Anda di halaman 1dari 6

Naam en klas student: Naam SLB: Naam Werkplekbegeleider:

Nikki van de Sande Aydan Gnen Karin van Grunsven


PEH16VD
Stagegroep: Datum: Werkplek (naam school):

6 -

Schrijf hieronder je reflectie met behulp van onderstaande vragen. Per kopje in een
doorlopende verhaal.

Wat wilde ik leren?


Aan welke persoonlijke leerdoelen wilde ik werken?
- Ik wilde graag een goede beginsituatie kunnen formuleren. Dit kwartaal is een goede
beginsituatie formuleren erg belangrijk. Dat komt omdat we lessen moeten baseren op heel de
groep. Elk kind uit de klas moet de les kunnen volgen en interessant vinden. Dit geldt zowel
voor de kinderen die veel moeite hebben met de leerstof als voor de kinderen die makkelijker
de leerstof verwerken.
- Aan het begin van dit semester heb ik nog erg op mijn timemanagement gelet. Hier had ik
vorig semester bij de kleuters nog moeite mee. Na een aantal lessen heb ik gemerkt dat ik
steeds netjes op tijd klaar was met mijn lessen. Ik heb dit leerdoel daarna uit mijn
lesvoorbereidingen gelaten.

Wat deed ik?


Wat heb ik gedaan om aan mijn persoonlijke leerdoelen te werken?
- Om een goede beginsituatie te kunnen formuleren, heb ik informatie over de kinderen
opgezocht. Ik heb gekeken naar hun leerresultaten, naar hun persoonlijke omstandigheden en
ik heb een-op-eengesprekken met de kinderen gevoerd. De een-op-eengesprekken gingen
vooral over de hobbys van de kinderen, hun thuissituatie en wat ze van school vinden. Op
deze manier heb ik de kinderen goed leren kennen. Ik heb ook met mijn mentor gesprekken
gevoerd over de kinderen.
- POP Beginsituatie: Hoe formuleer ik een goede beginsituatie?. Hier ben ik nog volop mee
bezig. (Wij-leren.nl, 2017)
- Om aan mijn timemanagement te werken (Frrer & Schouten, 2009), heb ik begin dit
semester vaak met de timetimer gewerkt. Dit was voor mij een hulpmiddel om netjes binnen
de tijd te blijven. Voor de kinderen werkte de timetimer ook erg goed. Dit is een hulpmiddel
voor hen, omdat ik merk dat sommige kinderen paniek krijgen als de leerkracht ineens zegt
hoeveel tijd ze nog over hebben voor een oefening. Met de timetimer kunnen de kinderen zelf
hun tijd in de gaten houden. Ze zien hoeveel tijd ze nog hebben voor een oefening.

Aan welke theorie heb ik iets gehad?


- Om een goede beginsituatie te kunnen formuleren heb ik vooral dingen opgezocht in het
leerlingvolgsysteem en een-op-eengesprekken gevoerd. Ik heb op internet een aantal termen
opgezocht. Internet is niet altijd een betrouwbare bron. Wikipedia wordt bijvoorbeeld door
allerlei mensen aangevuld. Je kunt hier dus niet uitgaan van een betrouwbare bron. Ik heb
opgezocht wat het verschil is tussen hoogbegaafd en meerbegaafd (LICH, z.j.). Ik heb daarna
de termen dyscalculie en dyslexie (Steunpunt dyslexie , sd) opgezocht. Ik wou weten wat
deze termen nu eigenlijk inhouden, hoe je dyscalculie en dyslexie kan herkennen en wat je
eraan kan doen. Ik heb in mijn typering op mijn blog een stukje theorie hierover staan. Ik wilde
dit graag weten, omdat er een kind in mijn klas zit dat dyscalculie en dyslexie heeft. Ik heb
voor een goede beginsituatie ook het boek Ontwikkeling in de groep (Luitjens & De Zeeuws-
Jans, 2014) gebruikt. In het boek heb ik vooral opgezocht wat een groep nu eigenlijk is en wat
de groepsvorming inhoudt. Wat ook erg interessant was om te lezen was het hoofdstuk
toetreden in een groep. Dit heb ik gelezen omdat er twee kinderen dit jaar pas in de klas zijn
gekomen. Om een goede beginsituatie te kunnen vormen is het wel van belang om op de
hoogte te zijn van deze kinderen. Hoe liggen deze kinderen nu in de groep? Hoe was dit in het
begin? Vanuit de theorie (Luitjens & De Zeeuws-Jans, 2014) heb ik een aantal verklaringen
gelezen voor het gedrag van kinderen als iemand nieuw in de groep komt.
- Voor mijn timemanagement heb ik het boek Klassenmanagement in de basisschool (Frrer &
Schouten, 2009) gebruikt. Er staat in het boek dat timemanagement een belangrijk onderdeel
is van klassenmanagement. Een leraar kan met verschillende zaken rekening houden, zodat
er zo min mogelijk tijd verloren gaat. Zo kan een leraar bijvoorbeeld zorgen voor een goede
voortgang van de activiteiten. De leraar kan voorkomen dat de leerlingen moeten wachten en
hij kan voorkomen dat de leerlingen worden afgeleid. Ik heb ervoor gezorgd dat ik mijn
materiaal op tijd klaar heb staan. Dit staat in mijn lesvoorbereidingen beschreven. Door mijn
materiaal op tijd klaar te zetten, zorg ik ervoor dat er geen extra tijd verloren gaat en dat er
geen onnodige onrust ontstaat in de klas. Ik heb de resultaten van het sociogram gebruikt als
er groepswerk was. Ik heb dit iedere keer in mijn lesvoorbereiding geschreven en dit valt ook
terug te lezen in de toelichtingen van mijn lesontwerpen op mijn blog. Ik heb groepjes
gemaakt met zo min mogelijk vriendjes en vriendinnetje bij elkaar. Als de kinderen niet bij hun
vriendjes zitten, zijn ze veel serieuzer bezig met de les. De concentratie is hierdoor ook beter.
Ik heb deze conclusie getrokken omdat ik de kinderen vaker heb laten samenwerken in de les
met verschillende kinderen.

Met welke theorie heb ik iets gedaan in de praktijk?


- Ik heb de theorie van het boek Ontwikkeling in de groep (Luitjens & De Zeeuws-Jans, 2014)
gebruikt om een goede beginsituatie te kunnen formuleren in de praktijk. Ik heb op deze
manier mijn lessen goed kunnen baseren op de hele groep. Ik heb ook erg veel gehad aan het
leerlingvolgsysteem en de een-op-eengesprekken met de kinderen. Dit zorgde ervoor dat ik
ieder kind goed in beeld had. Verder hebben het sociogram en de klimaatschaal die ik heb
afgenomen in de klas mij duidelijk gemaakt hoe de sfeer in de groep is. Ik zag op deze manier
welke kinderen buiten de groep vallen en welke kinderen juist niet. Volgens mijn mentor klopt
deze informatie. Deze kinderen zijn wat stiller en meer teruggetrokken. Ze vallen niet op in de
klas en daarom worden ze niet vaak gekozen in het sociogram.
- Ik heb voor mijn timemanagement de theorie uit het boek Klassenmanagement in de
basisschool (Frrer & Schouten, 2009) gebruikt. Uit dit boek heb ik informatie gehaald over de
manier waarop ik zo goed mogelijk binnen de tijd kon blijven als ik een les uitvoer. In de
praktijk heb ik ervoor gezorgd dat ik mijn spullen op tijd klaar had staan. Door mijn materiaal
op tijd klaar te zetten, zorg ik ervoor dat er geen extra tijd verloren gaat en dat er geen
onnodige onrust ontstaat in de klas. Door het sociogram heb ik vaak vooraf groepjes gemaakt
zodat ieder kind goed kon samenwerken en niet teveel werd afgeleid. Uit het afgenomen
sociogram kon ik precies afleiden welke kinderen positief of juist negatief voor elkaar kozen
met samenwerking. Ik heb hier bij een aantal lessen gebruik van gemaakt, om te zien of dit
ook echt invloed had op de samenwerking.

Wat heb ik gedaan om mijn spin van de ideale leerkracht te verrijken? (De beginspin heb ik niet
meer. Ik heb de spin constant bijgewerkt met nieuwe kernwoorden.)
- Ik heb mijn mentor veel geobserveerd. Ik heb gekeken hoe zij elke les gaf en op wat voor
manier. Het is heel leuk dat ik een verschil zie van lesgeven van mijn vorige mentor en mijn
huidige mentor. Op deze manier wordt de spin van de ideale leerkracht alleen maar groter.
Ook heb ik een woordspin gemaakt over de groep. Deze woordspin staat op mijn blog
(Sande, sd) . In deze woordspin staan woorden waar ik als leerkracht ook rekening mee moet
houden. Het is belangrijk dat ik de hele groep aanspreek en meeneem in mijn lessen.

Welke betekenis heeft het voorgaande voor mij?


In hoeverre is het mij gelukt om een koppeling te leggen tussen theorie en praktijk (geef
voorbeelden)?
- Door een goede beginsituatie heb ik mijn lessen kunnen baseren op ieder kind uit de groep.
Ieder kind kon mee in de les. Sommige kinderen hadden bij verschillende vakken wat extra
instructie nodig. Ik heb dit kunnen afleiden uit de resultaten van de oefeningen die de kinderen
bij elke les gemaakt hebben. Als de kinderen oefeningen maken op hun tablet kan ik hun
voortgang zien via een bepaald systeem op de computer. Mijn mentor heeft me iedere keer
feedback gegeven op mijn lessen. Ik kan nergens terugvinden dat de lessen t moeilijk of juist
t makkelijk waren.
- Door van tevoren al dingen klaar te leggen voor mijn lessen, ging er weinig tijd verloren en
kwam er geen extra onrust in de groep. Het indelen van groepjes voor de les ging ook erg
goed. De groepjes staan dan al vast. De kinderen hebben hier bij n les wel commentaar op
proberen te geven maar dit heb ik gelijk afgekapt. Ik krijg hiervoor complimenten van mijn
mentor.
Op welke praktijksituatie ben ik het meest trots met betrekking tot mijn handelen?
- Ik ben trots op mijn overgang van kleuters naar groep 6. Ik ben van tevoren een aantal keer in
groep 6 gaan kijken om een beetje te wennen. Zo wisten de kinderen ook dat ik in hun groep
kwam als stagiaire. Ik vond het erg spannend om mijn eerste les te geven vooral omdat deze
gelijk over pesten ging. Dit is toch een gevoelig onderwerp zeker als iemand hierover een les
gaat geven en de kinderen deze persoon nog niet goed kennen. Gelukkig ging het wel erg
goed. Ik sta zelfverzekerd voor de klas (ook al ben ik dit soms vanbinnen niet). Zo zien de
kinderen mij gelijk als een echte juf. (Sande, Lesvoorbereiding pesten, 2017)

Wat vond ik het moeilijkste tijdens dit kwartaal?


- Ik vind het moeilijk om alles bij te houden op mijn blog. De verschillende opdrachten en
formats die er allemaal bij horen brengen me in verwarring. Door mijn persoonlijke situatie is
het erg moeilijk voor mij om mijn aandacht en focus erbij te houden. Zowel in de les als met
huiswerk. De meeste tijd komt te zitten in de toelichtingen en sterkte-zwakte-analyse. Ik vind
het moeilijk om de juiste theorie te vinden bij de verschillende onderdelen van de les. Waar ik
ook nog moeite mee had is een goede beginsituatie formuleren. Het heeft voor mij even
geduurd voor ik de groep in beeld had. Je hebt er ook best kort de tijd voor vind ik. Verder
probeer ik een planning te maken voor wat ik elke dag ga doen. De planning maken lukt wel,
maar me er aan houden is soms heel lastig.

Wat vonden anderen van mijn handelen (medestudenten, SLB-er, werkplekbegeleider,


kinderen)?
- Mijn werkplekbegeleider is op stage altijd tevreden over mijn lesvoorbereidingen. Dit kan je
terugzien bij mijn lesvoorbereidingen op mijn blog. Mijn mentor heeft mij op iedere les
feedback gegeven. Ik stuur ze op tijd naar haar door, zodat zij ze voor mijn les al kan lezen.
Mijn werkplekbegeleider geeft vaak aan dat ik het goed doe voor de klas en dat geeft mij weer
een stukje zelfvertrouwen. Natuurlijk krijg ik ook gerichte feedback van haar. Aan deze
feedback werk ik gelijk, zodat dit de volgende les niet meer gebeurt.
- Van mijn slber moeten ik letten op mijn taalfouten in teksten. Mijn slber motiveert mij om door
te gaan en goed mijn best te blijven doen ondanks bepaalde omstandigheden. Ik vind dit heel
fijn van Aydan. Aydan begeleidt me goed door mijn OGP 3 heen. Ze let met mij op mijn taal en
zorgt er mede voor dat ik een goede planning heb. Ze stimuleert me ook om aan mijn pop te
blijven werken.
- De kinderen vinden mijn lessen leuk en interessant. Als mijn mentor vertelt welke les ik ga
geven die dag hoor ik gelijk een Yes! uit de klas. Na de natuur en techniek les die ik heb
gegeven kwamen ook veel kinderen persoonlijk naar me toe om te vertellen hoe leuk mijn les
was en dat ze er erg veel van hebben geleerd. Ik merk dat werken met concreet materiaal
veel meer bij de kinderen blijft hangen.
- De feedback die ik tot nu toe op mijn blog heb gekregen van mijn medestudenten is positief
met een paar aandachtspunten die ik moet verbeteren. Ze vonden het vooral erg knap dat ik
de les pesten gelijk de tweede keer al heb gegeven dat ik in groep 6 stond (Sande, Groep in
beeld, 2017).

Waar sta ik nu met betrekking tot:


De kritische handelingen van de betreffende fase?
A.1 Bespreken van en omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student is mede verantwoordelijk voor het realiseren van een fysiek en sociaal-emotioneel veilige
leeromgeving, met betrekking tot eigen gedrag, de dagelijkse omgang met leerlingen en de omgang
van leerlingen met elkaar

- Ik probeer de kinderen altijd aan te spreken op goed of juist ongewenst gedrag. Dit doe ik
door de hele klas aan te spreken of een kind individueel. Als een kind bijvoorbeeld minder
goed zijn best doet in de les roep ik hem/ haar apart om te vragen wat er aan de hand is. Ik
probeer dit op een zo positief mogelijke manier te doen vanuit een ik- boodschap. De
complimenten geef ik vaak klassikaal maar ook aan de kinderen individueel.

A.3 Leiding geven aan het groepsproces


4.7 Onverwachte situaties
De student past zijn organisatie aan bij onverwachte situaties op microniveau.
- Ik heb in mijn lessen de kinderen veel laten samenwerken. Dit heb ik gedaan in tweetallen en
in kleine groepjes. Het is van belang dat je de kinderen goed in de gaten houdt en overzicht
hebt. Ik vind het belangrijk dat de kinderen samenwerken, omdat ze op deze manier elkaar
kunnen aanvullen en helpen. Tijdens mijn lessen ging er ook wel eens wat mis. Als er iets mis
gaat moet je goed op zon situatie kunnen reageren. Ik heb elke keer een goede en snelle
oplossing gevonden als er wat mis ging in mijn les. Op mijn kruisjesformulier heb ik daarover
complimenten gekregen van mijn mentor.

A.4 Interactie aangaan met de groep


3.12 feedback aan leerlingen
Toetsing en evaluatie:
De student evalueert onderwijsactiviteiten met kinderen en geeft feedback aan leerling op product en
proces.
- Ik evalueer altijd mijn les met de kinderen. Ik vraag aan de kinderen wat ze van de les vonden
en of ze nog tips/ tops hebben voor mij. Ik geef de kinderen zelf ook feedback. Ik vertel hoe ik
de les vond gaan en wat eventueel beter kan de volgende keer. Ik benoem ook altijd de
positieve dingen van de les.

B.1 Leerdoelen stellen


7.3 Onderzoekende en reflectieve houding
De student toont een onderzoekende en reflectieve houding; onderzoekt systematisch zijn eigen
handelen, reflecteert en maakt gebruik van feedback van kinderen, docenten, medestudenten en
leerkrachten; hanteert onderzoeksinstrumenten
- Ik heb met het maken van mijn lessen gekeken naar de kerndoelen op www.tule.slo.nl. Ik
probeer deze kerndoelen zo goed mogelijk te verwerken in mijn lesdoelen. Ik zet de
kerndoelen altijd in mijn lesvoorbereidingen erbij.

B.2 Leeractiviteiten ontwerpen


3.6 werkvormen en groeperingsvormen
4.2 tijdsbewaking
4.5 leeromgeving inrichten
De student hanteert doelgericht verschillende werkvormen en groeperingsvormen.
De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel kleine als grote groepen;
zet hulpmiddelen en materialen klaar voor eigen lessen.
- Ik heb in mijn lessen de kinderen veel laten samenwerken. Ze hebben samengewerkt in
tweetallen of in kleine groepjes. Het is belangrijk dat je de kinderen goed in de gaten houdt. Ik
vind het belangrijk dat de kinderen samenwerken. Op deze manier vullen ze elkaar aan en
kunnen ze elkaar helpen.
- In het begin van dit semester had ik moeite met de tijdsplanning van mijn lessen. Iedere keer
was ik te lang of tekort bezig met een les. Door het gebruiken van de timetimer is mijn timing
al verbeterd. Een PowerPoint werkt ook goed voor mij. Ik heb op deze manier een beetje
houvast en dat geeft mij weer een stukje zelfvertrouwen. Mijn mentor heeft mijn tijdsplanning
goed in de gaten gehouden.
- Ik zorg er iedere les voor dat er ruimte is voor de kinderen die wat extra uitleg nodig hebben.
Deze extra uitleg heb ik vaker gegeven aan de instructie tafel in de klas. Ik loop altijd rond in
de klas tijdens mijn les zodat ik een goed overzicht heb.

B.3 Leeractiviteiten begeleiden


1.1 zicht op groepjes leerlingen
2.6 samenwerking, zelfredzaamheid
De student houdt zicht op groepjes leerlingen: geeft (bege-)leiding aan individuele leerlingen, kleine
groep(en) en grote groep; vangt incidenten met/ tussen leerlingen op; zorgt ervoor dat groepjes die hij
begeleidt naar behoren functioneren; rapporteert hierover aan de leraar
De student stimuleert samenwerking, zelfredzaamheid en assertiviteit bij leerlingen.
- Ik heb in mijn lessen de kinderen veel laten samenwerken. Zowel in tweetallen als in kleine
groepjes. Het is belangrijk dat je de kinderen in de gaten houdt. Ik vind het belangrijk dat de
kinderen samenwerken zodat ze elkaar aanvullen en elkaar helpen. Door in de klas rond te
lopen tijdens de samenwerking hou ik de verschillende groepjes goed in de gaten. Ik
observeer hoe de samenwerking verloopt. Na de les evalueer ik de samenwerking met de
kinderen.

E.2 Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collegas


5.2 actief bijdragen
De student levert een actieve bijdrage in de samenwerking met collegas (medestudenten,
leerkrachten, docenten): neemt initiatieven; denkt actief mee in het kader van schoolontwikkeling;
verwoord zijn eigen mening
- Op school heb ik vaak met mijn medestudenten over situaties op stage gepraat. We hebben
elkaar feedback gegeven op de typeringen, de lesvoorbereidingen en de blogs. Op deze
manier leren we veel van elkaar en komen we op nieuwe ideen.

Hoe nu verder?
In termen van willen (wat wil ik?) met betrekking tot mijn aanvankelijke persoonlijke leerdoel(en).
- Ik wil mijn POP Hoe formuleer ik een goede beginsituatie? meenemen naar kwartaal 4. Ik
doe hier mijn pop over zodat ik uiteindelijk een perfecte beginsituatie kan formuleren. Op deze
pop vraag ik feedback aan mijn mentor en mijn slber.
- Het leerdoel van mijn tijdsplanning ga ik afronden. Mijn tijdsplanning is deze periode tot nu toe
goed verlopen. Mijn mentor heeft aangegeven dat de timetimer helpt en dat een PowerPoint
ook een goed hulpmiddel is.

Aan welke leerdoelen ga ik tijdens het komende kwartaal werken?


- Ik blijf het leerdoel een goede beginsituatie formuleren behouden. Ik vind dit nog lastig
omdat er veel details bij komen kijken. Je moet op veel dingen letten.
- Bewust om gaan met mijn effectieve leraarcommunicatie. Ik wil enthousiaster voor de klas
staan. Ik breng de les soms erg eentonig waardoor ik saai overkom. Ik wil hier in mijn
instructie op gaan letten.
- Ik wil beter leren reflecteren. Mijn slber helpt me erbij.
- Ik wil voor het volgende kwartaal een goede planning bijhouden. Ik maak deze planning
samen met mijn slber.

In termen van doen (wat ga ik doen?)


- Ik blijf bezig met een goede beginsituatie formuleren. Dit is een erg belangrijk onderdeel. Door
de beginsituatie kan je je lessen baseren op heel de groep. Ik ga hiervoor gesprekken voeren
met mijn mentor en in het leerlingvolgsysteem kijken. De cito resultaten van de kinderen ga ik
ook gebruiken.
- Verder ga ik mijn pop over de beginsituatie volgend kwartaal afmaken.
- Feedback vragen op mijn reflecties (slb en mentor).
- Feedback vragen op mijn effectieve leraarcommunicatie (medestudent en mentor).
- Planning maken met mijn slber.

Anda mungkin juga menyukai