Beginsituatie:
Kennen en kunnen
Taal
Kern doel 5 De onderwerpen zijn dichtbij, ze gaan over het hier en nu of de nabije omgeving, nabije toekomst en verleden.
De zinnen die de leerlingen maken zijn meestal : kort, eenvoudig, grammaticaal eenvoudig en kan grammaticale spelfouten bevatten.
De leerlingen orinteren zich vaak op het onderwerp, verzamelen, selecteren en het ordenen van teksten en informatie.
kerndoel 9 de inhoud van de leerlingen gaat vaak over de historische verhalen en sprookjes en fantasieverhaaltjes.
OGP lessen : zinsbouw zijn meestal standaard zinnen uit de leesmethode.
de structuur is meestal een opsomming van zinnen of woorden.
en er is nog geen stijl ontwikkeld aan het stellen zelf.
Kerndoel 55 De leerlingen kijken luisteren naar en praten over hun eigen werk en dat van hun groepsgenoten met aandacht met verschil in onderwerp, vormgeving en
presentatie.
Actualiteit
Er is al twee weken een inval juf die komt. Hierdoor zou nog enig onrust kunnen komen maar dit verwacht ik niet.
Betrokkenheid
De leerlingen worden snel onrustig bij een instructie van de opdrachten. Verder worden ze ook onrustiger Wanneer ze een uitleg niet snappen. Ook wanneer de
opdracht niet uitgebreid genoeg is kan dit onrust veroorzaken.
Verder hebben de leerlingen een grote belevingswereld. Verhaaltjes, sprookjes enzovoort werken er goed om de betrokkenheid van de leerlingen te krijgen.
Ook visuele voorwerpen helpen de leerlingen om een opdracht of de informatie beter te begrijpen.
Didactische hulpmiddelen
Een onderwerp om het creatieve verhaaltje mee te beginnen.
Tijd
Leerinhoud
Didactische handelingen
Leraar
Introductie uitleg gevoelens
instructie over de les.
Wil dat jullie meer zelfstandig gaan werken.
Wil dat jullie stil zijn als ik even aan het woord
ben.
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De leerlingen begrijpen de planning doelstellingen en de
regels.
Materialen / Organisatie
Smartbord
10
20
15
Informatie
structureren en
ordenen
Pen en papier
Persoonlijke reflectie
Het begin vond ik erg goed gaan. De kinderen waren goed betrokken en waren ook gefocust toen ik het vroeg. Enige verwarring kwam wel
omdat ik de opdracht niet goed uit legde. Daarom viel de betrokkenheid en de concentratie al af. Ook was het een beter idee om de voor
hun nog lange en moeilijke zin over te laten schrijven. Hierdoor ging veel tijd verloren.
verder is het klassikaal bespreken ook nog altijd een moeilijk punt. Zeker wanneer de concentratie al weg was gevallen.
ook nog een punt van aandacht is dat ik de afspraken die ik maak ook daadwerkelijk na kom.
Ik vond de opdracht zelf een leuk idee. de leerlingen vonden het voor mij ook nog een leuk idee. hierbij moet ik wel denken aan wat de
betrokkenheid activeert en wat de betrokkenheid weg haalt. Verder hier ook snel een koppeling te maken met fantasie en gevoelens en
emoties.
Feedback mentor (inclusief handtekening)
Datum: 22 03 2016
Introductie: probeer goed na te denken over hoe je je opdracht wilt verwoorden. Je merkte nu dat het voor sommigen onduidelijk bleef wat
van hen verwacht werd. Hierdoor ontstonden er vragen en gingen ze raden naar de opdracht. Dit gaf wat onrust. Goed dat je duidelijke
regels maakt en deze ook nastreeft door kinderen aan te spreken.
Verwerking: bij de verwerking werd het pas echt duidelijk voor de groep wat ze gingen doen. Dit kwam doordat je meerdere, duidelijke
voorbeelden gaf. Dit maakte het concreet. Onder het schrijven liep je rond en ging je met de kinderen in gesprek over hun verhaal, goed.
Zo help je de kinderen die moeite hebben op weg.
Hou je aan je eigen regels. Je vraagt de kinderen een vinger op te steken, maar laat ze tegelijkertijd ook gewoon naar je toe komen. Ook
vraag je om zelfstandigheid. Ik zou proberen concreter uit te leggen wat je hiermee bedoelt, omdat sommige kinderen blijven overleggen.
Het is een hele vrije opdracht, wat voor veel leerlingen daardoor ook lastig kan zijn. Misschien is het een idee om met deze leerlingen n
op n in gesprek te gaan en ze alvast te laten vertellen wat ze willen, i.p.v. meteen op te laten schrijven. Zo kunnen ze er al beter over
nadenken.
Afsluiting: goed dat je het op een positieve manier bespreekt dat sommige leerlingen het niet af hebben: het kan dat het niet af is, dat is
jammer maar maakt niet uit. Dat betekent vast dat je een suuuuper goed verhaal aan het maken bent en hard nadenkt.
Je merkte zelf dat de concentratie wat afnam, naarmate er meer kinderen klaar waren. Goed dat je besluit eerder te stoppen en de
verhalen klassikaal te bespreken. Dit zorgt voor een goede betrokkenheid en iedereen wil zijn/haar aan je laten horen. Goed dat je ingrijpt
als kinderen gaan lachen of vervelend doen. Blijf stilte eisen en verbind hier de consequenties aan, bijv. geef de kinderen daadwerkelijk een
andere plek als je ze aanspreekt op vervelend gedrag. Leuke activiteit, origineel idee.