Vakgebied: Levensbeschouwing Stagegroep: 5/6 Klas: PEH16VD Welke keuzes heb ik hier gemaakt en waarom? (denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-) specifieke theorie) Kennis over (kinderen in) de Om een goede beginsituatie te kunnen formuleren heb ik gebruik gemaakt groep is nadrukkelijk van resultaten van de sociogram, observaties en gesprekjes met mijn verwerkt in de omschrijving van de beginsituatie van de mentor. groep, zowel in Uit de resultaten van de sociogram blijkt dat niet alle kinderen graag met pedagogische zin (gedrag, elkaar samen werken. Groep 5 en 6 zijn ook niet echt een geheel als groepsverhoudingen, groep. Hierom ga ik de les met de hele klas uitvoeren. Ik ga met de hele groepsdynamiek) als in didactische zin klas in een kring zitten zodat de kinderen goed naar elkaar kunnen (vakspecifieke luisteren en op elkaar kunnen reageren. beginsituatie). Uit de sociogram blijkt dat er twee kinderen worden verstoten (Sometics) uit de groep. Ze worden vaak negatief gekozen. Hierom ga ik er voor zorgen dat ook deze twee kinderen goed betrokken blijven bij de les. De kinderen krijgen volgens een soort methode genaamd samen leven vaker een les. Het gaat over verschillende onderwerpen waar ze dan over gaan filosoferen. Hierbij gaan de kinderen ook zelf dingen uitproberen. In de vorige lessen heb ik gemerkt dat de samenwerking tussen groep 5 en 6 goed verloopt wanneer ik ze bij elkaar zet. Het groepsgevoel kan nog verbeteren. Hierom probeer ik de groepen bij zo veel mogelijk lessen te mixen, dus als het vakinhoudelijk ook bij beide klassen op niveau aansluit, zoals bij deze les. De lesdoelen zijn Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om: afgestemd op de - Met elkaar te filosoferen over een bepaald onderwerp. beginsituatie. In de formulering ervan wordt - Na te vertellen wat ze hebben geleerd over het onderwerp. zichtbaar dat kennis van - Hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse vakdidactiek en leerlijnen multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen (Tule, kerndoel 38). op een logische manier is In dit geval leren ze dus iets over de vieringen van een bepaalde verwerkt. geestelijke stroming. - In een klassengesprek leefgewoontes (vieringen) te bespreken (Tule, kerndoel 38). - Iets te vertellen over de vieringen in het Hindoesme (Tule, kerndoel 38). Werk- en Ik ga de les met de hele klas samen uitvoeren. Ik ga met de hele klas in groeperingsvormen zijn een kring zitten zodat de kinderen goed naar elkaar kunnen luisteren en afgestemd op specifieke kenmerken van de groep n op elkaar kunnen reageren. Hierdoor krijgen de kinderen de kans om op op specifieke kenmerken elkaar te reageren en om als groep meer n geheel te worden. De van vakdidactiek. Werk- en kinderen van groep 5 en 6 kunnen op elkaar reageren en elkaars mening groeperingsvormen zijn respecteren. Ze leren de verhalen van anderen kennen, waardoor ze functioneel ondersteunend bij het behalen van de elkaar ook beter kunnen begrijpen. Tijdens de les gaan we filosoferen, dus lesdoelen. is de kring een goed bijpassende werkvorm. De kinderen kunnen elkaar zo goed aankijken en op elkaar reageren. Hierna mogen de kinderen hun eigen hand overtrekken en hier tekeningetjes in maken zoals bij echte henna. Helaas kan ik geen echte henna gebruiken. Ik heb hiervoor alleen de hennapoeder in bezit, maar een aantal andere ingredinten ontbreken. Hiernaast is er ook niet echt de tijd voor. Het proces van het in laten trekken van de henna duurt zon 12 uur. Het is niet realistisch om dit dus tijdens de les te doen, aangezien dit er vervolgens uren op moet blijven zitten. Ik leg aan de kinderen uit waarom het niet gaat lukken tijdens deze les. Een aanzet tot De kinderen gaan op elkaar reageren en elkaar aanvullen. samenwerkend leren krijgt op een logische wijze plek in het lesontwerp.*
Een aanzet tot ontdekkend n.v.t.
leren krijgt op een logische wijze plek in het lesontwerp**
De proces- en Aan het einde van de les:
productdoelen worden - Bespreek ik met de kinderen wat ze van de les geleerd hebben. expliciet gevalueerd met de kinderen. - Bespreek ik met de kinderen hoe ze de werkvorm ervaart hebben. - Krijgen de kinderen de kans om nog verder door te gaan met het gebruiken van de henna en het leren kennen van het product en de functie ervan. - Vertellen de kinderen wat ze van het onderwerp vonden. Ik reflecteer met de kinderen terug op de lesdoelen. De werkvormen die worden De evaluatie gebeurt ook in de kring. De kinderen kunnen hun vinger gehanteerd bij evaluatie opsteken om te reageren op de nabespreking. De kinderen kunnen zijn passend bij vakdidactiek en sluiten aan antwoord geven op reflectievragen en kunnen hun mening geven over de op specifieke kenmerken les. Iedereen kan elkaar goed aankijken, waardoor iedereen goed van de groep. betrokken blijft en de kinderen zich ook betrokken voelen bij dingen die een ander verteld. De kinderen hebben niet het gevoel dat ze afgezonderd zijn van de rest, dus is alles wat verteld wordt voor iedereen even belangrijk. De kinderen van groep 5 en 6 kunnen samen nadenken over het verloop van de les. *bij tenminste 3 lesontwerpen ** bij tenminste 1 lesontwerp
Beker, T., Graft, M. van, Greven, J., Kemmers, P., Tank, M. K., Verheijen, S. (2009). Kerndoel 38, groep 5 en 6. Geraadpleegd op 28 januari 2017, van http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L38.html