Groepstypering

Kim van Gompel

PEH15VB
10-3-16

Inhoud
Inleiding...................................................................................................................... 2
Algemene informatie over de groep............................................................................3
Een aantal afspraken.................................................................................................. 4

Visie van de school...................................................................................................... 5

Mijn observaties.......................................................................................................... 6
Mijn leerkracht beschrijft............................................................................................. 6
Sociogram en klimaatschaal....................................................................................... 6
Sociogram................................................................................................................ 6
Klimaatschaal........................................................................................................... 7
Conclusie..................................................................................................................... 8
Bibliografie.................................................................................................................. 8

Inleiding
In dit document probeer ik u meer informatie te geven over groep 3B van
basisschool de Franciscusschool in Bladel, waar ik op dit moment stage loop.
In dit document probeer ik op een zon duidelijk mogelijke manier een typering te
maken van mijn groep. Om een zon goed mogelijke typering te maken heb ik vanuit
verschillende opzichten mijn groep bekeken. Zo heb ik verschillende gesprekken
gevoerd met mijn mentor, heb ik gesprekken gevoerd met de leerlingen aan de
hand van een klimaatschaal en heb ik de kinderen een sociogram in laten zullen.
Door middel van deze resultaten heb ik een typering kunnen maken van mijn klas.
Om de privacy van de kinderen te waarborgen gebruik ik alleen de eerste letter van
de voor of achternaam.

Algemene informatie over de groep

In groep 3B zitten 17 leerlingen. De klas is onderverdeeld in 7 jongens en 10
meisjes. De kinderen in deze groep zijn 6 of 7 jaar oud.
Alle kinderen komen net uit de kleuterklassen. Dit waren 3 klassen. Iedereen zat dus
in een verschillende klas. Dit is het eerste jaar dat de kinderen als een klas bij elkaar
zitten.

MH is blijven zitten. De basisvaardigheden waren niet voldoende. Er is een

onderzoek voor haar gestart om te kijken of er meer aan de hand is dan alleen op
taalgebied.
EB is voor het eerste jaar op de Franciscusschool. Ze is erg goed opgenomen in de
groep en je merkt eigenlijk niet dat ze sinds dit jaar nieuw is.
De groepjes die zich in de klas vormen zijn vooral de groepjes die er ook waren in de
kleuterklassen. De kinderen die in groep A zaten gaan meer met elkaar om dan de
kinderen uit groep B of C en vice versa. Ook zie je dat de kinderen die voetballen
meer smet elkaar omgaan. Ze zien elkaar dan ook buiten school. Opvallend is dat
VB vooral omgaat met jongens. Ze voetbalt zelf ook.
Er zijn een aantal kinderen die meer aandacht nodig hebben dan de rest. Dit is ook
de rede dat het zon kleine klas is. De kinderen die het meeste opvallen zijn JA, LD
en SL. Verder ook VB en JV maar deze kinderen bespreek ik later.
JA heeft ADHD. In de kleuterklassen was het dermate erg dat hij op handen en
voeten liep. Hij had veel tics waardoor hij erg onhandelbaar werd. Dit is dit jaar erg
verminderd. Dit komt doordat hij nu medicijnen heeft gekregen waardoor hij zich
beter kan gedragen. JA heeft veel structuur en begeleiding nodig. JA heeft nog een
aantal tics maar wanneer hij hier op geattendeerd wordt kan hij dit onderdrukken.
Bij LD lopen er veel onderzoeken. Niemand weet wat LD eigenlijk heeft maar er
wordt wel opgemerkt dat er iets niet helemaal gaat zoals het hoort. LD is een slim
kind en heeft daarom een eigen methode die hij naast de reguliere methode volgt bij
taal. De leerkracht op school krijgen ondersteuning door een extern begeleider die
vertelt hoe je het beste met hem om kan gaan. Bij LD is het vooral belangrijk dat hij
veel structuur heeft en precies te horen krijgt wat hij moet doen. Voor enkele vakken
heeft hij dan ook een stappenplan op tafel liggen waar in staat hoe hij het beste
verschillende vakken kan aanpakken. Als controle moment is het goed om aan LD te
vragen wat hij moet doen. Zo herhaald hij het nog een keer en is het voor hem
duidelijk.
Verder is SL motorisch en cognitief erg zwak. Bij schrijven krijgt ze een andere
methode waar ze in blokletters mag schrijven. Ook heeft ze verschillende potloden
en stiften die haar pengreep moeten stimuleren. SL is op verschillende vakgebieden
erg zwak en laat het al snel ergens bij liggen. SL moet je eigenlijk overal aan de
hand je mee nemen.
Verder is de sfeer in de groep goed. Uit het sociogram bleek dat er op sociaal gebied
niemand niet positief is gekozen. Dit is een goed teken. Zo heeft iedereen wel
iemand om mee te spelen. Ook werkgerelateerd is er niemand niet positief
genoemd. Elk kind heeft wel iemand waar ze graag mee samen willen werken.
Voorheen was de sfeer anders. Een aantal kinderen werden toen gepest en andere
kinderen wilde echt niet naar school. Dit is door verschillende manieren opgelost. TB
was onder andere een kind wat voorheen niet naar school wilde. Bij de
kleuterklassen liep alles door elkaar, het was daar een andere structuur. Door hem
in groep 3 een andere structuur aan te bieden dan bij de kleuters voelde hij zich
meer op zijn gemak en hebben de leerkrachten zijn vertrouwen gewonnen

JV werd veel gepest maar pestte zelf ook erg veel. Nu wordt JV op zijn pestgedrag
geattendeerd. Dit pakt hij niet altijd even goed op waardoor hij doorgaat met pesten
of waardoor hij door andere kinderen naar zijn gevoeld gepest wordt. Voorheen werd
JV ook vaak als de boosdoener genoemd. Dan werd er gezegd dat het door hem
kwam dat er bijvoorbeeld ruzie was terwijl JV hier niets mee te maken had. De
leerkrachten nu proberen ook zijn klasgenoten er op te attenderen dat hij niet altijd
de boosdoener is. Iedereen moet dus eerst nadenken voor hij of ze wat zegt. Verder
geeft mijn mentor aan dat het een erg lief kind is. JV is een kind die interesse toont
in de leerkracht. Zo vraagt hij bijvoorbeeld regelmatig hoe het gaat. JV vraagt soms
met de verkeerde manier aandacht. Dit wordt door sommige kinderen niet goed
opgepakt waardoor het al snel uitloopt tot ruzie.
Op cognitief gebied is er in de groep veel niveau verschil. Zo zijn er kinderen die op
het gebied van rekenen al op groep 5 niveau kan rekenen, een voorbeeld hiervan is
YM. Hij wordt doorgetoest om te kijken waar hij op het gebied van rekenen staat, op
het moment wordt hij getoetst op M5.
Er zijn ook leerlingen die het niveau van begin groep 3 nog niet eens aan kunnen.
Ook op het gebied van taal is dit het geval.
Ook op sociaal gebied zijn er verschillen. Bijvoorbeeld JV die door zijn onhandige
gedrag niet goed in de groep ligt. Hij geeft kinderen kusjes en knuffels terwijl zijn
klasgenoten hier niet van gediend zijn. Hij weet niet goed hoe hij hier mee om moet
gaan. VB is erg bazig. Dit valt vaak niet zo erg op maar doet graag waar ze zelf zin
in heeft. VB is soms erg fysiek, bijvoorbeeld door kinderen te schoppen.

Een aantal afspraken

-

Elke dag wordt het dagprogramma opgehangen met de kaartje op het linker
white bord.
Elke week hebben 2 kinderen weekbeurten; in de map en op het bord is te
zien wie.
In de rij lopen; de weekbeurten mogen voorop mits geen jarige.
Kinderen hebben een vaste plaats in het handvaardigheidslokaal.
De kinderen moeten vragen of ze naar het toilet mogen en of ze punten aan
mogen slijpen (dit mag nooit onder instructie).
Vinger opsteken.
1 persoon praat, behalve bij groepswerk of zelfstandig werken.
Zijn kinderen klaar met hun werk, leveren ze het in op de inlevertafel. Ze
handelen vervolgend naar het bord of poster waarop staat wat ze moeten
doen als ze klaar zijn.
Zelfstandig werken; alle kinderen krijgen wekelijks taakjes op het
magneetbord. Deze taken moeten op vrijdag af zijn. De kinderen vinden deze
taakjes in de bruine bakjes achter op de kast. Er wordt genoteerd in de map
welke taakjes goed afgerond zijn d.m.v. aankruisen.
Tot aan de kerstvakantie gaan we naar buiten om 10.15 uur (een kwartier
eerder dan de rest van de school) om de kinderen meer tijd te geven om hun
fruit te eten en wat langer te kunnen spelen.
8.30 varkentje opspelden en 5 minuten zingen. Tijdens het zingen mag de
jarige een dirigent uitkiezen die zwaait met de versierde stok.

10.10 tot aan de kerstvakantie, daarna 10.20 zingen met nieuwe dirigent en
trakteren. Traktatie wordt buiten in de pauze opgegeten
De jarige mag voorop lopen in de rij en krijgt een groot kaartje
Ballonnen op het bord tekenen en zelfgemaakte werkje erbij hangen. Werkje,
varkentje en kaartje mogen mee naar huis.
In Gynzy vieren we de verjaardag met de verjaardagstaart. De kinderen
mogen de taart versieren en de kaarsjes uitblazen.
Surveilleren op: dinsdag om 13.00 uur op de kleuterspeelplaats en woensdag
om 8.15 op de kleuterspeelplaats.
Als er een kind afwezig is dan graag noteren in de weekplanning in het
logboek. De groepsleerkracht noteert dit dan zelf in Parnassys.

Visie van de school

Onderstaand in het kort onze visie voor de komende jaren. Lees hier de volledige
tekst.

Identiteit
Als katholieke school begeleiden wij kinderen op hun weg naar volwassenheid in een
snel veranderende wereld. We hebben aandacht voor respect, invoelend vermogen,
tolerantie, eerlijkheid, verantwoordelijkheid, weerbaarheid en persoonlijk presteren.

Pedagogisch klimaat
Wij bieden een passend pedagogisch klimaat waarin kinderen zich veilig, competent
en sociaal vaardig voelen.

Didactisch klimaat
Wij creren een optimaal didactisch klimaat waarin kinderen, binnen hun eigen
mogelijkheden en kwaliteiten, hun kennis kunnen vergroten.

Betrokkenheid
Wij richten ons onderwijs betekenisvol in en houden rekening met een snel
veranderende wereld, waardoor kinderen betrokken, geprikkeld en nieuwsgierig aan
het werk gaan.

Doorgaande lijn
Wij hebben een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8, waarin we rekening houden met
de kerndoelen.

Rol van de leerkracht

Als coachende leerkracht laten we de kinderen van en met elkaar leren, zodat ze
groeien in hun zelfstandigheid en het dragen van eigen verantwoordelijkheid.
(Visie Franciscusschool, 2014/2015)

Mijn observaties
Ik heb gezien dat er in mijn stagegroep veel verschil qua niveau ligt. Zo kan de een
net woorden lezen en leest de ander al een boek voor groep 5. Er wordt hier ook op
gedifferentieerd. Sommige kinderen hebben een eigen programma omdat ze achter
lopen of juist omdat ze verder zijn dan de rest.
Ook op sociaal gebied vallen er dingen op. Er is bijna elke pauze wel iets gebeurt.
Dit kan zijn dat iemands iets gemeens heeft gezegd maar dit kan ook zijn dat er
iemand fysiek is geworden. Hier wordt in de klas goed over gesproken.
Het viel me al snel op dat er een aantal kinderen veel aandacht nodig hebben of op
eisen. Bijvoorbeeld JA, LD, JV, VB of SL. Zoals hierboven al genoemd is.
Verder is het een positieve en energieke klas. Dit blijkt door het gedrag van de
kinderen. Zo geven ze elkaar vaak complimenten en werken ze graag samen. Ook
kan er nog al veel gekletst worden wat ik bijvoorbeeld gemerkt heb bij het geven
van mijn lessen.

Mijn leerkracht beschrijft

Esther, de leerkracht op maandag en woensdag, beschrijft de klas als een positieve
groep. Ze vindt het fijn om individueel met de kinderen. Ze beschrijft de kinderen als
lief, harde werkers en nieuwgierig. Over het algemeen vindt ze het een fijne groep
om mee te werken. Wel geeft Esther aan dat een aantal kinderen nog veel moeite
hebben om met elkaar samen te werken of met elkaar om gaan in de groep. Dit
zorgt voor de meeste onrust in de groep. Het is een fijne groep zegt ze, maar het
zijn niet voor niets zo weinig kinderen.
Judy, de leerkracht op dinsdag, donderdag en vrijdag, beschrijf de klas als een
nieuwsgierige, ondernemende groep. Alle kinderen zijn van goede wil maar, geeft ze
aan, het is niet voor niets zon kleine groep. Vooral op het sociaal-emotionele aspect
valt in deze groep nog veel te halen. In het begin van het jaar was de groep erg
druk. De kinderen reageerde veel op elkaar, waren impulsief, snel afgeleid en waren
negatief naar elkaar. Dit gaat steeds beter en is omgebogen naar iets positiefs. De
kinderen gaan steeds positiever met elkaar om door bijvoorbeeld een compliment
aan elkaar te geven. Op emotioneel gebied hebben de kinderen de handen vol aan
zichzelf.
Verder geeft ze aan dat ze denkt dat er niemand echt gepest wordt. Ze krijgt hier
niets over terug van de kinderen en ziet hier ook zelf niets van. De groep is een
echte groep: GROEP 3B!

Sociogram en klimaatschaal
Sociogram
Het sociogram stelt de kinderen 4 vragen, met wie speel je wel en niet graag en met
wie werk je wel en niet graag samen? De kinderen mogen bij elke vraag 3 kinderen
noemen met wie ze dit wel of niet graag doen. Soms zie je dat degene met wie ze
graag spelen juist niet degene zijn met wie ze graag samenwerken. Vooral wanneer

je de kinderen er op attendeert dat ze niet perse dezelfde kinderen moeten kiezen,

gaan ze nadenken met wie ze echt fijn werken en samen spelen.
Op sociaal gebied (dus: met wie speel je graag en met wie speel je niet graag?) is
het meest opvallende dat JV 10 keer negatief wordt gekozen. Een keer wordt hij
positief gekozen, dit is ook wederzijds.
Verder wordt LD 7 keer negatief gekozen en drie keer positief. Dit is niet bij iedereen
wederzijds. (Dus: LD kiest niet iedereen als positief terwijl hij wel positief gekozen
wordt.)
Verder valt het op dat EB geen enkele keer negatief wordt gekozen. EB is geen ruzie
zoeker. Zij zal nooit iets verkeerds doen en zal dus ook nooit of bijna nooit betrokken
zijn bij een ruzie.
Op werkgerelateerd gebied (dus: met wie werk je graag en met wie werk je niet
graag?) is het opvallend dat ook hier JV vaak negatief gekozen wordt. Hij wordt 12
keer negatief gekozen. Een keer wordt hij positief gekozen, dit is ook wederzijds. Ze
zitten naast elkaar en vinden het dus fijn om met elkaar te werken. Wat opvallend is
want MH (de buurvrouw) klaagt regelmatig over JV. Zo zou hij niet doorwerken en
zou hij alleen maar zitten te klieren.
Verder valt het op dat YM en EB allebei alleen als positief worden gekozen. Ze liggen
beiden goed in de groep en scoren op de klimaatschaal vaak positief. Ook TB wordt
vaak als positief gekozen, een keer negatief. Dit is ook wederzijds.
Ook weer hier wordt LD vaak als negatief gekozen, zon 7 keer. Hij wordt twee keer
positief gekozen. Hij kiest deze kinderen zelf niet als positief.

Klimaatschaal
De klimaatschaal toetst de kinderen op 4 onderwerpen: kwaliteit onderlinge leerling
relaties, sfeer in de groep, orde en kwaliteitinteractie leerkracht-leerling. 3 van de 4
onderwerpen scoren een hoog gemiddelde. Alleen het onderwerp orde scoort vrij
laag. Het gemiddelde kan zitten tussen een 1 en een 4. Orde scoorde een 2,65 uit 4.
De rest van de onderwerpen scoorde rond de 3,5. Een verklaring voor het feit dat
orde laag scoort kan zijn omdat er een aantal kinderen zijn die erg druk zijn. Er
wordt veel tijd besteed aan deze leerlingen waar de andere kinderen last van
hebben. De meeste kinderen noemde telkens dezelfde kinderen waar ze last van
hebben. Ze hebben vaak last van deze kinderen wanneer de les moet beginnen.
Echter, heeft geen enkel kind mij vertelt dat ze het vervelend vinden dat zij meer
aandacht krijgen dan die kinderen. Ze begrijpen waarom die kinderen meer
aandacht krijgen dan de rest.
Ook bleek uit de klimaatschaal dat zo goed als iedereen zich goed voelt in de groep.
Alleen EH, JV, VB en JA scoren lager dan het gemiddelde. Een verklaring hiervoor kan
zijn dat er op EH en VB veel druk wordt gelegd. Deze kinderen hebben veel sturing
nodig waardoor ze het gevoel kunnen krijgen dat zij erg bekeken worden. Ze kunnen
het gevoel krijgen alsof ze niet veel goed kunnen doen. In de groep liggen deze
kinderen wel goed. Voor JV is een duidelijke verklaring die al eerder is benoemd.
Alleen voor JA is geen goede verklaring voor.

Vrijwel alle kinderen vinden dat de sfeer in de klas goed is. Er wordt dus niet gepest
of geroddeld. Alleen VB en IG scoren lager dan het gemiddelde. Eer verklaring
hiervoor is dat zij dit zelf ook doen. Dit hebben ze misschien niet altijd zelf door
maar wanneer zij dit terug krijgen hebben zij hier veel last van.
Het opvallende vind ik bij het onderwerp orde dat de kinderen die vaak genoemd
worden als druktemakers hoger scoren op dit gebied. Dat wil zeggen dat zij minder
last hebben van de drukte dan dat de andere kinderen in de klas hebben.
Het laatste onderwerp, kwaliteitinteractie leerkracht-leerling scoort ook hoog. Dit wil
bijvoorbeeld zeggen dat de meeste kinderen zich veilig voelen bij de leerkracht en
dat ze vinden dat ze fijn les krijgen van de leerkrachten. Wel wordt er aangegeven
dat de ene juf strenger is dan de ander maar dit wordt niet als slecht ervaren. De
kinderen die dit aangeven, geven ook aan dat het soms ook wel nodig is om streng
te zijn.
Verder is er een leerling, VB, die op alle onderwerpen lager dan het gemiddelde
scoort. Bij alle onderwerpen zit ze ver onder het gemiddelde, terwijl zij in het
sociogram hoog scoort. Een verklaring hiervoor kan zijn dat zij niet lekker in haar vel
zit. Haar algemene gesteldheid is niet goed omdat zij het hard te halen heeft op
school. Ze moet er veel moeite voor doen om alles te halen, dit vindt ze niet altijd
leuk.
Als ik het sociogram vergelijk met de klimaatschaal zie ik wat overeenkomsten. Zo
scoren de kinderen die veel positief gekozen worden hoger dan de kinderen die
weinig gekozen worden en vice versa. Dit duidelijk positief te zien bij: TB, YM en RL.
De overeenkomst tussen de twee negatief gezien zie je duidelijk bij de kinderen: LD,
JV (maar is niet heel negatief in de klimaatschaal maar scoort wel laag bij het
onderwerp leerlingrelaties. Veel kinderen gaven in het sociogram aan dat ze niet
graag willen samenwerken en spelen met JV. Hij voelt dus ook zelf aan dat hij niet
goed in de groep ligt en scoort op het gebied van leerlingrelaties laag.)

Conclusie
Over het algemeen is deze groep een positieve groep. Ik moet vooral de aandacht
leggen op de structuur en duidelijkheid.

Bibliografie
Visie Franciscusschool. (2014/2015). Opgehaald van Franciscusschool.