Mentor
Datum
Groep
Aantal lln
Martijn Jaspers
12-4-2016
8
17
Lesdoel(en):
De leerlingen kennen/kunnen aan het einde van de les:
De kinderen kunnen samen een goedlopend verhaal
maken, waarbij de spelling correct is.
De kinderen weten wat de begrippen: voltooid deelwoord,
tegenwoordige tijd, verleden tijd, koppelwoord, hele
werkwoord, enkelvoud, meervoud en persoonsvorm
betekenen.
De kinderen werken aan kerndoel 11: De leerlingen leren
een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in
een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en
delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen
kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan
werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens.
We lezen met de hele klas het verhaal na afloop, hierbij letten we erop of de
juiste werkwoordvormen zijn gebruikt.
Beginsituatie:
Kennen en Kunnen:
De kinderen hebben al heel vaak geoefend met deze begrippen, ik merkte helaas dat er veel onnodige fouten werden gemaakt tijdens het zelfstandig werken. Daarom
wil ik dit nog een keer bespreken met de klas.
Betrokkenheid:
De betrokkenheid zal bij de meeste kinderen goed zijn. De klas is altijd erg rustig, dus ik verwacht dat dit nu weer zo zal zijn.
Actualiteit:
De kinderen zijn net terug van de middagpauze waarbij ze allemaal naar huis zijn gegaan, dus ik verwacht dat de kinderen wel drukker zijn dan aan het begin van de
dag.
Lesverloop
Tijd
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Materialen / Organisatie
0 10
Opening
10 - 30
Maken van
het verhaal
30 - 45
Nakijken
verhaal
Kaartjes Begrippen
Digibord
Persoonlijke reflectie