Wat ondervinden
mensen met
gezondheidsklachten?
Een vergelijking van buurten
Auteur
Arjan Kloosterman
S20666386
a.kloosterman.2@student.rug.nl
Begeleider: Edwin Spijkers
w.spijkers@rug.nl
Tweede begeleider: Rita Smaniotto
r.c.smaniotto@rug.nl
31 mei 2015
1
Abstract:
In dit onderzoek is gekeken naar het effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn.
Daarnaast is ook onderzocht of dit effect verschilt voor buurten met een verschillende sociaal
gebruik gemaakt van een dataset van de GGD uit 2010. Er is een negatief effect gevonden van
gezondheidsklachten op psychologisch welzijn. Er is geen bewijs gevonden dat het effect van
gezondheidsklachten op psychologisch welzijn verschilt voor buurten met een hoge en een lage
2
Inhoudsopgave
1 Inleiding........................................................................................................................................... 4
2 Theorie ............................................................................................................................................ 5
2.1 Gezondheidsklachten & psychologisch welzijn ....................................................................... 6
2.2 Relatie gezondheidsklachten & psychologisch welzijn ........................................................... 7
2.3. Sociaal economische status van de buurt ............................................................................... 8
2.4 Controlevariabelen ................................................................................................................ 10
3. Methoden..................................................................................................................................... 11
3.1. Algemeen............................................................................................................................... 11
3.2 Operationalisaties ................................................................................................................. 12
3.3 Controlevariabelen ................................................................................................................ 14
4. Resultaten .................................................................................................................................... 16
4.1 Univariate resultaten............................................................................................................. 16
4.2 Bivariate resultaten ............................................................................................................... 17
4.3 Multivariate resultaten.......................................................................................................... 18
Literatuurlijst ........................................................................................................................................ 24
Bijlagen
Bijlage 1: Overzicht variabelen .............................................................................................................. 26
Bijlage 2: Analyse ................................................................................................................................... 50
Bijlage 3: Assumpties............................................................................................................................. 55
3
1 Inleiding
Mens sana in corporesano. Dit is een veel aangehaalde uitspraak van de Romeinse dichter Juvenalis.
De vertaling luidt: Een gezonde geest in een gezond lichaam. Hieruit volgt ook: een ongezonde geest
in een ongezond lichaam. De oude Romeinen, in ieder geval deze dichter, gingen er dus al van uit dat
er een verband is tussen lichaam en geest. De kerk heeft sinds de Romeinse tijd altijd een grote rol
gespeeld bij de geestelijke vorming van mensen. Hierdoor kon pas na de wetenschappelijke revolutie
geest.
Gezondheid is voor ieder levend wezen van belang. Als we niet gezond zijn kunnen we niet goed
functioneren in de maatschappij. Als iemand niet goed functioneert in de maatschappij kan dit
hogere maatschappelijke kosten met zich mee brengen op verschillende gebieden. De ziektekosten
kunnen hoger worden, iemand die niet goed functioneert kan onverwachts gedrag vertonen wat een
bedreiging kan zijn voor de veiligheid en verder zijn er natuurlijk de kosten die mensen uit de
omgeving moeten maken om deze persoon weer 'gezond' te maken. Veel onderzoekers zijn het er
over eens dat een goede lichamelijke gezondheid de belangrijkste voorwaarde is voor een goed
psychisch welzijn. Mensen die niet gezond zijn kunnen vaak minder goed mee doen in de
maatschappij, wat als gevolg heeft dat ze allerlei sociale dagelijkse activiteiten missen. Dit kan er toe
leiden dat mensen op den duur ongelukkig worden door hun gezondheidsklachten (Lordan &
Pakrashi, 2014).
Wat dit onderzoek uniek maakt is dat wordt onderzocht hoe dit effect verschilt voor verschillende
buurten. Buurten spelen op allerlei gebieden een rol. Niet alleen als woonplaats, maar er doen zich
ook vele sociale activiteiten voor, contacten worden gevormd, kinderen spelen met elkaar, mensen
benvloeden elkaar en doen elkaar bewust en onbewust na. Door de sociaal economische status van
gezondheid en mentale gezondheid ook verschilt voor de inwoners van deze buurten, en of deze
4
verschillen te verklaren zijn door de kenmerken van de buurt. Het is interessant om juist deze
groepen tegen over elkaar te zetten, omdat de sociale verschillen tussen deze twee typen buurten
vaak erg groot zijn. Resultaten uit dit onderzoek zouden dan ook nieuwe inzichten kunnen genereren
over de vraag waarom sommige mensen meer last hebben van hun gezondheidsklachten dan
anderen. Ook zou het kunnen leiden tot nieuwe inzichten over de rol die de overheid moet spelen
bij volksvesting. Iemand uit een slechte buurt, die de hele dag alleen thuis zit zonder mensen om zich
heen zal naar verwachting meer last ervaren van gezondheidsklachten dan iemand met dezelfde
klachten in een goede buurt met veel vrienden om zich heen. Het vergelijken zal gebeuren op basis
van sociaal economische status van de buurt omdat deze het beste het verschil in maatschappelijk
succesvolle en minder succesvolle buurten laat zien. Al met al zal geprobeerd worden antwoord te
welzijn anderzijds, en welke rol speelt de sociale status van de woonomgeving hierin?". In de theorie
paragraaf wordt beschreven wat reeds bekend is over deze relatie, en zal er een verwachting worden
geschetst aan de hand van twee hypotheses. Zo komt onder andere het sociaal kapitaal van
Fukuyama (2006) voorbij, en wordt het belang van de dagelijkse sociale activiteiten benadrukt
(Lordan & Pakrashi, 2014). Eerst zal kort worden gekeken naar de beschrijvende statistieken.
Vervolgens zal de samenhang tussen de verschillende variabelen bekeken worden aan de hand van
correlaties. En als laatste zal een multipele regressie worden uitgevoerd om zo het hele model te
toetsen. Het onderzoek is gericht op inwoners van de provincie Groningen, die op basis van toeval
2 Theorie
5
2.1 Gezondheidsklachten & psychologisch welzijn
Het eerste verband dat zal worden onderzocht is die tussen gezondheidsklachten en psychologisch
welzijn. Eerst wordt in het kort op beide begrippen ingegaan, daarna wordt ingegaan op de relatie
Gezondheidsklachten
Het concept gezondheidsklachten beschrijft het aantal gezondheidsklachten dat iemand heeft gehad.
Hoe meer gezondheidsklachten iemand heeft, hoe slechter de lichamelijke gezondheid is.
hebben gehad met klachten zoals een slechte bloeddruk, kanker en het hebben van n of twee
benen. Dit verschilt erg met psychologisch welzijn, wat een stuk lastiger is om te meten.
Psychologisch welzijn
Psychologisch welzijn heeft betrekking op de toestand van de geest. Als het in de wetenschap gaat
over de geest, dan gaat het over een concept dat wetenschappelijk gezien nog niet uitgepluisd is.
Psychologisch welzijn is dan ook nog wat een vaag begrip, dat bestaat uit vele aspecten. Er zijn heel
wat psychologen die deze aspecten reeds beschreven hebben. Een goede beschrijving van de
terug te komen na een tegenslag, flexibiliteit van verwachtingen en opvattingen, balans in dagelijkse
activiteiten en zelfverwerkelijking. Iemand die hoog scoort op deze zaken zal een mentaal gezond
persoon zijn (Taylor, 2005). De meeste aspecten gaan in de kern over de mate dat iemand tevreden
is met zijn of haar leven. De mate waarin iemand aangeeft tevreden te zijn met zijn of haar leven
wordt dan in dit onderzoek ook gehanteerd als definitie van psychologisch welzijn.
6
2.2 Relatie gezondheidsklachten & psychologisch welzijn
Dagelijkse activiteiten
Mensen met weinig gezondheidsklachten zijn beter in staat om mee te doen aan de dagelijkse
activiteiten dan mensen met gezondheidsklachten, wat een positief effect heeft op de mentale
gezondheid (Lordan & Pakrashi, 2014). Het is belangrijk dat men mee kan doen aan de dagelijkse
activiteiten, zoals in beweging zijn, werken en in contact komen met andere mensen. Deze dagelijkse
activiteiten zorgen voor verschillende positieve effecten zoals een gevoel van voldoening, jezelf
kunnen profileren en het idee krijgen dat je meetelt. Iemand die lichamelijk ongezond is, zal minder
de dagelijkse activiteiten kunnen uitvoeren, en daardoor ook minder van de positieve effecten
ontvangen die dit met zich mee brengt (Lordan & Pakrashi, 2014). Lichamelijke gezondheid is dan
Zelfstandigheid
Als mensen niet mee kunnen doen aan de dagelijkse activiteiten in het leven, zijn ze meer
aangewezen op hulp. Het afhankelijk zijn van hulp, en niet zelfstandig zijn, is een eigenschap die een
negatief effect heeft op het psychologisch welzijn van iemand (J.W.K. Bams, M.J.G. Hijnekamp,
M.G.A. Ligtvoet-Janssen, T. Nienhuis, 2014). Als je bepaalde taken niet zelf kunt uitvoeren heeft dit
een negatief effect op je zelfbeeld, je zult vaker iemand om een gunst moeten vragen en dit kan een
schuldgevoel opwekken. Naarmate dit langer duurt kan dit leiden tot een verslechtering van het
psychologisch welzijn van iemand. Bij ouderen is gemeten dat zelfstandigheid een belangrijke
indicator voor psychologisch welzijn is (Steverink, 1996). Zolang en zoveel mogelijk zelfstandig blijven
heeft dus een positief effect op de mentale gezondheid van mensen. Bovendien zou het zo kunnen
zijn dat wanneer mensen hun eigen dagelijkse activiteiten uitvoeren, ze hun hersenen meer trainen
Pijn
7
Een ander argument voor het bestaan van de relatie tussen gezondheidsklachten en psychologisch
welzijn is het effect wat pijn als gevolg van gezondheidsklachten heeft op psychologisch welzijn. Pijn
is een subjectieve ervaring wat een gevolg is van input aan zenuwen. Deze input wordt gefilterd door
je eigen unieke samenstelling van genen, eerdere ervaring, huidige psychologische status en
socioculturele invloeden (Towsend et all, 2004). Dezelfde input geeft dus niet altijd dezelfde pijn; dit
is per persoon verschillend als gevolg van de hiervoor genoemde zaken. Uit deze punten blijkt al dat
pijn niet alleen iets lichamelijks is, maar ook iets psychisch is. De link met psychologisch welzijn is
reeds gemaakt; de input pijn wordt namelijk gefilterd en ervaren door je psyche/geest. De pijn op
zichzelf kan er voor zorgen dat jij je slecht voelt, simpelweg omdat je pijn hebt en dit last geeft.
Daarnaast kan pijn ervoor zorgen dat je gehinderd wordt in de dagelijkse activiteiten. Wat de
psychologisch welzijn.
Het volgende onderdeel van het onderzoek richt zich op de rol die de sociaal economische status van
economische status van de buurt is weergegeven door een cijfer tussen de -4 en 2 wat aangeeft of
een buurt een hoge of lage sociaal economische status heeft. Dit cijfer is gebaseerd op twee
in kennis, houding en gedrag van de inwoners van de buurt. Het klassencomponent gaat over de
materile hulpbronnen die iemand in de betreffende buurt tot zijn beschikking heeft: inkomen,
woning en bezit. Via een factor-analyse worden de gegevens samengevat tot 1 score: de sociale
8
Sociaal kapitaal
In buurten met een hoge SES hebben de bewoners gemiddeld een hoger sociaal kapitaal dan
bewoners van buurten met een lage SES (Abbott, 2009). Sociaal kapitaal is een belangrijke
voorwaarde voor sociale steun. Sociaal kapitaal op zichzelf is een gerealiseerde informele norm die
is essentieel voor het bestaan van de samenwerking. De gevolgen die ontstaan uit zo'n
samenwerking, zoals een vriendschap of het lidmaatschap van een bepaalde kerk, zijn onderdeel van
Sociale steun
Mensen met veel sociale steun hebben minder last van de negatieve gevolgen van een slechte
lichamelijke gezondheid op het psychologisch welzijn (Cohen & Wills, 1985). Dit komt doordat
mensen die veel sociale steun ervaren vaak beter sociaal gentegreerd zijn in de omgeving, wat
ervoor zorgt dat mensen beter om kunnen gaan met stressvolle gebeurtenissen. Sociale steun kan
dus als een soort buffer gezien worden tegen de negatieve effecten van een slechte lichamelijke
De grootte van je sociaal kapitaal bepaalt mede de grootte van sociale steun die je ontvangt (Bae,
2015 & Albor et al 2014). Mensen met een groot sociaal kapitaal zijn vaak beter sociaal gentegreerd
in de omgeving waardoor ze meer personen in hun netwerk hebben die sociale steun kunnen geven.
Doordat mensen in een hoge SES buurt meer sociaal kapitaal bevatten, is de verwachting dat zij meer
sociale steun ervaren en dat daardoor het negatieve effect van gezondheidsklachten op
9
Hieruit volgt de tweede hypothese:
sterk voor mensen die wonen in een buurt met een hoge SES dan voor mensen die wonen in een
2.4 Controlevariabelen
Er zijn in dit onderzoek twee controlevariabelen meegenomen: geslacht en het samenwonen met
een partner. Van geslacht wordt verwacht dat het negatieve effect van gezondheidsklachten op
psychologisch welzijn sterker is voor vrouwen. Vrouwen maken meer gebruik van de zorg en hebben
vaker gezondheidsklachten, wat dan ook volgens de theorie zou moeten resulteren in een lager
psychologisch welzijn. Het verschil met mannen is dat vrouwen vaker chronische ziektes hebben en
gemiddeld lager scoren op HRQL (Health-related quality of life measure) (Bertakis et all., 2000). De
andere controlevariabele partner is meegenomen omdat de verwachting is dat het effect van
gezondheidsklachten op psychologisch welzijn wel eens zou kunnen verschillen voor mensen die wel
of geen partner hebben. Het effect zal naar verwachting minder sterk zijn voor mensen met een
partner. Het hebben van een partner geeft meer sociale steun, wat een dempend effect heeft op het
negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn (Cohen & Wills, 1985).
10
3. Methoden
3.1. Algemeen
Data/procedure
Data in dit onderzoek zijn afkomstig van de Gemeenschappelijke Gezondheid Dienst Groningen
(GGD). Deze dienst voert eens per vier jaar een onderzoek uit naar de gezondheidstoestand van de
bevolking van de provincie Groningen. Dit onderzoek vindt plaats in het jaar 2015. De meeste data
zijn echter afkomstig uit gezondheidsenqutes gehouden in april 2010. Aan de enqute heeft 2% van
de bevolking in Groningen meegewerkt; allemaal ouder dan 19 jaar. De steekproef is met 3.739
respondenten groot genoeg voor een populatie van 581.000 mensen. De respondenten zijn aselect
gekozen op basis van NAW gegevens door een computer. Alle vragenlijsten zijn middels de post
Dit onderzoek is gericht op de inwoners van de provincie Groningen. In totaal hebben 9.130
volwassenen in de provincie Groningen een vragenlijst ontvangen, en daarvan hebben 4.472 deze
teruggestuurd. Dit is een respons van 50%. Van 112 personen zijn de gegevens om diverse redenen
verwijderd. Van de 4.546 personen die de vragenlijst niet hebben ingevuld heeft 21% de non-respons
gemotiveerd. De voornaamste redenen hiervoor waren: geen zin en een te lange vragenlijst. Er
werkten 1.984 mannen en 2.488 vrouwen mee aan het onderzoek en de gemiddelde leeftijd is 54
jaar. Er wordt enkel gewerkt met data uit de provincie Groningen. Om te kijken of de steekproef ook
representatief is voor de Nederlandse bevolking is er een kleine vergelijk gemaakt van een aantal
variabelen uit de steekproef met gegevens over de Nederlandse bevolking. Hiervoor is er gebruik
gemaakt van openbare gegevens van het CBS. De gemiddelde leeftijd van 54 jaar komt ongeveer
overeen met de gemiddelde leeftijd van Nederland. Er rookt 22,7% in de steekproef tegenover 25%
in Nederland. In de steekproef doet 44% HBO of hoger, waar het gemiddelde in Nederland op zo'n
11
34% ligt. Dit is dus een flink verschil. De gemiddelde status score in Nederland is 0,19, en die in deze
steekproef -0,92. De verschillen lijken te groot en daarom is deze steekproef niet representatief voor
heel Nederland.
Vragenlijst
Het doel van de GGD is om met behulp van deze vragenlijst inzicht te krijgen in de publieke staat van
de gezondheid van de inwoners van de provincie Groningen. De data zijn verzameld door de GGD
Volksgezondheid (GGD, RIVM, TNO). De vragen zijn grotendeels gelijk aan de vragen uit eerdere
sterfte, lichamelijke en mentale gezondheid, zorg, leefwijze en omgeving. Bij de vragenlijst is een
brief geleverd met een beschrijving van het doel en de werkwijze van het onderzoek.
3.2 Operationalisaties
Gezondheidsklachten:
De eerste variabele is de variabele gezondheidsklachten. Zoals de naam het al zegt meet deze
variabele hoeveel last de persoon van zijn of haar gezondheid heeft. Er wordt specifiek gevraagd naar
bepaalde aandoeningen en ziekten, en of de persoon daar last van heeft gehad de afgelopen twaalf
maanden. Omdat het niet van belang is of het wel of niet door een dokter is vastgesteld coderen we
de variabele naar 0=Nee 1=Ja. Een lage score wil dus zeggen dat de persoon weinig last heeft van
gezondheidsklachten.
(zoals hartfalen of angina pectoris) -Een vorm van kanker (kwaadaardige aandoening) -Migraine
12
of regelmatig ernstige hoofdpijn -Hoge bloeddruk -Vernauwing van de bloedvaten in de buik of
1) Nee 2) Ja, niet door arts vastgesteld 3) Ja, door arts vastgesteld
Psychologisch welzijn:
Deze variabele meet het psychologisch welzijn van iemand. De variabele zal worden geconstrueerd
uit tien vragen van hetzelfde type. Het is niet nodig om deze variabele nog van richting te
veranderen. De vragen hebben betrekking op de vraag hoe de persoon zich de afgelopen vier weken
heeft gevoeld. De variabelen zijn bij elkaar opgeteld en daarna is de gemiddelde score ervan
genomen. Een lage score wil zeggen dat de persoon slecht scoort op psychologisch welzijn, een hoge
De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken. Kruis op iedere regel het
antwoord aan dat het beste omschrijft hoe vaak u dit gevoeld hebt:
-Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? -Hoe vaak voelde u zich
zenuwachtig? -Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? -Hoe vaak voelde u
zich hopeloos? -Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? -Hoe vaak voelde u zich zo
rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? -Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? -Hoe vaak
13
had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? -Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om
De antwoordcategorien zijn:
Hiervoor is gekeken worden naar de postcode, en de (sociale) status van de betreffende woonwijken.
Er is een losse variabele toegevoegd waarin de statusscores van de woonwijken staan aan de hand
van de postcode. Deze variabele is los toegevoegd aan de dataset en heeft de naam: PC Statusscore.
De statusscores bestaan uit vier gegevens, het gemiddelde inkomen in een wijk, het percentage laag
opgeleiden, het percentage mensen met een laag inkomen en het percentage mensen dat werkloos
is. Deze worden via factoranalyse samengevat in een variabele: de sociale status score. De scores
hiervan liggen tussen de -4,2 en 2,08. Hoe hoger de score, hoe hoger de sociale status van de
3.3 Controlevariabelen
Geslacht
Deze variabele beschrijft het geslacht van de persoon. Er treed een hercodering op zodat 0 = vrouw
Partner
Deze variabele kijkt of de persoon een partner heeft. Volgens de theorie zal het hebben van een
partner het negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn dempen. Het maakt
niks uit of iemand gescheiden is of weduwe, daarom zal er een hercodering plaatsvinden. De
14
oorspronkelijke antwoordmogelijkheden zijn: Burgerlijke staat: 1=gehuwd, 2=samenwonend,
Missing
Bij een variabele bestaande uit de som van andere variabelen is het vervelend als er waarden missen.
Dit kan namelijk een vertekend beeld geven van de daadwerkelijke score. Om diereden zijn bij de
schaalvariabelen de missing waarden gedelete. Bij de resterende variabelen is het aantal missing
blijven staan omdat het aantal missing te laag is om de resultaten te vertekenen. Door de zeer grote
dataset levert dit verder geen problemen voor de generaliseerbaarheid van de resultaten op.
Analyse opzet:
De analyse zal plaats vinden aan de hand van drie types analyse. Als eerste zal er naar de univariate
resultaten gekeken worden waar de belangrijkste waarden van de gebruikte variabelen vermeld
staan. Daarna zal er een bivariate analyse plaats vinden, waarbij de onderlinge samenhang tussen de
variabelen gegeven wordt. En als laatste zal er gebruik worden gemaakt van een multivariate
analyse, waarbij gebruik wordt gemaakt van een multipele regressie. De variabele status van de
woonomgeving neemt hier een moderende rol in omdat het verschil tussen twee types buurten zal
worden onderzocht.
15
4. Resultaten
a )Partner en Geslacht zijn dichotome variabelen. b ) Psychologisch welzijn en gezondheidsklachten zijn schaalvariabelen. c) SES buurt is
Tabel 1 geeft een overzicht van de beschrijvende statistieken van alle variabelen in het model. De
variabele partner laat zien dat 71% van de respondenten een partner had tegenover 29% zonder
partner. Aan de variabele geslacht is te zien dat 46% van de respondenten man is en 54% vrouw. De
gemiddelde score op psychologisch welzijn is 4,44 op een schaal van 5, een hoge score die laat zien
gezondheidsklachten is 0,092. Dit is een lage score, en de respondenten hebben gemiddeld gezien
16
4.2 Bivariate resultaten
1. Mentaal -
2. Gezondheidsklachten - ,256** -
(r=-0,256; p<0,01). Dit lijkt op ondersteuning van de hypothese dat gezondheidsklachten een
negatief effect hebben op psychologisch welzijn. Geslacht heeft een positieve correlatie, wat
gezondheidsklachten als psychologisch welzijn een significante correlatie met SES Buurt (r=-
0,051; p<0,01 &r=0,084; p<0,01). Dit zou kunnen duiden op steun voor de tweede hypothese
dat het negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn sterker is voor
mensen uit een buurt met een lage SES. Het hebben van een partner is ook positief
gecorreleerd met psychologisch welzijn (r=0,15; p<0,01), en ook met de SES van de buurt
(r=0,136; p<0,01). Dit is in lijn met wat je zou verwachten: mensen die samen zijn kunnen
elkaar meer ondersteunen, en daarnaast zijn koppels vanwege dubbele inkomsten meer in
staat om huizen in goede buurten te kopen dan mensen die alleen wonen. De onafhankelijke
variabelen hebben niet veel overlap, wat wil zeggen dat de aanwezigheid van
17
4.3 Multivariate resultaten
Tabel 3: Resultaten van een stapsgewijze regressieanalyse met psychologisch welzijn als afhankelijke variabele. In model 2 is de moderator
variabele SES Buurt meegenomen, in model 3 de controlevariabelen, en in model 4 het interactie effect van gezondheidsklachten en SES
Buurt.
Model 1 Model 2 Model 3 Model 4
b T b T b T b T
Intercept 4,450 480,924* 4,451 482,368* 4,403 219,573* 4,403 219,598*
De eerste hypothese zegt dat gezondheidsklachten negatief van invloed zijn op het psychologisch
welzijn van iemand. De resultaten van de analyse ondersteunen deze hypothese. In het eerste model
is te zien dat de helling van gezondheidsklachten negatief en significant is (b=-1,658; p<0,01). Dit
cijfer geeft aan dat een stijging van 1 punt op gezondheidsklachten gemiddeld zal leiden tot een
daling van 1,658 punt op psychologisch welzijn. Dit geeft aan dat mensen maximaal 1,658 op een 5
punt schaal zullen dalen op psychologisch welzijn als gevolg van gezondheidsklachten, aangezien een
18
In het tweede model zijn de controlevariabelen geslacht en partner toegevoegd. De helling van
gezondheidsklachten blijft bijna hetzelfde en blijft negatief en significant, wat wederom duidt op
steun voor de eerste hypothese. Daarnaast hebben geslacht en partner beide een positief effect en
dit is in beide gevallen significant (bgeslacht= 0,140; p<0,01 &bpartner = 0,181; p<0,01). Dit loopt ook
in lijn met de verwachting. Voor geslacht betekent het dat mannen gemiddeld 0,140 punt hoger
scoren op psychologisch welzijn dan vrouwen. Voor het hebben van een partner betekent dit dat
mensen met een partner gemiddeld 0,181 hoger scoren op psychologisch welzijn. Er is een redelijk
grote stijging in verklaarde variantie: de adjustedr gaat van 0,068 naar 0,104. Deze stijging is
In het derde model is de moderator variabele SES buurt toegevoegd. De helling van SES buurt is
0,024, en deze is significant bij p<0,01. Dit impliceert dat mensen in een goede buurt een hoger
psychologisch welzijn hebben. Daarnaast blijft het effect van gezondheidsklachten op psychologisch
welzijn significant bij het toevoegen van de moderator variabele SES Buurt, wat wederom op steun
duidt voor de eerste hypothese. De verklaarde variantie van dit model is licht gestegen van 0,104
moderator hypothese stelt dat het effect van lichamelijke klachten op psychisch welzijn verschilt
voor mensen uit verschillende buurten. Mensen uit een hoge SES buurt zouden minder last hebben
van het negatieve effect van een slechte lichamelijke gezondheid op psychisch welzijn. Wanneer het
interactie effect wordt toegevoegd blijft het effect van SES buurt op psychologisch welzijn staan
(bSESbuurt=0,024; p<0,01). Het interactie effect zelf blijkt echter niet significant van invloed te zijn op
tweede hypothese die stelt dat het negatieve effect van gezondheidsklachten op het psychisch
welzijn verschilt voor mensen uit een lage SES buurt ten opzichte van een hoge SES buurt. Het
toevoegen van de interactie term heeft ook geen invloed op de totale verklaarde variantie, die blijft
dus 0,107.
19
5 Conclusies en discussie
In dit onderzoek is onderzocht wat het effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn is,
en of dit verschilt voor buurten met een hoge en lage SES. De probleemstelling is verdeeld in twee
hypotheses. De eerste stelt dat gezondheidsklachten een negatieve invloed hebben op psychologisch
welzijn. Er is ondersteuning gevonden voor deze hypothese. De eerste verklaring hiervoor is dat
mensen met gezondheidsklachten belemmerd worden bij het doen van de dagelijkse activiteiten. Als
men niet meer mee kan doen aan allerlei dagelijkse sociale activiteiten, zoals werken, naar school
gaan, boodschappen doen of een praatje maken met de buren dan loopt men niet alleen de
activiteiten mis, maar ook de positieve effecten die dit met zich meebrengt. Dit gemis resulteert in
een lager psychologisch welzijn (Lordan & Pakrashi, 2014). Daarnaast zijn mensen met
gezondheidsklachten vaker afhankelijk van anderen, en dus minder zelfstandig. Het afhankelijk zijn
van hulp is een eigenschap die een negatief effect heeft op het psychologisch welzijn van iemand
(J.W.K. Bams, M.J.G. Hijnekamp, M.G.A. Ligtvoet-Janssen, T. Nienhuis, 2014). Als laatste kan nog
genoemd worden dat gezondheidsklachten fysieke pijn kunnen geven, wat op den duur erg irritant
kan zijn. Daarnaast belemmert fysieke pijn ook het kunnen uitvoeren van de dagelijkse activiteiten.
De gevonden helling van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn is -1,658. Dit impliceert dat
bij een stijging van 1 op gezondheidsklachten het psychologisch welzijn daalt met 1,658. Een 1 op
het hebben van geen klachten. Door het hebben van gezondheidsklachten kan het psychologisch
welzijn dus dalen met een score tot maximaal 1,658 op een schaal van vijf, indien we van de
Waar rekening mee moet worden gehouden is dat deze resultaten niet garanderen dat er sprake is
van causaliteit. Zo kan het zijn dat er nog meer variabelen zijn die een rol spelen bij
20
onderzoek, maar het is erg aannemelijk dat deze ook nog een rol speelt bij zowel
Er is wel een aantal beperkingen in dit onderzoek. Zo kan men twijfelen over de validiteit van het
concept psychologisch welzijn. In dit onderzoek is dat gemeten aan de hand van tien stellingen, waar
de respondent kon aangeven hoe hij zich de afgelopen maanden voelde. Dit lijkt niet een heel
objectief meet instrument. De respondent wordt gevraagd een oordeel te geven over hoe hij zich de
afgelopen maanden voelde, maar bij een vraag als deze is het erg aannemelijk dat het huidige gevoel
het veronderstelde gevoel van de eerdere maanden benvloedt. Dat kan ertoe leiden dat het
ingevulde psychologisch welzijn anders is dan het daadwerkelijke psychologisch welzijn. Hier moet
echter wel bij vermeld worden dat het altijd lastig is om psychologisch welzijn goed te meten.
Respondenten konden ook aangeven bij het hebben van een ziekte: Ja, niet door arts vastgesteld.
Ook is er niet aan de assumpties voldaan. Aan twee van de vier assumpties kon niet worden voldaan,
wat impliceert dan een lineair regressie model wellicht niet de beste manier was om dit onderzoek
uit te voeren. Gezien de vraagstelling was het echter te verwachten dat de data niet gelijkmatig
verspreid zou zijn maar geclusterd. Er zijn nou eenmaal veel meer mensen zonder
gezondheidsklachten dan met. De resultaten kunnen daarom wel als representatief gezien worden
voor de inwoners van de provincie Groningen. Voor vervolg onderzoek is het interessant om te kijken
of het gemeten effect niet benvloedt is door een andere variabele zoals voeding. Ook zou vervolg
onderzoek met een betere operationalisatie van psychologisch welzijn wenselijk zijn omdat in dit
onderzoek een operationalisatie is gebruikt waarbij aan de validiteit getwijfeld kan worden.
Verder is er geconstateerd dat mannen gemiddeld hoger scoren op psychologisch welzijn. Dit is in
verwachting met de theorie waarin gesteld wordt dat vrouwen meer gebruik maken van
gezondheidszorg en dus meer te maken hebben met gezondheidsklachten (Bertakis et all., 2000).
Ook het hebben van een partner heeft een positief effect op psychologisch welzijn. Deze resultaten
21
ondersteunen de algemene evolutionaire psychologie en biologie theorien dat het hebben van een
langdurige relatie meer zekerheid biedt voor het behalen van bepaalde doelen in het leven, zoals het
welzijn sterker aanwezig is voor mensen die wonen in een buurt met een lage sociaal economische
status dan een hoge sociaal economische status. De theorie stelde dat mensen in een hoge SES buurt
meer steun ontvangen omdat mensen in hoge SES buurten gemiddeld meer sociaal kapitaal bezitten
(Abbott, 2009). En mensen met een hoog sociaal kapitaal ontvangen meer steun dan mensen met
een laag sociaal kapitaal (Bae, 2015 &Albor et al 2014). Deze steun zou een dempend effect hebben
Wellicht zou het zo kunnen zijn dat niet de SES van de buurt maar de sociale cohesie in de buurt veel
meer van belang is. Zo zou een lage SES buurt met veel sociale cohesie toch nog voor een dempend
effect kunnen zorgen. Ook zou het zo kunnen zijn dat mensen met een hoog sociaal kapitaal niet
altijd daadwerkelijk meer steun ervaren, ook al zit het wel ingebed in de omgeving.
Een punt hierbij is dat de status van de buurt niet iets zegt over individuen in deze buurt. Het zou dus
nog steeds zo kunnen zijn dat de sociaal economische status van een individu wel invloed heeft op
Voor vervolg onderzoek zou het dan ook interessant zijn om te kijken of dit effect verschilt voor
individuen met een hoge en lage sociaal economische status. Ook zou het misschien beter zijn om de
sociaal economische status van de buurt links te laten liggen en meer te richten op een ander aspect
van de buurt. Hierbij zou je kunnen denken aan sociale cohesie of het aantal vrienden/connecties in
de omgeving. Hetzelfde idee van een dempend effect binnen een buurt zou dan nog steeds kunnen
bestaan, echter is SES van de buurt wellicht niet de juiste variabele om het bestaan van dit
22
dempende effect aan te tonen. Ook zou het interessant te zijn om dit verder te trekken dan enkel de
provincie Groningen.
Wat er in dit onderzoek is geconcludeerd is dat gezondheidsklachten negatief van invloed zijn op het
psychologisch welzijn. Hierdoor loopt het in dezelfde lijn als eerdere onderzoeken op dit gebied. Het
zal ook niet zo zijn dat iedereen op dezelfde manier klachten ervaart en ook zal de n wat meer
steun nodig hebben dan de ander. De aanbeveling die hieruit volgt is: probeer zieke mensen uit je
omgeving meer te betrekken bij sociale activiteiten. Dit is geen aanbeveling voor geschreven beleid,
maar voor ongeschreven beleid. Je kan er geen beleid in de zin van een wet of regel van maken,
23
Literatuurlijst
Albor, C., Uphoff, E., Stafford, M., Ballas, D., Wilkinson, R., & Pickett, K. (2014) The effects of
Bae, J. (2015) The impact of social capital on men's mental health from the perspective of social
doi:10.1111/ijjs.1203
Bams, J.W.K., Hijnekamp, M.J.G., Ligtvoet-Janssen, M.G.A. & Nienhuis, T. (2014). Zo lang mogelijk
http://www.tympaan.nl/sites/default/files/0607%20zo%20lang%20mogelijk%20zelfstandig%
20wonen%20k19.pdf
Bertakis, K. D., Azari, R., Helms, L. J., Callahan, E. J., & Robbins, J. A. (2000). Gender differences in the
Cohen, S., & Wills, T. A. (1985). Stress, social support, and the buffering hypothesis. Psychological
Fukuyama, F. (2000). Social Capital, civil society and development. Third World Quarterly, 22(1), 7-20.
doi:10.1080/01436590020022547
Kohler, H., Behrman, J. R., & Skytthe, A. (2005). Partner + Children = Happiness? The Effects of
Partnerships and Fertility on Well-Being. Population & Development Review, 31(3), 407-445.
Lordan, G., & Pakrashi, D. (2014). Make time for physical activity or you may spend more time sick!
24
Steverink, B. J. M. (1996). Zo lang moglijk zelfstandig. Naar een verklaring van verschillen in orintatie
ten aanzien van opname in een verzorgingstehuis onder fysiek kwetsbare ouderen.
25
Bijlage 1: Overzicht variabelen
Geslacht: Te zien is dat er meer vrouwen hebben meegedaan dan mannen. Dit heeft weinig effect
Burgerlijke staat: Het grootste aantal respondenten is gehuwd en woont samen. Er zal een
hercodering plaatsvinden zodat onderscheid wordt gemaakt tussen het wel en niet samen wonen
met een partner. Het maakt voor de theorie namelijk niet uit of de persoon een weduwe of
gescheiden is. Het gaat erom dat de persoon een partner heeft en dat zij samenwonen.
26
Frequentieverdeling geslacht
EXECUTE
Gehuwd / geregistreerd
2564 55,5 57,5 57,5
partnerschap
Gescheiden, gescheiden
222 4,8 5,0 93,1
levend
27
Partner
Psychologisch welzijn
Beschrijvende statistieken van de vragen waaruit mentale gezondheid is geconstrueerd.
Het is nergens het geval dat er te weinig respondenten zijn, het aantal missing verschilt wel
per vraag. Alle vragen hebben hetzelfde karakter. Een hoge score duidt op een mentaal
gezond persoon, een lage score op een slechtere mentale gezondheid. De vragen zijn
/HISTOGRAM NORMAL
/ORDER=ANALYSIS.
28
Statistics
/HISTOGRAM NORMAL
/ORDER=ANALYSIS.
29
PsyWel
1,00 1 ,0 ,0 ,0
1,30 1 ,0 ,0 ,0
1,40 1 ,0 ,0 ,1
1,50 1 ,0 ,0 ,1
1,60 1 ,0 ,0 ,1
1,70 4 ,1 ,1 ,2
1,80 2 ,0 ,0 ,3
1,90 5 ,1 ,1 ,4
2,00 4 ,1 ,1 ,5
2,10 5 ,1 ,1 ,6
2,20 7 ,2 ,2 ,7
2,30 4 ,1 ,1 ,8
2,40 13 ,3 ,3 1,1
2,50 8 ,2 ,2 1,3
2,60 15 ,3 ,3 1,7
2,70 14 ,3 ,3 2,0
2,80 23 ,5 ,5 2,5
2,90 35 ,8 ,8 3,4
3,00 36 ,8 ,8 4,2
Valid
3,10 29 ,6 ,7 4,9
30
5,00 629 13,6 14,7 100,0
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder
duidelijke reden?
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig?
Altijd 26 ,6 ,6 ,6
31
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet
tot rust kon komen?
Altijd 9 ,2 ,2 ,2
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich hopeloos?
Altijd 18 ,4 ,4 ,4
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich rusteloos of
ongedurig?
Altijd 31 ,7 ,7 ,7
Meestal 118 2,6 2,7 3,4
32
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u
niet meer stil kon zitten?
Altijd 15 ,3 ,3 ,3
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich somber of
depressief?
Altijd 21 ,5 ,5 ,5
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel
moeite kostte?
33
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets
hielp om u op te vrolijken?
Altijd 16 ,3 ,4 ,4
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig,
minderwaardig of waardeloos?
Altijd 34 ,7 ,8 ,8
34
Statistics
Nieuwe variabele waarbij de voorwaarde is gesteld dat tenminste 9/10 vragen zijn ingevuld.
Daarna zijn de missing nog verwijderd met behulp van de volgende syntax:
filter off.
useall.
select if(not missing(PsyWel)).
execute
35
Bij het construeren van bovenstaande nieuwe variabele is het gemiddelde van de losse items
genomen. De verdeling is net als bij de losse items linksscheef. De Cronbach'salpha is 0,896.
RELIABILITY
/VARIABLES=GGADB201 GGADB202 GGADB203 GGADB204 GGADB205 GGADB206
GGADB207 GGADB208 GGADB209
GGADB210
/SCALE('ALL VARIABLES') ALL
/MODEL=ALPHA.
ReliabilityStatistics
Cronbach'sAlpha N of Items
,896 10
36
Status van de woonomgeving
Van deze score is geen frequentietabel uitgedraaid omdat deze erg onoverzichtelijk is, het bevat
namelijk erg veel waarden. In plaats daarvan is een histogram veel overzichtelijker. Zoals te zien is
woont het grootste deel van de mensen in een goede buurt. De verdeling is een beetje linksscheef.
FREQUENCIES VARIABLES=SESSCORE10
/NTILES=4
/STATISTICS=STDDEV MINIMUM MAXIMUM MEAN SKEWNESS SESKEW
/ORDER=ANALYSIS.
Statistics
PC Statusscore
Valid 3739
N
Missing 109
Mean -,9226796
Std. Deviation 1,30870174
Skewness -,358
Std. Error of Skewness ,040
Minimum -4,23223
Maximum 2,07282
25 -1,7802200
Percentiles 50 -,7120700
75 -,0613500
37
Syntax voor centreren:
EXECUTE.
Gezondheidsklachten:
Beschrijvende & frequenties gezondheidsklachten. Er zijn overal genoeg data, en de scores liggen
allemaal dicht bij de 1. Een lage score duidt op een goede lichamelijke gezondheid. De verdeling is
overal rechtsscheef. Astma en hoofdpijn komen het meeste voor. De variabelen zijn samengevoegd
38
FREQUENCIES VARIABLES=LGCAB201 LGCAB202 LGCAB203 LGCAB204 LGCAB205 LGCAB206
LGCAB207 LGCAB208
LGCAB209 LGCAB210 LGCAB211 LGCAB212 LGCAB213 LGCAB214 LGCAB215 LGCAB216
LGCAB217 LGCAB218
/STATISTICS=STDDEV MINIMUM MAXIMUM MEAN SKEWNESS SESKEW
/HISTOGRAM NORMAL
/ORDER=ANALYSIS.
Statistics
Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij Wilt u bij de
volgende volgende ziekten volgende ziekten en volgende de volgende ziekten
ziekten en en aandoe... - aandoe... - Ernstige ziekten en volgende en aandoe... -
aandoe... - Astma, chronische of hardnekkige aandoe... - ziekten en Onvrijwillig
Vernauwing bronchitis, darmstoornissen Psoriasis aandoe... - urineverlies
van de longemfyseem of langer dan 3 Chronisch (incontinentie)
bloedvaten in CARA/COPD maanden eczeem
de buik of
benen (geen
spataderen)
39
Statistics
Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij Wilt u bij
volgende volgende ziekten de volgende ziekten volgende de de
ziekten en en aandoe... - volgende en aandoe... - ziekten en volgende volgende
aandoe... - Beroerte, ziekten en Een andere aandoe... - Een ziekten en ziekten en
Diabetes hersenbloeding, aandoe... - ernstige vorm van aandoe... - aandoe... -
mellitus/ herseninfarct of Hartinfarct hartaandoening kanker Migraine of Hoge
suikerziekte TIA (zoals hartfalen (kwaadaardige regelmatig bloeddruk
of angina aandoening) ernstige
pectoris) hoofdpijn
Statistics
Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij
volgende ziekten volgende volgende ziekten volgende volgende de
en aandoe... - ziekten en en aandoe... - ziekten en ziekten en volgende
Ernstige of aandoe... - Chronische aandoe... - aandoe... - ziekten en
hardnekkige Gewrichtsslijta gewrichtsontstekin Andere Andere aandoe... -
aandoening van de ge (artrose, g ernstige of ernstige of Andere
rug (incl. Hernia) slijtagereuma) (ontstekingsreuma, hardnekkige hardnekkige langdurige
van heupen of chronische reuma, aandoening aandoening ziekte of
knien reumatode van de nek of van elleboog, aandoenin
artritis) schouder pols of hand g, namelijk
40
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Diabetes mellitus/ suikerziekte
41
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina
pectoris)
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Een vorm van kanker (kwaadaardige aandoening)
42
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Hoge bloeddruk
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Vernauwing van de bloedvaten in de buik of benen (geen
spataderen)
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD
43
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Ernstige of hardnekkige darmstoornissen langer dan 3 maanden
44
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Onvrijwillig urineverlies (incontinentie)
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (incl. Hernia)
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Gewrichtsslijtage (artrose, slijtagereuma) van heupen of knien
45
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Chronische gewrichtsontsteking (ontstekingsreuma, chronische
reuma, reumatode artritis)
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Andere ernstige of hardnekkige aandoening van de nek of
schouder
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Andere ernstige of hardnekkige aandoening van elleboog, pols
of hand
46
Syntax:
Hercoderen:
var2 var3 var4 var5 var6 var7 var8 var9 var10 var11 var12 var13 var14 var15 var16 var17 var18.
EXECUTE.
Daarna compute
COMPUTE Gezondheidsklachten=(Var1 + var2 + var3 + var4 + var5 + var6 + var7 + var8 + var9 + var10
+ var11 +
EXECUTE.
Verwijderen missing:
Bij deze variabele waren er veel minder missing dan bij de andere variabelen. De missing zijn
gedelete met onderstaande variabele. Er blijven ruim genoeg respondenten over, en op deze manier
kunnen de missing niet voor een vertekend beeld zorgen.
filter off.
useall.
select if(not missing(Gezondheidsklachten)).
execute
FREQUENCIES VARIABLES=Gezondheidsklachten
/HISTOGRAM NORMAL
/ORDER=ANALYSIS.
47
Gezondheidsklachten
1,37 26 ,6 ,9 99,0
Valid
1,42 9 ,2 ,3 99,3
1,47 7 ,2 ,3 99,6
1,53 3 ,1 ,1 99,7
1,58 2 ,0 ,1 99,8
1,68 2 ,0 ,1 99,9
1,74 1 ,0 ,0 99,9
2,00 3 ,1 ,1 100,0
Statistics
Gezondheidsklachten
Valid 2763
N
Missing 1855
Mean 1,0716
Skewness 2,685
Std. Error of Skewness ,047
48
Aan de nieuwe variabele is te zien dat de meeste mensen weinig gezondheidsklachten hebben. Ook
Centreren:
EXECUTE.
49
Bijlage 2: Analyse
Syntax/Analyse:
Bivariate analyse:
Correlations
Pearson
1 -,017 -,045** -,028 -,135** -,054**
Correlation
Wat is uw geslacht?
Sig. (2-tailed) ,315 ,006 ,085 ,000 ,001
50
Multivariate analyse:
REGRESSION
/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING LISTWISE /STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA
EXECUTE.
Model Summarye
51
Coefficientsa
1
-
LichamelijkCent -1,658 ,101 -,262 -16,370 ,000 -,262 -,262 1,000 1,000
,262
-
LichamelijkCent -1,631 ,099 -,257 -16,403 ,000 -,262 -,262 ,998 1,002
,257
2
Partner ,181 ,020 ,142 9,034 ,000 ,146 ,148 ,142 ,997 1,003
GeslachtTurned ,140 ,018 ,120 7,664 ,000 ,140 ,126 ,120 ,995 1,005
-
LichamelijkCent -1,614 ,099 -,255 -16,232 ,000 -,262 -,260 ,995 1,005
,254
3 Partner ,172 ,020 ,134 8,502 ,000 ,146 ,139 ,133 ,979 1,021
GeslachtTurned ,139 ,018 ,119 7,610 ,000 ,140 ,125 ,119 ,995 1,005
SESCent ,024 ,007 ,055 3,459 ,001 ,089 ,057 ,054 ,979 1,022
-
LichamelijkCent -1,598 ,100 -,252 -15,978 ,000 -,262 -,256 ,983 1,017
,250
Partner ,173 ,020 ,135 8,532 ,000 ,146 ,140 ,133 ,979 1,022
4
GeslachtTurned ,139 ,018 ,120 7,637 ,000 ,140 ,126 ,119 ,994 1,006
SESCent ,024 ,007 ,055 3,498 ,000 ,089 ,058 ,055 ,978 1,022
KlachtXSES ,106 ,074 ,022 1,428 ,154 ,043 ,024 ,022 ,986 1,014
a. DependentVariable: PSWEL
52
Model:
+b5gezondheidsklachtenxSES +
0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +
Invullen regressielijn:
Er is gebruik gemaakt van de waarden -2,88 (n=74) en en 0,67 (n=64). Deze zijn gekozen omdat beide
scores erg veel voorkwamen. Daarnaast is de afstand tot de middelste waarde (-1) ongeveer even
+b5gezondheidsklachtenxSES +
0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +
Invullen:
1) Psychologisch welzijn =
0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +
4,196 - 1,903gezondheidsklachten
2) Psychologisch welzijn =
53
Psychologisch welzijn = 4,265 -1,598gezondheidsklachten + 0,173partner + 0,139geslacht +
0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +
4,281 - 1,527gezondheidsklachten
54
Bijlage 3: Assumpties
Homoscedastiteit
Er is sprake van homoscedastiteit als de variantie van de residuen gelijkmatig verspreid is rond de x-
voorspelde waarde gezet. Wanneer de afstand van de residuen toe- of afneemt dan kan er sprake
zijn van heteroscedasticiteit. Dit wil zeggen dat de residuen verspreid zijn in een patroon. Aan de
scatterplot valt te zien dat de spreiding niet overal gelijk is. Aan deze assumptie is niet voldaan.
Lineairiteit
Om aan deze assumptie te voldoen moet er een lineair verband zijn tussen de afhankelijke en de
geven aan hoever de punten af liggen van de regressielijn. De residuen moeten willekeurig verdeeld
zijn om de middellijn van 0. Kijkend naar de verschillende plots kan geconcludeerd worden dat er wel
aan deze assumptie is voldaan. De residuen zijn bijna overal mooi verdeeld over de plot, rondom de
lijn. Alleen bij de variabele gezondheidsklachten staan de residuen allemaal erg links. Dit is logisch
55
want een 0 wil zeggen dat de persoon gezond is, en het grootste deel van de mensen is nou eenmaal
gezond of bijna helemaal gezond. Dit was van te voren al duidelijk, en daarom is deze schending geen
56
57
Onafhankelijke waarnemingen:
Om aan deze assumptie te voldoen is het nodig dat de steekproef van respondenten willekeurig
moet zijn getrokken. Daarbij mag er geen samenhang zijn tussen de geobserveerde scores. Om te
kijken of er aan voldaan is zal worden gekeken hoe de selectie van respondenten heeft
plaatsgevonden. Volgens de bron van de dataset zijn de respondenten op basis van toeval
uitgezocht. Uitgaande van deze gegeven informatie kan worden geconcludeerd dat aan deze
assumptie is voldaan.
Normaliteit residuen
Om aan deze assumptie te voldoen moeten de residuen normaal verdeeld zijn. Dit wil zeggen dat ze
gemiddeld 0 moeten zijn en een variantie van s2. Er is een pp-plot gemaakt van de residuen om te
kijken of ze normaal verdeeld zijn. Uit beide grafieken is af te leiden dat de residuen niet geheel
normaal verdeeld zijn. De waarden in de pp-plot liggen grotendeels boven de lijn, en in het histogram
is te zien dat de normaliteitscurve linksscheef is. Er is niet voldaan aan deze assumptie.
58
59
Multicollineariteit
Wanneer er sprake is van samenhang tussen de onafhankelijke variabelen spreekt men van
multicollineariteit. Als dit zo is dan is het lastig te bepalen of het effect in de analyse van de
onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele wel of niet wordt benvloed door deze
samenhang. Het toevoegen van een volgende variabele zou dan ook weinig variantie toevoegen. Om
dit te controleren zal er gekeken worden naar de tolerance en ViF (Varianceinflation Factor)
waarden. Hier onder staat het hele model met de tolerance en ViF waarden. De tolerance is een
getal van 0-1, waarbij 0 staat voor multicollineariteit en 1 voor geen samenhang tussen
onafhankelijke variabelen. Er valt te zien dat bijna alle tolerance waarden dichtbij de 1 staan, wat
duidt op geen multicollineariteit. De ViF waarde is een waarde tussen 1-4, waarbij een getal hoger
dan 4 staat voor multicollineariteit. De ViF waarde is overal onder de 4, en er kan geconcludeerd
60
Coefficientsa
1 LichamelijkCe
-1,658 ,101 -,262 -16,370 ,000 -,262 -,262 -,262 1,000 1,000
nt
(Constant) 4,257 ,019 229,343 ,000
LichamelijkCe
-1,631 ,099 -,257 -16,403 ,000 -,262 -,262 -,257 ,998 1,002
nt
2
Samen ,181 ,020 ,142 9,034 ,000 ,146 ,148 ,142 ,997 1,003
GeslachtTurn
,140 ,018 ,120 7,664 ,000 ,140 ,126 ,120 ,995 1,005
ed
(Constant) 4,264 ,019 228,582 ,000
LichamelijkCe
-1,614 ,099 -,255 -16,232 ,000 -,262 -,260 -,254 ,995 1,005
nt
3 Samen ,172 ,020 ,134 8,502 ,000 ,146 ,139 ,133 ,979 1,021
GeslachtTurn
,139 ,018 ,119 7,610 ,000 ,140 ,125 ,119 ,995 1,005
ed
SESCent ,024 ,007 ,055 3,459 ,001 ,089 ,057 ,054 ,979 1,022
(Constant) 4,264 ,019 228,612 ,000
LichamelijkCe
-1,598 ,100 -,252 -15,978 ,000 -,262 -,256 -,250 ,983 1,017
nt
Samen ,173 ,020 ,135 8,532 ,000 ,146 ,140 ,133 ,979 1,022
4
GeslachtTurn
,139 ,018 ,120 7,637 ,000 ,140 ,126 ,119 ,994 1,006
ed
SESCent ,024 ,007 ,055 3,498 ,000 ,089 ,058 ,055 ,978 1,022
KlachtXSES ,106 ,074 ,022 1,428 ,154 ,043 ,024 ,022 ,986 1,014
a. DependentVariable: PSWEL
Syntax:
PPLOT
/VARIABLES=ZRE_5
/NOLOG
/NOSTANDARDIZE
61
/TYPE=P-P
/FRACTION=BLOM
/TIES=MEAN
/DIST=NORMAL.
REGRESSION
/MISSING LISTWISE
/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)
/NOORIGIN
/DEPENDENT PSWEL
/METHOD=ENTER LichamelijkCent
/METHOD=ENTER SESCent
/METHOD=ENTER KlachtXSES
/PARTIALPLOT ALL
/RESIDUALS NORMPROB(ZRESID)
GRAPH
/HISTOGRAM=ZRE_6.
GRAPH
/MISSING=LISTWISE.
62