Bachelor Autotechnologie
1
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
2
Laboproef VM 2
Inhoudstafel :
1.
2.
3.
Tanken.................................................................................................................................8
4.
c.
d.
Voorafgaandelijke controles................................................................................................8
Motorgedeelte..................................................................................................................8
Testbank...........................................................................................................................8
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Vragen............................................................................................................................21
12.
Opruimen.......................................................................................................................22
www.bachelor-autotechnologie.be
3
Laboproef VM 2
a.
Laboproef VM2: de SF vermogentestbank
Doel:
Vermogens- en koppelcurve online opnemen binnen vastgestelde
toerentalgrenzen.
Vooraf opgestelde toerentallen en gasklepstanden
kunnen instellen en op deze regimes de inspuithoeveelheid kunnen
aanpassen met behulp van de lambda uitlezing.
Eigenschappen:
Merk : Superflow SF-901
maximaal vermogen: 750 kw
maximaal toerental : 10.000 tr/min
1. Enkele belangrijke afspraken
1
Handtekeningen : .
www.bachelor-autotechnologie.be
4
Laboproef VM 2
Figuur 1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
www.bachelor-autotechnologie.be
5
Laboproef VM 2
Via (5) wordt de rem vanaf de opstart met water gevuld. Dit is nodig
omdat de keramische waterafdichting tussen remkamer (4) en
pompkamer (3) maar maximum 10 seconden droog kan draaien. De
pomp (3) is verbonden met de roterende koppelomvormer(4). Dit is op
zijn beurt verbonden met de krukas van de motor.
www.bachelor-autotechnologie.be
6
Laboproef VM 2
De waterrem (4) zelf ziet eruit als een koppelomvormer. Het grote
verschil is dat er 100% slip optreed. Het roterend schoepenwiel (4) is
verbonden met de krukas. Het huis is staat vast. De eigenlijke regeling
in het toerentalgebied gebeurt met de ServoV Valve (2). Staat deze
open is de remwerking minimaal. De motor draait dan op zijn maximale
toerental bij een bepaalde gasklepstand en instelschroef. Staat de valve
dicht is de remwerking maximaal. De motor draait dan op zijn laagste
toerental in het werkingsgebied. De motor is dan maximaal belast.
www.bachelor-autotechnologie.be
7
Laboproef VM 2
c. Koelcircuit
Het water van het opvangreservoir van 5000 l boven op de zoldering
wordt door een opvoerpomp naar beneden gepompt. Het water staat daar
onder druk in een verdeelrail. Deze rail is aangesloten op de 2
warmtewisselaars met een mechanische thermostaat, vulleiding van de
rem bij stilstand(5), vlotter van het reservoir(10) aanvoerzijde. Het
reservoir van de terugvoer (11) wordt leeggepompt via een 3 pins
niveauschakeling: Massa, hoog niveau, laag niveau. Wanneer er contact
is tussen deze drie wordt de pomprelais bekrachtigd. Wanneer het contact
volledig verbroken is tussen massa en laag niveau zal het pomprelais
openen. Deze cyclus herhaalt zich steeds opnieuw.
Het koelcircuit van VM2 bestaat dus uit 3 circuits. Het hoofdcircuit bestaat
uit een opvangreservoir van 5000 liter en 2 pompen. Dit circuit wordt
gebruikt voor 3 doeleinden:
De verzorging van water naar de waterrem.
Koelmiddel voor de warmtewisselaar olie
Koelmiddel voor de warmtewisselaar koelwater
De temperatuur van het koelwater en de olie wordt ingesteld met een
mechanische thermostaat.
Figuur 6 : koelcircuits
www.bachelor-autotechnologie.be
8
Laboproef VM 2
3. Tanken
Er wordt altijd in het begin van de sessie getankt. Vraag dit aan de
betrokken docent. We vullen het inox-reservoir tot 1 cm onder het
afleesniveau. De twee groene reservoirs met het groene handvat vullen
we telkens opnieuw totdat het reservoir volledig gevuld is.
4. Voorafgaandelijke controles
d. Motorgedeelte
Controleer het koelwaterniveau van de motor. Dit reservoir staat
bovenaan de kolom in de testruimte. Schroef de zeskantige dop op dit
reservoir los en controleer het peil met een houten peilstok. Dit moet zich
enkele centimeter onder de vulopening bevinden.
Controleer het oliepeil van de motor. Vul bij indien nodig, de olie staat in
de rode container achter het autotechnologisch centrum.
e. Testbank
Controleer het waterniveau van de watertank in de technische ruimte (dit
is op de zolder). Dit reservoir is een grote ronde metalen tank van 5000
liter. Dit dient minstens voor gevuld te zijn. Controleer dit m.b.v. een
slang die je in de kleine opening steekt. Indien dit niveau te laag is
verwittig je onmiddellijk de docent.
www.bachelor-autotechnologie.be
9
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
10
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
11
Laboproef VM 2
De aanduiding van 0 t.e.m. 100 komt overeen met een gesloten en een
volledig geopende gasklep. Als je goed kijkt naar het gasklep huis onder
de luchtfilter kan je de gaskabel zien bewegen.
www.bachelor-autotechnologie.be
12
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
13
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
14
Laboproef VM 2
Kies dan voor setup. Hier pas je de schaal aan van ECE trq (koppel) van
120 tot 150. De schaal van ECE pwr (vermogen) zet je 0 en 140.
www.bachelor-autotechnologie.be
15
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
16
Laboproef VM 2
Zet de IGNITION en de FUEL PUMP op. Controleer dat de Engine
Control op Manual staat en dat de gasklep (ECU-manager) op 10%
staat.
Start daarna de motor.
Geef op een normale manier vol gas. Controleer dat de motor op 2000
tr/min blijft anders verwittig je de docent.
Druk op de toets A start test op de bedieningsconsole.
Druk dan op toets D Accel om de test te activeren.
De motor versnelt met een ingesteld patroon naar het upper toerental en
valt terug op het return toerental.
Als de motor op het returntoerental van 3000 tr/min staat duwen op de
toets E stop.
Als het programma volledig gestopt is wordt de Engine Control terug
actief.
We zetten dus na enkele ogenblikken onmiddellijk de Engine Control
terug op 10 % (ecu-manager) om zo de motor uit zijn maximale belasting
te halen.
De vermogengrafiek verschijnt nu online op het linkse computerscherm.
Herhaal deze procedure met een rate van 500.
Druk beide grafieken af.
Leg na de test de motor stil. Door de IGNITION en de FUEL PUMP af te
schakelen. Zet alleen de IGNITION terug aan om de communicatie met
de motec te behouden.
www.bachelor-autotechnologie.be
17
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
18
Laboproef VM 2
www.bachelor-autotechnologie.be
19
Laboproef VM 2
Toerental
Gasklepstand
Hoeveelheid ingespoten brandstof in % van IJPU.
Figuur 20 : Injectiekenveld
www.bachelor-autotechnologie.be
20
Laboproef VM 2
Het is dus uitermate belangrijk dat het toerental zo dicht mogelijk bij de
3500 tr/min ligt en dat de gasklep stand op exact 40% staat. Je kan dit
controleren door het zwarte vierkantje links van de injectietabel in de
motec ECU-manager. Staat dit mooi in het midden van het witte is het
toerental en de gasklepstand goed ingesteld.
Met op de toets spatiebalk te drukken gaat het vakje naar de te regelen
regimewaarde.
www.bachelor-autotechnologie.be
Links van de
21
Laboproef VM 2
Geef nu gas totdat je het toerental van 3500 tr/min hebt bereikt. Het
zwarte driehoekje van de potentiometer staat meestal tussen 2 gehele
gasklepstanden in. Geef nu iets meer gas totdat je net in het midden
staat van de bovenste waarde. Het zwarte vierkant staat dan verticaal
uitgelijnd met het grotere witte vierkant. De horizontale uitlijning kan je
bijstellen met de ServoV Control draaiknop.
Duw op spatiebalk om het blauwe vakje mee te laten volgen met het
motorregime.
Nu ga je het mengsel afstellen op optimale verbranding, lambda 1. Je
kan dit controleren op de display van de PLM. Die is gemonteerd voor de
motor in de testruimte.
De quick lambda funtion wordt geactiveerd door op de toets Q te
duwen. Klik dan bij de vraag op Yes en daarna nog enkele malen op de
toets Q totdat de inspuitwaarde vrij stabiel blijft. Je ziet nu op de
display van de PLM een 1.00 staan, dit komt overeen met een lambda
waarde van 1.
Laat de motor nooit te arm draaien. De lambda waarde is dan
groter dan 1.
Laat de motor nooit veel te rijk draaien. De lambda waarde is dan
kleiner dan 0,85
0,85< testgebied < 1,00
Vervolledig onderstaande tabel.
MAF
(g/s)
24
43
50
54
56
57
57
Gasklep
Stand
(theoretisch
ingestelde
waarde)
40
50
60
70
80
90
100
Procentuele
inspuitduur
36
45
69.2
76
76/85
76/85
76/85
ms
6.5
8.4
9.8
10.2
10.9
10.9
10.9
kW
21
43
59
63
65
65
65
Nm
62
128
163
172
178
178
180
Exh
Temp
/
/
/
/
/
/
/
Tabel 1
22
Laboproef VM 2
waarde van 1 neem je onmiddellijk gas terug en laat je de motor draaien
op een gasklepstand van 10 %. Zo krijgt deze even de tijd (min 5
minuten) om af te koelen.
Dan herhalen we deze procedure maar nu gebruiken we de toetsen page
up/page down of de scroll van de muis om meer brandstof in te spuiten.
Vergeet niet eerst op de spatiebalk te duwen zodat het blauwe vakje op
het motorregime staat. Duw op page up, je ziet de lambda waarde dalen.
Regel deze kolom van 3500 tr/min nu af op een rijker mengsel (0,85).
MAF
(g/s)
Gasklep
stand
21
40
50
55
55
55
55
40
50
60
70
80
90
100
Procentuele
inspuitduur
(theoretisch
ingestelde
waarde)
50
80
87
106
106
106
106
ms
7
9.8
11.5
12
13.5
13.5
13.5
kW
23
44
60
65
65
67
66
Nm
89
128
160
173
177
184
180
Exh
Temp
/
/
/
/
/
/
/
Tabel 2
10.
P (kW)
M (Nm)
2000
3000
4000
5000
6000
24
50
59
67
68
130
160
162
150
111
Uitlaatgas
temperatuur
/
/
/
/
/
www.bachelor-autotechnologie.be
Manifold air
Pressure MAP
/
/
/
/
/
23
Laboproef VM 2
Regel dan de lijn van 100 % gasklepstand af op lambda 0,85 en neem dan
volgende tabel op
Toerental
P (kW)
M (Nm)
2000
3000
4000
5000
6000
44
52
70
79
77
168
170
168
159
120
Uitlaatgas
temperatuur
/
/
/
/
/
www.bachelor-autotechnologie.be
Manifold air
Pressure MAP
/
/
/
/
/
24
Laboproef VM 2
11.
Vragen
Vraag 1
Bereken het koelvermogen van de externe koelradiator in Kw. Deze wordt
momenteel gebruikt op de aardgas/waterstof motor van MAN.
Gegeven: Om 1 liter water 1C op te warmen heb je 4186 joule nodig
Inhoud vat : 5000 liter
Start temperatuur vat T1= 45C
Eind temperatuur vat T2 = 33C
Tijdsduur : 1h 30 min
De radiator is oorspronkelijk ontworpen voor een 200 kw motor. Hoe
komt het dat de berekende waarde meer als de helft lager uitkomt?
Gegeven:
T = 12C
V = 5000l
1l -> 1C doen stijgen -> 4186J
t = 1.5h
Gevraagd:
Koelvermogen in Kw
Oplossing:
Voor 5000l water 12C afkoelen
4186J * 5000l * 12C = 251.16MJ
Vermogen = arbeid / tijd
P = 251.16MJ / 1.5 *60 *60 = 46511W
De gebruikte radiator is zo grof geneomen om ervoor te zorgen dat er
voldoende veiligheidsmarge is.
www.bachelor-autotechnologie.be
25
Laboproef VM 2
Vraag 2
Bereken de inspuitduur voor 1 verstuiver bij 2500 tr/min en 100 %
gasklepstand.
Cilinderinhoud 1799 cc
Gemeten bij n op de injector testbank bij 2500 tr/min.
0,0115 ml / 3 ms
0,0234 ml / 6 ms
0,0464 ml / 12 ms
4 Cilinders 1799 cc
1 cilinder 449.75 cc
Bij volledig geopende gasklep 449.75 cm 3 mengel
1/14.7 verhouding brandstof/lucht
1 cm3 14 700 cm3
0.03059 cm3 449.75 cm3
0.03059 ml
0.0115 ml 3 ms
0.03059 ml 70.98 ms
www.bachelor-autotechnologie.be
26
Laboproef VM 2
Vraag 3
Gegevens : Tabel 1 en tabel 2
Zet de grafiek uit van de procentuele gasklepstand tov de inspuitduur voor
lambda 1 en lambda 0,85.
Wat kan je besluiten uit tabel 1 en tabel 2
We zien duidelijk bij reeks 2 dat wanneer de motor rijk (=0,85) afgesteld is, de
inspuitduur langer zal zijn en dat er dus meer brandstof verbrand zal worden dan bij
reeks 1 waarbij de lambdawaarde 1 bedraagd. Dit geldt over het hele bereik van de
gasklep.
www.bachelor-autotechnologie.be
27
Laboproef VM 2
Vraag 4
Gegevens : Tabel 3 en tabel 4
Tabel 3: Gasklepstand 60 % en Lambda 1
Toerental
P (kW)
M (Nm)
Uitlaatgas
temperatuur
2000
24
130
/
3000
50
160
/
4000
59
162
/
5000
67
150
/
6000
68
111
/
Manifold air
Pressure MAP
/
/
/
/
/
Manifold air
Pressure MAP
/
/
/
/
/
www.bachelor-autotechnologie.be
28
Laboproef VM 2
Toerental/Koppel
Opruimen
www.bachelor-autotechnologie.be
uitlaat waardoor