Praktijk
en
theorie
Plasma is een gas dat door extreme verhitting (deels) geïoniseerd is. Hierdoor is
het in staat een elektrische stroom te geleiden.
Doormiddel van een kleine opening in de toorts wordt het plasmagas
uitgedreven. Deze plasmaboog is uiterst smal en stabiel, waardoor de
energiedichtheid bij plasmasnijden, mede door de verhoogde boogspanning groot
is.
De stroombron is een gelijkrichter met een “vallende karakteristiek”. Deze
gebruikt een open spanning van rond de 200 tot 400 volt. Om de boog te starten
wordt gebruik gemaakt van de pilootboog. Dit is een opstartboog om de
daadwerkelijke plasmaboog op te starten.
Zodra de pilootboog tot stand is gekomen wordt er overgeschakeld op vol
vermogen. Het plasmagas wordt dan uitgedreven, en vanwege de ioniserende
werking van het gas, in combinatie met hoog vermogen wordt een temperatuur
gerealiseerd die boven de 20.000 graden Celsius kan liggen.
Het grote voordeel van plasmasnijden is dat het volledig uitgaat van
smeltsnijden. Bij het lasersnijden en autogeensnijden is vaak sprake van
brandsnijden. Hier is ook genoemd dat aluminium en RVS niet gesneden konden
worden d.m.v. brandsnijden. Bij plasmasnijden is dit geen enkel probleem,
omdat de hoge uitdrijftemperatuur het materiaal smelt, en vervolgens
doormiddel van hetzelfde plasmagas wordt uitgedreven. Het gesmolten materiaal
wordt dus weggeblazen uit de snijvoeg. RVS en aluminium kunnen dus met
plasmasnijden bewerkt worden
Geometrie
De vrije contour die haalbaar is bij
plasmasnijden is eigenlijk onbeperkt. Bij het
plasmasnijden kan door de draaioptie van
de toorts zelfs (beperkt) in 2,5D gewerkt
worden. Zie de afbeelding hiernaast. Zowel
een V- als een Y-lasnaad en zelfs K-naad
voorbewerking kan hiermee gesneden
worden.
Hierbij moet wel bedacht worden dat er bij
verschillende typen lasnaden er wel vaker gesneden moet worden. Bij een K
naad, zoals hierboven aan de rechterzijde staat afgebeeld zal er drie keer
gesneden moeten worden. Voor het plasmasnijden kostenverhogend, maar ten
behoeve van de vervolgbewerkingen kostenbesparend.
Gatdiameter
Gaten kleiner dan de plaatdikte kunnen niet gesneden worden. Het is af te raden
om tapgaten voor te snijden. Graveren is dan de beste optie. Het voorsnijden
van gaten ten behoeve van het frezen is wel aan te raden.
Kwaliteit snijrand
In vergelijking met andere scheidende principes heeft een plasma gesneden rand
een gladde snijrand, zeker tot aan 40 mm dikte. Er zijn echter wel enkele
nadelen. Dit zijn de warmtebeïnvloede zone, oxidatie, ruwheid van de snede,
haaksheid van de snijrand en de snijvoeg.
De warmtebeïnvloede zone
Plasmasnijden is een thermisch proces. Dit betekent dus dat er een
warmtebeïnvloede zone ontstaat die in sommige gevallen voor problemen kan
gaan zorgen. Door de hoge temperaturen bij het plasmasnijden is er een veel
grotere warmtebeïnvloede zone dan bij het lasersnijden. Er is dus ook een
grotere mate van verharding. Dit kan bij het kanten scheurvorming veroorzaken.
Oxidatie
Oxidatie ontstaat voornamelijk bij brandsnijden. Bij plasmasnijden is er sprake
van smeltsnijden. Er kan echter, om de snijsnelheid te verhogen, met zuurstof
gesneden worden, waardoor dan wel weer oxideresten achterblijven. Deze zijn
ongewenst en moeten verwijderd worden, daar ze bij lassen problemen kunnen
geven.
De haaksheid van de snede kan het beste uitgelegd worden doormiddel van de
tekening hiernaast. De afwijking ´U´ is de afstand tussen twee parallelle, haaks
op het oppervlak staande lijnen. Ook dit wordt in de EN-ISO 9013:2002
behandeld.
Snijvoeg
Insteken
Het insteken met de plasma neemt niet veel tijd in beslag. Een belangrijke factor
is wel het verbruik van de slijtdelen. Deze slijten namelijk juist bij het insteken.
Opspattende metaaldelen zorgen ervoor dat de nozzle sneller slijt. De grens van
het insteken ligt hier ongeveer bij een plaatdikte van 40 tot 50mm in staal.
Dikten > 50mm zorgen voor een dusdanig grote slijtage aan de kop dat het
proces niet langer economisch is in vergelijk met het autogeensnijden.
Contour
Een voor de hand liggende invloed op de prijs is de te snijden lengte. Als eerste
komt dit omdat een langer contour meer tijd in beslag neemt, ten tweede gaat
een lang contour vaak gepaard met grote onderdelen waardoor veel sneller van
plaat gewisseld moet worden.