Anda di halaman 1dari 5

Digitale leeromgevingen: veel profijt en ook veel werk Menig school buigt zich op dit moment over de vraag

of ze gebruik gaan maken van een ELO: een elektronische leeromgeving. Er zijn op Internet een paar sites waarop je de verschillende ELOs met elkaar kunt vergelijken. Maar de vraag wat je nu eigenlijk wilt met zon omgeving gaat natuurlijk vooraf aan de vraag welke ELO je wilt gaan gebruiken. In dit artikel lees je wat er mogelijk is op dit gebied, maar vooral welke onderwijskundige vragen vooraf gaan aan de vraag f en zo ja welke digitale leeromgeving je wilt gaan gebruiken. ELO: iets voor onze school? Elektronische leeromgeving oftewel ELO, digitale leeromgeving, teleleerplatform, learning environment, learning management system oftewel LMS: allemaal woorden waarmee (meestal) hetzelfde bedoeld wordt: een platform dat gebruikers in staat stelt om via Internet lesmateriaal aan te bieden, te communiceren en het leerproces te organiseren. Of volgens de definitie van het CINOP: een ELO omvat de technische voorzieningen (hardware, software en telecommunicatie infrastructuur) die de interactie faciliteren tussen 1. het proces van leren 2. de communicatie die nodig is voor dat leren 3. de organisatie van het leren.[1] Wie staat voor de keus om een ELO aan te schaffen moet zich allereerst afvragen of een ELO meerwaarde heeft, vervolgens welke ELO het beste past bij het onderwijs dat hij zijn leerlingen wil bieden en ten slotte welke eisen het gebruik van een ELO stelt aan (de organisatie van) het onderwijs. Want het invoeren van een ELO stelt heel wat eisen aan de onderwijsorganisatie, niet alleen in het onderwijsproces, maar ook op het gebied van ictvoorzieningen, financin en niet te vergeten: mankracht. Maar laten we eerst eens kijken wat moderne ELOs nu zoal kunnen en welke doelstellingen je zou kunnen realiseren met het gebruik van een ELO. Functionaliteiten en doelstellingen De eerste ELOs werden vooral ingezet om studenten te gelegenheid te bieden om onafhankelijk van de schoolomgeving te kunnen studeren. In de ELO werd lesmateriaal aangeboden en vaak ook toetsmateriaal en er was (beperkt) gelegenheid om met de docent te communiceren. De moderne ELOs bieden nog steeds deze functionaliteiten, maar hebben inmiddels meer mogelijkheden. Er is een plek om lesmaterialen te bewaren en ter beschikking te stellen, er kunnen toetsen gemaakt worden of gemporteerd vanuit andere programmas en er zijn uitgebreide communicatiemogelijkheden voor docenten n studenten, bijv. via mail en fora of via een chatprogramma. Daarnaast bieden veel ELOs tegenwoordig de mogelijkheid om leerlingen het gemaakte werk op te laten slaan, in werkmappen of in portfolios. Dat zijn in het kort de mogelijkheden van digitale leeromgevingen. Maar waarom zou de school nu zon leeromgeving gaan gebruiken? De aanschaf en het onderhoud van een ELO is doorgaans een kostbare zaak, dus je moet goede redenen hebben om tot die aanschaf over te gaan. Als eerste reden om een ELO aan te schaffen wordt vaak genoemd dat het makkelijk is als iedereen op het goede moment onafhankelijk van plaats of tijd kan beschikken over het lesmateriaal. De ELO wordt dan ingezet als een digitale bibliotheek waar zowel de leerling als de leraar terecht kan: om materialen in te zien, oude lessen te herzien of nieuw materiaal bij te plaatsen. Dat blijft niet beperkt tot het lesmateriaal van n cursus of n vak: in de ELO kan ook informatie over een andere cursus, vak of soms van een andere opleiding, locatie of school bekeken worden. Zo kan gekeken kan worden of bepaalde materie al eerder in een ander vak aan de orde is gekomen en hoe dat behandeld is. Het is natuurlijk reuze makkelijk voor een scheikundeleraar die zijn leerlingen zelfstandig een onderzoek uit wil laten voeren, als hij weet dat in het vorige trimester bij biologie aan de orde is gekomen hoe een onderzoek aangepakt moet worden of als de leraar Duits een leerling kan verwijzen naar de lessen over

het meewerkend voorwerp bij Nederlands als hij de derde naamval bij Duits gaat uitleggen. En zou het niet handig zijn als het materiaal dat op de basisschool is behandeld ingezien kan worden of het lesmateriaal dat door een collega van een andere school is ontwikkeld gebruikt kan worden voor het ontwikkelen van eigen lesmateriaal? Een tweede functie van een ELO binnen het onderwijs kan zijn dat hiermee andere onderwijsvormen ondersteund kunnen worden dan frontaal, klassikaal onderwijs. Leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag, het lesmateriaal kan adaptief gemaakt worden door in te stellen dat bepaalde cursussen of cursusonderdelen verplicht voldoende gescoord moeten worden om een andere cursus of cursusonderdeel benaderbaar te maken, het werken in groepen kan ondersteund worden door de verschillende communicatiemodules etc. Wat ook handig kan zijn is de mogelijkheid om de leerling te volgen in zijn activiteiten, de resultaten vast te leggen en op verschillende manieren zichtbaar te maken. Denk hierbij niet alleen aan de resultaten van de toetsen, maar ook bijvoorbeeld aan de deelname van de leerling in de groepen, de manier waarop hij communiceert enz. In een ELO worden niet alleen de toetsresultaten van de leerlingen opgeslagen, maar ook kan vastgelegd worden op welke onderdelen en tijden hij heeft ingelogd op het systeem, of hij aan forumdiscussies of chatsessies heeft deelgenomen en wat daarin zijn bijdrage was. In zijn portfolio worden de uiteindelijke resultaten van zijn activiteiten vastgelegd, en, afhankelijk van de invulling van het onderwijs, zijn leerdoelstellingen en de reflecties op zijn eigen functioneren en kunnen. Een andere positieve bijdrage van een ELO voor de school kan zijn dat het de administratieve organisatie vergemakkelijkt. Het maken van rapporten is bijzonder eenvoudig als alle resultaten van de leerlingen zijn vastgelegd in een ELO. In de ELO vinden zowel leerlingen als docenten de meest recente informatie over jaaragendas, roosters en wijzigingen daarop, PTAs, enz. Last but not least kan een ELO bovendien een belangrijke stimulans zijn voor leerlingen. Alleen al het werken op een computer wordt door veel leerlingen in hoge mate gewaardeerd boven het werken met boeken en losse papieren. Daarnaast waarderen ze vaak het feit dat ze altijd de beschikking hebben over alle informatie en de mogelijkheid om met hun docenten en medeleerlingen te overleggen. Voorbereiding Dat een ELO een positieve bijdrage aan het onderwijs kan leveren is uit bovenstaande vermoedelijk duidelijk geworden, maar voordat je zover bent, moet de school zich terdege voorbereiden. Elke doelstelling die je wilt bereiken kun je namelijk alleen behalen met veel bloed, zweet en tranen! Het vraagt behoorlijk wat voorbereiding om de ELO zo ingericht te krijgen zoals je wilt, en vervolgens veel discipline om de ELO te onderhouden en daadwerkelijk te gaan gebruiken. Wie alle informatie met betrekking tot de roosters en de planning in de ELO ter beschikking wil stellen moet eerst die informatie boven water krijgen. Je staat ervan versteld hoeveel verschillende versies van bepaalde documenten binnen de school blijken te zijn! Heb je eindelijk de juiste versies in de ELO geplaatst, dan moet iedere wijziging vanaf dat moment ook weer vastgelegd worden in de ELO. Wordt de ELO als digitale bibliotheek gebruikt, dan moet iemand ervoor zorgen dat de lessen ook teruggevonden kunnen worden, door leerlingen zowel als door docenten. Dat betekent dat het materiaal op de een of andere manier gecatalogiseerd moet worden. Het lesmateriaal en de toetsen moeten voorzien worden van metadata waarin de inhoud van de documenten beschreven wordt: gaat het om een toets of lesmateriaal, is het een tekstdocument of een videofilm, gaat het over de simple present of de pass defini? Wordt het lesmateriaal ontsloten per les, of moeten ook delen van lessen van metadata voorzien? Immers: een filmpje over een beroemde uitvinder kan misschien zowel bij geschiedenis als bij techniek gebruikt worden.

Ook de onderwijskundige inrichting van de ELO moet aandacht krijgen. Wordt de ELO gebruikt om vorm te geven aan meer adaptief onderwijs of projectgericht onderwijs? Dan moeten daarvoor vermoedelijk de nodige materialen en toetsen ontwikkeld worden. Een portfolio biedt onder andere meerwaarde door het in te zetten als instrument om leerlingen te laten reflecteren op hun eigen functioneren. Maar dat betekent wel dat daarvoor een kader moet gecreerd moet worden: welke vragen worden de leerling gesteld als hij zijn werk plaatst in de digitale leeromgeving en hoe worden ze gesteld: bij elk object, via de mail of als verplicht onderdeel voordat een bestand geplaatst kan worden? Moet de leerling tevoren zijn leerdoelen formuleren en moet hij het geplaatste werk steeds binnen dat kader plaatsen? Een ander gevolg van het gebruik van een ELO is dat bij het inzetten van de ELO voor het onderwijs de stof tevoren duidelijk zijn en in brokken aangeleverd worden waarbij afstemming tussen docenten nodig is. Is het docententeam daarop voorbereid, en is er ook een kader waarbinnen ruimte is voor vakoverstijgende afspraken? Veel vragen met evenzovele antwoorden. Alleen als je je tevoren buigt over dit soort vragen en de ELO tevoren goed inricht, kun je de mogelijkheden optimaal benutten. Infrastructurele voorzieningen, organisatie, kosten, en mankracht Niet alleen in onderwijskundig opzicht stelt de aanschaf van een ELO eisen aan uw school, ook de infrastructurele voorzieningen van de school moeten voorbereid zijn op het gebruik van een digitale leeromgeving. Hoeveel leerlingen moeten tegelijkertijd gebruik kunnen maken van de ELO? Zijn er voldoende computers in school en zijn de verbindingen naar de server waarop de ELO geplaatst is snel genoeg? Waar wordt de ELO gehost: richt de school zelf een server in en wordt de ELO op school onderhouden, wordt er gebruik gemaakt van de hostingservice van de eigenaar van de ELO of kiest de school voor een ELO die gebaseerd is op Open Source software en wordt die gehost en onderhouden door een derde partij? Het voordeel van die laatste optie is dat de ELO maximaal kunt ingericht kan worden volgens de eigen wensen. Dat kan overigens tegelijkertijd een nadeel zijn: als bepaalde standaarden verlaten worden is uitwisseling met informatie binnen andere ELOs vaak lastiger. Een ELO moet ook beheerd en onderhouden worden. De technische kant hiervan kan wellicht uitbesteed worden aan iemand buiten de school, maar de inhoud van de ELO moet bewaakt worden. Wie krijgt welke bevoegdheden voor het onderhoud van de ELO: wie mag informatie plaatsen, veranderen, wachtwoorden toekennen en wijzigen enz. Hoe zorg je ervoor dat alle betrokkenen zich aan de afspraken houden en dat de informatie binnen de ELO niet veroudert? Er moeten gedragscodes opgesteld worden voor al degenen die te maken hebben met de ELO, zowel voor docenten maar ook voor de leerlingen want ook zij zullen informatie plaatsen binnen de ELO. Ontwikkelen de docenten zelf zonodig materiaal voor de ELO, wordt er binnen de school iemand aangesteld om dat te doen of wordt die taak bij een externe partij neergelegd? De keuze Als je de verschillende ELOs gaat bekijken dan kom je vermoedelijk al snel tot de conclusie dat de meeste ELOs ongeveer dezelfde mogelijkheden bieden. Ze bieden allemaal mogelijkheden voor communicatie, er is een ruimte waar de lesmaterialen geplaatst kunnen worden, er zijn administratieve organisatiemogelijkheden zoals een agenda- en/of een roosterfunctie, en een mogelijkheid om de activiteiten van leerlingen vast te leggen. Toch zijn er wel verschillen tussen de verschillende ELOs. Sommige ELOs bieden een mogelijkheid om te chatten, andere weer niet. Er zijn ELOs die gekoppeld kunnen worden aan een leerlingvolgsysteem of een roosterprogramma, en andere ELOs leggen de nadruk op de portfoliomogelijkheden van het systeem. Het is verstandig om, voordat je de mogelijkheden van de verschillende ELOs naast elkaar legt, in een aantal scenarios te beschrijven hoe de school denkt om te gaan met zon leeromgeving. Wordt de ELO alleen vanuit school benaderd, of moet de leerling ook vanuit huis terecht kunnen in die leeromgeving? Welke

mogelijkheden krijgen ouders: krijgen zij toegang tot (delen van) de digitale leeromgeving? De keuze van een ELO is lastig omdat je je niet moet beperken tot de mogelijkheden die wenselijk zijn voor je huidige onderwijs, maar ook de wensen die je zou kunnen hebben over een aantal jaar moet betrekken. Anderzijds moet je je wensen ook niet te ruim formuleren want een ELO met teveel functionaliteiten is vaak niet alleen te duur, maar is meestal ook lastiger onder de knie te krijgen. Betrek alle partijen die met de leeromgeving moeten werken bij de keuze: docenten, onderwijsondersteunend en administratief personeel, systeembeheer, maar ook de leerlingen en mogelijk hun ouders. Veel ontwikkelaars van ELOs bieden de mogelijkheid om een kijkje te nemen in hun leeromgeving d.m.v. een proefaccount. Bekijk dan de leeromgeving niet alleen als docent, maar kijk ook eens vanuit de functie van leerling naar de ELO, en zo mogelijk ook als systeembeheerder en ook als ouder als die straks (gedeeltelijk) toegang krijgen tot deze leeromgeving. Alleen dan krijg je een indruk van de mogelijkheden en de gebruikersvriendelijkheid van de ELO. Tot slot Overweegt de school een ELO aan te schaffen of er zelf een te ontwikkelen of aan te passen? Profiteer dan van de ervaringen van scholen die deze stap al hebben genomen. Op het web is veel informatie te vinden over de mogelijkheden van de verschillende ELOs, en je vindt er ook een aantal ELOs die speciaal ontworpen zijn voor een school of een groep scholen. Wie zich vooraf goed orinteert, zal zich een hoop werk en teleurstellingen in de toekomst besparen! Literatuur Gedrukte literatuur: Droste, Joke. Het kiezen van een elektronische leeromgeving: advies 2003. Den Bosch : CINOP, 2003. Websites: http://www.excelo.nl/. Website van het Expertisecentrum Elektronische Leeromgevingen (EXCELO). EXCELO is een samenwerkingsverband van het SCOKohnstamm Instituut en het Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO), beide van de Universiteit van Amsterdam, en het Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden (IVLOS) van de Universiteit Utrecht http://e-learning.surf.nl/e-learning/home. Website over e-learning in het Hoger Onderwijs, verzorgd door de Stichting Surf. De informatie op deze website is op sommige punten wat verouderd. http://ictcafe.opweb.nl/modules.php?name=Sections&op=viewarticle&artid=57. Actuele informatie over de stand van zaken van de ELOs TeleTOP, Its:learning en Viadesk, verzorgd door de leveranciers zelf. http://www.onderwijs.solin.nl/onderwijs/elo/vergelijking/. Site van het bedrijf Solin dat zich o.a. specialiseert in de aanpassing, installatie en ondersteuning van kosteloze open-source webapplicaties. Op deze site treft u een overzicht van Open Source ELOs. http://www.digitaledidactiek.nl/. Op deze site veel tips en adviezen over de toepassing van een digitale leeromgeving. http://home.tiscali.nl/robertjansimons/publicaties /Digitale%20didactiek%20thema.doc. Een artikel van P.R.J. Simons over digitale didactiek. Voorbeelden: Voortgezet onderwijs: http://www.prikkel.mco.msa.nl/mco/prikkel/index_html: leeromgeving van het Montessoricollege Oost in Amsterdam

http://www.rug.nl/eccoo/overeccoo/projectene/projectenatotz/brainbox/. Evaluatie van de ervaringen van ruim dertig scholen voor VO, die in de afgelopen twee jaar gebruik gemaakt hebben van de elektronische leeromgeving Blackboard via de Rijksuniversiteit Groningen. Basisonderwijs: www.rijdendeschool.nl/dlrs.htm. Digitale leeromgeving van de Stichting Rijdende School. http://www.eloland.nl/. Digitale leeromgeving van de Anna van Burenschool in Enschede. Voorschools onderwijs, basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs: http://www.haagseonderwijsportal.nl/. Haagse onderwijsportal: digitale leeromgeving voor Haagse scholen die docenten en leerlingen de gelegenheid biedt met elkaar in een besloten internetomgeving te communiceren [1] Joke Droste. Het kiezen van een elektronische leeromgeving. p.

Anda mungkin juga menyukai