Anda di halaman 1dari 12

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e
):
Klas
(PABO):
Stagescho
ol:
Plaats:

Lizette Sneijers
PA
Basisschool Karel de Grote
Tilburg

Mentor:
Datum :
Groep:
Aantal
lln:

Maartje Creemers
21 maart 2016
7
19

Vak- vormingsgebied: Taal/ spelling


Speelwerkthema / onderwerp: een spelling estafette (dit is een spel waarbij de kinderen een dictee wedstrijd houden),
waarin 4 categorien worden geoefend (ei of ij, i of ie, zje als ge).
Beginsituatie:
In de klas hangen de categorien, zodat de kinderen deze elke dag kunnen gebruiken om de spelling te trainen.
De categorien zijn al wel eerder aangeboden , maar de kinderen beheersen de spellingscategorien nog niet, blijkt uit
eerder afgenomen dictees. Het is de belangrijk dat de spelling wordt getraind. (Spellingcategorien: Woorden met ei/ij, i
klinkt als ie, au/ou, -isch(e), c klinkt als s of k, b klinkt als p, th klinkt als t, -heid/-teit, ge klinkt als zje, cht/ch, tie/ctie klinkt
als tsie/ksie, iaal/ieel/ueel, leenwoorden uit het Engels/Frans).
Hiervoor is in de klas een groepsplan gemaakt waarin de groep is verdeeld in subgroepen( deze hangt bij het bureau in
een schema).
L. is een leerling met adhd. Gedurende de ochtend stel ik vast of hij mee kan doen in deze vrije situatie. ( plusgroep
spelling)
Op gebied van spelling zijn er ook 3 groepen
- Plusgroep: S., E., L., K., Do, I, H, Lo, C.
- Basisgroep: B., So, Sh, J, Ed.
- Zorggroep: R, Dy, Sh, B, M.

Lesdoel(en):

Evaluatie van lesdoelen:


Aan het einde van de les, kan ik kijken of de doelen zijn behaald
aan de hand van het nakijken van het dictee.
Ik kan zien welke categorien nog moeilijk zijn en welke
categorien door de meeste leerlingen al wordt beheerst, na
afname van het dictee.

De kinderen beheersen de spellingscategorien: (ei of


ij, i of ie, zje als ge).
De kinderen scoren 70% goed bij dit dictee.
De zorggroep scoort 60% goed bij dit dictee.
De kinderen kunnen reflecteren op elkaars/ eigen werk.
Persoonlijk leerdoel:
Ik kan de tijd bewaken tijdens de les, zodat de planning
goed loopt.
Ik kan de verwachtingen die ik heb, duidelijk aan de
kinderen overbrengen, zodat de les loopt, zoals ik dat
voor ogen heb.
Lesverloop
Tijd/
Didactis Didactische handelingen
Leeractiviteit
Leerin che
Leraar
leergedrag leerling(en)
houd
Werkvor
m

Materialen /
Organisatie

Inleidin Klassikaal Vandaag gaan we de


g
spellingcategorien oefenen, die
+/- 10
ook op het bord hangen in de klas.
minute
Ik vertel dat ze deze
n.
woordcategorien moeten kennen.
Korte
Ik leg aan de kinderen uit de we
uitleg
een spellingestafette gaan doen. Ik
over de
vertel de kinderen dat ik het spel
spelling
met ze ga doen, omdat ik wil
les.
weten of ze de moeilijkheden van
de woorden al beheersen.
Ik vertel dat we dadelijk naar
buiten gaan en daar het spel gaan
spelen.
Ik vertel dat de kinderen elkaar
gaan dicteren met 2 verschillende
dictees.
Ik heb tweetallen gemaakt en 1
drietal.
- Shivam, Loran en Hajira
- Kassim-Esmee
- Sheny- Edanur
- Celine Dolunay
- Britt- Dylan
- Mohamed- Jamie
- Souad- Berbera
- Romaysa- Linda
- Ismael- Linda

De kinderen luisteren naar de uitleg van de


Wat heb ik
spellingles. De spellingles is een estafettespel
nodig:
waarbij de kinderen elkaar gaan dicteren. De
kinderen kiezen wie er als eerste gaat dicteren
en wie er eerst schrijft. Daarna worden de
- 2
rollen omgedraaid. De kinderen per keer maar
verschille
1 woord dicteren en moeten daarna weer terug
nde
rennen om het volgende woord te kunnen
dictees( z
dicteren.
ie
De kinderen worden verdeeld in tweetallen en 1
onderaan
drietal. De hulpjes delen lijntjespapier uit.
de
lesvoorber
De kinderen gaan bij hun maatje zitten.
eiding.
- Pennen
De kinderen gaan naar buiten met de
- Papier
leerkracht en verzamelen op het basketbalveld.
Ze kennen de afspraken over het lopen op de
gang ( rustig lopen en het is stil op de gang).
Bij mooi weer: Ik
hang de dictees
aan de het hek.
Bij slecht weer
hang ik de
dictees in de
hal.

Kern
+/- 15
minute
n.

Estafette
in
tweetalle
n en 1
drietal.

Ik leg uit dat het dictee aan de


andere kant van het basketbalveld
aan de basket hangt en dat het
eerste kind klaar gaat staan om te
gaan rennen.
Ik geef een startsein
Ik moedig de leerling tijdens het
dictee aan en kijk ook bij de
leerlingen die het dictee krijgen
aangereikt.

Ik geef een nieuw startsein


Als beide dictees zijn afgenomen
ga ik met de kinderen terug naar
de klas.

De kinderen luisteren kort naar de uitleg als ze


buiten verzameld hebben.

Als de
estafette
buiten wordt
gedaan, doen
Bij het startsein rent het eerste teamlid naar
we de
het dictee en onthoudt 1 woord tegelijk (Het
estafette op
drietal overlegt wie er gaan dicteren). Dit doen het
de leerlingen tot alle 15 woorden zijn
basketbalveld.
gedicteerd.
Wanneer we
. Wanneer alle woorden gedicteerd zijn gaat het de les binnen
team zitten. Ze draaien hun blaadje om, zodat doen, hang ik
ze niet meer kunnen overleggen om de
het dictee aan
woorden te veranderen.
de andere
Daarna wisselen de kinderen van beurt.
kant van de
hal op de
Wanneer het tweede dictee is afgenomen gaat muur.
het team weer zitten en wordt het dictee
( wanneer het
omgedraaid.
binnen wordt
gehouden, is
het wel de
bedoeling dat
we duidelijke
afspraken
maken, i.v.m.
het geluid in de
gang.

Afsluiti klassikaal Ik ga met de kinderen de dictees


ng
nakijken (in de klas).
+/- 10
Ik heb beide dictees al klaargezet,
minute
zodat ik deze niet meer hoef op te
n
schrijven en de kinderen deze zelf
Reflect
kunnen nakijken.
eren op
Als de dictees zijn nagekeken laat
de les.
ik de kinderen het aantal goede
woorden tellen.
Ik vraag de kinderen wat ze fout
hadden en waar ze die fouten
hadden gemaakt.
Korte evaluatie: wat vonden
jullie van de les?
Welke woorden vond je moeilijk?
Wat ging goed?

De kinderen geven het dictee aan de hun


andere teamgenoot en kijken op deze manier
elkaars dictee na.
De kinderen tellen het aantal goede woorden
en geven de dictees terug aan hun
teamgenoot.

De kinderen mogen hun mening geven en de


vragen stellen.
Wat vonden de kinderen ervan? Vonden ze het
moeilijk, wat was er moeilijk? De kinderen
mogen de meningen met elkaar delen.

Het dictee staat


klaar om na te
kijken. Ik zorg
dat de woorden
al op het bord
staan zodat ze
deze alleen nog
maar hoeven na
te kijken.

Persoonlijke reflectie:
De spelling estafette was een les met veel vrijheid. Ik vond het een leuke les om te
geven, juist omdat het een keer anders was dan alle andere lessen. De kinderen
waren actief betrokken en hielden zich aan de verwachtingen die ik had gesteld.
Ik vond het een goede les, omdat ik duidelijk was in wat ik van de kinderen
verwachtten.
Ik gaf een duidelijke instructie waardoor de kinderen direct aan de slag konden.
Organisatorisch zat mijn les goed in elkaar. Ik gaf de uitleg van het spel al in de
klas. Vervolgens kon ik buiten kort terugkomen op het spel.
Wat zou ik de volgende keer anders doen?
Ik zou de volgende keer iets consequenter willen zijn in het naleven van mijn eigen
doel. Ik verwacht van de kinderen dat ze stil zijn wanneer ik iets wil zeggen.
Ik moet wachten tot het helemaal stil is, zodat de kinderen ook weten wat er wordt
gezegd.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Duidelijke beginsituatie. Fijn dat je rekening houdt met de verschillend niveaus in de groep. Je hebt al
goed zicht op het zorgrooster. Je zou de resultaten van het laatste of de laatste 2 dictees erbij kunnen
gebruiken. Dan weet je nog duidelijker wie, op welke categorie uitvalt. In ons groepsplan staan de
categorien uitgewerkt en de zorgleerlingen erbij.
Wat een geluk, we kunnen de les buiten uitvoeren. De kinderen waren super enthousiast! De opdracht was
helder. Iedereen ging en bleef goed aan de slag. De kinderen die moesten schrijven waren alert. Door de
uitleg in het lokaal te geven was de organisatie buiten zo geregeld. Misschien was de afstand iets te groot
omdat de leerlingen erg moe werden van het rennen. Dit zou ook wat minder ver mogen zijn. Een
geweldige les, waar de leerlingen actief betrokken de spellingscategorien aan het oefenen zijn. Deze is
zeker voor herhaling vatbaar!
De samenwerking tussen de kinderen is super. Ze moeten echt op elkaar letten.
Let erop dat het stil is wanneer je instructie of een nieuwe opdracht geeft. Dan kan iedereen ook horen
wat hij/zij moet doen.
De categorien zijn geoefend en nagekeken. Wat nu ook mooi zou zijn, is het vastleggen van de leerlingen
die nog moeite hebben met bepaalde categorien! Dan kunnen we met hen nog eens extra oefenen.
Ik zou deze les ook nog eens als afsluiting of zelfs als start activiteit inzetten bij een spellingsles. Maar
dan in de klas. Een super idee!

Verantwoording:
Ik heb gekozen voor deze vorm van een dictee, zodat de leerlingen de
spellingsmoeilijkheden kunnen trainen. Ik heb gekozen voor deze vorm, omdat de
kinderen dan aan het samenwerken zijn, actief betrokken zijn en op een speelse
manier bezig zijn met taal.
De kerndoelen die bij deze les horen zijn:
Kerndoel 11: De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en
regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen
van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan
werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens.
Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te
drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het
geven van uitleg, het instrueren
en bij het discussiren.
Literatuur:
http://tule.slo.nl/
http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Taal/Taalactief/Leerlijnenoverzicht/Leerlijnen-Spelling.htm

Wat ging goed?

Wat mag beter?

B1. Leerdoelen stellen


De student kiest in zijn lesontwerp
voor passende leerdoelen (proces- en
product) die aansluiten bij leerlijnen en
het bestaande onderwijsprogramma
van de stagegroep.

De leerlingen zijn actief met spelling


bezig binnen de groep. In de klas
hangen de spellingsmoeilijkheden
uitgebreid gevisualiseerd. Aan de hand
van de spellingsmoeilijkheden heb ik
een dictee gemaakt, waarin 4
moeilijkheden gekoppeld zijn.

Ik zou het doel beter moeten benoemen bij de kinderen,


zodat de kinderen weten wat ik van ze verwacht en waar ze
naartoe werken.

B3. Leeractiviteiten begeleiden


De student toont aan dat hij in staat is
om in de lesuitvoering coperatieve
werkvormen te hanteren. De student
toont aan dat hij leerlingen hulp biedt
bij het leerproces, rekening houdend
met de kenmerken van de groep. Hij
bevordert de samenwerking tussen
leerlingen en de redzaamheid van
individuele leerlingen.

Ik heb er voor gekozen om de


leerlingen te laten samenwerken in
groepjes van twee. De les die ik heb
ontworpen is een wedstrijd waarbij het
belangrijk is dat de kinderen optimaal
samenwerken. De leerlingen leren
samen te werken. Niet alleen met de
leerlingen die ze altijd zouden kiezen,
maar ook leerlingen waar de kinderen
normaal gesproken niet mee zouden
werken.

Ik zou de verantwoording wat meer bij de kinderen kunnen


leggen als het om het maken van de teams gaat. Op deze
manier zou ik kunnen zien hoe ze zouden kiezen. Zouden
ze voor dezelfde maatjes kiezen of kiezen ze juist iemand
anders. Als ik terugkijk naar de les, zou ik de les weer
precies zo geven. De kinderen vonden het leuk, het was
een goede werkvorm om de sociale contacten te
bevorderen en de leerlingen hebben op een speelse
manier de spellingsmoeilijkheden geoefend.

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
De student toont dat hij samenwerking
leren tijdens de onderwijsactiviteiten
bevordert en laat expliciet zien dat hij
kinderen aanspreekt op gedrag, hen
positief stimuleert en zicht houdt op
alle groepjesleerlingen.

Ik heb voorafgaand aan de activiteit


uitgelegd wat we gaan en mijn
verwachtingen omtrent regels duidelijk
uitgesproken. Tijdens de les heb ik de
kinderen gemotiveerd om actief
betrokken te zijn, door ze positief te
benaderen. Dit werkt positief op het
kind en de groep.
Tijdens de les valt op dat de kinderen
elkaar steunen en hun best doen om
zo goed mogelijk samen te werken.
Ik heb aan het einde van de les
gevalueerd wat ze van de les

A4. Interactie aangaan met de groep


De student toont aan dat hij vanuit een

Ik zou de volgende keer de spellingsmoeilijkheden op een


ander moment nog terug kunnen koppelen, zodat de

onderzoekende houding gesprekken


voert met de leerlingen door actief te
luisteren. De student evalueert de
onderwijsactiviteiten met kinderen en
hij geeft feedback aan leerlingen op
het samenwerkingsproces en/of op de
gestelde doelen.

vonden. Vonden de kinderen het


moeilijk of makkelijk? Zouden ze dit
nog een keer willen doen? Wat
vonden de kinderen van de
samenwerking met elkaar? Ik heb met
de kinderen moeilijkheden besproken.

kinderen dit nog een keer zouden kunnen oefenen.


Ik zou de volgende keer nog kort willen terugkoppelen op
het samenwerken. De kinderen gaven zelf al aan dat ze wel
een keer zelf groepjes wilden maken. Deze feedback neem
ik mee voor de volgende lessen.

B2 Leeractiviteiten ontwerpen
De student toont in het ontwerp aan
dat hij coperatieve werkvormen
hanteert.
De student maakt zichtbaar dat hij
voor aanvang van de lesactiviteiten
benodigde materialen en leermiddelen
klaar zet.

Ik heb ervoor gezorgd dat ik de


kinderen alle spullen bij zich hadden
voordat we naar buiten gingen. Ik heb
de materialen klaargelegd en het
smartboard stond klaar om na het spel
de woorden na te kijken.

In mijn lesvoorbereidingen kan ik nog beter beschrijven hoe


de werkvormen worden toegepast in de les.

Dictee 1
1. Macaroni
2. Eindelijk
3. Gordijnen
4. Directeur
5. Gijzelen
6. Fabrikant
7. Weigeren
8. Garage

9. Bereikbaar
10.Muzikaal
11.Bagage
12.Lucifer
13.Opleiding
14.Terrein
15.Etage

Dictee 2
1. Tribune
2. Vrijwillig
3. Lekkage
4. Bereiden
5. Twijfelen
6. Dirigent
7. Weigeren
8. Bereiden
9. Passagier

10.Positief
11.Allerlei
12.Kantine
13.Giraf
14.Sirene
15.Uitgebreid

Anda mungkin juga menyukai