Les 9/11/2017
Wat is didactiek?
Afgeleid van het Grieks
Onderwijzen
De wetenschap van het onderwijzen/lesgeven
Goed didactisch model = basis van goede les
Didactisch model
Vereenvoudigde weergave van essentiële componenten van een didactisch proces
Samenhang & wisselwerking tussen de verschillende componenten
Veel verschillende modellen
Didactische driehoek
1
Didactisch model – De Corte 1981
Leerplan
Wat is een leerplan?
Overzicht van de leerstof die behandelt moet worden in de klas
Alle erkende scholen
Inrichtende macht
Meestal onderwijsnetten en onderwijskoepels
Handelingsplan
Wat is een handelingsplan
Buitengewoon onderwijs
Geïndividualiseerd curriculum
Schoolteam selecteert ontwikkelingsdoelen
Voor type 3: geen vastgelegde ontwikkelingsdoelen
Wel een servicedocument met visietekst en doelen
Voor type 4,5,& 6 ook geen ontwikkelingsdoelen
Doelstellingen
Wat zijn doelstellingen
Minimum aan:
Kennis
Inzicht
Vaardigheden
attitudes
Steeds in functie van het leerplan
2
Vakoverschrijdende ET
Maatschappelijke verschijnselen & problemen
Aandacht voor lichamelijke gezondheid, veiligheid, mentale gezondheid, duurzame
ontwikkeling…
Vakoverschrijdende eindtermen
Naast contexten gemeenschappelijke stam met sleutelcompetenties
Rubriek leren leren
Vangnet voor doelen die niet of nauwelijks in vakken aan bod komen
Soorten doelstellingen
Leerlingen moeten in hun totaliteit kunnen ontplooien
Alle persoonlijkheidsdomeinen
Cognitief domein
Dynamisch-affectief domein
Psychomotorisch domein
Cognitieve doelstellingen
Alles wat te maken heeft met het denken, het verstand & intellect
Denkactiviteiten
Bv. in eigen woorden zeggen wat een ruit is
Bv. Brussel kunnen aanduiden op een blinde kaart van België
Motorische doelstellingen
Beheersing van motorische, lichamelijke en zintuigelijke vaardigheden
Bv. woorden correct uitspreken
Bv. zich heel klein en heel groot maken
Bv. proeven wat bitter is en wat zuur is
Dynamisch-affectieve doelstellingen
Aspecten van het gedrag
Attitudes
Waarden
Motieven
Interesses
Bv. de mening van anderen respecteren
Bv. naar elkaar luisteren en niet door elkaar praten
SMART-principe
Specifiek
Niet vaag of algemeen
‘wat’ vragen
Meetbaar
Om na te gaan of de doelstellingen bereikt zijn
objectief
Acceptabel
Passen binnen een schooleigen opvoedingsproject
Passen binnen ontwikkelingsproces van het kind
Haalbaar
Realistisch
Haalbaarheid & realiseerbaarheid
Te hoog gegrepen = demotiverend
Te gemakkelijk = demotiverend
Tijdsgebonden
Bepaalde tijdspanne
Soms nodig, soms niet
3
Les 14/12/2017
Aspecten van een goed opgebouwde les
Lesopbouw
Beginsituatie
Doelgroep?
Lesdoelen?
Hoe doelen bereiken?
Welke werkvorm?
Inleiding
Aandacht trekken met energizer = motivatie
Kern
Onderwijsleergesprek
Oefeningen
Verwerking
Verwerkingsopdracht
Slot
Korte herhaling evaluatie
Ondernemingszin
Ondernemingszin
Essentiële opdracht van het onderwijs
Het vermogen om iets teweeg te brengen dat vernieuwend en grensverleggend is
Initiatief nemen
Zelfsturing
Hoge dosis verbeeldingskracht
Creativiteit
Organiseren
Leidersrol vervullen
Ondernemingszin
CEGO = theoretisch kader om rond ondernemingszin & zelfsturing te werken bij
leerlingen
4
Ondernemingszin – deelcompononenten
1. Wilsfactor
Gedreven zijn om ‘iets’ te veranderen aan de omgeving
Actiegericht
Doorzettingsvermogen
Niet opgeven
2. Keuzes kunnen maken
Weten wat ze willen
Geven in de klas wat ze willen doen
Innoverend
3. Scenario’s kunnen oproepen en in handelen omzetten
Inspelen op de situatie
Brede kijk op de dingen
Vermogen om te plannen & te realiseren
4. Afstand kunnen nemen
Stilstaan bij ondernomen acties
Bijsturen van het gedrag
Kan een aanvulling of correctie zijn op wilsfactor
Differentiëren
Differentiëren
Niet herleiden tot groepswerk of individueel werk
Kind laten deelnemen aan leerprocessen in de klas
Waarde van de heterogeniteit van de groep
Verwerking van de leerstof niveaugroepen
Stigmatiseren van de zwakke leerlingen
Zinvol aangepaste taak voor heterogene groepjes = leren van elkaar
Besluit
Differentiatie door zelfsturing
Naar interesse
Leren kiezen
Wilskracht
Naar mogelijkheden
Kiezen spontaan voor iets dat hen uitdaagt
Naar zelfsturing
Moet je leren
Bij planning en uitvoeren van een opdracht
Nadenken over de volgende stappen
Werken aan probleemoplossingsvaardigheden
5
Sticordi
Stimuleren
Probleem erkennen
Begrip tonen
Aanmoedigen
Compenseren
Hulpmiddelen aanbieden
Bv. spellingsstrategie, vergrote leesteksten, pictogrammen…
Remediëren
Gericht oefenen
Extra zorg
Bv. extra leesspellen, herhaling…
Dispenseren
Vrijstellen van bepaalde opdrachten/delen ervan
Bv. geen zinnendictee, geen vraagstukken maken, geen LO les…
6
Les 25/01/2018
1. Regisseer je klas: praktijkvoorbeeld
Fragment ‘Entre les murs’
3. Orde houden
Probleem van orde houden, discipline in de klas en op school wordt steeds groter
Klasmanagement
Veel voorkomende problemen:
Spijbelen
Storend
Lesonderbrekend gedrag
Aanpak op 3 niveaus
Basisniveau: toepassing van regels
Sociale niveau: vanuit besef van een sociale verantwoordelijkheid
Zelfdiscipline
In het secundair starten we met basisniveau in de eerste graad en leren de
leerlingen de volgende niveaus aan naarmate ze het basisniveau bereiken
7
Basisniveau:
Schoolregels
Klasregels
Regels op niveau van individuele leerling
Nodig voor de samenleving
Bijvoorbeeld: verkeersreglement: niet iedereen wil graag zich aan de
snelheidsbeperking houden, maar het moet, anders komt de boete.
Leerling kent de gedragsregels en past de regels toe
Bv. geen muts in het gebouw
Leerling studeert regelmatig en maakt zijn taken
Leerling is tijdig in de lessen
Leerling beschadigt het materiaal van zichzelf en anderen niet
Wat indien de leerling de regels niet respecteert:
Relatie leerkracht – leerling
Leeringbegeleidster
Aanmoediging
Gedragsmodificatie
Rolmodel
Straf
Sociaal niveau
De leerling accepteert en past de regels toe vanuit een besef van sociale
verantwoordelijkheid
Onder druk van de groep
Besef van het goede voorbeeld moeten geven
Groepsdruk
Zelfdiscipline
In omstandigheden waarin geen duidelijke regels zijn voorgeschreven of waarin
de sociale normen niet duidelijk uit de sociale context af te leiden zijn, is het
nodig om normen voor zichzelf te formuleren
Bv. gsm is verboden in het gebouw, de leerling van de derde graad is alleen in
een lokaal, er is niemand die sociale controle uitoefent. Neemt hij zijn gsm of
niet?
8
4. Veilig klasklimaat: Mitchell en Marzano
Het boek ‘wat echt werkt’ 27 evidence based strategieën voor het onderwijs
geschreven door David Mitchell
9
D) mentale instelling van de leraar
Ontwikkelen van de alertheid van de leraar zodat die voortdurend weet wat
er gebeurt in de groep
De leraar houdt bewust controle over zijn eigen gedachten en gevoelens
bij het reageren op storend gedrag van de leerlingen
Dit leidt tot 40% vermindering van storend gedrag
4 aandachtsvelden
A) preventie van probleemsituaties
Bv. lesonderbrekingen doordat de directeur even iets komt zeggen
Bv. leerlingen die bij leswisselingen te laat komen
Bv. leerlingen die ruzie gemaakt hebben op de speelplaats en de ruzie is
nog niet voorbij
Deze situaties zijn onverwacht. Je kan ze dus niet voorkomen
- Houd oogcontact met alle leerlingen
- Blijf alle leerlingen zien
- Positieve bekrachtiging van de leerlingen die het goed doen
- Wandel door het hele klaslokaal
- Probeer door oogcontact ongewenst gedrag te corrigeren
- Herinner de leerling aan de afgesproken regels
- Indien dit niet werkt: pas de consequenties toe
- Straf alleen nadat je alle andere middelen hebt uitgeput
B) didactische vaardigheden
Alert zijn
Het spreiden van de aandacht
Continuïteit en vaart: werk door, niet te snel, maar ook niet te traag
Het erbij houden van de groep: nieuw materiaal, voorkennis
Klasindeling: u-vorm, drukke leerlingen dichtbij leraar
Zelfstandig werken en samenwerken in groep
C) regels en afspraken
Een goede regel is positief opgesteld en in concrete gedragstermen
geformuleerd
Dus niet: je praat niet tijdens de les. Maar je bent stil tijdens het werken
aan oefeningen
Niet: je komt niet te laat. Maar: je zorgt ervoor dat je tijdig op school bent
Regels zullen overtreden worden:
- Omdat ze niet duidelijk zijn
- Omdat de leerling geen zin had om de regel te volgen
- Omdat de leerling vindt dat het een absurde regel is
- Omdat er iets gebeurd is, waardoor de leerling de regel zal
overtreden (buiten zijn schuld om)
Wat als de regels en afspraken niet nageleefd worden? Wees consequent
en duidelijk
10
D) inrichting van de klas
Weerspiegel de interesses, de leefwereld en de activiteiten van de
leerlingen
De leerlingen en leerkrachten voelen zich thuis in het lokaal
Denk na over:
- Positie van de lessenaar
- Aparte instructietafel
- Opstelling tafels
- Kunnen alle leerlingen het bord goed zien?
- Zijn er stille werkplekken?
- Zijn er aparte hoeken?
- Is er kleur in de klas?
- Is er plaats om het gemaakte werk van de leerlingen te
presenteren?
11
Les 15/03/2018
Observatie van een klasgroep
Ben je nieuwsgierig om te observeren?
Observeren is een basisvaardigheid van elke leerkracht
Er is een verschil tussen observeren en waarnemen
Coöperatieve werkvormen
Goede werkvormen om samenwerken te oefenen. Samenwerken is een
vaardigheid die kinderen nodig hebben om goed te kunnen functioneren in de
samenleving
Door met elkaar samen te werken praten kinderen met elkaar over de leerstof. Ze
zijn er actief mee bezig en leren van elkaar.
‘Sterke’ leerlingen werken samen met ‘zwakkere’ leerlingen. Leerlingen krijgen
meer inzicht in de leerstof door het elkaar uit te leggen.
Door samenwerken leren kinderen elkaar beter kennen, ontstaat er begrip voor
elkaar en zijn ook bereid elkaar te helpen
12
Flitsen (10 – 15 minuten)
Maken van flitskaartjes (bv. tafel van 6)
In tweetallen bevragen
Geven elkaar hierbij complimenten
Geschikt voor automatiseren en feitenkennis bij taal, rekenen en zaakvakken
13
Bij coöperatief leren is er sprake van directe interactie tussen leerlingen in een groepje.
In de uitwisseling van gedachten, ideeën en opvattingen zit de leerwinst.
14
Les 02/05/2018
Inleiding evaluatie
1.1 Belang van evaluatie in het onderwijs
Beslissende rol voor leerling, ouders, leerkracht en school
Leerling en ouders krijgen inzicht in zijn kennen/kunnen
Hoe moet ik studeren (leren-leren)
Welke studierichting past bij mij?
Remediëring?
Voor de leerkracht
Kan zo zijn eigen onderwijswerk beoordelen
Kan zo het resultaat en evolutie van de leerlingen beoordelen
Kan zo acties ondernemen
Bv. individuele hulp, wat bij een zwakke klasgroep, bijsturing naar volgend
schooljaar
Voor de schoolorganisatie
In-, door- en uitstroom van leerlingen organiseren
Evaluatiecriteria
Opmaak schoolrapport
15
Fase 1: verzamelen van gegevens, Toetsen en andere evaluatievormen
1.1 Toetsen
Toetsen samenstellen
Toetsen afnemen
Toetsen corrigeren
Scores inbrengen
Verwerking
Fase 2: beoordelen
De leerkracht beschikt over informatie via de toets (verzamelen van gegevens) en kent
hier een waardeoordeel aan vast (beoordelen)
Tienpuntenschaal
10: uitstekend 5 amper voldoende
9: zeer goed 4 onvoldoende
8: goed 3: zeer onvoldoende
7: ruim voldoende 2: slecht
6: gewoon voldoende 1: zeer slecht
Viergradenschaal
A: zeer goed
B: goed
C: voldoende
D: onvoldoende
Vijfgradenschaal
A: zeer goed
B: goed
C: middelmatig
D: zwak
E: zeer zwak
Pass of Fail
Fase 3: beslissen
Didactische beslissingen en eindbeslissingen
Didactische beslissingen hebben te maken met maatregelen ter ondersteuning
van het leren en het onderwijzen. Bijsturen van het onderwijsleerproces
Eindbeslissingen hebben te maken met maatregelen betreffende de doorstroming
of diplomering van de leerling, ter afsluiting van een onderwijsperiode.
Didactische beslissingen
3 beslissingsmomenten
Aanvang van de les (beginsituatie)
Tijdens de les
Op het einde van een les(senreeks): de leerkracht kan hier acties
ondernemen, een herhaling of een herkansing voorzien,
sticordimaatregelen…
In samenspraak met begeleidende klassenraad
16
Eindbeslissingen
Eindbeslissing of deliberende klassenraad hebben een summatief karakter en
worden genomen door het ganse leerkrachtenteam
Eindebeslissing kan van tweeërlei aard zijn: toelating of afsluiten
Toelaten:
Tot welk soort vervolgonderwijs kan de leerling toegang worden verschaft
Afsluiten
Kan de leerling gekwalificeerd worden op grond van het voorbije
onderwijs? Heeft hij de leerdoelen behaald? Dit resultaat wordt bekrachtigd
door een attest, een certificaat, een getuigschrift of een diploma
De deliberende klassenraad heeft de bevoegdheid om een A-attest, een B-attest
of een C-attest uit te schrijven.
A-attest
De leerling heeft de leerdoelen behaald en mag overgaan naar alle vormen
van vervolgonderwijs
B-attest:
De leerling heeft de leerdoelen behaald, maar mag niet overgaan naar
bepaalde vervolgopleidingen
C-attest:
De leerling heeft de leerdoelen niet behaald en mag niet overgaan naar
een vervolgopleiding
Beslissingsregels: de regels rond deliberatie vindt men terug in de visietekst van
de school
Fase 4: rapporteren
Summatief rapporteren
Rapport met cijfers wordt uitgedeeld:
Welk moment is het beste
Tijdens de les? Tijdens een oudercontact? Via smartschool?
Formatief rapporteren
Feedback wordt gegeven
Duidelijk, snel, effectief
Positieve verwoording
Hoop
Schriftelijk
Verduidelijking via een gesprek
17