van oud en ongebruikt
speelgoed ligt niet bij de jongste jeugd. Zij hechten
waarde aan bijna ieder speelgoed dat zij bezitten.
Sommige geven aan dat ze het speciaal vinden
vanwege de reden dat ze het hebben gekregen.
Andere vinden gewoon dat wat van hen is, van hen
moet blijven. Ze willen het gewoonweg niet afgeven.

8

Wanneer zij langzaam opgroeien richting de leeftijd
van een tiener verdwijnt deze emotionele waarde bij
het gros van hun speelgoed en creert dit de kans om
het in te zamelen.

Consumenten vanaf 18 jaar geven aan sommige
stukken speelgoed niet in te willen leveren vanwege
de emotionele waarde. Ander speelgoed willen ze wel
inleveren. Niet iedereen wil er een beloning voor,
maar als ze beloont zouden worden gaat de voorkeur
uit naar een financile beloning of kortingsbonnen.





Vanuit het inspiratiekompas zijn er drie richtingen
bepaald: leasen, inzamelen en produceren. Vanuit
deze richtingen is er gebrainstormd (bijlage 1) en zijn
er andere diverse technieken toegepast, namelijk:
Divergeren:
- Dieren techniek
1. Iedereen schrijft twee lievelingsdieren op
2. Groep noteert eigenschappen van dier

- Doelgroepen techniek
1. Noteer individueel doelgroepen
2. Bespreek samen hoe de doelgroep de startvraag zou
beantwoorden.
De Resultaten van stap 1 uit de dierentechniek en stap
2 uit de doelgroepen techniek worden gecombineerd
in n antwoord op de startvraag.

Convergeren
Stickermethode
Iedereen mag een bepaald aantal stickers plakken bij
ideen die hij/zij goed vind. Met de ideen met de
meeste stickers wordt verder gewerkt.

Clusteren d.m.v. COCD-box:












Ideen onderverdelen in blauwe, gele en rode ideen.
Door ideen van elk vak te combineren worden er
concepten gevormd.
-GEVONA: gevoel, voordelen, nadelen
1. Beoordelen op gevoel; wat voel je bij dit idee?
2. Beoordeel op verstand en bepaal de voordelen;
Wat is goed aan het idee?.
3. Beoordeel op verstand en bepaal de nadelen; Wat
is (nog) niet goed aan dit idee? Wat kan er allemaal
verkeerd gaan?
-Prefer Techniek Potential, Risk, Effort en feeling
Op een schaal van 1 tot 10 een schatting met een cijfer
geven wat je van dit idee vindt.

Eigen techniek:
Fase 1 In deze fase zijn we nog niet helemaal
wakker. We gaan weer terug in onze nachtmerries en
schrijven al onze angsten op.
Fase 2 Vervolgens belanden we in een
ochtendhumeur. We stralen negativiteit uit en
vervormen daardoor de hoofdvraag naar een
negatieve vorm. We bedenken creatieve antwoorden
op deze vraag. Hierdoor creren we exact het
tegenovergestelde van het gewenste antwoord.
Fase 3 Tijdens ons ochtendhumeur zijn we geneigd
andere de schuld te geven van alles. Zo koppelen wij
personen aan de creatieve antwoorden.
Fase 4 Na ons ochtendhumeur weten we niet goed
hoe we ons moeten voelen. Hebben we spijt of zijn we
boos? Zijn we verdrietig of eenzaam? We hebben last
van stemmingswisselingen. Samen noteren we alle
gevoelens die in ons opkomen.
Fase 5 Eenmaal opgefrist en wel gaan we de deur
uit. We pakken onze sleutels. Maar welke sleutel hoort
bij wie? Deze personen noteren we. Vervolgens
koppelen we deze personen aan de gevoelens.
Fase 6 Middels deze personen, gekoppeld aan een
gevoel, proberen we de andere kant van de
hoofdvraag te bekijken. Op deze manier geven we
antwoord op de startvraag.

Resultaten
Het creatief denken heeft ons tot de tussenconcepten
gebracht en heeft ons geleidt tot het eindconcept.

Tussen concepten
Voor de tussenpresentatie hebben we drie
concepten ontwikkeld. Zie bijlage 2 voor de
conceptboards.
3D-circulatie
Een circulair systeem waarbij Nederlandse
huishoudens, de overheid en retailers samenwerken
aan een duurzame en innovatieve toekomst. Al het
overige en oude speelgoed in de Nederlandse
huishoudens wordt volgens bestaande systemen
opgehaald en verwerkt, om daar de grondstoffen zoals
plastic, kunststof, glas en rubber uit te halen.
Aan de hand van kwaliteit en hoeveelheid wordt een
bepaald krediet of compensatie opgebouwd. Daarmee
kan een kleine huis-3D-printer aangeschaft worden,
3D designs of speelgoed bij printbedrijven gekocht
worden , of het krediet in geld van de overheid
worden omgezet. De overheid distribueert de
grondstoffen aan desbetreffende meewerkende
universiteiten en hogescholen.
9

De huishoudens die een kleine huis-3D-printer
aanschaffen kunnen nu zelf hun duurzame speelgoed
printen doormiddel van bestaande 3D blauwdrukken
of eigen ontwerpen. Na de levensduur van het
geprinte object kan deze weer gebruikt worden in het
volgende geprinte product. De retailers kunnen
inspringen bij het verzamelen en verwerken van het
speelgoed, de productie, onderdelen en
ondersteunende grondstoffen van 3D printers en het
leveren van een dienst om de gewenste blauwdrukken
heen.
Groen speelgoed
Het concept groen speelgoed bestaat uit
energiezuinige en vervangbare materialen, wat het
duurzaam maakt en herbruikbaar voor andere
doeleinden. Het speelgoed bestaat hedendaags
grotendeels uit plastic en elektronische hulpmiddelen.
Het plastic is vaak de basis van het veel speelgoed,
maar dit is niet bevorderlijk voor het milieu.
Tegenwoordig zijn er meerdere opties om plastic op
een milieu vriendelijke manier te produceren. Een
voorbeeld hiervan is plastic op basis van plantaardige
olie. De elektronische hulpmiddelen die verwerkt
zitten in het speelgoed zoals de accus moeten
vervangen worden door mini zonnepanelen. Het
speelgoed kan dan bewegen door de opgeslagen
zonne-energie, maar reageert ook op het licht
binnenshuis. Het speelgoed heeft dan geen oplader
meer nodig, maar werkt dan op de energie die wordt
opgewekt door de mini zonnepanelen.
Indien er geen interesse meer is in het speelgoed kan
het speelgoed worden ingeruild bij de speciale zaken
die het speelgoed uit elkaar kunnen halen en de
onderdelen kunnen gebruiken voor andere
doeleinden. Het speelgoed kan uiteindelijk meerdere
functies hebben waardoor het speelgoed 2 in 1 wordt
(denk aan een autootje en telefoonoplader in n).
Het groene speelgoed heeft dus meerdere functies,
bestaat uit duurzame grondstoffen en wordt
aangedreven door zonne-energie.
R.I.P. concept
Landelijk wordt er een filmpje vertoond met daarin
schokkende beelden van verwaarloosd speelgoed dat
s nachts tot leven komt. Hiermee willen we mensen
stimuleren om hun oude speelgoed in te leveren.
Een deel van het ingeleverde speelgoed wordt
gebruikt voor de inrichting van Horror Restaurants.
Voor deze restaurants kunnen samenwerkingen
aangegaan worden met restaurants die niet zo goed
lopen. Dit is voor zowel de restaurant eigenaren
(meer klanten) en de speelgoedfabrikant (goed voor
hun naam en speelgoed wat niet in restaurants
gebruikt wordt, kunnen ze hergebruiken) positief.







Tijdens het creatief proces zijn er drie potentiele
concepten bedacht. De stap nu is om deze concepten
te toetsen bij de klanten om vervolgens de concepten
te verbeteren. De klanten zijn diegene die uiteindelijk
gebruik gaan maken van de dienst die er wordt
aangeboden. Daarom speelt de visie van de klant een
belangrijke rol en kunnen met het geven van advies
een bijdrage geven aan het uiteindelijke concept.


De volgende stap is het toetsen van de concepten bij
klanten om vervolgens de concepten te verbeteren. De
klanten zijn diegene die uiteindelijk gebruik gaan
maken van de dienst die er wordt aangeboden. Om
deze reden speelt de visie van de klant een belangrijke
rol en zij kunnen met het geven van advies een
bijdrage geven aan het eindconcept.

Marktonderzoek
Uit vooronderzoek bleek dat jongeren geen gebruik
meer maken van speelgoed. Dit blijft vaak op zolder
liggen. Deze jongeren kopen geen speelgoed meer en
dit is een gemiste kans voor de speelgoedbranche. De
drie concepten spreken alle drie een andere markt
aan. Een voordeel aan het R.I.P. Concept is, dat deze
inspeelt op de jongeren en hiermee een nieuwe markt
ontwikkelt. De belevenis en het nieuwe product kan
de jongeren triggeren om het restaurant te bezoeken.

Kwalitatief onderzoek
De drie concepten zijn gepresenteerd aan Erik de
Ruijter, wie werkzaam is bij Turn Too en aan Ronald
Venn (projectbegeleider). Beide partijen hebben hun
visie gegeven op de concepten.

Dienstconcepten verbeteren
Erik de Ruijter gaf aan tevreden te zijn met de
resultaten, maar vooral toch veel verbeterpunten zag.
Allereerst werd het concept de 3D-printer goed
ontvangen en wegens eigen ervaring over het
onderwerp gezien als een goede ondersteuning van de
circulaire economie. Het concept was te weinig op
retail gericht en was in zijn ogen nog niet voldoende
uitgewerkt. Het concept genaamd Groen speelgoed
miste een rode draad in het verhaal. De retail ontbrak
en de 2 in 1 producten werden niet als realistisch
beschouwd. Toch zag hij kansen in het verhaal. Het
horror concept werd beoordeeld als een
10

onderscheidend onderwerp en een gedurfde uiting.
Echter was niet geheel duidelijk wat de boodschap en
beleving zou zijn en hij twijfelde aan de doelgroep
grootte. Ook de retail ontbrak in dit concept. Deze was
echter wel aanwezig, maar er was onvoldoende tijd
om het uit te werken.

Kiezen van het beste concept
Na de reflectie zijn de mogelijkheden opnieuw
bekeken, waarbij Ronald Venn als projectbegeleider,
een belangrijke invulling heeft gegeven. Hierin kwam
duidelijk naar voren dat het concept erg sterk zou
kunnen worden wanneer bovenstaande concepten
gecombineerd zouden worden. Een sterk detail aan
het horror concept (RIP) is het feit dat je een nieuwe
markt betreedt.
Een gecombineerd concept moet de focus meer leggen
op de omzet, klantgroepen, retail en beleving. Het
concept zet consumenten aan tot produceren en
consumeren. Uiteindelijk zou dit moeten leiden tot de
circulaire economie die verschillende retailers
samenbrengt.





Je krijgt het ineens erg koud, een windvlaag trekt snel
over je heen. Het is een eng benauwend gevoel, een
gevoel dat in een flits ook gewoon weer is verdwenen.
Het is net alsof het nooit gebeurd is. Je sluit het van je
af en rustig sluit je de deur van de zolder en loopt naar
beneden. Het is tijd om te gaan slapen. Je zet je
pantoffels onder je bed en knipt het nachtlampje uit.
Onrustig ga je onder de dekens liggen en je sluit je
ogen. Het is het moment dat andere ogen juist open
gaan. De donkere zolder ontwaakt.
De oude trein, die je nog van je oma hebt gekregen
toen je 4 werd, geeft een fluit signaal. Hij begint te
rijden. Je barbie, met uitgelopen ogen, draait haar
hoofd een kwartslag. Die goede oude teddybeer is zo
lief niet meer. Hij slaakt een harde brul. De oude, vaak
gebruikte, poppen beginnen over de vloer te kruipen.
Onderweg valt er zo eens een been af. Zelfs in je slaap
voel jij je ineens aangestaard. Je slaakt een harde gil
en schrikt wakker. Plots zit die oude baby born wr
naast je. Hoe kan dit nou toch, je zag hem net nog op
zolder in de kast staan?

Bovenstaande zie jij allemaal op televisie langs flitsen
in een commercial. Het enge griezel effect beneemt je
de adem. De commercial wil je er op wijzen dat je
maar snel van het oude speelgoed af moet. Je loopt de
trap op en besluit op zolder te kijken. Dat oude
playmobile huis, de doos met barbies en al het andere
speelgoed, het lijkt ineens allemaal niet zo leuk meer.
Je pakt een paar grote dozen en begint al dat
speelgoed, waar je eens vol fantasie mee speelde, in te
laden.

Uit de commercial wijst dat je al je speelgoed kwijt
kan bij dat nieuwe restaurant wat in alle grote steden
te vinden is. Je hebt wel zin om een hapje te eten en
belt een vriendin op. Met de trein reis je af naar
Rotterdam en nieuwsgierig ga je kijken naar dat
nieuwe concept.
Samen lopen jullie het gebouw binnen. De spanning
zorgt voor kippenvel op je armen. Je verzamelt je
moed en loopt naar die lopende band. Je gooit al je
speelgoed een voor een op de machine en je ziet een
grote hakbijl nog net het hoofd van barbie afhakken. Je
weet dat je nu altijd van dit speelgoed af bent.
Opgelucht loop je het restaurant binnen, je hangt je jas
aan het haakje.

Alles in het restaurant is gemaakt van oud en kapot
speelgoed. Het hele thema horror is er in terug te
vinden. De donkere ruimte wordt gevuld met licht van
brandende kaarsjes en de grote kandelaars. De oude
poppen op de bar kijken je met indringende ogen aan.
Het zijn ogen waar kruisjes in zijn getekend. Een
horrortrein rijdt rond en verzorgt iedereen van eten
dat je uit de wagonnetjes kunt pakken. Het is net als
die ene sushi bar waar je laatst van een lopende band
hebt gegeten. De tafels zijn gemaakt van spelborden.
Tijdens het wachten op het eten vermaakten we ons
met het griezelganzenbord. Best schrikken, zon bord
dat enge geluiden maakt wanneer je de pion op een
volgend vakje zet. Ook grappig trouwens, de
achterkant van de stoelen lijkt net in de vorm van een
grafsteen.

Tijdens het eten vertelt de ober dat je de tablet, die
aan de zijkant van de tafel verwerkt is, kunt gebruiken
om nieuwe producten op te zoeken. Je kunt er het
product vinden wat jij graag zou willen hebben n er
kleine aanpassingen aan doen. Zo kun je kleuren
veranderen, vormen lichtelijk aanpassen en er
upgrades over heen gooien. Na het eten loop je door
naar de volgende ruimte, waar je jouw product kunt
ophalen: de innovatieve souvenirshop.
De winkel lijkt voor jou precies een hemel van mooie
producten. Alles is er te vinden, van sieraden tot
meubels. Er hangt een vrolijke sfeer en er zijn felle
lichten die het contrast tussen de eerste twee kamers
en de derde kamer erg groot maken. Je loopt naar de
balie en kunt er zo jouw zojuist ontworpen armbandje
ophalen!

Conceptnaam
Het concept heet R.I.P., Reincarnation in progress. RIP
staat voor horror en de dood van het speelgoed,
terwijl de tagline dit weerlegt door de wedergeboorte
die het speelgoed ondergaat.

Campagne filmpje
Zoals hierboven te lezen, komt in het campagne
filmpje het oude speelgoed op jouw zolder tot leven.
11

Het is de bedoeling om hiermee duidelijk te maken dat
speelgoed, dat al langere tijd niet gebruikt is, zijn
eigen leven gaat leiden. Men kan dit speelgoed beter
inleveren, zodat het een nieuw leven kan leiden. De
spanning in de commercial zal mensen triggeren om
speelgoed af te staan.

Overlijden Begraafplaats Hemel
Het gebouw is ingedeeld in drie onderdelen, waarbij
de levensloop van de producten terug bekeken kan
worden door de consument. Dit creert een beleving
voor degene die deelnemen aan Het laatste
avondmaal.
Overlijden: mensen kunnen hun oude of kapotte
speelgoed kwijt in het eerste deel van de ruimte. Er
staat een grote lopende band waarop het speelgoed
op gruwelijke wijze tot zijn einde komt.
Kerkhof: het restaurant staat in het teken van een
begraafplaats. Je ziet het kapotte speelgoed op een
lopende band voorbij komen terwijl jij aan het eten
bent. Daarnaast is heel het restaurant in het horror
thema waarbij de nadruk gelegd is het kerkhof.
De hemel: na het eten loop je door naar de volgende
ruimte. Het is een licht vertrek, waar een vrolijke sfeer
hangt. Het is een winkel waar je het product kunt
kopen, welke van een of meerdere stukken speelgoed
gemaakt is. Het product wordt door middel van de 3d-
printer gemaakt.

Retailer 1: Speelgoedretailer
De speelgoedretailer krijgt een nieuwe rol
toegewezen. Speelgoed wordt normaal gesproken
alleen voor en door kinderen gekocht. Dit concept zal
een nieuwe markt aanspreken, waarbij het thema nog
steeds het speelgoed zal blijven. Deze nieuwe markt
bestaat uit de jongeren van 15 t/m jaar. Deze
doelgroep zal niet snel in een speelgoedwinkel te
vinden zijn. Op deze manier worden interesses vanuit
een ander oogpunt opgewekt. Het betreden van deze
nieuwe markt zal hun omvang van hun klantfrictie
positief benvloeden en hierdoor zal
concurrentievoordeel optreden.

De speelgoedretailer bedenkt in dit geval nieuwe
producten. Zij creren de opzet voor de producten en
eventuele upgrades. Zij zorgen er voor dat deze
aantrekkelijk zullen worden gepresenteerd aan de
klant (door middel van onder andere de tablets).
Winst wordt gegenereerd uit het verkopen van de 3D-
geprinte producten. Door middel van hun nieuwe
winkel (de hemel) verkoopt de speelgoedretailer
producten aan de nieuwe doelgroep. Deze producten
zijn door de consument gekozen op de tablets in het
restaurant (consumenten kunnen producten
upgraden) of kiezen ze in de winkel uit (deze
producten zijn al geprint, dus geen opties meer toe te
voegen)
Retailer 2: 3D-print bedrijf
Dit bedrijf werkt de ideen van de speelgoedretailer
uit in blauwdrukken voor de 3D-printers. Daarnaast
zorgt zij voor de levering van 3D-printers voor de
winkel en zet zij personeel in voor het printen van de
producten.
De speelgoedretailer betaalt het 3D-print bedrijf voor
de huur van 3D-printers, haar diensten en het
aanleveren van benodigde grondstoffen.

Retailer 3: Restaurantketen
Restaurantketen zorgt voor het personeel voor in het
restaurant en de keuken. Daarnaast zorgt het voor de
voorziening van voedsel en drank in het restaurant.
De restaurantketen kan ook een rol spelen in het
organiseren van speciale diners tijdens feestdagen,
maar ook verjaardagen, feestjes, borrels en
bedrijfsbijeenkomsten.
De restaurant keten genereert winst uit de omzet van
het eten en drinken en de arrangementen. Een
vernieuwend concept als dit kan voor de keten een
concurrentievoordeel opwekken en hierdoor kunnen
zij meer bezoekers trekken en als resultaat hiervan
meer winst genereren.


Waarde voor de consument
Consumenten kunnen hun oude speelgoed inleveren
en krijgen in ruil hiervoor een beleving. Ze kunnen
hun speelgoed vermoorden in de martelkamer, iets
drinken en/of eten in het horror restaurant en een
kijkje nemen in de hemel (winkel). Daarnaast krijgen
ze korting op een 3D geprint product naar keuze.

Plaatsen
De jongeren van 15 t/m 25 zijn de doelgroep. Het
grootste gedeelte hiervan is student. Er is gekeken
naar plekken waar de hbo en WO-leerlingen
grotendeels gevestigd zijn. Op deze plaatsen zal het
bereik het grootst zijn. Uit cijfers blijkt dat de meeste
studenten in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam,
Groningen, Nijmegen en omgeving Tilburg zitten:
Amsterdam 108.000
Utrecht 60.000
Rotterdam 53.000
Groningen 50.000
Nijmegen 37.000
Omgeving Tilburg (Tilburg: 24.000, Breda: 16.000
Eindhoven: 24.000, Den-bosch: 11.000) 75.000
Er is daarom gekozen om het RIP-concept in de steden
Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Groningen, Nijmegen
en Tilburg toe te passen.

Omzet
Speelgoed wordt in drie categorien ingedeeld:
kwalitatief laag, redelijk en hoog.
De korting die iemand krijgt is afhankelijk van de
hoeveelheid (uitgedrukt in kilos) speelgoed die
iemand inlevert en in welke categorie dit speelgoed
valt. Korting varieert tussen 5 en 25 procent. Er wordt
tot 10 kilo geteld, als het gewicht hoger dan dat is,
wordt de korting toch niet hoger dan 25 procent. Zo
worden consumenten gestimuleerd vaker terug te
komen. Mochten ze dit niet willen, kunnen ze hun
speelgoed natuurlijk wel gewoon inleveren.
12

Producten in de winkel variren van 5 tot 100 euro.
Dit is afhankelijk van de gebruikte grondstoffen,
grootte van het product en de moeilijkheidsgraat van
het printen van het product.

Zeg dat deze 383.000 studenten R.I.P. bezoeken. Voor
het gemak nemen we het maximum aantal korting en
een gemiddelde uitgave van 10 euro. Zij zouden dan
7,50 p.p. uitgeven in de winkel.

383.000x7,50=2.872.500,-
Dit betekent een opbrengst van bijna 2,9 miljoen. Dit
is echter nog maar een fractie van de doelgroep.
Andere studenten, werkende jongeren en jonge
ouders zouden R.I.P. ook kunnen bezoeken.

Waarom dit gaat werken!
Horror werkt! L.Mol heeft onderzoek gedaan naar het
feit waarom horror werkt en heeft dit uitgebracht in
een artikel, welke te vinden is op de website van de
Universiteit van Utrecht. Uit haar onderzoek blijkt dat
mensen die sensatiebelust zijn, vaker naar horrorfilms
gaan. Deze mensen hebben opwinding en prikkels
nodig. Zo biedt een enge film een emotionele
ontlading en ontsnapping van het echte leven. Vaak
zijn jongeren meer op zoek naar intense ervaringen
en daarmee een grote doelgroep op het gebied van
horror (Mol, 2012). Zo wijst uit onderzoek van
RadioNieuwslicht, dat hersenen uitgedaagd willen
worden (radio nieuwslicht, 2011).
Dat mensen geneigd zijn om horror ook echt op te
zoeken n te willen beleven, wijst onder andere ook
uit het grote aantal bezoekers van Walibi Frightnight
(Milot Reizen, 2013).
Je spreekt met dit concept daarnaast ook een hele
nieuwe markt aan. Speelgoedretailers hebben een
kans om een grotere doelgroep te bereiken, waarbij er
grote verschillen zijn in wensen en behoeften tussen
kinderen en de jongvolwassenen. In dit concept
kunnen de jongeren hun speelgoed kwijt, maar ook
een echte experience beleven. Ze worden meegesleept
in het horrorverhaal n kunnen met een mooi nieuw
product terug naar huis. Aan dit product kunnen ze
zelf een bijdrage leveren, waardoor een lichte vorm
van co-creatie de voorhand vormt.
Uit eerder onderzoek, terug te lezen in dit document,
blijkt dat 3Dprinten de toekomst wordt. De circulaire
economie komt in dit concept terug, waarbij retailers
nieuwe rollen krijgen. Speelgoed blijft niet voor altijd
op zolder liggen, maar wordt opnieuw gebruikt, maar
dan in een nieuw jasje. Zo blijven grondstoffen
bestaan. En bovendien, worden de kosten er op lange
termijn zker uitgehaald!

13


Bibliography
Biomimicry NL. (2013). biomimicry. Retrieved
september 17, 2013, from biomimicry NL:
http://www.biomimicrynl.org/en/biomimicr
y.html
Consumentenbond. ((n.d.)). Hi en Telfort toestellease:
review. Retrieved september 4, 2013, from
Consumentenbond:
http://www.consumentenbond.nl/test/elektr
onica-communicatie/telefonie/mobiele-
telefoons/hi-en-telfort/hi-en-telfort-
toestellease/
duurzaamnieuws. (2013, september 12). Desso
stimuleert circulaire economie met nieuw
leasemodel. Retrieved september 14, 2013,
from duurzaamnieuws: 2013
H&M. ((n.d.)). Long Live Fashion. Retrieved september
5, 2013, from H&M:
http://www.hm.com/nl/longlivefashion#pat
h=1.1.1&transition=10&duration=500
HBD. (2012, december 19). Speelgoed totaal.
Retrieved augustus 30, 2013, from HBD
Hoofdbedrijfschap Detailhandel:
http://www.hbd.nl/pages/15/Bestedingen-
en-
marktaandelen/Speelgoedzaken/Speelgoed-
totaal-.html?subonderwerp_id=662
Lageweg, W., Vlaming, L., Klomp, M., Reinhoudt, J., &
Teuns, A. (2013, januari). trendrapport 2013.
Retrieved september 2, 2013, from MVO
Nederland:
http://www.mvonederland.nl/sites/default/f
iles/trendrapport_2013_-
_mvo_nederland_def.pdf
Luiting, B. (2012). My Clean Tech Piano. Retrieved
september 10, 2013, from Clean Tech Factory:
http://www.luiting.nl/home/bezoek-
ons/piano
Milot Reizen. (2013). Walibo Halloween. Retrieved
oktober 5, 2013, from Milot Reizen:
http://www.milotreizen.nl/WalibiHalloween
Mol, L. (2012, september 17). Wetenschap in
Hollywood: waarom zijn horrorfilms zo
populair? Retrieved oktober 4, 2013, from
Stadium Generale:
http://www.sg.uu.nl/nieuwsblog/2012/09/1
7/wetenschap-in-hollywood-waarom-zijn-
horrorfilms-zo-populair

MVO Nederland. (2013, maart 18). circulaire
economie. Retrieved september 17, 2013,
from MVO Nederland:
http://www.mvonederland.nl/dossier/12/52
1/dossier_description/12530
MVO Nederland. (2013, maart 18). Kansen voor uw
bedrijf. Retrieved september 11, 2013, from
MVO Nederland:
http://www.mvonederland.nl/dossier/12/52
1/dossier_description/12530
MVO Nederland. (n.d.). Mud Jeans: Lease je
spijkerbroek. Retrieved september 8, 2013,
from MVO Nederland:
http://www.mvonederland.nl/content/prakti
jkvoorbeelden/mud-jeans-lease-je-
spijkerbroek
NWMP. (n.d.). circulaire economie: een onvermijdelijke
verandering - Persbericht Rabobank. Retrieved
september 17, 2013, from NWMP:
http://www.nwmp.nl/circulaire-economie-
een-onvermijdelijke-verandering-persbericht-
rabobank/
Pijl, M. (2012, mei 5). veel te veel speelgoed. Retrieved
augustus 30, 2013, from Mandy Pijl:
http://www.mandypijl.nl/artikelen/veel-te-
veel-speelgoed.pdf
Puma. (2012, oktober 8). News. Retrieved september
7, 2013, from Puma:
http://about.puma.com/new-puma-shoe-and-
t-shirt-impact-the-environment-by-a-third-
less-than-conventional-products/
radio nieuwslicht. (2011, november 2). Antwoord op
de vraag waarom mensen zo graag in spanning
zitten. Retrieved oktober 5, 2013, from De
Gids.fm: http://degidsfm.vara.nl/Radio-
Nieuwslicht.12728.0.html?tx_ttnews[tt_news]
=52248&cHash=9cf9f72be1a0a97f7a296aedff
09c142
Recycle Michael. ((n.d.)). Wie zijn wij? Retrieved
september 8, 2013, from Recycle Michael:
https://www.recyclemichael.nl/#about.php
Vosje. (2010). Kinderen spelen steeds minder.
Retrieved augustus 30, 2013, from mens en
samenleving: http://mens-en-
samenleving.infonu.nl/ouder-en-
gezin/55879-kinderen-spelen-steeds-
minder.html
Wulfen, G. v. (2012). Wat is innovatie. Retrieved
augustus 30, 2013, from voort innovatie:
http://www.voort-innovatie.nl/innovatie/


14

Bijlagen VOORT
Bijlage 1 : Brainstormsessies

15

Bijlage 2 : conceptboards tussenpresentatie















16

Bijlage 3 : Presentatie
Filmpje
http://www.youtube.com/watch?v=bs2Oz5Mo
p-w&feature=youtu.be
Powerpoint

17


18


Moodboards







Vertrekdocument
The players
We change your toy into something else you can enjoy

























Naam Studentennummer
Tarik Essaidi 2061508
Danille Offermanns 2061631
Marijne Ritzer 2063691
Tijn van den Brink 2069187
Ineke Borsje 2062829
Jaclien Leenders 2059586
1

Inhoudsopgave
Branche beschrijving .......................................................................................................................................... 2
Innovatieopdracht ................................................................................................................................................ 3
Algemene informatie ........................................................................................................................................... 5
Teamsamenstelling ......................................................................................................................................... 5
Groepsrollen indeling .................................................................................................................................... 5
Regels voor participatie ................................................................................................................................ 5
Regels voor voorbereiding .......................................................................................................................... 5
Regels voor aanwezigheid ........................................................................................................................... 5
Planning ..................................................................................................................................................................... 6
Interviews................................................................................................................................................................. 8
Creatieve Technieken ....................................................................................................................................... 11
Bronnen ................................................................................................................................................................... 12























2

Branche beschrijving


Nederland telt op dit moment 1100 speelgoedzaken. De speelgoedbranche is een branche waar
jaarlijks veel geld aan wordt uitgegeven in Nederland. In het jaar 2011 gaf de consument bijna 1,4
miljard euro uit aan speelgoed. Consumenten in Nederland geven een fors bedrag uit aan speelgoed
maar de laatste jaren is het marktaandeel in speelgoed, het aantal winkels en de betaalde banen
gedaald.


2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 t/m mei
omzetontwikkeling t.o.v. een jaar eerder 14,0% 4,1% -10,0% -2,0% -6,5% -8,7% -14%
marktaandeel in speelgoed 50% 52% - 47% 47% - -
aantal winkels 1.180 1.150 1.160 1.150 1.140 1.100 -
aantal betaalde banen 6.400 6.500 5.900 6.100 6.100 5.900 -

3

Innovatieopdracht

"Alle kinderen hebben te veel speelgoed", zegt spel- en speelgoeddeskundige Marianne de Valck.
"Zoveel, dat ze niet meer de kans krijgen om er geconcentreerd mee bezig te zijn of om de
mogelijkheden van hun spel uit te diepen. (Valck, M. de. 2012).
Kinderen kunnen de concentratie niet lang behouden, switchen vaak snel over op ander speelgoed
en vinden het bovendien na enige tijd niet meer interessant genoeg meer om er berhaupt
aandacht aan te besteden. Daarnaast is er een grote verandering te zien in het interesseveld van
deze jongeren. Zo blijkt uit onderzoek van het Mechelse Speelgoedmuseum (in samenwerking met
Karrewiet en Radio 2) dat kinderen vijf uur vrije tijd per dag hebben. Hiervan spelen zij anderhalf uur
met computer- en videospelletjes en kijken anderhalf uur televisie. (Vosje. 2010).

Maar wat wordt er nou allemaal met dat speelgoed gedaan? Juist, het blijft in de kast liggen, zwerft
rond op zolder of wordt zomaar in de vuilnisbak gegooid. Dit is zonde.

De nieuwe vorm van circulaire economie kan hier een goede oplossing aan bieden. Circulaire
economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten te
maximaliseren en waarde vernietiging te minimaliseren. Het afnemen van diensten in plaats van het
kopen van producten, maar ook het delen en hergebruiken van producten wordt onderdeel van
producten, waardoor ook de retourlogistiek essentieel onderdeel van de productcyclus moet zijn.
(The world of concepts, 2013). Hiermee wordt bedoeld dat elk product haar ingredinten bevat,
waarmee nieuwe producten ontwikkelt kunnen worden. Dit kan zonder dat het product geheel uit
elkaar gehaald wordt.

Het verspillen van niet-gebruikt speelgoed kan opgelost worden door van de materialen nieuwe
producten te maken. Er wordt hierbij gekeken naar nieuwe markten en nieuwe doelgroepen, wat
het concept revolutionair maakt. (Voort-innovatiemethode, 2012). Er word direct gestart met deze
circulaire economie, omdat het inzamelen en produceren van nieuwe producten en diensten enige
tijd zal kosten en we snel de onderdelen en grondstoffen weer terug in de markt zien komen.

De doelgroep kan opgesplitst worden in de Nederlandse consumenten: de kopers en gebruikers van
het speelgoed; en daarnaast de verkooppunten in Nederland en internationale fabrikanten.
Speelgoed zal verzameld worden bij consumenten. Zij kunnen deze ook inleveren bij verkooppunten
van speelgoed. Door een tegenprestatie te leveren aan de consument, zal de inzameling van
speelgoedgoederen hoger worden. Er zijn ruim 4 miljoen kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 20
jaar. Zon 35% van deze groep zal daadwerkelijk speelgoed inleveren. Geschat wordt dat er per kind
(ongeacht of de ouder/verzorger het inlevert) 4 producten ingeleverd worden per jaar. Deze
schatting is gemaakt omdat het aantal exponentieel af zal nemen naarmate de jaren vorderen. Dit
houdt in dat er in Nederland 5,6 miljoen stuks speelgoed per jaar ingeleverd gaan worden.
Uiteindelijk zouden we graag zien dat alle stukken oud of kapot speelgoed weer terug in de visuele
cirkel komen, zodat er efficint en effectief kan worden omgegaan met wat de aarde ons bied.


Fabrikanten zullen vervolgens helpen met het leveren van het nieuwe product. Zoals bekend is
fabriceren in lageloonlanden goedkoper, waardoor deze productie internationaal zal zijn.
Al met al zal er een product of dienst bedacht en geproduceerd worden dat in Nederland uit te
voeren moet zijn. Het product of dienst moet innovatief zijn en daarmee over een onderscheidend
vermogen beschikken. Het waardebehoud van het nieuwe product/dienst moet worden
gemaximaliseerd en het moet zo ontworpen en vermarkt zijn, dat deze op kwalitatief hoogwaardig
niveau opnieuw gebruikt kan worden. Het moet lang mee kunnen gaan, waarbij het niet bloot moet
staan aan veel onderhoud. Het product of dienst moet zo min mogelijk energie gebruiken.
4

Hiermee willen we een effectievere omgang van grondstoffen stimuleren, en de daarbij horende
voordelen. Een schonere leefomgeving en verantwoord omgaan met de nu nog beschikbare
grondstoffen is namelijk van essentieel belang voor de toekomst. Dit concept heeft een haalbaar
doel, mede door de positieve invloed op de gehele maatschappij en diens natuur. Het is dus een
realistisch project, die de nodige steun zal ontvangen van de betrokkene partijen. Iedereen heeft
baad bij deze vorm van circulaire economie, en degene met de kans zullen deze dan ook met beide
handen aangrijpen.
5

Algemene informatie
Teamsamenstelling
Naam Mobiel nummer Email adres Studentennummer
Tarik Essaidi 0657883311 tarikessaidi@hotmail.com 2061508
Danille Offermanns 0623246862 danielle.offermanns@gmail.com 2061631
Marijne Ritzer 0629459350 marijneritzer@live.nl 2063691
Tijn van den Brink 0683249613 tijn.vandenbrink@hotmail.com 2069187
Ineke Borsje 0615082621 inekefloor@hotmail.com 2062829
Jaclien Leenders 0627476291 jaclien@hotmail.com 2059586

Groepsrollen indeling
Voorzitters Ineke Borsje en Danille Offermanns
Planner/Notulist Jaclien Leenders en Tijn van den Brink
Vormgeving Tarik Essaidi en Marijne Ritzer

Regels voor participatie
Als project lid zijnde wordt een actieve houding verwacht zoal inbreng als initiatief.
Bij officile PRBG bijeenkomsten wordt de telefoon op stil gezet of uit gezet.
Een eerlijke waardige taakverdeling, tenzij een groepslid meer werk op zichzelf neemt. Het
desbetreffende werk zal afgerond moeten worden moeten worden voor eenzelfde deadline.
Wanneer een project lid een deadline mist zal hij of zij een officile waarschuwing krijgen. Mocht
dit voorkomen, acht de projectgroep het werk geleverd te krijgen binnen 24 uur.
Alles gebeurt in overleg, dit heeft betrekking tot o.a. werkverdeling, deadlines, uitsluiting project
lid en dergelijke.

Algemene regels
Ieder respecteert ieder ander.
Vrijheid van meningsuiting, tevens ook van ideen uiting.
De notulist heeft de taak om de notulen van een voorafgaande meeting binnen 24 uur te posten
op blackboard.

Regels voor voorbereiding
Ieder project lid wordt geacht voorbereid te zijn wanneer hij of zij een officile bijeenkomst
bijwoont. Wanneer een project lid te vaak niet voorbereid is, zal in overleg met de projectgroep een
beslissing worden genomen om hem of haar een waarschuwing te geven.
Regels voor werk leveren:
Geen plagiaat/gekopieerd werk leveren.
Kijk elkaars werk na en houdt je werk zo goed mogelijk geordend.
Werk met het font Calibri en puntgrootte 11.
Werk met bronvermelding
Er wordt verwacht van de projectleden dat ieder zich inzet om een zo goed mogelijk stuk werk te
leveren

Regels voor aanwezigheid
In geval van afwezigheid dient het desbetreffende project lid minimaal twee mede projectleden
te informeren van zijn of haar afwezigheid. Wanneer een project lid te laat is zonder geldige reden
of zichzelf niet heeft afgemeld zal in overleg een beslissing worden genomen om hem of haar een
waarschuwing te geven.
6

Planning

Datum Lessen Activiteit Taken
Ma wk 1 Maandag
10:35
Vrijdag
8.45 11.20
VERTREKKEN
Kick off en briefing project door
Externe opdrachtgever

Vrijdag 17:00 uploaden op BB.
Gezamenlijk werken
aan het
vertrekdocument
Week 2

Woensdag
13.00 13.45

ONTDEKKEN organiseren en
Vertrekdocument definitief

Iedereen
interviewvragen
maken:
Tarik : Kinderen
Ineke : Ouders
Danille :
Pedagogen /
studenten
pedagogiek
Marijne : Docenten
Tijn : Jumbo
Speelgoed fabrikant
Jaclien :
Speelgoedwinkels,
jongeren.
Interviews van
elkaar controleren
en afnemen:
verdeling volgt op
dropbox
Week 3

Maandag
10.35 11.20
Donderdag
12.15 14.35
ONTDEKKEN
PLUS Verplichte instructie les
Vergadertechnieken

Uitkomsten
interviews
bespreken en
verwerken

Week 4


Woensdag
13.00 13.45
Resultaten van ONTWIKKELEN-
brainstorms laten zien
Brainstormen
concept
Week 5

Maandag
9.35 10.20
Donderdag
13.00 15.25
Tussenpresentatie voor
concept-testing en spreekuur
met opdrachtgever
Concept evt
aanpassen
Week 6


Woensdag
12.15 13.00
Resultaten van REFLECTEREN
en bijstellen laten zien
Verder werken aan
einddocument +
presentatie
Week 7

Maandag
9.35 10.20
Donderdag
8.45 11.20
Eindpresentatie aan Clint EN
inleveren Rapportage

Afwerken
presentatie +
document
Week 8

TENTAMENS
7

Week 9 In overleg
met prbg
TEAM FOCUS
De reeds als groep besproken
en compleet (2 kolommen en
gemiddelde cijfers per
kolom)ingevulde formulieren
24 uur vantevoren bij prbg
inleveren op papier!

Prbg

Ma week 10 17:00 Reparaties inleveren in overleg
met Prbg

Prbg






































8

Interviews
Om voldoende informatie te verwerven gaan we diverse interviews houden.
Er zullen verschillende pedagogen (o.a. Roseri van de Besselaar) genterviewd worden om te
achterhalen wat de verschillen tussen de kinderen van nu en vroeger zijn.
Er zijn verschillende vragen uitgewerkt, die als volgt gesteld zullen worden:

Vraag 1. Wat vindt u van het gebruik van speelgoed bij kinderen?
Vraag 2. Vanaf wanneer wordt het gebruik van speelgoed bij kinderen minder?
Vraag 3. Merkt u dat kinderen tegenwoordig eerder uitgekeken raken op speelgoed
naarmate zij hier mee spelen?
Vraag 4. Wat is de gemiddelde leeftijd waarbij kinderen gebruik maken van speelgoed?
Vraag 5. Denkt u dat speelgoed een bevorderende werking heeft op het gedrag en houding
van de kinderen die er gebruik van maken?
Vraag 6. Denkt u dat kinderen benvloed worden door het gebruik van speelgoed?
Vraag 7. Denkt u dat kinderen vasthouden aan een bepaald soort speelgoed in de toekomst?
Vraag 8. Denkt u dat speelgoed vervangen kan worden door elektronische middelen zoals
computer spelletjes?
Vraag 9. Denkt u dat elektronisch speelgoed een verbetering is ten opzichte van het gedrag
en de houding van kinderen die er gebruik van maken?
Vraag 10. Denkt u dat elektronisch speelgoed de nieuwe variant is van speelgoed in de
toekomst en dat bordspellen en dergelijke hierdoor komen te vervallen?
Vraag 11. Wat vindt u van het hergebruiken van oud speelgoed zodat materialen opnieuw
gebruikt wordt en we hiermee maatschappelijk verantwoord ondernemen creren?
Vraag 12. Zou u een mogelijkheid kunnen noemen waarmee we een positieve
bewustwording van het hergebruiken van speelgoed kunnen creren bij kinderen?





















9

Ook zal er een speelgoedproducent genterviewd worden. Jumbo Speelgoed is de enige
speelgoed/spellen fabrikant in Nederland. Door deze fabrikant vragen te stellen, komen we
meer te weten over de speelgoedbranche, wat zij doen met oud of niet gebruikt speelgoed
en hoe zij staan tegenover de circulaire economie. De volgende vragen zijn opgesteld.

1. Is er interesse/ruimte binnen de speelgoed branche voor innovatie en vernieuwing van de
bedrijfsketen zoals deze nu bestaat?
2. Hoe staat Nederland in de algemene speelgoed branche/markt tegenover Europa en de
rest van de wereld?
3. Is de speelgoed branche, en Jumbo zelf, bekend met het fenomeen circulaire economie en
diens voordelen? (indien nodig uitleggen)
4. Wordt er in de speelgoed branche, en binnen Jumbo zelf, veel gekeken naar het
recyclen/hergebruiken/ herinterpreteren van speelgoed of bepaalde delen van speelgoed?
5. Is er interesse voor een samenwerkingsverband dat verschillende lagen/niveaus van de
speelgoed branche koppelt, voor optimaal gebruik van energie en grondstoffen?
6. Deze circulaire economie heeft vele voordelen, en niet als laatste Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen. Wordt hier al veel mee gedaan in de speelgoed branche? Zo
nee, vindt u dat er op dat gebied kansen liggen? Concurrentievoordeel= Ouders zien hun
kinderen graag spelen met speelgoed dat bijdraagt aan een leefbare aarde.
7. Wordt er binnen de speelgoed branche gedacht aan al die vele miljoenen kilos
ongebruikt/opgebruikt speelgoed die in de Nederlandse huishouden rond slingert?
8. Waar liggen volgens u de positieve/negatieve kanten van circulaire economie?
9. Zou met de overheid samengewerkt kunnen worden om de visuele cirkel van de circulaire
economie te vergemakkelijken?


Er kan nuttige informatie verschaft worden over de verkoop van verschillende soorten
speelgoed en wat er gedaan wordt met het speelgoed wat over zal blijven. Denk hierbij aan
Intertoys en Bart Smit.

1. Welk speelgoed verkoopt momenteel het best?
2. Welk speelgoed verkoopt momenteel het minst goed?
3. Bij welk speelgoed heeft u het afgelopen jaar de grootste stijging in verkoop gezien?
4. Bij welk speelgoed heeft u het afgelopen jaar de grootste daling in verkoop gezien?
5. Wat wordt er gedaan met speelgoed dat uit het assortiment gehaald wordt?
6. Zou er interesse zijn voor het creren van zon circulaire economie met de desbetreffende
bedrijven/organisaties?
7. Waar zijn de kansen volgens u in deze branche?






10

De doelgroep, de eindconsumenten binnen de speelgoedbranche zijn natuurlijk ook
belangrijk. Omdat dit voornamelijk ouders en kinderen zijn, zullen hier ook een aantal
vragen betreffende de consumptie en behoud van speelgoed gevraagd worden.
Vragen, welke zijn opgesteld voor de ouders:

1. Heeft uw kind veel speelgoed?
2. Wat voor soorten speelgoed heeft u in huis?
3. Hoe veel stuks speelgoed per jaar koopt u gemiddeld?
4. Krijgt hij/zij speelgoed van buitenstaanders op verjaardagen e.d. ?
5. Is uw kind gehecht aan het speelgoed wat hij/zij krijgt?
6. Hoe lang is hij/zij genteresseerd in het speelgoed tijdens het spelen? Wordt er lang mee
gespeeld of wordt het snel aan de kant gelegd?
7. Hoe lang is hij/zij genteresseerd in het speelgoed over het algemeen? Hoe snel beland
speelgoed op zolder/het rommelhok/de prullenbak?
8. Wat doet u met speelgoed dat kapot gaat?
9. Wat doet u met speelgoed waar niet meer mee gespeeld wordt?
10. Kan uw kind gemakkelijk afstand doen van zijn/haar spullen?
11. Zou u het speelgoed eerder inruilen als u er iets voor terugkreeg?
12. Wat zou u als vergoeding voor het oude speelgoed geven?


Vragen, welke zijn opgesteld voor de kinderen:

1. Hoe oud ben je?
2. Heb je thuis speelgoed liggen?
3. Wat voor speelgoed heb je allemaal thuis liggen?
4. Krijg je vaak nieuwe speelgoed?
5. Wat doe je met je oude speelgoed?
6. Zou jij je oude speelgoed weg geven? en als je er iets anders voor terug kreeg?
7. Zou jij het erg vinden als je nieuwe speelgoed kreeg voor je oude?


Daarnaast zullen er vragen aan docenten gesteld worden, die meer inzicht kunnen geven
over de kinderen en het gebruik van speelgoed.

1. Waar komt het speelgoed vandaan?
2. Wat doet u met kapot speelgoed?
3. Wat doet u met oud speelgoed?
4. Wat is het meest favoriete speelgoed per leeftijdscategorie?
5. Wat weet u over gerecycled speelgoed?
6. Doneren jullie speelgoed aan goede doelen?
7. Hebben jullie speelgoed dat jullie liever niet aanschaffen? Zo ja, welke en waarom?
8. Maken jullie (veel) gebruik van elektrisch speelgoed?
9. Zijn de kinderen bewust van het bestaan van recyclen?
10. Zijn de kinderen bewust van het bestaan van doneren? (bijv. aan goede doelen)

11

Tenslotte moet er meer inzicht verkregen worden op gebied van innovatie en
duurzaamheid. De organisatie Goede Gasten kan hier waarschijnlijk een goede bijdrage aan
leveren (Goede Gasten, z.d.). Hier komen verschillende experts op gebied van innovatie bij
elkaar om elkaar tot nieuwe inzichten te brengen. Deze organisatie komt elke eerste vrijdag
van de maand bij elkaar, wij zullen aan hun inzichten vragen betreffende de circulaire
economie op het gebied van speelgoed.

Creatieve Technieken

In eerste instantie wordt een brainstormsessie gehouden. Dit wordt aan de hand van een
mindmap gedaan. In het midden van een flip-over wordt het woord waarop verder
gebrainstormd moet worden genoteerd. Bijvoorbeeld circulaire economie of speelgoed. Alle
associaties worden hier rondom genoteerd en hier wordt ook weer verder op door
geassocieerd.

Om tot nog meer creatieve ideen te komen, wordt er brainstormen aan de hand van een
afbeelding toegepast. Hierbij krijgt ieder groepslid een plaatje. Bij dit plaatje moet
opgeschreven worden waaraan je denkt. Deze woorden worden met de groep gedeeld en
aan de hand van deze woorden worden gezamenlijk ideen gegenereerd.

Bij de les Creatief Denken en Doen van Machiel, is de techniek clusteren aan bod
gekomen: Elk idee dat voortgekomen is uit de plenaire brainstorm wordt op een post-it
briefje genoteerd. De ideen worden verdeeld in blauwe ideen (makkelijk toepasbare
ideen, niet innovatief), rode ideen (innovatieve ideen die toepasbaar zijn) en gele ideen
(innovatieve ideen voor de toekomst).

Ieder groepslid selecteert een van te voren vast gesteld aantal blauwe, rode en gele ideen
(afhankelijk van het aantal bedachte ideen). Dit wordt gedaan door een blauw, rood of
geel stickertje achter het idee te plakken.

Ideen met de meeste stickertjes (en dus stemmen) worden op een flip-over genoteerd.
Door n geel, n blauw en n rood idee te selecteren en deze samen te voegen kan een
concept bedacht worden. Deze moet later nog aangepast worden zodat het uitvoerbaar
wordt.


12

Bronnen

Beleidsimpuls. (z.d.). Creatieve technieken. Geraadpleegd op 30 augustus 2013, van
http://www.beleidsimpuls.nl/creatieve_technieken.php

Centraal Bureau voor de Statistiek (2013). Bevolking; geslacht, leeftijd, burgerlijke staat en regio, 1
januari. Geraadpleegd op 30 augustus 2013, van
http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=03759ned&HD=130830-1525

Valck, M. de. (2012). Veel te veel speelgoed. Geraadpleegd op 30 augustus 2013, van
http://www.mandypijl.nl/artikelen/veel-te-veel-speelgoed.pdf

Goede Gasten. (z.d). Goede Gasten Arnhem. Geraadpleegd op 30 augustus 2013, van
http://www.goedegasten.nl/goedegasten/

Vosje. (2010). Kinderen spelen steeds minder. Geraadpleegd op 30 augustus 2013, van http://mens-
en-samenleving.infonu.nl/ouder-en-gezin/55879-kinderen-spelen-steeds-minder.html

Hoofdbedrijfschap Detailhandel. (z.d.). Bestedingen en Marktaandelen. Geraadpleegd op 30
augustus 2013, van http://www.hbd.nl/pages/15/Bestedingen-en-
marktaandelen/Speelgoedzaken/Speelgoed-totaal-.html?subonderwerp_id=662

Voort innovatiemethode. (2012). Wat is innovatie. Geraadpleegd op 30 november 2013, van
http://www.voort-innovatie.nl/innovatie/

Valck, M. de. (2001) Minder buiten spelen doet geen kind goed. Geraadpleegd op 30 november 2013,
van http://www.tegenwicht.org/25_overprotectie_nl/buiten_spelen.htm

Anda mungkin juga menyukai