§1. Elk functieloos woord is overbodig alleen zijn overbodigheden normaal geworden.
Schrijven is teruglezen, vooruitdenken, componeren en veranderen.
Veel tijd nodig voor het schrijven van een goed stuk
§2. Schrijven leer je door te doen, tevens leer je over het geschreven onderwerp:
-Eerst informatie verzamelen, internet is niet altijd geloofwaardig
-Dan een vorm kiezen (ik, jij, hij) wat is de kern van verhaal?
Zelfde vorm is belangrijk om aandacht erbij te houden
Eigen stijl is belangrijk, dat kan een band scheppen met de lezer
§4. Iedereen leest graag voor hem/haar begrijpelijke teksten. Vermijd het volgende:
-Moeilijke woorden
-Formele uitdrukkingen
-Moeilijke zinnen
Test van Flesch. Kortere zinnen en minder lettergrepen per woord vergemakkelijken de
tekst.
§5. Een verhaal is met Fleschmethode nog geen goed verhaal. Zo wel:
-Boeiend schrijven, in 1 adem uitlezen. Een bekende (bv. Geïnterviewde) gebruiken
-Logische opbouw, stukje bij beetje opbouwen
§6. Eerste indruk bepaalt het wel of niet lezen van een stuk
Schrijven vereist concentratie en verwerpen van verkeerde ideeën door het volgende te
doen:
-Associëren, dingen die in hem opkomen opschrijven.
-Personifiëren, schrijver maakt een mens of beest van het onderwerp.
-Product veranderen, van een product iets aantrekkelijks maken.
-Medium wijzigen, ipv. schrijven inbeelden dat het reclamespotje is van niet langer dan 3
seconden.
-Kiezen voor een gevoel, bv. Humor of boosheid
-Beelden beschrijven
§7. Een goed begin is nog lang niet het halve werk.
Eerste zin is afhankelijk van soort tekst
Enkele beginmogelijkheden zijn:
-Nieuwsbericht, volgens wie wat waar wanneer en waarom
-Opinie
-Detail, hoofdpersoon + situatieschets
-Probleem
-Citaat
-Vergelijking, als het onderwerp te ver van de lezer afstaat
-Sfeer, wat gebeurt er
§8. Een verhaal is een voortvloeiend stuk van begin tot eind
Bv. Begin uitspraak Middenstuk uitspraak afvragen Eind conclusie
Aan het einde niet samenvatten, dat is een zwaktebod omdat de voorgaande stukken niet
nodig zijn als het in een kort stukje past.
§11. Bij schrijven is er sprake van stijl. Hier volgen wat stijlfiguren:
-Metafoor, een vergelijking
-Alliteratie, beginrijm
-Eufemisme, minder erg maken dan iets is
-Contaminatie, bijvoorbeeld optelefoneren
-Hyperbool, overdrijving
-Litotes, onderdrijving/understatement
-ironie, niet serieus
-onomatopee, klankennabootsing hondwoef
-paradox, schijnbare tegenstrijdigheid Eerste zullen de laatste zijn
-pleonasme, bijvoorbeeld witte sneeuw
-tautologie, twee woorden in een zin die hetzelfde betekenen
-contradictio in terminis, tegensprekende dingen
§3. Brieven zijn meer in trek als ze persoonlijk zijn. in het midden.
§1. Folder bestaat uit minstens 4 en hoogstens 8 pagina’s. Bestemt al alle geïnteresseerden.
Brochure bestaat uit minstens 8 en hoogstens 14. Soort naslagwerkje.
§7. Denk goed na over de structuur en de koppen. Het moet op het onderwerp slaan,
algemeen zijn maar niet te zweverig
§1. Advertentie = boodschap zender van massamedium aan een bepaalde doelgroep.
Advertenties vallen meer op dan artikelen en zijn duurder en ze staan los aangegeven.
Geen bemoeienis van de redactie want die kwam tot stand door bedrijf en reclamebureau.
Advertentie moet in 1 oogopslag duidelijk zijn.
§3. Manier waarop men adverteert is kijken wat de zender van de ontvanger wil.
Adverteren kan tussen:
-Producent/consument
-Producenten onderling
-Detailhandelaar/consument
-Producent/grossier
-Organisaties/personen
§5. Goede advertentie biedt oplossing of vervult verlangen. Foto is belangrijker dan plaatje
want het vergt minder tijd. Beeld kan niet zonder tekst en gebruik gevoeltaal in plaats van
zakelijke taal.
§1. Persbericht = bericht van organisatie aan de pers. Verzamelnaam voor kranten, radio, tv
internet. Een geplaats persbericht heeft als voordeel:
-Je bereikt in 1 keer veel publiek
-Het publiek vertrouwt zulke informatie
-Informatie is snel
-Plaatsing is gratis
Nadeel is geen zeggenschap in plaatsing. Redacteuren bepalen of het interessant is. Nieuws
moet interessant en voor iedereen zijn. Opstellen als krantenbericht.
§5. Er zijn vijf ijkpunten die het nieuwsgehalte van een persbericht bevatten:
-Actualiteit
-Belangrijkheid
-Afwijking, ongewoon nieuws
-Belangstelling
-Autoriteit, informatie voor publiek belangrijk
Het moet uit feiten bestaan en voor zoveel mogelijk kloppen
§6. Persberichten kunnen van tevoren worden geschreven maar nog niet gepubliceerd tot
een vastgestelde datum = embargo. Embargo is een afspraak, bij overtreding niet strafbaar.
Regels bij gebruik van embargo:
-Gebruik het alleen bij uitzondering
-Gebruik een duidelijke reden
-Niet te lang embargotermijn
-Embargo geldt voor elke ontvanger hetzelfde, niet voortrekken