Anda di halaman 1dari 2

Wat heet vrijheid…

Kort geleden ontstond er op een warme zomeravond bij de tramhalte voor mijn kerkdeur een
massale vechtpartij waar de hele directe omgeving van mee mocht genieten. De politie moest
eraan te pas komen. Zelf ben ik er ook naar toe gegaan om te kijken of ik kon sussen of
bemiddelen. En wat ik daar vervolgens zag en hoorde, zo in de frontlijn van het menselijk
onvermogen om op een zindelijke manier met elkaar om te gaan, deed mij weer beseffen dat
wij ons als kerk ons de luxe niet kunnen veroorloven om te doen alsof we een eiland zijn
middenin de samenleving. Want daarmee zouden we ook doen waar de samenleving als
geheel op dit moment aan lijdt: Dat alle verschillende bevolkingsgroepen in onze stad nogal
eens als eilanden langs elkaar heen leven. Het lijkt mij ook een taak van de kerk om, naar het
woord van Jezus, daarin een lichtend licht en een zoutend zout te zijn in de samenleving
waarin wij als kerk wonen.

De laatste jaren is de verhouding tussen verschillende bevolkingsgroepen onder druk komen


te staan en heeft het onderlinge vertrouwen een aantal flinke deuken opgelopen.
Spanningen in de multiculturele samenleving spelen een steeds grotere rol in het
maatschappelijk debat. Meer en meer wordt dat aangevuurd door sommige media en politiek
die er van ‘links’ tot ‘rechts’, triest genoeg, mede het garen van hun eigenbelang mee spinnen
ten koste van een zindelijk samenleven van burgers.
Het is inmiddels bijna onmogelijk geworden om het op een open en eerlijke manier te hebben
over de toekomst van de samenleving en over de vraag hoe om te gaan met integratie. Wie
kiest voor de open dialoog en zich zorgen maakt over de toon waarop het debat, soms op het
scherpst van de snede, wordt gevoerd wordt al gauw weggezet als zwak, naïef en onderdanig
aan “nieuwkomers”. Anderzijds worden zij die terecht kritische kanttekeningen plaatsen over
bepaalde aspecten van nieuwe culturen in ons midden al gauw weggezet als racistisch en
xenofoob. Het is naar mijn idee daarom de hoogste tijd dat in dit alles de zuivere nuance
wordt teruggevonden. Anders gezegd: wat heet nu eigenlijk vrijheid.

In politiek en media wordt nogal eens, soms op het hysterische af, de vrijheid van het individu
en de vrijheid van meningsuiting als het allerhoogste goed naar voren geschoven. In die
voorstelling van vrijheid dient eenieder die er in de multiculturele samenleving bij wil horen,
zich in te voegen. Daarbij wordt echter nogal eens één van de belangrijkste kenmerken van
dat wat vrijheid is over het hoofd gezien. Vrijheid is namelijk een relatiebegrip. Vrijheid kan
nooit bestaan los van anderen die anders zijn dan jij. Een vrijheidsbegrip echter, dat naar
voren wordt geschoven als iets waar je je maar in hebt te voegen want anders ben je op zijn
minst verdacht, ziet voorbij aan het feit dat werkelijke vrijheid alleen kan bestaan in een open
verhouding met anderen die niet hetzelfde zijn als jij. Hetzelfde fenomeen zie je ook gebeuren
in het verhitte debat over de vrijheid van meningsuiting. Ook daarin is de inzet nogal eens het
vermeende recht op vrijheid om volstrekt autonoom, dus los van alles en iedereen, maar te
roepen wat je wilt roepen. Zulke “vrijheid” maakt mensen in werkelijkheid echter erg onvrij
en maakt ook hypocriet. Wie herinnert zich nog cabaretier Youp van ’t Hek die in een
theatershow zei dat als je een bepaald biermerk dronk je toch wel een heel erg grote burgertut
was. En omdat cabaretiers in ons land nu eenmaal de iconen zijn van de zo bewierookte
vrijheid van meningsuiting, wilde vanaf toen niemand het spul meer drinken. Leve de
vrijheid! Maar zulke “vrijheid” is natuurlijk hypocriet, want wie het spul graag lust wordt
door iedereen voor tut versleten.
Nu weet ik als dominee als geen ander dat een theocratie net zo goed schijngelovigen en dus
hypocrisie schept, en daarom ben ik dus erg voor scheiding van kerk en staat. Het eerste wat
daarvan opknapt is de godsdienst zelf. Ik zal nooit accepteren dat de staat mij voor gaat
schrijven welk gezang ik in de kerk moet zingen. Zo zal ik ook nooit accepteren dat er over
mijn reverskruisje belasting moet worden betaald, en dat geldt wat mij betreft voor iedere
geloofsuiting van eerzame burgers in de openbare ruimte. Zo is in Nederland de scheiding van
kerk en staat dan ook een uitvinding van de kerk.
Een maatschappij waarin de vrijheid van meningsuiting trekken krijgt van een soort
“goddelijke” onaantastbaarheid wordt net zo schijnheilig en hypocriet als een theocratie.
Vrijheid om met elkaar samen te leven laat zich noch van bovenaf noch van onderop
dwingen. Op die manier zijn mensen allicht moe van het zalvende gepraat over de
multiculturele samenleving dat alleen als een muisgrijze fopspeen van opgedrongen
gezamenlijkheid werkt. Maar het andere uiterste: Dat van het ter verantwoording willen
roepen van hele bevolkingsgroepen voor het idiote gedrag van enkelingen; Dat van het met
olifantshoeven door de porseleinkast van het teerste zelfverstaan van een ander heen denderen
omdat een grote bek nu eenmaal altijd moet kunnen; Dát andere uiterste zal net zomin ooit
iets goeds doen voor een zindelijk samenleven. Een mens die zich laat leiden door principes
van medemenselijkheid, van tolerantie en van zelfbewustzijn omdat hij ook weet heeft van
wie de ander in zijn of haar eigenheid is, leeft preciezer dan meest nauwgezette steile
calvinist, maar is daarin tegelijkertijd juist vrijer dan meest losgeslagen libertijn. De apostel
Paulus noemde dat naar mijn idee: “De vrijheid van de kinderen Gods”. (Romeinen 8: 21)

E. Bijl

Anda mungkin juga menyukai