Anda di halaman 1dari 33

ONLINE TOOL FOR SELF EVALUATION

OF KEY COMPETENCES IN ADULT AGE

VINTAGE
HANDLEIDING

This Easy Guide provides a user-friendly support for the use of the online tool for the selfassessment of Key Competences developed by the VINTAGE project.
VINTAGE is a European project funded by the European Commission within the Grundtvig action
of Lifelong Learning Programme.
VINTAGE ONLINE TOOL FOR SELF EVALUATION OF KEY COMPETENCES IN ADULT AGE
Project Number: 527349-LLP-1-2012-1-IT-GRUNDTVIG-GMP
Agreement Number: 2012-4192/001-001
Web site http://vintage.euproject.org

The VINTAGE Consortium is composed by seven European organizations:


Learning Community (Coordinator) Italy
Wisamar Germany
Dieberater Austria
STPKC Sweden
Meath Partnership Ireland
PLATO The Netherlands
Formazione 80 - Italy

Eleonora Guglielman and Laura Vettraino for the VINTAGE consortium, 2014

Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie.


De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.

This work is licensed under a Creative Commons Attribution- NonCommercial-NoDerivatives 4.0


International License.

INHOUD
INLEIDING ......................................................................................................................... 4
HOE GEBRUIK JE DEZE HANDLEIDING?............................................................................... 5
WAT ZIJN DE KERNCOMPETENTIES? .................................................................................. 7
De competentie .............................................................................................................................................................. 7
De kerncompetenties ...................................................................................................................................................... 7
Wat zijn de kerncompetenties? ................................................................................................................................... 7
Waarom deze 8 competenties? ................................................................................................................................... 9

WAT BETEKENT ZELFBEOORDELING? ............................................................................ 10


Beoordeling en zelfbeoordeling ................................................................................................................................ 10
Waarom zou je zelf je kerncompetenties beoordelen? ................................................................................... 10

STAP VOOR STAP DOOR DE ZELFBEOORDELING ............................................................... 11


Overzicht............................................................................................................................................................................. 11
Voordat je begint ............................................................................................................................................................. 12
ALS VOORBEREIDING: KIES EEN KERNCOMPETENTIE ................................................................................ 13
Stap 1: Kies een domein ............................................................................................................................................... 15
Stap 2: Kies een beheersingsniveau ........................................................................................................................ 15
Stap 3: Beoordeel het domein .................................................................................................................................... 17
Stap 4: Herhaal stap 2 en 3 voor elk domein ....................................................................................................... 19
De resultaten gebruiken ............................................................................................................................................... 20

VRAGEN & ANTWOORDEN .............................................................................................. 21


Bijlage 1. DE 8 KERNCOMPETENTIES EN HUN DOMEINEN ................................................ 23
1. Communicatie in de moedertaal .......................................................................................................................... 23
2. Communicatie in vreemde talen .......................................................................................................................... 23
3. Wiskundige competentie en basiscompetenties op het gebied van exacte wetenschappen en
technologie ........................................................................................................................................................................ 24
4. Digitale competentie ................................................................................................................................................. 25
5. Leren te leren ............................................................................................................................................................... 25
6. Sociale en burgerschapscompetenties .............................................................................................................. 26
7. Ontwikkeling van initiatief en ondernemerschap ........................................................................................ 27
8. Cultureel bewustzijn en culturele expressie ................................................................................................... 28

Bijlage 2. AANBEVELINGEN VOOR TRAINERS ................................................................... 30


Waarom kerncompetenties beoordelen?.............................................................................................................. 30
Waarom een digitale tool?........................................................................................................................................... 30
Waarom zouden leraren en trainers de VINTAGE tool gebruiken? ........................................................... 31
De VINTAGE tool in volwasseneneducatie ........................................................................................................... 31
Transfer van VINTAGE naar andere contexten en niveaus ........................................................................... 32
1. Systeem van het beroepsonderwijs .....................................................................................................................32
2. School ................................................................................................................................................................................32
3. Universiteiten en het hoger onderwijs ...............................................................................................................32
4. Vrijwilligerswerk .........................................................................................................................................................32

INLEIDING
Deze handleiding helpt je bij het gebruiken van de online tool voor het beoordelen van je
eigen kerncompetenties. Dit noemen we: zelfbeoordeling. Deze tool is gemaakt door het
VINTAGE Project.
Van deze handleiding is zowel een papieren versie als een digitale versie beschikbaar; de
digitale versie kun je downloaden en helpt je bij het gebruik van de online tool.
De handleiding legt uit wat het basisidee van de online tool is. Ook wordt toegelicht hoe de
tool werkt en hoe je de resultaten van je zelfbeoordeling kunt gebruiken. Verder worden tips
gegeven en antwoorden op de belangrijkste vragen die je kunt hebben bij de
zelfbeoordeling.
De handleiding is ontwikkeld op basis van de resultaten van twee experimenten met de
online tool: n over het ontwerp van de zelfbeoordeling, en n over de digitale tool.
Aanwijzingen en suggesties van betrokkenen uit de experimenten (lerenden, trainers en
andere professionals uit de volwasseneneducatie) zijn gentegreerd in de tool en de
handleiding.

HOE GEBRUIK JE DEZE HANDLEIDING?


Je kunt deze handleiding zowel in een papieren versie (boekversie) als
online gebruiken. De boekversie wordt gratis verspreid. De handleiding is
ook beschikbaar in een digitale versie, op de VINTAGE-website:
http://vintage.euproject.org. Hier kan de handleiding worden
gedownload en geprint. De online versie is beschikbaar in de tool en helpt je stap voor stap
bij de zelfbeoordeling. Je kunt de versie kiezen waar jij de voorkeur aan geeft, of ze beide
tegelijkertijd gebruiken.
De handleiding is opgedeeld in hoofdstukken. Je kunt beginnen bij het eerste hoofdstuk en
dan de aangegeven volgorde aanhouden. Maar je kunt ook zelf een hoofdstuk kiezen. Je
hoeft niet alle hoofdstukken te lezen en ook niet allemaal in de aangegeven volgorde.
Wel raden wij je aan het hoofdstuk "INLEIDING BIJ HET GEBRUIK VAN DE TOOL" te lezen,
voordat je met je zelfbeoordeling begint. Lees dat hele hoofdstuk een keer door, zodat je
begrijpt hoe de online tool werkt en welke stappen je moet nemen. Als je daarna met de
zelfbeoordeling aan de slag gaat, lees dan de afzonderlijke stappen om je te helpen tijdens
het proces.

Tip: Lees, voordat je met de zelfbeoordeling begint, een keer het hele
hoofdstuk Stap voor stap door de zelfbeoordeling en lees het daarna
nog een keer, terwijl je de instructies volgt en je de zelfbeoordeling
uitvoert.

De handleiding is onderverdeeld in hoofdstukken:


-

HOE GEBRUIK JE DEZE HANDLEIDING? is het hoofdstuk dat je nu aan het lezen bent,
en dat uitlegt hoe je de handleiding kunt gebruiken.
WAT ZIJN DE KERNCOMPETENTIES? legt uit wat de 8 kerncompetenties zijn en wat
elke Europese burger hieraan heeft.
WAT BETEKENT ZELFBEOORDELING? legt de betekenis van zelfbeoordeling uit en
geeft aan wat de resultaten betekenen voor het persoonlijke leven, werk en studie.
STAP VOOR STAP DOOR DE ZELFBEOORDELING is een snelle ondersteuning, die je
begeleidt bij de zelfbeoordeling.
DE RESULTATEN GEBRUIKEN helpt je bij het benutten van de uitkomsten van je
zelfbeoordeling.
VRAGEN & ANTWOORDEN is een verzameling van veel gestelde vragen, waar je een
antwoord kan vinden op je twijfels en vragen.
AANBEVELINGEN VOOR TRAINERS is een snelle handleiding die je helpt bij de
procedure van de zelfbeoordeling, als je een trainer of leraar bent en je wilt de tool
uitproberen bij je lerenden.

WAT ZIJN DE KERNCOMPETENTIES?


De competentie
Het woord competentie houdt een mix in van kennis, vaardigheden en houding. Je
bent competent wanneer je goed kunt handelen in een bepaalde situatie.
Competent zijn betekent niet alleen dat je iets weet over een bepaald onderwerp
of dat je er iets van begrijpt. Het betekent ook dat je die kennis kunt gebruiken in
een bepaalde situatie. Je kunt zelfs competent zijn op terreinen waarop je niet geleerd of
gewerkt hebt.

De kerncompetenties
De Europese Commissie geeft 8 kerncompetenties, waarmee elke burger zich kan aanpassen
aan veranderingen in de maatschappij. Ze zijn belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling,
loopbaan, studie en het leren van nieuwe dingen. Iedereen zou ze moeten hebben: jongeren
die zich klaarmaken voor het volwassen leven en werken, en volwassenen en senioren voor
een leven lang leren.

Wat zijn de kerncompetenties?


De Europese Commissie geeft de volgende 8 kerncompetenties:

1. COMMUNICATIE IN DE MOEDERTAAL betekent dat je mondeling en op


papier ideen, gedachten, gevoelens, feiten en meningen kunt verwoorden
door middel van luisteren, lezen, spreken, schrijven, en dat je (met taal) goed
en creatief kunt omgaan met anderen omgaan, in verschillende sociale en
culturele omgevingen.

2. COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN houdt, naast de belangrijkste


vaardigheden van communicatie in de moedertaal, ook bemiddeling en
intercultureel begrip in. Je vaardigheid hangt af van verschillende factoren en
je vermogen om te luisteren, lezen, spreken en schrijven.

3. WISKUNDIGE COMPETENTIE EN BASISCOMPETENTIES OP HET GEBIED VAN


EXACTE WETENSCAHPPEN EN TECHNOLOGIE is je vermogen om wiskundig
denken te ontwikkelen en toe te passen. Je lost hierdoor uiteenlopende
problemen in alledaagse situaties op. De nadruk ligt op proces, activiteit en
kennis.
Basiscompetenties in wetenschap en technologie houdt in dat je kennis en
methodieken, die de natuurlijke wereld uitleggen, beheerst en kunt gebruiken
of toepassen. Dit betekent dat begrijpt welke veranderingen mensen hebben
veroorzaakt, en de verantwoordelijkheid van iedere burger hierbij.

4. DIGITALE COMPETENTIE houdt in dat je met vertrouwen, enige vaardigheid


en een kritische blik gebruikmaakt van ICT (informatie- en communicatietechnologie).

5. LEREN TE LEREN gaat over leren. Het is je vermogen om je eigen leren na te


streven en te organiseren, zowel individueel als in groepen, volgens je eigen
behoeften. Je bent je bewust van methoden en kansen.

6. SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Sociale competentie draait om je


persoonlijke, interpersoonlijke en interculturele competentie. Het draait ook
om alle vormen van gedrag die je efficint en constructief aan het sociale en
beroepsleven laten meedoen. Het is gekoppeld aan je persoonlijke en sociale
welzijn. Je moet gedragscodes en gewoontes van verschillende omgevingen goed begrijpen.
Burgerschapscompetentie, en vooral kennis van sociale en politieke ideen en structuren
(democratie, rechtvaardigheid, gelijkheid, burgerschap en burgerrechten), zorgt ervoor dat
je actief en democratisch kunt deelnemen aan de maatschappij.

7. ONTWIKKELING VAN INITIATIEF EN ONDERNEMERSCHAP is je vermogen om


ideen om te zetten naar daden. Het heeft te maken met een leven lang leren.
Het gaat om creativiteit, innovatie en het nemen van risico's. Het gaat ook om het
vermogen om te plannen en projecten te leiden, zodat doelstellingen worden
gehaald. Je bent je bewust van de context van je werk en je grijpt kansen. Het is de basis om
meer kennis en vaardigheden te krijgen die je nodig hebt bij het starten of hebben van een

onderneming. Dit houdt ook in: bewust zijn van ethische waarden en goed bestuur.

8. CULTUREEL BEWUSTZIJN EN CULTURELE EXPRESSIE betekent dat je de


creatieve expressie van ideen, ervaringen en emoties op verschillende
manieren (via muziek, podiumkunsten, literatuur en beeldende kunst)
belangrijk vindt.

Waarom deze 8 competenties?


In 2010 is een EU-programma begonnen dat Educatie en Training heet. Daar zijn deze 8
kerncompetenties beschreven. Je hebt ze nodig om goed te kunnen functioneren in onze
maatschappij, waarin kennis een belangrijke rol speelt.
In 2001 is een document van de Europese Commissie uitgekomen. Het heet Een
memorandum over een leven lang leren. Dit zegt dat er 4 basisvaardigheden zijn: ITvaardigheden, buitenlandse talen, technologische cultuur, en ondernemerschap en sociale
vaardigheden. Dit was de basis voor het beschrijven van de 8 competenties die nodig zijn om
actief te leven in de kennismaatschappij.
In december 2006 keurden de Raad en het Europese Parlement deze kerncompetenties voor
een leven lang leren goed.

WAT BETEKENT ZELFBEOORDELING?


Beoordeling en zelfbeoordeling
Het woord beoordeling klinkt misschien zwaar, omdat je het vaak hebt gehoord op
school: je leraren gaven je cijfers. Hier geeft niemand je een cijfer. Jij bent degene
die de beoordeling geeft. Jij denkt na over jezelf. Jij probeert te begrijpen hoe goed
je iets kunt doen of hoe je ergens in slaagt. Dat is wat je competentieniveau is.

Waarom zou je zelf je kerncompetenties beoordelen?


Hier zijn wat redenen waarom je jouw eigen kerncompetenties zou willen
beoordelen: om bewust te worden van wat je allemaal kan; om de kwaliteit
van je leven, je zakelijk leven, je gezinsleven, en je vrije tijd te verbeteren; om
wat tijd te besteden aan jezelf en je eigen ontwikkeling; om je zelfvertrouwen
en je houding bij zulke zelfbeoordelingen te verbeteren.
De resultaten van je zelfbeoordeling komen in je BASIS-PORTFOLIO. Dit document laat jouw
kerncompetenties zien.
Misschien heb je wel eens gehoord van het Europass Curriculum Vitae. Misschien heb je er al
een. Het Europass CV is een document waarmee je duidelijk je vaardigheden en
bevoegdheden kunt laten zien. Een deel van het basisportfolio dat je krijgt na je
zelfbeoordeling kan worden opgenomen in het Europass CV. Dit is een handige manier om je
kerncompetenties te laten zien.
Wil je meer weten over het Europass CV? Ga dan naar de officile website:
http://europass.cedefop.europa.eu/nl/documents/curriculum-vitae

10

STAP VOOR STAP DOOR DE ZELFBEOORDELING


Overzicht
De zelfbeoordeling bestaat uit een aantal stappen. Elke stap wordt goed uitgelegd in deze
handleiding.
In de beschrijving zullen we alle termen uitleggen, zoals beheersingsniveau, domein, etc. In
het plaatje hieronder zie je de juiste volgorde bij het beoordelen van een kerncompetentie.
Voor elke competentie die je wilt beoordelen, moeten deze stappen herhaald worden.

Kies de kerncompetentie

Kies een
domein
(STAP 1)

Kies een
beheersingsniveau
(STAP 2)

Beoordeel
het domein
(STAP 3)

Herhaal stap
2 en 3 voor
elk domein

Het logische proces gaat als volgt:


Als voorbereiding: kies de kerncompetentie die je wilt gaan beoordelen
Stap 1: kies het domein van de kerncompetentie dat je wilt gaan beoordelen
Stap 2: kies in welk beheersingsniveau van dat domein je jezelf herkent. Denk er goed over
na.
Stap 3: voer de zelfbeoordeling van dat domein uit
Stap 4: herhaal stap 2 en 3 voor elk domein van de competentie

11

Voordat je begint
Om de tool te gebruiken ga je naar http://vintage.euproject.org,. Daar kun je in het menu
links inloggen:

YOUR SELF-ASSESSMENT

LOGIN

Heb je nog geen account, dan kun je er een openen: klik op de link Your self-assessent en er
zal je gevraagd worden om te registreren. Zodra je bent geregistreerd, kun je inloggen op de
website. Nu ben je op de homepage van de tool: in het linker menu vind je de links naar de
handleiding van de online tool, de zelfbeoordelings-tool, het profiel wat uit je
zelfbeoordeling komt en de logout. Klik in het menu op Online self-assessment tool en je
bent klaar om je zelfbeoordeling te starten.

12

Neem, voordat je begint, even de tijd om een fijne plek te vinden of te maken. Dit moet een
plek zijn waar je de nodige tijd voor jezelf en de beoordeling hebt.
De zelfbeoordeling kost tijd. In het plaatje hierna zie je hoeveel tijd wij denken dat jij
gemiddeld nodig hebt per stap:

STAP 1

STAP 2
Kies een beheersings
niveau
3-5 minuten

Kies een
domein
2-5 minuten

STAP 3
Beoordeel het
domein
10-20 minuten

Het plaatje laat zien dat je gemiddeld 20 tot 30 minuten nodig hebt om n domein te
beoordelen. Daarna zul je weten hoe het werkt. Dat betekent dat je de volgende
beoordelingen sneller kunt doen.

Tips: Ruim alle spullen op die je kunnen afleiden, ga op een relaxte


manier zitten, neem alle tijd.

ALS VOORBEREIDING: KIES EEN KERNCOMPETENTIE

Kies de
kerncompetentie

Kies een
domein

Kies een
beheersingsniveau

Beoordeel
het domein

Herhaal stap
2 en 3 voor
elk domein

In de tool vind je een lijst van de 8 kerncompetenties:


1. communicatie in de moedertaal
2. communicatie in vreemde talen

13

3. wiskundige competentie en basiscompetenties op het gebied van exacte wetenschappen


en technologie
4. digitale competentie
5. leercompetentie
6. sociale en burgerschapscompetentie
7. ontwikkeling van initiatief en ondernemerszin
8. cultureel bewustzijn en culturele expressie
Wat doe je nu:
Kies er n uit. Het systeem brengt je naar stap 1. Deze voorbereiding neemt een paar
minuten in beslag.
Begin met een kerncompetentie waar jij je zeker bij voelt. Je kunt ook bij een
kerncompetentie beginnen waarvan jij graag meer zou willen weten. Je hoeft niet alle 8
kerncompetenties te beoordelen! Je kunt er een of meer kiezen. Je hoeft ook niet alle
domeinen van een kerncompetentie te beoordelen. Houd er dan wel rekening mee dat het
eindresultaat over een deel van de kerncompetentie gaat.

Tip: Begin met de kerncompetentie waarmee je het meest vertrouwd


bent, of waarnaar je het meest nieuwsgierig bent.

14

Stap 1: Kies een domein


Kies de kerncompetentie

Kies een
domein

Kies een
beheersings
-niveau

Beoordeel
het domein

Herhaal stap
2 en 3 voor
elk domein

Nu zie je een lijst met DOMEINEN. Vr deze domeinen staat de afkorting van de
kerncompetentie die je hebt gekozen. Een voorbeeld is KC4. Dat staat voor kerncompetentie
4, dus voor digitale competentie.
Wat zijn deze domeinen?
Een competentie is een ingewikkeld geheel. Dit geheel bestaat uit onderdelen, die we
domeinen noemen. Je gaat de onderdelen allemaal apart beoordelen. Zo kom je uiteindelijk
op de beoordeling van de gehele competentie. Zo bestaat kerncompetentie 1
(communicatie in de moedertaal) uit de volgende vijf domeinen: luisteren, lezen, gesproken
interactie, gesproken productie, schrijven.
Deze vijf domeinen samen bepalen hoe goed jij bent in deze kerncompetentie. Als je dus een
volledige zelfbeoordeling van een kerncompetentie wilt doen, zul je het hele rijtje van
domeinen af moeten gaan.
Wat doe je nu:
Lees de beschrijving van elk domein en kies welke je wilt beoordelen.

Stap 2: Kies een beheersingsniveau


Kies de kerncompetentie

Kies een
domein

Kies een
beheersings
-niveau

Beoordeel
het domein

Herhaal stap
2 en 3 voor
elk domein

Nu word je gevraagd om een beheersingsniveau te kiezen.


Het BEHEERSINGSNIVEAU is het niveau dat jij denkt te hebben bij een bepaalde
competentie. Je bepaalt het beheersingsniveau bij het begin van je zelfbeoordeling van het
domein. Uit vijf omschrijvingen kies je datgene waarin je jezelf het meeste herkent. De 5
omschrijvingen zijn een soort algemeen beeld van hoe goed je deze kerncompetentie
beheerst.

15

Zo zijn de vijf omschrijvingen van digitale competentie:


Niveau 1. Ik gebruik, als het nodig is, af en toe digitale communicatiemiddelen en technologien (zoals TV, telefoon, tablet, computer, geldautomaat, internet, Skype, enz.).
Niveau 2. Ik gebruik dagelijks de basisfuncties van digitale communicatiemiddelen en technologien. Dit doe ik voor mijn plezier, voor huishoudelijke taken of voor mijn werk.
Niveau 3. Ik gebruik dagelijks digitale communicatiemiddelen en -technologien. Dit doe ik
voor mijn plezier, voor huishoudelijke taken of voor mijn werk. Ik kan de functies van deze
apparaten aanpassen en instellen naar mijn behoeften en voorkeuren.
Niveau 4. Ik gebruik dagelijks digitale communicatiemiddelen en -technologien. Dit doe ik
voor mijn plezier, voor huishoudelijke taken of voor mijn werk. Ik kan zelf problemen en
moeilijkheden hierbij oplossen. Ik kan zelf omgaan met apparaten en software. Ik kan zelf de
functies aanpassen en upgraden.
Niveau 5. Ik kan andere mensen helpen, hen uitleggen hoe ze digitale
communicatiemiddelen en -technologien kunnen gebruiken, hoe ze dingen kunnen
instellen, hoe ze problemen en moeilijkheden moeten oplossen.
Het kiezen van het beheersingsniveau is het begin van je zelfbeoordeling. Zoals je ziet, is er
niemand anders die je een beoordeling of cijfer geeft. Jij bent degene die de beoordeling van
de kerncompetenties doet.
De 5 niveaus hebben een logische volgorde. Van 1 (laag) naar 5 (hoog) is er steeds meer
deskundigheid nodig:
Niveau 1. Ik kan het, als ik geholpen word
Niveau 2. Ik kan het en ik kan kiezen
Niveau 3. Ik kan het combineren en het ontwerpen
Niveau 4. Ik kan het verbeteren en het uitbreiden
Niveau 5. Ik kan het uitleggen
Wat doe je nu:
Lees de lijst met 5 omschrijvingen van de beheersingsniveaus goed door. Kies het niveau
waarop jij denkt dat je zit. Onder welk niveau vallen jouw prestaties?

16

Tip: Als je niet kunt kiezen tussen twee niveaus, kies dan de laagste. Als
je met de zelfbeoordeling aan de slag gaat, wordt het vanzelf duidelijk of
je goed gekozen hebt.

Stap 3: Beoordeel het domein


Kies de kerncompetentie

Kies een
domein

Kies een
beheersings
-niveau

Beoordeel
het domein

Herhaal stap
2 en 3 voor
elk domein

Om het domein te beoordelen moet je twee dingen doen: je moet terugdenken aan je
gedrag in een situatie die je echt hebt meegemaakt, en je moet een oordeel geven over dat
gedrag.
DENK TERUG AAN JE GEDRAG IN EEN SITUATIE
Bij elk domein dat je kiest, krijg je een situatie te zien. Deze helpt je bij het beoordelen van je
prestaties.
Wat doe je nu:
Lees de situaties en denk aan wat je doet op zulke momenten. Je kunt denken aan je eigen
ervaringen uit het verleden en hoe je toen reageerde. Je kunt ook doen alsof je zelf in de
beschreven situatie zit. Wat zou je doen? Hoe zou je reageren? Probeer precies te
achterhalen in welke volgorde je wat doet. Zet je acties in een logische volgorde en beschrijf
ze.
Je kunt de STAR-methode gebruiken: Situatie, Taak, Actie, Resultaat.

17

Tip: gebruik de STAR-methode.


De STAR-methode wordt gebruikt om alle belangrijke informatie over
een bepaalde bekwaamheid te verzamelen.
Situatie: In welke situatie zat je?
Taak: Wat moest je in deze situatie gedaan krijgen?
Actie: Wat deed je? Wat waren andere oplossingen?
Resultaten: Wat was het resultaat van je acties? Wat heb je bereikt met
je acties? Heb je bereikt wat je wilde? Wat heb je van deze ervaring
geleerd? Heb je het geleerde daarna nog eens gebruikt?

GEEF EEN OORDEEL OVER DE KWALITEIT VAN JE PRESTATIES


Als je hier bent aangekomen, heb je herinneringen opgehaald aan een bepaalde situatie en
jouw gedrag daarin.
Nu zullen een aantal vragen je helpen om de kwaliteit van je prestaties te beoordelen. Je
mag een cijfer geven aan het gedrag dat je hebt getoond. Je geeft op vier kwaliteitspunten
cijfers, van 1 tot 5. Je krijgt hierdoor een score per domein van de kerncompetentie. Dit
geeft per domein aan hoe goed jij jezelf daarin vindt. Wat je beoordeelt is dus je gedrag in
een bepaalde situatie.
Wat doe je nu?
Lees de vragen door en beantwoord ze. Daarmee geef je een oordeel over je eigen gedrag,
op de volgende kwaliteitspunten:
1. Beschouwend
2. Autonoom
3. Zelfsturend
4. Effectief
Je krijgt de resultaten te zien in de vorm van een beschrijvend profiel.

18

Tip: Denk bij het beantwoorden van de vragen aan de situatie die je in
de vorige stap zelf hebt beschreven. Denk eraan: je beoordeelt de
kwaliteit van je gedrag. Je bent niet aan het kijken hoeveel jij waard
bent als persoon.

Stap 4: Herhaal stap 2 en 3 voor elk domein


Kies de kerncompetentie

Kies een
domein

Kies een
beheersings
-niveau

Beoordeel
het domein

Herhaal stap
2 en 3 voor
elk domein

Om de zelfbeoordeling voor een kerncompetentie af te maken, moet je stap 2 en 3 voor elk


domein herhalen. Als je alle domeinen van een kerncompetentie hebt beoordeeld, krijg je
jouw totaalprofiel daarvan. Ook krijg je feedback.
De feedback krijg je in een cijfer van 1 tot 5. 1 is laag en 5 is hoog. Het verwijst naar de
kwaliteitspunten die je hebt gegeven aan je prestaties in stap 3. Deze feedback is voor jou.
Het vertelt je op welke gebieden je jezelf nog kunt verbeteren. Je kunt deze feedback ook in
een plaatje zien.
De uitgebreide beschrijving op je competentieprofiel is je volledige profiel voor die
kerncompetentie. Het vertelt je wat je allemaal kunt doen met betrekking tot die
competentie.
Je kunt dit gebruiken om je niveau in die kerncompetentie te laten zien. Je kunt het
opnemen in je basisportfolio of in je CV.
Wat doe je nu?
Herhaal de stappen 2 en 3 voor alle domeinen van de geselecteerde competentie, om zo een
totaal competentieprofiel en complete feedback te krijgen.

19

De resultaten gebruiken
Heb je de beoordeling van alle domeinen van een kerncompetentie doorlopen? Dan krijg je
een totaalprofiel van die competentie, met feedback.
De feedback, weergegeven met een cijfer van 1 tot 5 (1 = laag, 5 = hoog), heeft betrekking
op de 4 kwaliteitsdimensies die je beoordeeld hebt in stap 3. Deze feedback is voor jou, en
vertelt je welke gebieden je kunt verbeteren om ervoor te zorgen dat je prestatie succesvol
is. Het gedetailleerde competentieprofiel is jouw complete profiel voor die
kerncompetentie: het vertelt je alle dingen die je kunt met betrekking tot die competentie.
Je kunt het profiel gebruiken om je niveau in die competentie zichtbaar te maken, je kunt
het in zijn geheel gebruiken in je Basis Portfolio, of in aangepaste vorm in je CV.
TIP
Bespreek je resultaten met een goede vriend, je manager en/of je trainer. Zo wordt je
bewuster van je sterke kanten. Ook kom je er zo achter op welke punten jij je nog kunt
verbeteren.

20

VRAGEN & ANTWOORDEN

Hoeveel tijd neemt het in beslag?


De zelfbeoordeling is verdeeld in stappen. We hebben berekend dat het gemiddeld 20 tot 30
minuten kost om de zelfbeoordeling van een domein te voltooien. Dit is een geschatte tijd:
je kunt de zelfbeoordeling in meer of minder tijd doen, dit hangt af van je eigen tempo.
Houd er rekening mee dat, wanneer je een domein hebt beoordeeld, het volgende domein
minder tijd zal vragen. Je bent er dan immers mee bekend geraakt en hebt ook
vaardigheden opgedaan in de zelfbeoordeling.
Is er een kortere weg?
De zelfbeoordeling vraagt tijd, om relevante resultaten terug te kunnen geven. De VINTAGEtool is niet gebaseerd op waar/onwaar-quizzen of voorgeprogrammeerde vraag/antwoordtoetsen; het is gebaseerd op zelfreflectie en zelfbewustzijn in situaties uit het echte leven,
die je je herinnert om je beheersingsniveau in complexe competenties na te gaan. Om hier
dan een samenhangend profiel uit te krijgen, is deze tijdsintensieve procedure nodig.
Kan ik het pad onderbreken en het later weer oppakken?
Ja, je kunt op elk moment een pauze inlassen en de zelfbeoordeling later weer oppakken. De
gegevens en antwoorden die je hebt ingevoerd worden door het systeem onthouden.
Ik heb besloten bij het tweede domein te stoppen. Kan ik mijn resultaten zien?
Om voor een kerncompetentie een compleet profiel te krijgen, moet je al zijn domeinen
beoordelen. Mocht je desondanks eerder stoppen, dan geeft het systeem jou de resultaten
van de domeinen die je hebt beoordeeld, met een profiel gebaseerd op die domeinen.
Ik koos voor een bepaald beheersingsniveau (of kwaliteitsniveau), maar later bedacht ik
me. Kan ik teruggaan om te corrigeren?
Ja, het system biedt je de mogelijkheid terug te gaan en je antwoord aan te passen.

21

Ik ben niet handig met computers. Kan ik de zelfbeoordeling met pen en papier doen?
Nee, de VINTAGE-tool is een online tool die alleen beschikbaar is via internet. Vind je het
echter moeilijk om met een computer om te gaan, vraag dan je leraar of trainer om te
helpen. Of een vriend of familielid die handig is met de computer.
In de beschrijving zijn wat woorden die ik niet begrijp; wie kan ze uitleggen?
We probeerden alle technische termen uit te leggen in deze handleiding. Is er echter iets
niet duidelijk, dan kun je hulp vragen aan je leraar of trainer, of een e-mail sturen om uitleg
te vragen aan: vintage@learningcom.it .
Wat gebeurt er als ik niet de waarheid invul? Merkt het systeem dat?
Het systeem merkt het niet, als je niet de waarheid invult. Maar omdat dit een
zelfbeoordelingsactiviteit is, is het in je eigen belang zo eerlijk mogelijk te zijn. Wees open
over je capaciteiten en beperkingen, om zo je sterke kanten te kunnen benutten en jezelf te
verbeteren.
Kan ik een diploma krijgen met de resultaten van de zelfbeoordeling?
Nee, de resultaten geven je niet het recht op een diploma of graad. Niettemin kun je de
resultaten gebruiken om jezelf te verbeteren, of een studiepad te volgen waarna je een
diploma of studiegraad kunt krijgen.
Waarom zie ik maar n kern competentie op het scherm?
Het systeem is zo gemaakt, dat je alleen de kerncompetentie ziet waarvoor je op dat
moment de zelfbeoordeling doet. Heb je de zelfbeoordeling voltooid of verlaten, dan kun je
een andere kerncompetentie kiezen.

22

Bijlage 1. DE 8 KERNCOMPETENTIES EN HUN DOMEINEN


1. Communicatie in de moedertaal
Communicatie in de moedertaal betekent dat je mondeling en op papier ideen, gedachten,
gevoelens, feiten en meningen kunt verwoorden door middel van luisteren, lezen, spreken,
schrijven, en dat je (met taal) goed en creatief kunt omgaan met anderen omgaan, in
verschillende sociale en culturele omgevingen.
In het VINTAGE project omvat KC1 de volgende vijf domeinen:
1. Luisteren gaat over communicatieprocessen waarbij het ontvangen en interpreteren
van gesproken berichten nodig is.
2. Lezen gaat over communicatieprocessen waarbij het ontvangen en interpreteren van
geschreven berichten nodig is.
3. Gesproken interactie is het vermogen om ideen te communiceren en
samenhangend te reageren op anderen.
4. Gesproken productie is het vermogen om ideen te communiceren en
samenhangend te reageren op anderen.
5. Schrijven is het vermogen om geschreven woorden te gebruiken om ideen uit te
drukken.

2. Communicatie in vreemde talen


Communicatie in vreemde talen houdt, naast de belangrijkste vaardigheden van
communicatie in de moedertaal, ook bemiddeling en intercultureel begrip in. Je vaardigheid
hangt af van verschillende factoren en je vermogen om te luisteren, lezen, spreken en
schrijven.
In het VINTAGE project omvat KC2 de volgende vijf domeinen:
1. Luisteren gaat over communicatieprocessen waarbij het ontvangen en interpreteren
van gesproken berichten nodig is.
2. Lezen gaat over communicatieprocessen waarbij het ontvangen en interpreteren van
geschreven berichten nodig is.
3. Gesproken interactie is het vermogen om ideen te communiceren en
samenhangend te reageren op anderen.

23

4. Gesproken productie is het vermogen om ideen te communiceren en


samenhangend te reageren op anderen.
5. Schrijven is het vermogen om geschreven woorden te gebruiken om ideen uit te
drukken.

3. Wiskundige competentie en basiscompetenties op het gebied van


exacte wetenschappen en technologie
Wiskundige, wetenschappelijke en technologische competentie is je vermogen om
wiskundig denken te ontwikkelen en toe te passen. Je lost hierdoor uiteenlopende
problemen in alledaagse situaties op. De nadruk ligt op proces, activiteit en kennis.
Basiscompetenties in wetenschap en technologie houdt in dat je kennis en methodieken, die
de natuurlijke wereld uitleggen, beheerst en kunt gebruiken of toepassen. Dit betekent dat
begrijpt welke veranderingen mensen hebben veroorzaakt, en de verantwoordelijkheid van
iedere burger hierbij.
In het VINTAGE project omvat KC3 de volgende vijf domeinen:
1. Kwantitatief redeneren houdt in dat je basiswiskunde (berekeningen, percentages
en verhoudingen, gewichten en maten) kunt gebruiken bij het oplossen van
alledaagse problemen, het vergelijken van moeilijke situaties en het nemen van
beslissingen.
2. Ruimtelijke beredenering gaat over je ruimtelijk gevoel, over ruimtelijke afmetingen
beoordelen, en over getallen/ oppervlakken/ inhoud weergeven en uitwerken.
3. Dataverdieping en verwerking gaat over het verzamelen, interpreteren en
weergeven (door middel van grafieken en kaarten) van stukjes informatie en
gegevens.
4. Relaties gaat over je vermogen om gegevens en hoeveelheden met elkaar in verband
te brengen, om problemen op te lossen, voorspellingen te doen en mogelijkheden te
beoordelen.
5. Wetenschappelijke vragen gaat over hoe je technische/ wetenschappelijke gegevens
begrijpt en interpreteert, en over de uitwerking van rationeel denken op basis van
bewijzen.

24

4. Digitale competentie
Digitale competentie houdt in dat je met vertrouwen, enige vaardigheid en een kritische blik
gebruikmaakt van ICT (informatie- en communicatie-technologie).
In het VINTAGE project omvat KC4 de volgende vijf domeinen:
1. Informatie gaat over je gebruik van ICT-basisvaardigheden bij het vinden, opsporen,
opslaan, organiseren en achterhalen van informatie; en bij het identificeren en
beoordelen van informatiebronnen en informatie.
2. Communicatie gaat over je gebruik van ICT-basisvaardigheden bij synchrone (chat,
Skype en dergelijke) en asynchrone (sms, forum, e-mail, blogs, en dergelijke)
communicatiemiddelen.
3. Het genereren van inhoud gaat over je gebruik van ICT-basisvaardigheden in het
beheren van inhoud, het delen van inhoud en het produceren van nieuwe inhoud.
4. Veiligheid gaat over je gebruik van ICT-basisvaardigheden om digitale identiteit,
persoonlijke gegevens en privacy te beheren en veiligheidsmaatregelen te treffen.
5. Problemen oplossen gaat over je gebruik van ICT-basisvaardigheden om gpede
technologische antwoorden te vinden op vragen omtrent digitaliteit. Je begrijpt de
mogelijkheden van digitale apparaten voor het werk en het privleven. Het gaat ook
om het plannen, ontwikkelen en evalueren van doelgerichte activiteiten.

5. Leren te leren
Leren te leren gaat over leren. Het is je vermogen om je eigen leren na te streven en te
organiseren, zowel individueel als in groepen, volgens je eigen behoeften. Je bent je bewust
van methoden en kansen.
In het VINTAGE project omvat KC5 de volgende vijf domeinen:
1. Zelfsturend leren gaat over het plannen, controleren en evalueren van je eigen leren.
2. Constructief denken gaat over rationele, intellectuele, culturele en contextuele
kwesties die je aanzetten tot creatief, kritisch en strategisch denken. Hierdoor kun je
doeltreffend beslissingen over het leren nemen, problemen oplossen en je doelen
halen.
3. Interpersoonlijke communicatie, of dat nu individueel is of in een groep, direct of via
digitale apparaten, gaat over het plannen van en deelnemen aan het controleren en
evalueren van communicatie-ervaringen die je opdoet in leersituaties.

25

4. Technologien gebruiken voor het leren gaat over het begrijpen, kiezen en
evalueren van technologien voor een aantal leerdoelen in een snel veranderende
technologische en informatie-/kennismaatschappij.
5. Sociale interactie gaat erom dat je nadenkt over intellectuele, morele,
maatschappelijke en levensvragen, zodat je effectief met anderen kunt
samenwerken en verantwoordelijk meedoet aan leersituaties.

6. Sociale en burgerschapscompetenties
Sociale competentie draait om je persoonlijke, interpersoonlijke en interculturele
competentie. Het draait ook om alle vormen van gedrag die je efficint en constructief aan
het sociale en beroepsleven laten meedoen. Het is gekoppeld aan je persoonlijke en sociale
welzijn. Je moet gedragscodes en gewoontes van verschillende omgevingen goed begrijpen.
Burgerschapscompetentie, en vooral kennis van sociale en politieke ideen en structuren
(democratie, rechtvaardigheid, gelijkheid, burgerschap en burgerrechten), zorgt ervoor dat
je actief en democratisch kunt deelnemen aan de maatschappij.
In het VINTAGE project omvat KC6 de volgende vijf domeinen:
1. Streven naar een impact / staan voor een goed doel gaat om je vermogen om
activiteiten of initiatieven te vinden, ondersteunen en eraan deel te nemen,
waardoor je iets gedaan kunt krijgen voor een (goed) doel op politiek,
maatschappelijk, sociaal of milieugebied in je omgeving.
2. Deelnemen aan het politieke leven gaat om je vermogen om activiteiten te vinden,
te organiseren en eraan deel te nemen, zodat je actief deelneemt aan het politieke
leven en democratisch handelt. Dit betekent:
o het opmerken en gebruiken van informatie over het politieke leven, partijen,
initiatieven, ontwikkelingen, vraagstukken en cijfers op lokaal, nationaal en
internationaal niveau;
o het bruikbaar maken van deze informatie en het ontwikkelen van politieke kennis
en advies;
o het begrijpen van het politieke systeem, ideen en processen waardoor mensen
democratisch kunnen handelen.
3. Het ontwikkelen van je identiteit gaat om je vermogen om activiteiten te vinden en
eraan deel te nemen, die te maken hebben met politieke, sociale, historische,
ecologische en maatschappelijke kwesties. Zo kun je je eigen identiteit namelijk
ontwikkelen. Dat kan zijn:

26

o het opmerken en gebruiken van informatie om een mening te vormen over


politieke, sociale, historische, ecologische en maatschappelijke kwesties op
gemeentelijk, regionaal en (inter)nationaal niveau;
o het gebruiken van middelen en informatie om je eigen competenties,
vaardigheden en kennis te ontwikkelen;
o het ontwikkelen en verbeteren van je vermogen om te leren, om te gaan met
anderen, en open te staan voor nieuwe ideen;
o het ontwikkelen van een gevoel van verbondenheid met je cultuur en
samenleving, de mogelijkheid om je eigen standpunten te verwoorden, en
zelfvertrouwen.
4. Deelnemen aan het maatschappelijk leven gaat om je vermogen om in je gemeente,
regio of het hele land maatschappelijke activiteiten te vinden en eraan deel te
nemen. Je vindt en gebruikt hiervoor informatiemiddelen op het gebied van
maatschappelijk leven, ontwikkelingen en vraagstukken op lokaal, regionaal en
nationaal niveau. Je maakt deze informatie toegankelijk. Je oefent met en ontwikkelt
sociale, interculturele en communicatieve vaardigheden en competenties, en
respectvol en tolerant gedrag.
5. Sociaal, respectvol en zorgzaam met elkaar omgaan gaat om je vermogen sociale en
interculturele activiteiten te vinden en eraan deel te nemen, om op die manier actief
te communiceren op een sociale, respectvolle en zorgzame manier. Dit houdt in dat
je:
o informatie over verschillende sociale en culturele groepen en achtergronden
opmerkt en gebruikt;
o begrip krijgt voor sociale en culturele verschillen en overeenkomsten;
o activiteiten en initiatieven zoekt om hierbij passend gedrag dit in praktijk te
brengen.
Zo ontwikkel je je vermogen om conflicten op te lossen, interesse te tonen en
anderen te helpen. Op die manier kun je communiceren met mensen met
verschillende achtergronden.

7. Ontwikkeling van initiatief en ondernemerschap


Ontwikkeling van initiatief en ondernemerschap is je vermogen om ideen om te zetten naar
daden. Het heeft te maken met een leven lang leren. Het gaat om creativiteit, innovatie en
het nemen van risico's. Het gaat ook om het vermogen om te plannen en projecten te
leiden, zodat doelstellingen worden gehaald. Je bent je bewust van de context van je werk
en je grijpt kansen. Het is de basis om meer kennis en vaardigheden te krijgen die je nodig

27

hebt bij het starten of hebben van een onderneming. Dit houdt ook in: bewust zijn van
ethische waarden en goed bestuur.
In het VINTAGE project omvat KC7 de volgende vijf domeinen:
1. Organisatie betreft het niveau waarop je organisatorische vaardigheden bezit. Het
gaat om je vermogen om tijd, middelen, mensen, gebeurtenissen en/of
bijeenkomsten te organiseren.
2. Het oplossen van problemen slaat op je vermogen om belemmeringen te ontdekken
en overwinnen, door oplossingen te vinden. Je bent competent in het oplossen van
problemen als je strategisch kunt denken en plannen.
3. Creatief denken is je vermogen om nieuwe ideen, producten en/of diensten te
scheppen. Om competent te worden op dit gebied is vindingrijkheid handig, maar het
is niet noodzakelijk.
4. Risicobeheer slaat op je vermogen om risico's te identificeren, te berekenen, en erop
te reageren in diverse situaties. Het heeft vooral betrekking op het nemen van risico
en risicobeoordeling.
5. Motivatie heeft betrekking op je vermogen om jezelf en anderen te motiveren om
efficint te werken en dingen gedaan te krijgen.

8. Cultureel bewustzijn en culturele expressie


Cultureel bewustzijn en culturele expressie betekent dat je de creatieve expressie van
ideen, ervaringen en emoties op verschillende manieren (via muziek, podiumkunsten,
literatuur en beeldende kunst) belangrijk vindt.
In het VINTAGE project omvat KC1 de volgende vijf domeinen:
1. Jezelf uiten betekent dat je jouw opvattingen en gevoelens uit in een product,
optreden of creatie. Voorbeelden hiervan zijn schilderen, ontwerpen, koken, acteren
en muziek.
2. Kunst en cultuur waarderen houdt in dat je het leuk vindt om culturele en artistieke
producten van anderen te beleven. Dat kan zijn: het lezen van een boek, het
luisteren naar muziek, of het bezoeken van een tentoonstelling, museum, bioscoop,
concert enz.
3. Kunst en cultuur maken houdt in dat je het leuk vindt om een cultureel of artistiek
product te maken, of om mee te doen aan een cultureel of artistiek optreden. Dat

28

kan zijn: het maken van een schilderij, beeld, mode of ontwerp, of iets doen in het
theater, muziek, taal, literatuur, enz.
4. Gevoel voor schoonheid houdt in dat je je ervan bewust bent als dingen of
gebeurtenissen mooi of fijn zijn (of niet), en dat je een mening hierover hebt. Het
gaat bijvoorbeeld om kledingkeuzes, binnenhuisarchitectuur, architectuur, kunst of
design.
5. Oog voor andere culturen houdt in dat je andere culturen interessant vindt. Je
begrijpt en waardeert ze. Je leest of praat bijvoorbeeld over andere culturen, of je
bezoekt cultureel expressieve evenementen.

29

Bijlage 2. AANBEVELINGEN VOOR TRAINERS


Waarom kerncompetenties beoordelen?
De zelfbeoordelingsbenadering die in VINTAGE wordt gebruikt is (in tegenstelling tot
traditionele beoordelingsprocedures) gebaseerd op het concept van zelfdiagnose. De
VINTAGE-tool lokt een proces van zelfreflectie, zelfbewustzijn en autonomie uit.
De procedure richt zich op diagnostische evaluatie en versterking van de gebruiker. In dit
proces is de gebruiker zelf actief en verantwoordelijk. Hierbij wordt de motivatie voor een
leven lang leren versterkt, en tegelijkertijd worden de vaardigheden voor zelfevaluatie
vergroot.
Zelfevaluatie van kerncompetenties kan iemands inzetbaarheid vergroten. De meeste kennis
en vaardigheden doen we in ons leven op in informele settings, (bijvoorbeeld in je baan, bij
vrijwilligersactiviteiten of thuis) en niet in formele leeromgevingen (zoals school,
vervolgonderwijs, gestructureerde training). Dit geldt zeer zeker ook voor kerncompetenties.
Maar hoewel werkgevers ze van groot belang achten, zijn ze vaak moeilijk te documenteren.
Deze VINTAGE-bandering van zelfevaluatie maakt ze zichtbaar.
Zelfevaluatie van kerncompetenties kunnen het vertrouwen en de motivatie voor verder
leren stimuleren: het is altijd goed om je bewust te zijn van je kwaliteiten en sterke punten.
De VINTAGE-benadering van zelfevaluatie toont de competenties die je al hebt, en laat zien
hoe je ze verder kunt verbeteren of hoe je tekorten kunt aanvullen.

Waarom een digitale tool?


De zelfobservatie is een interessant uitgangspunt en stimulans voor zelfmotivatie. In de
VINTAGE-tool ligt de nadruk op de uitvoering van de totale competenties (in plaats van een
nadruk op de vaardigheden en de kennis, en die afzonderlijk te beoordelen).
De online tool begeleidt de volwassen persoon in een zelfdiagnose, gerelateerd aan het
niveau van de kerncompetenties, met behulp van situaties uit het echte leven. De online
procedure is simpel, gebruiksvriendelijk en flexibel het kan gebruikt worden met
ondersteuning van een tutor of een trainer, of autonoom. De online tool kan overal en op
elk tijdstip gebruikt worden. Het is niet nodig deel te nemen aan lange en vermoeiende
sessies; de gebruiker kan een pauze nemen en terugkomen zo vaak hij wil.
Een ander positief aspect is dat gebruiker gevraagd wordt zijn eigen gedrag/prestaties en
bewijzen daarvoor te beschrijven in een e-portfolio. Dit is een toegevoegde waarde van de
digitale tool: de gebruiker kan effectiever zijn kennis, vaardigheden en competenties die hij
in verschillende situaties in zijn leven heeft opgedaan vastleggen.

30

Waarom zouden leraren en trainers de VINTAGE tool gebruiken?


Het VINTAGE-zelfevaluatiemodel is een actieve en grondige manier om de EUkerncompetenties voor een leven lang leren te beoordelen. De gebruiker wordt gevraagd
om vanuit verschillende perspectieven over een bekende situatie na te denken. Hierbij moet
hij een kritische zelfreflectie uitvoeren. In de procedure staat de echte persoon centraal, niet
een hypothetisch persoon. De tool is gebaseerd op het beeld dat de persoon van zichzelf
heeft. Het doorlopen van de stappen in de tool bevordert het zelfbewustzijn.
De leraren en trainers uit de experimenten met de tool geven aan, dat de VINTAGE-tool
nuttig kan zijn bij trainingsactiviteiten met volwassenen. De tool wordt zelfs als zeer
interessant beschouwd als deze in een kleine groep wordt gebruikt (1 trainer met 3 4
lerenden). Elke lerende doorloopt hierbij zijn eigen zelfevaluatie. Aan het eind presenteert
ieder aan de anderen hoe hij de zelfevaluatie heeft uitgevoerd en wat de resultaten zijn.
Acties en resultaten moeten dan vergeleken worden en besproken met de trainer.

De VINTAGE tool in volwasseneneducatie


De VINTAGE tool kan nuttig en belangrijk zijn in de volwasseneneducatie, voor versterking
van de gebruiker, ter voorbereiding op een sollicitatiegesprek, voor formatieve evaluatie van
het leren of voor carriredoeleinden. Het zelfreflectieve karakter van de tool kan van waarde
zijn bij sommige zelfgestuurde trainingsprogrammas, vooral bij de programmas die
ondersteund worden door e-learning-platforms.
De zelfevaluatieprocedure, voorgesteld door het VINTAGE-project, kan doorwerken in de
volwasseneneducatie. Het meest positieve aspect van zelfreflectie is dat je over jezelf en je
eigen gedrag nadenkt. Als dit naar behoren wordt uitgevoerd, kan dit leiden tot een nieuwe
manier om het beheersingsniveau van de kerncompetenties te evalueren. Dit kan op zichzelf
beschouwd worden als een daadwerkelijke trainingsactiviteit.
Veel deelnemers die experimenteerden met de VINTAGE-tool zijn het erover eens, dat de
tool een methodologisch instrument is voor trainers, leraren en andere professionals. De
tool kan worden ingebed en gentegreerd in een bredere set van activiteiten, in plaats van
het instrument individueel te gebruiken. De tool is zelfs nuttig om activiteiten uit te voeren
met kleine groepen. Hierbij richt men zich op het voeden van peer-learning, het
voorbereiden van volwassenen om uitdagingen het hoofd te bieden of terug te keren op de
arbeidsmarkt, het starten van een persoonlijk ontwikkelingsproces of het veranderen van je
carrire. De tool kan bijvoorbeeld gebruikt worden om het beginniveau van deelnemers aan
een training in te schatten, of als zelfreflectietool in de volwasseneneducatie.
Wordt de tool gebruikt bij volwassenen met een laag opleidingsniveau, dan moet overwogen
worden het gebruik nader te ondersteunen (door trainers, andere professionals of peers).

31

Transfer van VINTAGE naar andere contexten en niveaus


Zowel de procedure als de online tool van VINTAGE kunnen goed worden gebruikt in andere
contexten en niveaus van onderwijs, opleiding en andere gebieden. Enkele voorbeelden:

1. Systeem van het beroepsonderwijs


VINTAGE kan op Europees niveau worden toegepast in het systeem van beroepsonderwijs,
binnen de nationale kwalificatieframeworks die levenslang leren ondersteunen en het
European Qualification Framework (EQF). Als de VINTAGE-tool structureel is ingebed
(bijvoorbeeld in plannen voor persoonlijke ontwikkeling) en er een strategie is om de tool te
leren kennen en beschikbaar te stellen (bijvoorbeeld via centra voor werk en inkomen of HRontwikkelaars), kan de tool op grote schaal worden gebruikt.

2. School
In veel Europese landen zijn de kerncompetenties slechts gedeeltelijk gentegreerd in de
leerplannen, en vaak beperkt tot de eerste 3 (communicatie in de moedertaal,
communicatie in vreemde talen en wiskundige competenties / basiscompetenties op het
gebied van wetenschap en technologie). Toch lijkt het duidelijk dat de school van de
toekomst in Europa competentiegericht zal zijn. De door VINTAGE voorgestelde zelfevaluatie
kan daarbij de processen van onderwijzen en leren effectief ondersteunen. De tool is
innovatief, en is bijzonder geschikt zijn voor gebruik in het voortgezet onderwijs,
beroepsopleidingen en bij studenten (van alle leeftijden) in het hoger onderwijs.

3. Universiteiten en het hoger onderwijs


VINTAGE kan worden gebruikt in het hoger onderwijs, om zelf kerncompetenties voor een
leven lang leren te beoordelen. Ook kan de tool geschikt worden gemaakt om zelfevaluatie
van andere competenties uit te voeren (technische, gespecialiseerde, transversale, of basale
competenties), in de verschillende paden die volgens de Dublin-descriptoren zijn gebaseerd
op:
het verwerven van kennis en inzicht;
het toepassen van kennis en inzicht;
het maken van gefundeerde beslissingen en keuzes;
communicatie van kennis en inzicht;
capaciteiten om te blijven leren.

4. Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk is een vaak onderschatte omgeving voor de ontwikkeling van belangrijke
competenties. Het beoordelen van de competentieontwikkeling van een vrijwilliger doet
recht aan zijn onbetaalde inspanningen, en zorgt ook voor motivatie voor vrijwilligerswerk.

32

Het laat immers zien dat dergelijke maatschappelijke betrokkenheid niet alleen voordelen
voor de ander oplevert, maar ook bijdraagt aan de eigen persoonlijke ontwikkeling.
Bovendien kan het beoordelen van competenties accountancyverplichtingen van
vrijwilligersorganisaties dienen, wanneer financiers en overheden daar eisen aan hebben
gesteld.

33

Anda mungkin juga menyukai