De leerlingen die geen compliment hebben gekregen zien dat de leerlingen met
een goed gedrag een compliment krijgen. Hierdoor willen de leerlingen ook een
compliment krijgen en gaan dit gedrag na doen.
B.1Leerdoelen stellen.
3.4 passende leerinhouden vanuit leerlijnen
3.11 leerprocessen observeren en registreren.
De student kiest zijn lesontwerp voor passende leerdoelen die aansluiten bij
leerlijnen en het bestaande onderwijsprogramma van de stage groep
voor elk aan dit OGP deelnemend vak wordt tenminste een les ontworpen en
uitgevoerd
Het keuze van de leerinhouden vanuit leerlijnen heb ik volgens de volgende drie
manier gekozen.
Eerst kijk ik naar de opdrachten en themas van de school en vraag de mentor.
Hierdoor krijg ik informatie van de methodes van de schoolvakken. Verder aan de
mentor vragende krijg ik eventuele tips en bijbehorende zaken van deze themas.
Vervolgens ben ik gaan kijken naar tule. Hierbij kan ik zien wat de leerlingen
moeten kennen en kunnen. Daardoor kun je verwachtingen maken van de les.
Verder heb ik gekeken wat er verwacht wordt van de leerkracht. Ook dit staat op
tule.
B.2Leeractiviteiten ontwerpen
3.6 werkvormen en groeperingsvormen.
4.5 leeromgeving inrichten.
de student toont in het ontwerp aan dat hij coperatieve werkvormen hanteert.
de student maakt zichtbaar dat hij voor aanvang van de lesactiviteiten benodigde
materialen en leermiddelen klaar zet.
B.3Leeractiviteiten begeleiden.
2.6 samenwerking, zelfredzaamheid
de student toont aan dat hij in staat is om in de lesuitvoering coperatieve
werkvormen te hanteren. De student toont aan dat hij leerlingen hulp biedt bij
het leerproces, rekening houdend met de kenmerken van de groep. Hij bevordert
de samenwerking tussen leerlingen en de redzaamheid van individuele
leerlingen.
De coperatieve werkvormen bij mij vooral bedoeld om het samenwerken te
stimuleren. Tijdens deze werkvormen heb ik vooral eerst een kleine instructie
gegeven. Vanuit deze instructie gaan de leerlingen zelf aan de slag met de
werkvormen. Wanneer dit begint wil ik overschakelen van een leerkracht die leidt
naar een leerkracht die begeleidt. Daarbij ga ik wat meer naar de achtergrond
om te observeren naar het samenwerking tussen de leerlingen of groepjes.
Wanneer deze samenwerking eventueel minder loopt wil ik pas ingrijpen.
Na een coperatieve werkvorm is het wel belangrijk voor een evaluatie. Hierin wil
ik met de leerlingen hebben over het samenwerken. Hoezo is dit juist goed
gegaan of hoezo is er juist een probleem ontstaan. Hierbij wil ik de leerlingen
leren begrijpen met de verschillende kenmerken van de leerlingen en de groep.
gebruik van sociogram