Anda di halaman 1dari 61

Tabel 1

Com petenti eroos

Score tijdstip 1

Score tijdstip 2

Score tijdstip 3

Score tijdstip 4
Communi catief
100 Competentieclusters
Zel fsturend Creatief
50

Communicatief 70 0 0 0
0 Creatief 70 0 0 0
Ondernemend 72 0 0 0
Projectmatig 64 0 0 0
Sa menwerkend Ondernemend Samenwerkend 68 0 0 0
Zelfsturend 59 0 0 0

Projectmatig

Tabel 2
Competentiescores

Score tijdstip 1

Score tijdstip 2

Score tijdstip 3

Score tijdstip 4

Samenwerkend
Communicatief

Ondernemend

Projectmatig
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Zelfsturend
Competenties
Ambi tie

Creatief
Bes l ui tva a rdi ghei d

Creativi tei t Ambitie 67 0 0 0 ●


Durf Besluitvaardigheid 73 0 0 0 ● ● ●
Gespreksva ardi ghei d Creativiteit 73 0 0 0 ●
Durf 73 0 0 0 ● ●
I ni tiatief
Gespreksvaardigheid 73 0 0 0 ●
Lui sterva ardi ghei d ● ● ● ●
Initiatief 67 0 0 0
Motiveren Luistervaardigheid 80 0 0 0 ● ●
Onafha nkel i jkhei d Motiveren 73 0 0 0 ●
Onafhankelijkheid 60 0 0 0 ●
Oordeel svormi ng
Oordeelsvorming 60 0 0 0 ●
Overtui gi ngskracht
Overtuigingskracht 67 0 0 0 ●
Pl a nnen en orga ni s eren Plannen en organiseren 60 0 0 0 ● ●
Presentatieva ardi ghei d Presentatievaardigheid 67 0 0 0 ●
Probl eema na l yse Probleemanalyse 67 0 0 0 ● ● ●
Resultaatgerichtheid 73 0 0 0 ●
Resul ta atgeri chthei d
Schrijfvaardigheid 67 0 0 0 ●
Schri jfva ardi ghei d
Inlevingsvermogen 67 0 0 0 ●
Inl evi ngsvermogen Voortgangsbewaking 60 0 0 0 ●
Voortga ngs bewa ki ng Zelfontwikkeling 40 0 0 0 ●
Zel fontwi kkel i ng Zelfvertrouwen 60 0 0 0 ●
Competenties ingevuld 20 0 0 0
Zel fvertrouwen
Competenties ingevuld op laatste tijdstip 20
Competenties nog in te vullen 0
Competentie: Ambitie
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Ambitie
Omschrijving vaardigheid
Heeft nauwelijks overzicht over de mogelijkheden voor de eigen ontwikkeling.
Wacht af wat er gaat gebeuren.
Stelt nauwelijks eisen aan het resultaat van de activiteiten.
Is tevreden met de huidige situatie. / Wil niet veranderen.
Onderneemt uit zichzelf geen acties waarmee de eigen ontwikkeling kan worden versneld (doet dat wel op aangeven van d
Doet meer dan gemiddeld.
Onderneemt zelf acties (investeert tijd / doet moeite) voor de eigen ontwikkeling, (informatie zoeken, vragen stellen, volge
Vraagt feedback als manier van leren.
Werkt zelfstandig en neemt verantwoordelijkheid voor de eigen taken.
Bespreekt de eigen prestaties kritisch.
Onderneemt actie om de (eigen) resultaten te verbeteren.
Stimuleert anderen tot een betere prestatie.
Vraagt voor komende projecten/opdrachten meer verantwoordelijkheden.
Neemt (soms) initiatief tot het uitvoeren van andere/extra werkzaamheden.
Zoekt of creëert ruimte voor (meer) verantwoordelijkheid in het project.
Toont verantwoordelijkheid voor de resultaten van de groep.
Doet voorstellen om de resultaten van de groep te verbeteren.
Volgt op eigen initiatief opleidingen / cursussen om opdrachten met leerervaringen.
Accepteert extra taken (en de verantwoordelijkheden) ten behoeve van de ontwikkeling.
Vraagt leidinggevende naar zwaardere opdrachten.
Stelt hoge eisen aan de eigen resultaten.
Neemt initiatief tot gesprekken over loopbaanmogelijkheden.
Zorgt dat de persoonlijke bijdrage aan behaalde resultaten zichtbaar is.
Verlegt consequent de eigen grenzen.
Maakt zelf een concreet plan voor persoonlijke ontwikkeling of loopbaan.
Trekt meer verantwoordelijkheden naar zich toe.
Legt claims op bepaalde verantwoordelijkheden.

P
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0

10 0 0 0
67 0 0 0
Competentie: Besluitvaardigheid
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Besluitvaardigheid
Omschrijving vaardigheid
Heeft een telkens wisselend standpunt of een wisselende mening.
Kan een standpunt of mening nauwelijks onderbouwen.
Stelt beslissingen uit.
Spreek zelden spontaan een standpunt uit, alleen in gesprek met een begeleider.
Beslist niet of erg laat, blijft lang twijfelen / vraagt een medeleerling te besluiten.
Verbindt geen gevolgen / acties aan een besluit.
Beslist of spreekt een standpunt uit als anderen daarom vragen.
Geeft duidelijk en concreet aan wat is besloten.
Beslist zo nodig zonder overleg.
Neemt vlot beslissingen waarbij de gevolgen bekend / voorspelbaar zijn.
Neemt een besluit indien voldoende informatie beschikbaar is.
Koppelt meteen acties aan gemaakte besluiten.
Beslist zelfstandig of spreekt zelfstandig een standpunt uit.
Neemt zelfstandig beslissingen en komt tot actie, ook als nog niet alle informatie beschikbaar is.
Als het voor de voortgang van een project nodig is worden ook beslissingen genomen waarin verschillende belangen aan d
Neemt beslissingen met voorspelbare uitkomsten of waarbij meer belangen een rol spelen.
Ondersteunt anderen bij het nemen van beslissingen door het stellen van vragen.
Brengt personen die de gevolgen van een beslissing merken op de hoogte.
Neemt beslissingen binnen de vastgestelde beslissingsruimte.
Neemt beslissingen in situaties waarin weerstand kan optreden.
Neemt besluiten die impact hebben op het eigen vakgebied / team.
Neemt bij het nemen van besluiten ingecalculeerde risico's (de kans op en de omvang van de risico’s zijn bekend).
Neemt, zo nodig, impopulaire beslissingen die weerstand of verzet kunnen oproepen.
Neemt besluiten die impact hebben op het eigen organisatieonderdeel.
Neemt beslissingen in situaties waarin risico's niet eenduidig in te schatten zijn.
Neemt beslissingen bij sterk conflicterende belangen.
Neemt beslissingen die impact hebben op de totale organisatie of die eerst veel tijd kosten of nadelig zijn maar op de lange

P
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0

11 0 0 0
73 0 0 0
Competentie: Creativiteit
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Creativiteit
Omschrijving vaardigheid
Werkt routinematig en met bekende middelen.
Doet alleen wat “gebruikelijk is”.
Valt stil / stopt als beproefde oplossingen niet werken.
Toont belangstelling voor andere benaderingswijzen.
Combineert bestaande oplossingen, werkwijzen of methoden.
Probeert nieuwe dingen uit.
Gebruikt bekende hulpmiddelen op een nieuwe manier.
Heeft oog voor en luistert naar alternatieve zienswijzen van anderen.
Heeft meer dan één suggestie voor een aanpak.
Past bestaande oplossingen voor bekende problemen aan voor andersoortige problemen.
Komt met nieuwe ideeën die zijn gebaseerd op een combinatie van bestaande aanpakken.
Zoekt bij tegenslagen nieuwe paden of bedenkt alternatieve oplossingen.
Gaat actief in op alternatieve zienswijzen van anderen.
Experimenteert met mogelijke oplossingen / methoden.
Stelt aannames en vanzelfsprekendheden ter discussie om nieuwe ideeën te kunnen genereren.
Combineert eigen ideeën en die van anderen om tot vernieuwende voorstellen.
Helpt anderen aan vernieuwende ideeën in situaties waar zij geen mogelijkheden meer zien.
Komt met minder voor de hand liggende voorstellen voor de aanpak van problemen.
Komt met ideeën die wezenlijk anders zijn dan tot nu toe door anderen waren bedacht.
Is nieuwsgierig en onafhankelijk, stelt ”onmogelijkheden” ter discussie.
Laat zich niet remmen door bestaande normen, waarden, procedures of praktische beperkingen.
Definieert de essentie van zaken vanuit verschillende invalshoeken.
Creëert omstandigheden waarin creativiteit mogelijk wordt.
Doorbreekt bestaande normen, waarden, procedures of praktische beperkingen.
Stelt prikkelende vragen en stimuleert daarmee het denken buiten bestaande kaders.
Genereert veel oorspronkelijke ideeën en oplossingen voor de meest ongewone situaties en problemen.
Stelt (algemene) vanzelfsprekendheden ter discussie.

P
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0

11 0 0 0
73 0 0 0
Competentie: Durf
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Durf
Omschrijving vaardigheid
Geeft in een gesprek of discussie tamelijk vlug op.
Laat zich gemakkelijk overtuigen door andere meningen.
Reageert ongemakkelijk, onbeleefd of agressief als naar een mening wordt gevraagd.
Neemt initiatief bij het uitvoeren van de eigen werkzaamheden.
Kent de eigen onzekerheden en beperkingen en doet pogingen die te overwinnen.
Komt op voor de eigen of een afwijkende mening.
Gaat risico’s niet uit de weg, pakt lastige situaties aan, loopt er niet omheen.
Weerstaat angst voor mogelijk nadelige gevolgen / spreekt anderen aan op ongewenst gedrag.
Pakt zaken aan die kunnen mislukken, toont niet bang te zijn om te falen.
Toont lef in zaken die ook gevolgen hebben voor anderen in de eigen werkomgeving.
Is bereid voor een aanpak te kiezen waarmee nog geen ervaring is opgedaan.
Neemt weloverwogen risico’s.
Komt met voorstellen ondanks een behoorlijke kans op afwijzing (door groep / begeleiding).
Komt met beschouwingen / zienswijzen die haaks staan op de heersende mening.
Doorbreekt in voorkomende gevallen vaste gewoontes of procedures om een bepaald resultaat te behalen.
Aarzelt niet impopulaire maatregelen te nemen.
Spreekt (in conflictsituaties) anderen aan op hun rol of verantwoordelijkheden en op hun bijdrage aan het geheel.
Uit opbouwende kritiek in het belang van de organisatie; ook op “de leiding”.
Verkiest een aantrekkelijk plan met overzichtelijke risico`s boven de zekerheid van een plan met middelmatige resultaten.
Biedt diensten of producten aan die nog niet eerder geleverd zijn.
Draagt zelf verantwoordelijkheid voor acties waarvan de gevolgen niet goed te overzien zijn.
Neemt initiatief tot het oplossen van problemen in complexe en onzekere situaties met een hoog (financieel) afbreukrisico
Treedt op als “gezicht” van de organisatie en brengt (politiek) gevoelige onderwerpen onder de aandacht; doorbreekt (maa
n.v.t.
Laat zich in voorkomende gevallen leiden door intuïtie en `Fingerspitzengefühl`.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0

11 0 0 0
73 0 0 0
Competentie: Gespreksvaardigheid
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Gespreksvaardigheid
Omschrijving vaardigheid
Geeft antwoord na een uitdrukkelijke vraag.
Neemt op uitnodiging deel aan gesprekken (dus niet uit zichzelf).
Antwoordt meestal aarzelend op gestelde vragen.
Is goed verstaanbaar (volume, articulatie).
Brengt een eigen onderwerp of probleem in.
Formuleert goed lopende en volledige zinnen.
Maakt in korte bewoordingen aan anderen duidelijk wat de kern van de boodschap is.
Verduidelijkt het betoog met voorbeelden als anderen hierom vragen.
Past het taalgebruik aan aan het (kennis)niveau van de ander.
Heeft oogcontact en reageert op lichaamstaal ( b.v. herhalen of verdiepen op onderdelen).
De opbouw van het betoog maakt denkstappen duidelijk en kan leiden tot conclusies.
Formuleert tactvol, let op de woordkeuze en stemt de argumenten af op de ander.
Gebruikt intonatie en lichaamshouding ter ondersteuning van het verhaal, praat rustig en maakt gebruik van pauzes.
Toetst of de ander de boodschap heeft begrepen (door het stellen van vragen).
Biedt gelegenheid voor aanvullingen of nodigt een ander uit tot praten.
Presenteert complexe informatie op een wijze die aansluit bij de doelgroep.
Houdt bij contacten van verschillend niveau rekening met verschil in behoeften en belangen.
Geeft een bondige samenvatting van de standpunten en argumenten na lange discussies.
De mondelinge en de non-verbale boodschap ondersteunen en versterken elkaar.
Herkent tegenstellingen en speelt in op (non-) verbale signalen.
Beïnvloedt de sfeer van het gesprek door gevoelens te benoemen en zorgt dat de relatie goed blijft.
Houdt in het gesprek rekening met reacties van de ontvanger(s).
Brengt gevoelige informatie zodanig dat de ontvanger zich gerespecteerd weet.
Presenteert complexe of abstracte informatie (strategie, visie etc.) zodanig aan belanghebbenden (op verschillende niveaus
Brengt complexe, lange boodschappen helder over.
Sluit in de gesprekken goed aan bij mensen van een sterk uiteenlopende achtergrond.
Houdt in de vormgeving van de boodschap rekening met de belangen van de toehoorders.

P
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0

ofd- en bijzaken, oorzaken en gevolgen duidelijk wordt.

11 0 0 0
73 0 0 0
Competentie: Initiatief
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Initiatief
Omschrijving vaardigheid
Moet een opdracht of taak opgedragen krijgen, begint niet uit zichzelf.
Reageert non-verbaal als de opdracht of taak beëindigd is, stopt de activiteit.
Stelt geen vragen over doel of nut van de opdracht of taak.
Laat verbaal weten dat een opdracht of taak is beëindigd.
Vraagt om een nieuwe opdracht of taak als de voorgaande afgewerkt is.
Begint aan een taak of opdracht / wacht niet passief op instructies.
Kijkt in het werk vooruit en neemt maatregelen om voortgang / kwaliteit te waarborgen.
Vraagt uit zichzelf om de nodige informatie (doel, omstandigheden, werkwijze en dergelijke).
Onderneemt actie om de voortgang van taak of project te versnellen.
Doet voorstellen om een opdracht of taak beter / sneller / goedkoper uit te voeren.
Ziet wat moet gebeuren en onderneemt ongevraagd aanvullende stappen. (Doet daardoor meer dan oorspronkelijk gevraa
Draagt ideeën aan ter verbetering van het werk of de resultaten van het team.
Onderneemt actie om werkprocessen (weer) op gang te brengen of te versnellen; wacht niet op aanwijzingen (van begeleid
Handelt anticiperend in plaats van afwachtend. (Zoekt zelf werk als de taken zijn afgerond).
Komt direct in actie als iets georganiseerd moeten worden en trekt zo zaken naar zich toe.
Neemt het voortouw in projecten, gezamenlijke acties of bij nieuwe ontwikkelingen.
Onderzoekt mogelijkheden om de resultaten van het team / project te verbeteren.
Pakt zaken op die (slechts) indirect bijdragen aan het behalen van de doelstellingen.
Creëert kansen en initieert activiteiten.
Betrekt anderen bij initiatieven.
Onderneemt doelgericht acties om kansen te creëren of te benutten voor de groep.
Voorziet ontwikkelingen in en om de organisatie en onderneemt actie om een kans te creëren of een toekomstige crisis te
Is actief aan het “netwerken” en “lobbyen”.
Zet acties uit om voor de organisatie kansen te grijpen als deze zich voordoen.
Neemt initiatieven voor aanpassing van de strategie van de organisatie.
Ziet op lange termijn ontwikkelingen en kansen voor de organisatie en onderneemt daarvoor actie.
Neemt actie tot verbetering van de integrale bedrijfsvoering van de organisatie.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0

10 0 0 0
67 0 0 0
Competentie: Luistervaardigheid
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Luistervaardigheid
Omschrijving vaardigheid
Valt de ander in de rede.
Is afgeleid / doet andere dingen.
Vertelt het eigen verhaal / reageert niet op het verhaal van de ander.
Laat de ander uitpraten.
Concentreert zich op wat de ander zegt (doet geen andere dingen).
Zoekt regelmatig oogcontact met de ander.
Geeft anderen de ruimte om hun standpunt weer te geven (laat stiltes vallen).
Vraagt door bij onduidelijkheid (‘halve’ boodschappen) en vraagt wat de ander wil zeggen.
Haakt aan bij wat de ander zegt.
Toetst expliciet of de ander goed is begrepen, bijvoorbeeld door samen te vatten.
Is aandachtig en helpt zo nodig met suggesties voor het verwoorden van de gedachten.
Toont in de reacties dat ook de onderliggende aspecten van wat de ander zegt zijn begrepen. Reageert met respect op afw
Stelt vragen als de ander laat merken nog niet alle gedachten te hebben uitgesproken.
Informeert naar de mening van anderen die in de groep minder aan het woord zijn.
Pikt (non-verbale) signalen op, verwoordt die en vraagt de ander of hij/zij ze herkent.
Spoort groepsleden ertoe aan interesse te tonen voor de inbreng van andere groepsleden.
Stimuleert anderen goed dóór te vragen in gesprekken voordat een voorstel wordt gedaan (aan de klant of opdrachtgever)
Vraagt door en gaat in op non-verbale signalen tot de ander gezegd heeft wat er gezegd moet worden, of haalt belemmerin
Brengt in gesprekken het probleem / standpunt van de ander volledig in kaart.
Vat samen wat in de groep is gezegd en controleert of dat juist is.
Geeft alle leden van de groep voldoende kans zich te uiten.
Spreekt anderen erop aan wanneer zij onvoldoende de tijd nemen voor problemen of vragen van klanten.
Krijgt tijdens gesprekken ‘de onderste steen boven’.
Vraagt medewerkers naar hun praktijkervaring, weet hierdoor wat er ‘leeft’.
Stuurt erop aan dat medewerkers voldoende gesprekstechnieken hebben om problemen en vragen van klanten zorgvuldig
Laat zien dat hij/zij geluisterd heeft door later in het gesprek terug te komen op opvattingen en ideeën van de spreker.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0

12 0 0 0
80 0 0 0
Competentie: Motiveren
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Motiveren
Omschrijving vaardigheid
Is alleen betrokken op de eigen taken en toont zelf weinig motivatie.
Geeft hoofdzakelijk negatief commentaar, start een reactie met “Nee”.
Reageert op voorstellen met het benoemen van de nadelen.
Toont interesse in de bijdrage en de voortgang van anderen.
Toont waardering voor de bijdrage van anderen.
Noemt op verzoek wat anderen goed gedaan hebben.
Nodigt medeleerlingen uit om hun inbreng te geven.
Geeft een expliciet compliment als een ander iets goed gedaan heeft.
Deelt de eigen resultaten (gunstige en ongunstige).
Pakt problemen direct op wanneer ze zich voordoen (schuift niet af naar anderen).
Stelt samenwerking voor op basis van sterke en zwakke punten.
Zorgt voor continue en open communicatie, o.a. door zelf het goede voorbeeld te geven.
Geeft complimenten waar dat maar enigszins op zijn plaats is.
Enthousiasmeert door verbanden te leggen tussen activiteit, effect en de doelstelling.
Accepteert, na bespreking, fouten van anderen (maakt geen stennis).
Helpt bij / stimuleert het bespreken en oplossen van problemen tussen personen.
Blijft ook in een negatieve sfeer optimistisch.
Zorgt dat de verdeling van taken is gebaseerd op individuele behoeften en mogelijkheden.
Organiseert besluitvorming zó dat iedereen zijn bijdrage kan leveren en er een draagvlak ontstaat.
Vraagt nadrukkelijk naar inbreng en ideeën van anderen (en reageert daar constructief op).
Bespreekt gemaakte fouten met de direct betrokkenen en richt de blik op de toekomst.
Geeft vertrouwen en verantwoordelijkheden aan groepsleden.
Vraagt anderen mee te denken over voor hen interessante vraagstukken.
Zorgt voor context / situatie die motivatie mogelijk maakt.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0

11 0 0 0
73 0 0 0
Competentie: Onafhankelijkheid
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Onafhankelijkheid
Omschrijving vaardigheid
Deelt de laatst geuite mening of benoemd de mening van een ander.
Heeft in onbekende situaties / nieuwe omstandigheden geen mening.
Vraagt anderen wat te doen / volgt anderen klakkeloos.
Komt op (dringend) verzoek met een mening.
Benoemd de voor- en nadelen van de mening van een ander zonder eigen mening te geven.
Verwoordt de (naar verwachting) heersende mening.
Komt spontaan met een eigen mening als de situatie daarom vraagt.
Geeft op verzoek een mening over een kwestie op een directe, expliciete wijze.
Spreekt zich uit over de eigen waarden en normen.
Verwoordt op verzoek een eigen mening, ook als deze afwijkt van de gesprekspartners.
Geeft zowel positieve als negatieve feedback aan anderen die om feedback vragen.
Spreekt zich uit over de eigen waarden en normen.
Spreekt de gedachten en/of overwegingen uit, zonder dat dit vereist is, zelfs wanneer het makkelijker is erover te zwijgen.
Komt met een eigen mening, ook wanneer die botst met de gesprekspartners.
Vertelt aan “beslissers” waarom hij/zij het niet eens is met hun beslissing.
Brengt voorstellen in ondanks een gering draagvlak of onzekerheid over het draagvlak.
Doet geen zaken die tegen de eigen overtuiging indruisen, ook niet onder druk.
Maakt bij meningsverschillen duidelijk wat het eigen standpunt en de doelstelling zijn.
Volgt de eigen manier van werken, ook als anderen bezwaren maken.
Houdt in spannende situaties (onderhandelingen, conflicten) vast aan de eigen principes.
Handhaaft de eigen kwaliteitsnormen, ook als anderen die niet belangrijk vinden.
Formuleert en Initieert noodzakelijk geachte acties ondanks bezwaren van anderen.
Gaat weloverwogen risico’s aan, ook wanneer anderen dit afraden of tegendruk uitoefenen.
Gaat bewust een zakelijk meningsverschil aan en doet concessies als dit voordeel oplevert.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0

9 0 0 0
60 0 0 0
Competentie: Oordeelsvorming
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Oordeelsvorming
Omschrijving vaardigheid
Veronderstellingen en meningen spelen een rol in het oordeel (dus geen feiten).
Behandelt alle informatie als even belangrijk en neemt informatie klakkeloos over.
Maakt weinig tot geen onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.
Werkt door met gebrekkige informatie, ook als betere informatie eenvoudig te krijgen is.
Vergaart weinig informatie, stelt nauwelijks vragen aan anderen.
Heeft ondersteuning nodig bij het afwegen van de informatie.
Scheidt duidelijk hoofd- van bijzaken.
Maakt onderscheid tussen feiten, ervaringen, meningen en emoties.
Zet zo nodig vraagtekens bij meningen of adviezen van deskundigen of belanghebbenden.
Houdt bij de keuze uit meerdere alternatieven rekening met de voorkeuren van anderen.
Betrekt het effect van de verschillende alternatieven op het uiteindelijke resultaat.
Overziet de gevolgen van bepaalde keuzes, benoemt de voor- en nadelen van die keuzes.
Formuleert hypothesen wanneer onvoldoende informatie beschikbaar is.
Analyseert de gevolgen van beslissingen en kiest een oplossing die praktisch haalbaar is.
Houdt in de afweging rekening met verschillende - relevante – aspecten, zoals kwaliteit, efficiëntie, kosten, eenvoud en der
Betrekt mogelijke (ongewenste) neveneffecten in de overwegingen.
Beschouwt de afbreukrisico´s (wat gaat er mis als het niet lukt) en bedenkt hoe die zijn te beperken (wat doe je als het niet
Attendeert anderen op relevante aspecten die buiten beschouwing zijn gebleven (kwaliteit, efficiëntie, kosten, tijdigheid, h
Betrekt de gevolgen en risico´s van de alternatieven op de langere termijn in het oordeel.
Vraagt en checkt de argumenten van een collega/medewerker voor een beslissing.
Vraagt collega’s kritisch te kijken naar een voorgestelde conclusie/beslissing.
Benoemt, indien aanwezig, de strategische argumenten voor een alternatief.
Betrekt toekomstige ontwikkelingen (intern en extern) bij de overwegingen.
Gebruikt scenario's waarin 'als-dan' veronderstellingen zijn uitgewerkt.
Geeft anderen de tijd beschikbare informatie te verzamelen voor een beslissing of voorstel.
Stimuleert het gebruik van ervaringen die opgedaan zijn in eerdere activiteiten/projecten.
Maakt een afweging tussen het opkomen voor eigen opvattingen en het sturen op draagvlak.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0

9 0 0 0
60 0 0 0
Competentie: Overtuigingskracht
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Overtuigingskracht
Omschrijving vaardigheid
Herhaalt alleen het eigen standpunt.
Verdedigt het eigen standpunt niet.
Reageert niet respectvol op standpunten of meningen van anderen.
Brengt standpunten en ideeën stellig en laat duidelijk merken er zelf in te geloven.
Illustreert een standpunt met voorbeelden.
Richt zich tot de juiste personen.
Onderbouwt de eigen mening met heldere argumenten.
Geeft aan wat de voordelen van het standpunt zijn voor de ander.
Komt met nieuwe argumenten als de ander aangeeft nog niet overtuigd te zijn.
Bereidt zich voor, reageert daardoor effectief op tegenargumenten en tegenvoorstellen.
Wisselt per situatie de argumenten en stijl.
Toont respect voor een andere mening / overtuiging en heeft oog voor de relatie met een ander.
Gebruikt argumenten die voor de ander belangrijk zijn of waar die ander gevoelig voor is.
Verwerkt bekende standpunten en argumentatie van de ander in het eigen betoog.
Enthousiasmeert anderen bij het verdedigen van overeenkomende voorstellen en ideeën.
Vraagt naar het standpunt of de voorkeur van de ander en speelt hier met argumentatie op in.
Anticipeert op weerstand en benoemt die bij het presenteren van de ideeën.
Reageert constructief, tactvol en niet defensief op negatieve reacties of weerstand.
Verkent standpunten en redenaties van de ander en sluit daarbij aan met eigen argumenten.
Presenteert ook de eventuele tegenwerpingen van de ander en ontkracht ze als dat nodig is.
Geeft collega’s/medewerkers tips om beter te argumenteren.
Gaat in op signalen van weerstand ook al betreft het inhoudelijke details, benoemt de weerstand en maakt die bespreekba
Legt vooraf contacten met anderen om problemen of tegenwerpingen te horen en tot afspraken te komen.
Benoemt en benadrukt het gezamenlijk belang.
Beweegt anderen de standpunten over te nemen en verder uit te dragen.
Herkent tegenstand / weerstand en maakt die een onderdeel van de eigen argumentatie.
Bouwt "achter de schermen" aan steun voor de eigen ideeën, creëert ermee een draagvlak.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0

10 0 0 0
67 0 0 0
Competentie: Plannen en organiseren
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Plannen en organiseren
Omschrijving vaardigheid
Werkt taken af zonder rekening te houden met een planning.
Werkt aan de taken in willekeurige volgorde.
Werkt zonder aanpassing door als het werk van anderen daardoor in het gedrang komt.
Heeft hulp of een voorbeeld nodig voor het maken van een planning.
Stemt het maken van een planning af met anderen.
Werkt ordelijk en systematisch volgens het (door begeleiding) opgestelde stappen- of activiteitenplan.
Inventariseert activiteiten die nodig zijn om het doel te bereiken.
Heeft overzicht, stelt prioriteiten en toetst nauwkeurig de eigen voortgang.
Organiseert het eigen werk zó dat de afspraken worden nagekomen.
Maakt een (SMART) planning voor de werkzaamheden van zichzelf en anderen.
Stelt concrete doelen, prioriteiten en acties op basis van - realistische – schattingen van tijd, capaciteit en middelen.
Houdt op basis van de planning overzicht en bewaakt nauwkeurig de voortgang.
Houdt bij de dagelijkse / korte termijnplanning rekening met te verwachten verstoringen in de plannen (defecten, afwezigh
Ziet ook niet alledaagse problemen aankomen en grijpt tijdig in.
Stelt prioriteiten (belangrijkheid – urgentie) en waarschuwt als de planning uitloopt.
Plant voor een lange termijndoel (> 6 maanden) en vertaalt dat in concrete stappen voor betrokkenen.
Maakt een overzicht van benodigdheden (budgetten, mensen, informatie en middelen).
Past doorlopend de planning aan op de beschikbare en benodigde middelen.
Regelt en wijst middelen en randvoorwaarden efficiënt toe binnen het vakgebied / team.
Ondersteunt anderen bij de planning en organisatie van hun projecten/activiteiten.
Stemt doelen van diverse groepen/afdelingen op elkaar af.
Voorziet de invloed van ontwikkelingen op het eigen (vak)gebied en past plannen tijdig aan.
Stemt doelen en activiteiten van diverse organisatieonderdelen op elkaar af.
Legt relaties tussen werkzaamheden van verschillende onderdelen binnen de organisatie en stemt de planning van eigen p
Inventariseert de randvoorwaarden voor complexe lange termijnprojecten.
Zorgt voor een optimale verdeling van middelen en randvoorwaarden over verschillende doelen.
Stelt bestaande randvoorwaarden bij als dit noodzakelijk is om doelstellingen te behalen.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0

9 0 0 0
60 0 0 0
Competentie: Presentatievaardigheid
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Presentatievaardigheid
Omschrijving vaardigheid
Visuele effecten overheersen, gebruikte hulpmiddelen leiden af van de boodschap.
De relatie tussen de “presentatiehulpmiddelen” en wat er gezegd wordt is niet duidelijk.
De presentatie kent vele haperingen.
Hulpmiddelen ondersteunen het verhaal (duidelijke relatie tussen “beeld en geluid”).
De structuur van de presentatie wordt in het begin aangegeven of wordt snel duidelijk.
Spreekt rustig (niet te snel).
Spreekt bij de presentatie verstaanbaar (volume, articulatie).
Formuleert in goed Nederlands.
Hoofd- en bijzaken zijn duidelijk gescheiden.
Kijkt de toehoorders aan tijdens de presentatie.
Laat merken dat de tijd in de gaten wordt gehouden door te versnellen, delen over te slaan, vragen te parkeren en dergelijk
Biedt op passende momenten ruimte voor het stellen van vragen /geeft vooraf aan wanneer vragen gesteld kunnen worde
De opbouw van de presentatie is logisch (geen onbegrijpelijke wendingen).
De duur van presentatie valt binnen de toegewezen / afgesproken tijd.
Verheldert de boodschap met aansprekende vergelijkingen, voorbeelden of metaforen.
Handhaaft de structuur van de presentatie bij reacties of vragen van de toehoorders.
Nodigt tijdens een presentatie het publiek uit vragen te stellen of reacties te geven.
Toetst tijdens de presentatie of het verhaal nog gevolgd wordt en de boodschap duidelijk is.
Controleert vooraf de gebruikte hulpmiddelen en past die zonodig aan (eventueel ten overstaan van de zaal).
Heeft interactie met het publiek en verwerkt reacties en vragen in de presentatie.
Reageert effectief op onverwachte gebeurtenissen (stroomuitval, verstoringen etc).
Reageert zonder bedenktijd en overtuigend op onverwachte en lastige vragen.
Beheerst afwisselende presentatievormen.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0

10 0 0 0
67 0 0 0
Competentie: Probleemanalyse
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Probleemanalyse
Omschrijving vaardigheid
Werkt (bijna) alleen met direct beschikbare informatie en gaat direct tot actie over
Behandelt alle informatie als relevant (ook meningen en veronderstellingen).
Geeft alle informatie gelijk gewicht / belang.
Raadpleegt meer bronnen voor relevante informatie.
Ordent beschikbare informatie om tot inzicht in een probleem te komen.
Maakt in de informatie een onderscheid tussen feiten, meningen en veronderstellingen.
Gaat na of de problemen zich eerder hebben voorgedaan.
Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
Maakt onderscheid tussen oorzaken en gevolgen en checkt veronderstellingen.
Zoekt eerst naar de grote lijnen in de informatie en op basis daarvan gericht naar aanvullende informatie.
Stelt gerichte vragen om een situatie of een probleem helder te krijgen.
Benoemt inconsistenties in informatie of geeft aan welke informatie ontbreekt.
Stelt vragen om het probleem achter het probleem te identificeren (wie, wat waar, waarom, hoe, wanneer, waarmee).
Omschrijft duidelijk de kern van probleem en situatie.
Bakent het probleem af en formuleert het probleem als een vraag voordat gezocht wordt naar oplossingen.
Checkt of het beschreven probleem wel echt een probleem is of dat andere zaken spelen.
Is kritisch naar beschikbare informatie.
Legt verbanden tussen afzonderlijke kwesties / zaken.
Ondersteunt collega’s bij het analyseren van een probleem en doet suggesties.
Ordent de informatie en benoemt trends, effecten en risico’s.
Legt verbanden met andere situaties in eigen of andere organisaties.
Plaatst het probleem in een ruimere context dan het eigen vakgebied door vergelijkingen te trekken met situaties in andere
Betrekt ook verschillende belangen en oordelen van anderen in de analyse.
Brengt complexe, soms tegenstrijdige, informatie terug tot de kern.
Bekijkt bij verschillende problemen naar gemeenschappelijke oorzaken.
Benoemt de grote lijnen en tilt vraagstukken naar een hoger abstractieniveau.
Betrekt inzicht in (onderliggende) belangentegenstellingen / politiek strategische elementen in de analyse.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0

10 0 0 0
67 0 0 0
Competentie: Resultaatgerichtheid
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Resultaatgerichtheid
Omschrijving vaardigheid
Werkt de taken klakkeloos af zoekt niet naar een betere werkwijze.
Werkt door met gebrekkig materiaal.
Protesteert bij – terechte - opmerkingen over de kwaliteit van het werk.
Krijgt de taken af binnen de voorziene tijd als er niets tussenkomt.
Behaalt de afgesproken (tussen)resultaten maar corrigeert onvolkomenheden pas nadat daarop is gewezen.
Onderneemt geen actie als de eigen resultaten te laat of onvolledig of niet goed zijn.
Ziet eigen fouten en neemt actie om die te herstellen, vraagt aan anderen wat nog meer mogelijk is om de fout op te losse
Vraagt bij een opdracht naar doelstellingen en gewenste (deel)resultaten.
Geeft aan hoe de (tussen)resultaten voldoen aan wat werd afgesproken.
Maakt voor een (omvangrijke) opdracht een actieplan met taken, tijd, mensen en middelen.
Benoemt na afloop van een overleg wat de (SMART) afspraken zijn of vraagt ernaar.
Spreekt anderen persoonlijk aan op het (niet) nakomen van afspraken.
Onderneemt actie wanneer resultaten tegenvallen, ongeacht de oorzaak en/of de persoon, (gepast of ongepast, als er maa
Geeft tips aan anderen over hun werk(wijze) zodat beter werk wordt afgeleverd.
Komt de afspraken na of trekt tijdig aan de bel (bijzondere omstandigheden daargelaten).
Geeft aan de hand van concrete acties aan hoe de doelen bereikt worden.
Evalueert regelmatig de stand van zaken en spreekt anderen tijdig aan op onvolkomenheden.
Grijpt in wanneer resultaten dreigen tegen te vallen en doet dit tactvol maar effectief.
Mobiliseert mensen en middelen, overtuigt zo nodig anderen (in de hiërarchie, collega’s).
Bespreekt behaalde resultaten van medewerkers/collega’s en ondersteunt hen bij het opstellen van een actieplan voor een
Houdt teamleden op de hoogte over de mate waarin doelstellingen zijn bereikt.
Maakt concrete afspraken met alle betrokkenen voor het bereiken van de gestelde doelen.
Grijpt in wanneer resultaten van het organisatieonderdeel tegenvallen.
Ontwikkelt samenwerkingsverbanden om resultaat te bereiken.
Benadrukt en ondersteunt het belang van het continu verbeteren van resultaten.
Ziet erop toe dat in elke context (meetbare) doelen worden gesteld.
Grijpt in wanneer resultaten van de organisatie tegenvallen.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0

11 0 0 0
73 0 0 0
Competentie: Schrijfvaardigheid
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Schrijfvaardigheid
Omschrijving vaardigheid
Een geautomatiseerde spellingscontrole toont nog verbeteringen in een geleverde tekst.
Het gebruik van layout, vormgeving en lettertype is niet consistent.
Het doel van de tekst wordt niet duidelijk.
Past correcte spelling (volgens spellingscontrole) en een juist gebruik van de grammatica toe.
Gebruikt correcte omgangsvormen en weet de juiste toon te treffen.
Maakt teksten logisch en helder van opbouw en structuur, (bijv. inleiding, uitwerking, conclusie met duidelijke verwijzingen
Schrijft bondige en goedlopende zinnen, hoofdzakelijk in actieve stijl.
Geeft in een samenvatting de essentie kernachtig weer; hanteert een opbouw, vorm en stijl die aansluiten bij de aard van d
Geeft voorbeelden, metaforen, figuren en illustraties om iets te verduidelijken.
Verheldert waar nodig de boodschap met grafieken, tabellen of schema’s.
Gebruikt een stijl die past bij de situatie (zakelijk, onderhoudend, informatief.…).
Houdt zich aan de kern van de zaak en gebruikt niet méér tekst dan nodig is.
Bereidt zich goed voor, verdiept zich in de lezer en stemt de opbouw van de tekst hierop af.
De geleverde tekst vergt weinig redactie.
Maakt de boodschap gemakkelijk overdraagbaar met ‘kunstgrepen’ zoals anekdotes, beeldspraak en one-liners.
Raakt de lezer dankzij een persoonlijke stijl of creativiteit en schrijft ‘met flair’.
Begeleidt medewerkers / collega’s die moeite hebben met het schrijven van documenten.
Legt ingewikkelde zaken goed uit, desnoods op verschillende manieren.
Maakt vooraf afspraken over opzet, stijl etc. wanneer een tekst door meerdere mensen
wordt aangeleverd.
Schrijft in korte tijd een heldere tekst.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0

10 0 0 0
67 0 0 0
Competentie: Inlevingsvermogen
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Inlevingsvermogen
Omschrijving vaardigheid
Beschrijft de eigen mening als “eerlijk of juist” ongeacht hoe dat door een ander wordt ervaren.
Reageert afkeurend op afwijkende meningen of standpunten of regeert in het geheel niet.
Spreekt ongevraagd een afkeurend oordeel uit.
Respecteert een mening die afwijkt van de eigen of “gangbare” mening.
Haakt in op wat de ander zegt of komt er later op terug, (toont aan geluisterd te hebben).
Stelt vragen (zonder waardeoordeel) over onduidelijke uitspraken.
Herformuleert opvallende uitspraken of verwoordt zichtbare gevoelens van de ander, (controleert ermee of die correct zijn
Spreekt zijn/haar begrip uit voor de gevoelens of gedachten van de ander.
Toont interesse in de ander door te vragen naar de beleving of gang van zaken.
Moedigt de gesprekspartner aan om zijn/haar verhaal of standpunt naar voren te brengen.
Stelt vragen als iemand anders reageert dan gewoonlijk, beschrijft de zichtbare emoties.
Luistert naar anderen zonder een waardeoordeel uit te spreken.
Vraagt naar ervaringen, gevoelens, behoeften en standpunten van anderen.
Benoemt tijdens een gesprek de wijze waarop de gesprekspartner een boodschap brengt.
Beschrijft de gespreksdoelen van de ander en toetst of die goed zijn waargenomen.
Toont waardering voor de prestaties van anderen met bijvoorbeeld een compliment.
Beschrijft de context of een probleem ook vanuit het gezichtspunt van de ander.
Benoemt onvrede, weerstand, afwijkende standpunten en maakt ze bespreekbaar.
Wijst de omgeving erop rekening te houden met de gevoelens en behoeften van anderen.
Spreekt het vertrouwen in de ander uit, laat waardering blijken en geeft complimenten.
Blijft de eigen emoties de baas, ook in bijzondere en emotionele situaties.
Vereist van iedereen een respectvolle omgang en grijpt in wanneer dit niet gebeurt.
Maakt (onderhuidse) spanningen of conflictsituaties in een groep bespreekbaar.
Verplaatst zich in een andere belevingswereld door mee te denken vanuit dat perspectief.
Verwoordt niet direct uitgesproken gevoelens, wensen en belangen van de ander.
Houdt in het eigen gedrag rekening met de gevoelens, wensen of de persoonlijke omstandigheden van de ander.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0

10 0 0 0
67 0 0 0
Competentie: Zelfontwikkeling
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Zelfontwikkeling
Omschrijving vaardigheid
Ziet het belang van zelfontwikkeling niet.
Wacht af wat aangeboden wordt.
Accepteert geen feedback op het functioneren en reageert defensief.
Maakt op verzoek een overzicht van zwakke en sterke punten.
Luistert naar feedback zonder die af te wijzen.
Benoemt zelf leerpunten.
Formuleert doelen voor de eigen ontwikkeling.
Accepteert feedback op het functioneren en stelt verdiepende vragen.
Stelt voor om bepaalde zaken te oefenen en/of vraagt om suggesties ter verbetering.
Heeft een individueel ontwikkelingsplan.
Vraagt zelf om feedback en past het gedrag aan (voor zover nodig).
Kijkt kritisch terug op het eigen functioneren en bespreekt dat met vertrouwelingen.
Doet zelfonderzoek naar de eigen sterke en zwakke kanten.
Checkt bij anderen de zelfbenoemde sterke en zwakke punten en vraagt om aanvullingen.
Bespreekt met anderen het verband tussen het eigen gedrag en de resultaten (samenwerking, successen, studievoortgang
Bespreekt het eigen ontwikkelingsplan met anderen en vraagt om aanvullingen en suggesties.
Haalt informatie / hulp bij anderen over zaken waarvan hij/zij minder weet.
Neemt deel aan collegiaal overleg over het persoonlijke functioneren.
Neemt planmatig de persoonlijke ontwikkeling in eigen hand.
Is pro-actief betrokken bij collegiaal overleg.
Neemt het initiatief tot collegiale consultatie.
Neemt initiatief tot intercollegiale intervisie.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0

6 0 0 0
40 0 0 0
Competentie: Voortgangsbewaking
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Voortgangsbewaking
Omschrijving vaardigheid
Werkt naar eigen inzicht taken af.
Heeft niet of nauwelijks contact met teamleden.
Heeft geen overzicht van de te verwachten tijdinspanning.
Gebruikt een checklist of agenda om de voortgang te controleren.
Controleert tussentijds de uitvoering van het eigen werk, (tijd & kwaliteit).
Vraagt regelmatig anderen naar hun voortgang.
Geeft direct aan anderen door wanneer hij/zij afspraken niet na kan komen.
Houdt bij hoe het werk vordert en kan op elk moment de voortgang melden.
Bespreekt vertragingen in de voortgang (bij zichzelf of bij anderen) met de verantwoordelijken voor de planning.
Maakt aan het eind van gesprekken vervolgafspraken en legt de activiteiten vast.
Rapporteert uit zichzelf over de voortgang van de eigen activiteiten.
Zoekt zelf informatie over de voortgang bij anderen als die niet beschikbaar is, wacht niet af en ziet het als een taak om info
Informeert bij de betrokkenen naar de voortgang en de verwachtingen.
Bewaakt projecten /activiteiten in termen van uren, geld, mensen en hulpmiddelen.
Herinnert anderen (teamleden, leveranciers en anderen) aan hun planning of afspraken.
Checkt vooruitlopend op de uitvoering de beschikbaarheid van mensen, geld en tijd.
Anticipeert op verstoringen van voortgang met voorzorgsmaatregelen.
Stelt met betrokkenen vooraf vast op welke wijze voortgangsbewaking plaats zal vinden.
Eist voortgangsrapportages van projecten waarvoor verantwoordelijkheid wordt gedragen.
Wijst collega’s op de afwezigheid van meetmomenten in planningen en geeft zo nodig tips.
Bespreekt regelmatig verbetering van de voortgangsbewaking, vraagt ervaringen te delen.
Zorgt dat verbetering van de voortgangsbewaking regelmatig op de agenda staat.
Stelt criteria voor de beoordeling van het proces en de kwaliteit van de voortgangsbewaking.
Wijst voorafgaand aan een project allen op hun verantwoordelijkheden.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0

9 0 0 0
60 0 0 0
Competentie: Zelfvertrouwen
Tijdstip in ontwikkeling Code
AA
nul-niveau AB
AC
BA
BB
BC
onderbouw CA
CB
CC
DA
DB
bovenbouw DC
EA
EB
EC
FA
student FB
FC
GA
GB
GC
HA
werkende professional HB
HC
IA
IB
IC
: Zelfvertrouwen
Omschrijving vaardigheid
Heeft zichtbaar moeite met het accepteren van complimenten.
Raakt snel boos om onduidelijke redenen.
Zegt weinig en praat alleen als een vraag wordt gesteld.
Neemt deel aan gesprekken.
Spreekt (voorzichtig) een mening uit.
Neemt initiatief.
Spreekt duidelijk de eigen mening uit.
Benoemt de eigen positieve resultaten.
Reageert rustig bij tegenstand en kritiek en vat het niet persoonlijk op.
Spreekt uit waar de eigen kracht ligt, realistisch en zonder op te scheppen.
Legt gemakkelijk contact in de vertrouwde omgeving.
Zegt nee tegen (onredelijke) verzoeken.
Spreekt openlijk over eigen zwaktes en sterke punten.
Verwoordt de eigen standpunten en visie, ook als die verschillen van anderen.
Legt gemakkelijk contacten, ook in een onbekende sociale omgeving.
Stelt zich kwetsbaar op en geeft gemaakte fouten openlijk toe.
Ontwikkelt relaties en/of samenwerkingsverbanden binnen en buiten de organisatie.
Bespreekt teleurstelling/ weerstand.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
beheers ik dezevaardigheid?
hieronder invullen: wel = 1 niet = 0

tijdstip 1 tijdstip 2 tijdstip 3 tijdstip 4


1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
1 0 0 0

9 0 0 0
60 0 0 0

Anda mungkin juga menyukai