verzwakt virus kan zich toch, weliswaar langzaam, vermenigvuldigen, weer uitgescheiden worden en
sterker besmettelijk zijn dan in zijn oorspronkelijke, afgezwakte vorm. In Nederland gebruikt men
daarom tegen polio liever het met formaline gedode virus.
Ook nu nog leveren sommige inentingen problemen op, zoals de dktp-prik, vooral door de
kinkhoesttoxinen, en de mazelenprik met het afgezwakt maar levend virus. (dktp is: difterie,
kinkhoest, tetanus en polio). In 1986 werden zes sterfgevallen van kinderen na vaccinatie gemeld aan
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygine (rivm). Vijf gevallen betroffen van te voren
niet-zieke kinderen, van wie vier na een dktp-enting overleden en het vijfde na een
mazelenvaccinatie. Het zesde kind leed aan een ernstig hartgebrek. Een verband tussen vaccinatie en
overlijden kon niet worden bewezen omdat geen sectie werd verricht; zij werden als wiegedood
geduid. In hetzelfde jaar werd twee maal een hersenvliesontsteking gemeld n maal na een
mazelenprik en n maal na een dktp-inenting en verder nog tweenveertig andere ernstige
bijwerkingen van een van beide vaccinaties. De melding is vrijwillig, zodat vol gens het rivm moet
worden aangenomen dat lang niet alle gevallen bekend worden. Dat dit soort bijwerkingen
voorkomen, is algemeen bekend in de medische wereld en heeft, hoezeer het ook ernstig moet
worden genomen, nooit geleid tot een door kranten en televisie aangewakkerde angstgolf. Wat kan
er dan de reden van zijn dat bij de laatste mazelenepidemie breeduit de publiciteit is gezocht? De
aanleiding werd gevormd door het overlijden van een zesjarig jongetje en een week later een vijfjarig
meisje aan, zo werd bericht, een complicatie van mazelen. Het is opmerkelijk dat nooit is bekend gemaakt aan welke complicaties de kinderen zijn overleden en of er nog andere omstandigheden
hierbij een rol hebben gespeeld. Het is namelijk al jaren bekend dat bij de zeldzame gevallen van
overlijden na mazelen vrijwel altijd sprake is van een voorafgaand lijden, zoals bij voorbeeld een
hartgebrek of mongolisme. De longontsteking als complicatie is in het algemeen goed te behandelen.
Indringer
Nederland beroemt zich er op met 95 procent tot de landen met het hoogste percentage ingenten
te behoren. De volkswoede naar aanleiding van de sterfgevallen richtte zich dan ook gemakkelijk op
de overblijvende vijf procent. Opvallend is dat deze volkswoede werd aangewakkerd en verwoord
door enkele hoogleraren. De hoogleraar gezondheidsrecht Roscam Abbing uit Maastricht meent dat
ouders die hun kinderen niet tegen mazelen laten inenten uit de ouderlijke macht moeten worden
ontzet. Professor Dupuis, hoogleraar ethiek te Leiden, die vaker blijk geeft van een zekere hang naar
dwangmaatregelen, vindt dat inenten verplicht moet worden. En Professor Huisman, sociaal
geneeskundige te Rotterdam, beweert zelfs dat een derde van de kinderen die de mazelen hebben
gehad daar psychische schade van overhoudt of spasticiteit! Het lijkt een duidelijke zaak: de twee
sterfgevallen die het gevolg zouden zijn van een tot voor kort onschuldige kinderziekte, zijn de schuld
van de ouders die hun kind geen mazelenvaccinatie hebben gegund. De zaken liggen echter iets
genuanceerder. Vroeger kwamen complicaties bij mazelen in de westerse wereld maar zelden voor.
De enige ernstige complicatie die moet worden gevreesd, is de encefalitis, immers de longontsteking
is goed te behandelen. In het begin van de jaren zestig gold bij voorbeeld in Duitsland een getal van
1:14500 gevallen van mazelen waarbij encefalitis als complicatie van mazelen optrad. Er wordt
aangenomen dat vijftien procent van de kinderen met encefalitis overlijdt. Inmiddels, sinds de vaccinaties, geldt een getal van 1:1000 a 1:2000. Het is overigens de vraag of dit ernstiger verloop alleen
te wijten is aan het gebrek aan antistoffen bij de niet gevaccineerden, of dat ook de behandeling van
de ziekte er een rol in speelt.
Een onderzoek van de Haarlemse arts B. Witsenburg in Afrika, waar mazelen een ernstiger verloop
heeft dan in Europa, liet zien dat overlijden aan complicaties bij mazelen statistisch beduidend vaker
voorkomt bij kinderen die koortswerende middelen krijgen. Dat is ook te verwachten, want koorts is
een van de manieren waarop het lichaam zich tegen een dergelijke indringer verweert.
Mazelen vormde eigenlijk nooit een probleem. Het was een ziekte die je gehad moest hebben en die
ook vrijwel iedereen van boven de vijftien jaar heeft doorgemaakt. Het betekende een paar dagen
ziek thuis blijven met koorts, hoesten en rode vlekken op gezicht en lijf, vertroeteld worden door je
moeder en weer beter worden. En beter worden kon je heel letterlijk nemen. Je moeder vond dat je
veranderd was en dat vond je zelf ook. Je armen staken verder uit je mouwen en broekspijpen, je
keek anders uit je ogen, je was minder kind en meer mens geworden. Hoge koorts betekent een
inspanning voor het lichaam; er moet tenslotte een ziekte worden overwonnen. Iedereen weet dat je
door inspanning sterker wordt. Dat geldt ook voor het afweersysteem. Nu de kinderziekten al bijna
volledig zijn uitgeroeid, overspoelt een grote golf van verkouden, hoestende en benauwde kindertjes
het spreekuur van de huisarts. Vooral huid- en luchtwegproblemen de gebieden waar de klassieke
kinderziekten de strijd laten afspelen nemen bij kleine kinderen enorm toe. Een kinkhoest die
vaak serologisch (wat betreft antistoffen) niet tot de echte kinkhoest is te herleiden en ook
vlekjesziekten, die lijken op de klassieke kinderziekten maar het niet zijn, vormen een vrijwel dagelijks beeld. Het lijkt wel of een kind niet zonder kinderziekten kan. Het belang van het doormaken van
kinderziekten wordt vanuit de antroposofische geneeskunde als volgt verduidelijkt. In het kort
gezegd komt het er op neer dat een mens als geestelijk wezen zijn ouders heeft uitgezocht om een
lichaam voor hem te vormen. Dat geboren lichaam heeft echter aanvankelijk meer de kwaliteiten en
eigenschappen van de ouders dan van het kind dat er in woont. Het lichaam moet worden
omgebouwd om eigen te kunnen worden. Daarvoor moet grote kracht worden gemobiliseerd. Koorts
bij voorbeeld. Alle kinderziekten hebben een eigen terrein waar ze verbouwingswerkzaamheden
mogelijk maken: de huid, de luchtwegen, de slijmvliezen en het zenuwweefsel. Na roodvonk, dat met
langdurige hoge koorts gepaard gaat, vervelt een kind zelfs en komt als nieuw weer te voorschijn. In
het medisch tijdschrift The Lancet van 5 januari 1985 is een artikel verschenen waarin de resultaten
van een veertig jaar durend onderzoek naar de gevolgen van mazelen werden gepubliceerd. Er bleek
een statistisch significant verband te bestaan tussen het niet doorgemaakt hebben van mazelen en
het op latere leeftijd ontstaan van immuniteitsziek-ten, bot- en kraakbeenziekten en tumoren. Het
rivm heeft het op zich genomen om behalve de ernstige ziekten difterie, tetanus en polio en de niet
zo ernstige kinkhoest, ook de voor kinderen onschuldige bof, rode hond en mazelen weg te
vaccineren. Dit is voor veel, vooral antroposofische ouders, die om nog weer andere overwegingen
dan streng gereformeerde ouders kinderziekten positief waarderen, geen reden om zich te laten
wijsmaken dat deze ziekten uiterst gevaarlijk zijn. Ze zijn hoogstens erg lastig. Wanneer door het
hoge vaccinatiepercentage en de daardoor ontstane afwezigheid van afweerstoffen, mazelen in de
toekomst een gevaarlijke ziekte zou worden, zal dat voor veel antroposofische ouders een nieuw element betekenen in de overweging wel of niet te vaccineren. Ze zijn dan wel gedwongen tegelijkertijd
tegen de bof en de rode hond te laten enten. Of deze vooruitgang ook een verbetering van de
gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking zal betekenen, is echter de vraag.
Het lijkt meer zo te zijn dat de vaccinatieparaplu waaronder ook de niet gevaccineerden kunnen
schuilen, het karakter van een steriele broeikas gaat aannemen waarin kwetsbare plantjes
opgroeien. Zo schept de technologische gezondheidszorg zijn eigen problemen.