Anda di halaman 1dari 6

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS:

LAGER ONDERWIJS flexibel traject


LESONTWERP
Naam: Vanessa Godsdeel
UC Leuven Limburg
Departement Lerarenopleiding
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs- flexibel traject: lager
onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99

Studietrajectbegeleider: Katrin Ceulemans


Mentor: Liesbeth Verschueren
Feedback op lesvoorbereiding
in orde
kleine aanpassingen nodig
te herwerken en opnieuw indienen
Materiaal: CD- speler, USB- stick, prenten Vogeltje lief, prenten Op weg naar Emmas,
songtekst lied, ...

Vul de gevraagde informatie in


school

GBS Den Elzas

leergebied

: Rooms-katholieke godsdienst

klas en leerjaar

Vijfde leerjaar B

onderdeel

: De Bijbel: een lange geschiedenis van


bewogen mensen

aantal leerlingen

10 leerlingen

lesonderwerp

: Vogeltje lief + Op weg naar Emmas

datum (data)

Donderdag 24 maart 2016

lestijden

van

8u40

tot

10u05

uur

1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN


Vink aan.
Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap)

Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (georganiseerd door de steden, gemeenten of provincies)


Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op priv-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, )
Privscholen (niet erkend door de overheid bijv. Europese en internationale scholen)
Noteer en geef een nummer.

5.2.3.10: De kinderen ontdekken dat een boek een bijzondere betekenis kan hebben in hun leven.
- enkele boeken bespreken die een rol spelen (hebben gespeeld) in hun leven of in dat van andere
mensen.
- verwoorden welke waarden en inzichten er 'meegegeven' worden in boeken, naast de (ont)spanning.
2. BEGINSITUATIE
Algemene beginsituatie: zie infowijzer
Specifieke beginsituatie relevant voor deze les. Wat moeten de lln. kennen en kunnen om de lesdoelen te bereiken? Op
welke manier kregen de lln. dit reeds aangereikt?
In onze beeldcultuur is het voor onze kinderen lang niet meer vanzelfsprekend dat een boek een verregaande impact op
mensen kan hebben. Vooraleer in te gaan op de inhoud van de Bijbel dienen zij dus eerst nog te ontdekken welke rol boeken
in het algemeen en 'heilige boeken' in het bijzonder in het leven van mensen kunnen spelen. Foto- en collageboeken of
dagboeken zijn wellicht daartoe een goede instap. De boeken waarmee zij op de basisschool kennismaken, roepen vooreerst
ontspanning en avontuur op en in tweede instantie gespecialiseerde informatie (leerboeken, naslagwerken, hobbyboeken,..).
Dat laatste zal in de nabije toekomst echter meer op internet te vinden zijn dan in de bibliotheekkast. Een geslaagde inwijding
in de Bijbel zal dan ook grotendeels afhangen van de poging om in de lessen taal en wereldorintatie het inzicht in de wereld
van het boek te verruimen en te verdiepen.
L. en R. zeggen weinig in groep. Door een gerichte vraagstelling en persoonlijk aanspreken probeer ik hen te motiveren. Ik
heb ook aandacht voor de leerling met Frans als moedertaal om te zorgen dat hij de essentie van het verhaal begrijpt.
Eventueel vertaal ik enkele woorden.
Individuele beginsituatie van kind(eren) m.b.t. deze les

Differentiatievorm

tempo

M. spreekt en begrijpt niet voldoende Nederlands om de teksten te begrijpen.

begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

rooms-katholieke godsdienst vogltjelief Vogeltje lief

1/6

Ja. en E. zijn sterk in het verwoorden van hun mening.

tempo
begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

J. heeft concentratiemoeilijkheden en dwaalt snel weg.

tempo
begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

K. heeft ASS en heeft nood aan structuur.

tempo
begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

3. BRONNEN
Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te
bereiden? Formuleer volgens de APA-methode.
CHRIS FRASER (e.a.); Mijn eerste gebeden; Parragon Books; U.K.; 2004.
CHRISTA DAMEN, HANS TEBLICK (e.a.); Tuin van Heden: handleiding 5; Van In; Wommelgem; 2002.
Erkende instantie, Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen, LICAP, 2000
Aertssen, K., Vogeltje lief, de Eenhoorn, Wielsbeke

Songtekst 'Kleine vogel'


't Was winter en de kou die ging je echt door merg en been
De bomen kaal en koud, stille straten
Ik keek eens door 't raam en buiten zag ik heel alleen
'n Vogeltje verzwakt en zo verlaten
Het kon haast niet meer vliegen dus nam ik 't beestje mee
En binnen is het toch weer bijgekomen
Na maandenlang verzorgen vloog 't vogeltje in 't rond
De lente kwam met blaadjes aan de bomen
Kleine vogel, ga maar zweven
Vlieg zover als je maar kan
Kleine vogel, 't is jouw leven
Ga en maak er dus wat van
Kleine vogel, ga maar zingen
Blijf steeds opgewekt en blij
Maar beloof me dat je steeds wanneer je rondvliegt
Ook je mooie liedjes fluiten blijft voor mij
De zomer was een feest voor hem hij vloog vlot af en aan
Hij was van mij en ik van hem gaan houden
Maar op een dag, de zomer was al haast voorbij gegaan
Kwam hij met nog een vogeltje aansjouwen
Ik wist dat dit zou komen maar toch doet het mij wel pijn
Ze stonden met z'n tweeen voor de ruiten
En trots naast haar keek hij me aan vanaf 't raamkozijn
En zacht begon hij toen voor mij te fluiten
Kleine vogel, ga maar zweven
Vlieg zover als je maar kan
Kleine vogel, 't is jouw leven
Ga en maak er dus wat van
Kleine vogel, ga maar zingen
Blijf steeds opgewekt en blij
Maar beloof me als je weggaat vlieg een rondje
Fluit dan 1 keer nog 'n afscheidslied voor mij
En beloof me, als je weggaat vlieg een rondje
En fluit dan 1 keer nog 'n afscheidslied voor mij
rooms-katholieke godsdienst vogltjelief Vogeltje lief

2/6

4. Bordschema
Welke kernwoorden, schemas, geheugensteuntjes, bied je aan ter visuele ondersteuning?
Welke borden zijn beschikbaar? (krijtbord, magneetbord, )
Indien je een digibord gebruikt, druk je het bordplan af.

Prenten uit het prentenboek vogeltje lief


Prenten van het Bijbelverhaal 'Op weg naar Emmas'

rooms-katholieke godsdienst vogltjelief Vogeltje lief

3/6

TIJD

DOELEN

LEERPROCESBEGELEIDING

Wat wil je dat de leerlingen kennen/kunnen


aan het einde van deze les/lesfase? Noteer in
observeerbaar gedrag.

(lesgang, leerinhoud, instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden)

WERKVORM
MEDIA/MATERIAAL/ORGANISATIE
KLASSCHIKKING

Vermeld het nummer van het leerplandoel


(voor instroom n uitstroom deel 1).
Noteer het differentiatiedoel indien je in een
lesfase differentieert.

De leerlingen kunnen op een


correcte manier het kruisteken
maken.

Bij het binnenkomen steekt de leerkracht de kaars aan en


volgt er een gebed.
Beluisteren van het lied van Arie Passchier 'Kleine
vogel'.

De leerlingen kunnen
verduidelijkingvragen en
belevingsvragen over het lied
beantwoorden.

verkennen

De leerlingen kunnen een


persoonlijke appreciatie formuleren
bij het lied.
De leerlingen zijn bereid hun
gevoelens te verwoorden bij het
horen van het lied.

De leerkracht stelt vragen over het beluisterde lied (het


leermiddel):
Verduidelijkingvragen en belevingsvragen
-

Waarover gaat het lied?


Had je het lied al eerder gehoord? Waar?
Wat vind je van het lied?
Welk gevoel geeft het lied jou?
Welke boodschap zou jij uit het lied halen?
Waarom?
Welke zinnen vind je belangrijk in het lied?
Waarom die zin?

https://www.youtube.com/watch?v=aG8p7EPxvvc

De leerlingen zitten samen met de


leerkracht in een kring (vooraf zijn de
tafels achteruit geschoven).
De leerkracht geeft de liedjestekst aan
de leerlingen.
De leerlingen luisteren naar het lied dat
de leerkracht afspeelt.
Klasschikking: kring
LK zorgt ervoor dat ze een zicht heeft
op alle leerlingen en de leerlingen
voldoende plaats hebben.

De leerlingen kunnen de boodschap


formuleren die ze uit dit lied halen.
De leerlingen zijn bereid om na te
denken over de zinnen in het lied.

verdiepe
n

De leerlingen durven aan hun


klasgenoten vertellen welke zinnen
uit het lied ze belangrijk vinden.

Vertellen van het verhaal 'Vogeltje lief'


De leerlingen kunnen aandachtig
luisteren naar de leerkracht.

rooms-katholieke godsdienst vogltjelief Vogeltje lief

Na het vertellen stelt de leerkracht de volgende vragen:


- Wat vind je van het verhaal?
- Wie zijn de belangrijkste personen in het verhaal?
4/6

De leerkracht vertelt het verhaal, maar


stopt op bepaalde momenten om de
leerlingen de kans te geven
voorspellingen te doen.

De leerlingen kunnen een antwoord


formuleren op de vragen die de
leerkracht stelt.
De leerlingen kunnen met eigen
woorden vertellen hoe zij denken
over het verhaal.

De leerlingen kunnen in eigen


woorden het Bijbelverhaal
hervertellen.
De leerlingen kunnen prenten van
het prentenboek linken aan prenten
van het Bijbelverhaal en hun keuze
verwoorden.

rooms-katholieke godsdienst vogltjelief Vogeltje lief

- Wat is er in het verhaal gebeurd?


- Wie had er verdriet in het verhaal?
- Waarvan komt de titel 'Vogeltje lief'?
- Welke mooie woorden sprak mevrouw Pluim uit voor ze
stierf?
- Wat kan je afleiden aan de tekeningen?
- Waarom krijgt n vogeltje meneer Pluim terug uit zijn
zetel?
- Wat is er speciaal aan die vogel denk je?
- Door wie komt meneer Pluim weer de boom uit?
- Zou jij zoals meneer Pluim zijn? Waarom?
- Zou jij zoals mevrouw Pluim zijn? Waarom?
-Zou jij zoals Merel kunnen zijn? Waarom?
- Waarom doet hij dat?
- Hoe voelde je jou bij het horen van het verhaal.
- Waarom zouden ze brood verkruimelen?
- Waaraan denk je dan?
- Zou God ergens in het verhaal aanwezig zijn?
- Op welk moment?
Linken leggen met het Bijbelverhaal 'Op weg naar
Emmas'
De leerlingen krijgen enkele prenten van het prentenboek
'Vogeltje lief'. Ze krijgen ook de prenten van 'Op weg naar
Emmas'.
De leerlingen vertellen in hun eigen woorden hoe het
verhaal van 'Op weg naar Emmas' ging. Ze leggen per
prent van het Bijbelverhaal een prent uit het prentenboek
erbij. Waarom kiezen ze deze prent?

5/6

De leerlingen hangen de zinnen van het


lied bij de prent waar zij van vinden dat
het erbij hoort.

De leerkracht hangt de zes prenten van


het Bijbelverhaal op het bord terwijl de
leerlingen het verhaal hervertellen.
Nadien hangen de leerlingen er de
prenten van het prentenboek onder
(beperkte selectie).

verwerken

De leerlingen kunnen de
decopatchtechniek correct
uitvoeren.
De leerlingen kunnen dingen
opschrijven die hen helpen om een
verdriet te verwerken.

Knutselwerk
De leerlingen gaan een ei versieren met decopatch. De
leerkracht geeft een korte demonstratie.
Ze schrijven op het ei hoe zij van iets verdrietigs terug een
glimlach kunnen krijgen. Ze kunnen ook opschrijven hoe zij
anderen terug een glimlach kunnen bezorgen.

lesovergang

De leerlingen kunnen dingen


opschrijven die anderen helpen om
terug een glimlach te krijgen.
De leerlingen kunnen op een
rustige manier hun papieren in de
map steken.

rooms-katholieke godsdienst vogltjelief Vogeltje lief

De leerlingen zetten de geknutselde eieren op de


vensterbank om te drogen. Ze steken de papieren in hun
map en gaan achter hun stoel staan. Hierna is het
speeltijd. Na de speeltijd hebben de leerlingen dictee.

6/6

Eieren van isomo


Lijm in potjes
Decopatchpapier
Penselen
Stiften
Flesjes om de eieren op te zetten

Anda mungkin juga menyukai