Het Afstudeeronderzoek
In de eerste helft van 2006 heb ik een afstudeeronderzoek
inzetten zijn het beter richting kunnen geven aan de huidige interne
en I(C)T alignment.
een lage mate van detail het gewenste inzicht bieden. Deze wens Na deze heldere afbakening heb ik middels een literatuurstudie
van Information Management met betrekking tot de ontwikkeling en bekeken of deze EA ontwikkeling en implementatie binnen Atos Origin
implementatie van een EA wordt ondersteund door een model van ondersteund kan worden door een theoretisch raamwerk.
1
Van der Zee et al. (2000) . Er dient een afweging gemaakt te worden Mijn keuze voor het raamwerk werd bepaald door een aantal ‘Kritieke
tussen een hoge mate van detail en een beperkte scope enerzijds en Succes Factoren’ afkomstig uit de literatuur en de mate waarin het
een brede scope en een lage mate van detail anderzijds. In figuur 1 model daaraan ondersteuning bood.
is de plek van Atos Origin in het model van Van der Zee et al. (2000)
weergegeven.
.ego 21
De belangrijkste ‘Kritieke Succes Factoren’ die ik destijds heb ondersteund moet worden door de hele organisatie en daarbij ook oog
geïdentificeerd zijn de volgende: heeft voor communicatie en management of change aspecten rondom
De EA moet geaccepteerd en ondersteund worden door de EA. Deze eigenschappen worden als groot pluspunt ervaren door
hele organisatie. Information Management en ook vanuit de literatuur gezien als succes
De bestemmingsplan benadering is een meer succesvolle In eerste instantie heb ik, als vingeroefening, het proces van TOGAF
benadering dan een blauwdruk benadering. volledig, maar op hoofdlijnen doorlopen. Al snel werd duidelijk dat
Daarnaast heb ik gekeken in hoeverre de twee meest bekende EA het onmogelijk zou zijn om alle stappen tot in een grote mate van
2
modellen/raamwerken (het Zachman raamwerk en het TOGAF-model ) detail uit te voeren: de beschikbare tijd en resources ontbraken
overeenkwamen met de eisen die door IM werden gesteld aan een EA eenvoudigweg. Daarom heb ik besloten om – in het kader van het
Op basis van de twee voorgaande criteria heb ik uiteindelijk van het TOGAF model. In de eerste vijf stappen in het proces zijn
gekozen voor het TOGAF-model (zie figuur 2) om de ontwikkeling en het organisatie-, applicatie-, proces- en informatiemodel opgesteld.
implementatie van de EA voor Atos Origin te ondersteunen. Uitgangspunt hierbij was om zoveel mogelijk aan hergebruik te
Dit model biedt op een pragmatische manier houvast om de gewenste doen en dus gebruik te maken van het bestaande procesmodel, het
onderdelen van de architectuur in kaart te brengen en zorgt ervoor organisatiemodel en het applicatiemodel. Een voorzet is gemaakt
dat er geen onderdelen worden overgeslagen. Het TOGAF model focust voor het informatiemodel en ook is gekeken naar de principes
op het architectuurproces (en is zelf ook een continu en iteratief die ten grondslag liggen aan het informatiebeleid van Information
proces) en gaat niet, zoals sommige andere modellen, uit van een Management.
blauwdruk benadering. Het TOGAF model kan worden gekenmerkt als Naar aanleiding van de doorlopen stappen en in lijn met de zesde
bestemmingsplanmodel, dat ervan uit gaat dat het werken met een EA stap van het TOGAF model heb ik een aantal conclusies getrokken
worden. Rondom dit alles moet een EA team opgesteld worden, met
Atos Origin Nederland een aantal zaken goed ‘in place’ heeft die
applicatielandschap.
22 .ego
Enterprise Architectuur
Waar staan we nu? De APS heeft ertoe geleid dat we een aantal heldere vervolgstappen
Ik ben inmiddels negen maanden werkzaam bij de afdeling Information hebben gedefinieerd en dat we nu bezig zijn met het stapsgewijs
Management bij Atos Origin Nederland en kan dan ook spreken verbeteren van ons applicatielandschap op het gebied van (primaire)
van ‘we’ als het gaat over activiteiten verricht door Information procesondersteuning en (eenmalige) informatievastlegging. We gaan
Management op het gebied van EA. Wat hebben we tot nog toe met de stap voor stap focussen op een aantal processen, waarbij ook de
aanbevelingen van vorig jaar gedaan en wat is onze huidige visie op de business zelf een belangrijke rol speelt. EA staat definitief op de
EA ontwikkeling? agenda, zowel van Information Management als van de organisatie als
geheel.
past bij de doelen die IM heeft gesteld en ook als bruikbaar is Duidelijk is dat we door deze aanpak hebben doorgebouwd aan onze
bestempeld, is het voor de hand liggend dat op dit model wordt EA met een brede scope en een relatief laag detailniveau en dat we
voortgebouwd. De eerste stappen zijn daarbij al doorlopen en de door enerzijds steeds verder te ontwikkelen een steeds bredere EA
basis voor verdere invulling is vorig jaar gelegd na voltooiing van kunnen ontwikkelen en anderzijds ook verder de diepte in kunnen gaan
mijn scriptie. Het raamwerk en de manier waarop we het raamwerk (een hoger detailniveau) in verschillende kleine gebieden (een smallere
willen gebruiken is duidelijk, evenals de visie wat we willen met onze scope).
liggen op de stappen B, C en D van het TOGAF model en dus op de Het onderscheid tussen de in de vorige alinea beschreven
ontwikkeling en uitwerking van een proces-, applicatie-, informatie- architecturen wordt steeds duidelijker. Je ziet steeds meer een
en infrastructuurmodel. Aangezien vanuit de organisatie (met name onderscheid ontstaan tussen de bestemmingsplanbenadering en de
vanuit de divisie vertegenwoordigers voor IT) de vraag naar een helder blauwdrukbenadering die sommige andere architectuurbenaderingen
instantie op gericht. Bij de eerste benadering wordt op een hoger niveau naar architectuur
Als onderdeel van de EA oplossingen zoals Atos Origin die aanbiedt gekeken. De nadruk ligt op het procesmodel, het informatiemodel,
aan klanten, is de Applicatie Portfolio Scan (hierna: APS) een goed het applicatiemodel, het infrastructuurmodel en de relaties tussen
middel om op een objectieve manier een overzicht te krijgen van deze modellen. Veelal wordt deze benadering gebruikt voor het
ons applicatielandschap. Gezien de ervaringen bij andere klanten, ontwikkelen van architecturen ten behoeve van het versoepelen van
hebben we als Information Management besloten om gebruik te maken besluitvorming, het beter afstemmen tussen de business en de IT
van deze ‘proven technology’. Gezien het feit dat we een EA willen afdeling en het nemen van beslissingen in de juiste tijd en context.
ontwikkelen en gebruiken met een brede scope, hebben we de APS Deze eerste benadering wordt gezien als de bestemmingsplan
hierop aangepast door op verschillende (uiteenlopende) gebieden een benadering, veelal toegepast bij Enterprise Architecturen.
gebruik van de applicatie en de techniek achter de applicatie hebben naar de applicaties, processen, informatie en infrastructuur en er
we ook gevraagd naar de processen die door de applicatie worden wordt gekeken hoe deze onderdelen tot op het laagste niveau met
ondersteund en welke informatie wordt gebruikt en vastgelegd door elkaar communiceren. De scope is daarbij vaak meer beperkt en
de applicatie. Hierdoor hebben we dus tegelijkertijd goed na moeten de doelen moeten meer gezocht worden in het overzicht bewaren
denken en een beslissing moeten nemen over het door ons gebruikte tussen een klein aantal applicaties, datagroepen en een bepaald
procesmodel en informatiemodel, aangezien ook hierover vragen stuk infrastructuur om een bepaald proces of een aantal services
werden gesteld in ieder interview met de informanten van applicaties. te stroomlijnen. De inzet van tools en hulpmiddelen is hierbij ook
Door het doen van deze APS zijn we in staat geweest om de Cordys, en Tibco. Deze tweede benadering zou kunnen worden gezien
verschillende aspecten die aan bod komen in stap B, C en D van als de blauwdrukbenadering, veelal toegepast bij Service Oriented
te koppelen en hebben we tegelijkertijd de organisatie in een vroeg Ondanks dat er niet gesproken kan worden van één ‘juiste aanpak’
stadium bij de ontwikkeling van onze EA betrokken, wat als een van de op het gebied van architectuurontwikkeling (men is immers volledig
kritieke succesfactoren voor de ontwikkeling van een EA geldt. afhankelijk van de context en het doel van de architectuur), kan er
.ego 23
Enterprise Architectuur
opgebouwd, wordt er verder een basis gevormd die kan dienen voor
Bronnen: 1: Van der Zee, J.T.M. en P. Laagland en B. Hafkenscheid (2000), Architectuur als managementinstrument:
te kunnen beheersen, zowel van de IT in zijn geheel, als van de
complexiteit die ontstaat door een hoge mate van detail en een brede
scope.
Beheersing en besturing van complexiteit in het netwerktijdperk, Ten Hagen Stam Uitgevers, Den Haag;
Figuur 3: Het model van Van der Zee et al. (2000) aangevuld
verliezen.
Ove r de Auteu r
Ralf van Houtem is sinds janua r i
we r k zaam a l s (App l icatie) A rch itect
bij de Suppor t afdeling Information
Management van Atos O r igin Neder land.
Zijn afstudeerscr iptie met de titel:
“ E nte r p r i se A rch itect u re: A potent i a l fo r
Competitive Advantage?” heef t hi j vo r ig
jaa r ook bij deze afdeling gesch reven.
D it a r tikel is mede tot stand gekomen met
medewer k ing van de begeleiders van zijn
afstuderen: Johan van Limpt (Atos O r igin)
en Han van der Zee (Atos Consulting en
h o o g l e ra a r U n i ve r s i te i t va n T i l b u rg).
24 .ego