Anda di halaman 1dari 25

No: 4e/11112004

Onderwerp:
Verordening leges

De Raad van de gemeente Noordenveld;

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 19 oktober 2004;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2005.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele
dag wordt aangemerkt;
b. 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
e e
c. 'maand': het tijdvak dat loopt van de n dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) dag in
de volgende kalendermaand;
e e
d. 'jaar': het tijdvak dat loopt van de n dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) dag in het
volgende kalenderjaar.
e. ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit


Onder de naam 'leges' worden rechten geheven terzake van het genot van door het gemeente-
bestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is
verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.

Artikel 5 Tarieven
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.

Legesverordening 2005
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde
eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing


De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke
kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke
kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling


1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden
betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in
geval van toezending daarvan, binnen twee maanden na de dagtekening van de
kennisgeving.
2. Met betrekking tot de diensten als bedoeld in de hoofdstukken 5, 6 en 7 van de bij deze
verordening behorende tarieventabel mogen de leges voorzover deze meer bedragen dan
€ 1660,00 worden betaald in vijf gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de
laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is
vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde
termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf
1. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven
dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb.
1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening
behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde en vijfde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de
teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de
belastingaanslag.

Legesverordening 2005
Artikel 10 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de
heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel


1. De 'Legesverordening 2004' van 10 november 2003 wordt ingetrokken met ingang van de in
het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekend-
making.
3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van
inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang
van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode
plaatsvindende belastbare feiten voorzover terzake daarvan de heffing van de leges in die
periode plaatsvindt.
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.
5. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening 2005'.

Roden, 11 november 2004

De Raad van de gemeente Noordenveld,


voorzitter, griffier,

doc.: no 4e leges

Legesverordening 2005
TARIEVENTABEL

Tarieventabel, behorende bij de 'Legesverordening 2005'.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag
voor de afgifte van:
1.1 Afschriften of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet
elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling
een tarief is opgenomen, per pagina € 0,25
verhoogd met de hieraan bestede arbeidstijd, als deze de tijdsduur
van een kwartier overschrijdt, berekent op basis van een uurtarief van € 52,00
1.2 Een lichtdruk en scans inclusief een vergoeding voor de hieraan te
besteden arbeidstijd € 8,10
1.3 Een tweede en volgende lichtdruk tegelijkertijd uit hetzelfde dossier
met betrekking tot hetzelfde adres € 4,10
1.4 Een beschikking, vergunning, vrijstelling of ontheffing op een aanvraag,
voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere
wettelijke regeling een tarief is opgenomen, € 15,75

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Artikel 2
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verstrekken van:
2.1 Een exemplaar van een gemeentebegroting, inclusief begroting
gemeentelijk grondbedrijf, met daarbij behorende memorie van
toelichting € 13,40
2.2 Een exemplaar van een beleidsplan met meerjarenbegroting € 10,95
2.3 Een exemplaar van een gemeenterekening € 13,40
2.4 Een exemplaar van de rekening van het gemeentelijk grondbedrijf € 10,95
2.5 Een volledige set van de in de gemeente van kracht zijnde
belastingverordeningen € 10,95
2.6 Een afzonderlijk exemplaar van een belastingverordening € 3,75
2.7 Een jaarabonnement op de raadsagenda's, raadsvoorstellen,
ontwerpraadsbesluiten en notulen van de vergaderingen van de
gemeenteraad, indien deze raadsstukken worden afgehaald € 24,45
2.8 Een jaarabonnement op de geregelde toezending van de onder
2.7 genoemde raadsstukken € 82,00

Legesverordening 2005
2.9 Een jaarabonnement op de commissiestukken, indien deze
stukken worden afgehaald, per commissie € 24,45
2.10 Een jaarabonnement op de geregelde toezending van de onder
2.9 genoemde commissiestukken, per commissie € 82,00

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

Artikel 3
3.1.1 Voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een
partnerschap bedraagt het tarief op:
maandag tot en met vrijdag € 198,00
zaterdag (ook op locatie) € 472,00
op locatie € 305,00
3.1.2 Voor een optreden van een ambtenaar als een getuige bij een
huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie per getuige € 20,40
Op maandag en dinsdag is de huwelijksvoltrekking of partnerschaps-
registratie in het gemeentehuis om 09.00 uur kosteloos.
3.2 Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk
dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap indien daarbij
gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een ander door de gemeente
aangewezen ruimte bedraagt het tarief op:
maandag tot en met vrijdag € 198,00
zaterdag € 472,00
3.3 Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een
huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap
indien daarbij gebruik wordt gemaakt van een locatie anders
dan aangegeven in 3.2 bedraagt het tarief op:
maandag tot en met vrijdag € 305,00
zaterdag € 472,00
3.4 Het tarief voor administratieve omzetting van een geregistreerd
partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd
partnerschap bedraagt: € 52,00
3.5 Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de
registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed
kwartier of gedeelte daarvan € 13,00
3.6 Het tarief bedraagt voor het ter legalisatie opzenden van stukken
naar een andere gemeente of autoriteit en voor het aanvragen van
afschriften van of uittreksels uit akten van de burgerlijke stand

Legesverordening 2005
of andere akten, registers of stukken uit een andere gemeente of
van een andere autoriteit € 10,20
3.7 Het tarief voor het verstrekken van een trouw-, registratie- of familieboekje
bedraagt € 14,40
een duplicaat van dit boekje € 14,40
3.7.1 het tarief voor het kalligraferen van een trouwboekje bedraagt: € 10,00
voor het bijschrijven van een kind € 5,00
3.8 Het tarief voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand zoals
bedoeld in artikel 23b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedraagt: € 10,20
3.9 Het tarief voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid zoals bedoeld
in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijke Wetboek bedraagt: € 18,70

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie, persoonsgegevens

Artikel 4
4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 4.3 en 4.4, wordt
onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.
4.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
4.2.1 tot het verstrekken van gegevens:
per verstrekking € 4,75
4.3 Voor de toepassing van onderdeel 4.4 wordt onder één verstrekking
verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn
opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
4.4 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
4.4.1 tot het verstrekken van gegevens:
per verstrekking € 4,75
4.5 Het tarief voor het afstemmen van gegevens via alternatieve media voor
afnemers bedraagt per afstemming € 22,70
4.6 Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de
gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier € 13,00
4.7 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief terzake
van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van
gegevens als bedoeld in artikel 6, zevende lid, van het Besluit gemeente-
lijke basisadministratie persoonsgegevens € 2,27

Legesverordening 2005
Hoofdstuk 5 Bouwvergunningen c.a.

Artikel 5
Bouwkosten
5.1 Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan:
a. de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van
de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1992 (UAV 1992),
voor het uit te voeren werk, of voorzover deze ontbreekt.
b. een raming van bouwkosten (exclusief omzetbelasting). De hier bedoelde raming wordt
berekend aan de hand van een vermenigvuldiging van de kubieke meters met een
standaardprijs. Voor de bepaling van de kubieke meters wordt het normblad NEN 2631,
uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, gehanteerd. Voor
de bepaling van de standaardprijzen worden de Taxatieboekjes van Elsevier
bedrijfsinformatie bv. Uitgave 2002, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd,
gehanteerd.
5.1.2 Ingeval van verschillen tussen de aannemingssom als bedoeld in 5.1.1 onder a. en de raming
als bedoeld in 5.1.1 onder b. wordt de raming als bedoeld in 5.1.1 onder b. gehanteerd voor
de toepassing van deze verordening.

Bouwvergunning c.a.
5.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
5.2.1 een verzoek tot beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of op een, op
basis van genoemd schetsplan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden
verleend: 50%
van het overeenkomstig 5.5.2, onderscheidenlijk 5.2.3. of 5.2.4. berekende bedrag
met een minimum van € 100,00 en een maximum van € 1.000,00.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een op basis voor het
schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven
leges met deze leges verrekend mits:
- de aanvraag tot het verkrijgen van bouwvergunning binnen een termijn van 12 maanden nadat
het schetsplan beoordeeld is, wordt ingediend:
5.2.2. een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste
lid, onderdeel q, van de Woningwet of een aanvraag tot het verkrijgen een reguliere
bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p. van de Woningwet:
- indien de bouwkosten minder bedragen dan € 2.000,00 6,5%
van die bouwkosten met een minimum van € 50,00;
- indien de bouwkosten € 2.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 3.00,00 6%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 3.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 4.000,00 5,5%
Legesverordening 2005
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 4.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 5.000,00 5%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 5.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 6.000,00 4,5%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 6.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 7.000,00 4%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 7.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 8.000,00 3,5 %
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 8.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 9.000,00 3,25 %
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 9.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 10.000,00 3%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 10.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 15.000,00 2,75%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 15.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 20.000,00 2%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 20.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 25.000,00 1,75%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 25.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 30.000,00 1,5%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 30.000,00 of meer 1,25%
van die bouwkosten;

5.2.3 een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel
56a, tweede lid, van de Woningwet:
- indien de bouwkosten minder bedragen dan € 2.000,00 6%
van die bouwkosten met een minimum van € 50,00;
- indien de bouwkosten € 2.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 3.000,00 5,5%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 3.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 4.000,00 5%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 4.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 5.000,00 4,5%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 5.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 6.000,00 4%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 6.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 7.000,00 3,5%

Legesverordening 2005
van die bouwkosten;

- indien de bouwkosten € 7.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 8.000,00 3%


van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 8.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 9.000,00 2,75%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 9.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 10.000,00 2,5%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 10.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 15.000,00 2,25%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 15.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 20.000,00 1,5 %
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 20.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 25.000,00 1,25%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 25.000,00 bedragen of meer, maar minder dan € 30.000,00 1%
van die bouwkosten;
- indien de bouwkosten € 30.000,00 bedragen of meer 0,75%
van die bouwkosten;
5.2.4 een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, al dan niet
als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet:
- een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 5.2.3 bepaald en verminderd met de
voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk
geval € 250,00 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning
eerste fase betaalde leges plaatsvindt;
5.2.5 een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel
56a, derde lid, van de Woningwet: 1%
van die bouwkosten met een minimum van € 250,00.

Verrekening/ teruggaaf

Verrekening
Revisievergunning
5.3.1.1 Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het
bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is

Legesverordening 2005
verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt dan wel waarvan de gereedmelding
als bedoeld in artikel 4.12 van de bouwverordening nog niet heeft plaatsgevonden, worden

de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat
verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3,
5.2.4,of 5.2.5 met dien verstande dat zij niet minder dan € 100,00 zullen bedragen en dat
geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning verschuldigde leges plaatsvindt.
De hier bedoelde verrekeningsmogelijkheid geldt niet voor verhogingen die op basis van het
bepaalde in de artikelen 5.5.1 tot en met 5.5.4 en/of 5.61 tot en met 5.6.5 voor de
oorspronkelijke bouwvergunning zijn geheven.
- Indien in het kader van de hiervoor bedoelde aanvraag een bestemmingsplanwijziging, -
uitwerking of -wijziging ex artikel 11 WRO dan wel een vrijstelling van het bestemmingsplan
dient plaats te vinden, blijft het bepaalde in de artikelen 5.5.1 tot en met 5.5.4 onverkort van
toepassing.
- Indien in het kader van de hiervoor bedoelde aanvraag een welstandsbeoordeling dient
plaats te vinden, blijft het bepaalde in de artikelen 5.6.1 tot en met 5.6.5 onverkort van
toepassing. Het bepaalde in dit artikel vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is
dat naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuw bouwplan.

Geweigerde bouwvergunning uitsluitend op basis van welstandseisen


5.3.1.2 Indien de gevraagde vergunning uitsluitend is geweigerd op grond van het feit dat
het bouwplan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, wordt de leges verrekend met
de op grond van een nieuwe aanvraag verschuldigde leges indien:
a. deze nieuwe aanvraag hetzelfde bouwplan betreft als de geweigerde primaire aanvraag;
b. deze nieuwe aanvraag wordt ingediend binnen 12 weken na de bekendmaking van
het besluit tot weigering van de primaire aanvraag;
c. in de nieuwe aanvraag volledig tegemoet wordt gekomen aan het negatieve
welstandsadvies dat de basis vormde voor de weigering van de primaire aanvraag;
d. tegen de weigering van de primaire aanvraag geen bezwaar- en of beroep is ingesteld.

- Er vindt geen restitutie van de voor de primaire aanvraag verschuldigde leges plaats.
- Indien in het kader van de nieuwe aanvraag een bestemmingsplanwijziging, -uitwerking of
- wijziging ex artikel 11 WRO dan wel een vrijstelling van het bestemmingsplan dient plaats
te vinden, blijft het bepaalde in de artikelen 5.5.1 tot en met 5.5.4 onverkort van toepassing.
- Met betrekking tot de toetsing van de nieuwe aanvraag aan welstandscriteria blijft het
bepaalde in de artikelen 5.6.1 tot en met 5.6.5 onverkort van toepassing.

Teruggaaf
Geen gebruik maken van de verleende vergunning
Legesverordening 2005
5.3.2.1 Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen twee maanden na
verlening van de vergunning, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges
verleend. Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt in de derde en

vierde maand na verlening van de vergunning wordt op aanvraag teruggaaf van 35% van de
geheven leges verleend. Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt
vanaf de vijfde maand tot en met uiterlijk 24 maanden na verlening van de vergunning, wordt
op aanvraag teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend. De hier bedoelde
mogelijkheid van teruggaaf geldt niet voor verhogingen die op basis van het bepaalde in de
artikelen 5.5.1 tot en met 5.5.4 en/of 5.6.1 tot en met 5.6.5 voor de vergunning zijn geheven.
- In alle gevallen geldt dat teruggaaf uitsluitend wordt verleend indien de aanvraag daartoe
binnen de gestelde termijnen is ingediend en de verleende vergunning binnen de gestelde
termijnen schriftelijk is ingetrokken.

Intrekking aanvraag
5.3.2.2 Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
bouwvergunning doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag schriftelijk wordt
ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend. De hier
bedoelde mogelijkheid van teruggaaf geldt niet voor verhogingen die op basis van het
bepaalde in de artikelen 5.5.1 tot en met 5.5.4 en/of 5.6.1 tot en met 5.6.5 van de
vergunning zijn geheven.
- Teruggaaf wordt uitsluitend verleend indien de aanvraag daartoe binnen 8 weken na
dagtekening van de bevestiging van de intrekking door de gemeente is ingediend.

Weigering bouwvergunning
5.3.2.3 Indien de gevraagde vergunning is geweigerd, wordt op aanvraag teruggaaf van 25% van de
geheven leges verleend. De gemeente gaat pas tot terugbetaling van het hier bedoelde
bedrag over nadat de weigering van de gevraagde vergunning in rechte onaantastbaar is
geworden. De hier bedoelde mogelijkheid van teruggaaf geldt niet voor verhogingen die op
basis van het bepaalde in de artikelen 5.5.1 tot en met 5.5.4 en/of 5.6.1 tot en met 5.6.5 voor
de vergunning zijn geheven.
- Teruggaaf wordt verder uitsluitend verleend indien de aanvraag daartoe binnen 8 weken na
dagtekening van de weigering van de bouwvergunning is ingediend.
- Als gebruik wordt gemaakt van de in artikel 5.3.1.2 geboden mogelijkheid van verrekening
blijft het onderhavige artikel buiten toepassing.

Overschrijving bouwvergunning
5.4 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
overschrijven van een verleende bouwvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de
bouwverordening € 50,00.
Legesverordening 2005
Verhoging in verband met bestemmingsplanwijzigingen, vrijstellingen en voorbereidingsbesluiten
5.5.1 Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet

worden verleend met toepassing van artikel 15, 16, 17 of 19, derde lid, van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde lid of zesde lid, of 51, derde lid, van de Woningwet,
wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3. of 5.2.4 berekende bedrag
verhoogd met € 175,00.
5.5.2 Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet
worden verleend met toepassing van artikel 11 (uitwerkings- en/of wijzigingsbevoegdheid),
19, eerste lid of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vijfde lid,
van de Woningwet wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3 of 5.2.4
berekende bedrag verhoogd met € 350,00.
5.5.3 Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet
worden verleend met toepassing van artikel 21 (voorbereidingsbesluit) van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 5.2.2. onderscheidenlijk 5.2.3 of 5.2.4
berekende bedrag naast de verhoging bedoeld in de artikelen 5.5.1, 5.5.2 verder verhoogd
met € 200,00.
5.5.4 De verhoging(en) als bedoeld in de artikelen 5.5.1, 5.5.2 en 5.5.3 is (zijn) niet verschuldigd
indien wordt voldaan aan één van de bepalingen zoals deze zijn opgenomen in bijlage l van
de tarieventabel.

Verhoging in verband met toetsing aan welstandscriteria


5.6.1 Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een lichte bouwvergunning
moet worden verleend en toetsing aan welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de
Woningwet moet plaatsvinden wordt:
5.6.1.1 indien wel getoetst moet worden maar hierover niet het advies van de welstandscommissie
behoeft te worden ingewonnen, het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag verhoogd
met € 25,00;
5.6.1.2 indien hierover het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, het
overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag verhoogd met 0,3%
van de bouwkosten met een minimum van € 50,00

5.6.2 indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een reguliere
bouwvergunning moet worden verleend en hierover het advies van de welstandscommissie
moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag verhoogd
met 0,3%
van de bouwkosten met een minimum van € 50,00;
5.6.3 indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwvergunning eerste
fase moet worden verleend en hierover het advies van de welstandscommissie moet worden
Legesverordening 2005
ingewonnen, wordt het overeenkomstig 5.2.3, onderscheidenlijk 5.2.4 berekende bedrag
verhoogd met 0,3%
van de bouwkosten met een minimum van € 50,00;

5.6.4 indien in het kader van een schetsplan als bedoeld in artikel 5.2.1 het advies van de
welstandscommissie wordt ingewonnen, wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk
5.2.3 berekende bedrag verhoogd met 0,3%
van de bouwkosten met een minimum van € 50,00 en een maximum van € 500,00.
5.6.5 Indien een aanvraag als in 5.6.1 onderscheidenlijk 5.6.2 of 5.6.3 bedoeld betrekking heeft op
meerdere woningen wordt de in dit artikel bedoelde verhoging per woning berekend.

Aanlegvergunning
5.7.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 of 21, derde lid van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning) € 76,00.
5.7.2 Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een
aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 16 of 46, zesde, achtste
of tiende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 5.7.1
berekende bedrag verhoogd met € 178,00.
5.7.3 Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een
aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 46, zevende lid, van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 5.7.1 berekende bedrag
verhoogd met € 357,00.

Bestemmingswijzigingen, vrijstellingen en voorbereidingsbesluiten zonder bouw- en/of


aanlegvergunning
5.8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 15,
17 of 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een
bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4
of 5.2.5 is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een
aanlegvergunning vereist is als bedoeld in 5.7.1 € 178,00
5.8.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot uitwerking
en/ of wijziging van het bestemmingsplan op basis van artikel 11 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening, alsmede tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een
bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2 onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4 of 5.2.5 is vereist en
geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning vereist is als
bedoeld in 5.7.1 € 357,00.
Legesverordening 2005
- Indien voor het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als
hiervoor bedoeld een besluit op basis van artikel 21 (voorbereidingsbesluit) van de Wet op

de Ruimtelijke Ordening is vereist, wordt het hiervoor genoemde bedrag verhoogd


met € 204,00.

Bodemgesteldheidsonderzoek zonder bouwaanvraag


5.9 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
beoordelen van de onderzoeksopzet van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van
de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening;
5.9.1 indien de aanvraag uitsluitend een vooronderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave
1999, naar het historisch gebruik en naar bodemgesteldheid betreft € 51,00.
5.9.2 indien de aanvraag verkennend onderzoek volgens NEN 5740, uitgave 1999, naar de
bodemgesteldheid betreft € 76,00.
5.9.3 indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de Leidraad bodembescherming
betreft € 102,00.
5.9.4 Als het bodemonderzoek deel uitmaakt van een bouwaanvraag wordt aangenomen dat de
onder 5.9.1, 5.9.2 of 5.9.3 genoemde leges onderdeel uitmaken van de
bouwvergunningleges

Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid


5.10 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
5.10.1 een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning € 149,00.
5.10.2 indien de gebruiksvergunning de in 5.10.3. 5.10.4 en 5.10.5 genoemde bouwwerken of
inrichtingen betreft, wordt het onder 1.1 genoemde bedrag verhoogd met de bij elk van die
bouwwerken of inrichtingen aangegeven bedragen;
5.10.3 een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot theaters,
schouwburgen, congresgebouwen, vergaderzalen, bioscopen, gebedshuizen, kantoren,
scho-len, horecagelegenheden, ziekenhuizen, hotels, nacht- en dagverblijven,
bejaardenoorden, dierenverblijven, apotheken, gezondheidszorgcentra, buurthuizen,
zwembaden, sauna’s en bibliotheken met een bruto oppervlakte van:
- tot 100 m² € 92,00
- van 100 tot 500 m² € 0,93 per m²
- van 500 tot 2.000 m² € 282,00 vermeerderd met € 0,45 per m²
- van 2.000 tot 5.000 m² € 801,00 vermeerderd met € 0,11 per m²
- boven 5.000 m² € 1.273,00 vermeerderd met € 0,02 per m².
5.10.4 een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot loodsen,
vemen, opslagplaatsen, fabrieken, garages, tentoonstellingsruimten, musea, sport- en
evenementshallen, winkels, warenhuizen, winkelcentra en kampeerplaatsen met een bruto
Legesverordening 2005
vloeroppervlakte van:
- tot 100 m² € 45,00

- van 100 tot 500 m² € 0,45 per m²


- van 500 tot 2.000 m² € 140,00 vermeerderd met € 0,23 per m²
- van 2.000 tot 5.000 m² € 399,00 vermeerderd met € 0,09 per m²
- boven 5.000 m² € 659,00 vermeerderd met € 0,02 per m².
5.10.5 een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot loodsen,
vemen, opslagplaatsen en fabrieken voor zover het betreft niet bebouwd terrein in gebruik
voor bedrijfsdoeleinden met een bruto oppervlakte:
- tot 500 m² € 45,00
- van 500 tot 2.000 m² € 92,00
- van 2.000 tot 5.000 m² € 140,00
- boven 5.000 m² € 659,00 vermeerderd met € 23,10 per 5.000 m².
5.10.6 een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot tijdelijke
bouwsels, markten, kermissen, circussen enzovoort:
- voor maximaal drie dagen € 45,00
- voor een periode van vier tot en met
zeven dagen € 92,00
- voor een periode van
acht dagen en langer € 92,00 vermeerderd met € 7,05 per dag.
5.10.7 het tarief voor het overschrijven van een gebruiksvergunning op een andere naam, zonder
dat de vergunning wordt gewijzigd € 149,00

Sloopvergunning
5.11.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de
bouwverordening € 50,00
Met betrekking tot sloopmeldingen wordt geen leges in rekening gebracht.

Overig
5.12.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van
een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover
daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen € 100,00
5.12.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een
besluit als bedoeld in artikel 21 (voorbereidingsbesluit) van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening, buiten de in artikelen 5.5.3 en 5.8.2 bedoelde gevallen € 250,00

Legesverordening 2005
Hoofdstuk 6 Andere vergunningen, ontheffingen en dergelijke

Artikel 6
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
6.1 voor het verkrijgen van een ventvergunning ingevolge de Apv met:
een geldigheidsduur van een dag € 7,80
een week € 12,40
een jaar € 52,00
6.2 voor het verkrijgen va een exploitatievergunning ingevolge de Apv € 52,00
6.3 voor het verkrijgen van een evenementenvergunning ingevolge de
artikelen 2.1.2.1 (optocht), 2.1.4.1 (feest etcetera) en 2.2.2 (evenement)
van de Apv € 10,40
6.4 voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Apv voor
het plaatsen van een tijdelijk reclamebord/ spandoek € 21,10
6.5 voor het verkrijgen van een vergunning voor het houden van
een prostitutiebedrijf ingevolge de Apv € 471,00
6.6 voor het verkrijgen van een kapvergunning ingevolge de Apv € 10,40
6.7 voor het verkrijgen van een vergunning (licht)reclame ingevolge de Apv € 45,70
6.7.1 indien het noodzakelijk is ter zake advies in te winnen bij de
stichting 'Het Drentse Welstandstoezicht' wordt het onder 6.7
vermelde tarief verhoogd met € 17,40
6.8 voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning ingevolge de Apv € 20,40
6.9 voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de
Wet op de kansspelen (loterij) € 13,40
6.9.1 voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 30 b van de
Wet op de kansspelen voor:
de aanwezigheid van één speelautomaat € 57,00
de aanwezigheid van twee speelautomaten € 80,00
6.10 voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de
Drank- en Horecawet € 153,00
6.10.1 voor het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 35 van de
Drank- en Horecawet € 20,40
6.10.2 voor het wijzigen van de vergunning ingevolge de Drank- en
Horecawet € 51,00
6.11 voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 148,
lid 1, onder b van de Wegenverkeerswet € 10,20

Legesverordening 2005
6.12 voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149
van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 7.1 van het Voertuigreglement,
of artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van
bijzondere transporten € 14,25
6.13 voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet € 10,20
6.14 voor het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 11,
tweede lid, van de Monumentenwet € 26,45
6.15 voor het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld
in artikel 10, lid 2 van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen
luchtvaartterreinen (ballonvaart) € 15,45
6.16 het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een afschrift van de Apv € 5,20
6.17 het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag:
a. voor een vergunning ingevolge artikel 8, eerste lid van de Wet
op de openluchtrecreatie € 106,00
b. een vrijstelling of ontheffing ingevolge artikel 8, tweede lid
van de Wet op de openluchtrecreatie € 32,45
c. voor een ontheffing ingevolge artikel 13 van de Wet op de
openluchtrecreatie (groepskamperen) € 15,45
6.18 het tarief bedraagt voor het gebruik van de weegbrug op het
overlaadperron te Roden per keer € 10,70
6.19 het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent
tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden
als bedoeld in artikel 5.2, derde lid van de Telecommunicatiewet € 127,00
6.20 het in 6.19 genoemde bedrag wordt:
a. indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden
tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de
aanbieder van het netwerk, verhoogd met € 63,00
b. indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de
kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand
aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door
het College van Burgemeester en Wethouders is opgesteld.
6.21 Indien een begroting als bedoeld in 6.20 is uitgebracht, wordt een
Legesverordening 2005
melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij
de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

6.22 voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van de
Nederlandse nationaliteit (naturalisatie)
Hoofdaanvrager € 578,00
Partner € 578,00
Kind (16 jaar of ouder) € 578,00
Kind (jonger dan 16 jaar) € 239,00
6.23 voor het verkrijgen van een inritvergunning ingevolge de Apv € 15,75
6.24 tot het verstrekken van milieu-informatie op grond van het Verdrag van
Aarhus voor een door een ambtenaar van de gemeente daaraan te
besteden tijd per kwartier of een gedeelte daarvan € 13,00

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief

Artikel 7
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen, ongeacht
het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken:
7.1. door een ambtenaar van het gemeentearchief per kwartier of
een gedeelte daarvan € 13,00

Hoofdstuk 8 Overige stukken

Artikel 8
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
8.1.1 het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor
vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen € 38,80
8.1.2 het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden
bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 8.1.1 (zakenpas-
poort) € 43,40
8.1.3 het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die
op grond van de Wet betreffende de positie van molukkers als Nederlander
wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) € 38,80
8.1.4 het bijschrijven van één of meer kinderen in een reisdocument als bedoeld
in 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.3 direct bij aanvraag van dit nieuwe reisdocument € 8,05
8.1.5 het bijschrijven van één of meer kinderen middels een bijschrijvingssticker
in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.3 € 18,80
8.1.6 het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) € 31,25
Legesverordening 2005
8.2.1 de tarieven als genoemd in de onderdelen 8.1.1 tot en met 8.1.3 en in
8.1.6 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van € 39,50

8.2.2 het tarief als genoemd in 8.2.1 wordt bij een gecombineerde spoed-
levering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.3
en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 8.1.4, slechts
één keer per reisdocument berekend.
8.2.3 het tarief als genoemd in de onderdelen 8.1.4 en 8.1.5 wordt bij een spoed-
levering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van € 18,80
8.3 het opmaken van een verklaring van vermissing van een vorig
reisdocument of vorig rijbewijs en het instellen van een
onderzoek naar de gegevens daarvan € 19,50
8.4 het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag € 29,50
8.5 het verkrijgen van:
een niet als reisdocument bestemd nationaliteitsbewijs,
een attestatie de vita,
zomede elk ander niet uitdrukkelijk in dit hoofdstuk genoemd
document in het belang en op verzoek van aanvrager opgemaakt,
per bedrukte of beschreven pagina € 4,75
8.6 vervallen
8.7 gehandicaptenparkeerkaart € 27,00
8.8 het aanbrengen van wijzigingen in een gehandicaptenparkeerkaart € 12,90
8.9 legalisatie van een handtekening en/of foto of waarmerking van enig stuk € 4,75
8.10 afgifte van een rijbewijs € 29,00
8.11 het verkrijgen van een eigen verklaring ten behoeve van de verkrijging
van een verklaring van geschiktheid € 18,75
8.12 het verstrekken van een ontheffing voor exceptionele transporten € 31,00
8.13 het verstrekken van een verblijfsdocument voor vreemdelingen
8.13.1 verblijf voor bepaalde tijd
jonger dan 12 jaar € 285,00
12 jaar en ouder € 430,00
8.13.2 verblijf voor onbepaalde tijd
wijziging € 890,00
jonger dan 12 jaar € 285,00
12 jaar en ouder € 430,00
8.13.3 verlenging € 285,00
8.13.4 verblijf op grond van het gemeenschapsrecht
vergunning en verlenging € 28,00
8.13.5 verblijf op grond van terugkeeroptie en Working Holiday Scheme
Legesverordening 2005
of Programme € 28,00
8.14 het verstrekken van gegevens (bv. Bestemmingsplangegevens,
milieugegevens) ten behoeve van een taxatie per object per keer € 20,00

Behorende bij raadsbesluit van 11 november 2004

De griffier van de gemeente Noordenveld,

W.F.C. Damman

Legesverordening 2005
Bijlage l bedoeld in artikel 5.5.3 van de Legesverordening van de gemeente Noordenveld

In de artikelen 5.5.1, 5.5.2 en 5.5.3 van de Legesverordening van de gemeente Noordenveld wordt
bepaald dat de bouwvergunningleges wordt verhoogd indien het volgen van een
vrijstellingsprocedure op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en de Woningwet is
vereist. Onverkorte toepassing van deze artikelen kan in een aantal gevallen leiden tot onredelijke
situaties. Deze situaties doen zich met namen voor indien:
1. het ter plaatse geldende bestemmingsplan geen actueel overzicht geeft van het ruimtelijk
gewenste beleid ten aanzien van maatvoeringen en oppervlakten of
2. een in het verleden verleende artikel 19 WRO-vrijstelling niet in een later bestemmingsplan voor
dat gebied is ingebed.

Ad 1. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan geeft geen actueel overzicht van het ruimtelijk
gewenste beleid ten aanzien van maatvoeringen en oppervlakten.

2
Een voorbeeld ter verduidelijking. In de recentste bestemmingsplannen van de gemeente mag 60m
2
aan bijgebouwen worden gebouwd. In het verleden lag de m grens in de meeste
2
bestemmingsplannen op 50m . Daar waar er geen ruimtelijke argumenten zijn aan te voeren voor
2
deze afwijkende oppervlakte dient voor bouwplannen tot 60m de bouwvergunningleges niet te
worden verhoogd. Indien er wel ruimtelijke argumenten zijn waarom in een bestemmingplan voor
2
50m is gekozen, dan dient de bouwvergunningleges in voorkomende gevallen wel te worden
verhoogd. Het voorgaande geldt uitsluitend indien het bouwplan op zich binnen de geldende
bestemming past. Voor vrijstellingen waarbij van de geldende bestemming wordt afgeweken wordt
de bouwvergunningleges wel verhoogd.

Ad 2. Een in het verleden verleende artikel 19 WRO-vrijstelling is niet in een later bestemmingsplan
voor dat gebied ingebed.

In het verleden zijn in de gemeente bouwplannen gerealiseerd door middel van artikel 19 WRO-
vrijstellingen zonder dat deze vrijstellingen in een later bestemmingsplan voor dat gebied zijn
opgenomen. Gevolg daarvan is dat voor alle opvolgende bouwplannen voor de betreffende percelen
eveneens een artikel 19 WRO-vrijstelling noodzakelijk is. Ook in deze gevallen is het niet redelijk
om de bouwvergunningleges te verhogen. Het voorgaande geldt uitsluitend indien er sprake is van
een voortzetting van het gebruik overeenkomstig de geldende bestemming. Voor artikel 19 WRO-
vrijstellingen ten behoeve van een afwijking van het gebruik overeenkomstig de geldende
bestemming wordt de bouwvergunningleges wel verhoogd.

Legesverordening 2005
De leeftijd van een bestemmingsplan (oud of nieuw) is voor het achterwege laten van de
legesverhoging op zich niet relevant. Bepalend is in hoeverre het in het bestemmingsplan
vastgelegde ruimtelijke beleid nog spoort met de huidige inzichten (kunnen we er nog mee uit de
voeten). Ook een oud bestemmingsplan kan een actueel overzicht geven van het ruimtelijk
gewenste beleid. In die gevallen is het niet onredelijk om de bouwvergunningleges te verhogen.

Indien de bouwaanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden
verleend met toepassing van artikel 11 WRO (uitwerkings- en /of wijzigingsbevoegdheid) is het
voorgaande niet van toepassing en wordt de bouwvergunningleges verhoogd.

Legesverordening 2005
Toelichting tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2005

Algemeen
De trendmatige verhoging bedraagt 2 % behoudens voor tarieven op basis van bijzondere wetge-
ving. Afronding van bedragen kleiner dan € 46,00 vindt plaats op € 0,05 naar beneden. Afronding
van bedragen groter dan € 46,00 vindt plaats op gehele euro’s.

Hoofdstuk 1 Algemeen
1.1 De te besteden tijd is anders gedefinieerd en afgestemd op elders in de tabel gehanteerde
tarieven.

Hoofdstuk 3 Burgerlijke Stand

3.1.1 Het tarief voor de maandag afzonderlijk is komen te vervallen; er is geen reden om dit te
handhaven.
3.4 Dit tarief bestond nog niet, maar is bij de bezuinigingsvoorstellen ingebracht.
3.5 Het tarief voor het doen van nasporingen bedroeg € 7,95, maar de werkelijke kosten
bedragen € 13,00. Dit is ¼ van het uurtarief van Burgerzaken.
3.7.1 Dit tarief wordt al jaren in rekening gebracht, maar is nooit eerder opgenomen in de
legesverordening.
3.8 Er stond een algemene verwijzing in de legesverordening naar het Legesbesluit akten
burgerlijke stand. Met het opnemen van dit artikel wordt duidelijk wat er wordt bedoeld en
wat het kost.
3.9 Idem 3.8

Hoofdstuk 4 Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

4.5 Dit tarief wordt al enige jaren in rekening gebracht en is recentelijk gewijzigd. Dit tarief is niet
eerder opgenomen in de legesverordening.
4.6 Het tarief voor het doen van nasporingen bedroeg € 7,95, maar de werkelijke kosten
bedragen € 13,00. Dit is ¼ van het uurtarief van Burgerzaken.
4.7 Dit betreft een landelijk tarief en is dus aan een maximum gebonden. Het oorspronkelijke
bedrag van € 2,40 was te hoog en is nu dus gewijzigd conform landelijke regelgeving.

Hoofdstuk 5 Bouwvergunningen c.a.

5.2.1 In artikel 5.2.1 is een maximum voor de bouwleges naar aanleiding van schetsplannen
opgenomen van € 1.000,00.
Legesverordening 2005
5.2.3 In artikel 5.2.3 in samenhang met artikel 5.2.5 zijn de leges voor de reguliere
bouwvergunning eerste fase met een half procent verlaagd. Daardoor is een gefaseerde
bouwvergunning (worden in de praktijk niet zo vaak verleend) nog maar een half procent
duurder dan de gewone bouwvergunning. Het verschil tussen beide was 1% dat verschil
werd te groot gevonden om het onderscheid te rechtvaardigen.

5.3.1.1 In artikel 5.3.1.1 is duidelijker verwoord dat verrekening van de leges alleen betrekking heeft
op bouwleges sec en niet op eventuele verhogingen (welstand en/ of extra planologische
procedures). Hetzelfde geldt voor de artikelen 5.3.1.2, 5.3.2.1, 5.3.2.2 en 5.3.2.3.
5.6.4 In artikel 5.6.4 zijn de welstandsleges voor schetsplannen gemaximeerd op € 500,00.

Bij de verrekening - en de teruggaafmogelijkheden is een termijn opgenomen waarbinnen het


verzoek om verrekening of teruggaaf moet zijn ingediend bij de gemeente.

Hoofdstuk 6 Andere vergunningen, ontheffingen en dergelijke

6.22 Deze tarieven zijn landelijk vastgesteld en waren niet eerder opgenomen in de
legesverordening. Ten behoeve van transparantie voor de burger zijn deze tarieven nu ook
in de legesverordening opgenomen.
6.23 Het verkrijgen van een inritvergunning was niet eerder afzonderlijk opgenomen.
6.24 Dit artikel is opgenomen in verband met nieuwe wetgeving (Verdrag van Aarhus).

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief

7.1 Dit is ¼ van het uurtarief van Burgerzaken.

Hoofdstuk 8 Overige stukken

8.1.1
t/m 8.2.3 Tarieven aangepast aan landelijke verhoging.
8.4 Is een landelijk vastgesteld tarief.
8.6 M.i.v. 1 januari 2005 wordt er geen Pas65 meer afgegeven. Tarief is dus vervallen.
8.11 Dit tarief wordt al enige jaren in rekening gebracht en is recentelijk gewijzigd. Dit
tarief is niet eerder opgenomen in de legesverordening.
8.12 Dit tarief wordt al enige jaren in rekening gebracht en is recentelijk gewijzigd. Dit
tarief is niet eerder opgenomen in de legesverordening.
8.13 Dit zijn de huidige tarieven. De tarieven zouden in 2005 omhoog gaan, maar ik kan
geen informatie achterhalen over de nieuwe tarieven.

Legesverordening 2005
8.14 Dit artikel is gewijzigd opgenomen. In dit artikel wordt een basis in de
legesverordening opgenomen voor de verzoeken van makelaars om informatie die
zij nodig hebben voor taxaties. De kosten hiervoor werden reeds in rekening
gebracht. Voor 2004 was het bedrag
€ 15,90 per object per keer. Voorgesteld wordt dit te verhogen voor 2005 tot € 20,00

Legesverordening 2005

Anda mungkin juga menyukai