Anda di halaman 1dari 9

Ben jij fascist?

Waarom nationale
socialisme tegelijkertijd
ook antifascisme betekent
Over de betekenis en nadere belichting van
het begrip ,, fascisme en haar frontstelling
ten opzichte van het nationale socialisme.

Inleiding
Een ieder, die in de huidige tijd aktief is voor de
verwezenlijking van het socialisme in een nationaal kader, wordt van alle kanten onmiddellijk als ,,fascist betiteld. Op deze wijze dient
de aktivist gestigmatiseerd, gedemoniseerd
en gesoleerd te worden. ,,Fascisme , dat is
een begrip, dat vandaag de dag synoniem is
voor mensenverachting, oorlogspropaganda,
deportaties en massamoord. Er bestaan zogeheten ,,fascisme - onderzoekers , die construkties als ,,fascistode, ,,tijdperk van het
fascisme en zelfs ,,Hitler fascisme in het
dagelijkse spraakgebruik hebben gentroduceerd, wat door de media en in het onderwijs
gretig werd opgepikt. Niet alleen het linkse,
maar evenzeer het burgerlijk conservatieve
en ook het zichzelf als ,,nationaal betitelende
kamp bedient zich van het begrip ,,fascisme
ter generalisering van haar vijandbeeld. Iedereen, die tegenwoordig politiek aktief is, dient
dus in de allereerste plaats te weten, wat dit
begrip fascisme nu berhaupt precies betekent en wat de mening van nationaal en socialistisch denkenden hieromtrent dient te zijn.
Deze brochure pretendeert een hulpmiddel te
zijn inzake de beargumentatie, teneinde ook
in de discussie met de politieke tegenstander
succesvol overeind te blijven.

Betekenis van het begrip


,,fascisme
Er bestaan verschilllende definities m.b.t. het
begrip ,,fascisme : de meest bekende is ongetwijfeld die van de Bulgaarse communist
Georgi Dimitrow, van 1935 1943 secretaris
generaal van de Communistische Internationale (Komintern): ,,Fascisme is de openlijk
terroristische diktatuur van de meest reaktionaire, meest chauvinistische elementen van
het financierskaptitaal met als doel het behoud
van de kapitalistische produktieverhoudingen.
(1)
De algemeen secretaris van de CPSU, J.W.
Stalin, oordeelde in 1924: ,,Fascisme is een
strijdorganisatie van de bourgeoisie, die gebaseerd is op aktieve ondersteunig door de
sociaal demokratie. Fascisme en sociaaldemokratie sluiten elkaar niet uit, integendeel,
ze vullen elkaar aan. Het zijn geen antipodes
(elkaar uitsluitende tegengestelden), maar
tweelingbroers. (2)
Een meer recente definitie van de Israelische
politicoloog Zeev Sternhall uit 1983 stelt:
,, Fascisme ontstaat, doordat linkse radikalen,
die de compromissen van de gematigden in
het linkse kamp met het liberale centrum niet
konden verkroppen, zich aaneensloten met
rechtse radikalen, die dezelfde beschuldigingen verhieven tegenover de gematigden in
hun kamp. Daarom is fascisme een amalgaam
(mengelmoes) van teleurgestelden uit zowel
het linkse als het rechtse kamp, van linkse en
rechtse ,,revisionisten. *Fascisme staat dientengevolge buiten het rechts links - schema
als een derde stroming ; als iets aparts, iets
revolutionairs. (3)
We kunnen natuurlijk niet uitsluitend afgaan op
meningen van communisten en zionisten. Dus
laten we het woordenboek eens raadplegen.In
de editie van 1971 staat: ,,Fascisme
(Ital. fascismo) was een door Benito Mussolini
in 1922 in Itali aan de macht gebrachte poli-

tieke beweging en haar tot 1945 uitgeoefende


regeringssysteem. (4)
Samengevat kan men dus stellen, dat dit begrip uit Itali afkomstig is en in het algemeen
misbruikt wordt om er nationalistische bewegingen mee aan te duiden, die A) autoritair
hirararchisch van opbouw en B) anti - liberaal,
anti demokratisch en anti parlementaristisch voor wat betreft de politieke stootrichting
zijn. Meer in het bijzonder als aanduiding voor
bewegingen, die in scherpe frontstelling tegenover het marxisme (zowel het communisme
als de sociaal demokratie) waren ontstaan.
* Vandaar ook de bekende leuze van links:
Achter het fascisme staat het (groot-) kapitaal!
** Revisionisme: afgeleid van ,,revisie, is
herziening. In de politiek wordt er in het algemeen het streven mee aangeduid om de oorspronkelijke leer of doktrine te ,,herzien, aan
een ,,revisie te onderwerpen. In het politieke
spraakgebruik van het (maostisch) leninisme
synoniem voor verraad, ,,afvalligheid, ,,renegatendom.
Laten we ons allereerst bezighouden met de
historische feiten: het woord ,,fascisme is afgeleid van het Italiaanse ,,fascio (hat. fasces),
wat in het politieke taalgebruik ongeveer zoveel betekent als ,,(ver-)bond.
<<Fasci>> (bonden) waren er al in Itali sinds
de jaren 70 van de 19e eeuw , vooral in de arbeidersbeweging ( fasci operai.) Op 23 maart
1919 vormde de toenmalige revolutionaire
marxist Benito Mussolini in Milaan samen met
ongeveer veertig geestverwanten, vooral revolutionaire syndikalisten* en socialisten, de
eerste <<Fascio di combattimento>> (strijdbond).
Tot en met 1920 bleef deze echter een onbeduidende extreem linkse splintergroepering.
Pas de opportunistische zwenk naar rechts en
de plotselinge scherpe confrontatiekoers te-

genover communisten en socialisten brachten


de beweging in de periode 1920 21 onvoorzien grote toeloop. Vooral nadat stakende arbeiders op grote schaal begonnen over te gaan
tot georganiseerde fabrieksbezettingen en de
vorming van Sowjets (=raden) in september
1920, kwamen de fascisten steeds meer in de
gunst van in het bijzonder de Noorditaliaanse
grootbourgeoisie.
Ons inziens een eerste indicatie voor het feit,
dat Mussolini juist geen idealist, maar integendeel slechts een opportunist was, die het enkel en alleen om de macht was te doen.
Tot massabeweging ontwikkelde het fascisme
zich pas door zijn uitbreiding naar het platteland, waar het door de grootgrondbezitters
werd gebruikt als instrument tegen de communistisch georganiseerde landarbeiders.
Hier traden voor de eerste keer de zogeheten
squadre dazione (stormeenheden) in aktie,
die hun politieke tegenstanders, met name de
plattelandsbevolking, door middel van strafexpedities terroriseerden en op die manier het
vuile werk opknapten voor de ,,patrones , de
landheren.
In 1921 vond in Rome het oprichtingscongres plaats van de Partito Nazionale Fascista
(PNF). De PNF was , in de woorden van Mussolini, ,,geen echte partij , maar in de eerste
twee jaren van haar bestaan een tegen de
partijen gerichte beweging .
Door de steun van de kant van de liberale
bourgeoisie, de staatsbureaucratie, delen van
het leger en van de katholieke kerk kreeg het
fascisme binnen de kortste keren grote aanhang. Nadat het fascisme zijn positie in NoordItali had geconsolideerd, besloot Mussolini in
het offensief te gaan. Op 28 oktober 1922 gaf
hij zijn zwarthemden (meer dan 26.000 man )
het bevel om naar Rome te marcheren iets
wat later de geschiedenis in zou gaan als de
mars op Rome.

De koning benoemde Mussolini daarop na


het aftreden van de ministerpresident - tot
regeringsleider van een vier partijencoalitie
(PNF, Katholieke Volkspartij, Nationalisten en
Demokraten), waarbij naast Mussolini slechts
drie andere fascisten in het kabinet waren vertegenwoordigd.
Revolutionair syndicalisme: Een uit Frankrijk afkomstige linkse stroming in de vakbeweging, die de socialisering van de produktiemiddelen nastreeft, staat en parlement
totaal verwerpt (tot aan de grens van anarchie) en maatschappelijke verandering niet
wil bewerkstelligen langs de weg van geleidelijkheid (sociale hervormingen), maar
langs de weg van revolutionair geweld
(politieke massa staking, gewapende opstand).

Milaan, 1920 - Fascisten in revolutionaire pose

De fascistische
heerschappij
Vanaf 1922 tot en met 1945 doorliep het fascisme drie karakteristieke fasen:
1e van 1922 29 die van de machtsovername en stabilisering
2e- van 1929 43 die van de onbetwiste heerschappij en de uiteindelijke val van Mussolini
3e van 1943 45 die van het socialistisch
republikeinse fascisme.
Eerste fase (1922 1929)
Het was volstrekt onduidelijk in welke richting
zich na Mussolinis machtsovername een fascistische staat van eigen signatuur zou ontwikkelen. De PNF werd beheerst door twee
onderling rivaliserende vleugels, te weten

een revisionistisch gematigde onder leiding


van Rocca en Bottai en een radikale vleugel
onder leiding van Farinacci en Turati. Deze
laatste verlangde de vernietiging van het bestaande staatsapparaat en haar vervanging
door een fascistische staat alsmede de alleenheerschappij van de Partij. De radikale vleugel
zette de strijd tegen het marxisme en de nog
steeds invloedrijke vrijmetselarij compromisloos voort.

26 oktober 1926 - Mars op Rome, Het merendeel


van de fascistische revolutionairen was met weinig
meer bewapend dan knuppels en oude geweren.

Mussolini echter ging pas na de staatsgreep


van 3 januari 1925 de weg van de alleenheerschappij. Met de hervorming van het kiesstelsel (1928 29) kwam er een geheel en al fascistisch parlement in plaats van de sedert 1924
stabiele fascistische meerderheid. Uiteindelijk
slaagde Mussolini er door middel van het uitschakelen van Farinacci en het benoemen van
de hem loyale Turati tot secretaris generaal
van de PNF in om de dreigende diktatuur van
de Partij over de staat af te wenden. De Partij
werd zodoende duidelijk op een zijspoor gezet.
De PNF degeneerde daarop meer en meer tot
een opgeblazen en log bureaucratisch apparaat, waarbij het accent kwam te liggen op vorming en scholing, recreatie en pr militaire
training, met name van de fascistische massaorganisaties.

Parma, 1922 - Barrikadenbouw ter afweer van de


fascistische stormaanvallen

Tweede fase (1929 1943)


Door het elimineren van de fascistische Partij
als direkte politieke machtsfaktor had de Duce
(=leider) zich meester gemaakt van de staat en
deze omgevormd tot instrument voor de persoonlijke inkleuring van zijn regiem. De staat
vertoonde weliswaar totalitaire karaktertrekken, maar zijn alomtegenwoordigheid drong in
Itali nooit in die mate door, zoals het door de
propaganda van il stato totalitario wel werd
verkondigd. De traditionele machten, namelijk
monarchie, leger, senaat en kerk, bleven door
het fascisme onaangetast, aangezien het nu
eenmaal aangewezen was (en bleef) op hun
steun.
De bourgeoisie, vooral de intelligentsia, in
minder mate de aristocratie, behield bij alle
aanpassing naar buiten toe een sterke zelfstandigheid. Slechts tijdelijk slaagde het fascisme erin om de arbeidersklasse voor zich te
winnen, en wel in de periode 1929 1934, de
tijd van haar grootste invloed in binnenlands
politiek opzicht. In de daaropvolgende periode
formeerden zich zowel in de arbeidersklasse
als in de intelligentsia in toenemende mate antifascistische organisaties en stromingen.
Ook de opbouw van het corporatieve standensysteem (februari 1934), waarbij de elkaar tot
dan toe lijnrecht tegenoverstaande organisaties van ondernemers en arbeiders volgens
economische categorien in twaalf eenheidsorganisaties werden samengevoegd, valt in
de tweede fase van de fascistische staat. Het
begrip corporatie, resp. corporativisme, staat
voor klassensamenwerking, wat als vervanging van de marxistische klassenstrijdgedachte was gedacht.
De vorming van de corporatieve staat werd beargumenteerd met het realiseren van sociale
rechtvaardigheid en sociale gelijkheid (egalitarisme) en voorgesteld als het afschaffen van
de klassenstaat. In werkelijkheid echter werd
hierdoor de bezittende klasse ( bourgeoisie
en industriebaronnen) eenzijdig gesteund en
haar economische machtspositie versterkt op
kosten van de werkende klasse (proletariaat).

De fascistische machtshirarchie was langs


volgende lijnen gestruktureerd:
a). De Grote Fascistische Raad het hoogste
politieke orgaan van de Staat
b). De Nationale Fascistische Partij (PNF)
de politieke en ideele Kampfreserve van het
regiem
c). De corporaties, die de plaats innamen van
de syndicaten (= vakbonden) en alleen maar
uitsluitend de bevelen van het regiem dienden
uit te voeren (5)
d). De militie zwaard en schild van het regiem
e). De speciale rechtbank voor de Staatsveiligheid een orgaan van de executive voor toepassing van het fascistische strafrecht (6)

Rome, november 1921 - De fascistische beweging


wordt tot partij: Het oprichtingscongres van de Partito Nazionale Fascista (PNF). Geheel op de voorgrond: Mussolini.

Tegenstanders van het regiem werden genterneerd op het eiland Lipari. (7). De toegenomen produktiviteit van de Italiaanse economie
kwam overigens uitsluitend ten goede aan
de expansionistische buitenlandse politiek,
die Ital meesleurde in achtereenvolgens de
Abessijnse oorlog, de Spaanse burgeroorlog
en ten slotte de tweede wereldoorlog, waarop
de fascisten zich noch materieel, noch militair,
noch in wereldbeschouwelijk opzicht in voldoende mate hadden voorbereid, en die de
situatie van het fascisme in Itali zienderogen
deed verslechteren.

Derde Fase (1943 45)


Na de bevrijding van Mussolini door Duitse
paracommandos onder leiding van Otto Skorzeny werd de fascistische heerschappij met
Duitse steun in Noord Itali weer hersteld.
In de nieuwe Republica Soziale Italiana (RSI)
werd de fascistische partij onder leiding van
Pavolini gereaktiveerd. Op het partijcongres
van Verona (14 november 1943) werd een
nieuw beginselprogramma aangenomen, dat
dit keer sterk socialistisch van inslag was. Een
en ander vermocht echter niet meer de neergang van het republikeinse fascisme, die tesamen met de militaire nederlaag onophoudelijk
voorging, tot staan te brengen.
Benito Mussolini en diens maitresse Clara
Petacci werden uiteindelijk door communistische partizanen gefusileerd en eindigden op
29 april 1945 aan de lantaarnpaal op het centrale plein van Milaan opgehangen aan hun
voeten. (9).

De filosofie van het


fascisme
Het fascisme trad in het allereerste begin anti ideologisch op, hoewel tijdens de Milaanse oprichtingsbijeenkomst van de fasci di combattimento (strijdgroepen) in 1919 er de volgende
eisen waren opgesteld:
= volkssouvereiniteit en vriendschap tussen
de volkeren
= afschaffing van de geheime diplomatie, van

de monarchie, van de Senaat, van de politieke


politie, van de banken, de beurzen en vennnootschappen
= autonomie voor de gedecentraliseerde provincies en gemeenten
= verdeling van de grond aan de arbeiders
(landhervorming)
= confiscatie (inbeslagname) van elk inkomen
verkregen zonder arbeid en inspanning
= overdragen van het beheer van de grootindustrie aan de organisaties van de arbeidersklasse ( de syndicaten)
= verankering van de vrijheid van drukpers,
van vergadering en van vereniging in de wet
(10)
In zoverre er na de machtsovername van de
fascisten berhaupt al zoiets als een programma bestond, kan het in de meest beknopte en
meest exacte bewoordingen als precies het tegenovergestelde van de eisen van 1919 worden gekenschetst, namelijk als een programma
van het zich aan het kapitalisme conformerend
nationalisme, waarin van het gedachtegoed
van Sorel* precies zoveel was opgenomen als
nog enigszins verenigbaar was met het meest
extreme etatisme. ** (11)
Tijdens zijn beroemde redevoering in Udine op
20 september 1922 verklaarde Mussolini Ons
programma is heel simpel: Wij willen Itali regeren! (12)
Volgens de officile partijideoloog en dogmaticus Rocca betekent het fascisme op de eerste
plaats aktie en gevoel en dient dat ook zo te
blijven. (13).
Een door de fascisten herhaaldelijk gebruikte
frase luidde dan ook: ,,De daad gaat steeds
aan de norm vooraf. (14)
Op het partijcongres te Rome ( 25 juni 1925)
formuleerde Mussolini het als volgt: ,, Zoals bij
de fascisten steeds het geval, was de daad er
eerder dan de doktrine ( de leer). (15)
En in de Italiaanse encyclopedie (editie van

1932) wordt Mussolini als volgt geciteerd:


,,Wij beschikken niet over een strikte doctrinaire basis. Onze doctrine heette de daad. In
filosofisch opzicht is het fascisme dus slechts
te beschouwen als zijnde het produkt van een
oppositioneel vooroordeel en als een politieke
methode, waarvan het gewelddadig karakter
symbolisch tot uitdrukking komt in de fasces
(de Romeinse roedenbundel), die echter haar
betekenis en doelstelling van buitenaf krijgt ingebracht. (16)
Hoewel het fascisme dus voor alles aktie en
gevoel pretendeerde te zijn, zo duidelijk diende het toch voor Mussolini zelf te zijn geweest,
dat men met behulp van een systeem van irrationele persoonsverheerlijking geen politiek
kon bedrijven. Echter, eerst door de aaneensluiting van de fascistische en de nationalistische partij tot de Partito Nazionale fascista
(PNF) in 1922 kreeg Mussolini versterking uit
de gelederen van de intellektuele elite ( Rocco, Federzoni) waaraan het het fascisme tot
dan toe had ontbroken. (17)
Toch zou het nog goed tien jaar duren 1932
alvorens Mussolini uiteindelijk de Dottrina de
Fascismo schriftelijk zou vastleggen na een
bijna tien jaar durende periode van praktisch
regeren. De fascistische doktrine groeide dus
als het ware geleidelijk uit zijn praktische werkzaamheid als regerend minister-president. Het
is bekend, dat Mussolin de geschriften van
Pareto, Sorel en Nietzsche had bestudeerd.
Ongetwijfeld zal hij er door zijn benvloed,
maar toch kan men niet stellen, dat Mussolini op basis van deze geschriften de ideologie van het fascisme vorm heeft gegeven.
De beginnend fascist Musssolini behield,
toen hij zich meer en meer van zijn marxistische oorsprong verwijderde, de idee van de
klassenstrijd, alleen beperkte hij haar tot een
nationaal kader. Door zijn compromis met de
liberale bourgeoisie geraakte deze sociaalrevolutionaire component van zijn gedachten
goed ondergesneeuwd om dan in de jaren
1943 1945 in de gedaante van de fascistische sociale republiek (RSI) weer naar buiten

toe te treden.
Zich daarbij beroepend op Nietzsche verkondigde Mussolini dat de Wille zur Macht het
allesbepalende element van de menselijke
evolutie zou zijn.
Vanuit Mussolinis gezichtpunt belichaamt de
fascistische Staat de Wille zur Macht en de wil
om te heersen. Het Romeine verleden vormt
voor hem impuls en aansporing. Voor het fascisme betekent het streven naar het impero
(Reich), naar de expansie van de natie, een
uitdrukking van vitaliteit. Het impero vereist
discipline, plichtsvervulling, opofferingsgezindheid en het eendrachtig samenwerken van alle
maatschappelijke krachten. In buitenlands politiek opzicht had de nationalistische beweging
de theorie van een Italiaans imperialisme tot in
het uiterst extreme toegespitst en hierbij aangeknoopt aan de aloude Romeinse gedachte
van het imperum romanum met de Middellandse Zee als middelpunt (mare nostrum).

De rode industrile driehoek, Gebied met


socialistische massa-aanhang

De regios Emilia - Romagna en Toscane: locaties van grote agrarische onlusten na WO1. Fascistische terreurcampagne 1920-1922

De fascistische staat werd steeds meer afhankelijk van zijn Duitse bondgenoot en deze in
toenemende mate tot een blok aan het been.
Na de landing van de Angloamerikan in 1943
vielen Mussolinis tegenstanders in de Grote
Fascistische Raad de Duce scherp aan en eisten diens aftreden. Op 24 juli 1943 stemden
19 van de 28 leden van de Raad voor Mussolinis onmiddellijke aftreden. De volgende dag
ontsloeg koning Victor Emmanuel de Duce en
beval diens arrestatie. (8). Nog dezelfde dag
stortte de fascistische heerschappij ineen.

,, De Staat is ook organisatie en expansie naar

buiten toe. Op deze wijze laat de Staat zicht


vergelijken met de natuur van de menselijke
wil, die in zijn ontwikkeling eveneens geen beperking kent en zich daardoor verwezenlijkt,
dat het zijn eigen oneindigheid onder bewijs
stelt. (18)
Het centrale bestanddeel van de fascistische
filosofie wordt echter gevormd door het etatisme. Niets buiten de Staat, niets tegen
de Staat, alles voor de Staat! Aldus luidt de
befaamde, honderdvoudig herhaalde fascistische frase van de totalitaire staat. (19)
Het ideaal van het fascisme is dientengevolge
het begrip << staat >> an sich. De Staat belichaamt het allerhoogste, is de hoogste alle
waarden, in vergelijking waarmee alle andere
waarden als ras, volk en natie als absoluut
ondergeschikt (secundair) dienen te worden
beschouwd, als deze al niet geheel en al worden ontkend: ,, Het punt waar het bij de fascistische doktrine om draait is de idee van de
Staat. Voor het fascisme is de Staat het absolute, waar tegenover het individu en de groep
slechts het relatieve element zijn... (20)

Mussolini als man van het volk - tijdens de oogst


in Aprilla

,, Het fascisme is voorstander van een sterke,


organisch gegroeide Staat. Het volk is niet
een bepaald ras of een bepaald geografisch
beperkt gebied, maar een gemeenschap die in

de loop van de geschiedenis erin is geslaagd


ononderbroken stand te houden, een gemeenschap, die n is geworden door de idee, welke wordt gevormd door overlevingsdrang en
machtswil. Het volk belichaamt een persoonlijkheid, genaamd de Natie, maar alleen inzoverre deze identiek is aan de Staat.
,, De Natie brengt echter niet de Staat voort,
maar integendel, wordt de Natie veeleer door
de Staat geschapen, die aan het Volk een wil
en derhalve zijn eigenlijk bestaan verleent. Uitsluitend en alleen de Staat, niet het individu,
kan op het gebied van de persoonlijke vrijheid
beslissingen treffen. Inderdaad is de Staat als
de belichaming van de alomvattende, ethische
wil de schepper van het recht. (21)
Niet alleen zijn Staat en Natie hier identiek,
ook wordt de Staat hier gelijkgesteld met Regering en Partij: ,, De fascistische Staat is de
fascistische Regering .
* Georges Sorel ( 1847 1922 ). Grondlegger van de leer van het revolutionair syndicalisme. Als rode draad loopt door zijn gehele denken en handelen de strijd tegen de
Europese decadentie. In het kader van dit
streven was hij in het begin orthodox marxist, later syndicalist en nog later steunde
hij het fascisme. In zijn gedachtegoed namen zowel de ideen van Lenin als die van
Mussolini een even belangrijke positie in
. In zijn belangrijkste werk Reflexions sur
la Violence ( over het geweld) (1908) propageert hij als voornaamste strijdmethode
tegen de maatschappelijke degeneratie de
gewelddadige politieke staking als drijfveer en mythe. Centrale stelling: << Alleen
de gewelddadige politieke massa _ aktie
is het middel voor de proletarir om mens
te worden >> en << De drang om te vernietigen is tegelijkertijd ook een creatieve
drang>>. Allesoverheersend element in het
denken van Sorel: De zuiverende werking
van het gebruik van bloedig geweld voor
de psyche van de onderdrukte, de proletarir. De mythe van het geweld en de alge-

mene staking.
In Frankrijk gaf Sorel in latere jaren zijn
steun aan de Action Franqaise, een in 1899
opgerichte radikaal xonservatieve, anti
republikeinse beweging, die gekant was
tegen Joden, Vrijmetselaars, Protestanten
en vreemdelingen: formeerde een speciale
afdeling voor het uitvoeren van georganiseerde geweldsakties.
** Etatisme:


In de filosofie benaming voor de idee van de
Staat als de belichaming van alle zijn.
Voordat we ons bezig gaan houden met de
principile verschillen tussen het fascisme en
het nationale socialisme, volgen hier eerst nog
de overeenkomsten:
Ook in het fascisme wordt het leven als strijd
beschouwd: ,, Het Fascisme vereist de Tatmensch, het type mens dat daadkrachtig en
met al zijn wilskracht aktief bezig is, dat bereid
is om alle moeilijkheden die het op zijn weg
ontmoet mannelijk het hoofd te bieden en de
strijd met hen aan te gaan. Voor het fascisme
is het leven een en al strijd, aangezien het de
mens is opgedragen, doordat hij boven alles
eerst voor zich zelf het instrumentarium ( lichamelijk, geestelijk, ethisch) schept om hiermee
het leven op te kunnen bouwen. Dit geldt voor
het individu, dit geldt voor de natie, dit geldt
voor de gehele mensheid. (23)
Met betrekking tot de demokratie en het liberalisme is er eveneens sprake van gelijksoortige
opvattingen: ,,Het fascisme verwerpt in de
demokratie de absurde conventionele leugen
van de politieke gelijkheid en de collectieve
onverantwoordelijkheid en van de mythe van
het geluk. De demokratie is weliswaar een regiem zonder koning, in plaats daarvan echter
een met zeer veel koningen, die soms eigenmachtiger, tyrannieker en verderfelijker zijn
dan een enkele tyran op zichzelf,

,, Het fascisme is gekant tegen het klassieke


liberalisme, dat is ontsproten uit de behoefte
om tegen het absolutisme in opstand te komen
en dat zijn historische missie heeft vervuld,
sinds dat de Staat tot het bewustzijn en tot de
wil van het volk zelf is geworden. (25)
Hier eindigen in essentie alle overeenkomsten. Zoals uit de fascistische filosofie duidelijk
wordt, was de rassenleer voor het fascisme
oorspronkelijk vreemd. Pas sinds het begin
van de nauwe samenwerking met het nationaal socialistische Duitsland ( vanaf 1938)
begonnen antisemitische (beter gezegd: anti
judastische) stromingen bij het fascisme binnen te dringen.

Gelooft! Gehoorzaamt! strijdt! - De Duce spreekt de


massas toe.

Noch in het ontstaan, noch in de ontwikkeling


van zowel het fascisme als van de fascistische
staat had vijandschap tegenover het jodendom voor 1938 een rol gespeeld (26). Integendeel: In de fascistische beweging waren joden
gedeeltelijk zelfs op leidende posities aktief,
zoals bijvoorbeeld Enrico Rocca en Gino
Arias. De fascistische militie werd door Aldo
Finzi, eveneens van joodse afstamming, opgebouwd (27). Na 1938 werden echter slechts
weinig joden weggezuiverd uit hun posities in
het staatsapparaat, in het onderwijs, in de economie en in de top van de fascistische staat
zelf. Hetzelfde gold voor de slechts op papier

bestreden Vrijmetselarij. De fascistische rassenleer kwam tot een bijzonder verrassende


uitkomst: Het definiren van een apart Italiaans ras. In het Italiaanse rassenmanifest
wordt hierover het volgende gezegd: ,, Na het
binnendringen van de Longobarden zijn er in
Itali geen noemenswaardige volksverhuizingen meer geweest, die van invloed hadden
kunnen zijn op het beeld van de natie in rassenkundig opzicht.

,, Terwijl bij andere Europese naties ook in
de moderne tijd de raciale samenstelling zich
merkbaar heeft gewijzigd, is voor Itali de huidige raciale samenstelling in grote lijnen dezelfde gebleven als duizend jaar geleden. Er is
thans sprake van een zuiver italiaans ras. Het
wordt tijd, dat de Italianer zich openlijk als aanhangers van de rassenleer te kennen geven.
Vanuit rassenkundig politiek opzicht bezien
dient de essentie Italiaans en de stootrichting
Arisch Nordisch te zijn. (28)

Weliswaar luidde punt negen van het rassenmanifest, dat joden geen deel uitmaakten van
het Italiaanse ras (29), de grote Fascistische
Raad daarentegen nam op 7 oktober 1938 het
besluit ( tot stand gekomen onder regie van
Farinacci en Cianetti) om uitzonderingen toe
te staan voor 1) buitenlandse joden ouder dan
65 jaar en 2) buitenlandse joden die voor 1 oktober 1938 in het huwelijk waren getreden met
een Italiaan(se). Onder buitenlandse joden
werden verstaan degenen die zich na 1919 in
Itali hadden gevestigd. (30)

zijn ontsproten, begrippen, die een ieder iets


zeggen, omdat men ze voelt, omdat ze tastbaar zijn. Een staat, die niet berust op een gemeenschap van zuivere etnische afstamming,
is van meet af aan een dood geboren kindje!

<< Jij bent niets, - de staat is alles! >> , dat


is de kern van het door Mussolini geschapen
fascisme.

,, De principile wetenschap ligt dan daarin


besloten, dat de staat geen doel op zichzelf,
maar slechts een middel vormt. Hij is weliswaar de voorwaarde. Voor de vorming van
een hogere menselijke cultuur, alleen niet de
oorzaak ervan. Deze is veeleer uitsluitend gelegen in de aanwezigheid van een tot cultuur
in staat zijnd ras. (pag. 431)

>> Jij ben niets, jouw volk is alles! >>, luidde daarentegen de veelvuldig gebruikte leuze
van de nationaal socialisten.Voor het nationale socialisme staat het volk op de eerste
plaats. ,, Staat is een schimmig, gekunsteld,
weinig tastbaar begrip. ,,Sibbe ,,volk ,,volksgenoot, ,, volksgemeenschap zijn daarentegen begrippen, die aan het dagelijkse leven

In het fascisme is diegene staatsburger, die


de staat dient, los van zijn etnische of raciale
afstamming. Hierdoor heeft men zichzelf genfekteerd met de bacil van de ondergang.
Het nationale socialisme, dat geen kunstmatig
gefabriceerde ideologie is, maar een natuurlijk
gegroeide wereldbeschouwing, gaat uit van de
wetmatigheden van het dagelijkse leven, die
tevens een voorwaarde zijn voor het gezonde
funktioneren van een staat:
In het 25 puntenprogramma van de:
NSDAP wordt dan ook gesteld:
<< Staatsburger kan alleen hij zijn, die volksgenoot is. Volksgenoot kan alleen hij zijn, die
van Duits bloed is ( de godsdienst doet hierbij niet ter zake). Een Jood kan daarom geen
volksgenoot zijn. >>
Adolf Hitler definieert in zijn werk << Mein
Kampf >> het begrip << staat>> als volgt: ,, De
staat is de organisatie van een gemeenschap
van zowel in fysiek als in psychisch opzicht
dezelfde levende wezens, teneinde het voortbestaan van hun soort en het bereiken van dit
door de Voorzienigheid bepaalde doel van hun
bestaan beter mogelijk te maken. Dit en niets
anders is de doelstelling en de betekenis van
een staat. (pag. 164 165)

Zoals al vermeld, vormde voor Mussolini en


het fascisme de staat het alles overheersende
doel; ras en volk hadden voor hem hoege-

naamd geen betekenis. Hoe bekend klinkt ons


deze opvatting vandaag de dag in de oren!
Ook tegenwoordig zien we ons geconfronteerd
met een staat, die niet genteresseerd is in de
raciale samenstelling van zijn van bovenaf gestuurde consumptieburgers (robotten)
Niet de Staat an sich crert een bepaald cultureel niveau, maar hij kan slechts het voortbestaan van het ras veiligstellen, dat dit bepaalt..
,, In het andere geval kan de Staat als zodanig
nog eeuwenlang rustig voortbestaan, terwijl
ten gevolge van een door hem niet verhinderde rasvermenging de culturele capaciteit en
het daardoor bepaalde algehele levensbeeld
van een volk al lang een diepgaande verandering hebben ondergaan. ( Mein Kampf, pag.
432)
De huidige staat bijvoorbeeld kan als formeel
mechanisme zeer zeker nog een oneindig
lange tijd voorwenden te bestaan, echter, de
vergiftiging van ons volkslichaam in raciaal opzicht zorgt voor een cultureel verval, dat nu al
op schrikbarende wijze duidelijk wordt.
,,Derhalve in de voorwaarde voor het bestaan
van een hoogstaande menselijke beschaving
dan ook NIET de Staat, maar het volk, dat
hiertoe in staat is. (Pag. 432)
Volgens Mussolini wordt de natie met al haar
eigenschappen door de staat voortgebracht,
zoals ook de hem als voorbeeld dienende decadente Romeinse civilisatie door het staats
imperium werd gevormd en uiteindelijk ten
gronde ging aan de uitwerkingen van haar
multiculturalisme.
- Ook in de ,,westerse beschaving van tegenwoordig probeert de staat, beheersd door een
achter de schermen agerende kleine kliek van
,,uitverkorenen, zijn ,,mensenmateriaal zelf
te selecteren. Onderstaande citaten getuigen
dan ook van een schrikbarende actualiteit.
,, De Staat is een middel tot doel. Zijn doel
ligt in het behoud en bevordering van een
gemeenschap van fysiek en psychisch gelijk-

soortige mensen. Dit behoud zelf omvat op


de eerste plaats de raciale samenstelling en
maakt eerst daardoor de vrije ontplooiing van
alle in dit ras sluimerende krachten mogelijk.
Van deze krachten zal altijd maar een deel allereerst dienen ter behoud van het fysieke leven en slechts een ander deel ter bevordering
van de geestelijke verdere ontwikkeling. In
werkelijkheid is het ene slechts de voorwaarde
voor het andere.
Staten, die dit doel niet dienen, zijn mismaakte verschijningen, ja gedrochten! (pag.
433/434)
,,Wij als nationaal - socialisten mogen onszelf
als voorvechters van een nieuwe wereldbeschouwing nooit bij de feiten neerleggen. In
dat geval zouden we niet meer de -nog daartoe verkeerde- voorvechters van een nieuw
groot idee zijn, maar slechts de koelies van
de huidige leugen. Wij dienen op de scherpst
mogelijke manier onderscheid te maken tussen de staat als een omhulsel en het ras als
de inhoud. Dit omhulsel heeft alleen dan zin,
indien het in staat is de inhoud te behouden en
te beschermen; anders is het waardeloos.
Derhalve is het hoogste doel van de volksstaat
de zorg om het voortbestaan van haar raciale
oerelementen, die, als cultuurscheppend, de
pracht en waardigheid van een hogere menselijke soort creren. Wij, Arirs, zijn alleen
in staat ons onder een <<staat>> uitsluitend
en alleen het levende organisme van een volk
voor te stellen, dat het voortbestaan van dit
volk niet alleen waarborgt, maar het tevens
door de verdere ontwikkeling van zijn geestelijke en idele capaciteiten tot de hoogste vrijheid leidt. (pag. 434)
Dientengevolge bezit het fascisme een omhulsel, waarvan de inhoud hem volledig koud laat.
Een omhulsel dus, dat waardeloos is.
De ,,opvoeding en het ,,onderwijs in de ,,democratische staten zijn niet alleen volledig
waardeloos, maar vertegenwoordigen juist het

10

tegenovergestelde van een verdere ontwikkeling van geestelijke en idele bekwaamheden.


Bij nader inzien vervagen de verschillen tussen fascisme en ,,democratie in toenemende
mate.
,,Het positieve van een staat kan niet worden
bepaald volgens het criterium van haar cultureel niveau of van de machtspolitieke betekenis van deze staat in relatie tot de rest van de
wereld, maar uitsluitend en alleen naar het
criterium van de hoogte van de graad van het
positieve van deze instelling voor het betreffende volk. (Pag. 435)
,,Een staat kan als voorbeeldig worden betiteld, indien het niet alleen overeenkomt met de
leefomstandigheden van een door haar te representeren volk, maar dit volk juist door haar
eigen bestaan in feite in leven houdt - ongeacht welke algemene culturele betekenis aan
deze staatsentiteit met betrekking tot de resterende wereld toevalt.
,,Want de taak van de staat is het nu eenmaal
niet bekwaamheden voort te brengen, maar
alleen om de aanwezige krachten ruim baan
te verschaffen.
,,Dus kan in het omgekeerde geval een staat
als slecht worden betiteld, indien deze, bij al
haar culturele hoogte, de drager van deze
cultuur in diens raciale samenstelling naar de
ondergang leidt. Want de staat vernietigt op
deze manier praktisch de voorwaarde voor het
voortbestaan van deze cultuur, die immers niet
door haar is gecrerd, maar die de vrucht is
van een volk van cultuurscheppers, dat door
het levende staatsomhulsel wordt beveiligd.
,,De staat staat hier dus niet voor een inhoud,
maar voor een vorm. (Pag. 435)
Aan het Romeinse Rijk, wat het fascisme als
voorbeeld diende, wordt van vele kanten een
hoogstaande cultuur toegekend. Wat deed het
oude Rome voor het voortbestaan van de volkse homogeniteit? Wat doet de huidige door de
USA gevormde ,,beschaving hiervoor?

11

,,Indien wij daarom de vraag stellen, hoe de


staat, die wij Duitsers nodig hebben, er uit
dient te zien, dan moeten wij allereerst duidelijkheid daaromtrent verschaffen, wat voor
mensen zij dient te omvatten en welk doel zij
dient te dienen. (Pag. 436)
,,Wie spreekt van een missie van het Duitse
volk op aarde, dient te weten, dat deze slechts
kan bestaan in de vorming van een staat, die
haar hoogste taak ziet in het voortbestaan en
de verdere ontwikkeling van de zuiver gebleven, meest edele bestanddelen van ons volk,
ja van de gehele mensheid. (Pag.439)
Het nationale socialisme wil in tegenstelling tot
het fascisme juist niet de ras- en karakterloze
staatsaanbiddende robot, maar de bewust in
zijn leefgemeenschap wortelende mens, die
zich bewust is van zijn verantwoording jegens
zijn volk.
,,Uit een steriel mechanisme, dat slechts de
pretentie heeft om te bestaan als doel op zichzelf, dient een levend organisme te worden
gecrerd met enkel en alleen n doel: het
dienen van een hoger staand idee.
,,Het Duitse Rijk dient als staat alle Duitsers
te omvatten, met als taak uit dit volk de meest
waardevolle bestanddelen aan raciale oerelementen niet alleen bijeen te garen en te behouden, maar deze geleidelijk ook dominerend te
doen laten worden. (Pag. 439)
Tegenover het materialisme, wat onze leefgrondslagen vernietigt, stelt het nationale socialisme het hogere idee van het bevorderen
van het homogene volkslichaam overal ter
wereld. Het is hierbij niet van belang om welk
volk het hier specifiek gaat; elk volk, ook dat
der Inuit (Eskimos) of dat van Polynesi, dient
zijn eigen voortbestaan zowel in nationaal als
in sociaal opzicht veilig te stellen en zich cultureel verder te kunnen ontwikkelen in diens
eigen vaderland!

,,Het is, zoals gezegd, natuurlijk oneindig gemakkelijker om in de staatsautoriteit slechts


het formele mechanisme van een organisatie te willen zien als de souvereine belichaming van de drang tot zelfbehoud van een
volk op aarde. Want in het ene geval is voor
deze zwakke geesten zowel de staat als de
staatsautoriteit al het doel an sich, in het andere geval echter slechts het machtige wapen
in dienst van de grootse, eeuwige levensstrijd
om het voortbestaan, een wapen, waarnaar
een ieder zich dient te schikken, omdat deze
niet formeel mechanisch is, maar de uitdrukking van een gemeenschappelijke wil tot overleven. (Pag. 440)
Mussolini was een dergelijke zwakke geest.
Voor hem bevredigde de staatsautoriteit zijn
behoefte aan expansie en persoonlijke profilering.
Ook de huidige creaturen die staatsfunkties
bekleden en die het dorst naar privileges, riante onkostenvergoedingen en dito pensioenen,
misbruiken hun macht. Niet behoud van het leven, maar vernietiging ervan is het resultaat.
Een staatsautoriteit heeft alleen dan het recht
om respekt en bescherming te eisen, indien
het de belangen van het volk dient, in elk geval er geen afbreuk aan doet. Staatsautoriteit
als doel an sich is onacceptabel, omdat in een
dergelijk geval iedere tirannie ter wereld heilig
en onaantastbaar zou zijn.
Indien door middel van de autoriteit van de
staat een volk naar de ondergang wordt geleid, dan is rebellie van een ieder behorend tot
dat volk niet alleen een recht , maar zelfs een
plicht!
De kwestie echter, wanneer een dergelijke
situatie concreet is ingetreden, wordt niet
bepaald door academische verhandelingen,
maar door geweld en succes. Aangezien elk
bevoegd gezag vanzelfsprekend voor zichzelf
de plicht ter verdediging van de autoriteit van
de staat opeist, al is ze ook nog zo miserabel
en verraadt ze de belangen van het volk ook

duizendvoudig, dient de drang tot zelfbehoud


van het volk bij het ten val brengen van een
dergelijke macht, voor het bevechten van vrijheid of onafhankelijkheid, gebruik te maken
van dezelfde wapens, als waarmee de tegenstander probeert stand te houden. De strijd zal
dus zo lang met ,, legale middelen worden
bevochten, als ook het te bevechtende gezag
hiervan gebruik maakt; er zal echter ook niet
voor het gebruik van illegalle middelen worden teruggedeinsd, indien ook de onderdrukker dergelijke middelen toepast.
In het algemeen dient echter nooit te worden
vergeten, dat niet het behoud van de een of
andere staat of zelfs van de een of andere
regering (of regeringsvorm) het hoogste bestaansdoel is van het volk, maar het verzekeren van het voorbestaan van haar raciale homogeniteit. Loopt deze echter eenmaal direkt
gevaar, dan speelt de kwestie van de legaliteit
nog slechts een zeer ondergeschikte rol.
Het mag dan zo zijn, dat de heersende macht
bij haar optreden duizendvoudig gebruik
maakt van zogeheten ,, legale methoden,
desalniettemin levert de overlevingsdrang van
de onderdrukten steeds de beste rechtvaardiging voor een strijd met alle wapens! Enkel
en alleen uit het ter harte nemen van dit credo
valt de vrijheidsstrijd tegen interne en externe
onderdrukking door de onderdrukte volkeren
ter wereld te verklaren, waarvan ons zulke
grandiose geschiedkundige voorbeelden bewaard zijn gebleven.

<< Mensenrecht gaat voor


staatsrecht! >>
Ook al was Mussolini voor het Italiaanse volk
niet van nutte, in elk geval richtte hij ook geen
(al te grote) schade aan.

12

Geheel anders is dit het geval m.b.t. de huidige


volks en rassenverraders overal ter wereld.
Voor hen is staatsgezag een doel an sich en
een instrument ter onderdrukking en ter vestiging van een wereldomspannende tirannie.
Hiertegen heeft de individuele volksgenoot
niet allen het grondwettelijke recht, maar ook
de morele plicht tot verzet! Het hedendaagse
fascisme van de westerse demokratien is al
sedert jaren bezig om niet alleen ons volk te
onderdrukken diens volkse substantie te vernietigen. Een ieder die zich van zijn verantwoording bewust is, heeft reeds lang in gezien,
dat het tijdstip voor de plicht tot verzet al lang
is ingetreden - niet alleen in Duitsland.
De fascistische repressie van de staat tegen de
volksgetrouwe oppositie heeft inmiddels zulke
dimensies aangenomen, dat het zelfs de eigen wetten met voeten treedt. Van verzetsstrijders, die middels illegale methoden worden
vervolgd, kan niet worden verwacht, dat deze
de wetten van onderdrukkers en volksvijanden
respekteren. Tegen de misdadige doelen van
de << One World >> - samenzweerders, die
al lang het masker van de ,, menselijkheid
hebben laten vallen, bezitten de nationaal en
sociaal bewuste verdedigers van de vrijheidslievende volkeren ter wereld het morele recht
tot strijd met alle wapens!
Mensenrecht gaat voor staatsrecht!
Hiermee word niet het ,, mensenrecht op
rassenvermenging, wat leidt tot vernietiging
van de volkeren, bedoeld, noch het ,, mensenrecht op berfremdung en multiculturalisme.
Mensenrecht betekent het recht van ieder
mens, van elk individu, ongeacht tot welk
volk of welk ras hij/zij behoort, op leven, een
leven in overeenstemming met de eigen cultuur, zeden en gebruiken, op nationale zelfbeschikking, op sociale bevrijding, op een zuiver
milieu - ook voor de komende generaties, het
recht in het kort dus op een toekomst berhaupt, zoals Adolf Hitler dat voor ons allen
heeft omschreven.

13

Nawoord
Geconstateerd kan worden, dat de Italiaanse
fascisten gn nationale socialisten waren.
Het nationale (revolutionaire) syndikalisme
en het corporatieve systeem mogen dan veelbelovende sociale aanzetten zijn geweest,
echter, uiteindelijk bleven beide steken in het
theoretische stadium. Vanuit het gezichtspunt
van de volksmassas bezien bleven de fascisten op de eerste plaats de handlangers van de
gehate grootgrondbezitters en fabrieksheren,
van wier steun het fascisme ook inderdaad
gedurende zijn gehele heerschappij afhankelijk bleef.
Een werkelijke volksgemeenschap werd in Itali nimmer ook maar voor n ogenblik verwezenlijkt, het traditionele klassensysteem bleef
gewoon voortbestaan. Hieruit vloeit voort dat
het fascisme op generlei wijze als een revolutionaire beweging (zoals het nationaal socialisme) kan worden beschouwd. Dit wezenlijke
verschil ligt in de historische ontwikkeling besloten: Het nationaal socialisme kwam voort
uit het Duitse volk, dat na het einde van de
Eerste Wereldoorlog als overwonnene vernederd en in de rug gestoken ter aarde lag, door
de Ententemachten stuk voor stuk beroofd van
zijn levensfundamenten en culturele identificatiemogelijkheden.
Het nationaal socialisme groeide in de loop
van de tijd uit tot een beweging van het radikale volksverzet en wordt derhalve ook gezien
als revolutionaire tegenbeweging gericht tegen de nationale ondergang. Itali, dat telde
tot de overwinnaars van de wereldoorlog,
bezat in het fascisme daarentegen niet een
dergelijke echte volksbeweging. Het fascisme
ontstond hier niet uit sociale misre, maar als
reaktie van de bourgeoisie op communistische en anarchistische stromingen onder de
volksmassas. Vanuit wereldbeschouwelijk
oogpunt bezien ging het fascisme ook niet uit
van het eigen volk. Op grond van het bovenstaande is een vergelijking met het fenoneem
van de hedendaagse militaire junta (bijvoor-

beeld in Latijns Amerika) dan ook niet van de


hand te wijzen. Alles in aanmerking genomen
kwam het fascisme, achteraf beschouwd, over
als een innerlijk tegenstrijdig, van bovenaf genstalleerd autoritair regiem, dat op de eerste
plaats bestond ter meerdere glorie van zichzelf
en omwille van territoriale expansie naar buiten toe, niet beschikte over een overtuigend
wereldbeschouwelijk fundament en in de ogen
van de volksmassas onvermijdelijk steeds als
in essentie vreemd en van buitenaf opgedrongen moest overkomen.
Of de andere verschijningsvormen van het
fascisme, zoals het klerikaal fascisme in Oostenrijk (1933 1938), ook wel bekend als het
Austro - fascisme, ten tijde van de heerschappij van Dollfu en Schssnig, en dat in Spanje
(1939 1975, Franquisme) er beter van af komen, valt weliswaar buiten het kader van dit
geschrift, kan toch op goede gronden worden
betwijfeld. Met betrekking tot het constateren
van de verschillen tussen Itali en Duitsland
dient er nog op te worden gewezen, dat het
in Duitstalige gebieden, zoals het voormalige
Oostenrijkse Zuid Tirol (Trentino Alto Adige,
na het einde van de Eerste Wereldoorlog door
Itali bezet) ten tijde van de fascistische heerschappij ten strengste was verboden om in het
openbaar zijn verbondenheid met het Deutschtum, met de Duitse natie, met het Reich
of met het Duitse nationaal socialisme te
laten blijken. In het bijzonder in het onderwijs
hadden de Duitstaligen hier te lijden onder de
gedwongen Romanisering (van bovenaf opgelegde Italiaanse heropvoedingspolitiek).

Vandaag de dag wordt er met behulp van de


media en de onderwijsinstelingen een politiek
gevoerd, welke de voorrang geeft aan de
,, multiculturele belangen van de staat boven
de belangen van het volk.

Dit is fascisme!
Hier wordt niet alleen de cultuur van het volk
langs de weg van de zionistisch geregisseerde US Amerikaanse decadentie vernietigd,
maar tevens wordt systematisch door middel
van rasvermenging ( via ,, gastarbeiders,
,,asielzoekers en de hiermee verbonden
,,integratie van Buitenlanders) de genocide
van een compleet volk nagestreefd.
Adolf Hitler was dus ondanks zijn persoonlijke
vriendschap met Mussolini in wezen een absolute antifascist!
Elke nationale socialist handelt daarom in zijn
geest, wanneer hij aan het fascistisch etatistische machtsstreven van de anti mens een
halt toeroept.

Derhalve kan geen enkele


nationale socialist zichzelf
als ,,fascist betitelen!

Voort dient tevens te worden vastgesteld, dat


er weliswaar in Itali het fascisme bestond, in
Duitsland daarentegen tijdens de grote periode tussen 1933 en 1945 helemaal niet!
Neemt men echter het meest in het oog springende element van het fascisme, namelijk het
etatisme, eruit en projekteert dit op de hedendaagse verhoudingen in Duitsland, dan komt
men tot een frappante conclussie:

14

1- George Dimitrow Arbeiter-

klasse gegen Faschismus. Bericht an den VII.


Weltkongress der Kommunistischen Internationale (2.8.1935).
Regensburg 1975.
2- Josef Stalin Zur internationale Lage. In: Ges. Werke Bd. 6
p.253 Dietz Verlag Berlin 1953
3- Sternhell, Zeev - Weder
rechts nocn links. Parijs 1983

16- Heller p. 42
17- Heller p. 47
18- Mussolini, p. 7v.
19- Heller p. 42
20- Mussolini, p. 21

4- Brockhaus, 17e editie

21- Mussolini, p. 21

5- Zeiten und Menschen, editie


B, Bd. 4. Paderborn 1978 p. 20

22- Heller, p.50

6- Carli, Mario Der faschistische Staat und seine Lehre, in:


Bley, Wulf (uitg.) Revolutionen der Weltgeschichte, p. 982

24- Mussolini p. 2v

7- Schnhuber, Franz Freunde in der Not, p. 151


8- Kern, Erich Von Versailles
nach Nrnberg. Preuisch Oldendorf 1971 p. 321 v.
9- Kern, Erich p. 358 v.
10- Heller, Hermann Europa
undder Faschismus. Berlin /
Leipzig 1931 p. 46
11- Heller, Hermann p. 46
12- Heller, Hermann -- p. 44
13- Rocco, Alferdo la Dottrina
politica del fascismo. 1925 p. 8
14- Heller, Hermann p. 44

15

15- Mussolini, Benito Der


Geist des Faschismus. Mnchen 1940. P. 83

23- Mussolini p. 2v

25- Mussolini p. 2v
26- Demmler, Georg Faschismus Naionalsozialismus in :
Deutsche Annalen 1980 p. 194
27- Schnhuber, Franz p. 151
28- Mussolini, p. 47

Beknopte bibliografie

Carsten, F.L. The rise of fascism. Londen


1967

Een absolute must voor de vergelijkende historische plaatsbepaling:

Sternhell, Zeev Die Entstehung der faschistischen ideologie. Von Sorel zu Mussolini. Hamburg 1999

Nolte, Ernst

Der Faschismus in seiner Epoche.


Mnchen 1963

Pirker, Theo Komintern und Faschismus.


Dokumente zur Geschichte und Theorie des
Faschismus. Stuttgart 1965

Die Krise de liberalen Systems und


die faschistischen Bewegungen.
Mnchen 1986

Gentille, Giovanni Origins and Doctrine of


Fascism. New Brunswick / Londen 2002

Theorien ber den Faschismus. Keulen 1970

Bracher, Karl Dietrich (Uitg) Faschismus


und Nationalsozialismus. Ideologie und Geisgeschichte des italienischen Faschismus und
des deutschen Nationalsozialismus

Luks, Leonid Enstehung der kommunistischen Faschismustheorie. Die Auseinandersetzung der Komintern mit Faschismus und
Nationalsozialismus (1921 1935). Stuttgart
1965

Wippermann, Wolfgang Faschismustheorien. Zum Stand der gegenwrtigen Diskussion. Darmstadt 1972
Alff, W. Der Begriff Faschismus. Frankfurt /
M 1971
Tasca, Angelo The Rise of Italian fascism
1918 1922. New York 1966
Wiskemann, E Fascism in Italy. Londen 1969

29- Mussolini, p. 49

Weber, Eugen Varieties of fascism: Doctrines of revolution in the 20 th century. Londen


1964

30- Mussolini, p. 50 v

Paris, R

Histoire du fascisme en Itali

Les Origines du fascisme. Parijs


1969

Priester, Karen Der italienische Faschismus.


konomische und ideologische Grundlagen.
Keulen 1972

16

Anda mungkin juga menyukai