orde en structuur
● moeilijkheden om taken te plannen
geheugen
● problemen met onthouden van losse,
spreken
● soms problemen met articulatie,
bepaalde lettervolgorde en vloeiend-
heid bij het spreken
sociale vaardigheden
● soms onvolwassen gedrag en over-
dreven emoties
● gedragsproblemen
8
rialen (gradenboog, passer) en schetsen of tekenen van figuren, ‘lezen’ van ruimtelijke
figuren, voorstellingen, indelingen, enz.
● vreemde talen: zinsbouw en zinsontleding
do’s don’ts
accepteren begeleiding en aanpak
● Aanvaard dat de leerling een pro- ● Spellingfouten aanrekenen.
len dat je gelooft in de leerling. ● Veel tekst laten overschrijven van het
● Gebruik heldere taal en geef duidelijke ● Dictee’s laten meedoen ver boven het
opdrachten! niveau.
● Leer de leerlinge ‘hulp’ te vragen. ● Toetsen laten leren uit schriften of
● Sta alle hulpmiddelen toe die de ‘zelf- ● Zeggen of schrijven: ‘Je hebt niet ge-
redzaamheid’ vergroten. Laptop, leerd.’ Wel: ‘Vraag hoe hij of zij iets
rekenmachine, strategiekaarten. gedaan of geleerd heeft.’
● Laat een liniaal/geodriehoek gebrui-
dispenseren (vrijstellen)
● Teksten met onoverzichtelijke lay-out.