Bedrijfseconomie
(Integrale) kostprijsmethode = (toegestane vaste kosten / normale productie) +
(toegestane variabele kosten / werkelijke productie) (C/N + V/W)
Bepalen van resultaat:
Perioderesultaat integrale kostprijsmethode = Verkoopprijs x afzet
Integrale kostprijs x afzet
Transactieresultaat
Bezettingsresultaat = (W N) x (C/N)
+
Perioderesultaat = transactieresultaat + bezettingsgraad
Perioderesultaat variabele kostencalculatie =
Verkoopprijs x afzet
Variabele kostprijs x afzet
Dekkingsbijdrage
TCK (totale constante kosten)
Inkoopprijsverschil = Pb Pw X Qw
Verkoopprijsverschil = Pw Pb X Qw
Verkoopomvangverschil = Qw Qb X CMB
CMB = begrote contributiemarge
CMB
= begrote verkoopprijs begrote inkoopprijs
Verschil constante kosten = CKw CKb
Verkoophoeveelheidsverschil = Qa Qb X CMB
Assortimentsverschil = Qw Qa X CMB
Overzicht verschilanalyse:
winstvers
chil
kostenver
schil
verschil
variabele
kosten
verschil
constante
kosten
verkoopv
erschil
verkoopp
rijs
verschil
verkoopo
mvang
verschil
hoeveelh
eids
verschil
assortime
nts
verschil
Management
De 5 structuren/ logos van Mintzberg
-
De eenvoudige structuur
De machinebureaucratie
(alles ligt vast op papier, veel regels)
De professionele bureaucratie
(allemaal professionals, maar wel
evenveel rechten)
De divisiestructuur
(groot bedrijf met allemaal divisies)
De adhocratie
(hoog opgeleiden, niet al te groot,
altijd innovatief)
De 5 cordinatiemechanismen
Hoe cordineren organisaties hun werkzaamheden?
1. Onderlinge aanpassing
2. Direct toezicht
Inhoud van het werk wordt vastgelegd (gestandaardiseerd). Je maakt procedures van
processen etc. iedereen werkt hierdoor met dezelfde principes.
Training/ opleiding zorgt voor standaardisatie. Hoort bij de hoger opgeleiden, bijvoorbeeld
chirurgen, accountants etc. Vaardigheden zijn er zo ingeslepen, dat ze kunnen cordineren
zonder te praten, ze voelen/ vullen elkaar aan.
De 5 organisatieonderdelen
1. De uitvoerende kern
Uitvoering van het primaire proces (input, transformatie, output). Ondersteuning van het
primaire proces, het is het hart van elke organisatie. De gewone werknemers in een
bedrijf.
2. De strategische top
3. Het middenkader
4. De technostructuur
Analisten/ specialisten. Deze brengen vormen van standaardisatie tot stand. Een soort staf
afdeling van een organisatie, ze maken geen deel uit van de grote lijn, maar hebben wel
invloed. Mensen boven in de technostructuur, adviseren/ ondersteunen de strategische op.
In de onderkant van de technostructuur zijn arbeidsanalisten, die maken de werkprocedures
en hebben dus invloed op de uitvoerende kern.
5. De ondersteunende diensten
Geen onderdeel van de uitvoerende kern omdat ze geen directe bijdrage leveren aan het
primaire proces. Denk aan een receptie, beveiliging etc.
5 Ontwerpparameters
Waar moet je aan denken bij het ontwerpen van een organisatie.
1.
2.
3.
4.
5.
5 Situationele factoren
-
4e configuratie de divisiestructuur
5e configuratie de adhocratie
Marketing
Kenmerken die van invloed zijn op consumentengedrag bestaan uit:
Prijsmethodes
Stappen marktonderzoek
Marketingcommunicatie
(Marketing)communicatieplan
In een schema:
Analyse van
de situatie
(hfst. 4)
Uitvoering
en evaluatie
communicat
ie-strategie
(hfst. 8)
Doelstelling
en
(hfst. 5)
Inzet media
(hfst. 8)
Strategie
(hfst. 6)
Inzet van
marketingcommunicat
ie- (hfst. 7)
instrumente