Waarom nationale
socialisme tegelijkertijd
ook antifascisme betekent
Over de betekenis en nadere belichting van
het begrip ,, fascisme en haar frontstelling
ten opzichte van het nationale socialisme.
Inleiding
Een ieder, die in de huidige tijd aktief is voor de
verwezenlijking van het socialisme in een nationaal kader, wordt van alle kanten onmiddellijk als ,,fascist betiteld. Op deze wijze dient
de aktivist gestigmatiseerd, gedemoniseerd
en gesoleerd te worden. ,,Fascisme , dat is
een begrip, dat vandaag de dag synoniem is
voor mensenverachting, oorlogspropaganda,
deportaties en massamoord. Er bestaan zogeheten ,,fascisme - onderzoekers , die construkties als ,,fascistode, ,,tijdperk van het
fascisme en zelfs ,,Hitler fascisme in het
dagelijkse spraakgebruik hebben gentroduceerd, wat door de media en in het onderwijs
gretig werd opgepikt. Niet alleen het linkse,
maar evenzeer het burgerlijk conservatieve
en ook het zichzelf als ,,nationaal betitelende
kamp bedient zich van het begrip ,,fascisme
ter generalisering van haar vijandbeeld. Iedereen, die tegenwoordig politiek aktief is, dient
dus in de allereerste plaats te weten, wat dit
begrip fascisme nu berhaupt precies betekent en wat de mening van nationaal en socialistisch denkenden hieromtrent dient te zijn.
Deze brochure pretendeert een hulpmiddel te
zijn inzake de beargumentatie, teneinde ook
in de discussie met de politieke tegenstander
succesvol overeind te blijven.
De fascistische
heerschappij
Vanaf 1922 tot en met 1945 doorliep het fascisme drie karakteristieke fasen:
1e van 1922 29 die van de machtsovername en stabilisering
2e- van 1929 43 die van de onbetwiste heerschappij en de uiteindelijke val van Mussolini
3e van 1943 45 die van het socialistisch
republikeinse fascisme.
Eerste fase (1922 1929)
Het was volstrekt onduidelijk in welke richting
zich na Mussolinis machtsovername een fascistische staat van eigen signatuur zou ontwikkelen. De PNF werd beheerst door twee
onderling rivaliserende vleugels, te weten
Tegenstanders van het regiem werden genterneerd op het eiland Lipari. (7). De toegenomen produktiviteit van de Italiaanse economie
kwam overigens uitsluitend ten goede aan
de expansionistische buitenlandse politiek,
die Ital meesleurde in achtereenvolgens de
Abessijnse oorlog, de Spaanse burgeroorlog
en ten slotte de tweede wereldoorlog, waarop
de fascisten zich noch materieel, noch militair,
noch in wereldbeschouwelijk opzicht in voldoende mate hadden voorbereid, en die de
situatie van het fascisme in Itali zienderogen
deed verslechteren.
toe te treden.
Zich daarbij beroepend op Nietzsche verkondigde Mussolini dat de Wille zur Macht het
allesbepalende element van de menselijke
evolutie zou zijn.
Vanuit Mussolinis gezichtpunt belichaamt de
fascistische Staat de Wille zur Macht en de wil
om te heersen. Het Romeine verleden vormt
voor hem impuls en aansporing. Voor het fascisme betekent het streven naar het impero
(Reich), naar de expansie van de natie, een
uitdrukking van vitaliteit. Het impero vereist
discipline, plichtsvervulling, opofferingsgezindheid en het eendrachtig samenwerken van alle
maatschappelijke krachten. In buitenlands politiek opzicht had de nationalistische beweging
de theorie van een Italiaans imperialisme tot in
het uiterst extreme toegespitst en hierbij aangeknoopt aan de aloude Romeinse gedachte
van het imperum romanum met de Middellandse Zee als middelpunt (mare nostrum).
De regios Emilia - Romagna en Toscane: locaties van grote agrarische onlusten na WO1. Fascistische terreurcampagne 1920-1922
De fascistische staat werd steeds meer afhankelijk van zijn Duitse bondgenoot en deze in
toenemende mate tot een blok aan het been.
Na de landing van de Angloamerikan in 1943
vielen Mussolinis tegenstanders in de Grote
Fascistische Raad de Duce scherp aan en eisten diens aftreden. Op 24 juli 1943 stemden
19 van de 28 leden van de Raad voor Mussolinis onmiddellijke aftreden. De volgende dag
ontsloeg koning Victor Emmanuel de Duce en
beval diens arrestatie. (8). Nog dezelfde dag
stortte de fascistische heerschappij ineen.
mene staking.
In Frankrijk gaf Sorel in latere jaren zijn
steun aan de Action Franqaise, een in 1899
opgerichte radikaal xonservatieve, anti
republikeinse beweging, die gekant was
tegen Joden, Vrijmetselaars, Protestanten
en vreemdelingen: formeerde een speciale
afdeling voor het uitvoeren van georganiseerde geweldsakties.
** Etatisme:
In de filosofie benaming voor de idee van de
Staat als de belichaming van alle zijn.
Voordat we ons bezig gaan houden met de
principile verschillen tussen het fascisme en
het nationale socialisme, volgen hier eerst nog
de overeenkomsten:
Ook in het fascisme wordt het leven als strijd
beschouwd: ,, Het Fascisme vereist de Tatmensch, het type mens dat daadkrachtig en
met al zijn wilskracht aktief bezig is, dat bereid
is om alle moeilijkheden die het op zijn weg
ontmoet mannelijk het hoofd te bieden en de
strijd met hen aan te gaan. Voor het fascisme
is het leven een en al strijd, aangezien het de
mens is opgedragen, doordat hij boven alles
eerst voor zich zelf het instrumentarium ( lichamelijk, geestelijk, ethisch) schept om hiermee
het leven op te kunnen bouwen. Dit geldt voor
het individu, dit geldt voor de natie, dit geldt
voor de gehele mensheid. (23)
Met betrekking tot de demokratie en het liberalisme is er eveneens sprake van gelijksoortige
opvattingen: ,,Het fascisme verwerpt in de
demokratie de absurde conventionele leugen
van de politieke gelijkheid en de collectieve
onverantwoordelijkheid en van de mythe van
het geluk. De demokratie is weliswaar een regiem zonder koning, in plaats daarvan echter
een met zeer veel koningen, die soms eigenmachtiger, tyrannieker en verderfelijker zijn
dan een enkele tyran op zichzelf,
>> Jij ben niets, jouw volk is alles! >>, luidde daarentegen de veelvuldig gebruikte leuze
van de nationaal socialisten.Voor het nationale socialisme staat het volk op de eerste
plaats. ,, Staat is een schimmig, gekunsteld,
weinig tastbaar begrip. ,,Sibbe ,,volk ,,volksgenoot, ,, volksgemeenschap zijn daarentegen begrippen, die aan het dagelijkse leven
10
11
12
13
Nawoord
Geconstateerd kan worden, dat de Italiaanse
fascisten gn nationale socialisten waren.
Het nationale (revolutionaire) syndikalisme
en het corporatieve systeem mogen dan veelbelovende sociale aanzetten zijn geweest,
echter, uiteindelijk bleven beide steken in het
theoretische stadium. Vanuit het gezichtspunt
van de volksmassas bezien bleven de fascisten op de eerste plaats de handlangers van de
gehate grootgrondbezitters en fabrieksheren,
van wier steun het fascisme ook inderdaad
gedurende zijn gehele heerschappij afhankelijk bleef.
Een werkelijke volksgemeenschap werd in Itali nimmer ook maar voor n ogenblik verwezenlijkt, het traditionele klassensysteem bleef
gewoon voortbestaan. Hieruit vloeit voort dat
het fascisme op generlei wijze als een revolutionaire beweging (zoals het nationaal socialisme) kan worden beschouwd. Dit wezenlijke
verschil ligt in de historische ontwikkeling besloten: Het nationaal socialisme kwam voort
uit het Duitse volk, dat na het einde van de
Eerste Wereldoorlog als overwonnene vernederd en in de rug gestoken ter aarde lag, door
de Ententemachten stuk voor stuk beroofd van
zijn levensfundamenten en culturele identificatiemogelijkheden.
Het nationaal socialisme groeide in de loop
van de tijd uit tot een beweging van het radikale volksverzet en wordt derhalve ook gezien
als revolutionaire tegenbeweging gericht tegen de nationale ondergang. Itali, dat telde
tot de overwinnaars van de wereldoorlog,
bezat in het fascisme daarentegen niet een
dergelijke echte volksbeweging. Het fascisme
ontstond hier niet uit sociale misre, maar als
reaktie van de bourgeoisie op communistische en anarchistische stromingen onder de
volksmassas. Vanuit wereldbeschouwelijk
oogpunt bezien ging het fascisme ook niet uit
van het eigen volk. Op grond van het bovenstaande is een vergelijking met het fenoneem
van de hedendaagse militaire junta (bijvoor-
Dit is fascisme!
Hier wordt niet alleen de cultuur van het volk
langs de weg van de zionistisch geregisseerde US Amerikaanse decadentie vernietigd,
maar tevens wordt systematisch door middel
van rasvermenging ( via ,, gastarbeiders,
,,asielzoekers en de hiermee verbonden
,,integratie van Buitenlanders) de genocide
van een compleet volk nagestreefd.
Adolf Hitler was dus ondanks zijn persoonlijke
vriendschap met Mussolini in wezen een absolute antifascist!
Elke nationale socialist handelt daarom in zijn
geest, wanneer hij aan het fascistisch etatistische machtsstreven van de anti mens een
halt toeroept.
14
16- Heller p. 42
17- Heller p. 47
18- Mussolini, p. 7v.
19- Heller p. 42
20- Mussolini, p. 21
21- Mussolini, p. 21
24- Mussolini p. 2v
15
23- Mussolini p. 2v
25- Mussolini p. 2v
26- Demmler, Georg Faschismus Naionalsozialismus in :
Deutsche Annalen 1980 p. 194
27- Schnhuber, Franz p. 151
28- Mussolini, p. 47
Beknopte bibliografie
Sternhell, Zeev Die Entstehung der faschistischen ideologie. Von Sorel zu Mussolini. Hamburg 1999
Nolte, Ernst
Luks, Leonid Enstehung der kommunistischen Faschismustheorie. Die Auseinandersetzung der Komintern mit Faschismus und
Nationalsozialismus (1921 1935). Stuttgart
1965
Wippermann, Wolfgang Faschismustheorien. Zum Stand der gegenwrtigen Diskussion. Darmstadt 1972
Alff, W. Der Begriff Faschismus. Frankfurt /
M 1971
Tasca, Angelo The Rise of Italian fascism
1918 1922. New York 1966
Wiskemann, E Fascism in Italy. Londen 1969
29- Mussolini, p. 49
30- Mussolini, p. 50 v
Paris, R
16