Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Sverre Verbeeten Mentor Harm Litjens

Klas PEH16VD Datum 13-03-17
Stageschool - Groep 5/6
Plaats - Aantal lln 18
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis
Speelwerkthema / onderwerp: Persoonlijke herinneringen

Persoonlijk leerdoel:
- Ik wil de kringactiviteit soepel laten verlopen. Dit wil ik bereiken door van tevoren duidelijke afspraken te maken met de kinderen over het gewenste verloop
van de les.
- Ik wil duidelijke structuur bieden in de les. Dit wil ik bereiken door de kinderen om de beurt aan de beurt te laten komen en goed uit te leggen hoe de les er
uit gaat zien.
- Ik wil tijdens de les letten op mijn stemgebruik. Dit wil ik bereiken door er voor te zorgen dat ik duidelijk en leidend over kom bij de kinderen en niet te
voorzichtig praat wanneer ik iets wil vertellen of duidelijk wil maken.
- Ik beschik over de vakinhoudelijke kennis die nodig is om de kinderen te begeleiden op de weg naar het behalen van de lesdoelen.
Lesdoel(en):
Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om:
Productdoelen:
- Gegevens te verzamelen over het heden en het verleden met
behulp van eenvoudige historische bronnen. Hierbij verzamelen
ze gegevens over gebeurtenissen in elkaars verleden met
behulp van fotos (Tule, kerndoel 51).
- Verbanden te leggen tussen verschillende bronnen. Ze zijn in
staat elkaars fotos en het verhaal erbij te vergelijken en
verschillen en overeenkomsten te benoemen (Tule, kerndoel
51).
Procesdoel:
- Aan de hand van werken in een kring, meer over elkaar te
kunnen vertellen. De kinderen leren elkaar beter kennen door
te luisteren naar elkaars verhalen. De kinderen leren naar
aandacht te hebben voor een verhaal van een ander en hier
een mening over te vormen (zie toelichting lesontwerp voor
meer informatie over de werkvorm).
Evaluatie van lesdoelen:
Aan het einde van de les:
Productdoelen:
- Wordt nagegaan of de kinderen elkaars verhalen begrepen hebben.
- Wordt nagegaan wat de kinderen van de les geleerd hebben.
- Wordt nagegaan of de kinderen een beeld hebben gekregen van de
historische gebeurtenissen en wat de gebeurtenissen voor de kinderen
betekenen. De kinderen mogen vragen aan mij of aan elkaar stellen als ze
deze hebben.
Procesdoel:
- Wordt nagegaan of de kinderen goed naar elkaar hebben geluisterd en of de
kinderen kunnen vertellen hoe de les verliep. De kinderen vertellen wat ze
van de verhalen vonden en of ze de werkvorm als prettig hebben ervaren.

Beginsituatie:
Pedagogisch:
- Uit de resultaten van de klimaatschaal kan ik opmaken dat er in de klas enige onrust speelt. Er zijn kinderen die zich niet helemaal op hun gemak voelen in
de klas. Door cognitief en sociaal-emotioneel verschil zijn groep 5 en 6 niet echt een geheel als groep.
- Uit de resultaten van het sociogram blijkt dat twee leerlingen verstoten worden door de rest van de klas. Op deze twee kinderen ga ik tijdens de les extra
letten qua gedrag. Daarnaast let ik op het groepsgedrag naar die twee kinderen toe.
Vakspecifiek:
- De kinderen krijgen n uur per week geschiedenis volgens de methode Wijzer door de tijd. Bij deze lessen wordt steeds afgewisseld tussen een
leerkracht gebonden les en een zelfstandige les. hierin zit wel een duidelijke opbouw; de tijdlijn. Hierbij wordt er in groep 5 in vogelvlucht over de tijdlijn
heen gevlogen en wordt er in groep 6 dieper op de verschillende perioden ingezoomd. De kinderen hebben al eens eerder een vergelijkbare werkvorm
gehad. De leerstof is niet zoals ze gebruikelijk bij geschiedenis overhandigd krijgen. Het is mij onduidelijk in hoeverre de leerlingen al eerder op hun eigen
verleden zijn ingegaan. De kinderen zijn al vanaf de kleuterklas bezig met het historisch besef. Naar mate de kinderen klassen hoger gaan, leren ze steeds
meer over de tijdvakken et cetera. De kinderen van groep 5 en 6 zijn al bezig met de tijdvakken te behandelen.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen
Leraar
+/- 5 Introductie - Ik laat de kinderen in een kring
minuten onderwerp zitten.
- Ik vertel de kinderen hoe de les er
uit gaat zien.
- Ik geef de kinderen de kans om
vragen te stellen als ze die hebben.
- Ik betrek alle leerlingen bij de les. Ik
maak duidelijke afspraken met de
kinderen over gewenst gedrag. Ik
spreek kinderen aan die ongewenst
gedrag vertonen. Ik zorg ervoor dat
alle kinderen elkaar goed zien. Ik
zorg ervoor dat alle kinderen tijdens
de les aan de beurt komen en de
kans krijgen om op een ander te
reageren.
+/- 30 Uitvoering - Ik laat de kinderen om de beurt iets
minuten les. vertellen over de foto die ze mee
hebben genomen.
- Ik laat de kinderen nadenken over
de gebeurtenis door vragen te
stellen aan de kinderen.
- Ik vraag aan de kinderen wat de
herinnering voor betekenis voor ze
heeft.
- Ik geef de leerlingen de kans om te
reageren op de verhalen van
medeleerlingen.
- Ik vraag de kinderen wat de
verhalen of fotos gemeen hebben.
Ik ben hier gericht op zoek naar een
antwoord dat gaat over het begrip
verleden en vroeger.
Leeractiviteit Materialen / Organisatie
leergedrag leerling(en)
- De kinderen gaan in een kring zitten. Fotos van de kinderen van
- De kinderen luisteren naar de instructie van de vroeger.
les.
- De kinderen stellen vragen wanneer ze deze
hebben.
- Alle kinderen zijn betrokken bij de les. De
kinderen zijn zich bewust van de afspraken die
we maken en vertonen dus geen storend
gedrag. Wanneer ze dit wel doen weten ze dat
ze hierop aangesproken worden. De kinderen
komen allemaal aan de beurt in de les. De
kinderen mogen op elkaar reageren wanneer ze
dit willen en netjes hun hand opsteken.
- De kinderen vertellen iets over de foto die ze Fotos van de kinderen van
mee hebben genomen. vroeger.
- De kinderen denken na over de gebeurtenis die
ze vertellen aan de hand van vragen die ik of
medeleerlingen aan ze stellen.
- De kinderen vertellen wat de herinnering voor
betekenis voor ze heeft.
- De kinderen reageren op de verhalen van
medeleerlingen. Indien dit gewenst is stellen ze
ook vragen.
De leerlingen vertellen wat de fotos of verhalen
gemeen hebben. De kinderen zoeken naar
begrippen die te maken hebben met het
onderwerp.
+/- 10 Nabesprekin - Ik laat de kinderen hun mening
minuten g les. geven over de manier waarop de
les verliep. Vonden ze het fijn om
zo gezamenlijk een les te krijgen?
Vonden ze het fijn om hun verhaal
kwijt te kunnen en om te luisteren
naar de verhalen van anderen?
- Ik vraag de kinderen of ze nu meer
over elkaar te weten zijn gekomen.
- Ik geef de kinderen de kans om nog
vragen te stellen als ze die hebben.
- Terugkijkend naar de begrippen die
gebruikt worden vraag ik de
kinderen wat ze nu geleerd hebben
van deze les vakinhoudelijk.
- De kinderen geven hun mening over de manier Fotos van de kinderen van
waarop de les verliep. Ze vertellen hoe ze het vroeger.
vonden om zo met de hele klas samen een les
te krijgen en wat ze vonden van het vertellen
van eigen verhalen en het luisteren naar de
verhalen van een ander.
- De kinderen vertellen wat ze nu van elkaar te
weten zijn gekomen.
- De kinderen stellen nog vragen wanneer dit
gewenst is.
- De kinderen vertellen wat ze van de les geleerd
hebben.