Anda di halaman 1dari 70

ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME

Faculteit der Technologische Wetenschappen


HET SCHRIJVEN VAN EEN ONTWIKKELINGSPLAN VOOR EEN CENTRUMGEBIED
IN ALBINA, MET DE NADRUK OP INRICHTING

Een afstudeerverslag
ingediend
ter afronding van de studie van
Bachelor of Science (BSc)
in Infrastructuur (Land, Informatie, management & Planning)
Beeldstroo, Lucretia
Dakriet, Tafara
Hoofdbegeleider : Ir. J. Martinus
Subbegeleider : Ir. H. Struiken
Datum: 11 december 2013
Paramaribo, Suriname

VOORWOORD
1

Ter afronding van de studie van Bachelor of Science in Land Informatie Management &
Planning, is aan het eind van de drie jarige studie een afstudeerproject in het curriculum
opgenomen. Het doel is om de tot nu toe opgedane kennis tijdens de studie toe te passen bij het
oplossen van problemen in het vakgebied.
Voor ons was het belangrijk te kiezen voor een gebied welke reeds bestond, maar tegelijkertijd
behoefte had aan Ruimtelijke Ordening en (her)inrichting.
De keus is gevallen op een centrum van ressort Albina. Dit vanwege de gunstige ligging van het
gebied met als gevolg de ontwikkelingsmogelijkheden voor het gebied. Ook het gegeven dat
ressort Albina de hoofdplaats is van Marowijne en het in het verleden reeds tot ontwikkeling
gebracht was, heeft bijgedragen tot het kiezen voor dit gebied.
Tot slot heeft ook de behoefte aan herinrichting van het gebied, een belangrijke rol gespeeld bij
de keuze.
Voorafgaand aan dit verslag is een afstudeerdossier opgesteld waarin de
afstudeeropdracht is beschreven en hoe we de opdracht willen aanpakken. Na het
werkplan is een vooronderzoek gestart om inzicht te krijgen in het project, om vervolgens te
werken aan een ontwikkelingsplan met de nadruk op inrichting.
Het afstudeerproject wordt afgesloten met een presentatie en verdediging.

SAMENVATTING
2

Ressort Albina is de hoofdplaats van het district Marowijne, welke in het verleden een
belangrijke rol gespeeld heeft in de ontwikkeling van Suriname. Echter is daar in de laatste
decennia verandering in gekomen en is Albina sterk achteruit gegaan. Met dit onderzoek is
beoogd een beeld te krijgen van de belemmering op ontwikkeling en de
ontwikkelingssmogelijkheden van een centrumgebied in Albina, met de nadruk op inrichting.
Hiervoor is onderzocht wat de grootste behoeften zijn in het gebied en tegelijkertijd waar de
grootste potenties van het gebied liggen om deze tot ontwikkeling te brengen. Dit is gedaan door
bestudering van literatuur, waaronder plannen uit het verleden die reeds voor dit gebied
geschreven zijn. Ook is er gesproken met belangrijke betrokkenen, zoals de districtscommissaris,
en is er veldonderzoek gedaan, onder andere door middel van waarnemingen. Dit alles heeft
bijgedragen tot het schrijven van het ontwikkelingsplan.
Dit met het oog op het maken van Ressort Albina tot centrum van Marowijne, maar ook voor de
rest van Noord-Oost Suriname. Gebleken is dat er in het gebied grote behoefte is aan goede
huisvesting, gebrek is aan enkele belangrijke voorzieningen op het gebied van onderwijs en
gezondheidszorg en dat het gebied zwaar lijdt onder wanordelijke inrichting.
Er is in kaart gebracht hoe het gebied het beste ingericht kan worden, rekening houdend met
bewoning, voorzieningen en economische activiteiten. Ook is geconcludeerd dat Toerisme een
grote bron van inkomsten kan vormen bij de verdere ontwikkeling van het gebied. Belangrijk is
wel dat er een beleid uitgestippeld wordt, voornamelijk vanuit de overheid. Dit beleid moet
ervoor zorgen dat het centrum van Albina op strategische wijze tot ontwikkeling gebracht wordt,
waarbij Ruimtelijke Ordening het belangrijkste aspect is. Ondersteunende wetgeving, een
bestemmingsplan en een ontwikkelingsplan dienen als basis voor het tot ontwikkeling brengen
van het centrumgebied in Albina.

INHOUDSOPGAVE
3

TITEL PAGINA ...................................................................................1


VOORWOORD................................................................................... 2
SAMENVATTING............................................................................... 3
INHOUDSOPGAVE............................................................................ 4
LIJST VAN FIGUREN........................................................................ 6
LIJST VAN TABELLEN..................................................................... 7
1

INLEIDING........................................................................................
.8
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
1.6.
1.7.
1.8.
1.9.

LITERATUURSTUDIE.....................................................................
16
2.1.
2.2.
2.2.1.
2.2.1.1.
2.2.1.2.
2.2.1.3.
2.2.1.4.
2.2.1.5.
2.2.2.

Introductie....................................................................................... 8
Probleembeschrijving.................................................................... 11
Probleemstelling............................................................................ 13
Doelstelling.................................................................................... 13
Uitgangspunten............................................................................. 13
Randvoorwaarden......................................................................... 13
Onderzoeksvragen........................................................................ 13
Studiegebied................................................................................. 14
Plan van aanpak............................................................................ 14

Algemene informatie Marowijne................................................... 16


Algemene informatie Albina......................................................... 18
Historie......................................................................................... 19
Oprichting..................................................................................... 19
Ontwikkeling................................................................................. 20
Achteruitgang................................................................................ 21
Herleving van Albina...................................................................... 22
De binnenlandse oorlog................................................................. 22
Het ressort Albina.......................................................................... 23

INVENTARISATIE VAN HET STUDIEGEBIED...............................


26
3.1.
Het belang van een inventarisatie................................................. 26
3.2.
Foto interpretatie........................................................................... 26
3.3.
Methode van Inventarisatie........................................................... 28
3.4.
Bottlenecks.................................................................................... 30
3.5.
Algemene opvattingen over het totaal geinventariseerd gebied en
een SWOT analyse....................................................................................... 34
3.6.
Samenvatting na inventarisatie van het gebied............................ 36
4

ONTWERPFASE VAN HET ONTWIKKELINGSPLAN...................


37
4.1.
Ontwikkelingsideeen voor het gebied........................................... 37
4.2.
Samenvatting van de ontwikkelingsideeen aan de hand van
informatiegesprekken, onderzoek en bestudering van de literatuur............. 38
4.3.
Ontwikkelingsmogelijkheden die indirect verbonden zijn aan het
studiegebied.................................................................................................. 38
4.4.
De visie over de ontwikkeling van het studiegebied...................... 39
4.4.1.
Inleiding......................................................................................... 39
4.4.2.
Het studiegebied ontwikkeld tot een centrum op geheel regionaal
verzorgend niveau......................................................................................... 39
4.4.3.
De visie met betrekking tot Toerisme; grootste
bron van inkomsten...................................................................................... 41
4.4.4.
De visie met betrekking tot huisvesting......................................... 43
4.4.5.
De visie met betrekking tot voorzieningen..................................... 46
4.4.6.
Toekomstmuziek voor het studiegebied........................................ 46

HET ONTWIKKELINGSPLAN.........................................................
48
5.1.
5.1.1.
5.1.2.
5.1.3.
5.1.4.
5.1.5.
5.1.6.

Herinrichting van het studiegebied................................................. 48


Stadscentrum................................................................................. 51
Internationale zone......................................................................... 51
Parkeerzone................................................................................... 52
Park zone....................................................................................... 52
Woon zone..................................................................................... 52
Overheidskantoren en diensten zone............................................. 53

CONCLUSIES & AANBEVELINGEN..............................................


54
6.1.
6.2.

Conclusies.................................................................................... 54
Aanbevelingen.............................................................................. 54

BRONVERMELDING.................................................................. 56
BIJLAGEN................................................................................ 57/1
Bijlage 1...................................................................................... 2
Bijlage 2...................................................................................... 7
Bijlage 3...................................................................................... 14
Bijlage A...................................................................................... 16
Bijlage B...................................................................................... 17
Bijlage C...................................................................................... 18
Bijlage D...................................................................................... 19
5

LIJST VAN FIGUREN


Fig. 1 De Arronschool aan de Struikenstraat............................................................... 12
Fig. 2 Een auto onderdelenzaak aan de Struikenstraat............................................... 12
Fig. 3 Begrenzing van het studiegebied....................................................................... 14
Fig. 4 Ressorten indeling van Marowijne..................................................................... 17
Fig. 5 August Kappler.................................................................................................. 20
Fig. 6 Portret Albina..................................................................................................... 20
Fig. 7 Luchtfoto van het gebied voor gebruik Interpretatie........................................... 28
Fig. 8 Straatindeling na inventarisatie.......................................................................... 29
Fig. 9 Indeling van de voorkomende bottlenecks naar concentratie............................ 33
Fig. 10 Indeling van Brazilie........................................................................................... 40
Fig. 11 Enkele belangrijke dorpen langs de Marowijne rivier....................................... 44
Fig. 12 Zone indeling van het gebied............................................................................ 49
Fig. 13 Onderverdeling van de Zones........................................................................... 50

LIJST VAN TABELLEN


Tabel 1
Tabel 2
Tabel 3
Tabel 4
Tabel 5
Tabel 6
Tabel 7

Oppervlakte Ressorten Marowijne........................................................... 16


Aantal geregistreerde personen naar nationaliteit................................... 17
Diensten gezondheidszorg Marowijne..................................................... 18
Scholen in Marowijne per ressort............................................................. 18
Overige overheidsdiensten in Marowijne................................................. 18
Aantal inwoners naar leeftijd.................................................................... 24
Overzicht huizen in studiegebied............................................................. 31

Hoofdstuk 1

INLEIDING

1.1. Introductie
In Suriname is de focus met betrekking tot ontwikkeling tot nu toe voornamelijk gelegd op
Paramaribo en omgeving. Het grootste deel van de totale bevolking, is afhankelijk is van de
hoofdstad wanneer het aankomt op zaken als werkgelegenheid, winkelvoorzieningen,
gezondheidszorg, overheidsdiensten en onderwijsvoorzieningen. De overige 9 districten zijn
afhankelijk van en achtergesteld aan Paramaribo. Door deze afhankelijkheid is Paramaribo
overbelast op het gebied van voorzieningen en bewoning. Om deze problemen van
overbelasting van Paramaribo en achtergesteldheid van andere districten op te lossen zijn
verschillende stappen ondernomen:
a. Het decentralisatieprogramma in Suriname(DLGP)

In 1998 is door de toenmalige president van de Republiek Suriname, drs. Jules


Wijdenbosch, het decentralisatie programma geintroduceerd.
Decentralisatie is een proces waarbij de centrale overheid bepaalde taken en
bevoegdheden overdraagt aan lagere overheden. In het decentralisatie programma van
1998 is opgenomen dat een district zelf de bevoegdheid heeft om gelden(voornamelijk
belasting) te innen, verordeningen vast te kunnen leggen en op basis daarvan hun plannen
en begrotingen te kunnen financieren. Marowijne is een (1) van de vijf(5) pilotdistricten.
b. Het landelijk woningbouwprogramma van de Surinaamse overheid. In dit proces* is de
overheid initiatiefnemer van het bouwen van woningen. Zij komt in met verkavelde
domeingrond, waarop de bank een hypotheek vestigt om de bouw van woningen te
financieren. Surinamers worden in de gelegenheid gesteld die woningen tegen verlaagde
rentepercentages af te lossen, afhankelijk van het inkomen per huishouden. Behalve het
inkomen met grond, ziet de overheid erop toe dat ondernemers en banken zich aan
gemaakte afspraken houden. Dit om onder andere de kwaliteit van de huizen te
waarborgen. Het woningbouwprogramma vindt plaats verspreid over het land:
- Soembaredjo (Coronie)
- Leiding 10a (Wanica)
- Hannaslust(Groot Paramaribo)
- Waterland (Para)
- Okrodam(Weg naar zee, Groot- Paramaribo)
- Julianaweg(Houttuin)
- Richelieu(Commewijne),
- Marienburg(Commewijne)
*Bron: www.woningbouwprogramma.org
Een(1) van de districten die ver achter loopt op de ontwikkelingen in Paramaribo, is
Marowijne. Dit district is in vele opzichten afhankelijk van de hoofdstad, ondanks de
8

afstand tussen beide districten 97 km is. Dit komt doordat vele voorzieningen in
Marowijne ontbreken. Het district kent bijvoorbeeld geen middelbare
onderwijsinstellingen, geen goed functioneel ziekenhuis noch een recreatiecentrum.
Daarnaast zijn enkele overheidskantoren en bedrijven niet in Marowijne gevestigd.
Ook Marowijne is in het decentralisatie programma opgenomen. Om Marowijne tot
ontwikkeling te brengen, is het raadzaam bij een hoofdplaats, een centrum, te
beginnen. Van dat punt uit kan de ontwikkeling van de rest van het district op gang
komen. De hoofdplaats van Marowijne is Albina. Er zijn verschillende redenen
waarom het raadzaam is Albina tot centrum van het district te ontwikkelen:
1. Albina is officieel de hoofdplaats van het district Marowijne.
2. De ligging van Albina, het is een grensplaats
3. Albina heeft economische potentie
ad.1 Albina is officieel de hoofdplaats van het district Marowijne
Albina moet dan ook het centrum* van Marowijne worden en zodanig als stad
ontwikkeld worden die de nodige functies heeft:
- Bestuursfunctie: administratie, wetgeving, vrederecht, belasting en burgerlijke stand
- Dienstenfunctie: gezondheidsvoorzieningen, bankinstellingen, brandweer,
transportvoorzieningen
- Woonfunctie: woonhuizen, appartementen, eengezinswoningen
- Werkfunctie: werkgelegenheid voor een groot deel van de lokale(volwassen)
bevolking
- Recreatieve functie: Parken, sportvoorzieningen, speeltuinen, cafes, resataurants,
malls, bioscopen
- Culturele functie; Kerken, gemeenschapcentra, Musea, concerthal
- Handelsfunctie; kledingszaken, supermarkten, slagerij, markt, bakker, winkelcentrum
- Industriele functie: fabrieken, haven
* Soorten centra volgens het plan van Dusseldorf:
1. Centra die op Nationaal niveau verzorgend zijn. Hierin worden voorzieningen
opgenomen die een actieradius hebben welke zich over het gehele land uitstrekt. Het
gaat om voorzieningen als centrale ziekenhuizen, ministeries en universiteiten. Zulke
centa moeten bij voorkeur aan primaire land en waterwegen liggen. Tot nu toe is in
Suriname alleen Paramaribo op nationaal niveau verzorgend.

* Bron: www.wikipedia/stad.nl
2. Centra die op Regionaal niveau verzorgend zijn. Hierin worden voorzieningen
geplaatst, waarvan de gebruiksfrequentie niet dagelijks is, maar wel een regelmatig
karakter heeft. De actieradius van zo een centrum wordt op 10 km gesteld.
Een dergelijk centrum zou bij voorkeur op de kruising van een primaire weg met een
9

secundaire weg of van meerdere secundaire wegen moeten liggen. Enkele regionale
centra zijn tevens de hoofdplaats van een district. Deze districtscentra hebben een
hoger verzorgend niveau (en daardoor actieradius) dan de andere regionale centra.
3. Centra die op lokaal niveau verzorgend zijn. Hier bevinden zich de verzorgende
eenheden waarvan de bevolking dagelijks gebruik maakt bijv. scholen en winkels. De
actieradius van deze centra is 4 km. Deze centra moeten bij voorkeur op een kruising
van een secundaire weg en een tertiare weg of van meerdere tertiaire wegen liggen.
Buiten deze lokale centra kunnen verzorgingskernen ingericht worden die een
aanvullende functie hebben t.a.v. de lokale centra.
Albina is een combinatie van de tweede en de derde vorm van centra. De kenmerken die het
heeft van een centrum welke op regionaal niveau verzorgend is, zijn de volgende:
- Het is de hoofdplaats van een district
- Het bevat voorzieningen waarvan de gebruiksfrequentie niet dagelijks is, maar wel
frequent (bijvoorbeeld overheidskantoren)
De kenmerken die het heeft van een centrum op lokaal niveau:
- Albina heeft voorzieningen waar men dagelijks gebruik van maakt, zoals scholen en
winkels

Definitie:
Primaire -of verbindingswegen: waar de stroomfunctie (stroming van het verkeer)
prioriteit heeft. Ze verbinden stadsdelen of landsdelen met elkaar.
Secundaire of toegangswegen: die het verkeer vanaf een verbindingsweg toegang
geven tot wijken of deelgebieden
Tertiaire of bestemmingswegen: waar het (auto-) verkeer zich sterk moet
aanpassen aan ander gebruik van de weg (aan de erffunctie). Erffunctie betekent:
dat de publieke ruimte gezamenlijk wordt gebruikt door het verkeer en door de
bewoners voor parkeren, een buurpraatje maken, spelen, etc.). Deze wegen leiden
het verkeer naar zijn bestemming, zoals woonpercelen en werklocaties.
Bron: Richtlijn Weginrichting van het ministerie van Openbare Werken, uitgegeven
oktober 2011)

Ad.2 De ligging van Albina; het is een grensplaats.


Albina ligt aan de grens met Frans Guyana, een provincie van Frankrijk. Dat betekent dat Albina
grenst aan de Europese Unie.
Albina kan als poort dienen op het gebied van handel, toerisme en internationale betrekkingen,
vanwege haar ligging.

10

Ad. 3 Albina heeft economische potentie.


Hiermee wordt bedoeld dat er inkomsten gegenereerd kunnen worden. Enkele voorbeelden
hiervan zijn inkomsten op het gebied van import/export- belasting, toerisme, transport, handel,
industrie en natuurbehoud.
De drie bovenstaande punten dienen als argumentatie waarom Albina tot stadscentrum
ontwikkeld kan worden. De potentie van de hoofdplaats van Marowijne ligt in deze drie
bovenstaande punten.

1.2. Probleembeschrijving
Hoewel Albina de potentie vertoont tot centrumstad van Marowijne ontwikkeld te kunnen
worden, voldoet de plaats bij lange na niet aan belangrijke voorwaarden. Albina verkeerd in
verwaarloosde staat en heeft te kampen met een aantal problemen op het gebied van:
- Huisvesting: Een groot deel van de huizen verkeerd in slechte en verwaarloosde staat.
Ook is er een grote behoefte aan woningen.
- Ruimtelijke Ordening: Er is geen goede ruimtelijke ordening aanwezig. Dit is vooral
merkbaar in het centrum van Albina; bewoning, industrie, voorzieningen en handel
komen ongeordend door elkaar voor. Een voorbeeld hiervan bevindt zich aan de
Struikenstraat, waarbij een school en een autozaak tegenover elkaar, gevestigd
zijn(zie figuren 1 en 2).
Er is geen duidelijke zonering aanwezig, waardoor vooral de woonkwaliteit in het
gebied heel laag is, door zaken als geluidsoverlast en vervuiling.
- Voorzieningen: Het gebied is niet voorzien van de nodige recreatie, zoals parken,
sportvoorzieningen en een winkelcentrum, onderwijs instellingen zoals voj (LTS) en
VOS scholen en gezondheidszorg zoals een goedfunctionerend ziekenhuis.
- Werkgelegenheid: Er is in het gebied niet voldoende werkgelegenheid, voor de totale
(volwassen) gemeenschap. De werksector is ongestructureerd. Een groot deel van de
werkende lokale bevolking zit in de informele sector; taxi en boot transport en
illigale standverkoop.

11

Figuur 1: De Arronschool aan de Struikenstraat

Figuur 2: Een autoonderdelen- en reparatie zaak aan de Struikenstraat

1.3.Probleemstelling
12

Het ontbreken van beleid op het gebied van Ruimtelijke Ordening en een gerichte
ontwikkelingsstrategie, vormen een belemmering voor de ontwikkeling van Albina.

1.4. Doelstelling
Het doel is het schrijven van een ontwikkelingsplan voor een centrum gebied in Albina,
met de nadruk op inrichting.
Het ontwikkelingsplan heeft tot doel Albina tot een goedfunctionerende stad te maken,
welke als centraal punt kan dienen voor het district Marowijne. Belangerijk is dat
Marowijne minder afhankelijk zal zijn van andere districten, met name Paramaribo en
haar achterstand op dit district zal inlopen. De nadruk wordt gelegd op de inrichting van
een centrum gebied in Albina, waarbij vooral gelet wordt op huisvesting en
voorzieningen.

1.5. Uitgangspunten
De huidige ontwikkeling op het gebied van huisvesting, economie en voorzieningen
speelt een belangrijke rol. Er zal literatuur van eerder geschreven plannen en analyses
voor het gebied bestudeerd worden. Er zal onderzocht worden wat de belangrijkste
inkomstenbron kan zijn voor het gebied en hoe en waar er het best voorzien kan worden
in de aanwezige behoeften (aan huisvesting en voorzieningen).

1.6. Randvoorwaarden
-

Er moet grond beschikbaar zijn voor huisvesting en voorzieningen


Herstructurering en herinrichting moeten mogelijk zijn voor het tot stand komen van
een goede ruimtelijke ordening in het gebied

1.7. Onderzoeksvragen
-

Wat is de huidige stand van zaken in het gebied met betrekking tot huisvesting en
voorzieningen?
Op welke manier kan er invulling gegeven worden aan grootschalige huisvesting in
het gebied?
Is er mogelijkheid tot voldoende werkgelegenheid in het gebied, of kan die worden
gecreeerd?
Welke voorzieningen moeten in het gebied gecreeerd worden?
Welke economische ontwikkelingen zijn mogelijk voor het gebied?
Welke toekomstplannen moeten voor en/of met Albina gerealiseerd worden?

1.8. Studiegebied
13

Voor dit afstudeerproect is er gefocust op een gedeelte van Albina, nader te noemen
Centrum van Albina welke begrenst wordt door de Powisie kreek, de waterkant(de
linkeroever van de Marowijne rivier), de Anjoemara kreek tot de rotonde die de overgang
vormt van de Oost-West verbinding naar de Luitenant Weyne weg. Zie figuur 3

Figuur 3: Begrenzing van het studiegebied

1.9. Plan van Aanpak


Voor het tot stand komen van dit ondezoek zijn de volgende handelingen verricht.
1. Het bestuderen van de literatuur
- Dit is gedaan om een beeld te krijgen van de geschiedenis, rede van oprichting en
ontwikkelingen van Albina
- Ook is literatuur bestudeerd om een beeld te krijgen van eerdere voorstellen die er
gedaan zijn om de ontwikkeling van Albina tot stand te brengen
2. Veldonderzoek
- Hierbij is er een foto interpretatie gedaan van de luchtfoto van het studiegebied
- Ook zijn er informatiegesprekken gevoerd met belangrijke personen zoals de
districtscommissaris
- Er is inventarisatie van het gebied gedaan, voornamelijk door middel van
waarnemingen. Dit om een goed beeld te krijgen van de inrichting van het gebied.
14

Zaken als ruimtelijke ordening, de voorzieningen, het gebruik van de grond zijn
hierbij geinventariseerd.
3. Het schrijven van het ontwikkelingsplan. Aan de hand van de resultaten van de
literatuurstudie en het veldonderzoek worden ideeen aangedragen om een goede
ontwikkeling van Albina tot stand te brengen; de ontwerpfase. Ideeen met betrekking
tot de inrichting worden tegen elkaar afgewogen. Uiteindelijk zal het beste idee
gebruikt worden voor het ontwikkelingsplan van het studiegebied.

Hoofdstuk 2 LITERATUURSTUDIE
2.1. Algemene Informatie Marowijne
Het district Marowijne ligt in het uiterst Noord- oosten van Suriname en grenst ten noorden aan
de Atlantische oceaan, ten westen aan het district Commewijne, ten zuiden aan het district
Sipaliwini en ten oosten aan Frans- Guyana. Marowijne heeft een totale oppervlakte van 4.627
km2 en is onderverdeeld in 6 administratieve ressorten: Moengo, Wan Hatti, Galibi, Moengoe
Tapoe, Albina en Patamacca. Albina is het kleinste ressort en Patamacca het grootste. Omgekeerd
is de bevolkingsdichtheid in Albina het grootst en in Patamacca het kleinst. De hoofdplaats van
Marowijne is Albina.
15

Tabel 1: Oppervlakte ressorten Marowijne


(km2)
Ressort

Patamacca

Oppervlakte
Bron: Stichting Planbureau Suriname

Moengo
1183

Wa
nh
Moengo Albi
atti Galibi Tapoe
na
46
1117
1
1014
455 397

Figuur 4: Ressortenindeling van Marowijne

Tabel 2. Het aantal geregistreerde personen met de Surinaamse nationaliteit


per ressort naar geslacht over 2010 en 2011
Marowijne
2010
2011
Ressort
M
V
M+V
M
V
M+V
Moengo
5200
5029 10229
5280 5077 10357
Wanhatti
283
272
555
282
269
551
Galibi
375
285
660
385
297
682
Mongo
481
445
926
466
449
915
16

Tapoe
Albina
2617
2410 5027
2659 2482 5141
Patamacca
277
307
584
282
310
592
Totaal
9233
8748 17981
9354 8884 18238
Bron: Demografische data Suriname 2010 en 2011, Ministerie van
Binnenlandse Zaken
Tabel 3. Diensten gezondheidszorg Marowijne
Ressort
Arts Verpleeg Zieken Gezondheid Vroed- Tand- Consulta Mortuariu
Ambu-kundige s-centrum
vrouw arts
m
lance
huis
tieburo
Moengo
1
10
1
1
1
1
1
Wanhatti
1
1
1
1
Galibi
1
1
Moengo
Tapoe
Albina
2
3
1
1
1
1
Patamacca
1
3
Totaal
4
18
1
3
2
1
3
1
2
Bron: Stichting Planbureau Suriname
Tabel 4 . Scholen in Marowijne per ressort
Ressort
Peuter Kleuter GLO LBGO
LTS
Mulo
Moengo
1
8
8
1
1
1
Wanhatti
Galibi
1
Mongo
Tapoe
1
Albina
3
4
1
1
Patamacca
Totaal
1
11
14
2
1
2
Bron: Centraal Bureau voor Burgerszaken
Tabel 5. Overige Overheidsdiensten in Marwijne
Ressort
RO SoZaVo KPS LVV OW BiZa/CBB NH
X
X
X
X
X
X
X
Moengo
Wanhatti
X
X
X
Galibi
X
X
Moengo
Tapoe
X
X
X
X
X
Albina
17

TCT Minov Financien


X
X
X

Bron: Stichting PlanbureauSuriname

2.2. Algemene Informatie Albina


Albina is de hoofdplaats van Marowijne. Het werd gesticht op 13 december 1846 door Kappler
als een klein dorpje aan de Marowijne rivier. Intussen is het uitgegroeid tot een ressort en heeft
het een oppervlakte van 397 km2. Albina is ontsloten door middel van de Oost- West verbinding
en boorverkeer over de Marowijne rivier.
2.2.1.

Historie*

Voor de historie van Albina is literatuur van historicus Andre H. Loor geraadpleegd. In verband
met 150 jaar Albina schreef hij het boek Albina, 1846 13 december- 1996
2.2.1.1.

Oprichting

August Kappler (zie figuur 5) werd geboren op 11 november 1815. Op 16 december 1835
vertrok hij als soldaat van het Nederlands leger met het transportschip Prins Willem Frederik
Hendrik uit Nederland. Drieendertig dagen later, op 18 januari 1836, zeilde het schip de
Surinamerivier op. Kappler kwam direkt onder de indruk van de schoonheid van het land. Later
werd hij korporaal kommandant van de millitaire post Prins Willem Frederik aan de Marowijne
rivier, dicht bij Galibi. Daar nam hij het besluit zich later te vestigen aan de Marowijnerivier. Hij
zou later op en neer gaan tussen Suriname en Nederland, met in zijn achterhoofd zich eens
voorgoed te vestigen in Suriname. Tijdens een van zijn voorlopige bezoeken aan Suriname, in
1845, koos hij zijn toekomstige vestigingsplek. Waar vroeger een indiaans dorp was van de
Caraiben van hoofdman Kwaku en waar de Marowijne rivier door een grote bocht een baai
vormt, op die plek liet Kappler zijn keuze vallen. Op 15 maart 1846 begon Kappler te werken
aan zijn vestigingsplannen. Van de gouveneur kreeg hij toestemming zich aan de Marowijne
rivier te vestigen en om daar zich met enig gezag te kunnen optreden. Hij mocht zich assistentposthouder noemen, echter zonder betaling. Op 13 december 1846 vestigde Kappler zich
officieel ter plekke. Ter ere van zijn toekomstige vrouw noemde hj de plaats Albina. Zijn
verloofde heette Albina Liezenmaier. Merkwaardig is dat dichtbij de woonplaats van Kappler een
Indiaans dorp geweest is met de naam Abrina. En ook dat er aan de Saramaccarivier een plantage
heeft bestaan die Albinarust heette. Die hadden echter niets van doen met Kapplers Albina.

18

Bron: Albina, 1846 13 december- 1996, Andre Loor

Figuur 5: August Kappler


Bron: Albina, 1846 13 december- 1996, Andre Loor
2.2.1.2.

Ontwikkeling

Het eerste middel van bestaan welke voor inkomsten zorgde te Albina was houtkap en de
verkoop ervan. Deze ontwikkeling zorgde ervoor dat meer mensen zich te Albina vestigden.
Onder leiding en in dienst van Kappler. Het gebied was echter sterk geisoleerd. Daarin kwam
verandering toen in 1957 een strafkolonie werd gevestigd aan de overzijde van de rivier, te Saint
Laurent. Het verkeer op de Marowijne rivier nam sterk toe. Dit leidde tot het plaatsen van de
eerste vuurtorens en ook de handel nam toe; er kon nu hout vanuit Albina aan Saint Laurent
geleverd worden.

Figuur 6: Portret Albina. Zo zag Albina eruit tijdens Kappler. De Maroni Packet was een
19

schoener die de dienst onderhield tussen Paramaribo en Albina


De volgende bron van inkomsten voor Albina was goud. Er werden aan het eind van de 19e eeuw
goudvondsten gedaan aan de Lawa en de Boven- Marowijne. Het verkeer naar Albina nam toe en
het gouvernement besloot dat er een bestuurspost met ambtenaren op Albina gevestigd moest
worden, welke het districtscommissariaat zou worden. Een groot deel van de grond en huizen
van Kappler werden opgekocht met als doel de post op te zetten. Kappler was niet meer de
eigenaar van Albina en vertrok, na er 43 jaar gewoond te hebben, uit Suriname. Goudzoekers
deden Albina aan voor onder andere verblijf en bevoorrading.Handig te vermelden is dat Albina
toendertijd alleen nog maar over de zee en rivier te bereiken was. Het diende dus als
verblijfplaats voor velen en dit resulteerde erin dat Albina werd uitgebreid.
Ook grote bedrijven zoals de Compagnie des Mines dOr de La Guyana Holandaise en de
Marowijne Gompagnie, vestigden zich te Albina. De plaats ging met grote schreden vooruit op
ontwikkeling als gevolg van de goudvondsten.
Voor Albina werd echter nog een andere grondstof heel belangerijk; balata van de bolletrieboom.
Voor de winning van balata trokken jaarlijks duizenden balatableeders de bossen in. De bleeders
die naar het Marowijne-gebied gingen deden dat via Albina. Het beang van Albina nam toe. De
plaats werd zo belangrijk dat er een veerdienst geopend werd tussen Albina en Saint Laurent
welke elk half uur vertrok.

2.2.1.3. Achteruitgang
In de jaren 20 van de 20ste eeuw gingen de opbrengsten van de goudvondsten en balatawinning
sterk achteruit. Er braken donkere tijden aan voor Albina. Steeds minder mensen trokken naar het
Marowijne gebied en dat had tot gevolg dat de handel en het verkeer sterk verminderden. Er
werd een cocosplantage aangelegd maar dat had geen blijvend effect op de ontwikkeling van
Albina en door de moeilijke verbinding met Paramaribo werd Albina weer geisoleerd.
In 1916 werd de Surinaamse Bauxiet Maatschappij opgericht. Er werd een dorp gesticht,
Moengo, dat na enkele jaren Albina van de eerste plaats verdrong. Zelfs het
districtscommissariaat werd overgeplaatst naar Moengo. Een voordeel voor Albina was echter
wel dat het een makkelijkere en snellere verbinding kreeg met Paramaribo. Op Albina was er in
die jaren een detachement gelegerd van het leger, dat ook politiediensten verrichtte in het dorp.
Een van de commandanten, Luitenant Weyne, liet een weg aanleggen van Albina naar
Moengoetapoe, welke naar hem vernoemd werd. Door de Surinaamse Bauxiet Maatschappij
werd een weg aangelegd van Moengotapoe naar Moengo; de Julianaweg. Dit vergemakkelijkte
de verbinding van Albina naar Paramaribo en verloste Albina uit zijn isolement. In 1932 leek het
even alsof er weer leven in de brouwerij zou komen te Albina. In dat jaar werd er namelijk een
nederzetting gesticht te Herminadorp aan de Marowijnerivier. De bedoeling was dat werklozen
20

uit Paramaribo, - het was de crisistijd van de jaren 30 - zich daar zouden vestigen om door
landbouw en goudwinning in hun onderhoud te voorzien. Na een hoopgevend begin mislukte
deze poging echter en Herminadorp werd weer prijsgegeven aan wildernis.
Tijdens de tweede wereldoorlog nam de betekenis van Albina weer toe. Frans-Guyana was na
overgave van Frankrijk aan Duitsland een deel geworden dat samenwerkte met Duitsland. In
Suriname moest men ernstig rekening houden met de mogelijkheid dat de Duitsers zouden
proberen vanuit Cayenne/Sint Laurent via Albina een aanval te doen op de bauxietmijnen te
Moengo. Er werd daarom een legereenheid gestationeerd te Albina om voor de bescherming te
zorgen. Dat zorgde voor enige opleving van Albina.
2.2.1.4. Herleving van Albina
Na de tweede wereld oorlog kwam er een verdere herleving op Albina. Door de landsverbinding
met Moengo en de toename van het gemotoriseerd verkeer werd het gebied beter ontsloten. Het
was voor de bewoners van dat stadje makkelijker geworden om naar Albina te gaan en van
daaruit desgewenst verder naar Galibi, Saint Laurent en Stoelmanseiland. Toen in de jaren 60 de
Oost-West verbinding tot stand kwam werd Albina nog makkelijker bereikbaar. Het creeerde een
behoefte aan logeergelegenheden en er werden hotels en winkels gebouwd. De bezoeken aan
Albina werden nog meer gestimuleerd toen er een veer-verbinding geopend werd van AlbinaSaint Laurent. Deze ontwikkelingen leidden ertoe dat het districtscommissariaat weer werd
overgeplaatst van Moengo naar Albina. Er werd te Albina een nieuw ziekenhuis gebouwd, dat als
streekziekenhuis zou fungeren voor het Marowijne- gebied. Naast de bestaande lagere scholen
kreeg Albina ook een school voor voortgezet onderwijs. En in 1986, 140 jaar na haar oprichting,
was Albina een welvarend, plezierig aandoend dorpje, waar met de omgeving meegerekend zon
2000 mensen woonden. Het dorpje had de nodige voorzieningen: een ziekenhuis, electriciteit,
waterleiding, telefoon, post-, politie- en duanediensten. Verder waren er voldoende winkels waar
al het nodige en luxe te verkrijgen was. En al deze factoren hebben ertoe bijgedragen dat Albina
zich kon ontwikkelen tot een belangrijk toeristisch centrum van Suriname. Balata-en
goudwinning waren van geen betekenis meer, maar er waren nog altijd gebouwen aanwezig die
de herinnering aan die periode levend hielden. Maar toen kwam de binnenlandse oorlog.
2.2.1.5. De binnenlandse oorlog(1986-1992)
In juli 1986 begon de binnenlandse oorlog die voornamelijk draaide om een machtsstrijd over
Oost- Suriname. In vele opzichten is de oorlog schadelijk geweest voor het Oosten van ons land,
waaronder Albina. De oorlog had zware gevolgen voor de Marrons (met name de Aukaners) en
het Surinaamse binnenland; dorpen werden platgegooid, wegen (waaronder een groot deel van
de oostelijke Oost-Westverbinding), waterpijpleidingen en elektriciteitsverbindingen en scholen,
overheidsgebouwen, poliklinieken en bedrijven werden vernield. De periode van de meeste
gevechten vond plaats tussen 1986 en 1989. Albina was een centraal punt in deze strijd en
vrijwel alle gebouwen van Albina werden in de as gelegd. De meeste inwoners van Albina
21

verlieten het dorp. Het districtsbestuur werd verplaatst en de overheidsdiensten functioneerden


niet meer. De weg naar Albina werd niet meer onderhouden en op bepaalde plaatsen zelfs
kapotgeschoten zodat het reizen naar Albina over de weg niet meer mogelijk was.
Na de binnenlandse oorlog werd er langzaam weer gewerkt aan de heropleving van Albina. Een
deel van de eerste voorzieningen werden hersteld. Langzaam gingen winkels hotels en scholen
weer open. Ook overheidskantoren, waaronder het districtscommissariaat, kregen een vestiging
te Albina.
2.2.2. Het ressort Albina
Demografie
De totale resultaten van de in 2012 gehouden Algemene Volkstelling zijn nog niet gepubliceerd.
Het Algemeen Bureau voor Statistieken heeft echter wel al enkele cijfers gepubliceerd. Ook over
Abina zijn enkele cijfers vrijgegeven.
Het aantal mannen in Albina is enigszins groter dan het aantal vrouwen. Opvallend is dat zowel
bij de mannelijk geslacht als bij het vrouwlijk geslacht de grootste groep in de leeftijdscategorie
van 0-4 jaar zit. De kleinste groep is bij beide geslachten de leeftijdscategorie 85+. Zie tabel 6.
De bevolking van Albina bestaat voornamelijk uit boslandcreolen.

Tabel 6

Ressort Albina
22

Marowijne
Geslacht
Leeftijds
groep
Totaal Man
vrouw
0-4
840
422
418
5-9
688
367
321
10-14
615
313
302
15-19
428
228
200
20-24
359
162
197
25-29
420
193
227
30-34
370
198
172
35-39
316
160
156
40-44
286
149
137
45-49
242
126
116
50-54
204
108
96
55-59
145
67
78
60-64
96
41
55
65-69
71
33
38
70-74
62
24
38
75-79
50
25
25
80-84
21
9
12
85+
11
2
9
Onbekend
23
16
7
Totaal
5247
2643 2604
Bron: Algemeen Bureau voor Statistieken
Resultaten achtste(8e) Volks- en woningtelling
in Suriname, Volume 1
Ontsluiting
Wegen
Albina ligt op ongeveer 129km afstand van Paramaribo. Over de weg (de oost-west verbinding)
is de afstand met Paramaribo tussen de 148km(beginpunt van ressort Albina) en 161km(eindpunt
van ressort Albina, aan de Marowijne rivier). De belangrijkste weg die door Albina loopt is de
Oost- West verbinding. Deze primaire weg verbindt Albina onder andere met Moengo,
Commewijne en Paramaribo. Verder lopen er door dit gebied nog enkele secundaire wegen:
- De weg naar Papatam
- De Luitenant Weyneweg
- De nieuwe weg naar het veer
De overige wegen zijn tertiaire wegen. Deze groep is het grootst in aantal.
Geologie
Albina wordt zowel door de demerara formatie als de Coropina Formatie gevormd.
23

De Demerara Formatie bestaat uit jonge mariene afzettingen, hoofdzakelijk bestaande uit zware,
slappe, zeer waterhoudende kleien, naast veelal waaiervormige gebundelde groepen zand- en
schelpritsen.
De Coropina Formatie bevat hoofdzakelijk mariene sedimenten, zware gevlekte kleien, lemen en
fijn tot zeer fijne zanden.

Hoofdstuk 3 INVENTARISATIE VAN HET STUDIEGEBIED


3.1.

Het belang van een inventarisatie


24

Belangrijk in dit hoofdstuk is, dat er gekeken wordt naar de huidige situatie van het gebied.
Door inventarisatie wordt er daarvan een beeld geschetst. Wat komt er voor, waar komt het voor,
de kwaliteit en de kwantiteit zijn zaken die hierbij in kaart gebracht worden. De inventarisatie is
door middel van veldonderzoek gedaan, welke voornamelijk bestaat uit waarnemingen en
informatiegesprekken met de districtscommissaris van Marowijne. Uiteindelijk zal de
inventarisatie een belangrijke rol spelen bij de tot stand koming van het ontwikkelingsplan.

3.2. Foto Interpretatie


Voordat een aanvang gemaakt werd met de daadwerkelijke inventarisatie van het studiegebied, is
eerst een foto interpretatie gedaan(zie figuur 7). Een foto interpretatie is het onderzoeken van
fotografische beelden, ten behoeve van de identificatie van objecten en verschijnselen en het
vaststellen van hun significantie*.
Er werd hierbij onder andere gelet op de grootte en vorm van objecten, de samenhang tussen
objecten en kleur.
De interpretatie is gedaan als voorbereiding van de inventarisatie(zie figuur 7).

*Bron: www.encyclo.nl

25

Figuur 7: De luchtfoto van het gebied gebruikt voor de interpretatie

26

De Interpretatie
-

De -1- is geplaatst bij opvallend bosgebied op de luchtfoto van het studiegebied


Inventarisatie heeft uitgewezen dat het om dichte bossen gaat aan weerzijden van de
hoofdweg(Luitenant Weyne weg).

Bij de -2- is er sprake van objecten op de foto die dezelfde vorm, structuur en kleur
vertonen.
Inventarisatie heeft uitgewezen dat het om een verkavelingsproject gaat met 1 type
huizen; het zusterproject.

De -3- staat op het gebied welke dichtbewoond lijkt. Daken van huizen met verschil
in grootte, structuur en vorm zijn hieruit af te leiden.
Bij inventarisatie is gebleken dat het om verschillende typen woonhuizen gaat, die in
verschillende staat(goed, redelijk, slecht, heel slecht) verkeren.

De -4- is geplaatst bij objecten die op daken(van gebouwen lijken) maar te groot zijn
voor normale woonhuizen.
Inventarisatie van het gebied heeft uitgewezen dat het om het (niet actieve)
ziekenhuis in het studiegebied gaat.

Bij de -5- is er sprake van objecten die op daken lijken van een aantal gebouwen die
heel dicht bij de Marowijnerivier staan.
Bij Inventarisatie is gebleken dat het gaat om industieterrein met loodsen en
houtzagerijen, waarbij er onder andere gebruik gemaakt wordt van watertransport.

De -6- is geplaatst bij een verschijnsel dat lijkt op een uitgerekt stuk terrein met
daarop een opstal.
Inventarisatie heeft uitgewezen dat dit het terrein en gebouw van de Douane is.

Bij de -7- is er sprake van een object of verschijnsel dat op een stuk uitgerekt terrein
lijkt. Inventarisatie heeft opgeleverd dat het om het terrein van de AkontoeVelanti
kazerne gaat.

3.3. Methode van Inventarisatie


Bij veldonderzoek in het studiegebied is gebleken dat er in dit gebied verschillende activiteiten
voorkomen. Het gaat om activiteiten als wonen, voorzieningen en economische activiteiten. Er
moest een manier van in kaart brengen bedacht worden. Er is voor de uiteindelijke methode
gekozen:
27

Het in kaart brengen van het gebied aan de hand van de aanwezige straten in verband met de
daaraangrenzend voorkomende activiteiten(zie figuur 8).
Er is voor deze methode gekozen vanwege drie(3) belangerijke factoren:
1. De verschillende activiteiten komen onoverzichtelijk door elkaar voor
2. Meerdere activiteiten vinden opeen plaats(zelfde gebouw, zelfde locatie)
3. Voor het schrijven van een ontwikkelingsplan met de nadruk op inrichting, spelen straten een
belangrijke rol

Figuur 8: Straatindeling na inventarisatie van het studiegebied

28

3.4. Bottlenecks
Belangrijk bij het ontwerpen van een ontwikkelingsplan, is de stand van zaken met betrekking
tot de daar voorkomende problemen oftewel bottlenecks. Het in kaart brengen van de
voorkomende problemen(zie figuur 9) schept een goed beeld over hetgeen het gebied vatbaar
voor is en met welke zaken er rekening gehouden moet worden bij het schrijven van het
ontwikkelingsplan. Uit deze inventarisatie is duidelijk geworden dat het gebied met enkele
bottlenecks, te kampen heeft:
A. Vele activiteiten komen door elkaar voor.
Als het gaat om activiteiten die op elkaar zijn afgestemd, dan vormt dat over het algemeen geen
probleem. Een voorbeeld hiervan is de activiteit van de boten die de oversteek van Suriname
naar Frans- Guyana en vise versa maken aan de ene kant en de taxis die aan de waterkant staan.
Deze activiteiten sluiten aan op elkaar; klanten worden vanuit beide groepen aangeleverd.
Passagiers vanuit de Franse kant komen in de buurt van de taxis aan Surinaamse wal.
Omgekeerd komen passagiers die naar Frans-Guyana willen aan met taxis aan de waterkant,
waar men zo in een bootje stapt voor de oversteek naar de franse kant.
De bottlenecks worden echter gevormd door activiteiten die door elkaar voorkomen en niet
samengaan. Enkele voorbeelden:
- Bewoning en voorzieningen:
Hierbij gaat het om huizen die voorkomen dichtbij de afdeling van de Energie Bedrijven
Suriname. Dit gaat niet samen omdat de generatoren van de EBS voor geluidsoverlast zorgen.
Een ander voorbeeld is het kantoor van Openbare Werken tussen woonhuizen aan de
Manbariweg.
- Economische activiteiten en voorzieningen:
De speeltuin(voorziening: recreatie) van Albina ligt aan de Emmastraat. De Emmastraat grenst
aan de waterkant en is de drukste straat van Albina met het oog op verkeer, handel en
dienstverlening. Een speeltuin aan de Emmastraat is geen kindvriendelijke omgeving. Het is
gevaarlijk en onoverzichtelijk.
Een ander voorbeeld die in deze categorie thuis hoort is een auto-onderdelen -en reparatiezaak
die tegenover de J.H. Aaronschool aan de Struikenstraat staat. Deze activiteiten gaan niet samen,
een voorkomend probleem is onder andere geluidsoverlast.
- Bewoning en Economische activiteiten:
Enkele voorbeelden hiervan zijn de Luitenant Wijne weg, de Wilhelminastraat, de
Gouveneurstraat, de Puluguduweg en de Struikenstraat. Hier worden economische activiteiten
afgewisseld met bewoning. Voorbeelden van economische activiteiten; houtzagerij,
bromfietsreparatie, opslagplaats van materialen.
29

B. Een andere bottleneck van het gebied is de chaotische toestand die er heerst aan de waterkant.
Enkele voorbeelden hiervan:
- Dagelijks komen er ongecontroleerd mensen aan in Suriname vanuit Frans-Guyana. Als de
oversteek door tussenkomst van de veerdienst geschiedt, dan wordt het te land treden te
Suriname en Frans-Guyana volgens de bijbehorende procedure gedaan; zijn de nodige papieren
in orde(zoals een geldig visum, paspoort). Maar dagelijks komt een aantal mensen via illegale
kanalen aan. Hiervoor worden de kleine boten met een buitenboordmotor ingehuurd. Op deze
manier van transport wordt geen controle uitgeoefend.
- De verkeerssituatie. Aan de Emmastraat loopt het verkeer stroef en geregeld vast. Dit komt
door de standplaats van taxis en busjes langs de weg, die uitkijken naar klanten voornamelijk
uit Frans-Guyana. Daar er geen geordende standplaats is voor deze transportvoertuigen, wordt er
(gedeeltelijk) op de weg geparkeerd. Dit zorgt voor grote stremming van het doorgaand verkeer.
- Aan de waterkant zijn veel economische activiteiten terug te vinden die vallen onder de
informele sector. Van cd, dvds, kleren en schoeisel tot kes kesis worden verkocht door de
zogenaamde illegale standhouder. Hiervoor wordt vaak makkelijk op te ruimen
uitstalmateriaal, zoals houten opklap tafels, kleren aan hangers tegen houten platen, gebruikt.
- Het opwaaien van zand. Aan de waterkant waait er voortdurend een rivierwind vanuit de
Marowijne rivier. Grote delen aan de waterkant zijn niet verhard; de grond bestaat uit klei en fijn
zand. Hierdoor stuift er op continue basis zand op. Dit zorgt voor vervuiling(de gebouwen en
autos zijn stoffig) en voor overlast(zand waait in de ogen, mond van aanwezigen aan de
waterkant).
C. De derde bottleneck is een groot deel van de woonsituatie in het gebied.
- De staat waarin een groot aantal huizen verkeren: Een aantal van de woonhuizen zijn er zeer
slecht aan toe. Huizen van rottend hout, schuttingen van (verroeste) zinkplaten en de
zogenaamde hutjes vormen een veelvoorkomend verschijnsel in het studiegebied.
- Het occuperen van (nog niet afgebouwde) vrij staande huizen. Dit verschijnsel komt veel voor
in het zuster project, waar de Surinaamse overheid huizen in aanbouw had. Toen het
huizenbouwproject een voorlopige stopzetting ondervond, waarbij een groot deel nog niet
afgebouwd was, hebben lokale bewoners er beslag opgelegd door deze te occuperen. Dit is een
van de waarnemingen die aangeven dat er een behoefte is aan goede woningen. Een andere
waarneming die dit uitwijst, is de overvolle huizen. Het is gebleken dat in een groot aantal
huizen meer dan 1 gezin gevestigd is. De conclusie van een tekort aan goede woonhuizen werd
verder bevestigd door het aantal huizen dat bewoond wordt maar in slechte staat verkeert.

30

Tabel 7. Overzicht van het aantal huizen in het


studiegebied na inventarisatie
Huizen
Huizen in Huizen in in zeer
totaal
Huizen in
redelijke
slechte
slechte
aantal
goede staat staat
staat
staat
huizen
Aantal
101
77
153
136
467
percentage
21.63
16.5
32.8
29.1 100.00
D. Ook een bottleneck in het gebied is de afwezigheid van enkele belangerijke voorzieningen.
- Recreatie: het studiegebied is niet voorzien van onderhouden groen, zoals goede sportvelden en
een park. Ook is er in het gebied niet veel te doen als het aankomt op
entertainment(uitgaanscentrum) en vertier(bioscoop, sportcentrum, zwembad).
- Onderwijs: Het gebied heeft geen uitgebreide diversiteit aan onderwijsinstellingen. Na het
Gewoon Lager Onderwijs(GLO). Zo is er geen Lagere Technische School(LTS) en moeten
leerlingen van het Lager Beroeps Gericht Onderwijs (LBGO) naar Moengo voor het volgen van
bepaalde lessen.
In het studiegebied komen geen onderwijsinstellingen op VOS niveau voor.
- Gezondheid: Het studiegebied heeft een gebrek aan gezondheidsinstellingen. Wegens gebrek
aan personeel en goed apparatuur is het ter plaatse gevestigd ziekenhuis buiten werking.
Patienten die moeten worden opgenomen, moeten naar Paramaribo.
- Ongecontroleerde groei van vegetatie.Op open percelen en bermen komt het vaker voor dat
vegetatie door gebrek aan onderhoud, ongecontroleerd groeit. Dit zorgt voor overlast
(onoverzichtelijkheid en ongedierte) in plaats van recreatie.
- Wegen: Het gebied telt 1 primaire weg welke in goede staat verkeert. Ook de secundaire wegen
in het studiegebied zijn goed tot redelijk goed te noemen. De tertiare wegen verkeren veelal in
slechte staat. Het gaat voornamelijk om zandwegen die grote gaten vertonen. Ook zijn de tertiare
wegen vaak smal en moeilijk begaanbaar vanwege de klei waaruit deze bestaan.

Aan de hand van de verschillende soorten bottlenecks (A, B, C en D) is een indeling gemaakt,
van waar de concentratie van de voorkomende botlenecks, het grootst is. Zie figuur 9.

31

Figuur 9: Indeling van de voorkomende bottlenecks naar concentratie, in het gebied

3.5. Algemene opvattingen over het totaal geinventariseerd gebied in


een SWOT analyse
32

Bij een SWOT analyse worden belangerijke punten van het bestudeerde naast elkaar gezet. Het
gaat hier om Strenghts (sterke punten), Weaknesses( zwakke punten) , Opportunities
(mogelijkheden) en Threats (bedreigingen). Aan de hand van 3 belangerijke invalshoeken is de
SWOT gemaakt:
-

Om tot een centrum stad van Marowijne ontwikkeld te kunnen worden, moet het
gebied een voorzienende rol innemen voor de rest van het district. Het gebied moet
een aantal voorzieningen krijgen, met name op het gebied van gezondheid,
regelgeving, onderwijs en recreatie.

Aan de waterkant worden de meeste economische activiteiten gedaan. Er is


structurering, regelgeving en ordening nodig om dit op overzichtelijke manier te
ontwikkelen. Dit geldt vooral voor economische activiteiten die tot stand zijn
gekomen door de ligging van Albina (grensstad).

De woonkwaliteit van een groot deel van de plaatselijke bevolking, vraagt om


verbetering. Vooral de slechte staat waarin veel huizen verkeren vraagt om dringende
aandacht. Ook het gemengd voorkomen wonen en activiteiten die niet op het wonen
zijn afgestemd, moet verbeterd worden. Tot slot moet de woonkwaliteit verbeterd
worden door het tekort aan voorzieningen in te lopen.

Strenghts

Weaknesses

33

-Het gebied ligt aan de Marowijne


rivier en vormt het centrum aan de
grens met Frans- Guyana (Europa)
- Het gebied vormt een centraal punt
voor de dorpen aan de Marowijne
rivier; voor handel en toerisme

-Chaotische situatie van diensten en


economische activiteiten die betrekking
hebben op de grens
- Een ongeordende situatie met betrekking
tot de (illegale) boothouders die voor een
groot deel van het transport over de
Marowijne rivier verantwoordelijk zijn
- Er wordt door te weinig investeerders en
touroperaters, gebruik gemaakt van de
potentie en ligging van het gebied

- Het gebied heeft de hoogste


bevolkingsdichtheid van Marowijne

- De algemene woonkwaliteit van de


plaatselijke bevolking is laag
- Het gebied heeft niet alle nodige
voorzieningen, vooral op het gebied van
onderwijs, recreatie en gezondheid
- De vraag naar woningen is groot met als
gevolg occupatie en overbemensing van
woonhuizen

Opportunities
Door de ligging van het gebied zal
investeren in de toeristiche sector
voor economische ontwikkeling en
vooruitgang zorgen

Threats
Millieuvervuiling, vooral vervuiling van
de Marowijne rivier
- Verergering van de chaotische situatie
aan de waterkant

- Verbetering en uitbreiding van


woongelegenheid in het gebied
- Ontwikkeling van recreatie in het
gebied
- Ordening, herinrichting en
wetgeving verhogen de kans op
komst van investeerders

- Occupatie van nieuwe


woongelegenheden
- Hangjongeren
- Ontevredenheid door ontwetendheid van
de lokale bevolking

3.6. Samenvatting na Inventarisatie van het gebied


34

Na inventarisatie van het gebied zijn enkele conclusies getrokken waarmee


rekening gehouden moet worden bij het schrijven van het ontwikkelingsplan voor
het studiegebied.
1. Het gebied heeft gebrek aan goede ruimtelijke ordening. Herinrichting is
hierdoor aan te bevelen, waarbij activiteiten die goed op elkaar zijn
afgestemd, bij elkaar gebracht worden.
2. Het gebied vertoont potentie op het vlak van Toerisme. Dit is voornamelijk
gebleken uit de transportsector daar aanwezig. Taxis en kleine boten komen
veelvuldig voor en er wordt actief aan transport van mensen(met name
toeristen) en goederen (met name groenten en fruit) gedaan. Echter is er
ordening en structurering op dit gebied nodig. Ook moet er geinvesteerd
worden in infrastructuur en voorzieningen, om de toeristische sector verder tot
ontwikkeling te kunnen brengen.
3. Er is grote behoefte aan goede huisvesting en de nodige voorzieningen. Dit is
gebleken uit het groot aantal slechte woonhuizen in het gebied en het gebrek
aan onderwijsinstellingen zoals een goede LBGO school en technische school.
Ook de gezondheidzorg in het gebied laat te wensen over.

Hoofdstuk 4 ONTWERPFASE VAN HET


ONTWIKKELINGSPLAN
35

4.1. Ontwikkelingsideeen voor het gebied


Door de SWOT-analyse die tot stand is gekomen aan de hand van de inventarisatie van het
studiegebied, is duidelijk geworden dat er ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor het
studiegebied. Welke deze ontwikkelingsmogelijkheden zijn, is door middel van verschillende
factoren bepaald:
1. Informatie gesprekken met de districtscommissaris van Marowijne, een ingenieur van
Sunecon en de directeur van Volkshuisvesting.
2. Bestudering van de waarnemingen tot stand gekomen tijdens het veldonderzoek.
3. Bestudering van enkele plannen, analyses en ontwikkelingsvoorstellen van eerder

verrichte onderzoeken in het gebied. Het gaat om:


-

Regionaal Ontwikkelingsplan voor Oost- Suriname, eindrapport 1977 geschreven


door Sunecon en Nedeco

Ressort Albina, Economical, Social and Environmental Development Study Project


geschreven door Sofreco en NIKOS gepubliceerd in 2007

Structuur Analyse Districten, geschreven door Stichting Planbureau Suriname, April


2010

De literatuur van deze 3 plannen die bestudeerd is, is opgenomen in de bijlage van dit verslag,
respektievelijk Bijlage 1, Bijlage 2 en Bijlage 3.
4. Brainstormen over welke ontwikkeling voor het studiegebied te willen bereiken. De visie
van het gebied over 30 jaar, welke ontwikkelingsmogelijkheden (als eerst) benut moeten
worden en de potentie van het gebied. Dit komt tot stand door het onderzoek(literatuur
en veld) en leidt tot het uiteindelijk ontwikkelingsplan, met de nadruk op inrichting.

4.2. Samenvatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van het


studiegebied aan de hand van de informatiegesprekken,
veldonderzoek en de bestudering van de literatuur
36

Na bestudering van de ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied aan de hand van


de 3 voornoemde projecten en informatiegesprekken, is aan de hand hiervan, een
samenvatting gemaakt van de ontwikkelingsmogelijkheden voor het gebied:
1. Het gebied heeft economische potentie voornamelijk op het vlak van Toerisme.
2. Er is in het gebied behoefte aan goede huisvesting
3. Het gebied moet voorzien worden van de nodige voorzieningen; zoals uitbreiding
van voj onderwijs( bijvoorbeeld LBGO, Mulo, LTS, Nijverheidsschool), een
ziekenhuis en recreatie.
4. Er kan in het gebied werkgelegenheid gecreeerd worden, voornamelijk in de
toeristische sector. Eventueel aanvullend hierop, kan er gedaan worden aan
landbouw(in omliggende gebieden van het studiegebied te weten; Powisie polder
en Anjoemara polder). De produkten worden geconsumeerd door lokale
bewoners, maar kunnen ook verkocht worden in Frans- Guyana. Wekelijks wordt
er markt gehouden op de woensdag en de zaterdag te Sint Laurent de vraag naar
groenten en fruit is daarbij groot.
5. Infrastructuur moet onderhouden en aangelegd worden. Dit voornamelijk gericht
op de ontwikkeling vcan toerisme in het gebied en handel.

4.3. Ontwikkelingsmogelijkheden die indirect verbonden zijn


aan het studiegebied
Verder is er naar enkele ontwikkelingsmogelijkheden gekeken die niet perse in het studie gebied
voorkomen, maar er wel erbij betrokken zijn:
Landbouw in de Anjoemara- en Powisie Polders.
Deze mogelijkheid heeft directe betrekking op het studiegebied omdat:
- De Anjoemara kreek en de Powisie kreek de grenzen vormen van het studiegebied
- Deze mogelijkheid werkgelegenheid met zich meebrengt voor een deel van de mensen die
wonen in het woongebied
- Een groot deel van de handel tussen Albina en Frans-Guyana uitgemaakt wordt door
landbouwproducten vanuit Suriname zoals groenten en fruit. Belangerijk hierbij te vermelden is
dat tot nu toe de meeste van deze producten afkomstig zijn uit Paramaribo, welke de prijs
behoorlijk doet stijgen, vanwege de transportkosten.
Visserij in de dorpen Langamangkondre en Christiaankondre (Galibi)
Deze mogelijkheid heeft directe betrekking op het studiegebied, omdat deze de afzetmarkt vormt
37

voor de gevangen vis. Hotels, restaurants, lokale bewoners en klanten vanuit Frans- Guyana,
zullen de grootste afnemers zijn. Dit zorgt voor nog meer economische activiteit voor en trek van
mensen naar het studiegebied.
Vliegveld te ressort Albina
Het vliegveld van Albina is voorlopig niet in gebruik. Herstel van de vliegbaan kan enkele
belangerijke voordelen met zich meebrengen:
- het zorgt voor verdere ontsluiting van het gebied
- Toeristen kunnen vanuit verschillende plaatsen naar Albina vervoert orden per vliegtuig. Dit
kan bijvoorbeeld vanuit Paramribo, maar ook vanuit de Johan Adolf Pengel Luchthaven.
Toeristen worden daarbij vanuit Zanderij gelijk naar de plaats van bestemming (Albina)
gevlogen.
- Het komt de internationale betrekkingen tegemoet. Investeerders vanuit het buitenland, kunnen
eerder de plaats van investering bereiken. Een voorbeeld hiervan is investeerders die in de
toeristensector investeren (zoals de bouw van hotels, casinos).

4.4. De visie over de ontwikkeling van het studiegebied


4.4.1. Inleiding
Voordat een aanvang gemaakt kan worden met het schrijven van het ontwikkelingsplan voor het
gebied, moet eerst bedacht worden, wat de visie is voor het studiegebied.
Hier komt aan de orde, wat de verwachtingen zijn voor het gebied en wat er bereikt wilt worden.
Ook om dit te kunnen doen, is de informatie verkregen door inventarisatie, bestudering van
literatuur en informatiegesprekken, toegepast.

4.4.2. Het studiegebied ontwikkeld tot een centrum op geheel


regionaal verzorgend niveau
Om een land geheel tot ontwikkeling te brengen, is het raadzaam diverse centra verspreid over
het land, te creeeren. Elk centrum heeft een verzorgende rol voor omliggende gebieden. Hierbij
gaat het voornamelijk om huisvesting, werkgelegenheid en voorzieningen zoals onderwijs en
recreatie. Elk centrum wordt ontwikkeld aan de hand van de aanwezige economische potentie
van het gebied. Dit zorgt voor decentralisatie en ontwikkeling van het geheel land, met als
gevolg dat achtergesteldheid van gebieden op elkaar, tot een minimum beperkt wordt. Een
voorbeeld hiervan is Brazilie. Naast de hoofdstad Brasilia, zijn er verschillende centra
ontwikkeld, verspreid over het land(zie figuur 10). Voor beelden hiervan zijn:
- Sao Paulo: De financiele hoofdstad van Brazilie. Economische voorzieningen, aandelenmarkt
en de dienstensector zijn enkele van de hoofdactiviteiten en inkomstenbronnen van de staat en
38

het land.
- Rio De Janeiro: De stad met de best ontwikkelde dienstensector van het land. Met deze sector
worden de meeste inkomsten voor staat en land gegenereerd.
- Fortaleza: De hoofdplaats van de stad Ceara. Fortaleza is de vijfde grootste stad van Brazilie.
De toeristensector vormt hier de economische bron.

Figuur 10: Indeling van Brazilie


Ressort Albina is de hoofdplaats van het district Marowijne. Het studiegebied vormt het centrum
van dit ressort. De meeste activiteiten vinden daar plaats. Voor het creeeren van een centrum op
geheel regionaal verzorgend niveau, ligt het in de bedoeling het studiegebied zodanig te
ontwikkelen, dat omliggende gebieden, binnen en buiten Marowijne, er terecht kunnen voor de
nodige voorzieningen. Het is hierbij de bedoeling om de druk op Paramaribo, voornamelijk op
het vlak van voorzieningen en bewoning (zie Paragraaf 1,1) te verminderen.
Dat betekent dat in Albina naar de sector gekeken moet worden die voor deze ontwikkeling, de
grootste potentie vormt. Uit brainstormen en verkregen informatie is gekozen voor de
39

toeristensector. Dit betekent dat het studiegebied zodanig ontwikkeld(ingericht) moet worden,
dat voldoende financiele inkomsten gegenereed worden uit de toeristensector, om het gebied in
stand te houden.
Ondersteunend aan de toeristensector, kan handel (voornamelijk in groenten en fruit) als
inkomstenbron fungeren (zie paragraaf 4.3.).

4.4.3. De visie met betrekking tot Toerisme; grootste bron van


inkomsten
Om verschillende redenen is het gebied uitermate geschikt voor toerisme. De balangrijkste
redenen zijn:
1. Het studiegebied wordt reeds gebruikt voor toeristische activiteiten. Dit is voornamelijk
te merken aan de grote af en aanvoer van boten aan de waterkant en het groot aantal
transportvoertuigen die er gevestigd zijn.
2. In het studiegebied zijn autoriteiten aanwezig die te maken hebben met toerisme. De
douane is hier een voorbeeld van.
3. Het studiegebied vormt het centrum voor een aantal dorpen langs de Marowijne rivier.

Enkele van deze dorpen zijn Bigiston, Galibi en Langatabiki(zie figuur 11)

40

Figuur 11; Enkele belangrijke dorpen aan de Marowijne rivier


Om het toerisme als belangrijkste en voorzienende inkomstenbron van het gebied te
ontwikkelen, zal er geinvesteerd moeten worden in de toeristensector van het gebied. Enkele
preoriteiten:
- Infrastructuur:
De uitbreiding van het vliegveld nabij het studiegebied, zodat deze aan internationale
veiligheids- en voorzienings eisen voldoet. Belangrijk is ook een goede steiger aan te leggen,
waar de bootjes aan de kant Surinaamse kant van de Marowijne rivier kunnen aanmeren.
Verharde wegen en winkelstraten, verharde looppaden, restaurantjes, hotels, appartementen
zullen aangelegd moeten worden. Tot nu toe verblijven toeristen over het algemeen (in hotels) te
Paramaribo, om vervolgens van daaruit te vertrekken naar Albina, Galibi, Bigiston, FransGuyana enz. Door goede infrastructuur te creeeren in het studiegebied, is verblijf in Paramaribo,
niet meer noodzakelijk. Belangrijk is, hierbij aan internationale standaarden te voldoen. Waarbij
41

luxe, gerieflijkheid en veiligheid, vereisten zijn.


Een andere infrastructurele vereiste voor het gebied is dat er een verkeerspleintje aangelegd
wordt waar de transportmiddelen op geordende wijze geparkeerd staan. Dit zorgt voor efficient
vervoer van toeristen en tevens wordt een groot deel van het nu nog chaotische plaatje,
weggevaagd.
- Onderwijs: Een (lagere) beroepsopleiding gericht op de toeristensector. Lokale bewoners,
voornamelijk de jeugd, wordt hier opgeleid tot onder andere volwaardig horeca personeel, tolk,
bus en taxichauffeur.
- Veiligheid: Voldoende aanwezigheid van politiemanschappen, apperatuur en voertuigen, zodat
de orde, rust en wetgeving in het gebied, ten alle tijd gehandhaafd kunnen worden.
- Ordening: Dit is voornamelijk nodig op het gebied van de transport. Hierbij moeten de bootjes
en taxis geordend aanwezig zijn, waarbij er een overzichtelijke situatie ontstaat. Ook het vervoer
van bezoekers aan het gebied, moet geordend worden. Het centrum is alleen toegankelijk voor
speciaal vervoer (kap karren en taxis, de bussen van het Nationaal Vervoersbedrijf vanuit
Moengo en Paramaribo), bestemmingsverkeer(leveranciers van winkelzaken) en
doorgaandverkeer(oversteek met het veer naar Frans-Guyana).
Dit heeft tot gevolg dat er niet onoverzichtelijk in het centum geparkeerd wordt, of dat de
verkeersdruk te groot wordt in het gebied(zoals wel het geval is in de binnenstad van
Paramaribo). Parkeerplaatsen die aansluiten op het centrum, zijn een mogelijkheid voor het
creeeren van ordening op dit gebied.
- Diensten: Overheidsdiensten zoals de douane, en overige diensten zoals touroperators moeten
in het gebied aanwezig zijn.
Overige voorzieningen: Het centrumgebied bevat de markt waar produkten als groenten, fruit en
vis verkocht kunnen worden. Belangerijk is dat deze markt aan internationale standaarden zal
voordoen. Een van de vereisten is dat er continu een schoonmaak team ter plekke is om de
marktplaats schoon te houden.

4.4.4. De visie met betrekking tot huisvesting


Zoals eerder gemeld heeft onderzoek uitgewezen dat er in het gebied grote behoefte is aan goede
huisvesting.

Woningbouw
42

Er zijn verschillende manieren om in de behoefte naar goede woonhuizen te voorzien:


a. Bouw van nieuwe huizen
b. Renovatie van huizen die in slechte staat verkeren
ad. a. Bouwen van nieuwe woonhuizen
Om in de behoefte aan goede woonhuizen te voorzien, moeten nieuwe huizen gebouwd
worden. Dit kan geschieden door individuen die over een perceel geschieden. Voor de hand
liggend is dat men een lening bij de bank aanvraagt waarbij het perceel dient als onderpand.
Een andere mogelijkheid is dat particuliere verkavelaars grond bouwrijp maken en huizen
bouwen welke vervolgens te koop worden aangeboden. Maar gezien het gebrek aan goede
woningen zullen projecten geinitieerd moeten worden vanuit de overheid. Hiebij is gelet op
het de kadaster tekening verschaft door het domeinkantoor (zie bijlage C).
Het grootste gedeelte van het gebied bestaat uit domeingrond. De overheid kan
titels(grondhuur) op grotete delen grond verkopen aan particuliere verkavelaars. Dit moet wel
met enkele belangrijke voorwaarden geschieden:
- De grond moet verkaveld worden ten behoeve van woningbouw
- Kavels mogen niet groter zijn dan 750m2
- Het bouwrijp maken (bijvoorbeeld de afwatering) moet volgens de juiste standaarden
uitgevoerd worden
Ook de overheid kan als verkavelaar optreden. Een voorbeeld hiervan is het
woningbouwprogramma* van de overheid.
Bij dit project stelt de overheid bouwrijpe gronden beschikbaar, waarmee mensen die
daarvoor in aanmerking komen, een lening kunnen anvragen bij de bank, tegen lage
aflossingsrente (in samenspraak met de overheid. Bij het programma zijn ook aannemers
betrokken die voor een zo laag mogelijk bedrag, kwalitatieve huizen bouwen.
De gestelde hoofddoelen van dit programma zijn:
- Het voeren van een transparant en rechtvaardig toewijzingsbeleid
- Het bevorderen van de woningbouw produktie
- Het stimuleren van eigen woonbezit
Dit moet tot resultaat hebben:
- De vraag naar kwalitatief betaalbare woningen zal verminderen
- De koopprijs en huur van woningen zullen omlaag gaan op de woningmarkt
- De particuliere vraag naar bouwrijpe gronden ten behoeve van woningbouw zal afnemen
*Bron: Blauwdruk Landelijk Woningbouw Programma, Managementteam Huisvesting, 2011

43

Ad B. Renovatie van huizen die in slechte staat verkeren


Hierbij moeten er fondsen en leningen beschikbaar zijn om huizen die in slechte staat
verkeren, te renoveren. Dit is een taak van de overheid of andere instanties (NGOs).
Hiervoor komen voornamelijk mensen in aanmerking die reeds over een perceel beschikken,
waar de woning in slechte staat, op staat.
Een voorbeeld van Renovatie van huizen in slechte staat is het Low Income Shelter
Programme (LISP)*.
De doelstellingen van de Stichting LISP omvatten hoofdzakelijk:
Verlagen van de woningnood en verbeteren van het leefklimaat van de lage- en
middeninkomensgroepen.
Bevorderen van zelfwerkzaamheid onder de doelgroep bij het oplossen van hun
huisvestingsprobleem.
Bevorderen van de participatie van stakeholders van de huisvestingssector bij de realisatie
van de doelstellingen.
Bevorderen van beleidshervormingen betreffende de volkshuisvesting.
Missie
De missie van de Stichting LISP is een leefbare omgeving te bevorderen voor de lage- en
midden inkomensgroepen, middels het verschaffen van financile en technische
ondersteuning aan de groep die door hun eigen inspanningen werken aan de verbetering van
hun huisvestingssituatie.
Visie
De Visie van de Stichting LISP is zich te ontwikkelen tot een onafhankelijke en zelfstandige
organisatie die op basis van revolverende fondsen een significante bijdrage levert aan de
sociale woningbouw, en die lage- en middeninkomensgroepen in de gelegenheid stelt door
hun eigen inspanningen, te werken aan een adequate huisvesting.
Lisp wordt onder andere gefinancierd door de International Development Bank (IDB).
Een aantal huizen in het zusterproject zijn kandidaten voor renovatie. De niet afgemaakte
huizen zijn sinds 2006 door de overheid verwaarloosd. Bewoners van het gebied hebben de
huizen geoccupeerd en verwaarloosd.

**Bron:www.lisp.sr

4.4.5. De visie met betrekking tot voorzieningen


44

Bij voorzieningen gaat het voornamelijk om voorzieningen op het gebied van recreatie,
gezondheidszorg en onderwijs omdat hiet een tekort aan is in het studiegebied.
Recreatie: Het gebied moet voorzien worden sportvelden en een park. De plaatselijke bevolking
(maar ook toekomstige inwoners van het gebied) kunnen van deze recreatiemogelijkhed gebruik
maken. Maar ook voor de toeristen die in het centrum verblijven is het van belang dat er in de
omgeving deze vorm van recreatie aanwezig is.
Gezondheidszorg: In het studiegebied is er een grote achterstand in de gezondheidszorg. Er is
een gerenoveerd ziekenhuis aanwezig, welke niet in gebruik is vanwege gebrek aan medische
staf. Belangrijk is dat er doktoren en verpleegsters zich in het gebied vestigen. Het ziekenhuis
moet ondersteund worden door bijvoorbeeld RGD polis.
Onderwijs: In het centrumgebied is er 1 muloschool gevestigd welke door kinderen uit het geheel
ressort Albina bezocht wordt. Ook vanuit verschillende dorpen zoals Galibi en Bigiston wordt de
school aangedaan. Er moet uitbreiding van het aantal voj scholen plaatsvinden waaronder Mulo
scholen, maar ook beroepsgerichter onderwijs zoals LBO en LTS.

4.4.6. Toekomstmuziek voor het studiegebied


Het onderzoek heeft uitgewezen dat er voor het ressort Albina verschillende toekomstplannen
mogelijk zijn:
- Het plan voor de aanleg van een brug die via Frans-Guyana naar Brazilie zal lopen(reeds in
ontwikkeling)
- Het maken van Albina tot een stad gelijk aan Paramaribo, waarbij de bevolkingsgroei zal
toenemen en uitbreiding van het centrum noodzakelijk is.
- Het uitbreiden van de Industrie waarbij diverse bedrijven een produktie tak opzetten in het
gebied, met het oog op transport naar Frans- Guyana.
Om met deze zaken rekening te houden is er in het studiegebied een gebied gereserveerd,
waarvan de bestemming nader te bepalen valt, naar aanleiding van toekomstige ontwikkelingen.
(zie figuur 12, toekomstig stedelijk gebied)
Belangrijk is dat overheidsbemoeienis in de toekomst geintensiveerd moet worden in het
studiegebied. Het gaat hier om zaken als:
1. Wetgeving:
Er moeten wetten gemaakt worden waarbij Albina net als Paramaribo onder stedelijk
gebied komt te vallen.

45

2. Financiele ondersteuning:
De overheid kan subsidie verschaffen aan ondernemers om de economische ontwikkeling
verder en gestructureerd uit te breiden.
3. Woningbouw:
De overheid kan (een deel van) het sudiegebied opnemen in haar
woningbouwprogramma.
4. Bestemmingsplan:
De overheid kan een instituut in het leven roepen welke een structuurplan voor het gebied
schrijft en die als basis moet dienen voor een vernieuwd bestemmingsplan. Hieruit volgt
de wetgeving van toepassing op de ontwikkeling van het gebied.
5. Grondbeleid:
Grond welke reeds uitgegeven is maar waarvan de bestemming gewijzigd moet worden
ten behoeve van de algemene ontwikkeling van het gebied kan de overheid intrekken
middels ruil. Een voorbeeld hiervan is de ruil welke heeft plaatsgevonden te
Commewijne voor de bouw van een dijk. Uitgegeven en bewoonde percelen zijn door de
overheid ingetrokken en in ruil daarvoor hebben de rechthebbenden andere percelen
gekregen waar de bestemming bewoning van was.
6. Investeren in ontwikkeling:
De overheid kan investeren in de infrastructuur van het gebied. Enkele voorbeelden
hiervan zijn de kilometerpalen aan de Oost-West verbinding en een steiger aan het water
waar de boten kunnen aanmeren.

Op grond van deze ontwikkelingsvisie voor het gebied is een ontwikkelingsplan geschreven, met
de nadruk op inrichting.

46

Hoofdstuk 5 HET ONTWIKKELINGSPLAN


Door de inventarisatie, de bestudering van de literatuur, de informatiegesprekken en het
brainstormen over een ontwikkelingsvisie van het gebied, is een duidelijk beeld ontstaan over de
huidige situatie en de ontwikkelingsmogelijkheden van het studiegebied. Hierbij wordt de nadruk
gelegd op inrichting.
5.1.

Herinrichting van het studiegebied

Een van de eerste stappen genomen bij het schrijven van het ontwikkelingsplan is herinrichting
van het gebied. De voornaamste redenen voor het kiezen van herinrichting zijn:
1. Het door elkaar voorkomen van activiteiten die niet samengaan. Enkele voorbeelden hiervan
zijn: een Bewoning & Economische activiteiten (die voor geluidsoverlast en drukte zorgen) en
het door elkaar voorkomen van Voorzieningen en Economische activiteiten.
2. De chaotische toestand aan het water veroorzaakt door de economische activiteiten m.b.t.
toerisme en transport.
Bij de herinrichting is gekozen voor het opdelen van het gebied in verschillende zones(zie figuur
12). In elke zone komen activiteiten voor die op elkaar afgestemd zijn.
De zones zijn als volgt gecreeerd:

Economische zone oftewel stadscentrum: Een zone waar er voor minimaal 80% aan
economische activiteiten gedaan wordt. Het gaat hier om verharde straten met
looppaden, waar er zaken als grote winkelzaken, restaurants, markten, taxi
standplaatsten, touroperators, handelszaken en hotels voorkomen. In de economische
zone komen ook de Industrieele zone en de internationale zone voor.
: Tot de industriezone worden de straten gerekend waar de Industrien liggen. Grote
producerende bedrijven komen in een industriezone veelvuldig voor. Voorbeelden van
deze bedrijven zijn; houtverwerkingsbedrijven en steenslagbedrijven. Bij de
internationale zone draait het voornamelijk om de grens naar Frans Guyana. De
activiteiten in deze zone zijn vooral gericht op de grens met Frans- Guyana. Het gaat
om activiteiten als de duane, de veerdienst, transportboten en taxis.

Voorzieningen zone: een straat waar er grotendeels overheidskantoren gevestigd zijn,


behoort tot de voorzieningen zone. Verder gaat het hier onder andere om recreatie,
overheidsdiensten, bank instellingen en nutsvoorzieningen.

Woon zone: gebieden waarin de straten voor tenminste 65% begrenst worden door
woonpercelen en woonhuizen of diensten die direct te maken hebben met wonen,
zoals een speeltuin en een winkel welke levensmiddelen verkoopt. De woonzone kan
in fasen ontwikkeld worden.
47

Toekomstig stedelijk gebied: Dit is de zone die gereserveerd is voor ontwikkelingen


in de toekomst van het gebied. Aan de hand van deze ontwikkelingen(zie paragraaf
4.4.6.) zal er een bestemming aan het toekomstig stedelijk gebied, toegekend worden.

figuur 12: Zone indeling van het gebied.


Na het creeeren van de zones is een verdere indeling van het studiegebied gemaakt ten behoeve
van de inrichting. Hierbij zijn zones nog verder ingedeeld. Zie figuur 12.

48

Figuur 13: Onderverdeling van de zones


Afwatering
Er zal een aparte studie gedaan moeten worden, die uit zal wijzen wat het beste is voor de
afwatering in het studiegebied. Echter zijn er enkele voorstellen die voor het gehele gebied(elke
zone) gelden:
Voor het totale gebied is er gekozen voor een gesloten riolering. Dit geld voor zowel oppervlakte
water als afvoer van de huishoudens. Echter zullen beiden via een gescheiden afvoer moeten
plaatsvinden. Het afvoer van de huishoudens zal eerst redelijk gezuiverd moeren worden, voor
deze in de rivier terechtkomt.
Dat is voor het oppervlakte water(neerslag) niet nodig. Dit water komt middels verschillende
tussenwegen, zoals de Powisiekreek en de Anjoemarakreek in de Marowijne rivier terecht. Beide
kreken zijn reeds voorzien van goed functionerende sluizen. Belangerijk is dat bij de gesloten
riolering op verschillende plaatsen terugslagkleppen aangelegd worden, zodat het water alleen
naar de rivier kan stromen via de riolering en niet in de omgekeerde richting.

49

5.1.1. Stadscentrum
Het gebied dat bestemd is voor het stadscentrum is gekozen aan de hand van haar ligging (grenst
aan de Marowijne rivier) en de activiteiten die er aanwezig zijn; de meeste economische
activiteiten gebasseerd op toerisme, vinden er plaats. Het heeft een oppervlakte van 14,25ha. Dit
centrum Deze zone is weer opgesplitst:
1. de toeristenzone: de toeristenzone bestaat voornamelijk uit verblijf (hotels en daaraan
toegevoegde restaurants) voor de toeristen.
2. Het winkelcentrum: deze bestaat voornamelijk uit winkelzaken, restaurants, groente en
fruitmarkt, souvenierstandjes enz
3. Belangerijk is de aanwezigheid van de veiligheidsdiensten in het gebied. Hier wordt
voornamelijk gedacht aan een politiestation.
Voorbeelden van de inrichting van het centrum zij in fotomateriaal en dwarsprofielen in de
bijlage A aangegeven.
Het stadscentrum heeft verschillende doelen:
-

Het zal centrum fungeren als hoofdplaats van het district Marowijne en als centrum voor
omliggende gebieden (Cayenne, delen van Commewijne)

Het centrum wordt het toeristisch centrum voor Oost Suriname van waaruit andere
toeristische plekken, voornamelijk langs de Marowijne rivier worden aangedaan(Galibi,
Cayenne, Erowarte, Bigiston). Zie figuur 13.

Het centrum zal geschieden als grensstad met Europa, Frans- Guyana. Dit komt de handel,
internationale betrekkingen en het tegengaan van smokkel van en naar Frans-Guyana ten
goede.
Aan het stadscentrum grenst de internationale zone en de parkeerzone.

5.1.2. De Internationale Zone


De Internationale zone is gekozen aan de hand van de voorkomende douane en daarop
afgestemde activiteiten. Het Surinaamse grensgebied, waarop de diensten, voorzieningen en
autoriteiten gevestigd zijn, die betrekking hebben op de grens met Frans- Guyana. Het gaat
hierbij voornamelijk om de douane, een kantoor van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en
de millitaire basis, de Akontoe Velanti legerkazerne, welke van het stadscentrum naar de
internationale zone verplaatst wordt. Vanuit deze zone is onder andere het veer dat de verbinding
tussen Frans- Guyana en Suriname onderhoudt. Ook moet er een aanmeersteiger voor de kleine
boten (1 buitenboord motor) aanwezig zijn. De boten meren daar aan en passagiers en goederen
50

gaan dan door de nodige controleposten. De internationale zone heeft een oppervlakte van 3, 86
ha.
5.1.3. De Parkeer Zone
De Parkeer Zone is gekozen aan de rand van het stadscentrum. Het is aangelegd voor het
grootste deel van het verkeer dat vanuit Paramaribo, Commewijne en andere gebieden komt, om
de centrumstad te bezoeken of er te werken(in de verschillende hotels, restaurants, winkelzaken
enz.). Voertuigen worden in de parkeerzone geparkeerd, om verkeersdruk op het centrum te
voorkomen en het aangezicht van het centrum niet aan te tasten met een groot aantal geparkeerde
voertuigen.
De parkeer Zone grenst aan het centrum. Het bevat naast de openbare rijweg, looppaden naar het
centrum en een verkeersplein met voornamelijk Kap- Karretjes en enkele taxi-busje. De
bedoeling is dat het publiek zich naar het centrum kan begeven via:
- De aanwezige looppaden
- De kap kar dienst die de route naar het centrum en naar het park onderhoudt
De Parkeerzone heeft een oppervlakte van 8,14 ha en grenst aan de Park Zone.
Voorbeelden van de inrichting van de Parkeer zone zijn in bijlage B weergegeven.
5.1.4. De Park Zone
Het park is gekozen aan de grens van de parkeerzone en het woongebied. Het dient als buffer
voor het opvangen van onder andere geluidsoverlast, maar voorziet tegelijkertijd in de behoefte
aan recreatie in het gebied. Het park bevat speeltuinen, sportvelden en vegetatie (bomen en
grasvelden). Het beslaat een oppervlakte van 8,55 ha en heeft 2 doelgroepen:
-

De toeristen die in de hotels in het stadscentrum verblijven

De bewoners van het studiegebied, welke in de woonzone verblijven.


De Park Zone heeft biedt recreatie en ontspanning, maar vormt ook een buffer tussen het
centrum met parkeerzone en het woongebied. Het dient vooral als opvanging van
geluidsoverlast.

5.1.5. De Woon Zone


De woonzone heeft een oppervlakte van 95 ha. 60% van dit woongebied wordt toegekend aan
woonpercelen. Het gaat hier om percelen van minimaal 400m2 en maximaal 1000m2. Dat houdt
51

in dat er in het gebied maximaal tweeduizend driehonderden vijfenzeventig (2375) woonhuizen


gebouwd kunnen worden.
De overige 40% is bestemd voor infrastructuur en voorzieningen. Bij infrastructuur gaat het
voornamelijk om de wegen, looppaden, afwatering en bermen. Bij voorzieningen wordt de
nadruk gelegd op scholen en RGD polies. Hierbij is het de ruimte die wordt uitbesteed recreatie
gering, vanwege de aangrenzende Park Zone. Met het bestemmen van 60% van de woonzone aan
woonpercelen, wordt de behoefte aan goede woonhuizen aanzienlijk verminderd. De woonzone
hoeft niet in 1 keer volledig ontwikkeld te worden. Het kan bijvoorbeeld in 2 fasen geschieden;
fase 1; Voorziening en de direct aanwezige woonbehoefte(plaatselijke bevolking en nodig nog te
vestigen bevolking ten behoeve van de toeristensector), fase 2; later stadium te vestigen
bevolking.
Voorbeelden van de inrichting van het woongebied, zijn in bijlage D aangegeven
5.1.6. Overheidskantoren en diensten zone
Kantoren van alle overheidstakken:
Het centrum moet alle belangerijke overheidskantoren huisvesten. Zo moet het mogelijk zijn
betalingen te doen, stukken moeten ter plekke in behandeling genomen en bekrachtigd kunnen
worden en andere overheiddiensten moeten geboden worden.

Hoofdstuk 6 CONCLUSIES & AANBEVELINGEN


52

6.1.

Conclusies

Uit dit onderzoek is gebleken dat Albina, ondanks de hoofdplaats van Marowijne, niet aan de
eisen van een centrum stad vodoet. De focus is gelegd op een centrumgebied in Albina,
grenzend aan de Marowijnerivier. Uit het ondezoek zijn de volgende conclusies
voortgekomen:
1. Er is in het gebied gebrek aan Ruimtelijke Ordening. Dat zorgt voor een
chaotische situatie, vooral aan de waterkant van het gebied. Het is belangerijk
om hierin verandering te brengen, zodat Albina haar potentie kan bereiken.
2. In het studiegebied ontbreken enkele belangrijke voorzieningen wat de
ontwikkeling van het gebied niet ten goede komt. Vooral aan voorzieningen
als Onderwijs en recreatie is er een tekort.
3. De waterkant vormt het centrum van het studiegebied. Vanwege de ligging
aan de Marowijne rivier(grensstad) vinden daar de meeste economische
activiteiten plaats. De inrichting van het stadscentrum is voornamelijk op de
ontwikkeling van het toerisme afgestemd
4. Er is herinrichting van het gebied nodig. Dit voornamelijk omdat
verschillende activiteiten door elkaar voorkomen, die vaak niet op elkaar
afgestemd zijn.
De resultaten van deze studie, moeten in combinatie met andere studies uitgevoerd worden.
Bekeken vanuit een breder opzicht, zullen de voorgeschreven oplossingen in deze studie
in combinatie met de reeds uitgevoerde- en nog uit te voeren studies bijdragen tot de verdere
ontwikkeling van het studiegebied, het ressort Albina en het district Marowijne.

6.2. Aanbevelingen
1. Om de ontwikkeling voor het studiegebied op de juiste manier te realiseren, is
bemoeienis vanuit de overheid nodig. Het hier voornamelijk om zaken als
wetgeving, bestemmingsplan en grondbeleid.
2. In Albina zijn er verschillende ontwikkelingsmogelijkheden aanwezig. De
nadruk wordt vooral gelegd op het Toerisme(vanwege de ligging van Albina)
en Woongebied(vanwege de behoefte aan goede huisvesting)
3. Uit deze studie is gebleken dat in de huidige situatie er verschillende
overheidskantoren verspreid voorkomen. Raadzaam is deze kantoren in de
toekomst te concentreren, aan de grens van het stadscentrum met de
parkeerzone
53

4. Bij uitvoer van de ontwikkeling van het stadscentrum, zal de behoefte aan
woningen en bijkomstige voorzieningen en parkeerruimte toenemen. Dit
wordt opgevangen met de verdere zonering van het gebied, waarbij ruimte
gecreeerd wordt voor het voorzien in deze behoeften.
5. Er moet een studie gedaan worden met een uitbreiding van de dam, om het
aangezicht van dat gedeelte aantrekkelijker te maken
6. Er moet in de toeristische sector geinvesteerd worden, door particuliere
investeerders en de overheid. Om de ontwikkeling van het gebied tot centrum
stad op gang te brengen. Hierbij moet gelet worden op toerisme naar
internationale standaarden.

Bronvermelding
Literatuur
Structuuranalyses Districten 2003-2008;
Stichting Planbureau Suriname, April 2010
54

Moengo-Albina Knooppunten van de Pan-American Highway


Stichting Planbureau Suriname, 2008
Regionaal Ontwikkelingsplan voor Oost-Suriname eindrapport
Sunecon & Nedeco, 1977
Ressort Albina, Economical, Social and Environmental Development Study Project Sofreco en
NIKOS, 2007
Albina, 1946- 13 december- 1996
Andre Loor, 1996
Blauwdruk Landelijk Woningbouwprogramma,
Managementteam Huisvesting, September 2011
Richting Weginrichting
Ministerie van Openbare Werken, Oktober 2011

Gesprekken met:
De heer Yves Blufpand
Inginieur, Cievieltechnisch Bureau Sunecon
Dhr. Theodore Sondrejoe
Districtscommissaris Marowijne
Dhr. Patra
Directeur Volkshuisvesting
websites:
www.encyclo.nl
www.lisp.sr
www.woningbouwprogramma.org
www.decentralisatie.org
www.wikipedia/stad.nl

55

BIJLAGEN

Bijlage 1.
Ontwikkelingsvoorstellen voor het studiegebied gehaald uit
Regionaal Ontwikkelingsplan voor Oost- Suriname, Sunecon &
Nedeco
56

Visserij
Het opzetten van een visserij- faciliteiten te Albina
Plaatsing te Albina:
a. Ijsmachine
b. Ijsopslag
c. Tunneldroger
d. Eenvoudige sleephelling
Dit ten behoeve van de zee en riviervisserij
De visserijfaciliteiten zullen geplaatst worden onder beheer van de Visserijdienst (afdeling van
het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij). Een aanloopsubsidie van de overheid is nodig
voor de eerste2 jaren
Toerisme
Marktonderzoek toerisme vanuit Europa en de Verenigde Staten van Amerika
Marktonderzoek door een onafhankelijke instantie in Nederland, Duitsland en de
VerenigdeStaten van Amerika. Over een periode van 5 weken door 4 deskundigen op het gebied
van hotel exploitatie, public relations, transport en touroperation. Er moet worden uitgegaan van
alternatieve voorzieningen in Albina.
Het doel van dit marktonderzoek is inzicht verkrijgen in de mogelijkheden van georganiseerd
grootschalig toerisme naar Oost- Suriname, rekening houdende met het daar mogelijk te creeeren
toeristen pakket en haar prijs.
De verantwoording ligt bij het Ministerie van Economische Zaken (toenmalig Ministerie van
Financien)
Economische voor- en nastudie toeristenpakket Suriname
Een manmaand onderzoek ter kwantificatie van alternatieve toeristische 14-dagen reispakketten
Oost-Suriname, waarbij rekening wordt gehouden wordt met kostenraming en rendabiliteit van
alle toeristische deelprojecten, inclusief infrastructuurverbetering. Levering van deze alternatieve
reispakketten met duidelijke omschrijving van voorzieningen.
De verantwoordelijkheid van dit project valt onder het Ministerie van Economische Zaken.
Bestemmingsplan Albina
Het structuurplan opgemaakt door de Planologische dienst, mist juridische kracht. Het valt onder
het Ministerie van Openbare Werken en Verkeer om voor te stellen dat Albina onder de
Stedenbouwkundige Verordening van 1972 wordt gebracht, waardoor met summiere
57

wijzigingen(polderaanleg etc.) het bestaande structuurplan kan worden ingediend als bindend.
Dit opent de weg voor de uitwerking van eveneens bindende bestemmingsplannen, die dan
echter op een aantal punten gewijzigd moeten worden. Wat betreft de toeristenindustrie dient met
name aandacht te worden geschonken aan de volgende punten:
a. Verklaring tot beschermde kern van de waterkant rond de markt, teneinde haar aangezicht te
bewaren en haar ontwikkeling te onderwerpen aan een vergunningenstelsel
b. Goed doordachte bestemming tot horeca- en commerciele sector aan de waterkant
c. Opheffing van storende elementen in de huidige kern en vervangende planning(bijv.
verwijdering benzinestation, verkeervrij verklaren van wandelboulevard, terrasjesbouw,
plantsoenaanleg, steigeraanleg, verplaatsing kazerne.
d. Bungalow(weekendhuisjes) plaatsing, vrijhouden van waterkant e.d.
e. Benedenwindse plaatsing visserij-industrie
Infrastructuur beschermde kern(Albina waterkant)
Overheidsinvesteringen ter veraangenaming van het aanzicht:
a. Betegeling wegdek waterkant
b. Verplaatsing duane
c. Plantsoenaanleg, etc.
d. Steiger in T-vorm
e. Diversen (straatverlichting, oeververdediging, etc.)
Dit heeft tot doel verbetering van het toeristisch kerngebied.
Steun en Stimulering Particuliere Toeristen-Industrie
Teneinde uitvoering in de perticuliere sector conform het bestemmingsplan te bevorderen, moet
deze worden opgevolgd door de uitvaardiging van een aantal subsidie- en/of kredietregelingen
gericht op de ontwikkeling van de horeca-sector en de instandhouding van het stadsgezicht met
name in de beschermde kern aan de waterkant. De volgende sectoren komen voor
krediet/subsidie in aanmerking:
a. Onderhoud gevels waterkant huizen (alle eigenaars)
b. Sanitair- en keukenvoorzieningen in middenstandshoreca
c. Terrasjes aan de waterkant (luifelbouw)
d. Tegemoetkoming in verplaatsing commerciele huizen van de waterkant(incl. Benzinestation)
e. Verbetering hotel-accomodatie
Hotel Albina
De studie en ontwerp van een hotelcomplex met 20-30 bedden. Meer gericht op internationale
toerisme. Uitbreiding moet mogelijk blijven. Het hotel moet aan hogere eisen
58

voldoen:airconditioning, bar, goede keuken, tuin, terras enz. Gezien de beperkte


recreatiemogelijkheden in het gebied zal het secundaire afleiding moeten bieden: sportvisserij,
tax-free shopping e.d. Eventueel kan in de nabijheid een kleine casino worden geexploiteerd.
Het doel van het project is opvang van kleine toeristengroepen in goede accomodatie mogelijk te
maken.
Woningbouw
Renovatie van 120 woningen
In Albina zal vooralsnog het acent komen te liggen op renovatie van woongebieden. Een groot
deel van de bevolking woont op huur of erfpachtterreinen. De mate van hulp zal afhankelijk
moeten worden gesteld van de financiele draagkracht van de bewoners individueel. Dit houdt in,
dat ook degenen die geen vast inkomen hebben, moeten worden geholpen. Mochten er in het
gebied ook nog gevallen voorkomen waarin de bewoners huurders zijn van de woning, dan
zullen verbeteringen aan de woning voor rekening van de eigenaar/verhuurder moeten komen.
De sanering van het gebied zal verbetering moeten brengen in de woonsituatie van de bewoners
individueel en in de totaliteit van het betreffende gebied. Meer concreet gesteld houdt dit in:
a. Reparatie c.q. uitbreiding van de woning
b. De woning moet voorzien zijn van wasgelegenheid en wc, bereikbaar binnen de woning
c. De woningen en erven moeten voorzien zijn van gesloten riolering
d. Bouwvallen moeten worden afgebrokn en zonodig worden vervangen door nieuwbouw.
e. Rommel moet worden opgeruimd
f. Wegen en voetpaden moeten in goede conditie verkeren
g. Er moet worden gezorgd voor schaduwbomen en speelgelegenheid in het gebied
Het doel van dit project is sanering, verbetering leefomstandigheden bevolking.
Bouw Onderwijzerswoningen
De bouw van huizen voor onderwijzers + leraren die in het district te werk zijn gesteld. Dit in
verband met de bouw van een LTS school ter plekke.
Landbouw
Powisiepolder
Het project beoogt de detailontsluiting en de detailontwaterings- en irrigatiewerken t.b.v. de
Powisiepolder. De polder wordt daarna uitgegeven in kavels van gemiddeld 4 ha in erfpacht met
cultuurplicht. Door intensieve landbouwvoorlichting zal een gewassen-assortiment worden
afgestemd op de lokale behoeften en de vraag in Frans-Guyana.
De nadruk wordt gelegd op citrus, bacoven, vruchtbomen, wortel0knolgewassen, groenten,
59

melkvee.
Dit project moet vallen onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Landbouw,
Veeteelt en Visserij, welke ook de opdrachtgever moet zijn.
Primaire en secundaire doelen:
a. Het scheppen van productieve werkgelegenheid
b. Het voorzien van de plaatselijke markt van goedkope fruit, groenten (en melk)
c. Export naar Frans-Guyana
d. Het tegenaan van de trek naar Paramaribo; emplooi voor Zuid- Marowijners momenteel
werkzaam in kostgrondcultuur
e. Het bevorderen van de lokale handel
f. Het scheppen van hoogwaardige werkgelegenheid in de landbouw. Dit kan een bijdrage
leveren om de lage status die landbouwwerk nu heeft in het waardepatroon van de bewoners van
Marowijne weg te nemen.
Anjoemarapolder
De anjoemarapolder is met een bruto-oppervlakte van 550 ha is reeds van een hoofdinfrastructurele werken voorzien met name een sluis en hoofdlozingen. Vanwege het geringe
zoutgehalte in de Marowijnerivier ter plaatse (10mg/l in de droge tijd) en de amplitude van eb en
vloed kan d.m.v. gravitatie zowel gedraineerd als geirrigeerd worden. Er is een vliegveld te
Albina te gebruiken t.b.v. diverse landbouwapplicaties.
Er is een lokale markt voor o.a. rijst.
Doelen:
- Produktie van rijst en slijpmeel t.b.v. de bevolking in het ontsloten gedeelte van het district
Marowijne
- Produktie van rijst en t.b.v. de export naar onder meer Frans-Guyana en andere landen
- Het verschaffen van werkgelegenheid aan een 60-tal mensen, e.e.a. op commercieel
verantwoorde wijze.
De opdrachtgever is het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij
Asfaltering Vliegtuig Albina
Voor de exploitatie van een mechanisch rijstbedrijf is een vliegveld noodzakelijk. Bovendien zal
de verbetering van dit vliegveld mogelijkheden bieden om kleine aantallen van toeristen van
Paramaribo of Stoelmanseiland naar Albina te brengen en vise versa. Een vergroting van het
vliegveld is niet nodig, omdat is uitgegaan van een kleinschalige toeristische ontwikkeling. Op
een baan van de huidige lengte kan desnoods een Fokker F-28 (max. 100 passagiers) landen. Het
heeft als doel mogelijke mechanische rijstbouw en ontwikkeling van toerisme.

60

Weg Albina Galibi


Wegverbinding Albina Galibi
De aanleg van een 8 meter brede onverharde weg over 35 km. De weg mag niet verder dan de
eigenlijke dorpen lopen. Het eigenlijke dorp Galibi (schildpaddenstrand) moet geisoleerd blijven.
Het gedeelte Albina vliegveld zal geasfalteerd moeten worden.
Het doel van dit project is een verbinding tussen Albina met vissersdorpen Langamankondre en
Christiaan kondre, teneinde afzetmogelijkheden van vis te vergroten en toeristische exploitatie
van lokale nijverheid mogelijk te maken.
Dit project val onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Openbare Werken en
Verkeer

Bijlage 2
Ontwikkelingsvoorstellen voor het studiegebied gehaald uit Ressort
Albina, Economical, Social and Environmental Development Study
Project geschreven door Sofreco en NIKOS
61

The creation and development of City Albina: urban planning


Albina town needs to become a city and be responsible for infrastructures and equipments of a
clearly municipal character, such as the town roads, the sluices, the market, etc. This status could
be provisional until an official solution is found.
A city is not just a housing structure for dwellers. It has functions to fulfill. It is an economic
center for the region. As such, it should play a dynamic role in the development of Ressort
Albina. Consequently, basic urban infrastructures such as roads (including those to the nearby
villages) and canals and sluices are to be considered as the foundations for an economic base
in the ressort. Besides, building the city means added value to the local economy.
a.

Managing and developing of the city

Two kinds of tasks must be performed:


-

The ordinary management of the city: clean and maintain streets and open spaces, dispose of
wastes, operate the drainage system, supply electricity and water, manage the market,
develop community activities... These ordinary and permanent tasks are now (or should be)
carried out at district or central level. There is not yet a local decentralized community
(municipality) able to perform such tasks.

The regeneration and development of the city: to restore and improve Albinas living
conditions and attractiveness. This is an exceptional process that should normally take place
only once. It raises two questions:
the tasks of the regeneration and development programme;
the
structure
best
suited
to
implement
it.

b.

The regeneration and development programme of Albina

This programme is composed of:


-

Rehabilitating the drainage system;


Checking and updating the land rights situation;
Establishing the local plan (Bestemmingsplan );
Demolishing or refurbishing vacant buildings;
Reclaiming and clearing public spaces according to the plan;
Resettling illegal occupants in a new development;
Leasing vacant lots;
Helping inhabitants to renovate or build their houses;
Preparing for regeneration of the town centre;
Developing new areas for housing and activities.

Two of these tasks should be performed before the others: checking and updating the land rights
situation, and establishing the local plan (Bestemmingsplan).
62

Checking and updating the land rights situation

A first phase of analysis must deal with the following topics:


-

Identification of the lots (cadastre)


Census of current occupants
Kind of title:
- Ownership
- Long lease (grondhuur)
- Short lease (huurperceel)
- Application for lease or ownership
- Squat on somebody elses property
- Squat on vacant land
- Vacant land

Then the results of the analysis should lead to determine the elements of the programme:
-

d.

Identification of households to be resettled;


Earmarking of improved land already available for building;
Comparison with the needs and assessing and phasing of new developments according to the
local plan.
The local plan

In most countries, one can find three levels of planning documents:


- the region or the conurbation (regional or structure plan),
- the local (municipal) authority which is competent for town planning and development (local
plan),
- the operational level of a defined neighborhood (detailed plan).
In the case of Albina only the two lower levels, local plan and detailed plans, are necessary for
the Five Year Plan.
The local plan usually deals with:
- zoning: dwellings, activities (production, commercial, offices, etc.), public spaces and
services, green areas;
- infrastructure: primary and secondary roads, drainage and utilities;
- building norms (regulations);
- protection of heritage and environment.
The detailed plan is more precise with the layout of tertiary streets directly servicing the plots,
subdivision of the land, imprints and shapes of the buildings, etc. It is generally an operational
plan to be implemented when works and other expenses are financed and the developer (which
can be the Urban Authority itself) is designated.

63

A first survey of Albinas situation leads to propose the following elements for the local plan (see
sketch of a possible zoning plan hereafter):
-

Central district: multi-storey buildings, collective sewage system, waterfront boulevard and
skyline (administrative buildings, hotels, churches), central square, enlargement of streets,
building norms and building permit;
Residential districts: single family homes, individual sewage system, no building permit;
Industrial zones;
Recreational areas and environment protection;
Future urban zones;
Boundaries between public and private domains (legally binding);
Provision of space for public services;
International zone comprising harbour, ferry terminal and international services.

Detailed plans are necessary only for the Central district and for the future urban zones in an
operational phase.
Later, one will add the possible location of the international bridge exit (see the proposal in the
next section).
e.

A sketch of a zoning plan

The structure to implement regeneration and development is given in figure 34.


Ongoing decentralization is at the district level, not at a ressort or municipality level.
Ministries responsible for urban tasks are organised vertically at central level and coordination at
local level by district commissioner is not yet fully established. Management of a project such as
the regeneration and development programme must be cross sector (transversal). Public land
development is also an economic activity that is better exercised by a corporate organization than
by an administration. So there is a need for a public local agency dedicated to regeneration and
development.
Figure 34 : Sketch of a Zoning Plan for Albina

64

f.

Tasks of the Urban Development Agency

The Urban Development Agency is intended to perform the following tasks:


65

Coordinating actions at local level;


Organizing citizens participation;
Raising funds from Government and donors;
Establishing relations and contracting with other public bodies, foreign and national;
Implementing the regeneration and development programme.

Regeneration and development are the core activities of the Urban Development Agency. The
Agency is directly in charge of these tasks which are of a concrete nature. But the Agency must
also coordinate other actions and programmes, material and immaterial, which have an impact on
the regeneration, even if the Agency is not in charge directly of these actions.
As far as possible, the Urban Development Agency should not act as a builder, or as a social
housing association. Those are different skills and vocations and imply permanent structures, not
temporary ones.
g.

Features of the Urban Development Agency (UDA)

The Urban Development Agency (Stads Ontwikkelings Dienst) is a temporary public body
operating at the local level to carry out the regeneration and development programme of Albina.
It is a public entity with moral personality, autonomous management, ability to contract with
public or private bodies, planning power, i.e. grant building permits in compliance with the local
plan.
The agency is administered by a high level board which includes ministries and other public
stakeholders. Ministries such as Regional Development (RO), Public Works (OW&V), Land
Affairs (ROGB), and Finance should participate. The chairman could be the District
Commissioner so that the Agency operates within the sphere of the District, but at the same time
ensures that it has the support of other important ministries and interacts with these ministriesto work on a coherent policy. The Board has to report about its activities in the form or reports to
the Ministry which is authorized by the Government to supervise it, most logically would be the
Ministry of Regional development. The UDA can have a Director and a small staff of experts,
who are supervised by the Board, and who will have to do the actual work.
It has also the capacities of a corporate organisation:
-

Buys and sells land, order public works;


Hire professional skilled people on a temporary basis;
The accounting system of a private company: operating budget (flux) and balance sheet
(stocks).

In the Surinamese system, two existing structures appear as possible answers to the issue of a
public agency with some features of a corporate organisation: the foundation (stichting) or the
public company.
66

In parallel to the Urban Development Agency, a consultative council of inhabitants should be


informed of the progress of the project and participate in the decision making system. This
council would be informal as soon as there is no decentralized municipality.
h.

The question of the city limits and of land tools

The perimeter which falls under the Urban Development Agency authority is a subset of the
Ressort. It consists of the area already submitted to urban uses: dwellings, activities,
infrastructure and public services, recreational areas for inhabitants. But it must also include the
waterfront and provision of land necessary for further extension of the city on a long term basis.
This raises the important question of land ownership. Ideally the Urban Development Agency
should be the landowner except for what is already registered as private property. This means
that there is no longer customary ownership inside the urban perimeter (even if some rights must
be compensated for).
Land tools should be examined at two levels of application:
-

Acquisition of land by the Urban Development Agency (if it is not granted with full
ownership of the land);
Sales of developed plots to users, developers or enterprises.

The first level require the Urban Development Agency to be able to expropriate, the question
being which governmental level of administration declares the public interest and which body
arbitrates on the fair value of compensations.
The second level can be assimilated to a normal free market where a seller and a buyer agree on
a price. The question is on the type of deed: full ownership or long term leasehold (the Urban
Development Agency retaining provisionally the freehold). The leasehold (as it is currently
practiced in the Netherlands) allows the freeholder to control that the use of the land through
time is conforming to the initial contract. It can also be suitable for the leaseholder who do not
have sufficient revenues at the moment but expects to improve his situation in the future.
i.

Budget and financial tools

Status and organization are closely linked to the budget structure. Generally the local
administration accounting system deals only with flows (flux) and not with assets (stocks),
contrary to commercial enterprises accounting, according to the following framework:
This may seem to be too detailed in a planning report. However, it is very new to Albina decision
makers, and it is felt that those principles on accounting may lead to a more precise reflection on
what is to be done in order for the town to become a City. It is consistent with the accounting
scheme which is developed in the Decentralization process.
Financial tools
67

Four ways can be envisaged to have the infrastructure and public facilities paid for:
-

i.

the cost is included in the selling price of improved land;


if the land improved is in private ownership, fees can be required from landowners or
builders when their plot is serviced;
fees are charged to individual users of services (water, electricity ...) when they connect to
the network and after, on a continuous basis, when they use it;
if the revenues of the three above categories are insufficient, the Urban Authority will have to
pay for the difference, using its normal resources (fiscal revenues, transfers, subsidies,
miscellaneous revenues).
Commitments

The Urban Development Agency, granted with moral personality and by delegation from the
District authority, should be entitled to pass contracts with other bodies such as:
-

the Government of Suriname and other levels of administration;


international donors;
foreign public bodies (particularly in French Guyane);
private partners, national or foreigner (companies, developers, NGO).

The process of urban planning and development is a long term one. Partners have different time
horizons. Most of them do not whish to engage for many years. Some partners are interested in
just one thematic aspect and some will also subordinate their involvement to the commitment of
others.
In order to be consistent with the long term policy of the Urban Development Agency, it is
recommended that the different contracts fit in a general framework (which could be named, for
instance, the City Contract, or City commitments).
This contract framework should be based on:
-

a shared diagnosis;
definition of the stakes;
objectives (general and particular);
a programme of linked and coordinated actions;
a budget;
a participation scheme of the population.

The contract framework should be reviewed regularly, with an update of the budget and an
assessment of the actions.

68

Bijlage 3
Ontwikkelingsvoorstellen voor het studiegebied gehaald uit
Structuur Analyse Districten 2003-2008, Stichting Planbureau
Suriname
Het district Marowijne is bij uitstek geschikt voor Toerisme. Het bloeiend binnenlands toerisme,
door de gevechtshandelingen sterk teruggelopen, as al enige jaren op weg naar herstel. Om deze
69

activiteit verder op weg te helpen, is in de eerste plaats versterking nodig van overheidsdiensten.
De potentie van toerisme zou beter kunnen worden benut door redelijke overnachtingsverblijven
op te zetten of daarvoor locaties te reserveren voor mogelijke investeerders. Ook moeten de
voorzieningen in het district Marowijne als grensdistrict zodanig worden gerehabiliteerd, dat het
reizend publiek wordt gediend. Om het toeristisch product te verruimen, zullen de wegen langs
de Marowijnerivier in zowel noordelijke als zuidelijke richting moeten worden verlengd
respectievelijk Galibi en Bigiston. In het kader van verdere stimulering van het plaatselijk
toerisme is recentelijk een bezoekerscentrum geopend in Galibi. Ter plekke wordt informatie
verstrekt over de cultuur van de caraiben en het Galibi-natuurreservaat. De vraag naar producten
van bittere cassave, zoals casavebrood en pepersoep(pepre watra), is groot onder de lokale
bevolking, toeristen en in Frans-Guyana. Ook kunnen parken worden aangelegd op de heuvel
langs de Luitenant- Weyneweg. Bij de verlengen van de wegen naar get noorden en zuiden van
Albina mag bebouwing niet worden toegestaan in de strook tussen de weg en de rivieroever,
aangezien dit afbreuk zal doen aan het toeristisch product, zoals nu het geval is bij Albina.
Een andere potentie die het district biedt, betreft de agrarische sector. Ter verruiming van de
mogelijkheden om in de eigen voedselbehoefte te voorzien, is het aan te bevelen de Powisie- en
de Anjoemarapolder in gereedheid te brengen en uit te geven aan landbouwers.
Voor de verdere uitbouw van de agraische sector zijn gebieden ten noorden en ten zuiden van
Albina geidentificeerd. Het eerste betreft een gebied voor veeteelt van ca. 2000 ha, ligt ten
noorden van Galibi en kan voor bevolkingslandbouw(kokos) worden aangewend. Meer naar het
zuiden toe, in de omgeving van Lemkibon Tabiki, dichtbij de oever van de Marowijnerivier, is
een aaneengesloten gebied van ca.500 ha goed bevonden voor het verbouwen van oliepalm op
ondernemingsniveau. Dit gebied zal worden ontsloten middels het verlengen van de weg vanuit
Albina.
Overige potenties :
- De bodemgesteldheid van het gebied tussen Albina en Patamacca. De grond is zeer geschikt
voor de ontwikkeling van gemechaniseerde landbouw. Gewassen als mais, pinda en suikerriet
kunnen er gemechaniseerd verbouwd worden.
- De palmolie-industrie heeft zich bewezen en is een van de meest voor de hand liggende
mogelijkheden voor duurzame lokale ontwikkeling.
- Perspectieven voor riviervisserij die met de nodige begeleidng ontwikkeld moeten worden.
- Gunstige omstandigheden voor ecotoerisme

70

Anda mungkin juga menyukai