Reclame
Drie niveaus van regels mbt reclame:
1) supranationaal
2) nationaal
3) zelfregulering
Wij zoomen in op het nationale niveau!
Dit valt uiteen in 2 belangrijke type reclames:
1) Misleidende reclame
2) Vergelijkende reclame
Artikelen:
Art. 6:194 BW (bedrijf)
Art. 6:194a BW (vergelijkende reclame)
Art. 6:193c BW (consument)
Consumentenkoop (klanten)
Relaties WAAR met derden:
- Leveranciers
- Overheid (belasting)
- Verkooprelatie
- Winkeltijdenwet
- Franchise gevers en nemers
- Huurovereenkomst
- Arbeidsovereenkomst
Vermogensrecht:
- Verbintenis uit de wet
-Verbintenis uit overeenkomst
Algemeen overeenkomsten recht BW6
Bijzonder overeenkomsten recht BW7
Artikelen: Art. 7:5 BW consumentenkoop
Voorwaarden art. 7:5 lid 1 BW
1) roerende zaak
2) verkoper, uitoefening beroep of bedrijf
3) koper, natuurlijk persoon, niet handelt in uitoefening beroep/bedrijf
Art. 7:6 BW dwingend recht
1: Overdracht eigendom art 7:9 lid 1 BW
2: Bezitsverschaffing art. 7:9 lid 2 BW
Mooi verschil: gewone koop & consumentenkoop = art. 7:11 en 7:10 lid 1 BW
3. Conformiteit: Art. 7:17 lid 1 BW
Conformiteit: Voldoet aan de overeenkomst
Non-conformiteit: voldoet niet aan de overeenkomst Art. 7:21 Nonconformiteit
Overeenkomsten via internet
- B2B
- B2C
- C2C
3 fases:
1: precontractuele fase koop (op afstand)
H2
art. 6:162 BW
art. 6:198, 6:203, 6:212 BW
Aanbod en aanvaarding
art. 6:217 BW
Ontstaat door wil en verklaring
Stadia Plas/Valburg
1. Vrij om onderhandelingen af te breken
2. Vrij om onderhandelingen af te breken, maar R&B vereist betaling van
gemaakte kosten
3. Partijen zijn niet vrij om onderhandelingen af te breken, SV waaronder
eventueel gederfde winst.
Koopovereenkomst
art. 7:1 BW
Wanneer geen geld betaald
art. 7.47 BW (ruil)
Rechten van de koper
1. Eigendomsoverdracht
art. 7:9 lid 1
2. Aflevering
art. 7:9 lid 2
3. Conformiteit
art. 7:17 lid 1
Contracten
Contract vrijheid
art. 3:40 BW
Dwingende wetsbepaling
Strijd met de goede zeden
Strijd met openbare orde
De partijafspraak
De wet
Gewoonterecht
Redelijkheid en billijkheid
De partijafspraak
Schriftelijk of mondeling
De wet
Aanvullend recht
7:4 BW en artikel 7:6, lid 2 BW
o Geldt als partijen over onderwerp zelf geen afspraken maken
Dwingend recht
7:667 lid 7 BW en artikel 7:6 lid 1 BW
Gewoonterecht
Redelijkheid en billijkheid
Aanvullende werking
Beperkende of derogerende werking
Omschrijving product
Prijs product
Betalingsvoorwaarden
Leveringsvoorwaarden
Garantiebepalingen
Gevolgen wanprestatie
Wat valt onder overmacht
Conflictoplossing
6:248 lid 1 BW
6:248 lid 2 Bw
Algemene voorwaarden
Definitie
art. 6:231 sub a
Algemene voorwaarden
Gebruiker
Wederpartij
Vernietigbaarheid
6:233 BW
Sub a
Sub b
Onredelijk bezwarend
Onredelijk bezwaren voor wederpartij, gelet op:
Tekortkoming in de nakoming
Wanprestatie
overeenkomst
Nakoming blijvend
onmogelijk
(art. 6:74 lid 2 BW)
Nakoming nog
mogelijk
1.
Gewone opschorting
2.
Ontbinding door schriftelijke
verklaring of door de rechter
Bijzondere opschorting:
- Onzekerheidsexceptie
Ingebrekestelling
- Retentierecht
Recht op
schadevergoeding
Verzuim
Nakoming
(art. 6:81 BW)
nog mogelijk
Nakoming blijvend o
Recht op nakoming en
aanvullende
schadevergoeding
(art. 6:74 en 85 BW)
O
ong
Ingebrekestelling
Recht op vervangende
schadevergoeding
door omzetting
(art. 6:87 BW)
Verzuim
Ontbinding en
ongedaanmaking
binnen redelijke termijn na levering gemeld dat de zaak niet aan de ovk
beantwoord
H3
Onderwerp
Schade aan de
werknemerwaarvoor
zijn werkgever
aansprakelijk is
(moeilijk uit wet te
halen)
Inho Toepassen
ud
Art. Art.7:658 BW
7:65
8
BW
Werknemerbewijst
Scha
d
e
Schade
Causaal verband
Bedr
o
Tussen schade en ongeval
ijf
s
o
Tussen ongeval en schending zorgplicht
o
n
Bedrijfsongeval
g
e
v
al
Werkgeverkan zich verweren, door te bewijzen
dat:
Caus
a
al
v
e
r
b
a
n
d
s
c
h
a
d
e
e
n
o
n
g
Zorgplicht is nagekomen, of
Sprake is van opzet of bewuste
roekeloosheid bij de werknemer
e
v
al
Caus
a
al
v
e
r
b
a
n
d
o
n
g
e
v
al
e
n
s
c
h
e
n
di
n
g
z
o
r
g
pl
ic
h
t
Opze
t/
b
e
w
u
st
e
r
o
e
k
el
o
o
s
h
ei
d
Schade door de
Werknemer waardoor
de Werkgever
aansprakelijk
Art. Art.6:170 BW
6:17
0
BW
Kans
o
p
fo
u
t
v
e
r
g
r
o
o
t
d
o
o
r
o
p
g
e
d
r
a
g
e
n
t
a
a
k
Opdr
a
c
h
t
g
e
v
e
r
z
e
g
g
e
n
s
c
h
a
p
o
v
e
r
g
e
d
r
a
gi
n
g
h
e
b
b
e
n
Restartikel
(alle dingen waarvoor
geen speciale regeling
is, meestal over
menselijke OD)
Art. Art.6:162 BW
6:16
2
BW
Onrechtmatige daad
Onre
c
h
t
m
a
ti
g
e
d
a
a
Ad. 1
d
Relat
iv
it
ei
ts
ei
s
Caus
a
al
Strijd wet
Maatschappelijke zorgvuldigheid
(kelderluikcriteriabij gevaarzetting:
Scha
d
e
Inbreukrecht
Toer
e
k
e
ni
n
g
Toerekening
v
e
r
b
a
n
d
Art. Art.6:185 BW
6:18
5
BW
(gevolgschade)
Product
Prod
u 6:187, eerste lid, product: roerende zaak
c
e
n
t Producent
EU
Scha
d
e
Gebrek
Caus Schade
a
al 6:190, dood of lichamelijk letsel
v
e Zaakschadeprivesfeermet franchise
r
b
a
n Vervolgens moet de benadeelde voor
d aansprakelijkheid het volgende bewijzen
(s
c
(6:188 BW)
h
a
De schade
d
e
Het gebrek
v
e
Causaal verband
r
o
o
rz
a Verweermiddelen
a
kt 6:185 BW a t/m f
d
o
o
r
g
e
b
r
e
k)
Uitzo
n
d
e
ri
n
g
e
n
a
t/
m
f
Arbeidsovereenkomst
1.
Aann
e 2.
m
in
g 3.
v
a
n
w
e
r
k
Geenarbeidsovereenkomst
Tot stand brengen werk vanstoffelijke
aard
Betalen bepaaldeprijs
1.
Opdr
a 2.
c
h 3.
t
Verrichtenwerkzaamheden
Geenarbeidsovereenkomst
Werkzaamhedenietsanders dan werk van
stoffelijke aard
1.
Arbe
id
s 2.
o
v
e
r 3.
e
e 4.
n
k
o
m
st
ondergeschiktheid
Betalen van loon
Extra criteria uit jurisprudentie:
a.
Continuteit
b.
c.
eindverantwoordelijkheid
d.
regelmatige loonbetaling
Omgevingsrecht
Algemeneweigeringsgrondinbelang
inrichting,indien
Verg
bescherming milieu
inrichting nadelige
u
gevolgen voor het milieu
n
Uitgangspunt is niet weigering, maar
heeft)
ni
verbinden van voorschriften om nadelige
n
g
v
o
o
r
a
ct
iv
it
ei
t
M
ili
e
u
Verg
u
n
ni
n
g
v
o
o
r
a
ct
iv
it
ei
t
B
o
u
w
e
n
In
strijd
met
Veiligheid
Gezondheid
Bruikbaarheid
Energiezuinigheid
Strijd metbouwverordening:
Bijv. parkeergelegenheid
Strijd met bestemmingsplan:
Ontheffingsmogelijkheden
Redelijke eisen van welstand:
Welstandscommissie adviseert
H4
Attributiebeginsel:
art. 4 lid 1 EU
Dit wil zeggen dat: Lidstaten moeten aan de EU bevoegdheden hebben afgestaan anders mag de EU
de bevoegdheden niet uitoefenen. De eerste bevoegdheid is dus van de lidstaten!
Gedeelde bevoegdheid: art. 5 lid 1 en 4 EU
De lidstaten hebben de bevoegdheid afgestaan
maar zeggen dat zij hem nog hebben. Maar nu is
de vraag wie mag hem uitoefenen? De EU moet
overtuigen dat de lidstaten de bevoegdheden niet
gebruiken, dan mogen ze het zelf pas uitoefenen.
Exclusiviteitsbeginsel:
art. 5 lid 1 en 3 EU
Lidstaten hebben hun bevoegdheid overgedragen
en ze mogen het zelf niet meer uitoefenen.
art. 3 EUW
art. 4 EUW
Recht basisbeginsel:
Dit houdt in dat als er bijvoorbeeld gevraagd wordt: Zwangere vrouwen krijgen langer vrij. Dan
ga je kijken in deze subs. van de artikelen.
art. 6 EUW
Stel de EU krijgt bevoegdheid exclusief of gedeeld. Maar de bevoegdheden worden niet bedoeld in art.
3 en 4 EUW dan heeft de EU geen bevoegdheid, lidstaten wel. Als de lidstaten hier toch nog moeite
mee hebben kan de EU ondersteunen d.m.v. art.6 EUW (a t/m g)
Instrumenten
Art. 288 EUW
1
2
3
4
1
2
3
4
Harmonisatie? Ja!
Financile belemmeringen (Tarifaire)
Hoeveelheidsbelemmeringen (Non-tarifaire)
A) Art. 30 EUW: verbod: mogen niet!
Art. 34 EUW: verbod invoerbeperkingen
- Douanerechten;
a) kwantitatieve invoerbeperkingen (=
- Heffingen van gelijke werking (= ze willen
beperkingen in aantallen)
geen heffing zijn, maar ze zijn het wel.)
b) maatregelen van gelijke werking (MGW): zeer
ruime definitie DASSONVILLE (arrest) (=
Uitzonderingen! Art. 30 EUW
wanneer is het nu eigenlijk gelijke werking?)
1. Retributies (Haven gelden in Rotterdam, de
- maatregelen met onderscheid (discriminatie
haven zorgt wel voorzieningen)
tussen ingevoerde & nationale producten)
2. Heffing o.g.v. maatregel van Unierecht (De
- maatregelen zonder onderscheid (geen
EU heeft dit verplicht gesteld)
discriminatie maar wel belemmering van de
handel tussen de lidstaten/kostprijsverhogend)
3. Heffing = onderdeel algemeen stelsel
binnenlandse belasting (heeft de EU ook
MAAR dit is een ruime verwoording dus:
verplicht gesteld, maar dit mag niet hoger zijn
KECK-WEG (arrest)
dan het percentage wat landen aan jou betalen.)
a) Producteigenschap (Je mag niet minder kuipjes
dan boter doen, want het kuipje kan niet zonder
de boter)
B) Art. 110 EUW: binnenlandse belastingen
b) Verkoopmodaliteit (Het is bijvoorbeeld wel
EU-uitgangspunt: fiscale neutraliteit, dus
legaal om alleen Belgisch bier te verkopen op een
allemaal hetzelfde percentage!
bepaalde tijd als je nog een andere baan hebt.
a) Alinea 1: gelijksoortige (nationale) producten; Maar er mag dus niet gediscrimineerd worden.)
discriminatieverbod
b) Alinea 2: concurrerende (alternatieve)
producten; protectionismeverbod
(= niet helemaal hetzelfde maar lijkt op elkaar)
Twee rechtvaardigheidsgronden, namelijk:
1) Art. 36 EUW LIMITIEVE LIJST!:
a) Maatregelen met onderscheid
b) Maatregelen zonder onderscheid
2) RULE OF REASON (arrest) (KAN
ALLEEN ZONDER ONDERSCHEID!)
Dit is een open lijst (dwingend vereiste van
algemeen belang) voorbeeld:
Mijn product staat niet op de lijst in artikel 34.
maar het is van algemeen belang dat ze niet
verkocht worden. Stel het is een bepaalde
zonnebril die een maffia groep opzet om