Stagewerkplan

Student
Naam: Jordan Levy Studievak: Natuurkunde

Studentnummer: 3013820 e-mail: j.levy@student.fontys.nl

Stage
Niveau: Hoofdfasestage 1 bachelor Studiejaar: 2017-2018

Stageperiode van: 16-11-2017 tot: 05-07-2018

Stageschool
Naam school: Dr. Mollercollege

Adres: Olympiaweg 8b

Schoolopleider: Ton Verkerk

Werkplekbegeleider: Janneke Vromans-Bongaards

Instituutsopleider: Jacintha Melenhorst

Sla dit document op als: "Werkplan_Eigen_Naam.doc op je eigen pc"

 Lees dit eerst
Vul eerst de sterkte-zwakte analyse in (blz. 2). Gebruik die om je leervragen en activiteiten in te vullen bij de competenties (blz. 3 e.v.).
Begin eerst met een paar leervragen/gedragsindicatoren. Vul dat later aan met een paar andere, aan de hand van de ervaringen die je opdoet (in overleg met je
begeleiders). Noteer van tijd tot tijd wat je gedaan en bereikt hebt. Neem de laatste versie van dit document op in je portfolio.
Stel je eerst op de hoogte van de omschrijving van de competentie
(bijvoorbeeld in de Competentiekaarten of een andere, die voor jou
1. Interpersoonlijk competent geldt).
Formuleer daarna in eigen woorden wat het voor jou betekent.

Omschrijf in eigen woorden wat voor jou

in deze competentie belangrijk is:

Gedragsindicatoren/
Leervragen Activiteiten Resultaat
Bekwaamheidseisen (Hoe ga ik daar aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
A 1.1 communiceert effectief door het hanteren
van verbale en non-verbale technieken

Begin hier Kies bij elke leervraag een gedragsindicator uit Formuleer een concrete activiteit bij elke leervraag Denk aan concrete, tastbare producten
Formuleer hier je eigen leervragen. de competentiebeschrijving (met juiste Overleg eventueel met medestudenten (ook niet- die je in je portfolio kunt opnemen:
Doe dat zo concreet mogelijk. Ga uit niveau). Hieraan ga je werken. vakgenoten). Jullie kunnen elkaar helpen bij het
Overleg, indien nodig, met je begeleiders. uitwerken van activiteiten.  Geschreven commentaar van
van je sterkte-zwakte analyse, WPB/SO/IO of medestudenten,
resultaten van eerdere stages en Formuleer bondig!
aangevuld met jouw reflectie.
andere ervaringen.  Zelf gemaakte werkbladen,
proefwerken, lesvoorbereidingen,
lesformulieren.
LEES DIT GOED:  Kopieën van producten van leerlingen.
 De voorpagina is als formulier uitgevoerd: de (grijze) invoervelden vul je in. De invoer is beperkt gehouden.  Video-opnames
 Proefwerken met foutenanalyse.
 Ga met muis, cursortoets of TAB-toets naar een volgend veld.  Door jou gemaakte observaties en
verslagen van gesprekken. Enz. etc.
 Pagina 1 en 2 zijn beschermd; haal deze bescherming er niet af!
 Daarna kun je vrij invullen. Laat de indeling en de koppen intact!
 BEGELEIDERS (IO EN WPB) NOTEREN FEEDBACK IN ROOD BIJ DE
TEKST VAN DE STUDENT.
Sterkte-zwakteanalyse
Geef hier een (korte) omschrijving van je sterke en zwakke punten. Deze haal je uit:
 eindevaluatie van je vorige stage (voor ouderejaars studenten)
 de voorbereiding van je stage (voor eerstejaars studenten)
 andere persoonlijke ervaringen

Omschrijf je sterke punten: Omschrijf je zwakke punten:

Veel geduld m.b.t. uitleggen Soms over enthousiast
Ik hou van wat ik doe Te snel vooruit willen

Resultaatgericht Graag alleen werkend

Uitwerking sterke en zwakke punten

Sterke punten
Veel geduld m.b.t. uitleggen = Als iemand een vraag heeft over iets vak gerelateerd, kan ik het rustig en goed uitleggen. Ik wil dat diegene het echt snapt zodat hij/zij voordat weg
of verder gaat
Voorbeeld: Tijdens mijn OS- A stage heb ik tijdens de les van mij en Silvano de stof meerdere malen uitgelegd. Ik vond het van belang dat de leerlingen het snapte voordat ze
zomaar aan de opdrachten begonnen. De uitleg verschilde ook van keer op keer zodat de stof van een andere kijk wellicht beter aankomt bij de leerling

Ik hou van wat ik doe = Ik vind wat ik doe echt leuk, het gevolg hiervan is dat er een vorm van plezier wordt uitgestraald die door andere mensen opgepakt kan en wellicht zal
worden. Ik ga elke dag met plezier naar school, en zal ook elke dag met plezier naar mijn volgende stage gaan omdat ik hou ik van wat ik doe. Mijn vorige stage begeleider heeft
mij ook complimenten gegeven voor mijn enthousiasme.

Resultaatgericht = Resultaten zijn het allerbelangrijkste, zowel bij het lesgeven als bij zijn of haar eigen studie. Resultaten bepalen of jij iets haalt of niet of dat de leerling het
snapt, ja of nee

Voorbeeld: Ik motiveer mensen altijd om het beste uit zichzelf te halen. Zowel in het docentschap als het voetballen(mijn hobby) doe ik dit veelvuldig.
Zwakke punten
Soms over enthousiast = Soms ga ik onder aan mijn eigen enthousiasme. Ik wil dan zo graag, dat ik dan ineens helemaal kwijt ben wat ik nou eigenlijk van plan was om te
doen. Door mijn enthousiasme ga ik ook af en toe te snel praten waardoor leerlingen het niet goed kunnen volgen. Met meer rust kan ik soms meer bereiken.

Te snel vooruit willen = Ik ben iemand die graag door wil zetten. Soms vergeet ik dan dat er misschien sommigen zijn die nog moeite hebben en wellicht wat meer tijd er aan
moeten besteden of leerlingen die de stof graag nog een keer herhaald zien hebben. Door beter om me heen te kijken naar anderen kunnen we beter als groep vooruit

Alleen werkend = Ik vind het soms lastig om in groepsverband te werken. Ik ben iemand die graag zijn mening geeft over zaken, en heb nog wel eens moeite om de meningen van
anderen te accepteren als ik wellicht een andere mening over een bepaalde zaak heb.
1. Interpersoonlijk Competent
Omschrijf in eigen woorden wat voor jou Onder interpersoonlijk competent, versta ik de capaciteit om een leiding te hebben binnen een leeromgeving. Er moet een
in deze competentie belangrijk is: goede sfeer zijn binnen deze leeromgeving. Als je interpersoonlijk competent bent, kun je op een prettige manier omgaan met
je leerlingen.

Leervragen
Hoe kan ik ongewenst gedrag van
leerlingen zodanig corrigeren dat contact waardeert gewenst gedrag
tussen mij en de leerling niet wordt
verstoord?
Hoe kan ik gewenst gedrag zodanig
waarderen dat contact tussen mij en de
leerling wordt verbeterd
Gedragsindicatoren/
Bekwaamheidseisen
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
B1.7 Corrigeert ongewenst gedrag en
B1.5 Onderhoudt contact met leerlingen
binnen de context van de school
Activiteiten Resultaat
(Hoe ga ik daar concreet aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
Ik ga binnen observaties kijken naar
reacties van leerlingen als ongewenst
gedrag wordt gecorrigeerd. Ik ga hier
verslaglegging van maken. Ik ga deze
opgedane kennis toepassen op de
leerlingen mochten zij ongewenst gedrag
vertonen.
2. Pedagogisch competent
Omschrijf in eigen woorden wat voor jou Onder pedagogisch competent, versta ik de capaciteit om een veilige leeromgeving te creëren voor je leerlingen. Leerlingen
in deze competentie belangrijk is: moeten zich gewaardeerd en eigen kunnen voelen binnen jouw lessen. Om pedagogisch competent te zijn moet je zorgen
voor onderling respect tussen leerlingen. Iedereen moet zijn of haar eigen mening kunnen vormen en geven, die dan wordt
gerespecteerd door de rest van de groep.

Gedragsindicatoren/
Leervragen Activiteiten Resultaat
Bekwaamheidseisen (Hoe ga ik daar concreet aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
Hoe kan ik leerlingen uitdagen om mee B2.2 Zorgt voor een leersituatie waarin Ik ga met de leerlingen in gesprek. Ik vraag
te denken over hun eigen leerprocessen leerlingen een eigen inbreng kunnen de leerlingen mee te denken over het
om leerresultaten te bevorderen. tonen manier van lesgeven. Waar hebben de
leerlingen behoefte aan? Wat zouden de
Hoe kan ik mijn lessen zodanig B2.5 Daagt leerlingen uit om mee te leerlingen in de lessen willen zien om
aanpassen aan de inbreng van de denken over hun eigen leerprocessen leerresultaten en zo het leerproces te
leerlingen om de leerresultaten te verbeteren. De inbreng van leerlingen
bevorderen? bespreek ik met mijn begeleider. We gaan
kijken welke inbreng we daadwerkelijk
kunnen toepassen binnen mijn lessen
3. Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent
Omschrijf in eigen woorden wat voor jou Onder vakinhoudelijk competent, versta ik de capaciteit om jouw vak op een goede en begrijpbare manier over te brengen op
in deze competentie belangrijk is: jouw leerlingen. Leerlingen moeten vertrouwen hebben in jouw kennis over het vak. Met dit vertrouwen worden een krachtige
leeromgeving gevormd. In deze leeromgeving is de leerling bereid en in staat kennis op te doen over het door jou gegeven
vak.

Leervragen
Hoe kan ik meer verbanden leggen
tussen de theorie en de praktijk binnen
de belevingswereld van de leerling om
het leerproces te verbeteren?
Hoe kan ik meer verschillende
werkvormen toepassen binnen mijn
lessen om het leerproces fris en
uitdagend te houden voor de leerlingen? B3.11 Verwerkt actualiteit en praktijk in de kijken naar dagelijkse gebeurtenissen
Hoe kan ik digitale leermiddelen
doelgerichter gebruiken binnen mijn
lessen om het leerproces te verbeteren?
Gedragsindicatoren/
Bekwaamheidseisen
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
B3.5 Gebruikt doelgericht schriftelijke
audiovisuele en digitale leermiddelen
B3.8 Maakt actief gebruik van voorkennis
en sluit aan bij de belevingswereld van
leerlingen
B3.9 Hanteert verschillende werkvormen
B3.10 Schakelt waar nodig tussen theorie
en praktijk
onderwijsactiviteit
Activiteiten Resultaat
(Hoe ga ik daar concreet aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
Ik ga samen met mijn begeleider kijken
naar verschillende werkvormen die
beschikbaar zijn en ga kijken welke ik toe
kan passen binnen mijn lessen. Na het
uitvoeren van de specifieke werkvormen
gaan we hier op reflecteren.
Ik ga in mijn lesvoorbereidingen kijken naar
de stof die behandeld moet worden en ga
binnen de belevingswereld van de
leerlingen die ik kan koppelen aan de stof.
Deze gebeurtenissen haal ik tijdens de les
naar voren om de stof te verduidelijken of
te verhelderen
4. Organisatorisch competent

Omschrijf in eigen woorden wat voor jou Onder organisatorisch competent versta ik de capaciteit om tijdsmanagement en ordening goed te beheersen. Een krachtige
in deze competentie belangrijk is: leeromgeving is alleen krachtig als er ordening is binnen de lessen. Goed georganiseerd zijn is hierbij dan ook ontzettend
belangrijk. Ordening zorgt voor rust. Rust zorgt voor de mogelijkheid tot een krachtige leeromgeving.

Leervragen
Hoe kan ik de regels binnen de
leeromgeving beter handhaven en
leerlingen daarop aanspreken mochten
zij deze regels breken?
Hoe kan ik beter prioriteiten stellen
binnen de lestijd die er is?
Gedragsindicatoren/
Bekwaamheidseisen
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
B4.2 Houdt zich aan de regels en spreekt
ook de leerlingen daarop aan
B4.4 stelt prioriteiten en verdeelt de
beschikbare tijd efficiënt, zowel voor
zichzelf als voor de leerlingen
Activiteiten Resultaat
(Hoe ga ik daar concreet aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
Ik ga samen met mijn begeleider trainen in
het aanpakken van leerlingen die regels
niet handhaven binnen de les.
Ik ga in mijn lesvoorbereidingen goed
kijken naar mijn tijdsindelingen en ga kijken
naar hoe ik binnen de tijd die ik heb ik mijn
les zo efficiënt mogelijk kan maken.
5. Competent in het samenwerken met collega’s

Omschrijf in eigen woorden wat voor jou Onder competent in het samenwerken met collega's versta ik de capaciteit om goed met je collega's te kunnen samenwerken.
in deze competentie belangrijk is: Samenwerken binnen een school is cruciaal. Alleen gezamenlijk kun je het maximale resultaat halen. Een goede
samenwerking en communicatie is daardoor erg van belang. Is deze samenwerking er niet, wordt het erg lastig om het
maximale uit je leerlingen te halen.

Leervragen
Hoe kan ik me nog meer laten gelden
binnen het team van de stageschool?
Gedragsindicatoren/
Activiteiten Resultaat
Bekwaamheidseisen (Hoe ga ik daar concreet aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
B5.1 Stelt zichzelf dienstbaar op ten Ik ga proberen zoveel mogelijk deel te
opzichte van het team nemen aan activiteiten binnen school waar
B5.2 Vraagt hulp en biedt hulp aan hulp van leerkrachten wordt gevraagd.
collega’s Denk aan open dagen, voorlichtingsdagen.
Ik ga proberen meer taken van collega’s
over te nemen, zoals: Surveilleren,
nakijken
6. Competent in het samenwerken met de omgeving

Omschrijf in eigen woorden wat voor jou Onder deze competentie versta ik dat je veel contact hebt met de omgeving van de leerling. Ouders en verzorgers
in deze competentie belangrijk is: spelen hierbij een grote rol, aangezien zij buiten school de leefwereld zijn voor de leerling. Een goede samenwerking
tussen school en ouders in van essentieel belang voor de maximale ontwikkeling voor een leerling

Leervragen
Hoe kan ik mijn gespreksvaardigheden
verbeteren, om later in het belang van
de leerlingen tijdens vakdocent
gesprekken een serieus en goed
gesprek te voeren met ouders?
Gedragsindicatoren/
Activiteiten Resultaat
Bekwaamheidseisen (Hoe ga ik daar concreet aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
B6.1 Hanteert relevante Ik ga tijdens de mentorgesprekken van
gespreksvaardigheden en -technieken mijn begeleider kijken naar de
gesprekstechnieken die worden toegepast
met de ouders. Hier leg ik verslag van. Ik
ga oefenen met deze technieken om ze
vervolgens zelf toe te passen bij eventuele
vakdocentgesprekken.
7. Competent in reflectie en ontwikkeling

Omschrijf in eigen woorden wat voor jou Onder reflectie en ontwikkeling versta ik dat je jezelf als docent constant moet ontwikkelen. Je moet constant blijven
in deze competentie belangrijk is: doorontwikkelen met betrekking tot je competenties. Bij een ontwikkeling hoort ook een constante reflectie op je
ontwikkeling

Leervragen
Hoe kan ik meer open staan voor
andere visies in mijn ontwikkeling daar
op aanpassen?
Gedragsindicatoren/
Activiteiten Resultaat
Bekwaamheidseisen (Hoe ga ik daar concreet aan werken?) (concrete producten voor portfolio?)
(aanduidingen: zie relevante competentieprofiel)
B7.8 staat open voor andere visies en Ik ga met mijn begeleider overleggen welke
ideeën en probeert die daadwerkelijk uit docenten andere stijlen van lesgeven
hanteren. Ik ga deze docenten observeren
B7.9 brengt onder woorden wat hij en verslag maken van de manier van
belangrijk vindt in zijn docentschap en van lesgeven die zij hanteren. Ik ga samen met
welke waarden, normen en mijn begeleider kijken welke stijlen ik kan
onderwijskundige opvattingen hij uitgaat uitproberen in de les, en voer deze
vervolgens uit.