Anda di halaman 1dari 7

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Klas
Stageschool
Plaats

Nikki Schalkx
1C
St. Theresiaschool
Lennisheuvel

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Iris Vermeer
14-04-2015
4/5
24

Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing


Speelwerkthema / onderwerp: Levens beschouwend gesprek
Persoonlijk leerdoel:
-

Een open gesprek voeren met de leerlingen door gebruik te maken van open vraagstellingen.
Alle leerlingen bij de les betrekken door het inzetten van verschillende werkvormen.

Les doel(en):
Domein: Het geheel
Aspect: Sociale verbanden, rituelen
-

De leerlingen leren in een open werkvorm hun opvattingen over


geloof te verwoorden
De leerlingen leren begrip en empathie te tonen voor de
opvattingen van een ander
De leerlingen leren welke geloven er zijn.
Bron:
Ven, J.A. van der, Dimensies in de algemene doelstelling van
schoolkatechese, Verbum mei 195, blz. 175-197.

Kerndoel 38
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de
Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze
leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de
samenleving, waaronder seksuele diversiteit.

(verhalen over) belangrijke mensen uit een religie


godsdienstige feesten
godsdienstige verhalen
godsdienstige gebruiken

Evaluatie van lesdoelen:

Beginsituatie:
De leerlingen hebben in de week van de lentekriebels gesprekken gevoerd over ervaringen uit het dagelijkse leven. Er kwamen vragen aan bod als: Hoe kun je het
zeggen als je iets niet wil? en Welke soorten relaties bestaan er? Heb je met je vader dezelfde relatie als met je leerkracht? De leerlingen zijn dus bekend met het
beschouwen van het leven. Daarnaast hebben zij iedere week een zonnetje van de week. Op deze manier wordt iedere week een leerling klassikaal in het zonnetje
gezet. De leerlingen leren zich in te leven in gevoelens van anderen en creren op die manier empathie voor de ander. Verder wordt er in mijn stageklas helaas
levensbeschouwing gegeven, of nog beter gezegd: gecreerd.

Verantwoording:
Als leerkracht is het belangrijk om bij levensbeschouwing open werkvormen in te zetten. Deze werkvormen geven de leerlingen de ruimte om actief mee te denken, te
werken en eigen ervaringen in te brengen in het leerproces. Daarvoor is ook variatie in werkvormen belangrijk. Het ene kind is meer visueel ingesteld, het andere meer
verbaal; het ene kind leert vooral door aandachtig te luisteren, het andere door creatieve expressie; het ene kind heeft vooral behoefte aan logische gedachtegang, het
andere eerder aan een rijkdom van ideen en beelden.
Ik zal rekening houden met al deze bovenstaande aspecten door de werkvorm denken, delen, uitwisselen in te zetten. De leerlingen zijn deze werkvorm al gewend en
hebben op deze manier ongeveer een gelijke inbreng. Ik heb gemerkt dat op deze manier werkelijk alle leerlingen betrokken zijn. Eerst denken ze zelf na over hun
eigen bevindingen, vervolgens delen ze dit met hun schoudermaatje en als laatste worden deze bevindingen klassikaal gedeeld.
Daarnaast zal ik een verhaal voorlezen voor de leerlingen die een mening kunnen creren door alleen te luisteren. Verder laat ik afbeeldingen zien op het digi-bord
voor leerlingen die een fotografisch geheugen hebben. Vervolgens ga ik in gesprek met de groep voor de leerlingen die door te spreken hun mening creren en als
laatste zal ik de leerlingen laten tekenen waar zij in geloven. Dit laatste zal heel moeilijk zijn voor kinderen uit groep 4/5, maar toch zal er een enkeling zijn die dit wel
kan, omdat deze leerling door creatieve expressie zijn/haar mening uit. Op deze manier heeft iedere leerling even veel kans op een goede inbreng.
Ik zal tijdens het gesprek weinig gesloten vragen stellen, maar juist vragen waar discussie uit kan ontstaan zoals: wat is geloof?
In de evaluatie van de les, vraag ik aan de leerlingen wat zij geleerd hebben. Zij mogen dit weer bespreken d.m.v. de werkvorm denken, delen, uitwisselen. Deze
werkvorm is in mijn klas namelijk heel goed inzetbaar. Vervolgens ga ik het gesprek aan met de leerlingen. Op deze manier weet ik of de lesdoelen zijn behaald. Van
de leerlingen die minder spraakzaam zijn, kan ik het aan de tekening zien na de les als het goed is.

Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

8 minuten

Verkenning/
verhaal

1. Ik vraag de aandacht van de groep


d.m.v. het handsignaal. Ik vertel het
doel van de les.
2. Ik lees eerst een verhaal voor over de
Kaaba en de Islam.

1. De leerlingen zien het handsignaal en wijzen elkaar


er op dat het belangrijk is om op dit moment stil te
zijn.
2. De leerlingen luisteren actief naar het verhaal over
de Kaaba

Boek: In een land


hier ver vandaan

32 minuten
Verkenning/
instructie/
kern

1. Vervolgens bespreek ik met de


leerlingen wat er in het verhaal allemaal
gebeurde. Wat voor een gevoel kregen
ze daarbij? Hadden zij ooit eerder van
de Kaaba gehoord? Als jij Moslim was,
zou je dan ook zon verre reis willen
maken? Zijn er ook andere geloven
dan de Islam? Welke kennen jullie nog
meer? Wat weten jullie daarvan? Welk
geloof hebben wij hier in Nederland?
Wat is geloof? Waar kun je allemaal in
geloven? Moet dat perse in god zijn? Ik
zorg voor actieve betrokkenheid van de
leerlingen door de werkvorm denken,
delen, uitwisselen in te zetten na het
stellen van sommige vragen. De
leerlingen zijn deze werkvorm gewend
en wisselen graag op deze manier
informatie met elkaar uit.
2. Na het gesprek laat ik een aantal
afbeeldingen zien van symbolen uit
verschillende geloven. De leerlingen
moeten vertellen bij welk geloof welke
afbeelding hoort en we gaan in gesprek
over wat die geloven dan inhouden.
3. Ik bespreek samen met de leerlingen
wat zij geloven. Hoe komt dat dan?
4. De leerlingen mogen een tekening
maken waar zij in geloven. Dit hoeft niet
perse een godsdienst te zijn. Het kan
ook iets zijn wat vanuit hun
onderbewuste komt.

1. De leerlingen bespreken met mij en met elkaar wat


er zich in het verhaal afspeelde. Daarnaast geven
zij antwoord op mijn vragen en gaan zij op elkaar in
wanneer ik dat van ze vraag.
2. Na het gesprek kijken de leerlingen naar een aantal
symbolen van verschillende geloven. De leerlingen
vertellen welk symbool bij welk geloof hoort. En
gaan in gesprek over wat deze geloven dan
ongeveer inhouden.
3. De leerlingen bespreken wat zij geloven.
4. De leerlingen maken een tekening over waar zij in
geloven. Dit hoeft niet perse een godsdienst te zijn.
Het kan ook iets zijn wat vanuit hun onderbewuste
komt (sommige kinderen voelen energien, zoals
mijn zusje en ik zelf).

Materialen:
Symbolen geloven
24 x A4
tekenspullen
Organisatie:
Zorg dat er meer open
vragen worden gesteld dan
gesloten. Daarnaast moet
ik als leerkracht kinderen
op elkaar laten reageren
wanneer zij dit zelf niet
doen.

5 minuten

Slot

1. Ik vraag de aandacht van de leerlingen


en stuur en aan om antwoord te geven
op de vraag: wat heb ik vandaag
geleerd. Dit gebeurt in de werkvorm
denken, delen, uitwisselen.
2. Hierna vertel ik dat de leerlingen hun
tekening bij mij op het bureau mogen
leggen met hun naam er op en weer
rustig mogen gaan zitten voor de
volgende les. Dit gebeurt binnen n
minuut (timer op het bord).

1. De leerlingen denken na over wat zij geleerd


hebben. Vervolgens delen zij dit met hun
schoudermaatje en daarna klassikaal.
2. De leerlingen ruimen hierna hun spullen op en gaan
weer rustig zitten. Dit gebeurt binnen n minuut
(timer op het bord).

Organisatie:
Tijd in de gaten
houden.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum: 14-04-2015

Anda mungkin juga menyukai