Anda di halaman 1dari 62

Voorblad

Bachelor werkstuk Sociologie jaargang 14/15

Wat ondervinden
mensen met
gezondheidsklachten?
Een vergelijking van buurten

op basis van sociaal economische status.

Auteur
Arjan Kloosterman
S20666386
a.kloosterman.2@student.rug.nl
Begeleider: Edwin Spijkers
w.spijkers@rug.nl
Tweede begeleider: Rita Smaniotto
r.c.smaniotto@rug.nl
31 mei 2015

1
Abstract:

In dit onderzoek is gekeken naar het effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn.

Daarnaast is ook onderzocht of dit effect verschilt voor buurten met een verschillende sociaal

economische status. Het onderzoek is gericht op inwoners van de provincie Groningen en er is

gebruik gemaakt van een dataset van de GGD uit 2010. Er is een negatief effect gevonden van

gezondheidsklachten op psychologisch welzijn. Er is geen bewijs gevonden dat het effect van

gezondheidsklachten op psychologisch welzijn verschilt voor buurten met een hoge en een lage

sociaal economische status.

2
Inhoudsopgave

1 Inleiding........................................................................................................................................... 4

2 Theorie ............................................................................................................................................ 5
2.1 Gezondheidsklachten & psychologisch welzijn ....................................................................... 6
2.2 Relatie gezondheidsklachten & psychologisch welzijn ........................................................... 7
2.3. Sociaal economische status van de buurt ............................................................................... 8
2.4 Controlevariabelen ................................................................................................................ 10

3. Methoden..................................................................................................................................... 11
3.1. Algemeen............................................................................................................................... 11
3.2 Operationalisaties ................................................................................................................. 12
3.3 Controlevariabelen ................................................................................................................ 14

4. Resultaten .................................................................................................................................... 16
4.1 Univariate resultaten............................................................................................................. 16
4.2 Bivariate resultaten ............................................................................................................... 17
4.3 Multivariate resultaten.......................................................................................................... 18

5 Conclusies en discussie ................................................................................................................. 20

Literatuurlijst ........................................................................................................................................ 24

Bijlagen
Bijlage 1: Overzicht variabelen .............................................................................................................. 26
Bijlage 2: Analyse ................................................................................................................................... 50
Bijlage 3: Assumpties............................................................................................................................. 55

3
1 Inleiding

Mens sana in corporesano. Dit is een veel aangehaalde uitspraak van de Romeinse dichter Juvenalis.

De vertaling luidt: Een gezonde geest in een gezond lichaam. Hieruit volgt ook: een ongezonde geest

in een ongezond lichaam. De oude Romeinen, in ieder geval deze dichter, gingen er dus al van uit dat

er een verband is tussen lichaam en geest. De kerk heeft sinds de Romeinse tijd altijd een grote rol

gespeeld bij de geestelijke vorming van mensen. Hierdoor kon pas na de wetenschappelijke revolutie

in de openbaarheid en op een wetenschappelijke wijze onderzoek worden gedaan naar lichaam en

geest.

Gezondheid is voor ieder levend wezen van belang. Als we niet gezond zijn kunnen we niet goed

functioneren in de maatschappij. Als iemand niet goed functioneert in de maatschappij kan dit

hogere maatschappelijke kosten met zich mee brengen op verschillende gebieden. De ziektekosten

kunnen hoger worden, iemand die niet goed functioneert kan onverwachts gedrag vertonen wat een

bedreiging kan zijn voor de veiligheid en verder zijn er natuurlijk de kosten die mensen uit de

omgeving moeten maken om deze persoon weer 'gezond' te maken. Veel onderzoekers zijn het er

over eens dat een goede lichamelijke gezondheid de belangrijkste voorwaarde is voor een goed

psychisch welzijn. Mensen die niet gezond zijn kunnen vaak minder goed mee doen in de

maatschappij, wat als gevolg heeft dat ze allerlei sociale dagelijkse activiteiten missen. Dit kan er toe

leiden dat mensen op den duur ongelukkig worden door hun gezondheidsklachten (Lordan &

Pakrashi, 2014).

Wat dit onderzoek uniek maakt is dat wordt onderzocht hoe dit effect verschilt voor verschillende

buurten. Buurten spelen op allerlei gebieden een rol. Niet alleen als woonplaats, maar er doen zich

ook vele sociale activiteiten voor, contacten worden gevormd, kinderen spelen met elkaar, mensen

benvloeden elkaar en doen elkaar bewust en onbewust na. Door de sociaal economische status van

verschillende buurten te onderzoeken kan bekeken worden of de relatie tussen lichamelijke

gezondheid en mentale gezondheid ook verschilt voor de inwoners van deze buurten, en of deze

4
verschillen te verklaren zijn door de kenmerken van de buurt. Het is interessant om juist deze

groepen tegen over elkaar te zetten, omdat de sociale verschillen tussen deze twee typen buurten

vaak erg groot zijn. Resultaten uit dit onderzoek zouden dan ook nieuwe inzichten kunnen genereren

over de vraag waarom sommige mensen meer last hebben van hun gezondheidsklachten dan

anderen. Ook zou het kunnen leiden tot nieuwe inzichten over de rol die de overheid moet spelen

bij volksvesting. Iemand uit een slechte buurt, die de hele dag alleen thuis zit zonder mensen om zich

heen zal naar verwachting meer last ervaren van gezondheidsklachten dan iemand met dezelfde

klachten in een goede buurt met veel vrienden om zich heen. Het vergelijken zal gebeuren op basis

van sociaal economische status van de buurt omdat deze het beste het verschil in maatschappelijk

succesvolle en minder succesvolle buurten laat zien. Al met al zal geprobeerd worden antwoord te

geven op de volgende vraag: "Wat is de relatie tussen gezondheidsklachten enerzijds en psychisch

welzijn anderzijds, en welke rol speelt de sociale status van de woonomgeving hierin?". In de theorie

paragraaf wordt beschreven wat reeds bekend is over deze relatie, en zal er een verwachting worden

geschetst aan de hand van twee hypotheses. Zo komt onder andere het sociaal kapitaal van

Fukuyama (2006) voorbij, en wordt het belang van de dagelijkse sociale activiteiten benadrukt

(Lordan & Pakrashi, 2014). Eerst zal kort worden gekeken naar de beschrijvende statistieken.

Vervolgens zal de samenhang tussen de verschillende variabelen bekeken worden aan de hand van

correlaties. En als laatste zal een multipele regressie worden uitgevoerd om zo het hele model te

toetsen. Het onderzoek is gericht op inwoners van de provincie Groningen, die op basis van toeval

zijn geselecteerd en gevraagd zijn om mee te werken aan het onderzoek.

2 Theorie

5
2.1 Gezondheidsklachten & psychologisch welzijn

Het eerste verband dat zal worden onderzocht is die tussen gezondheidsklachten en psychologisch

welzijn. Eerst wordt in het kort op beide begrippen ingegaan, daarna wordt ingegaan op de relatie

tussen deze twee.

Gezondheidsklachten

Het concept gezondheidsklachten beschrijft het aantal gezondheidsklachten dat iemand heeft gehad.

Hoe meer gezondheidsklachten iemand heeft, hoe slechter de lichamelijke gezondheid is.

Gezondheidsklachten is tamelijk eenvoudig te meten: mensen weten van zichzelf of ze te maken

hebben gehad met klachten zoals een slechte bloeddruk, kanker en het hebben van n of twee

benen. Dit verschilt erg met psychologisch welzijn, wat een stuk lastiger is om te meten.

Psychologisch welzijn

Psychologisch welzijn heeft betrekking op de toestand van de geest. Als het in de wetenschap gaat

over de geest, dan gaat het over een concept dat wetenschappelijk gezien nog niet uitgepluisd is.

Psychologisch welzijn is dan ook nog wat een vaag begrip, dat bestaat uit vele aspecten. Er zijn heel

wat psychologen die deze aspecten reeds beschreven hebben. Een goede beschrijving van de

belangrijkste punten luidt: de bekwaamheid om te genieten van het leven, de bekwaamheid om

terug te komen na een tegenslag, flexibiliteit van verwachtingen en opvattingen, balans in dagelijkse

activiteiten en zelfverwerkelijking. Iemand die hoog scoort op deze zaken zal een mentaal gezond

persoon zijn (Taylor, 2005). De meeste aspecten gaan in de kern over de mate dat iemand tevreden

is met zijn of haar leven. De mate waarin iemand aangeeft tevreden te zijn met zijn of haar leven

wordt dan in dit onderzoek ook gehanteerd als definitie van psychologisch welzijn.

6
2.2 Relatie gezondheidsklachten & psychologisch welzijn

Dagelijkse activiteiten

Mensen met weinig gezondheidsklachten zijn beter in staat om mee te doen aan de dagelijkse

activiteiten dan mensen met gezondheidsklachten, wat een positief effect heeft op de mentale

gezondheid (Lordan & Pakrashi, 2014). Het is belangrijk dat men mee kan doen aan de dagelijkse

activiteiten, zoals in beweging zijn, werken en in contact komen met andere mensen. Deze dagelijkse

activiteiten zorgen voor verschillende positieve effecten zoals een gevoel van voldoening, jezelf

kunnen profileren en het idee krijgen dat je meetelt. Iemand die lichamelijk ongezond is, zal minder

de dagelijkse activiteiten kunnen uitvoeren, en daardoor ook minder van de positieve effecten

ontvangen die dit met zich mee brengt (Lordan & Pakrashi, 2014). Lichamelijke gezondheid is dan

ook n van de belangrijkste determinanten van psychologisch welzijn.

Zelfstandigheid

Als mensen niet mee kunnen doen aan de dagelijkse activiteiten in het leven, zijn ze meer

aangewezen op hulp. Het afhankelijk zijn van hulp, en niet zelfstandig zijn, is een eigenschap die een

negatief effect heeft op het psychologisch welzijn van iemand (J.W.K. Bams, M.J.G. Hijnekamp,

M.G.A. Ligtvoet-Janssen, T. Nienhuis, 2014). Als je bepaalde taken niet zelf kunt uitvoeren heeft dit

een negatief effect op je zelfbeeld, je zult vaker iemand om een gunst moeten vragen en dit kan een

schuldgevoel opwekken. Naarmate dit langer duurt kan dit leiden tot een verslechtering van het

psychologisch welzijn van iemand. Bij ouderen is gemeten dat zelfstandigheid een belangrijke

indicator voor psychologisch welzijn is (Steverink, 1996). Zolang en zoveel mogelijk zelfstandig blijven

heeft dus een positief effect op de mentale gezondheid van mensen. Bovendien zou het zo kunnen

zijn dat wanneer mensen hun eigen dagelijkse activiteiten uitvoeren, ze hun hersenen meer trainen

en daarmee ook de geest/mentale gezondheid beter onderhouden.

Pijn

7
Een ander argument voor het bestaan van de relatie tussen gezondheidsklachten en psychologisch

welzijn is het effect wat pijn als gevolg van gezondheidsklachten heeft op psychologisch welzijn. Pijn

is een subjectieve ervaring wat een gevolg is van input aan zenuwen. Deze input wordt gefilterd door

je eigen unieke samenstelling van genen, eerdere ervaring, huidige psychologische status en

socioculturele invloeden (Towsend et all, 2004). Dezelfde input geeft dus niet altijd dezelfde pijn; dit

is per persoon verschillend als gevolg van de hiervoor genoemde zaken. Uit deze punten blijkt al dat

pijn niet alleen iets lichamelijks is, maar ook iets psychisch is. De link met psychologisch welzijn is

reeds gemaakt; de input pijn wordt namelijk gefilterd en ervaren door je psyche/geest. De pijn op

zichzelf kan er voor zorgen dat jij je slecht voelt, simpelweg omdat je pijn hebt en dit last geeft.

Daarnaast kan pijn ervoor zorgen dat je gehinderd wordt in de dagelijkse activiteiten. Wat de

gevolgen hiervan zijn is reeds besproken in de vorige paragraaf.

Hypothese 1: Naarmate mensen meer gezondheidsklachten hebben scoren zij lager op

psychologisch welzijn.

2.3. Sociaal economische status van de buurt

Het volgende onderdeel van het onderzoek richt zich op de rol die de sociaal economische status van

de buurt heeft op het effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn. De sociaal

economische status van de buurt is weergegeven door een cijfer tussen de -4 en 2 wat aangeeft of

een buurt een hoge of lage sociaal economische status heeft. Dit cijfer is gebaseerd op twee

onderdelen: een klasse- en statuscomponent. Het statuscomponent heeft betrekking op verschillen

in kennis, houding en gedrag van de inwoners van de buurt. Het klassencomponent gaat over de

materile hulpbronnen die iemand in de betreffende buurt tot zijn beschikking heeft: inkomen,

woning en bezit. Via een factor-analyse worden de gegevens samengevat tot 1 score: de sociale

status van de buurt.

Sociaal kapitaal als voorwaarde voor sociale steun

8
Sociaal kapitaal

In buurten met een hoge SES hebben de bewoners gemiddeld een hoger sociaal kapitaal dan

bewoners van buurten met een lage SES (Abbott, 2009). Sociaal kapitaal is een belangrijke

voorwaarde voor sociale steun. Sociaal kapitaal op zichzelf is een gerealiseerde informele norm die

samenwerking tussen n of meerdere individuen bevordert (Fukuyama, 2006). Deze informele

norm zoals wederkerigheid, vertrouwen, participatie in lokale activiteiten of informatie uitwisseling,

is essentieel voor het bestaan van de samenwerking. De gevolgen die ontstaan uit zo'n

samenwerking, zoals een vriendschap of het lidmaatschap van een bepaalde kerk, zijn onderdeel van

je persoonlijke sociaal kapitaal.

Sociale steun

Mensen met veel sociale steun hebben minder last van de negatieve gevolgen van een slechte

lichamelijke gezondheid op het psychologisch welzijn (Cohen & Wills, 1985). Dit komt doordat

mensen die veel sociale steun ervaren vaak beter sociaal gentegreerd zijn in de omgeving, wat

ervoor zorgt dat mensen beter om kunnen gaan met stressvolle gebeurtenissen. Sociale steun kan

dus als een soort buffer gezien worden tegen de negatieve effecten van een slechte lichamelijke

gezondheid op psychologisch welzijn.

Sociale steun en sociaal kapitaal

De grootte van je sociaal kapitaal bepaalt mede de grootte van sociale steun die je ontvangt (Bae,

2015 & Albor et al 2014). Mensen met een groot sociaal kapitaal zijn vaak beter sociaal gentegreerd

in de omgeving waardoor ze meer personen in hun netwerk hebben die sociale steun kunnen geven.

Doordat mensen in een hoge SES buurt meer sociaal kapitaal bevatten, is de verwachting dat zij meer

sociale steun ervaren en dat daardoor het negatieve effect van gezondheidsklachten op

psychologisch welzijn minder sterk is.

9
Hieruit volgt de tweede hypothese:

Hypothese 2: Het negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn is minder

sterk voor mensen die wonen in een buurt met een hoge SES dan voor mensen die wonen in een

buurt met een lage SES.

2.4 Controlevariabelen

Er zijn in dit onderzoek twee controlevariabelen meegenomen: geslacht en het samenwonen met

een partner. Van geslacht wordt verwacht dat het negatieve effect van gezondheidsklachten op

psychologisch welzijn sterker is voor vrouwen. Vrouwen maken meer gebruik van de zorg en hebben

vaker gezondheidsklachten, wat dan ook volgens de theorie zou moeten resulteren in een lager

psychologisch welzijn. Het verschil met mannen is dat vrouwen vaker chronische ziektes hebben en

gemiddeld lager scoren op HRQL (Health-related quality of life measure) (Bertakis et all., 2000). De

andere controlevariabele partner is meegenomen omdat de verwachting is dat het effect van

gezondheidsklachten op psychologisch welzijn wel eens zou kunnen verschillen voor mensen die wel

of geen partner hebben. Het effect zal naar verwachting minder sterk zijn voor mensen met een

partner. Het hebben van een partner geeft meer sociale steun, wat een dempend effect heeft op het

negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn (Cohen & Wills, 1985).

10
3. Methoden

3.1. Algemeen

Data/procedure

Data in dit onderzoek zijn afkomstig van de Gemeenschappelijke Gezondheid Dienst Groningen

(GGD). Deze dienst voert eens per vier jaar een onderzoek uit naar de gezondheidstoestand van de

bevolking van de provincie Groningen. Dit onderzoek vindt plaats in het jaar 2015. De meeste data

zijn echter afkomstig uit gezondheidsenqutes gehouden in april 2010. Aan de enqute heeft 2% van

de bevolking in Groningen meegewerkt; allemaal ouder dan 19 jaar. De steekproef is met 3.739

respondenten groot genoeg voor een populatie van 581.000 mensen. De respondenten zijn aselect

gekozen op basis van NAW gegevens door een computer. Alle vragenlijsten zijn middels de post

gehouden. Respondenten moesten zelf de moeite nemen om de vragenlijst op de post te doen.

Doelgroep & Respons

Dit onderzoek is gericht op de inwoners van de provincie Groningen. In totaal hebben 9.130

volwassenen in de provincie Groningen een vragenlijst ontvangen, en daarvan hebben 4.472 deze

teruggestuurd. Dit is een respons van 50%. Van 112 personen zijn de gegevens om diverse redenen

verwijderd. Van de 4.546 personen die de vragenlijst niet hebben ingevuld heeft 21% de non-respons

gemotiveerd. De voornaamste redenen hiervoor waren: geen zin en een te lange vragenlijst. Er

werkten 1.984 mannen en 2.488 vrouwen mee aan het onderzoek en de gemiddelde leeftijd is 54

jaar. Er wordt enkel gewerkt met data uit de provincie Groningen. Om te kijken of de steekproef ook

representatief is voor de Nederlandse bevolking is er een kleine vergelijk gemaakt van een aantal

variabelen uit de steekproef met gegevens over de Nederlandse bevolking. Hiervoor is er gebruik

gemaakt van openbare gegevens van het CBS. De gemiddelde leeftijd van 54 jaar komt ongeveer

overeen met de gemiddelde leeftijd van Nederland. Er rookt 22,7% in de steekproef tegenover 25%

in Nederland. In de steekproef doet 44% HBO of hoger, waar het gemiddelde in Nederland op zo'n

11
34% ligt. Dit is dus een flink verschil. De gemiddelde status score in Nederland is 0,19, en die in deze

steekproef -0,92. De verschillen lijken te groot en daarom is deze steekproef niet representatief voor

heel Nederland.

Vragenlijst

Het doel van de GGD is om met behulp van deze vragenlijst inzicht te krijgen in de publieke staat van

de gezondheid van de inwoners van de provincie Groningen. De data zijn verzameld door de GGD

zelf. Er is gebruik gemaakt van landelijk gestandaardiseerde vragenmodules uit de Monitor

Volksgezondheid (GGD, RIVM, TNO). De vragen zijn grotendeels gelijk aan de vragen uit eerdere

jaargangen. De vragenlijst is gestructureerd in zes verschillende onderdelen: bevolking, geboorte en

sterfte, lichamelijke en mentale gezondheid, zorg, leefwijze en omgeving. Bij de vragenlijst is een

brief geleverd met een beschrijving van het doel en de werkwijze van het onderzoek.

3.2 Operationalisaties

Gezondheidsklachten:

De eerste variabele is de variabele gezondheidsklachten. Zoals de naam het al zegt meet deze

variabele hoeveel last de persoon van zijn of haar gezondheid heeft. Er wordt specifiek gevraagd naar

bepaalde aandoeningen en ziekten, en of de persoon daar last van heeft gehad de afgelopen twaalf

maanden. Omdat het niet van belang is of het wel of niet door een dokter is vastgesteld coderen we

de variabele naar 0=Nee 1=Ja. Een lage score wil dus zeggen dat de persoon weinig last heeft van

gezondheidsklachten.

De vraag over gezondheidsklachten luidde:

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoeningen aangeven of u die heeft of in de afgelopen 12

maanden heeft gehad:

-Beroerte, hersenbloeding, herseninfarct of TIA -Hartinfarct of een andere ernstige hartaandoening

(zoals hartfalen of angina pectoris) -Een vorm van kanker (kwaadaardige aandoening) -Migraine

12
of regelmatig ernstige hoofdpijn -Hoge bloeddruk -Vernauwing van de bloedvaten in de buik of

benen (geen spataderen) -Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD -Ernstige

of hardnekkige darmstoornissen langer dan 3 maanden -Psoriasis -Chronisch eczeem -Onvrijwillig

urineverlies (incontinentie) -Ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (incl. hernia) -

Gewrichtsslijtage van heupen of knien (artrose, slijtagereuma) -Chronische gewrichtsontsteking

(ontstekingsreuma, chronische reuma, reumatode artritis) -Andere ernstige of hardnekkige

aandoening van de nek of schouder.

De oorspronkelijke antwoordcategorien zijn:

1) Nee 2) Ja, niet door arts vastgesteld 3) Ja, door arts vastgesteld

Psychologisch welzijn:

Deze variabele meet het psychologisch welzijn van iemand. De variabele zal worden geconstrueerd

uit tien vragen van hetzelfde type. Het is niet nodig om deze variabele nog van richting te

veranderen. De vragen hebben betrekking op de vraag hoe de persoon zich de afgelopen vier weken

heeft gevoeld. De variabelen zijn bij elkaar opgeteld en daarna is de gemiddelde score ervan

genomen. Een lage score wil zeggen dat de persoon slecht scoort op psychologisch welzijn, een hoge

score staat voor een goede score op psychologisch welzijn.

De vragen over psychologisch welzijn luidden:

De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken. Kruis op iedere regel het

antwoord aan dat het beste omschrijft hoe vaak u dit gevoeld hebt:

-Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? -Hoe vaak voelde u zich

zenuwachtig? -Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? -Hoe vaak voelde u

zich hopeloos? -Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? -Hoe vaak voelde u zich zo

rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? -Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? -Hoe vaak

13
had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? -Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om

u op te vrolijken? -Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos?

De antwoordcategorien zijn:

1) Altijd 2) Meestal 3)Soms 4) Af en toe 5) Nooit

Sociale status van de woonomgeving:

Hiervoor is gekeken worden naar de postcode, en de (sociale) status van de betreffende woonwijken.

Er is een losse variabele toegevoegd waarin de statusscores van de woonwijken staan aan de hand

van de postcode. Deze variabele is los toegevoegd aan de dataset en heeft de naam: PC Statusscore.

De statusscores bestaan uit vier gegevens, het gemiddelde inkomen in een wijk, het percentage laag

opgeleiden, het percentage mensen met een laag inkomen en het percentage mensen dat werkloos

is. Deze worden via factoranalyse samengevat in een variabele: de sociale status score. De scores

hiervan liggen tussen de -4,2 en 2,08. Hoe hoger de score, hoe hoger de sociale status van de

woonomgeving/postcodegebied. Met behulp van deze variabele zal geprobeerd worden de

verschillen in de postcodegebieden bloot te leggen en te verklaren.

3.3 Controlevariabelen

Geslacht

Deze variabele beschrijft het geslacht van de persoon. Er treed een hercodering op zodat 0 = vrouw

en 1 = man. De oorspronkelijke variabele had 1 = man 2 = vrouw. Dit is gedaan omdat zo de

resultaten makkelijker te interpreteren zijn.

Partner

Deze variabele kijkt of de persoon een partner heeft. Volgens de theorie zal het hebben van een

partner het negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn dempen. Het maakt

niks uit of iemand gescheiden is of weduwe, daarom zal er een hercodering plaatsvinden. De

14
oorspronkelijke antwoordmogelijkheden zijn: Burgerlijke staat: 1=gehuwd, 2=samenwonend,

3=ongehuwd, 4=gescheiden en 5=weduwe(naar). Deze variabele zal zo gecodeerd worden dat 0 =

geen partner en 1 = wel een partner.

Missing

Bij een variabele bestaande uit de som van andere variabelen is het vervelend als er waarden missen.

Dit kan namelijk een vertekend beeld geven van de daadwerkelijke score. Om diereden zijn bij de

schaalvariabelen de missing waarden gedelete. Bij de resterende variabelen is het aantal missing

blijven staan omdat het aantal missing te laag is om de resultaten te vertekenen. Door de zeer grote

dataset levert dit verder geen problemen voor de generaliseerbaarheid van de resultaten op.

Analyse opzet:

De analyse zal plaats vinden aan de hand van drie types analyse. Als eerste zal er naar de univariate

resultaten gekeken worden waar de belangrijkste waarden van de gebruikte variabelen vermeld

staan. Daarna zal er een bivariate analyse plaats vinden, waarbij de onderlinge samenhang tussen de

variabelen gegeven wordt. En als laatste zal er gebruik worden gemaakt van een multivariate

analyse, waarbij gebruik wordt gemaakt van een multipele regressie. De variabele status van de

woonomgeving neemt hier een moderende rol in omdat het verschil tussen twee types buurten zal

worden onderzocht.

15
4. Resultaten

4.1 Univariate resultaten

Tabel 1: beschrijvende statistieken

N Minimum Maximum Mean Std. Deviation


Partner 3829 ,00 1,00 ,7122 ,45280
PsychoWel 3848 1,00 5,00 4,4472 ,58699
SES Buurt 3739 -4,23223 2,07282 ,9226796 1,30870174
Geslacht 3770 ,00 1,00 ,4597 ,49844
Gezondheidsklacht 3848 ,00 1,00 ,0655 ,09225
Valid N (listwise) 3649

a )Partner en Geslacht zijn dichotome variabelen. b ) Psychologisch welzijn en gezondheidsklachten zijn schaalvariabelen. c) SES buurt is

een samengestelde variabele.

Tabel 1 geeft een overzicht van de beschrijvende statistieken van alle variabelen in het model. De

variabele partner laat zien dat 71% van de respondenten een partner had tegenover 29% zonder

partner. Aan de variabele geslacht is te zien dat 46% van de respondenten man is en 54% vrouw. De

gemiddelde score op psychologisch welzijn is 4,44 op een schaal van 5, een hoge score die laat zien

dat de respondenten gemiddeld hoog scoren op psychologisch welzijn. De gemiddelde score op

gezondheidsklachten is 0,092. Dit is een lage score, en de respondenten hebben gemiddeld gezien

weinig last van gezondheidsklachten. Verder staat er niks opvallends in de tabel.

16
4.2 Bivariate resultaten

Tabel 2: Correlaties van alle variabelen die zijn opgenomen in de analyse


1. Mentaal 2. Gezondheidsklachten 3. SESBuurt 4. Partner 5. Geslacht

1. Mentaal -

2. Gezondheidsklachten - ,256** -

3. SESBuurt ,084** -,051** -

4. Partner -,150** -,110 ,136** -

5. Geslacht -,135** -,045** ,028 ,054** -

*significant bij p<0.05; ** significant bij p<0.01; tweezijdige toets;

In tabel 2 lezen we dat gezondheidsklachten en psychologisch welzijn negatief samenhangen

(r=-0,256; p<0,01). Dit lijkt op ondersteuning van de hypothese dat gezondheidsklachten een

negatief effect hebben op psychologisch welzijn. Geslacht heeft een positieve correlatie, wat

er op duidt dat mannen hoger scoren op psychologisch welzijn. Er is zowel met

gezondheidsklachten als psychologisch welzijn een significante correlatie met SES Buurt (r=-

0,051; p<0,01 &r=0,084; p<0,01). Dit zou kunnen duiden op steun voor de tweede hypothese

dat het negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn sterker is voor

mensen uit een buurt met een lage SES. Het hebben van een partner is ook positief

gecorreleerd met psychologisch welzijn (r=0,15; p<0,01), en ook met de SES van de buurt

(r=0,136; p<0,01). Dit is in lijn met wat je zou verwachten: mensen die samen zijn kunnen

elkaar meer ondersteunen, en daarnaast zijn koppels vanwege dubbele inkomsten meer in

staat om huizen in goede buurten te kopen dan mensen die alleen wonen. De onafhankelijke

variabelen hebben niet veel overlap, wat wil zeggen dat de aanwezigheid van

multicollineariteit niet waarschijnlijk is.

17
4.3 Multivariate resultaten
Tabel 3: Resultaten van een stapsgewijze regressieanalyse met psychologisch welzijn als afhankelijke variabele. In model 2 is de moderator
variabele SES Buurt meegenomen, in model 3 de controlevariabelen, en in model 4 het interactie effect van gezondheidsklachten en SES
Buurt.
Model 1 Model 2 Model 3 Model 4
b T b T b T b T
Intercept 4,450 480,924* 4,451 482,368* 4,403 219,573* 4,403 219,598*

Gezondheidsklachten -1,658 -16,370* -1,634 -16,162* -1,614 -16,232* -1,598 -15,978*

Partner (0=Geen ,181 7,664* ,172 -8,502* ,173 8,532*


partner; 1=wel
partner)
Geslacht (0=Vrouw ,140 7,664* ,139 7,601* ,139 7,637*
; 1=Man)

SES Buurt ,024 3,459* ,024 3,498*

Gezondheidsklachten ,106 1,428


X SESBuurt

R (adj) ,068 ,104 ,107 ,107

F partieel 267,981* 74,164* 11,968* 2,038

N 3649 3649 3649 3649


Alle waarden met * zijn significant bij p<0,01 en p<0,05.
Alle waarden zonder * zijn niet significant bij p<0,01 en p<0,05.

De eerste hypothese zegt dat gezondheidsklachten negatief van invloed zijn op het psychologisch

welzijn van iemand. De resultaten van de analyse ondersteunen deze hypothese. In het eerste model

is te zien dat de helling van gezondheidsklachten negatief en significant is (b=-1,658; p<0,01). Dit

cijfer geeft aan dat een stijging van 1 punt op gezondheidsklachten gemiddeld zal leiden tot een

daling van 1,658 punt op psychologisch welzijn. Dit geeft aan dat mensen maximaal 1,658 op een 5

punt schaal zullen dalen op psychologisch welzijn als gevolg van gezondheidsklachten, aangezien een

1 de maximale score bij gezondheidsklachten is.

18
In het tweede model zijn de controlevariabelen geslacht en partner toegevoegd. De helling van

gezondheidsklachten blijft bijna hetzelfde en blijft negatief en significant, wat wederom duidt op

steun voor de eerste hypothese. Daarnaast hebben geslacht en partner beide een positief effect en

dit is in beide gevallen significant (bgeslacht= 0,140; p<0,01 &bpartner = 0,181; p<0,01). Dit loopt ook

in lijn met de verwachting. Voor geslacht betekent het dat mannen gemiddeld 0,140 punt hoger

scoren op psychologisch welzijn dan vrouwen. Voor het hebben van een partner betekent dit dat

mensen met een partner gemiddeld 0,181 hoger scoren op psychologisch welzijn. Er is een redelijk

grote stijging in verklaarde variantie: de adjustedr gaat van 0,068 naar 0,104. Deze stijging is

significant bij FChange = 74,164; p<0,01.

In het derde model is de moderator variabele SES buurt toegevoegd. De helling van SES buurt is

0,024, en deze is significant bij p<0,01. Dit impliceert dat mensen in een goede buurt een hoger

psychologisch welzijn hebben. Daarnaast blijft het effect van gezondheidsklachten op psychologisch

welzijn significant bij het toevoegen van de moderator variabele SES Buurt, wat wederom op steun

duidt voor de eerste hypothese. De verklaarde variantie van dit model is licht gestegen van 0,104

naar 0,107. Dit is een significante stijging bij FChange= 11,968.

In model 4 is het interactie effect tussen gezondheidsklachten en SES buurt toegevoegd. De

moderator hypothese stelt dat het effect van lichamelijke klachten op psychisch welzijn verschilt

voor mensen uit verschillende buurten. Mensen uit een hoge SES buurt zouden minder last hebben

van het negatieve effect van een slechte lichamelijke gezondheid op psychisch welzijn. Wanneer het

interactie effect wordt toegevoegd blijft het effect van SES buurt op psychologisch welzijn staan

(bSESbuurt=0,024; p<0,01). Het interactie effect zelf blijkt echter niet significant van invloed te zijn op

psychologisch welzijn (bGezondXSES= 0,106 p=0,154). De resultaten ondersteunen dus niet de

tweede hypothese die stelt dat het negatieve effect van gezondheidsklachten op het psychisch

welzijn verschilt voor mensen uit een lage SES buurt ten opzichte van een hoge SES buurt. Het

toevoegen van de interactie term heeft ook geen invloed op de totale verklaarde variantie, die blijft

dus 0,107.

19
5 Conclusies en discussie

In dit onderzoek is onderzocht wat het effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn is,

en of dit verschilt voor buurten met een hoge en lage SES. De probleemstelling is verdeeld in twee

hypotheses. De eerste stelt dat gezondheidsklachten een negatieve invloed hebben op psychologisch

welzijn. Er is ondersteuning gevonden voor deze hypothese. De eerste verklaring hiervoor is dat

mensen met gezondheidsklachten belemmerd worden bij het doen van de dagelijkse activiteiten. Als

men niet meer mee kan doen aan allerlei dagelijkse sociale activiteiten, zoals werken, naar school

gaan, boodschappen doen of een praatje maken met de buren dan loopt men niet alleen de

activiteiten mis, maar ook de positieve effecten die dit met zich meebrengt. Dit gemis resulteert in

een lager psychologisch welzijn (Lordan & Pakrashi, 2014). Daarnaast zijn mensen met

gezondheidsklachten vaker afhankelijk van anderen, en dus minder zelfstandig. Het afhankelijk zijn

van hulp is een eigenschap die een negatief effect heeft op het psychologisch welzijn van iemand

(J.W.K. Bams, M.J.G. Hijnekamp, M.G.A. Ligtvoet-Janssen, T. Nienhuis, 2014). Als laatste kan nog

genoemd worden dat gezondheidsklachten fysieke pijn kunnen geven, wat op den duur erg irritant

kan zijn. Daarnaast belemmert fysieke pijn ook het kunnen uitvoeren van de dagelijkse activiteiten.

De gevonden helling van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn is -1,658. Dit impliceert dat

bij een stijging van 1 op gezondheidsklachten het psychologisch welzijn daalt met 1,658. Een 1 op

gezondheidsklachten betekent hier de maximale score op gezondheidsklachten en een 0 staat voor

het hebben van geen klachten. Door het hebben van gezondheidsklachten kan het psychologisch

welzijn dus dalen met een score tot maximaal 1,658 op een schaal van vijf, indien we van de

gevonden resultaten uitgaan.

Waar rekening mee moet worden gehouden is dat deze resultaten niet garanderen dat er sprake is

van causaliteit. Zo kan het zijn dat er nog meer variabelen zijn die een rol spelen bij

gezondheidsklachten en psychologisch welzijn. De rol van voeding is niet onderzocht in dit

20
onderzoek, maar het is erg aannemelijk dat deze ook nog een rol speelt bij zowel

gezondheidsklachten als psychologisch welzijn.

Er is wel een aantal beperkingen in dit onderzoek. Zo kan men twijfelen over de validiteit van het

concept psychologisch welzijn. In dit onderzoek is dat gemeten aan de hand van tien stellingen, waar

de respondent kon aangeven hoe hij zich de afgelopen maanden voelde. Dit lijkt niet een heel

objectief meet instrument. De respondent wordt gevraagd een oordeel te geven over hoe hij zich de

afgelopen maanden voelde, maar bij een vraag als deze is het erg aannemelijk dat het huidige gevoel

het veronderstelde gevoel van de eerdere maanden benvloedt. Dat kan ertoe leiden dat het

ingevulde psychologisch welzijn anders is dan het daadwerkelijke psychologisch welzijn. Hier moet

echter wel bij vermeld worden dat het altijd lastig is om psychologisch welzijn goed te meten.

Een tweede beperking heeft betrekking op de operationalisatie van gezondheidsklachten.

Respondenten konden ook aangeven bij het hebben van een ziekte: Ja, niet door arts vastgesteld.

Hierdoor is het betwijfelbaar of respondenten daadwerkelijk deze ziekte hebben gehad.

Ook is er niet aan de assumpties voldaan. Aan twee van de vier assumpties kon niet worden voldaan,

wat impliceert dan een lineair regressie model wellicht niet de beste manier was om dit onderzoek

uit te voeren. Gezien de vraagstelling was het echter te verwachten dat de data niet gelijkmatig

verspreid zou zijn maar geclusterd. Er zijn nou eenmaal veel meer mensen zonder

gezondheidsklachten dan met. De resultaten kunnen daarom wel als representatief gezien worden

voor de inwoners van de provincie Groningen. Voor vervolg onderzoek is het interessant om te kijken

of het gemeten effect niet benvloedt is door een andere variabele zoals voeding. Ook zou vervolg

onderzoek met een betere operationalisatie van psychologisch welzijn wenselijk zijn omdat in dit

onderzoek een operationalisatie is gebruikt waarbij aan de validiteit getwijfeld kan worden.

Verder is er geconstateerd dat mannen gemiddeld hoger scoren op psychologisch welzijn. Dit is in

verwachting met de theorie waarin gesteld wordt dat vrouwen meer gebruik maken van

gezondheidszorg en dus meer te maken hebben met gezondheidsklachten (Bertakis et all., 2000).

Ook het hebben van een partner heeft een positief effect op psychologisch welzijn. Deze resultaten

21
ondersteunen de algemene evolutionaire psychologie en biologie theorien dat het hebben van een

langdurige relatie meer zekerheid biedt voor het behalen van bepaalde doelen in het leven, zoals het

hebben van kinderen.

De tweede verwachting was dat de negatieve invloed van gezondheidsklachten op psychologisch

welzijn sterker aanwezig is voor mensen die wonen in een buurt met een lage sociaal economische

status dan een hoge sociaal economische status. De theorie stelde dat mensen in een hoge SES buurt

meer steun ontvangen omdat mensen in hoge SES buurten gemiddeld meer sociaal kapitaal bezitten

(Abbott, 2009). En mensen met een hoog sociaal kapitaal ontvangen meer steun dan mensen met

een laag sociaal kapitaal (Bae, 2015 &Albor et al 2014). Deze steun zou een dempend effect hebben

op het negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn. Hier is geen

ondersteuning voor gevonden.

Wellicht zou het zo kunnen zijn dat niet de SES van de buurt maar de sociale cohesie in de buurt veel

meer van belang is. Zo zou een lage SES buurt met veel sociale cohesie toch nog voor een dempend

effect kunnen zorgen. Ook zou het zo kunnen zijn dat mensen met een hoog sociaal kapitaal niet

altijd daadwerkelijk meer steun ervaren, ook al zit het wel ingebed in de omgeving.

Een punt hierbij is dat de status van de buurt niet iets zegt over individuen in deze buurt. Het zou dus

nog steeds zo kunnen zijn dat de sociaal economische status van een individu wel invloed heeft op

het negatieve effect van gezondheidsklachten op psychologisch welzijn.

Voor vervolg onderzoek zou het dan ook interessant zijn om te kijken of dit effect verschilt voor

individuen met een hoge en lage sociaal economische status. Ook zou het misschien beter zijn om de

sociaal economische status van de buurt links te laten liggen en meer te richten op een ander aspect

van de buurt. Hierbij zou je kunnen denken aan sociale cohesie of het aantal vrienden/connecties in

de omgeving. Hetzelfde idee van een dempend effect binnen een buurt zou dan nog steeds kunnen

bestaan, echter is SES van de buurt wellicht niet de juiste variabele om het bestaan van dit

22
dempende effect aan te tonen. Ook zou het interessant te zijn om dit verder te trekken dan enkel de

provincie Groningen.

Wat er in dit onderzoek is geconcludeerd is dat gezondheidsklachten negatief van invloed zijn op het

psychologisch welzijn. Hierdoor loopt het in dezelfde lijn als eerdere onderzoeken op dit gebied. Het

zal ook niet zo zijn dat iedereen op dezelfde manier klachten ervaart en ook zal de n wat meer

steun nodig hebben dan de ander. De aanbeveling die hieruit volgt is: probeer zieke mensen uit je

omgeving meer te betrekken bij sociale activiteiten. Dit is geen aanbeveling voor geschreven beleid,

maar voor ongeschreven beleid. Je kan er geen beleid in de zin van een wet of regel van maken,

maar toch zou iedereen zich er aan moeten houden.

23
Literatuurlijst

Albor, C., Uphoff, E., Stafford, M., Ballas, D., Wilkinson, R., & Pickett, K. (2014) The effects of

socioeconomic incongruity in the neighbourhood on social support, self-esteem and mental

health in England. Social Science & Medicine, 1111-9. doi:10.1016/j.socscimed.2014.04.002

Bae, J. (2015) The impact of social capital on men's mental health from the perspective of social

support theory. International journal of Japanesesociology, 24(1), 65-77.

doi:10.1111/ijjs.1203

Bams, J.W.K., Hijnekamp, M.J.G., Ligtvoet-Janssen, M.G.A. & Nienhuis, T. (2014). Zo lang mogelijk

zelfstandig wonen: Senioren, mensen met een lichamelijk, psychische of verstandelijke

http://www.tympaan.nl/sites/default/files/0607%20zo%20lang%20mogelijk%20zelfstandig%

20wonen%20k19.pdf

Bertakis, K. D., Azari, R., Helms, L. J., Callahan, E. J., & Robbins, J. A. (2000). Gender differences in the

utilization of health care services. Journal of family Practice, 49, 147-152.

Cohen, S., & Wills, T. A. (1985). Stress, social support, and the buffering hypothesis. Psychological

Bulletin, 98(2), 310-357. doi:10.1037/0033-2909.98.2.310

Fukuyama, F. (2000). Social Capital, civil society and development. Third World Quarterly, 22(1), 7-20.

doi:10.1080/01436590020022547

Kohler, H., Behrman, J. R., & Skytthe, A. (2005). Partner + Children = Happiness? The Effects of

Partnerships and Fertility on Well-Being. Population & Development Review, 31(3), 407-445.

Lordan, G., & Pakrashi, D. (2014). Make time for physical activity or you may spend more time sick!

Social indicators Research, 119(3), 1379-1391. doi: 10.1007/s11205-013-0545-y

24
Steverink, B. J. M. (1996). Zo lang moglijk zelfstandig. Naar een verklaring van verschillen in orintatie

ten aanzien van opname in een verzorgingstehuis onder fysiek kwetsbare ouderen.

Amsterdam: Thesis Publishers.

Taylor, E. (2005). Health Psychology. Columbus, USA: McGraw-Hill Education.

25
Bijlage 1: Overzicht variabelen

Geslacht en het hebben van een partner (vraag 2&4)

Beschrijvende statistieken & frequentie verdelingen van de variabelen: geslacht en partner.

Geslacht: Te zien is dat er meer vrouwen hebben meegedaan dan mannen. Dit heeft weinig effect

omdat er genoeg mannen en vrouwen meedoen.

Burgerlijke staat: Het grootste aantal respondenten is gehuwd en woont samen. Er zal een

hercodering plaatsvinden zodat onderscheid wordt gemaakt tussen het wel en niet samen wonen

met een partner. Het maakt voor de theorie namelijk niet uit of de persoon een weduwe of

gescheiden is. Het gaat erom dat de persoon een partner heeft en dat zij samenwonen.

DATASET ACTIVATE DataSet1.


DESCRIPTIVES VARIABLES=Partner AGGSB201
/STATISTICS=MEAN STDDEV MIN MAX.

Beschrijvende statistieken geslacht, burgerlijke staat


Wat is uw Wat is uw
geslacht? burgerlijke staat?

Valid 4385 4456


N
Missing 233 162
Mean 1,56 1,90
Std. Deviation ,497 1,248
Skewness -,226 1,187
Std. Error of Skewness ,037 ,037
Minimum 1 1
Maximum 2 5

26
Frequentieverdeling geslacht

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Man 1946 42,1 44,4 44,4

Valid Vrouw 2439 52,8 55,6 100,0

Total 4385 95,0 100,0


Missing System 233 5,0
Total 4618 100,0

Deze is omgedraaid zodat vrouw = 0 en man = 1.


Recode Geslacht (1=0) (0=1)

EXECUTE

Wat is uw burgerlijke staat?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Gehuwd / geregistreerd
2564 55,5 57,5 57,5
partnerschap

Samenwonend 594 12,9 13,3 70,9

Ongehuwd, nooit gehuwd


770 16,7 17,3 88,2
Valid geweest

Gescheiden, gescheiden
222 4,8 5,0 93,1
levend

Weduwe, weduwnaar 306 6,6 6,9 100,0

Total 4456 96,5 100,0


Missing System 162 3,5
Total 4618 100,0

DATASET ACTIVATE DataSet2.


RECODE AGHHB201 (1=1) (2=1) (3=2) (4=2) (5=2) INTO Partner.
EXECUTE.
FREQUENCIES VARIABLES=Partner
/HISTOGRAM NORMAL
/ORDER=ANALYSIS.

27
Partner

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Geen P 1102 28,6 28,8 28,8

Valid Wel P 2727 70,9 71,2 100,0

Total 3829 99,5 100,0


Missing System 19 ,5
Total 3848 100,0

Psychologisch welzijn
Beschrijvende statistieken van de vragen waaruit mentale gezondheid is geconstrueerd.

Het is nergens het geval dat er te weinig respondenten zijn, het aantal missing verschilt wel

per vraag. Alle vragen hebben hetzelfde karakter. Een hoge score duidt op een mentaal

gezond persoon, een lage score op een slechtere mentale gezondheid. De vragen zijn

allemaal samengevoegd en er is een nieuwe variabele geconstrueerd: mentale gezondheid.

Er is gebruik gemaakt van de volgende syntax:

FREQUENCIES VARIABLES=GGADB206 GGADB207 GGADB208 GGADB209 GGADB210

/STATISTICS=STDDEV MINIMUM MAXIMUM MEAN SKEWNESS SESKEW

/HISTOGRAM NORMAL

/ORDER=ANALYSIS.

28
Statistics

De volgende De volgende De volgende De volgende De volgende


vragen gaan over vragen gaan over vragen gaan over vragen gaan over vragen gaan
hoe u zich ... - Hoe hoe u zich ... - Hoe hoe u zich ... - hoe u zich ... - Hoe over hoe u zich
vaak voelde u zich vaak voelde u zich Hoe vaak was u vaak voelde u zich ... - Hoe vaak
erg vermoeid zenuwachtig? zo zenuwachtig hopeloos? voelde u zich
zonder duidelijke dat u niet tot rusteloos of
reden? rust kon komen? ongedurig?

Valid 4426 4412 4396 4385 4402


N
Missing 192 206 222 233 216
Mean 3,92 4,16 4,61 4,62 4,26
Std. Deviation 1,045 ,860 ,723 ,741 ,847
Skewness -,732 -,833 -1,909 -2,053 -1,059
Std. Error of Skewness ,037 ,037 ,037 ,037 ,037
Minimum 1 1 1 1 1
Maximum 5 5 5 5 5

FREQUENCIES VARIABLES=GGADB201 GGADB202 GGADB203 GGADB204 GGADB205

/STATISTICS=STDDEV MINIMUM MAXIMUM MEAN SKEWNESS SESKEW

/HISTOGRAM NORMAL

/ORDER=ANALYSIS.

29
PsyWel

Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent

1,00 1 ,0 ,0 ,0

1,30 1 ,0 ,0 ,0

1,40 1 ,0 ,0 ,1

1,50 1 ,0 ,0 ,1

1,60 1 ,0 ,0 ,1

1,70 4 ,1 ,1 ,2

1,80 2 ,0 ,0 ,3

1,90 5 ,1 ,1 ,4

2,00 4 ,1 ,1 ,5

2,10 5 ,1 ,1 ,6

2,20 7 ,2 ,2 ,7

2,30 4 ,1 ,1 ,8

2,40 13 ,3 ,3 1,1

2,50 8 ,2 ,2 1,3

2,60 15 ,3 ,3 1,7

2,70 14 ,3 ,3 2,0

2,80 23 ,5 ,5 2,5

2,90 35 ,8 ,8 3,4

3,00 36 ,8 ,8 4,2
Valid
3,10 29 ,6 ,7 4,9

3,20 41 ,9 1,0 5,8

3,30 42 ,9 1,0 6,8

3,40 50 1,1 1,2 8,0

3,50 60 1,3 1,4 9,4

3,60 62 1,3 1,4 10,8

3,70 80 1,7 1,9 12,7

3,80 101 2,2 2,4 15,0

3,90 105 2,3 2,4 17,5

4,00 109 2,4 2,5 20,0

4,10 131 2,8 3,1 23,1

4,20 143 3,1 3,3 26,4

4,30 214 4,6 5,0 31,4

4,40 267 5,8 6,2 37,6

4,50 288 6,2 6,7 44,4

4,60 342 7,4 8,0 52,3

4,70 420 9,1 9,8 62,1

4,80 488 10,6 11,4 73,5

4,90 506 11,0 11,8 85,3

30
5,00 629 13,6 14,7 100,0

Total 4287 92,8 100,0


Missing System 331 7,2

Total 4618 100,0

Frequentietabellen per vraag van psychologisch (oude variabelen):

De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder
duidelijke reden?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 100 2,2 2,3 2,3

Meestal 353 7,6 8,0 10,2

Soms 952 20,6 21,5 31,7


Valid
Af en toe 1423 30,8 32,2 63,9

Nooit 1598 34,6 36,1 100,0

Total 4426 95,8 100,0


Missing System 192 4,2
Total 4618 100,0

De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 26 ,6 ,6 ,6

Meestal 141 3,1 3,2 3,8

Soms 759 16,4 17,2 21,0


Valid
Af en toe 1669 36,1 37,8 58,8

Nooit 1817 39,3 41,2 100,0

Total 4412 95,5 100,0


Missing System 206 4,5
Total 4618 100,0

31
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet
tot rust kon komen?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 9 ,2 ,2 ,2

Meestal 67 1,5 1,5 1,7

Soms 372 8,1 8,5 10,2


Valid
Af en toe 715 15,5 16,3 26,5

Nooit 3233 70,0 73,5 100,0

Total 4396 95,2 100,0


Missing System 222 4,8
Total 4618 100,0

De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich hopeloos?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 18 ,4 ,4 ,4

Meestal 74 1,6 1,7 2,1

Soms 357 7,7 8,1 10,2


Valid
Af en toe 669 14,5 15,3 25,5

Nooit 3267 70,7 74,5 100,0

Total 4385 95,0 100,0


Missing System 233 5,0
Total 4618 100,0

De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich rusteloos of
ongedurig?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 31 ,7 ,7 ,7
Meestal 118 2,6 2,7 3,4

Soms 619 13,4 14,1 17,4


Valid
Af en toe 1554 33,7 35,3 52,7

Nooit 2080 45,0 47,3 100,0

Total 4402 95,3 100,0


Missing System 216 4,7
Total 4618 100,0

32
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u
niet meer stil kon zitten?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 15 ,3 ,3 ,3

Meestal 60 1,3 1,4 1,7

Soms 282 6,1 6,4 8,1


Valid
Af en toe 632 13,7 14,4 22,5

Nooit 3409 73,8 77,5 100,0

Total 4398 95,2 100,0


Missing System 220 4,8
Total 4618 100,0

De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich somber of
depressief?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 21 ,5 ,5 ,5

Meestal 105 2,3 2,4 2,9

Soms 457 9,9 10,4 13,2


Valid
Af en toe 1118 24,2 25,3 38,5

Nooit 2712 58,7 61,5 100,0

Total 4413 95,6 100,0


Missing System 205 4,4
Total 4618 100,0

De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel
moeite kostte?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 54 1,2 1,2 1,2

Meestal 200 4,3 4,5 5,8

Soms 563 12,2 12,8 18,5


Valid
Af en toe 1394 30,2 31,6 50,2

Nooit 2195 47,5 49,8 100,0

Total 4406 95,4 100,0


Missing System 212 4,6
Total 4618 100,0

33
De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets
hielp om u op te vrolijken?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 16 ,3 ,4 ,4

Meestal 69 1,5 1,6 1,9

Soms 273 5,9 6,2 8,1


Valid
Af en toe 524 11,3 11,9 20,0

Nooit 3520 76,2 80,0 100,0

Total 4402 95,3 100,0


Missing System 216 4,7
Total 4618 100,0

De volgende vragen gaan over hoe u zich ... - Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig,
minderwaardig of waardeloos?

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Altijd 34 ,7 ,8 ,8

Meestal 105 2,3 2,4 3,1

Soms 301 6,5 6,8 10,0


Valid
Af en toe 738 16,0 16,7 26,7

Nooit 3237 70,1 73,3 100,0

Total 4415 95,6 100,0


Missing System 203 4,4
Total 4618 100,0

34
Statistics

De volgende De volgende De volgende De volgende De volgende


vragen gaan over vragen gaan vragen gaan over vragen gaan over vragen gaan over
hoe u zich ... - Hoe over hoe u zich hoe u zich ... - hoe u zich ... - Hoe hoe u zich ... - Hoe
vaak voelde u zich ... - Hoe vaak Hoe vaak had u vaak voelde u zich vaak vond u
zo rusteloos dat u voelde u zich het gevoel dat zo somber dat zichzelf
niet meer stil kon somber of alles veel moeite niets hielp om u op afkeurenswaardig,
zitten? depressief? kostte? te vrolijken? minderwaardig of
waardeloos?

Valid 4398 4413 4406 4402 4415


N
Missing 220 205 212 216 203
Mean 4,67 4,45 4,24 4,70 4,59
Std. Deviation ,686 ,809 ,927 ,688 ,783
Skewness -2,313 -1,474 -1,211 -2,487 -2,160
Std. Error of Skewness ,037 ,037 ,037 ,037 ,037
Minimum 1 1 1 1 1
Maximum 5 5 5 5 5

Nieuwe variabele waarbij de voorwaarde is gesteld dat tenminste 9/10 vragen zijn ingevuld.

COMPUTE PsyWel=MEAN.9(GGADB201, GGADB202, GGADB203, GGADB204,


GGADB205, GGADB206,GGADB207, GGADB208,
GGADB209, GGADB210).
EXECUTE.

Daarna zijn de missing nog verwijderd met behulp van de volgende syntax:

filter off.
useall.
select if(not missing(PsyWel)).
execute

35
Bij het construeren van bovenstaande nieuwe variabele is het gemiddelde van de losse items

genomen. De verdeling is net als bij de losse items linksscheef. De Cronbach'salpha is 0,896.

RELIABILITY
/VARIABLES=GGADB201 GGADB202 GGADB203 GGADB204 GGADB205 GGADB206
GGADB207 GGADB208 GGADB209
GGADB210
/SCALE('ALL VARIABLES') ALL
/MODEL=ALPHA.

ReliabilityStatistics

Cronbach'sAlpha N of Items

,896 10

36
Status van de woonomgeving

Van deze score is geen frequentietabel uitgedraaid omdat deze erg onoverzichtelijk is, het bevat

namelijk erg veel waarden. In plaats daarvan is een histogram veel overzichtelijker. Zoals te zien is

woont het grootste deel van de mensen in een goede buurt. De verdeling is een beetje linksscheef.

Verder duidt de score van -,358 op een linksscheve verdeling.

FREQUENCIES VARIABLES=SESSCORE10
/NTILES=4
/STATISTICS=STDDEV MINIMUM MAXIMUM MEAN SKEWNESS SESKEW
/ORDER=ANALYSIS.

Statistics
PC Statusscore

Valid 3739
N
Missing 109
Mean -,9226796
Std. Deviation 1,30870174
Skewness -,358
Std. Error of Skewness ,040
Minimum -4,23223
Maximum 2,07282
25 -1,7802200

Percentiles 50 -,7120700

75 -,0613500

37
Syntax voor centreren:

COMPUTE SEScent=SESSCORE10 - 0.9226796.

EXECUTE.

Gezondheidsklachten:

Beschrijvende & frequenties gezondheidsklachten. Er zijn overal genoeg data, en de scores liggen

allemaal dicht bij de 1. Een lage score duidt op een goede lichamelijke gezondheid. De verdeling is

overal rechtsscheef. Astma en hoofdpijn komen het meeste voor. De variabelen zijn samengevoegd

tot de nieuwe variabele gezondheidsklachten.

38
FREQUENCIES VARIABLES=LGCAB201 LGCAB202 LGCAB203 LGCAB204 LGCAB205 LGCAB206
LGCAB207 LGCAB208
LGCAB209 LGCAB210 LGCAB211 LGCAB212 LGCAB213 LGCAB214 LGCAB215 LGCAB216
LGCAB217 LGCAB218
/STATISTICS=STDDEV MINIMUM MAXIMUM MEAN SKEWNESS SESKEW
/HISTOGRAM NORMAL
/ORDER=ANALYSIS.

Statistics

Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij Wilt u bij de
volgende volgende ziekten volgende ziekten en volgende de volgende ziekten
ziekten en en aandoe... - aandoe... - Ernstige ziekten en volgende en aandoe... -
aandoe... - Astma, chronische of hardnekkige aandoe... - ziekten en Onvrijwillig
Vernauwing bronchitis, darmstoornissen Psoriasis aandoe... - urineverlies
van de longemfyseem of langer dan 3 Chronisch (incontinentie)
bloedvaten in CARA/COPD maanden eczeem
de buik of
benen (geen
spataderen)

Valid 4314 4322 4324 4303 4306 4319


N
Missing 304 296 294 315 312 299
Mean 1,07 1,20 1,07 1,06 1,09 1,09
Std. Deviation ,353 ,597 ,355 ,330 ,393 ,368
Skewness 5,121 2,636 4,979 5,531 4,472 4,190
Std. Error of
,037 ,037 ,037 ,037 ,037 ,037
Skewness
Minimum 1 1 1 1 1 1
Maximum 3 3 3 3 3 3

39
Statistics

Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij Wilt u bij
volgende volgende ziekten de volgende ziekten volgende de de
ziekten en en aandoe... - volgende en aandoe... - ziekten en volgende volgende
aandoe... - Beroerte, ziekten en Een andere aandoe... - Een ziekten en ziekten en
Diabetes hersenbloeding, aandoe... - ernstige vorm van aandoe... - aandoe... -
mellitus/ herseninfarct of Hartinfarct hartaandoening kanker Migraine of Hoge
suikerziekte TIA (zoals hartfalen (kwaadaardige regelmatig bloeddruk
of angina aandoening) ernstige
pectoris) hoofdpijn

Valid 4334 4316 4277 4314 4226 4317 4330


N
Missing 284 302 341 304 392 301 288
Mean 1,14 1,04 1,04 1,07 1,05 1,19 1,39
Std.
,514 ,271 ,281 ,371 ,323 ,510 ,783
Deviation
Skewness 3,303 7,025 6,756 4,952 5,799 2,608 1,545
Std. Error
of ,037 ,037 ,037 ,037 ,038 ,037 ,037
Skewness
Minimum 1 1 1 1 1 1 1
Maximum 3 3 3 3 3 3 3

Statistics

Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij de Wilt u bij
volgende ziekten volgende volgende ziekten volgende volgende de
en aandoe... - ziekten en en aandoe... - ziekten en ziekten en volgende
Ernstige of aandoe... - Chronische aandoe... - aandoe... - ziekten en
hardnekkige Gewrichtsslijta gewrichtsontstekin Andere Andere aandoe... -
aandoening van de ge (artrose, g ernstige of ernstige of Andere
rug (incl. Hernia) slijtagereuma) (ontstekingsreuma, hardnekkige hardnekkige langdurige
van heupen of chronische reuma, aandoening aandoening ziekte of
knien reumatode van de nek of van elleboog, aandoenin
artritis) schouder pols of hand g, namelijk

Valid 4321 4329 4294 4308 4288 3098


N
Missing 297 289 324 310 330 1520
Mean 1,19 1,27 1,10 1,18 1,13 1,32
Std. Deviation ,561 ,653 ,424 ,533 ,459 ,722
Skewness 2,785 2,128 4,050 2,898 3,567 1,867
Std. Error of Skewness ,037 ,037 ,037 ,037 ,037 ,044
Minimum 1 1 1 1 1 1
Maximum 3 3 3 3 3 3
Frequentieverdelingen oude variabelen gezondheidsklachten

40
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Diabetes mellitus/ suikerziekte

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4011 86,9 92,5 92,5

Ja, NIET door arts vastgesteld 19 ,4 ,4 93,0


Valid
Ja, door arts vastgesteld 304 6,6 7,0 100,0

Total 4334 93,9 100,0


Missing System 284 6,1
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Beroerte, hersenbloeding, herseninfarct of TIA

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent
Nee 4230 91,6 98,0 98,0

Ja, NIET door arts vastgesteld 7 ,2 ,2 98,2


Valid
Ja, door arts vastgesteld 79 1,7 1,8 100,0

Total 4316 93,5 100,0


Missing System 302 6,5
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Hartinfarct

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4186 90,6 97,9 97,9

Ja, NIET door arts vastgesteld 6 ,1 ,1 98,0


Valid
Ja, door arts vastgesteld 85 1,8 2,0 100,0

Total 4277 92,6 100,0


Missing System 341 7,4
Total 4618 100,0

41
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina
pectoris)

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4151 89,9 96,2 96,2

Ja, NIET door arts vastgesteld 12 ,3 ,3 96,5


Valid
Ja, door arts vastgesteld 151 3,3 3,5 100,0

Total 4314 93,4 100,0


Missing System 304 6,6
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Een vorm van kanker (kwaadaardige aandoening)

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4106 88,9 97,2 97,2

Ja, NIET door arts vastgesteld 9 ,2 ,2 97,4


Valid
Ja, door arts vastgesteld 111 2,4 2,6 100,0

Total 4226 91,5 100,0


Missing System 392 8,5
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 3701 80,1 85,7 85,7

Ja, NIET door arts vastgesteld 393 8,5 9,1 94,8


Valid
Ja, door arts vastgesteld 223 4,8 5,2 100,0

Total 4317 93,5 100,0


Missing System 301 6,5
Total 4618 100,0

42
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Hoge bloeddruk

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 3458 74,9 79,9 79,9

Ja, NIET door arts vastgesteld 61 1,3 1,4 81,3


Valid
Ja, door arts vastgesteld 811 17,6 18,7 100,0

Total 4330 93,8 100,0


Missing System 288 6,2
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Vernauwing van de bloedvaten in de buik of benen (geen
spataderen)

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4150 89,9 96,2 96,2

Ja, NIET door arts vastgesteld 33 ,7 ,8 97,0


Valid
Ja, door arts vastgesteld 131 2,8 3,0 100,0

Total 4314 93,4 100,0


Missing System 304 6,6
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 3863 83,7 89,4 89,4

Ja, NIET door arts vastgesteld 39 ,8 ,9 90,3


Valid
Ja, door arts vastgesteld 420 9,1 9,7 100,0

Total 4322 93,6 100,0


Missing System 296 6,4
Total 4618 100,0

43
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Ernstige of hardnekkige darmstoornissen langer dan 3 maanden

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4143 89,7 95,8 95,8

Ja, NIET door arts vastgesteld 52 1,1 1,2 97,0


Valid
Ja, door arts vastgesteld 129 2,8 3,0 100,0

Total 4324 93,6 100,0


Missing System 294 6,4
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Psoriasis

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4161 90,1 96,7 96,7

Ja, NIET door arts vastgesteld 28 ,6 ,7 97,4


Valid
Ja, door arts vastgesteld 114 2,5 2,6 100,0

Total 4303 93,2 100,0


Missing System 315 6,8
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Chronisch eczeem

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4093 88,6 95,1 95,1

Ja, NIET door arts vastgesteld 52 1,1 1,2 96,3


Valid
Ja, door arts vastgesteld 161 3,5 3,7 100,0
Total 4306 93,2 100,0
Missing System 312 6,8
Total 4618 100,0

44
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Onvrijwillig urineverlies (incontinentie)

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4031 87,3 93,3 93,3

Ja, NIET door arts vastgesteld 177 3,8 4,1 97,4


Valid
Ja, door arts vastgesteld 111 2,4 2,6 100,0

Total 4319 93,5 100,0


Missing System 299 6,5
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (incl. Hernia)

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 3863 83,7 89,4 89,4

Ja, NIET door arts vastgesteld 107 2,3 2,5 91,9


Valid
Ja, door arts vastgesteld 351 7,6 8,1 100,0

Total 4321 93,6 100,0


Missing System 297 6,4
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Gewrichtsslijtage (artrose, slijtagereuma) van heupen of knien

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 3654 79,1 84,4 84,4

Ja, NIET door arts vastgesteld 180 3,9 4,2 88,6


Valid
Ja, door arts vastgesteld 495 10,7 11,4 100,0
Total 4329 93,7 100,0
Missing System 289 6,3
Total 4618 100,0

45
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Chronische gewrichtsontsteking (ontstekingsreuma, chronische
reuma, reumatode artritis)

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 4039 87,5 94,1 94,1

Ja, NIET door arts vastgesteld 68 1,5 1,6 95,6


Valid
Ja, door arts vastgesteld 187 4,0 4,4 100,0

Total 4294 93,0 100,0


Missing System 324 7,0
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Andere ernstige of hardnekkige aandoening van de nek of
schouder

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

Nee 3852 83,4 89,4 89,4

Ja, NIET door arts vastgesteld 156 3,4 3,6 93,0


Valid
Ja, door arts vastgesteld 300 6,5 7,0 100,0

Total 4308 93,3 100,0


Missing System 310 6,7
Total 4618 100,0

Wilt u bij de volgende ziekten en aandoe... - Andere ernstige of hardnekkige aandoening van elleboog, pols
of hand

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent
Nee 3960 85,8 92,4 92,4

Ja, NIET door arts vastgesteld 113 2,4 2,6 95,0


Valid
Ja, door arts vastgesteld 215 4,7 5,0 100,0

Total 4288 92,9 100,0


Missing System 330 7,1
Total 4618 100,0

46
Syntax:

Hercoderen:

RECODE LGCAB201 LGCAB202 LGCAB203 LGCAB204 LGCAB205 LGCAB206 LGCAB207 LGCAB208


LGCAB209 LGCAB210 LGCAB211 LGCAB212 LGCAB213 LGCAB214 LGCAB215 LGCAB216 LGCAB217
LGCAB218 (1=0) (2=1) (3=1) INTO Var1

var2 var3 var4 var5 var6 var7 var8 var9 var10 var11 var12 var13 var14 var15 var16 var17 var18.

EXECUTE.

Daarna compute

COMPUTE Gezondheidsklachten=(Var1 + var2 + var3 + var4 + var5 + var6 + var7 + var8 + var9 + var10
+ var11 +

var12 + var13 + var14 + var15 + var16 + var17 + var18) / 18.

EXECUTE.

Verwijderen missing:
Bij deze variabele waren er veel minder missing dan bij de andere variabelen. De missing zijn
gedelete met onderstaande variabele. Er blijven ruim genoeg respondenten over, en op deze manier
kunnen de missing niet voor een vertekend beeld zorgen.

filter off.
useall.
select if(not missing(Gezondheidsklachten)).
execute

FREQUENCIES VARIABLES=Gezondheidsklachten

/STATISTICS=MEAN SKEWNESS SESKEW

/HISTOGRAM NORMAL

/ORDER=ANALYSIS.

47
Gezondheidsklachten

Frequency Percent Valid Percent Cumulative


Percent

1,00 1121 24,3 40,6 40,6

1,05 734 15,9 26,6 67,1

1,11 395 8,6 14,3 81,4

1,16 224 4,9 8,1 89,5

1,21 119 2,6 4,3 93,8

1,26 81 1,8 2,9 96,8

1,32 36 ,8 1,3 98,1

1,37 26 ,6 ,9 99,0
Valid
1,42 9 ,2 ,3 99,3

1,47 7 ,2 ,3 99,6

1,53 3 ,1 ,1 99,7

1,58 2 ,0 ,1 99,8

1,68 2 ,0 ,1 99,9

1,74 1 ,0 ,0 99,9

2,00 3 ,1 ,1 100,0

Total 2763 59,8 100,0


Missing System 1855 40,2
Total 4618 100,0

Statistics
Gezondheidsklachten

Valid 2763
N
Missing 1855
Mean 1,0716
Skewness 2,685
Std. Error of Skewness ,047

48
Aan de nieuwe variabele is te zien dat de meeste mensen weinig gezondheidsklachten hebben. Ook

deze is natuurlijk rechtsscheef. Er is het gemiddelde genomen van de items.

Centreren:

COMPUTE GezondheidCent=Gezondheidsdklachten - 0.0655.

EXECUTE.

49
Bijlage 2: Analyse
Syntax/Analyse:

Bivariate analyse:

/VARIABLES=MentaleGezondheid SESSCORE10 LichamelijkGCentreerd AGGSB201 AGHHB201


/PRINT=TWOTAIL NOSIG/MISSING=PAIRWISE.

Correlations

Wat InteractieLichSE Gezondheids- SESCent PsyWe Partn


is uw S klachten l er
gesla
cht?

Pearson
1 -,017 -,045** -,028 -,135** -,054**
Correlation
Wat is uw geslacht?
Sig. (2-tailed) ,315 ,006 ,085 ,000 ,001

N 3770 3663 3770 3663 3770 3753


Pearson
-,017 1 -,107** ,026 -,044** ,023
InteractieGezondSE Correlation
S Sig. (2-tailed) ,315 ,000 ,111 ,008 ,152
N 3663 3739 3739 3739 3739 3725
Pearson -
-,107** 1 ,051** ,256** -,011
Gezondheidsklacht Correlation ,045**
en Sig. (2-tailed) ,006 ,000 ,002 ,000 ,506
N 3770 3739 3848 3739 3848 3829
Pearson
-,028 ,026 ,051** 1 ,084** ,136**
Correlation
SESCent
Sig. (2-tailed) ,085 ,111 ,002 ,000 ,000
N 3663 3739 3739 3739 3739 3725
Pearson -
-,044** ,256** ,084** 1 ,150**
Correlation ,135**
PsyWel
Sig. (2-tailed) ,000 ,008 ,000 ,000 ,000
N 3770 3739 3848 3739 3848 3829
Pearson -
,023 -,011 ,136** ,150** 1
Correlation ,054**
Partner
Sig. (2-tailed) ,001 ,152 ,506 ,000 ,000

N 3753 3725 3829 3725 3829 3829

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

50
Multivariate analyse:

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING LISTWISE /STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA

COLLIN TOL CHANGE /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT PSWEL

/METHOD=ENTER GezondheidCent /METHOD=ENTER SESCent /METHOD=ENTER

GeslachtTurnedSamen /METHOD=ENTER KlachtXSES /RESIDUALS HISTOGRAM(ZRESID) /SAVE

MAHAL COOK LEVER RESID ZRESID.COMPUTE KlachtXSES=LichamelijkCent * SESCent.

EXECUTE.

Model Summarye

Model R R Square Adjusted R Square Std. Error of the Change Statistics


Estimate R F df1 df2 Sig. F
Square Change Change
Change

1 ,262a ,068 ,068 ,55899 ,068 267,981 1 3647 ,000


2 ,324b ,105 ,104 ,54810 ,036 74,164 2 3645 ,000
3 ,328c ,108 ,107 ,54728 ,003 11,968 1 3644 ,001
4 ,329d ,108 ,107 ,54720 ,000 2,038 1 3643 ,154

a. Predictors: (Constant), LichamelijkCent


b. Predictors: (Constant), LichamelijkCent, Samen, GeslachtTurned
c. Predictors: (Constant), LichamelijkCent, Samen, GeslachtTurned, SESCent
d. Predictors: (Constant), LichamelijkCent, Samen, GeslachtTurned, SESCent, KlachtXSES
e. DependentVariable: PSWEL

51
Coefficientsa

Model UnstandardizedCoefficients StandardizedCoefficients t Sig. Correlations CollinearityStatistics

B Std. Error Beta Zero- Partial Part Tolerance VIF


order

(Constant) 4,450 ,009 480,924 ,000

1
-
LichamelijkCent -1,658 ,101 -,262 -16,370 ,000 -,262 -,262 1,000 1,000
,262

(Constant) 4,257 ,019 229,343 ,000

-
LichamelijkCent -1,631 ,099 -,257 -16,403 ,000 -,262 -,262 ,998 1,002
,257
2

Partner ,181 ,020 ,142 9,034 ,000 ,146 ,148 ,142 ,997 1,003

GeslachtTurned ,140 ,018 ,120 7,664 ,000 ,140 ,126 ,120 ,995 1,005

(Constant) 4,264 ,019 228,582 ,000

-
LichamelijkCent -1,614 ,099 -,255 -16,232 ,000 -,262 -,260 ,995 1,005
,254

3 Partner ,172 ,020 ,134 8,502 ,000 ,146 ,139 ,133 ,979 1,021

GeslachtTurned ,139 ,018 ,119 7,610 ,000 ,140 ,125 ,119 ,995 1,005

SESCent ,024 ,007 ,055 3,459 ,001 ,089 ,057 ,054 ,979 1,022

(Constant) 4,264 ,019 228,612 ,000

-
LichamelijkCent -1,598 ,100 -,252 -15,978 ,000 -,262 -,256 ,983 1,017
,250

Partner ,173 ,020 ,135 8,532 ,000 ,146 ,140 ,133 ,979 1,022
4

GeslachtTurned ,139 ,018 ,120 7,637 ,000 ,140 ,126 ,119 ,994 1,006

SESCent ,024 ,007 ,055 3,498 ,000 ,089 ,058 ,055 ,978 1,022

KlachtXSES ,106 ,074 ,022 1,428 ,154 ,043 ,024 ,022 ,986 1,014

a. DependentVariable: PSWEL

52
Model:

Psychologisch welzijn = b0 + b1gezondheidsklachten + b2partner +b3geslacht + b4SESbuurt

+b5gezondheidsklachtenxSES +

Psychologisch welzijn = b0 -1,658gezondheidsklachten + 0,181partner + 0,140geslacht +

0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +

Invullen regressielijn:

Er is gebruik gemaakt van de waarden -2,88 (n=74) en en 0,67 (n=64). Deze zijn gekozen omdat beide

scores erg veel voorkwamen. Daarnaast is de afstand tot de middelste waarde (-1) ongeveer even

groot. SES buurt loopt van -4 tot 2.

Psychologisch welzijn = b0 + b1gezondheidsklachten + b2partner +b3geslacht + b4SESbuurt

+b5gezondheidsklachtenxSES +

Psychologisch welzijn = 4,265 -1,598gezondheidsklachten + 0,173partner + 0,139geslacht +

0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +

Invullen:

1) Psychologisch welzijn =

Psychologisch welzijn = 4,265 -1,598gezondheidsklachten + 0,173partner + 0,139geslacht +

0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +

4,265 - 1,598gezondheidsklachten + 0,024x-2,88 + 0,106gezondheidsklachtenx-2,88

( 0,024 X -2,88 = -0,069

0,106gezondheidsklacht x -2,88 = -0,305 )

4,265- 1,598gezondheidsklachten -0,069 - 0,305gezondheidsklachten =

4,196 - 1,903gezondheidsklachten

2) Psychologisch welzijn =

53
Psychologisch welzijn = 4,265 -1,598gezondheidsklachten + 0,173partner + 0,139geslacht +

0,024SESbuurt + 0,106gezondheidsklachtenxSES +

4,265 - 1,598gezondheidsklachten + 0,024 x 0,67 + 0,106gezondheidsklachten x 0,67

(0,024 x 0,67 = 0,016

0,106gezondheidsklachten x 0,67 = 0,071gezondheidsklachten )

4,265 -1,598gezondheidsklachten + 0,016 + 0,071gezondheidsklachten =

4,281 - 1,527gezondheidsklachten

54
Bijlage 3: Assumpties

Homoscedastiteit

Er is sprake van homoscedastiteit als de variantie van de residuen gelijkmatig verspreid is rond de x-

as. De gestandaardiseerde residuen worden in een scatterplot tegenover de gestandaardiseerde

voorspelde waarde gezet. Wanneer de afstand van de residuen toe- of afneemt dan kan er sprake

zijn van heteroscedasticiteit. Dit wil zeggen dat de residuen verspreid zijn in een patroon. Aan de

scatterplot valt te zien dat de spreiding niet overal gelijk is. Aan deze assumptie is niet voldaan.

Lineairiteit

Om aan deze assumptie te voldoen moet er een lineair verband zijn tussen de afhankelijke en de

onafhankelijke variabelen. De toetsing gebeurt middels partile en residuele plots. De residuen

geven aan hoever de punten af liggen van de regressielijn. De residuen moeten willekeurig verdeeld

zijn om de middellijn van 0. Kijkend naar de verschillende plots kan geconcludeerd worden dat er wel

aan deze assumptie is voldaan. De residuen zijn bijna overal mooi verdeeld over de plot, rondom de

lijn. Alleen bij de variabele gezondheidsklachten staan de residuen allemaal erg links. Dit is logisch

55
want een 0 wil zeggen dat de persoon gezond is, en het grootste deel van de mensen is nou eenmaal

gezond of bijna helemaal gezond. Dit was van te voren al duidelijk, en daarom is deze schending geen

bedreiging voor het onderzoek.

56
57
Onafhankelijke waarnemingen:

Om aan deze assumptie te voldoen is het nodig dat de steekproef van respondenten willekeurig

moet zijn getrokken. Daarbij mag er geen samenhang zijn tussen de geobserveerde scores. Om te

kijken of er aan voldaan is zal worden gekeken hoe de selectie van respondenten heeft

plaatsgevonden. Volgens de bron van de dataset zijn de respondenten op basis van toeval

uitgezocht. Uitgaande van deze gegeven informatie kan worden geconcludeerd dat aan deze

assumptie is voldaan.

Normaliteit residuen

Om aan deze assumptie te voldoen moeten de residuen normaal verdeeld zijn. Dit wil zeggen dat ze

gemiddeld 0 moeten zijn en een variantie van s2. Er is een pp-plot gemaakt van de residuen om te

kijken of ze normaal verdeeld zijn. Uit beide grafieken is af te leiden dat de residuen niet geheel

normaal verdeeld zijn. De waarden in de pp-plot liggen grotendeels boven de lijn, en in het histogram

is te zien dat de normaliteitscurve linksscheef is. Er is niet voldaan aan deze assumptie.

58
59
Multicollineariteit

Wanneer er sprake is van samenhang tussen de onafhankelijke variabelen spreekt men van

multicollineariteit. Als dit zo is dan is het lastig te bepalen of het effect in de analyse van de

onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele wel of niet wordt benvloed door deze

samenhang. Het toevoegen van een volgende variabele zou dan ook weinig variantie toevoegen. Om

dit te controleren zal er gekeken worden naar de tolerance en ViF (Varianceinflation Factor)

waarden. Hier onder staat het hele model met de tolerance en ViF waarden. De tolerance is een

getal van 0-1, waarbij 0 staat voor multicollineariteit en 1 voor geen samenhang tussen

onafhankelijke variabelen. Er valt te zien dat bijna alle tolerance waarden dichtbij de 1 staan, wat

duidt op geen multicollineariteit. De ViF waarde is een waarde tussen 1-4, waarbij een getal hoger

dan 4 staat voor multicollineariteit. De ViF waarde is overal onder de 4, en er kan geconcludeerd

worden dat er geen sprake is van multicollineariteit.

60
Coefficientsa

Model Unstandardized Standardi- t Sig. Correlations CollinearityStati


Coefficients zedCoefficie stics
nts

B Std. Beta Zero Partial Part Toleran VIF


Error - ce
order

(Constant) 4,450 ,009 480,924 ,000

1 LichamelijkCe
-1,658 ,101 -,262 -16,370 ,000 -,262 -,262 -,262 1,000 1,000
nt
(Constant) 4,257 ,019 229,343 ,000

LichamelijkCe
-1,631 ,099 -,257 -16,403 ,000 -,262 -,262 -,257 ,998 1,002
nt
2
Samen ,181 ,020 ,142 9,034 ,000 ,146 ,148 ,142 ,997 1,003

GeslachtTurn
,140 ,018 ,120 7,664 ,000 ,140 ,126 ,120 ,995 1,005
ed
(Constant) 4,264 ,019 228,582 ,000
LichamelijkCe
-1,614 ,099 -,255 -16,232 ,000 -,262 -,260 -,254 ,995 1,005
nt
3 Samen ,172 ,020 ,134 8,502 ,000 ,146 ,139 ,133 ,979 1,021
GeslachtTurn
,139 ,018 ,119 7,610 ,000 ,140 ,125 ,119 ,995 1,005
ed
SESCent ,024 ,007 ,055 3,459 ,001 ,089 ,057 ,054 ,979 1,022
(Constant) 4,264 ,019 228,612 ,000

LichamelijkCe
-1,598 ,100 -,252 -15,978 ,000 -,262 -,256 -,250 ,983 1,017
nt

Samen ,173 ,020 ,135 8,532 ,000 ,146 ,140 ,133 ,979 1,022
4
GeslachtTurn
,139 ,018 ,120 7,637 ,000 ,140 ,126 ,119 ,994 1,006
ed

SESCent ,024 ,007 ,055 3,498 ,000 ,089 ,058 ,055 ,978 1,022

KlachtXSES ,106 ,074 ,022 1,428 ,154 ,043 ,024 ,022 ,986 1,014

a. DependentVariable: PSWEL

Syntax:

PPLOT

/VARIABLES=ZRE_5

/NOLOG

/NOSTANDARDIZE

61
/TYPE=P-P

/FRACTION=BLOM

/TIES=MEAN

/DIST=NORMAL.

DATASET ACTIVATE DataSet1.

REGRESSION

/DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N

/MISSING LISTWISE

/STATISTICS COEFF OUTS R ANOVA COLLIN TOL CHANGE ZPP

/CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10)

/NOORIGIN

/DEPENDENT PSWEL

/METHOD=ENTER LichamelijkCent

/METHOD=ENTER Samen GeslachtTurned

/METHOD=ENTER SESCent

/METHOD=ENTER KlachtXSES

/PARTIALPLOT ALL

/RESIDUALS NORMPROB(ZRESID)

/SAVE MAHAL COOK LEVER ZRESID.

GRAPH

/HISTOGRAM=ZRE_6.

GRAPH

/SCATTERPLOT(BIVAR)=ZPR_1 WITH ZRE_8

/MISSING=LISTWISE.

62

Anda mungkin juga menyukai