Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e)
Sara van Duren
Klas
PEH15VA
Stageschool De Mijlpaal
Plaats
Nuenen
Vak- vormingsgebied: levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: rekening houden met elkaar

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Anne
1-3-2016
Groep 1/2
29

Persoonlijk leerdoel:
Orde houden tijdens de kring door afspraken te maken met de leerlingen en hierop terugkomen wanneer ze er niet aan houden.
Ik wil de tijd in de gaten houden door goed op de klok te kijken.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
Deze les sluit aan bij het Kerndoel 37:
Aan de hand van vragen kom ik erachter of de leerlingen meer weten hoe ze
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen
dingen in bepaalde situaties kunnen aanpakken wanneer er problemen zijn
aanvaarde waarden en normen.
bij het rekening houden met anderen.
De leerlingen leren waarden over vriendschappen, de kenmerken en
Aan de hand van vragen over het boek weet ik of de leerlingen goed
uitingen hiervan.
hebben geluisterd.
Aan het eind van de les hebben de leerlingen meer geleerd
over rekening met elkaar houden.
De leerlingen leren begrijpend luisteren.
Beginsituatie:
Actuele beginsituatie
Er zitten 29 leerlingen in de groep. 9 meisjes en 20 jongens, dit zorgt ervoor dat de klas voornamelijk druk is.
Voorkennis
De leerlingen hebben vaker een verhaal uit dit boek voorgelezen gekregen.
Werkvormen
De leerlingen hebben vaker lesactiviteiten in de kring.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen

Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

2 min

Inleiding

10 min

Inhoud

5 min

Persoonlijke reflectie

De leerlingen zitten in een kring en luisteren naar mij.

Ten eerste stel ik de regels op:
1. Je bent stil wanneer de juf praat
2. Vinger opsteken wanneer je een vraag
hebt
3. Op je plaats blijven zitten
Ik vertel de leerlingen dat ik een verhaal
ga voorlezen.
Ik lees het verhaal voor.
De leerlingen luisteren naar mijn verhaal
Hierna stel ik een aantal vragen aan de
De leerlingen denken terug aan het verhaal om
leerlingen om te kijken of ze goed naar
antwoord te kunnen geven aan mijn vragen.
het verhaal hebben geluisterd zoals
1. Pakten de beren samen de
spullen in of deed n beer dat
alleen?
2. Zei de beer expres niks of ?
3. Waarom durfde de beer niks te
zeggen?
Hierna stel ik diepere vragen aan de
De leerlingen denken na over hun eigen leven en of
leerlingen zoals:
ze dit wel eens hebben meegemaakt.
1. Wat was belangrijk in dit
verhaal?
2. Wie heeft deze situatie wel
eens meegemaakt?
3. Durfde je er toen ook niks van
te zeggen?
4. Wat deed je toen?

Dierenverhalen

Wat wilde ik?

Ik wilde orde houden tijdens de kring. En structuur in mijn les hebben.
Wat deed ik?
Ik herhaalde de afspraken en de regels nog een keer aangezien een aantal kinderen direct niet luisterden. Hierna begon ik met mijn
verhaal over rekening houden met elkaar. Ik sprak een aantal keer leerlingen toe toen ze door me heen praatten. Na mijn verhaal begon ik
met vragen over het boek om te kijken of ze goed hadden geluisterd. Leerlingen die fout antwoordden hielp ik door een stukje terug te
lezen en te kijken of ze het dan wisten of ze werden geholpen door andere leerlingen. Hierna vroeg ik aan de leerlingen vragen over het
thema van het boek. Of ze dit zelf wel eens hebben meegemaakt en hoe ze het hadden opgelost. Ik vond het moeilijk om het aan kleuters
uit te leggen wat ik van hun vroeg.
Wat kon beter?
Na mijn vragen had ik niet een goed idee hoe ik mijn les goed kon afsluiten. Ik moet de volgende keer me beter inlezen op de opties die ik
kan hebben met afsluitingen van lessen.
En keer verstoorde een jongen mijn verhaal waardoor ik niet meer wist waar ik was in het verhaal. Ik kon beter de jongen zijn acties
negeren dan er op in gaan.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum:

OGP3
Format voor toelichting lesontwerp
Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie bladzijde 2 van de OGP3-opdracht. Of via
https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html

Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de overdenking van de groep
Sta in je antwoorden aan terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie als praktijk

B1. Leerdoelen stellen

3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

Welke keuze(s) heb je in dit

opzicht gemaakt?
Wat ging goed?

Waarom heb je deze keuze(s)

gemaakt?
Wat mag beter?

Deze les sluit aan bij het Kerndoel

37:
De leerlingen leren zich te
gedragen vanuit respect voor
algemeen aanvaarde waarden en
normen.
De leerlingen leren waarden over
vriendschappen, de kenmerken en
uitingen hiervan.
Aan het eind van de les
hebben de leerlingen
meer geleerd over
rekening met elkaar
houden.
De leerlingen leren
begrijpend luisteren.

Jonge kinderen vinden het nog

moeilijk om zich in te leven in
andere kinderen. Mijn mentor
en ik hadden samen het
onderwerp besproken. Mijn
mentor vond het niet geschikt
om het thema vieren te nemen
aangezien niet iedereen gelovig
is. We vonden beide dat dit
thema beter past bij de
belevingswereld van de
kinderen. Ik wilde ze laten
nadenken over vriendschappen
en hoe je rekening houdt met
de ander.

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

A3. Leiding geven aan het

groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen
1.3 effectieve

De les was goed afgestemd op de

belevingswereld van de leerlingen.
De leerlijnen waren goed
afgestemd op het niveau van de
leerlingen. En ik had goed mijn
proces- en productdoel erin
verwerkt.
Deze les zat ik in het midden van
de kring. We begonnen met de
regels te bespreken. Daarna
bespraken we het boek Kennen
jullie de verhalen al?
Hierna begon ik het verhaal voor
te lezen aan de leerlingen. Na het
voorlezen besprak ik het verhaal
met de leerlingen. Ik stelde
vragen zodat ik wist of ze goed
hadden geluisterd. Daarna
praatten we over het moraal dat in
het boek verwerkt was.

De volgende keer kan ik het

thema erin verwerken van
vieren. Zonder dat ik me druk
hoef te maken over de
leerlingen die niks vieren.

De leerlingen luisterden goed

naar de regels en ik sprak
leerlingen aan wanneer ze hier
niet aan hielden.

Ik kon de leerlingen beter

samen laten bespreken over de
normen en waarden aangezien
het moeilijk was om dit
klassikaal te doen vanwege de
tijd die we hadden.
In het midden van de kring kon
ik iedereen goed in de gaten
houden en terugpakken op de
regels wanneer ze die
overtraden.

Ik zat in de kring en zorgde ervoor

dat de leerlingen niet door elkaar
praatten en liet ze hun vinger
opsteken als ze iets wilden
zeggen.

Vanuit het midden van de kring

had ik een goed beeld van elk
kind. Ik wilde eerst het boek
bespreken zodat ze wisten wat
ze konden verwachten.
Ik las het verhaal voor omdat
voorlezen belangrijk is voor de
jonge kinderen. Ik stelde eerst
vragen over het boek zodat ik
kon testen of de leerlingen
goed geluisterd hadden.
Hierna besproken we het
moraal van het verhaal zodat
de leerlingen meer nadachten
over de normen en waarden
van vriendschap.

leerkrachtcommunicatie

Tijdens het voorlezen waren de

leerlingen goed stil.
De leerlingen waren stil en
luisterden wanneer ik ze er op
aansprak om niet door me heen te
praten.

A4. Interactie aangaan met

de groep

Nadat ik het boek had voorgelezen

besprak ik alle normen en
waarden die voorkwamen in het
verhaal. Ik vroeg om de leerlingen
hun mening en ervaringen met
deze situatie.

3.13 feedback aan leerlingen

De leerlingen luisterden goed

tijdens mijn verhaal. Ze deelden
hun mening open met de andere
leerlingen. Ze vertelden hun eigen
ervaringen echter wisten ze niet
hoe ze het oplosten.
B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen

Ik koos voor een kringactiviteit

omdat ik een verhaal voorlas. Ik
had geen werkvormen in deze les
gebruikt.

Wat beter kon zoals ik al zei

was het nabespreken van het
verhaal. Ik kon de leerlingen
beter in tweetallen het verhaal
bespreken in plaats van dit
klassikaal te doen. Op het eind
werden ze een beetje rumoerig.
Door de normen en waarden te
bespreken van de
maatschappelijke regels
rondom vriendschap leren ze
zich hier op aan te passen. Ze
denken na over wat ze zelf
hebben meegemaakt zodat ze
zichzelf kunnen inleven met de
personages in het boek.
Ik moet de volgende keer
doorvragen wanneer de
leerlingen iets niet weten.
Uiteindelijk verwoorden ze
zichzelf beter dan dat ik het kan
doen. Of dat ik andere
leerlingen de kinderen laat
helpen die vastlopen.
Ik koos voor een kringactiviteit
omdat ik groep 1 en 2 beide
goed kan begeleiden vanuit
deze centrale plaats. De
leerlingen horen mij vanaf deze
plaats het best.

4.5 leeromgeving inrichten

De kinderen waren betrokken met
de les want ze wilden graag hun
mening delen met de klas.

Niet elke leerling kon zijn

mening geven dus het is beter
om de volgende keer in
tweetallen te laten werken.