LesSchemaFormulier

Student: Fleur Kunen

Kempelklas: CP2
Stageschool + plaats: De Doolgaard, Horst
Groep: 4
Mentor: Frank Eickmans
Vak/onderwerp: Taal/onderzoekend leren
Datum: 08-01

Bij welke kritische kern ben ik me het meest aan het ontwikkelen?
1.1 Werken aan groepsvorming 1.2 Communiceren in de groep 2.1 Pedagogisch handelen
2.2 Individuele pedagogische zorg 3.1 Adaptief omgaan met leerlijnen 3.2 Krachtige leeromgeving
3.3 Leren leren x 4.1 Klassenmanagement 4.2 Zorgdragen voor organisatorische
aspecten op schoolniveau

Aandachtspunten: Wat wil ik leren van deze activiteit zodat ik me verder kan ontwikkelen?
- Onderzoekende les ontwikkelen.
- Theorie aan de les koppelen.
- Knelpunten  acties.
Actiepunten: Hoe ga ik dat in deze activiteit vormgeven?
- Onderzoekende les ontwikkelen:
Kennis van de lessen gebruiken. Inspiratie opdoen op het internet. Werken binnen het thema.
- Theorie aan de les koppelen:
Cirkel van onderzoekend leren gebruiken.

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De kinderen werken vaker binnen een thema. Ze zijn nu nog geen nieuw thema gestart.

Wat is het lesdoel voor de kinderen?

De kinderen leren goede onderzoeksvragen opstellen.

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?

Memoblaadjes
Grote vellen papier
Filmpje 4.30-8.30
https://www.schooltv.nl/video/nieuws-uit-de-natuur-ons-zonnestelsel/

Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
- De kinderen moeten goed overleggen in de groepjes. Het kan zijn dat het samenwerken nog niet
goed verloopt.  Ik wijs diegene aan die mag beginnen met schrijven. De kinderen mogen om de
beurt een vraag opschrijven.
- Het kan zijn dat de kinderen het nog moeilijk vinden om de vragen op te stellen  Daarom laat
ik ze bewust nog samenwerken, dan kunnen ze elkaar helpen.
Fasering: Inhoud: Lesverloop: Onderbouwing:
Tijd Welke inhoud komt Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Welke theorie gebruik ik?
Lesfasen aan bod? Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
1. Filmpje kijken We kijken een filmpje om het onderwerp ‘de ruimte’ te introduceren.

2. Wat weten we al? Ik maak een woordweb met de kinderen over de ruimte.

3. Waar kunnen vragen Vraagwoorden bespreken.

mee beginnen?

4. Vragen maken De kinderen krijgen per groepje een blokje met memoblaadjes. Ze mogen met elk
vraagwoord een vraag opstellen en op het A3-blad plakken.
 Denk hierbij eraan dat de vraag moet beginnen met een hoofdletter en eindigen
met een vraagteken!

5. Vragen bespreken. We gaan kort wat vragen bespreken. De vragen worden opgehangen in de klas.  We zijn in deze les vooral aan het
Gedurende de volgende lessen kan er wellicht een antwoord gezocht worden op de verkennen en onderzoek aan het
vragen. opzetten.
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?

- Goed nieuwsgierigheid opgewekt met het filmpje.
- Vragen vanuit de kinderen laten komen.
- Het was goed dat ik een extra verwerkingsopdracht deed.
- Het was soms erg onrustig, kinderen praten veel door elkaar. Ik heb ze hier wel op gewezen maar
ik was nog niet echt heel blij met het resultaat.

- Samenwerken ging niet bij alle groepjes even goed. Daniel wilde niet samenwerken, het lukte me
niet om hem goed aan het werk te krijgen.
Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:
Het lesdoel is een beetje gehaald. Er zijn goede vragen gekomen, maar ik had graag meer vragen gezien.

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:

De kinderen waren betrokken bij het onderwerp.
Tijdens het bedenken van de vragen waren sommige kinderen minder betrokken, ik denk dat dit kwam
doordat ze niet zo goed wisten wat ze moesten doen.

Hoe heb ik gewerkt aan mijn eigen actiepunten tijdens deze activiteit?
- Onderzoekende les ontwikkelen:
Kennis van de lessen gebruiken. Inspiratie opdoen op het internet. Werken binnen het thema.
 Veel vanuit de kinderen laten komen.
- Theorie aan de les koppelen:
Cirkel van onderzoekend leren gebruiken.
 Internet gebruikt.
Op welke wijze heeft de gebruikte theorie effect gehad op mijn handelen?
Hoe heeft mijn pedagogisch handelen voor een veilig leer- en leefklimaat gezorgd?
Door de onderzoekscirkel wist ik welke elementen ik als eerste aan bod moest laten komen bij het
onderzoekend leren.
Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?
Meester Frank heeft de les niet gezien. Er was een vervanger. Hij gaf mij terug dat ik beter aan de
kinderen moet laten weten wat ik van ze verwacht.

Reflectie student

Wat ga ik van bovenstaande punten meenemen voor een volgende activiteit?

Ik ga manieren opzoeken hoe ik de verwachtingen die ik heb beter duidelijk kan maken.

Waar moet ik meer informatie over gaan zoeken?

- Zijn er nog tips van de mentor?
/

- Zijn er tips vanuit het vakconcept of andere literatuur te vinden?

/