Anda di halaman 1dari 5

Globalisering en postkoloniale literatuurtheorie

Tijd: tweede semester 2015/2016, dinsdag 13.00 - 15.00 u.


Plaats: Vrieshof 4, zaal 007
Docent: Dr. Liesbeth Minnaard
Bijzonderheid: vervolgcollege op de Inleiding Interculturele Literatuurbenaderingen.
Literaire werken putten steeds vaker uit meerdere culturen tegelijkertijd. Dat is niet verwonderlijk: door de
processen van kolonisatie en hedendaagse globalisering zijn nationale culturen steeds meer met elkaar
vermengd geraakt. Zo schrijven toonaangevende migrantenauteurs dan ook niet alleen over cultuur van
herkomst en cultuur van aankomst, maar ze kiezen positie binnen een transnationaal netwerk van culturele
stromen, en hun werken scheppen nieuwe, hybride wereldbeelden. Tijdens dit college bespreken we een
aantal manieren waarop de complexe literaturen van de globalisering bestudeerd kunnen worden.
In het college komen twee debatten samen: ten eerste de discussie over de rol die concepten als
plaats, ruimte en positie binnen de cultuurwetenschappen spelen en ten tweede de postkoloniale
literatuurtheorie. We beginnen het college met een globale positiebepaling en met het lezen over de
verbeelding van ruimte en plaats in het tijdperk van de globalisering. Daarna nemen we de huidige stand van
de postkoloniale theorievorming onder de loep, inclusief de kritiek hierop. Zijn bestaande postmoderne en
postkoloniale literatuurbenaderingen wel in staat recht te doen aan de literaire reacties op de globalisering?
Heeft de postkoloniale theorie niet te weinig oog voor het lokale: voor de plaatselijke literaire tradities, de
cultuurspecifieke vertogen? In hoeverre veronachtzaamt de postkoloniale theorie de materile dimensie, ten
gunste van, bijvoorbeeld, filosofische speculaties over ruimte en beweging? En als dat zo is, zijn er ook
alternatieven?
In het eerste blok (De verbeelding van de wereld) bestuderen we werk van verschillende befaamde
en meeslepende theoretici van de globalisering: de westerse neo-Marxisten Michael Hardt en Antonio Negri
en de Caribische en Latijns-Amerikaanse denkers Antonio Benitez-Rojo en Gloria Anzalda. Deze laatste
twee denkers uit de Nieuwe Wereld worden soms als tegenhangers van de westerse postkoloniale theorie
gezien, en soms juist als exponenten van die theorievorming opgevoerd.
In het tweede blok (En wereld?) verdiepen we ons in de standpunten van een reeks zeer kritische
theoretici, die ofwel de negatieve aspecten van de nwording van de wereld aan de kaak stellen, ofwel naar
alternatieven zoeken voor zowel de culturalistische westerse literatuurbenaderingen, als voor de
chauvinistische nationalistische benaderingen. Deze critici nemen de materile dimensie (markt en macht,
economie en politiek) nadrukkelijk als vertrekpunt en leggen vaker een relatie tussen kapitalisme en
neokolonialisme. Naast een discussie over de politieke kracht en impact van kunst en literatuur, zal ook een
reflectie op literatuur als globale markt niet ontbreken.
De colleges worden afgewisseld door zogenaamde werkplaats-bijeenkomsten, die door groepen
studenten zelf worden vormgegeven. Deze colleges zijn niet alleen bedoeld voor discussie, toepassing en
verdieping van de theorie, maar bieden ook extra ruimte voor toegespitste analyses van teksten en films die
de complexiteit en de nuances van de problematiek van de globalisering invoelbaar maken.
In dit college bouwen we voort op inzichten die in het college Inleiding Interculturele Literatuurbenaderingen
zijn opgedaan. We maken gebruik van het handboek Colonialism/Postcolonialism (derde editie, 2015) van
Ania Loomba en bestuderen een breed scala aan literaire en theoretische teksten. Romans (met *) dienen
aangeschaft of uitgeleend te worden, alle andere teksten zijn beschikbaar via Blackboard, de digitale
bibliotheek of de collegeplank.
Verder maakt iedere student twee analyse-opdrachten (naar keuze), leidt n keer de discussie
naar aanleiding van een theoretische tekst, en verzorgt in groepsverband een presentatie binnen een
werkplaats-bijeenkomst (duur: 45 minuten). De referenten kiezen een invalshoek voor hun presentatie die
aansluit bij de debatten die we tijdens deze collegereeks voeren. Bovendien krijgen zij de uitdrukkelijke
opdracht hun medestudenten dmv prikkelende stellingen, rake discussievragen of andere
activeringsstrategien in een discussie over het thema van de werkplaats te verwikkelen. Voor het slagen van
deze werkplaats-bijeenkomsten is de inzet en goede voorbereiding van alle studenten (ook de toehoorders)
een absolute vereiste.
Tot slot schrijven alle studenten een langere paper van 2500-3000 woorden (deadline 31 mei 2016).
Hierin presenteren ze een kritische analyse van een zelfgekozen, nog niet besproken werk, vanuit een
vraagstelling genspireerd door de binnen de colleges gelezen teksten en gevoerde debatten.
De analyse-opdrachten en presentatie bepalen samen 30% van het eindcijfer, de eindpaper 70%. Het
n maal leiden van de discussie geldt als voorwaarde voor het afronden van dit vak.

INLEIDING: GLOBALE POSITIEBEPALING


1. 2 feb Wat te verwachten van dit college, wat wordt er van de deelnemende studenten verwacht? Tijdens dit
eerste college bespreken we niet alleen het programma en regelen we de nodige formaliteiten, maar we
bekijken ook een aantal culturele smaakmakers en discussieren over de betekenis van en de relatie tussen
de concepten globalisering en postkolonialisme.
Lezen:
Loomba 1-39.
2. 9 feb Wat wordt er onder globalisering verstaan? Maakt globalisering de wereld nu groter of juist kleiner? In
hoeverre is globalisering een homogeniserend politiek en/of economisch proces, dat de diversiteit van de
wereld aantast? En in hoeverre is het een technologisch en/of cultureel proces, dat juist leidt tot nieuwe
grensoverschrijdende gemeenschappen en nieuwe, onverwacht gemengde (sub)culturen en kunsten? We
bespreken twee visies op de geglobaliseerde wereld van nu.
Lezen:
Appadurai, Arjun. Here and Now. Modernity at large: cultural dimensions of globalization. Minneapolis:
University of Minnesota Press, 1996. 1-23. Print. (CP)
Beck, Ulrich. The Cosmopolitan Moment of World Risk Society or: Enforced Enlightenment. World at Risk.
Cambridge: Polity Press, 2009. 47-66. Print. (CP)
Huiswerk voor college 3: bekijk de documentaire Hoger dan de kuip van Ingeborg Jansen (2008, 50 min.;
zie link op BB)
3. 16 feb Hoe beleven we thuis onze eigen woonplaats, onze lokale omgeving binnen de huidige,
steeds veranderende mondiale, multiculturele wereldordening? Welk belang heeft het plaatselijke nog?
Ontwikkelen mensen een transnationale identiteit of willen ze juist vasthouden aan dat wat ze kennen? En
waarom? Cresswell bespreekt verschillende visies op de nieuwe manieren waarop we de grote stad beleven.
We toetsen deze visies aan de hand van het fragment uit Caryl Phillips roman A Distant Shore en de
documentaire Hoger dan de kuip van Ingeborg Jansen.
Lezen:
Loomba 112-130.
Fragment uit Phillips, Caryl. A Distant Shore. Londen: Secker & Warburg, 2003. 3-19. Print. (BB)
Cresswell, Tim. Reading A Global Sense of Place. Place. A Short Introduction. Oxford: Blackwell
Publishing, 2004. 53-79. Print. (CP)
Opdracht 1: analyse van Wladimir Kaminers Bedrijfscamouflage. Russendisco (vertaling van
Geschftstarnung, Russendisko, 2000). Amsterdam: Vassallucci, 2001. 71-72. Print. (BB). Inleveren vr 19
febr (via safe-assign).
4. 23 feb WERKPLAATS 1: Ontworteling en terugkeer. De casus van Nigeria
Wat doet migratie met de betekenis van noties als thuis en ergens thuis horen? Staat migratie in de eerste
plaats voor ontworteling, afscheid en verlies, of zijn er ook andere, positievere manieren om naar de effecten
van migratie te kijken? We onderzoeken literaire reflecties op het effect van migratie op het individu, en op de
verhouding van dit individu ten opzichte van de gemeenschappen van herkomst en van aankomst. En wat
gebeurt er als migranten besluiten naar hun ooit verlaten thuis terug te keren?
Lezen:
* Cole, Teju. Every Day is For the Thief. New York: Random House, 2014.
Ahmed, Sara. Home and away. Narratives of migration and estrangement. International Journal of Cultural
Studies 2.3 (1999): 329-347. PDF.

BLOK 1: DE VERBEELDING VAN DE WERELD


5. 1 mrt Wat onderscheidt het huidige fenomeen van globalisering van eerdere processen van imperiumvorming, zoals het Romeinse rijk en de Europese kolonisatie? Vragen de huidige ontwikkelingen niet om een
volkomen nieuwe visie op identiteit, macht en verzet?
Lezen:
Loomba 39-81.
Hardt, Michael Hardt en Antonio Negri. Preface en World Order. Empire. Cambridge: Harvard University
Press, 2000. xi-xvii en 3-21. Print. Online beschikbaar via http://www.angelfire.com/cantina/negri.
6. 8 mrt In Latijns Amerika en in het Caribisch gebied worden meeslepende visies op de globalisering
ontwikkeld. Deze breken vaak met traditionele sociologisch-geinspireerde analyses, en presenteren
persoonlijke en/of potische, soms bijna visionaire beelden. Deze week bespreken we werk van twee
toonaangevende denkers uit deze regio. In hoeverre biedt hun uitdagende en soms duizelingwekkende werk
een alternatief voor de westerse postkoloniale theorievorming? En hoe kunnen we hun theoretische inzichten
productief maken voor de interpretatie van het gedicht My Black Triangle van de Guyaanse auteur Grace
Nichols.
Lezen:
Benitez-Rojo, Antonio. Introduction: The Repeating Island. The Repeating Island. The Caribbean and the
Postmodern Perspective. Burham: Duke University Press, 1992. 1-29. Print. (CP)
Anzalda, Gloria. La conciencia de la mestiza: towards a new consciousness. Borderlands: the new mestiza
/ La frontera. San Francisco: Aunt Lute, 1987. 77-91. Print. (BB)
Grace Nichols, My Black Triangle. Lazy Thoughts of a Lazy Woman, 1989. Londen: Virago, 1989. 25. (BB)
Opdracht 2: analyse van Ellen Ombres Te veel tegelijk. Vrouwvreemd. Verhalen. Amsterdam: De
arbeiderspers, 1994. 81-101. Print. (BB). Inleveren vr 11 mrt.
15 mrt TOETSWEEK: geen college
7. 22 mrt WERKPLAATS 2: Magisch realisme. De casus van Latijns Amerika.
In deze werkplaats trekken we de lijn van het vorige college door en vertalen we die naar meer op literatuur
gerichte vragen. Wat houdt een meer lokale benadering van literatuur in? Is het magisch realisme een typisch
Latijns Amerikaanse stijl die past bij die cultuurspecifieke opvattingen over wereld en werkelijkheid die je moet
kennen om de betreffende, regionale literatuur te begrijpen, of zijn er ook andere benaderingen mogelijk? En
hoe zit het met de relatie tussen het magisch realisme als genre, de (post-)koloniale situatie en een al dan
niet hybride werkelijkheid? We onderzoeken deze vragen met behulp van Alejo Carpentier baanbrekende
magisch realistische klassieker en het bestudeerde verhaal van Ellen Ombre.
Lezen:
* Carpentier, Alejo. Het koninkrijk van deze wereld.1949. Amsterdam: In de knipscheer, 2008. Print.
Chanady, Amaryll. "Magic Realism Revisited: The Deconstruction of Antinomies." Canadian Review of
Comparative Literature 30.2 (2003): 428-44. PDF.

BLOK 2: EN WERELD?
8. 29 mrt (Hoe) kan een geschiedschrijver recht doen aan de eigenheid van India (of een andere nietwesterse natie)? Is het mogelijk om alle stemmen binnen de zeer diverse natie te representeren, ook de
meest gemarginaliseerde? En welke rol spelen vooronderstellingen met betrekking tot traditie en moderniteit
in de interpretatie van historische gebeurtenissen? Deze week lezen we de beschouwelijke teksten van Gyan

Prakash en Ania Loomba over deze kwestie, ter voorbereiding op de analyse van een verhaal dat deze
vragen op literaire wijze beantwoordt.
Lezen:
Loomba 181-208; 236-249.
Prakash, Gyan. Writing Post-Orientalist Histories of the Third World: Perspectives from Indian
Historiography. Comparative Studies in Society and History 32.2 (1990): 383-408. PDF.
9. 5 apr WERKPLAATS 3: De onpeilbare Ander (post 9/11). De casus van de VS & Pakistan
Volgens velen is de wereld op 11 september 2001 fundamenteel veranderd. Vermeende opposities tussen (de
barbaarse, onpeilbare) Ander en (het geciviliseerde, verlichte) westerse Zelf kwamen hernieuwd op scherp
te staan. Het postkoloniale interpretatiekader leek tekort te schieten om het grensoverschrijdend terrorisme te
duiden, cultuur en religie verwierven een nieuwe centraliteit binnen allerhande verklaringsmodellen. We
bespreken hoe literatuur al dan niet een rol kan spelen binnen deze nieuwe, onzekere wereldorde. Welke
politieke vragen werpt de roman The Reluctant Fundamentalist op, welke kennis stelt deze ter discussie?
Naar aanleiding van Hamids roman discussiren we over de rol van kunst en over de verantwoordelijkheid
van de kunstenaar ten opzichte van maatschappelijke vraagstukken. (Hoe) Kan kunst kritisch of zelfs
activistisch zijn?
Lezen:
Loomba 171-180;
* Hamid, Mohsin. The Reluctant Fundamentalist. Londen: Penguin, 2007.
Mouffe, Chantal. Artistic Activism and Agonistic Spaces. Art and Research: A Journal of Ideas, Contexts and
Methods 1.2 (2007): 1-5. Online beschikbaar via http://www.artandresearch.org.uk/v1n2/mouffe.html.
Opdracht 3: analyse van Mahasweta Devis Draupadi. Opgenomen in: Gayatri Spivak, In Other Worlds.
New York: Routledge, 1988. 187-196. Print. (BB). Inleveren vr 8 apr.
10. 12 apr We bespreken de veelbesproken en invloedrijke visie van Gayatri Spivak op de (on)mogelijkheid
om de stemmen van culturele of sociale anderen te laten horen. Met behulp van door Spivak geformuleerde
inzichten gaan we tijdens het college ook uitgebreid in op Mahasweti Devis verhaal Draupadi.
Lezen:
Loomba 153-171; 208-236.
Moore-Gilbert, Bart. Gayatri Spivak: The Deconstructive Twist. Postcolonial Theory. Contexts, Practices,
Politics. London/New York: Verso, 1997. 74-91. Print. (BB)
11. 19 apr WERKPLAATS 4: (Wereld)Literatuur als handelswaar. De boekenmarkt wereldwijd.
Ook literatuur maakt deel uit van het kapitalistische systeem. Als culturele commodities reizen literaire
werken over nationale en culturele grenzen heen, vaak in vertaling. Schrijvers uit alle windstreken zijn actief
op de globale boekenmarkt, waar uitgevers echter bepalen in welke talen de publicatie van hun werk rendabel
is. Het idee van een nationale literatuur is onder druk komen te staan; Engelse literatuur wordt bijvoorbeeld
allang niet meer alleen in Engeland geschreven. Jaarlijks terugkerende evenementen als de uitreiking van de
Nobelprijs voor de literatuur en de Booker Prize bezorgen vaak onbekende auteurs een ongekende
populariteit (met bijbehorende verkoopcijfers). Hoe kunnen we kritisch over dergelijke fenomenen en over
literatuur als cultural commodity nadenken? Zijn nationale categoriseringen van literatuur berhaupt nog
zinvol? Functioneren internationale literatuurprijzen als pleitbezorgers voor gemarginaliseerde literaturen of
maken zij deel uit van een proces van neokoloniale toeigening van andere literaturen door het westen?
(Hoe) Kan literatuur zich aan marktwerking en verkoopcijfers onttrekken?
Lezen:
Loomba 81-111;
Bouazza, Hafid. Een beer in bontjas. Amsterdam: CPNB, 2001. Print. (CP). Lees in ieder geval de paginas 513 en 30-36.
Huggan, Graham. The Postcolonial Exotic. Transition 64 (1994):22-29. PDF.

Opdracht 4: analyse van Ramsey Nasrs Mi have een droom. Mijn nieuwe vaderland. Gedichten van crisis
en angst. Amsterdam: De Bezige Bij, 2011. 63-64. Print. (BB). Inleveren vr 22 apr.
12. 26 apr WERKPLAATS 5: Crisis. De casus van de Lage Landen.
Europa verkeert in crisis. Hoe gaat het nu verder? Hoe ziet de (Europese) toekomst eruit nu de wereld
onherroepelijk in het teken lijkt te staan van globalisering, migratie en culturele vermenging? De roman van
Elvis Peeters schetst een somber toekomstbeeld waarbinnen instabiliteit en angst voor de ander regeren: is
het een visionair werk, een waarschuwing, of een overdreven zwartgallige voorstelling van zaken? Kan het
ook anders, bijvoorbeeld zoals Ramsey Nasrs gedicht Mi have een droom de toekomst verbeeldt?
Lezen:
* Peeters, Elvis. De ontelbaren. Amsterdam: Podium, 2005. Print.
Appadurai, Arjun.From Ethnocide to Ideocide. Fear of small numbers: an essay on the geography of anger.
Durham: Duke University Press, 2006. 1-13. Print. (BB).
Voorbereiding eindpaper: Lever uiterlijk de zondag voorafgaand aan het laatste college (dus: deadline 1
mei) via het discussion board op Blackboard een eerste opzet voor je eindpaper in. Deze wordt tijdens het
laatste college klassikaal besproken. Een opzet bestaat tenminste uit een onderzoeksvraag en een korte
beschrijving van je onderzoeksobject (film, roman, enz.), eventueel al aangevuld met te gebruiken bronnen.
13. 3 mei Tijdens deze laatste bijeenkomst kijken we terug en vooruit. Welke concepten zijn de revue
gepasseerd? Hoe beoordelen we hun toepasbaarheid en hun productiviteit? Welke concepten helpen ons de
wereld van nu en die van de toekomst te begrijpen? Centraal staat de vraag naar de relatie tussen
postkolonialisme en globalisering: volgt het ene concept op het andere en sluiten ze elkaar uit, of kunnen ze
elkaar ook aanvullen en versterken? Na deze resumerende positiebepaling bespreken we ter afsluiting alle
onderzoeksplannen.
Lezen:
Loomba 250-265;
Young, Robert, Postcolonial Remains. New Literary History 43 (2012): 19-42. PDF.

Anda mungkin juga menyukai