Les 1 Productielogistiek
Ieder logistiek
deeltraject heeft
weer haar eigen
integrale logistieke
proces.
Productiegrondvorm
Hoe richt je de productievloer (productieomgeving) in?
1. Continue fabricage (Continu proces, vaak 24/7, bulk productie,
geen voorraad)
Productieproces wordt van te voren vastgesteld
Productie volgens een vaste werkwijze
2. F
u
n
c
tionele fabricage (Kleiner bedrijf, afdeling zaag, verkoop,
gespecialiseerde mensen)
Productieproces op basis van functies ontworpen en ingericht
Logistieke tekenvormen
Tijdsfasering
Zelfde als EOQ alleen werkt met sterke pieken en dalen. Het is niet zo dat
de volledige voorraad in een keer klaar. Het produceren hiervan duurt
langer. Bij inkopen krijg je alles in een keer binnen.
De berekening
S= Setup (Opstart)
H = Holding costs van voorraad
D = vraag per jaar
Kleine d = vraag per dag
Scrap product that does not meets its specification and cannot be
reworked (broken or damaged)
Rework product that does not meets its specification, but can be
reworked (complaint, late delivery and part incorrectly calibrated)
JIT
Het Just in Time concept is gebasseerd op:
Jidohka beslissingsbevoegdheid op de werkvloer leg productie stil,
spoor fout op en los definitief op
Push en Pull
Kanban =
Kaartje in het Japans
Dit is een concept dat gebruikt wordt in lean-productie. Er wordt met
bijvoorbeeld kaartjes aangegeven wanneer iets nodig is. Het is dus een
manier van Pull-Productie. (Niks doen als er geen vraag: geen verspilling,
geen onnodige productie/handelingen).
1. Value
A customer defines value or value-added with the following three
conditions:
It must transform the product or service.
The customer must be willing to pay for it.
It must be done correctly the first time.
2. Value stream
4. Pull
Produceer alleen op vraag
5. Perfection
Verbetermethodiek: Theory of Constraints (TOC)
(Constraint = bottleneck)
Distributielogistiek
Bij distributielogistiek gaat het om dezelfde doelstellingen als bij inkoopen productielogistiek:
Kostenreductie: minder voorraad/ beter benutten capaciteit
Verbeteren van de flexibiliteit en de leverbetrouwbaarheid
Opslingereffect
Als een locatie meer begint te bestellen, gaat iedereen een
veiligheidsvoorraad aannemen wat vergroot doorwerkt in de keten.
Besturingssystemen
Stap 2 van het logistieke raamwerk is ook bij distributie-logistiek de keuze
voor een besturingssysteem
Besturingssystemen in de distributielogistiek:
DRP I + DRP-II
DRP I: Distribution Requirements Planning
Het is een set rekenregels in het systeem waarmee de werkelijke
toekomstige behoefte aan herbevoorrading van magazijnen
(tussenvoorraadpunten) en uiteindelijk winkels in een keten kan worden
berekend voor eindproducten
Een latere uitbreiding op het DRP I systeem:
DRP II (Distribution Resources Planning)
Doet hetzelfde als MRP maar dan voor de distributie
Reasons that create the need for SMC (Zoals marges onder druk)
Kwaliteit H3
Les 1 Introductie + Denkers
Kwaliteit
De kwaliteit van een product of dienst, zowel intern als extern geleverd, is
de mate, waarin het geheel van eigenschappen voldoet aan de
gebruiksverwachtingen van de afnemer, begrensd door de prijs, die hij wil
betalen en de levertijd, die hij wil accepteren
De klant bepaald of de kwaliteit goed is
Integrale kwaliteitszorg (IKZ) (Wordt sowieso gevraagd + PDCA)
Alle onderdelen van de organisatie zijn bij kwaliteitszorg betrokken, alle
kwaliteitsaspecten hebben invloed op elkaar
Kwaliteitsdenker Imai
Kaizen methodiek: verbeter en innoveer, zonder ophouden en iedereen
erbij betrokken
kwaliteitszorg: moeizaam, jaren durend en in kleine stappen
basisprincipes: - Deming cirkel: regelkring
- Voortdurend meten en terugkoppelen
- Werken met kwaliteitskringen (Groep mensen die bij
elkaar komt om over bebetering te praten)
Sterke link met lessen logistiek (Paraplu metkwaliteitsactiviteiten)
Werkwijze
2. Menselijke dimensie (convivial)
Dienstbetoon
Service arenas
Martin heeft 4 situaties daarin onderscheiden:
1. Freezer. Beide dimensies slecht gescoord.
2. Factory. Wel voldaan aan procedurele dimensie, maar niet aan
convivial.
3. Friendly zoo. Wel gedaan aan convivial, maar niet aan procedural
4. Full balance. Er wordt aan allebei de dimensies goed voldaan.
2.
4. Histogram
5. Pareto-analyse (20/80)
6. Stroomdiagram (Soort flowchart)
7. Spreidingsdiagram (Verband tussen twee variabelen/fenomenen, je kan
punten met lijnen verbinden )
Soorten certificaten
1. Producten- en dienstencertificatie (initile keuring, typekeuring, voortbrengings-proces, bv CE-merk: veiligheid, gezondheid, milieu,
consumenten- bescherming)
2. Certificatie van personen (vakbekwaamheid: bv adviseur, keurslager,
piloot)
3. Procescertificatie (b.v. duurzaam geproduceerd)
4. Kwaliteitssysteemcertificatie (inhoud en effect van regels en procedures
b.v. ISO)
Kwaliteitssysteem
Een organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, procedures,
processen en voorzieningen voor het ten uitvoer brengen van de
kwaliteitszorg
Drie spelers bij certificering
1. Raad voor de Accreditatie (Sturen bedrijf dat audit gaat doen)(criteria
vaststellen, toezicht, platform)
2. Certificerend bedrijf (onafhankelijk, onpartijdig, verklaring afgeven)
(bv. NV KEMA Nederland, LRQA, BVQI, KWH)
3. Te certificeren bedrijf (Vraag aan bij Raad van A)
Certificeringsprogramma (Tentamen)
1. first party certificatie (Interne organisatie)
2. second party certificatie (Klanten/Relaties/Leveranciers)
3. third party certificatie (Objectieve iso organistie)
Certificatie en aansprakelijkheid
Leverancier aansprakelijk voor product/dienst
Certificaat: aansprakelijkheid daalt
Keurmerk: aansprakelijkheid wordt groter
Perfection (Lean is
continu verbeteren)
met behulp van de
deming circle (PDCA)
2. Mura (ongelijkmatigheid)
3. Muri (overbelasting)
Lean is continu verbeteren
Tentamen
Meerkeuzevragen
Casus
Openvragen
K-Hole
Recht H3 Productie
Les 1 Onrechtmatige daad en bedrijf
Rechtshandeling
Een handeling van een of meer
rechtssubjecten waarbij deze een
rechtsgevolg beogen, terwijl het objectieve
recht dat rechtsgevolg ook aan de handeling
verbindt
-> rechtshandelingen zijn dus menselijke
handelingen met een beoogd rechtsgevolg
Onrechtmatige daad
Artikel 6:162 BW (Lid 1 + 2)
De onrechtmatigheid ontplooit zich door:
a. Inbreuk op een recht van een ander
b. Doen of nalaten in strijd met een wettelijke
plicht
C. Doen of nalaten in strijd met de
maatschappelijke zorgvuldigheid
2 manieren (ken uit je hoofd):
1. Gevaarzetting
Toets deze dingen (Kelderluikcriteria)
Mate van waarschijnlijkheid dat het slachtoffer het gevaar niet tijdig
onderkent (donker en ziet het luik niet)
Kans op een ongeval
Ernst van de mogelijke gevolgen(moet groot zijn)
Bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen (Hoe moeilijk is
het om veiligheidsmaatregelen te nemen)
2. Afweging van belangen (pleger en benadeelde) (Soort restcategorie,
vergelijkbaar met redelijkheid en billijkheid)
Er zijn 5 vereisten:
1. Onrechtmatige daad (lid 2)
B, Onrechtmatig behoudens 5 rechtvaardigingsgronden:
1. Overmacht in de zin van noodtoestand, art. 40 Sr (Komt het meest
voor)
2. Noodweer, art. 41 lid 1 Sr (verdediging)
3. Wettelijk voorschrift, art. 42 Sr
4. Bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 43 lid 1 Sr
5. (Buiten wettelijke) Het ontbreken van de materiele wederrechtelijkheid
2. Toerekening (lid 3)
Schuld of risico (Kinderen, medewerkers, hond)
3. Schade (lid 1)
Twee soorten schade (art. 6:95 BW):
1. Vermogensschade
2. Ander nadeel (o.a. immaterile schade: art. 6:106 BW)
4. Causaal verband ( lid 1)
Voorzienbaarheid en Redelijkheid (voorbeeld ambulance) (art. 6:98 BW)
5. Relativiteitseis (art. 6:163 BW)
Had de overtreden wet mede de bedoeling de belangen van het slachtoffer
te behartigen? Is er een inbreuk op een recht van een ander? (Voorbeeld
tandarts)
Aansprakelijkheid voor ondergeschikten 6:170
Gaat over de aansprakelijkheid wanneer er schade DOOR een werknemer
is veroorzaakt. Kan dat zowel werknemer als werkgever aansprakelijk is.
Werkgevers zijn risico-aansprakelijk voor hun ondergeschikten
mits: (Slachtoffer en werkgever)
6:170 Lid 1
In dienst & werkzaam in beroep of bedrijf (lid 1)
Als dit het geval is, zijn er weer 3 vereisten:
1. fout van een ondergeschikte
2. kans op fout vergroot door opgedragen taak (zelfverdediging avans)
3. opdrachtgever moet zeggenschap over gedraging hebben gehad
6:170 Lid 2
In dienst van natuurlijk persoon & niet werkzaam beroep/bedrijf
(lid 2) (Zonder arbeidsovereenkomst)
Als dit het geval is, zijn er 2 vereisten:
1. Fout van een ondergeschikte
2. Ter vervulling van de aan hem opgedragen taak
6:170 Lid 3
(Juridische verhouding geldt alleen tussen werkgever en werknemer,
slachtoffer heeft geen rol) Indien er sprake is van een onrechtmatige daad
dan zijn werkgever en werknemer beiden hoofdelijk aansprakelijk. (O.g.v.
lid 3 kan de werknemer de werkgever dan weer aanspreken, TENZIJ er
sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer)
Lid 1
Dit lid betekend kortom dat een werkgever er alles aan moet doen dat je
als werknemer zo veilig mogelijk kan werken.
Lid 2
Ondanks nalatigheid van veiligheid door werkgever, werknemer
aansprakelijk door bewuste roekeloosheid (Als hij weet dat er iets is/kan
gebeuren en hij heeft ervaring en toch verneukt hij het)
Lid 3
De werkgever kan zich niet in een cao uitsluiten voor schade
Lid 4
Als je iemand inhuurt ben je aansprakelijk als inhuurder
Werkgever wordt altijd als schuldige gezien, hij zal altijd moeten bewijzen
dat het niet zo is (American style)
Belangrijke Juri (Komt terug op tentamen, veel argumenten voor
zorgverplichting. Zie Blackboard!)
Psychiatrisch ziekenhuis
Dienstongeval militair
Dakbedekkers-arrest
Verankerde ladder
Hydraulische ketel
Criterea juri
1. Zorgverplichting van de werkgever
Schending: zijn de publiekrechtelijke voorschriften niet of onvoldoende
in acht genomen?
Bij het bedienen van gevaarlijke machines:
i. zijn genoegzame instructies gegeven?
ii. mist de werknemer geschiktheid om machine te bedienen?
iii. heeft de werkgever zich vergewist van alle risicos verbonden aan het
gebruik van de machine?
Quasi-producent
Importeur in de EG (Eventueel leverancier)
Product (art. 6:187 lid 1 BW)
Roerende zaak
Elektriciteit
Gebrek (art. 6:186 BW)
Niet de veiligheid die men mag verwachten
Gelet op:
Presentatie
Redelijkerwijs te verwachten gebruik (Kruikenarrest)
Tijdstip waarop product in het verkeer werd gebracht
Schade (art. 6:190 BW)
Gevolgschade (niet: transactieschade)
Persoonsschade
T.a.v. consumenten: zaaksschade
Minimale schade: 500,Consument (tenzij dood- of letselschade, zie art. 6:190 BW)
Bewijslastverdeling Art 6:188 BW
De benadeelde bewijst:
Schade
Gebrek
Causaal verband
Producent kan tegenbewijs leveren door
Verweren als vermeld in artikel 6:185 lid 1 sub a t/m f BW
Verhouding met artikel 7:24
Indien sprake is van een gebrek als bedoeld in art. 6:185 BW dan is de
verkoper niet aansprakelijk voor de gevolgschade, tenzij:
Verkoper kende het gebrek
Verkoper heeft afwezigheid van het gebrek toegezegd
Zaaksschade onder de 500, Schade aan het gebrekkige product betreft
Les 3 Arbeidsrecht
3 verschillende overeenkomsten in privaatrecht:
1. Aanneming van werk 7:750 ev BW
Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de
aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om
buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen
en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld.
(Bouwproject van een aannemer)
2. Overeenkomst van opdracht art. 7:400 ev BW
De overeenkomst van opdracht is de overeenkomst waarbij de ene partij,
de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever,
verbindt anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst
werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan dan het tot stand
brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het
uitgeven van werken of het vervoeren of doen vervoeren van personen of
zaken. (Advocaat of chirurg)
3. Arbeidsovereenkomst (art. 7:610 ev BW)
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de
ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van (gezagsverhouding)
de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid
te verrichten. (Loondienst)
Inhoud arbeidsovereenkomst
Naam/plaats
Duur
Arbeidstijden
Beloning
Vakantie/verlof
Ziekte
Bijzondere bedingen
Wel 1 maand voor einde informeren (art. 7:668 lid 1 BW) bij contracten
langer dan 6 maanden (let op bijzondere voorwaarden) zo niet dan
betalen
A.
B.
C.
D.
E.
Aanbouw
Gaat over graven. Heeft invloed op waterstand
Belangrijk. Betreft een bestemmingsplan
Brandveiligheid
Monument, mag niet zomaar
HRM H3
Les 1 Formbrun + Duurzame
inzetbaarheid
Organisatie: (Instroom)
1.
2.
3.
4.
Individu (Doorstroom)
Maatschappij (Uitstroom)
Extern
Het managen van:
- Externe mobiliteit (Uitstroom)
Herzenberg
Motiveren door aan te sluiten bij individuele behoeften
Uitgebalanceerde combinatie van intrinsieke en extrinsieke factoren
Motiveren door financile prikkels, maar: organisatietrots is belangrijker dan
salaris
Voor tevredenheid creer Company pride!! (Heiniken)!
Door PM-cyclus:
Meer helderheid in wederzijdse verwachtingen
Meer transparantie in beoordelen en belonen
Meer resultaatgericht (samen)werken
Duurzame inzetbaarheid
Performance management-cyclus
Binnen
de PM-cyclus wordt er bij het onderdeel plannen een POP gemaakt om de
competenties te managen.
Competentie management
Het managen en beoordelen van de ontwikkeling van de competenties van
je medewerkers
Hoofddoel competentiemanagement
Win-win situatie scheppen:
Succes en ontwikkeling van de organisatiedoor succes en ontwikkeling van
de medewerkers
Competentieontwikkeling middels:
POP
Opleiden
Management Development en Loopbaanontwikkeling
Mobiliteit en employability: duurzame inzetbaarheid
Demotie (degraderen) en leeftijdsbewust personeelsbeleid
Gaat over:
1. Arbeidsomstandigheden (VGMW)
2. Ziekteverzuim
3. Terugkeer naar het werk na ziekte
Belasting en Belastbaarheid
Andere competenties
1. ICT-vaardigheden
2. Solist EN teamplayer
3. Medewerker is ondernemer in eigen organisatie
4. Leren om resultaatgericht te werken
5. Communiceren (ook niet face-to-face)
6. Concentreren en zelfsturend
De gevolgen voor het management van het personeel (HRM H1)
Werving en selectie:
Sociale netwerken (Linkdin)
Nieuwe eisen aan medewerkers (Flexibel)
Gericht op generaties / leeftijdsfasen
Arbeidsvoorwaarden:
Keuzevrijheid (ook werk- en reistijden)
Aandacht in caos
Nieuwe beloningsvormen
Flexibele arbeidsrelaties en contracten
Gezondheidsmanagement:
Arbo thuis
Work/life-balans
Functioneren en beoordelen:
Transparantie in (verwachte) performance
Gesprekscyclus informeler en frequenter
Globale rolbeschrijvingen
Functies vervagen en worden breder -> employability
Les 4 Uitstroom
Uitstroom = externe mobiliteit
Proces met als resultaat dat medewerker of groep medewerkers
organisatie verlaat
Doorstroom kan ook uitstroom zijn op afdelingsniveau
Managen van uitstroom: instrumenten die organisatie inzet om
bewust te sturen op uitstroom:
Activiteiten die uitstroom voorkomen
Activiteiten die uitstroom stimuleren
Activiteiten die uitstroom vormgeven en begeleiden
Gericht op uitstromende n op achterblijvende medewerkers
Korte termijn: afhandelen specifieke uitstroombeslissing
Lange termijn: optimaliseren uitstroom als onderdeel van strategische
personeelsplanning
Maatregelen om uitstroom te verminderen
Inhoud van het werk
Beloning
Opleiding
Studiekostenbeding
Loopbaanmogelijkheden
Levensfasenbeleid
Voor de organisatie:
Ruimte om te sturen
Impuls aan vernieuwing en innovatie
Interne doorstroom
Kosten drukken
2.
3.
Voor achterblijvers:
Doorstroommogelijkheden
Leermogelijkheden
Afnemende spanningen
2. Ontslagvergoeding: transitievergoeding
3.Sociaal Plan
Sociaal plan
Een collectieve regeling met maatregelen die de nadelige gevolgen van
ontslag voor het personeel moeten verzachten (Denk aan een sociaal plan
voor de V&D medewerkers)