KRONENBURG”
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1: Doel en kaderstelling 3
Hoofdstuk 2: Onderzoek 4
Hoofdstuk 4: Proces 5
Hoofdstuk 7: Beslismomenten 7
Hoofdstuk 8: Middelen 8
Hoofdstuk 9: Hoofdstuktitels 8
Planning 10
2
concept d.d. 31-03-2005
1. Doel en kaderstelling
Het onderzoek heeft tot doel een totaalvisie te ontwikkelen op de kantorenlocatie Kronenburg.
Deze visie zal zich in eerste instantie richten op:
- een verbetering van de bereikbaarheid (inclusief parkeren);
- een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte (die zowel bij bedrijven als bij de
gemeente in eigendom is);
- een verbetering van de veiligheidssituatie.
Centraal staat een algehele verbetering van Kronenburg als vestigingslocatie voor de zakelijke
en commerciële dienstverlening. Het is dan ook niet uitgesloten dat andere aspecten (milieu,
bewegwijzering) bij voldoende draagvlak tijdens het proces of vlak daarna alsnog zullen
worden opgepakt.
Het college heeft voorts ambities met betrekking tot het parkeren (concept-parkeernota), de
verbetering van de veiligheid (integraal veiligheidsbeleid) en het bevorderen van het gebruik
van het openbaar vervoer (OV-visie). De voor Kronenburg relevante beleidsterreinen zijn in
ieder geval.
- economische zaken;
- verkeer en vervoer;
- veiligheid;
- openbare ruimte (infrastructuur, groen);
- ruimtelijke ordening.
3
concept d.d. 31-03-2005
1.6.: Product
Het eindproduct is een integrale visie op de revitalisering van Kronenburg met concrete uit-
gangspunten ten aanzien van bereikbaarheid, parkeren, veiligheid en openbare ruimte en
mogelijk ook met uitgangspunten op andere terreinen.
2.1: Onderzoeksonderwerpen
· Hoe kunnen de onveiligheidsgevoelens worden weggenomen? Het gaat dan
vooral om het terugdringen van vandalisme, inbraken en diefstallen.
· Hoe kan de bereikbaarheid naar Kronenburg worden verbeterd?
· Hoe kan de kwaliteit van de openbare ruimte (groen, infrastructuur e.d.) worden
verbeterd?
· Hoe kan de parkeersituatie op Kronenburg worden verbeterd? Deze
onderzoeksvraag heeft een relatie met de onderzoeksvraag die betrekking heeft
op de verbetering van de bereikbaarheid.
4
concept d.d. 31-03-2005
2.2: Onderzoeksmethode
Het onderzoek wordt hoofdzakelijk gedaan door de leden van de projectgroep. De project-
groep kan voor de uitvoering van het onderzoek gebruik maken van specifieke deskundigheid
en hiervoor (externe) werkgroepen oprichten.
De projectgroep bundelt een en ander tot een logisch verhaal en formuleert de te maken be-
leidsmatige keuzen aan de stuurgroep. De stuurgroep maakt de strategische keuzen en
adviseert hierin het college van burgemeester en wethouders.
De opdrachtnemer is:
De heer H.E. Buseman, beleidsmedewerker van de afdeling Strategie en Beleid van de sector
Stadsontwikkeling.
3.2: Stuurgroep
De stuurgroep zorgt voor een directe inhoudelijke band tussen de projectgroep, het manage-
ment van de sector Stadsontwikkeling, het college van burgemeester en wethouders en het
betrokken bedrijfsleven. De stuurgroep is samengesteld uit de wethouders Th.E.A. Tiemessen
(economische zaken, vastgoed en infrastructuur, tevens voorzitter), P.J.M. Regouin (ruimte-
lijke ordening en verkeer en vervoer), het hoofd van de afdeling Strategie en Beleid (mevrouw
drs. M. Zijp), een vertegenwoordiging van de ondernemers en eigenaren op Kronenburg
(maximaal 2 personen) en H.E. Buseman namens de projectgroep.
3.3: Projectgroep
Er wordt een projectgroep in het leven geroepen die de in hoofdstuk 2 geformuleerde onder-
zoeksvragen zal beantwoorden. Deze projectgroep kan werkgroepen oprichten en belasten
met specifieke deelvragen. Ondernemers en eigenaren kunnen worden gevraagd in deze
werkgroepen plaats te nemen. De projectgroep behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid voor
zijn advisering aan de stuurgroep die op zijn beurt het college van burgemeester en wet-
houders zal adviseren.
3.4: Werkgroepen
Er kunnen in het project werkgroepen functioneren die een deeladvies aan de projectgroep
leveren over een bepaald onderwerp of thema.
4. Proces
Het werkproces voor ruimtelijke ontwikkelingen is verdeeld in fasen (quick-scan, plan van
aanpak, nota van uitgangspunten, programma van eisen etc.). In de opvolgende fasen worden
de relatief globale randvoorwaarden uit de voorgaande fase verder uitgewerkt, zodat het
bestuur de voorwaarden voor de volgende fase kan vaststellen. De visie op de revitalisering
van Kronenburg, die nu gemaakt gaat worden, is te beschouwen als een nota van uit-
gangspunten. Dit document zal ter vaststelling aan de raadscommissie Ruimte, Wonen en
Natuur (RWN) worden aangeboden.
Binnen het planproces zijn voor Kronenburg de volgende producten per fase te onder-
scheiden:
5
concept d.d. 31-03-2005
Projectgroep:
De heer H.E. Buseman, beleidsinhoudelijk (150 uur)
Circa 50 uur per persoon:
De heer R.J. van der Laan, beleidsmedewerker Integrale Veiligheid van de afdeling VBO
De heer W. Wieffering, beleidsmedewerker verkeer en vervoer Amstelveen-Noord
Mevrouw S. van Vliet, communicatie & participatie
De heer W.M. de Groot, stadsbeheer/openbare ruimte
Mevrouw C. de Kemp-Everts, accountmanager bedrijven Kronenburg
Mevrouw B. Venema, verkeer.advies (mobiliteitsmanagement)
Mevrouw M. de Vries, politie Amsterdam-Amstelland
Mevrouw drs. T. Hanssen, directeur Ondernemersvereniging Amstelveen
Agendalid: medewerker ROA (t.a.v. pilot ROA)
6.1: Stuurgroep/werkgroepen
In de organisatiestructuur is rekening gehouden met de inbreng van het bedrijfsleven. De
stuurgroep bestaat naast vertegenwoordigers van de gemeente ook uit vertegenwoordigers
van de Ondernemersvereniging Amstelveen en het op Kronenburg gevestigde bedrijfsleven
(eigenaren en gebruikers). De taak van de ondernemersvertegenwoordigers is vooral praktijk-
kennis en –ervaring in te brengen, zorg te dragen voor terugkoppeling naar de overige onder-
nemers en samen met de gemeente te werken aan het draagvlak voor de te ondernemen
acties en/of de te treffen maatregelen.
Verder kan de projectgroep besluiten per onderwerp of thema een werkgroep op te richten.
Ook ondernemers (eigenaren en/of gebruikers) dienen in een dergelijke werkgroep plaats-
nemen. Zij kunnen dan meedenken over een specifiek thema (bijvoorbeeld veiligheid) of mee-
werken aan de uitvoering van de geformuleerde acties of maatregelen (intensivering
beveiliging/bewaking).
6
concept d.d. 31-03-2005
hoogte te worden gebracht van de besluiten zodat zij hun mening hierover kenbaar kunnen
maken en al deze meningen in het besluitvormingsproces kunnen worden meegenomen.
Belanghebbenden moeten op het juiste moment zijn aangehaakt aan het proces en kunnen
participeren. Dit vergroot niet alleen de efficiency van het werk maar voorkomt ook dat een
fase niet kan worden afgerond.
Voor de revitalisering van Kronenburg is het van belang overleg te hebben met alle betrokken
beleidssectoren, overheden, overkoepelende organisaties, bedrijven en bewoners. Het accent
ligt daarbij om informatie-uitwisseling, advisering, inspraak en overleg zodat aan het bestuur
maatschappelijk haalbare varianten kunnen worden voorgelegd, belangentegenstellingen
vroeg bekend zijn en deel uitmaken van de besluitvorming.
Aan het eind van de periode zal het gemeentebestuur mede op basis van inspraakresultaten
en het maatschappelijk overleg besluiten moeten kunnen nemen. Deze besluiten vormen ook
voor de inspraak de randvoorwaarden in de volgende fase, bij de uitwerking c.q. uitvoering van
acties en/of maatregelen. Daarbij zal tevens gelet worden op de medeverantwoordelijk-heid
van de op Kronenburg gevestigde bedrijven en de eigenaren van de aldaar aanwezige
panden. Aan de terugkoppeling naar ondernemers en eigenaren, die niet deelnemen aan de
stuurgroep of werkgroepen, zal specifiek aandacht worden besteed.
De aard en intensiteit van het maatschappelijk overleg zullen per onderwerp en per belangen-
groep verschillen. De gemeente kent een inspraakverordening. Deze verordening is leidraad
bij het regelen en organiseren van inspraak en participatie.
Met deze procesgang kan niet voorkomen worden dat mensen ontevreden zijn over de uit-
komst, maar wel worden gewaarborgd dat beinvloedingsmogelijkheden optimaal benut zijn en
kunnen worden verantwoord.
7. Beslismomenten
7.1: De stuurgroep
De stuurgroep zal gedurende het proces besluiten nemen over de inhoudelijke en strategische
koers die gevolgd wordt. Daardoor is er een directe link met de meest betrokken wethouders
in het college, de meest betrokken managers van de sector Stadsontwikkeling en de vertegen-
woordigers van het bedrijfsleven.
De stuurgroep bepaalt de uiteindelijke tekst die als advies aan het college van burgemeester
en wethouders zal worden voorgelegd. De stuurgroep zal een tweetal keren bijeenkomen.
7.3: Gemeenteraad/raadscommissie
Nadat B&W hun standpunt over het eindproduct hebben bepaald, zal dit – al dan niet aange-
paste – eindproduct ter finale besluitvorming aan de raadscommissie RWN worden aange-
boden.
8. Middelen
7
concept d.d. 31-03-2005
Doelgroepen
De belangrijkste doelgroepen binnen het project zijn de eigenaren en huurders van de
bedrijven. Zij moeten continue worden geïnformeerd en worden betrokken binnen project. Zij
1
moeten kunnen meedenken/meedoen binnen het project. Omwonenden moeten op tijd
worden geïnformeerd over het project (meeweten).
Direct
eigenaren, huurders, omwonenden, politie
Indirect
OA, VAD, ROA, wijkplatform
Intern
College, Raadscommissie
Middelen
Naast de bestaande interne en externe communicatiemiddelen zal gezien de grootte van het
project een extra middel ontwikkeld moeten worden. Met bijvoorbeeld een emailnieuwsbrief
kunnen de betrokken huurders en eigenaren snel op de hoogte worden gebracht van de
laatste stand van zaken. Naast deze schriftelijke communicatie is het ook belangrijk om deze
betrokkenen met enige regelmaat te spreken. Zo blijft de betrokkenheid groot. Dit kan door
bijeenkomsten (bv workshops) te organiseren, maar bijvoorbeeld ook nog door een keer een
schouw te houden of een excursie te organiseren naar een gelijksoortig bedrijventerrein.
1
Mee-weten: De gemeente bepaalt het beleid. Burgers worden zo goed mogelijk over de achtergronden van en motieven van
keuzes geïnformeerd
Mee-denken: De gemeente bepaalt zelf grotendeels de inhoud van concept-plannen, waarna deze breed worden getoetst en
bediscussieerd. Bewoners en omwonenden kunnen commentaar geven. Op basis daarvan kunnen de plannen worden
aangepast.
Mee-doen: De gemeente kan, binnen zeer ruime kaders, deelnemers via een open vraagstelling uitnodigen om een probleem
gezamenlijk aan te pakken. De gemeente probeert daarbij zo veel mogelijk ideeën en eventuele oplossingen los te krijgen.
Omwonenden en belanghebbenden kunnen vanaf het begin meedoen in het proces. Uitgangspunt is wel dat de gemeente zich
zoveel mogelijk verbindt aan de resultaten van de participatie.
Mee-beslissen: Een beleidsprobleem wordt met belangstellenden en betrokkenen samen uitgewerkt. Deze samenwerking kan
op verschillende manieren worden vormgegeven. Het kan bijvoorbeeld goed dat de probleemanalyse gezamenlijk of door
burgers zelf wordt gedaan. De samenwerking gebeurt soms op basis van gelijkwaardigheid en soms krijgen deelnemers binnen
vooraf gestelde kaders zelfs beslissingsbevoegdheid. Het uiteindelijke beleid(sresultaat) is in dit geval een gezamenlijke
productie.
8
concept d.d. 31-03-2005
10. Hoofdstuktitels
11. Risico´s
Voor het welslagen van het project “revitalisering Kronenburg” is het bepalend of en zo, ja in
hoeverre er een samenwerking tussen de gemeente en het bedrijfsleven tot stand kan komen.
Deze samenwerking gaat verder dan het uitwisselen van informatie. Uiteindelijk moeten de ge-
meente en het bedrijfsleven het eens worden over een afsprakenkader voor de revitalisering
van Kronenburg. Als het merendeel van de gevestigde ondernemingen (eigenaren en ge-
bruikers) een dergelijk kader niet wenst (mee) te ondertekenen, zal de gemeente zich als
initiatiefnemer uit het verdere proces terugtrekken. Deze opstelling vereist intensief overleg en
afstemming met het bedrijfsleven tot het moment waarop de visie op de revitalisering (NvU) en
het daarbij behorende afsprakenkader gereed is. Communicatie is dus essentieel.
+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+
9
concept d.d. 31-03-2005
PLANNING
Veiligheid
December 2004 Start veiligheidsrisicoanalyse Gemeente
door DSP
Februari 2005 Resultaten analyse bekend, Gemeente/
organiseren van workshop bedrijfsleven
Maart 2005 Resultaten analyse en workshop
vertalen in concrete maatregelen Gemeente/
en voorzieningen (inclusief kosten) bedrijfsleven/
politie
- uitgangspunten meenemen in NvU
- bespreken met Stichting Kwaliteitsverbetering Bedrijventerreinen Noord-Holland-Zuid
Openbare ruimte
November 2004 Schouw Kronenburg Gemeente/
Bedrijfsleven/
wijkplatform
Januari 2005 Schouwrapport gereed+ Gemeente
Bespreken binnen de gemeente/
Toesturen aan bedrijven, website
ste
1 kwartaal 2005 In beeld hebben wat korte en lange- Gemeente
termijn acties zijn. Korte termijn-
acties uitvoeren
Kosten+budgetten lange termijnacties
In beeld hebben
April/mei 2005 Resultaten schouw communiceren met Gemeente/OA
bedrijven (in relatie tot veiligheid)
Samenwerking bedrijven
April 2005 bedrijven op de hoogte brengen van
plan van aanpak/besluitvorming e.d.
duidelijk maken dat samenwerking
o.m. door oprichten bedrijfsvereniging o.i.d.
voorwaarde is voor uitvoering maatregelen
eerste resultaten schouw+veiligheid melden
Juni/juli 2005 communicatie m.b.t. modal-split/opzet
onderzoek e.d.
December 2005 gereed komen NvU+communicatie over deze
nota/ go-no go moment
10
concept d.d. 31-03-2005
Planning Communicatie
Tijdpad Activiteit Communicatie Doel Actie
8 maart Resultaten risico- Persbericht Informeren Susan
analyse
April PvA in college Persgesprek en Informeren publiek en Susan
persbericht pers
April Na goedkeuring Emailnieuwsbrief Informeren, Harry
college, start met betrokkenheid creëren
emailbrief aan
betrokkenen.
Juni Stand van zaken, Informatiebijeenkomst/ Informeren, Harry
betrokkenheid bij workshop betrokkenheid creëren
project
Oktober Stand van zaken, Informatiebijeenkomst Informeren, Harry
betrokkenheid bij betrokkenheid creëren
project
December Go/No go moment Persgesprek/Officieel Betrokkenheid Susan/Harry
startmoment deelnemers/Publiciteit
11