Anda di halaman 1dari 12

1

Samenvatting recht
Inhoud van het vak
In de eerste twee blokken van dit jaar is voor de juridische invalshoek een inleiding
gegeven in het Nederlandse (staats)recht en aandacht besteed aan de juridische
kenmerken van het lokaal bestuur, een inleiding in het gemeenterecht.

Vanaf het derde blok van de propedeuse dient de zogenaamde beleidscyclus als
uitgangspunt voor de invulling van de verschillende blokken. Wat betreft de juridische
invalshoek zal telkens aandacht worden besteed aan de juridische aspecten van beleid.
Vrijwel alle taken die door de overheid worden uitgevoerd vereisen op de een
of andere manier het voeren van beleid. In bestuursrechtelijke zin betekent het voeren
van beleid dat taken niet willekeurig mogen worden uitgevoerd. Bepaalde beslissingen
moeten ook kunnen worden verantwoord en uitgelegd. Dat vraagt een doordachte en
stelselmatige aanpak. (Bestuurs)recht en beleid hebben elkaar dan ook nodig en zijn
onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Relatie met het beroepsproduct
Het beroepsproduct van P3 staat in het teken van het maken van een beschrijving van
een zelf gekozen beleidsterrein. Voor de deelopdracht recht moeten onderzoeksvragen
worden opgesteld waarvan de beantwoording leidt tot een juridische beschrijving van
het gekozen beleidsterrein.

Leerdoelen
De student kan:

ten aanzien van een beleidsterrein aangeven of dit autonoom beleid dan wel
medebewindsbeleid is; de verschillende spelers in het bestuursrecht beschrijven en in
een casus herkennen; verschillende typen juridische beleidsinstrumenten beschrijven
en deze in een casus herkennen; aangeven wie de bevoegdheid heeft om de juridische
beleidsinstrumenten in de zetten en waarop deze bevoegdheid is gebaseerd; de
bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten beschrijven (definitie, procedure en
gevolgen);


2
Inhoudsopgave
Beleid ............................................................................................................................... 3
Juridische spelers .............................................................................................................. 3
Actoren .................................................................................................................................................................................. 3
Juridische organisaties in het openbaar bestuur (spelers) ............................................................................. 3
Spelers/actoren in juridische zin ............................................................................................................................... 4
Bestuursorganen van lagere overheden (a-organen) .......................................................................................... 4
B orgaan ..................................................................................................................................................................................... 4
ZBOs ............................................................................................................................................................................................ 5
Beleidsinstrumenten ......................................................................................................... 5
Handhaving ...................................................................................................................... 7
Bestuursrecht ..................................................................................................................................................................... 7
Toezicht en handhaving ..................................................................................................................................................... 7
BOAs ............................................................................................................................... 8
Bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten .................................................................. 9
Bestuursdwang .................................................................................................................................................................. 9
Dwangsom ......................................................................................................................................................................... 10
Intrekken van een begunstigende beschikking .................................................................................................. 10
Bestuurlijke boete ........................................................................................................................................................... 10
Strafrechtelijke handhaving ....................................................................................................................................... 11
Geld betalen voor een overtreding van een wettelijk voorschrift ..................................... 11
Strafbeschikking ............................................................................................................. 12
Rechtsmiddel .................................................................................................................................................................... 12
Strafbeschikking vs ......................................................................................................... 12
Strafbeschikking vs bestuurlijke boete .................................................................................................................. 12
Strafbeschikking vs transactievoorstel .................................................................................................................. 12


3
Beleid

Het voeren van beleid is door wetgever aan bestuur overgelaten. Dit zijn de wetgevende
en uitvoerende macht van de lagere overheden zoals een provincie of gemeente. Het
bestuur heeft hierbij beleidsvrijheid in verschillende vormen. De uitvoering van het
beleid kan door de rechter worden getoetst, of het redelijk is en of het op het concrete
geval op de juiste wijze is toegepast. Het bestuursrecht stelt eisen aan te voeren beleid.

Het bestuursrecht bestaat uit 5 onderdelen:
- Organisatie openbaar bestuur
- Verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
- Rechtsnormen waaraan openbaar bestuur zich moet houden
- Rechtsnormen die geleden voor burgers en regels voor handhaving ervan
- Juridische bescherming voor de burgers tegen optreden openbaar bestuur

Bestuursrecht is verdeeld in twee soorten:
- Algemeen bestuursrecht
- Bijzonder bestuursrecht

Algemeen bestuursrecht:
Regels voor de centrale, overkoepelende onderwerpen van het bestuursrecht, deze zijn
vastgelegd in de AWB.

Bijzonder bestuursrecht:
Regels die zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden, beleidsterreinen waarop het
openbaar bestuur actief is. Neergelegd in allerlei verschillende bijzondere wetten

Juridische spelers
Actoren
Wat zijn actoren? Dit zijn mensen die betrokken zijn bij het beleid en hier belang bij
hebben. Denk hierbij aan:
- Prostituees
- Klanten
- Omwonenden
- Politie
- Hulpverlening
- Een Gemeente, raad, B&W

Juridische organisaties in het openbaar bestuur (spelers)
- UWV
- Kiesraad
- Huurcommissie
- Overheidsorganisaties
- Etc.

4
Spelers/actoren in juridische zin
Recht maakt onderscheid in:
- openbare lichamen = een publiek rechtelijk rechtspersoon. Dit kan zijn het Rijk,
provincie, gemeente, waterschappen of andere openbare lichamen
- Bestuursorganen

Een openbaar lichaam bestaat uit bestuursorganen, de bevoegdheden berusten dus niet
bij het openbaar lichaam maar bij haar organen. Openbaar lichaam is de
organisatievorm en de bestuursorgaan heeft hierbinnen die organisatie de juridische
bevoegdheden. De definitie van deze organen kun je terugvinden in Art. 1:1 AWB en is
onderverdeeld in sub a en sub b in lid 1.
Bestuursorganen van lagere overheden (a-organen)
A orgaan: Organen van rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.

Staat:
- Regering
- Minister
- Staatssecretaris

Provincie:
- Provinciale staten
- Gedeputeerde staten
- Commissaris van de koningin
- Commissies

Gemeente:
- Gemeenteraad
- College van B&W
- Burgemeester
- Commissies

Waterschap:
- Algemeen bestuur
- Dagelijks bestuur
- Voorzitter

B orgaan
Dit is te vinden in Art 1:1 lid 1 sub b AWB. Een ander persoon of college, met enig
openbaar gezag bekleed. Geen overheidsinstantie, maar deels wel overheidstaken.
- CBR
- APK-Keurder
- Stichtingen die subsidies verstrekken

5
ZBOs
Hiervan is geen definitie in de wet. Dit zijn zelfstandige bestuursorganen. Kenmerken
voor deze organen zijn:
- Organisaties die specifieke bestuurstaken verrichten; uitoefenen van een
publiekrechtelijke bevoegdheid
- Op niveau van de centrale overheid
- Geen hirarchische relatie met minister
- Geen directe bestuurlijke en democratische controle

ZBO: a orgaan
Een zbo kan een a orgaan zijn als dit zbo is ingesteld bij wet. Het boek noemt ze
zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen. Voorbeelden hiervan zijn:
- IB-Groep/DUO
- Commissariaat voor de media
- Commissie gelijke behandeling
- UWV
- SVB

ZBO: b orgaan
Soms is er een zelfstandige bestuursorgaan niet ingesteld bij wet, maar is sprake van een
privaatrechtelijk rechtspersoon. Er is dan sprake van een stichting of vereniging waarbij
deze een opdracht heeft gekregen vanuit de centrale overheid. Bijvoorbeeld:
- Schooladviesdiensten,
- Taken m.b.t. ouderenzorg
- CBR

Beleidsinstrumenten

Er zijn 5 publiekrechtelijke beleidsinstrumenten en 2 privaatrechtelijk.

Publiekrechtelijk:
- AVV/wet
- Beleidsregel
- Plan
- Concretiserend b.a.s.
- Beschikking

Privaatrechtelijk:
- overeenkomst
- convenant

Checklist:
Is het schriftelijk besluit?
Is het genomen door een bestuursorgaan?
Is het publiek rechtelijk?
Is het een rechtshandeling?
Is het een individueel besluit?
6


- A.V.V. ( Tijd, plaats, persoon, voorschrift veranderd regels)
- Beleidsregel (specifiek rechtelijk bevoegdheid hier word de
beleidsvrijheid uitgelegd, bijvoorbeeld waarom een vergunning geweigerd
word)
Besluiten - Beschikking (Is voor een persoon)
- Bestemmingsplan (Gaat over gebieden, bestemmingen en
bouwvoorschriften)
- Concretiserend b.a.s. (Is vaak een gebiedsaanwijzing of een
onbewoonbaar verklaring van een huis)


A.V.V. Altijd, overal, iedereen (is ook als het aantal onbekend is)

Verbinden - >|
| Rechten+ Plichten
Voorschift ->|




7
Handhaving

Strafrecht handhaven we via straf(proces)recht:
- opsporing van strafbare feiten: WvSv (wetboek van strafrecht)
- vervolging van strafbare feiten: WvSv

Civiel recht handhaven we via civiel recht:
- Schade vergoedingen bij onrechtmatige daad
- Eerst vragen
- Anders naar civiele rechter: RV (Wetboek van burgerlijke rechtsvordering)

Bestuursrecht
Bestuursrecht handhaven we vanzelfsprekend via bestuursrecht, maar soms ook via
strafrecht.

Hierin staat hoe het beleid en regels zijn vastgesteld en hoe er gezorgd word dat
iedereen zich aan de regels houdt. Wat is nog meer handhaving:
- Sluiting illegale coffeeshop
- Intrekking verstrekte evenementenvergunning
- Optreden fout parkeren
- Optreden snelheidsovertreding
- Optreden niet voldoen aan werktijdenregeling
- Optreden illegale lozing van vervuild afvalwater
- Afbreken bouwwerk zonder vergunning
- Wildplassen
- Etc.

De juridische definitie van het begrip handhaving staat in Artikel 5:2 AWB. Hier staat de
uitoefening van toezicht op de naleving van rechtsregels uitgelegd en het zo nodige
gebruik van sanctie bevoegdheden in geval regels niet worden nageleefd.
Dit valt uiteen in twee dingen:
- toezicht op naleving van regels
- gebruiken van sanctiebevoegdheden

Toezicht en handhaving
Bijvoorbeeld toezicht en handhaving in een gemeente: zorgen voor een schone, hele en
veilige openbare ruimte. Hier word gesignaleerd, gecontroleerd en opgetreden.
Dit word gedaan door:
- Medewerkers gemeente
- Provincie
- Rijk
- Buitengewone opsporingsambtenaren (boas)
- Toezichthouders
- Parkeerwachters
- Stadswachten
- Boswachters
- Politie
8
Ook het rijk heeft toezichthouders, hieronder een plaatje met voorbeelden:


De definitie van toezicht vind je in Artikel 5:11 AWB. Hier staat wie er bevoegd zijn.
Over de medewerking aan de uitoefening van toezicht vind je de wettelijke definitie
hier: Art. 5:20 AWB.

BOAs
De ambtenaren met opsporingsbevoegdheid

Bevoegdheden van een BOA:
- Identiteit controleren
- Proces-verbaal opmaken
- Boetes uitschrijven
- Verdachte strafbaar feit aanhouden

Elke BOA heeft een eigen specifiek takenpakket die bij de wet verkregen is. Ministerie
van Justitie en Veiligheid verleent titel van opsporingsbevoegdheid aan een BOA. Dit is
terug te vinden in Art 142 WvSv.


9
Hieronder een plaatje met voorbeelden van boas en hun werkdomein:



Bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten

Hier zijn er 4 van:
- Bestuursdwang
- Last onder dwangsom
- Intrekken begunstigende beschikking (vergunning)
- Bestuurlijke boete

Bestuursdwang
Officieel last onder bestuursdwang. De definitie hiervan is te vinden in Art. 5:21 AWB.
Bestuursdwang is het besluit de last tot bestuursdwang + feitelijke optreden toepassing
van de bestuursdwang.

Een voorbeeld:
Slopen van illegale bouwwerken, sluiten illegale bedrijven, weghalen van vuilniszakken.
De kosten hiervan worden verhaald op de overtreder.

Aan het daadwerkelijke optreden gaat een besluit vooraf, dit heet de
bestuursdwangbeschikking. Eisen aan de beschikking:
Termijn waarbinnen overtreder zelf kan handelen, art.5:24 lid 2 Awb
Vermelden van de last die wordt opgelegd, art. 5:24 lid 1
Aanzeggen kostenverhaal, art.5:25 lid 2 Awb. De gemeente heeft volgens Art 127 Gemw
de bevoegdheid om dit toe te passen samen met de provincie Art 122 Provincw

10
Dwangsom
Officieel heet dit last onder dwangsom. De definitie is te vinden in art 5:32 Awb.
Het is opgelegd door een bestuursorgaan, opgelegd bij beschikking. Bedoeld om
overtreding ongedaan te maken of om herhaling te voorkomen: Dwangsom is een
herstelsanctie. Bevoegdheid tot oplegging ligt in verlengde van bevoegdheid tot
opleggen van bestuursdwang.

Voorbeeld:
Provincie Drenthe handhaaft geluidsnormen en legt daarom dwangsom op aan TT-
circuit.
Voor elke volgende overtreding van evenementen in type 3 wordt een dwangsom van
10.000 euro opgelegd met een maximum van 180.000 euro. Bij de type 4 evenementen
geldt een dwangsom van 5.000 euro per overtreding met een maximum van 100.000
euro

Belangrijk om te weten is dat bestuursdwang of dwangsom niet tegelijkertijd mogen
worden ingezet na elkaar wel. Bestuursdwang en dwangsom zijn allebei herstelsancties.
Dit wordt genoemd: reparatoir
Doel van beide sancties:
- Opheffen van de illegale situatie
- Herstellen naar legale situatie

In tegenstelling tot:
Punitieve sanctie, waarbij doel is: leedtoevoeging
Het gaat dan alleen om de straf. Dit is het geval bij de bestuurlijke boete

Intrekken van een begunstigende beschikking
Dit is niet geregeld in de Awb, wel voor het intrekken van een subsidiebesluit.
Begunstigende beschikkingen zijn: Vergunningen, subsidie, ontheffing, uitkering

Dit handhavingsinstrument kan worden ingezet als het in een bijzondere bestuurswet is
toegestaan. Bijvoorbeeld: art. 59 lid 1 a Woningwet, art. 18.12 Wet Milieubeheer ,art. 35
Drank- en Horecawet, vaak ook als sanctie genoemd in APV bepalingen. Door oplegging
van deze sanctie wordt de overtreding zelf niet beindigd. Daarom normaal gesproken
opgelegd in combinatie met bestuursdwang of strafrechtelijk optreden.

Bestuurlijke boete
Is een boete opgelegd door een andere overheidsinstantie dan politie en justitie,
namelijk door een bestuursorgaan. Deze word opgelegd bij beschikking. Bijvoorbeeld
door: Voedsel en Waren Autoriteit, College Bescherming Persoonsgegevens, Inspectie
Verkeer en Waterstaat, Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, FIOD-ECD, Dienst Justis, BFT (Bureau Financieel Toezicht),
Nederlandse Mededingingsautoriteit.

Een voorbeeld: boete voor studenten die de ov-jaarkaart niet inleveren.
De definitie van een bestuurlijke boete staat in Art. 5:40 Awb.

11
Handhavingsinstrument bestuurlijke boete kan alleen worden gebruikt als het
bestuursorgaan daar in een specifieke bijzondere bestuurswet een bevoegdheid voor
heeft gekregen.

Voorbeelden:
-snelheidsovertredingen: Wet administratiefrechtelijk handhaving
verkeersvoorschriften
-bestuurlijke boete aan school die verzuim niet meldt: Leerplichtwet
Mediawet (overtreden reclameregels)
Warenwet
Arbeidsomstandighedenwet
Belastingwetten (belastingfraude)
Maar ook: art. 154b Gemeentewet: bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte.

Bestuurlijke boete is een punitieve sanctie. Gericht dus op bestraffing, en niet op herstel
van de overtreding/onrechtmatige toestand. Wordt door Europees Hof voor rechten van
de mens ook gezien als een criminal charge, terwijl het dus in het Nederlandse systeem
een bestuursrechtelijke sanctie is.

Strafrechtelijke handhaving
Handhaving van het bestuursrecht:
- via bestuursrecht (bestuursdwang, dwangsom, intrekken begunstigende beschikking
en bestuurlijke boete)
- via strafrecht: Strafrechtelijke handhaving
- via privaatrecht

Veel bestuursrechtelijke wetten bevatten strafbepalingen (bijv. APV, Wet op de
economische delicten, Woningwet) Dan 2 mogelijkheden: bestuursrechtelijke f
strafrechtelijke handhaving. Bevoegd gezag is niet bestuursorgaan maar OM
(vervolgingsmonopolie). Opleggen sanctie na tussenkomst onafhankelijke rechter
Doel: bestraffing van de dader (dus niet: herstel naar een rechtmatige situatie).

Geld betalen voor een overtreding van een wettelijk voorschrift
Bestuursrechtelijk:
- (Via dwangsom)
- Via bestuursrechtelijke boete

Strafrechtelijk:
- Door een vonnis van een rechter
- Door een transactievoorstel van de OvJ
- Door een strafbeschikking


12
Strafbeschikking
Een strafbeschikking is een zonder tussenkomst van de rechter opgelegde straf (meestal
een boete, maar OvJ heeft meer mogelijkheden) Zie art. 257a Sv en verder.

CJIB int de boetes, als je niet betaalt:
- Aanmaning
- Deurwaarder
- Eventueel gijzeling
- Alsnog voor de rechter

Een strafbeschikking kan op verschillende manieren worden opgelegd:

Bestuurlijke strafbeschikking
- Aankondiging door een BOA, formele oplegging door de OvJ

Politie strafbeschikking
- Voor zogenaamde P-feiten
- Bijv. Mulder-gedragingen

OM strafbeschikking
- Voor zogenaamde *-feiten (ster-feiten)
- Bijv. niet tonen identiteitsbewijs
- BOA kan ook bekeuren, maar OvJ beslist over strafbeschikking en hoogte boete

Rechtsmiddel
De bestrafte kan verzet indienen bij het OM
- Niet betalen!
- Binnen twee weken na kennisgeving
De zaak wordt alsnog behandeld door een strafrechter

Strafbeschikking vs
Strafbeschikking vs bestuurlijke boete
De bestuurlijke boete wordt opgelegd door een bestuursorgaan (ook BOA =
bestuursorgaan) Je kunt daartegen in bezwaar en eventueel beroep bij de
bestuursrechter. Ondertussen: gewoon boete betalen (als je wint, krijg je later je geld
terug). De strafbeschikking wordt formeel opgelegd door de OvJ (BOA constateert wel,
maar legt niet formeel de straf op). Bij verzet krijg je een proces bij de strafrechter,
Ondertussen niet betalen.
Strafbeschikking vs transactievoorstel
Strafbeschikking: OvJ legt een straf op -> Bestrafte moet betalen of proces starten
Transactievoorstel = schikkingsvoorstel
Verdachte hoeft niets te doen, indien verdachte niet ingaat op het voorstel, kan de OvJ
besluiten tot strafvervolging.

Anda mungkin juga menyukai