Anda di halaman 1dari 3

OGP3

Format voor toelichting lesontwerp


Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie


bladzijde 2 van de OGP3-opdracht. Of via
https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html

Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de
overdenking van de groep
Sta in je antwoorden aan terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie als
praktijk

B1. Leerdoelen stellen


3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

Welke keuze(s) heb je in dit


opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s)


gemaakt?

Product doel:
- De kinderen weten aan
het eind van de les dat en
waarom driehoeken
steviger zijn dan
vierkanten.
Proces doel:
- De kinderen leren
samenwerken
- De kinderen leren te
werken met constructies.

Aan het eind van de les geef ik


een uitleg over het verschil
tussen vierkanten en
driehoeken. Ook laat ik veel
voorbeelden zien van
constructies waarin driehoeken
gebruikt worden. Dit is een
belangrijk lesdoel.
Samenwerking is heel erg
belangrijk in deze les. Ze
moeten tot een besluit komen
hoe ze het aan gaan pakken. Ik
heb ze dan ook aangeraden om
eerst te overleggen en dan pas
aan de slag te gaan.

Ik heb ze eerst helemaal hun


gang laten gaan. Ik zei alleen:
Jullie gaan in groepjes van 4/5
een constructie maken van rietjes.
Hiervoor krijgen jullie per groepje
n schaar n rolletje plakband
en een berg rietjes. De
constructie moet stevig zijn want
we gaan daarna kijken hoeveel
boeken we erop kunnen leggen.
Wanneer ze eenmaal bezig zijn
ga ik ze bijsturen. Dit doe ik door
vragen te stellen zoals. Is dit

Ik laat ze eerst heel erg vrij


omdat ze dan kunnen
onderzoeken. Als ik al meteen
vertel dat een driehoek het
stevigst is, is er geen
onderzoeken meer aan. Hier
heb ik dus heel erg bewust
voor gekozen.
Ik stuur ze later wel bij zodat ze
kunnen leren van hun fouten.
Ze gaan kritisch kijken naar wat
ze aan het doen zijn en
bedenken zelf een oplossing

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

stevig? En ben je hem nu vooral


mooi aan het maken of stevig?
Welke vormen zijn stevig? Enz.
Ik heb leiding gegeven aan het
groepsproces door veel rond te
lopen in de klas. Soms ben ik bij
groepjes gaan zitten om ze op
weg te helpen. Als het te
luidruchtig werd heb het niveau
weer even omlaag gebracht door
kinderen aan te spreken of shhh
te zeggen.
Ze hebben dus in groepen
gewerkt. Hierbij heb ik op veel
moeten letten:
Coperatief leren gaat uit van vijf
basisprincipes:
1. Positieve wederzijdse
afhankelijkheid. De opdracht kan
alleen succesvol uitgevoerd
worden als elk kind in het groepje
zijn bijdrage levert. De didactische
structuren zorgen ervoor dat elke
leerling actief deelneemt aan de
taak. Ook de bijdrage van de
zwakke leerlingen is waardevol,
wat een positieve invloed heeft op
hun zelfbeeld.
2. Individuele
verantwoordelijkheid. Elk kind is
verantwoordelijk voor zijn eigen
bijdrage aan het geheel van de
opdracht. De leerkracht kan
terugzien wat elke leerling gedaan
heeft, door bijvoorbeeld met
verschillende kleuren pennen te
werken.
3. Directe interactie. De kinderen
wisselen hun ideen, kennis en
meningen samen uit. Goede
interactie is belangrijk voor het
leerproces en de uitkomst van de
opdracht.
4. Samenwerkingsvaardigheden.
De leerkracht kiest per les een

om hem steviger te maken aan


de hand van mijn vragen en
opmerkingen.
Door rond te lopen had ik veen
overzicht. Door soms bij
groepjes te gaan zitten hielp ik
ze op weg.
Soms om het stil te krijgen
sprak ik kinderen aan. Hierdoor
voelen ze zich direct
aangesproken en hebben ze
door dat hij/zij de persoon is die
kabaal maakt. En niet de hele
klas.
Als het wel de hele klas was die
kabaal maakte sprak ik de hele
klas aan.

vaardigheid uit en besteedt hier


vooraf bewust aandacht aan. Bij
de evaluatie komt hij erop terug.
5. Evaluatie van het groepsproces.
De groepsleden bespreken eerst
met elkaar hoe de samenwerking
ging. Daarna wordt er klassikaal
gevalueerd.1
A4. Interactie aangaan met
de groep
3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Ik heb aan het eind van de les alle


constructies voor in de klas gezet
en heb ze n voor n
behandeld. Ik wees er een aan en
vroeg van wie hij was. Dan ging ik
aan dat groepje vragen stellen
zoals hoe ging de samenwerking?
Is hij geworden zoals jullie wilde?
Wat doe je de volgende keer
anders? Enz. Dit deed ik bij elk
groepje en toen keken we bij wie
er de meeste boeken op kon.
Ik heb ze in groepen van 4 laten
werken. Elk groepje had een eigen
tafel.

Door aan het eind van de les de


groepjes nog even af te gaan
leren de groepjes van elkaar.
Ook leren de groepjes van
zichzelf. Is onze samenwerking
eigenlijk wel goed gegaan en is
het wel zo geworden hoe we
wilde?

Ik heb ze in groepen van 4 laten


werken omdat het een vrij grote
opdracht was. Ook kunnen ze
zo veel van elkaar leren. Ik heb
ze allemaal aan een tafel laten
werken zodat ik het overzicht
bleef houden.

Kerpel, A. (z.j.). Coperatief leren. Geraadpleegd van http://wij-leren.nl/cooperatiefleren-artikel.php


1

Anda mungkin juga menyukai