Anda di halaman 1dari 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student
Stijn van der Klooster
Klas
P14EHVD
Stageschool Basisschool Karel de Grote
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: Filosofisch Gesprek

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Maartje Creemers
7
23

Persoonlijk leerdoel: n.v.t.


Lesdoel(en): Aan het eind van de les hebben de kinderen ervaren hoe
hoe een filosofisch gesprek rondom Nelson Mandela verloopt.

Evaluatie van lesdoelen:

Beginsituatie:
Vakinhoudelijk: De klas is niet gewend om diepgaande discussies te voeren. Meestal proberen ze er snel vanaf te komen, zeker met leerlingen die ze niet kennen. Ik
verwacht dus dat ze snel antwoorden klaar zullen hebben. Ik probeer dit tegen te gaan en de kinderen te dwingen filosofisch bezig te zijn. Volgens Piaget zitten de
kinderen in de concreet-operationele fase. Volgens Erikson gaan de kinderen naar het ontwikkelen van een eigen identiteit of komen ze daarover in verwarring.
(Luitjes, M. en Zeeuw-Jans, I. de)
Pedagogisch: De klas is op sociaal-emotioneel gebied niet heel sterk. Ook vinden ze het moeilijk om goed samen te werken. Verder zijn ze heel competitief. Ik wil
kinderen duidelijk maken dat het geen wedstrijd is.
Lesverloop
Tijd
Opening

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Opening
Ik begin de les met het openen van het
subjectief concept: Het is binnenkort 5 mei. Wat
is er bijzonder aan die dag?
Ik wil het gaan hebben over Nelson Mandela.
Weten de leerlingen wie Nelson Mandela is?
Waarom is hij bekend? Enzovoort.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De leerlingen nemen een actieve leerhouding aan en
reageren op mijn vragen.

Materialen / Organisatie

8 minuten

Film

3 min

Reacties

7 min

20 min

10 min

Ik heb een filmpje over Nelson Mandela. Dat


laat ik aan de klas zien.

Wat zijn de eerste reacties op dit filmpje. Schrijf


die op.
Waar vocht Nelson voor? Wat vond je daarvan?
Hoe deed hij dat en wat vond je daarvan?
Schrijf op. Probeer zo duidelijk mogelijk te zijn.
Uitwisseling Ga in je groepje je bevindingen uitwisselen.
Vraag door naar verduidelijking als dat nodig is.
De groepjes heb ik gemaakt op basis van het
sociogram. Ik heb groepjes van vier, twee
jongens en twee meisjes in elk groepje. (m.u.v.
n groepje van drie en n groepje met drie
meisjes en n jongen.)
Filosofisch
Ik heb een aantal vraagstellingen bedacht. Ik wil
Gesprek
graag dat de kinderen in hun groepje op alle
vragen zo uitgebreid antwoord mogelijk gaan
geven. Denk hier diep over na en ga met elkaar
in discussie. Wat schrijven we op? Schrijf op
een A3 vel.
Je moet met elkaar overleggen, want straks ga
ik vragen stellen.
De vraagstellingen zijn
- Wat is vrijheid?
- Waarom is vrijheid belangrijk voor ons?
- Hoe bereiken we vrijheid?
Uitwisseling Als alle kinderen een duidelijk antwoord
met de klas. hebben, vraag ik een paar kinderen om het
antwoord voor te lezen. Aan de rest van de klas
vraag ik dan reacties om zo tot een gesprek te
komen. In dit gesprek geef ik geen goed of fout.
Ik bedank enkel kinderen voor hun mening en
wijs de volgende beurt aan.

De leerlingen kijken naar het filmpje over Mandela.

Digibord
http://www.schooltv.nl/vide
o/nelson-mandela-deeerste-zwarte-presidentvan-zuid-afrika/#q=Nelson
%20Mandela

De kinderen schrijven op een kladblaadje hun reactie op


Nelson Mandela.

De kinderen wisselen hun meningen uit en vragen door op


elkaar.

De kinderen proberen mijn vragen zo goed mogelijk te


beantwoorden door samen in gesprek te gaan

De kinderen lezen hun antwoorden voor en reageren op


elkaar.

A3 vellen
Vragen op het bord

5 min

Reflectie

Persoonlijke reflectie
n.v.t.

Feedback mentor
Datum:
n.v.t.

Verantwoording
Beginsituatie

Ik deel mee dat we het gesprek af gaan ronden. De kinderen reageren met hun mening op mijn vragen.
Ik stel vast dat er dus geen duidelijk antwoord is
op deze vragen, en dat de discussie mogelijk
nog heel lang door gegaan kon zijn. Vervolgens
vraag ik de kinderen om hun mening en
leermomenten.

Vakinhoudelijk: De klas is niet gewend om diepgaande discussies te voeren. Meestal proberen ze er snel vanaf te komen, zeker met
leerlingen die ze niet kennen. Ik verwacht dus dat ze snel antwoorden klaar zullen hebben. Ik probeer dit tegen te gaan en de kinderen
te dwingen filosofisch bezig te zijn. Volgens Piaget zitten de kinderen in de concreet-operationele fase. Volgens Erikson gaan de
kinderen naar het ontwikkelen van een eigen identiteit of komen ze daarover in verwarring. (Luitjes, M. en Zeeuw-Jans, I. de)
Pedagogisch: De klas is op sociaal-emotioneel gebied niet heel sterk. Ook vinden ze het moeilijk om goed samen te werken. Verder
zijn ze heel competitief. Ik wil kinderen duidelijk maken dat het geen wedstrijd is.
Beginsituatie
Hoe houd ik rekening met mijn klas?
Door groepjes te maken waarbij elk kind bij een vriend zit en bij kinderen die hij of zij niet zo goed kent probeer ik discussie uit te
lokken. Tegelijkertijd ervaren de kinderen dat niet iedereen dezelfde mening deelt. Ik hoop ook dat de kinderen leren dat samenwerken
met onbekende kinderen heel leuk kan zijn als iedereen betrokken meedoet en zijn of haar mening vertelt.
Ik koos expres voor een relatief gemakkelijk onderwerp.
Literatuur
De posities van de kinderen van Piaget en Erikson heb ik uit Ontwikkeling in de groep. De concreet-operationele fase is de fase waarin
de kinderen gaan ontdekken dat ze de mensen om hen heen kunnen benvloeden door manipulatie. Kinderen gaan zich ook met
anderen meten. Hier heb ik rekening mee gehouden in mijn lvd door van te voren duidelijke regels te stellen.
Luitjes, M. Zeeuw-Jans, l. de (2013) Ontwikkeling in de groep. Bussum, uitgeverij Couthino.\
http://www.schooltv.nl/video/nelson-mandela-de-eerste-zwarte-president-van-zuid-afrika/#q=Nelson%20Mandela (Geraadpleegd op 16
4 2015)

Anda mungkin juga menyukai