Anda di halaman 1dari 11

EXAMEN FILOSOFIE DE FILOSOFEN FILOSOOF: Immanuel Kant (1724-1804) IDEE Voorstander van het compatibilisme.

De wereld zoals die verschijnt door het 'filter' van onze ervaring noemt hij de fenomenale wereld (fenomeen is een ander woord voor waarneembaar verschijnsel). De wetenschap baseert zich op waarnemingen (empirie), dus kan zij alleen kennis van die fenomenale wereld geven. De wereld die los van onze waarneming staat noemt Kant de noumenale wereld. Die kunnen alleen door het verstand gedacht worden, maar we kunnen er geen zekere kennis van hebben. De fenomenale wereld kan dan deterministisch zijn en de noumenale wereld moeten we praktisch (de 'praktische rede') zien mt een vrije wil. Dit moet om ons morele vragen te kunnen stellen en te beslissen hoe we zullen handelen, wat we behoren te doen. Hiermee verdedigd Kant dus een plichtethiek. Hij is een voorstander van het principe van alternatieve mogelijkheden, je bent alleen vrij als je ook iets anders had kunnen doen. Daarnaast ook het ultieme-oorzaakprincipe, dat moet in ieder geval een veronderstelling zijn van de praktische rede omdat onze morele handeling dan alleen bepaald wordt door de wil om moreel te handelen. Dat we een vrije wil hebben ziet kant dus meer als iets waar we beter praktisch van uit kunnen gaan. Volgens Kant geeft de wetenschap ons geen redenen om hierin te geloven, maar ze geeft ook geen redenen om er niet in te geloven. Ethiek is volgens hem niet mogelijk zonder een vrije wil aan te nemen. Dus liberatarier in het feit dat hij een vrije wil onderstelt in de noumenale wereld die GEEN determinisme kan hebben. In de fenomenale wereld ziet hij causaliteit en daarmee dus determinisme. Gaf een voorbeeld: Als de wetenschap in eens zou bewijzen dat de wereld deterministisch is, dan zou men elkaar nog steeds verantwoordelijk houden, criminelen naar de gevangenis sturen etc. Volgens het compatibilisme is het namelijk mogelijk om handelingen die volledig gedetermineerd zijn toch te zien als vrije handelingen. Zij vinden dat handelen uit vrije wil eigenlijk niets anders betekent dan dat je kun doen wat je wilt. Die wil kan dan wel gedetermineerd zijn. (dit is in tegenstelling tot de libertariers: je ben

Amerikaanse Filosoof John Fischer

Thomas Hobbes en David Hume

vrij om te doen wat je wilt als je kunt bepalen wat je wilt).

Britse filosoof G.E. Moore

Volgens Moore gaat het er niet om of je in precies dezelfde situatie iets anders had kunnen doen, maar het gaat hem erom of je iets anders zou hebben gedaan in een vergelijkbare situatie waarin je iets andershaf gewild: de conditionele analyse van alternatieve mogelijkheden. Dus het is echt super beperkt, want je kan dus niet zeggen: ik heb meerdere mogelijkheden. Neen, je hebt alleen de mogelijkheid gehad om in een vergelijkbare situatie iets anders te doen ALS (in de conditie dat) je iets anders had gewild. Hieruit kun je twee voorwaarden opmaken: 1. De persoon moet doen wat hij WIL doen. 2. Als de persoon iets anders had gewild, hij dan iets anders zou hebben gedaan. Dat hij niet iets anders wilde kan natuurlijk hartstikke gedetermineerd zijn. Is een harde determinist en dus ook tegenstander van het conditioneel compatibilisme. Met het consequentie-argument legt hij dat uit: Niet alleen de wil is gedetermineerd maar ALLES, alles heeft een oorzakelijk verband, met oneindige oorzaken dus. In een andere situatie had je dus niet iets anders kunnen doen als je iets anders had gewild, want dan zou je de natuurwetten moeten veranderen en dat kan je niet! (we kunnen ons hierbij de vraag stellen: ''Maar betekent iets anders kunnen doen alleen dat er een situatie mogelijk zou zijn waarin je iets anders zou doen of betekent het ook dat jij de wereld zo had kunnen veranderen dat die mogelijke situatie ook de feitelijke situatie zou zijn geworden?,,) Vond dat je wel verantwoordelijk voor een handeling kunt zijn ook al had je geen alternatieve mogelijkheden. Gedachteexperiment: Meneer jansen heeft een ingebouwd computertje in zijn hoofd. Die heeft dokter Black in zijn hoofd gedaan. Als jansen een misdaad wil plegen en op het laatst toch uit schuldgevoel of wat dan ook zou stoppen, dan zou dokter Black hem een handje helpen door op de knop te drukken. Maar toch ging jansen de bank overvallen, dus Black hoefde niet in te grijpen. Dan is jansen wel degelijk schuldig!!

Peter van Inwagen

Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt

Amerikaanse filosoof John Martin Fischer

Hij is het er mee eens dat we niet per se meerde alternatieve mogelijkheden nodig hebben om iemand verantwoordelijk te houden. Volgens hem gaat het vooral om controle. Mensen hebben totale controle wanneer er geen determinisme is en mensen dus handelen vanuit het ultiemeoorzaakprincipe. Regulatieve controle is een mindere controle, het is de controle dat als we iets doen, we ook iets anders hadden kunnen doen. Als het determinisme waar kan deze controle niet bestaan. De laagste controle die we kunnen hebben is ten slotte besturingscontrole. In dit geval heb je geen alternatieve mogelijkheden, er is maar een mogelijkheid. Neem je die mogelijkheid uit eigen beslissing? Dan voel je je vrij. Maar een andere mogelijkheid is niet mogelijk, want dan wordt je door iets externs, zoals de natuurwetten, gestuurd. Dit is ook wel bekend bij het scenario van Harry Frankfurt. De voorwaarde voor besturingscontrole is dat je voor rede vatbaar bent. Anders ben je als het ware stuurloos. (als een auto waarvan de motor kapot is. Volgens hem zijn bepaalde emoties zoals verontwaardiging, boosheid en verdriet belangrijk. Het gaat er volgens hem niet om of ons gedrag gedetermineerd is of niet. Het gaat hem om de omgang tussen mensen. De eerstgenoemde emoties noemt hij reactieve attitudes. In de omgang tussen mensen kunnen zij twee verschillende houdingen aannemen. Ofwel een objectiverende houding. Deze houding hebben we vaak wanneer het om speciale situaties gaat, zoals bijvoorbeeld bij de demente vrouw. Dan nemen we een stapje terug, en proberen we de situatie te overzien zonder daarbij directe emoties, reactieve attitudes, te hebben. Ofwel een reactieve attitude dus waarbij je iemand benaderd met emotionele betrokkenheid, als een verantwoordelijk persoon. Verschil met Kant: Strawson is van mening dat verantwoordelijkheid best deterministisch kan zijn, het maakt gewoon deel uit van onze natuur. Kant zegt dat verantwoordelijkheid, ethiek, alleen mogelijk is als we geloven in een vrije wil (denk aan zijn plichtethiek). In sommige gevallen weet je niet wat voor emotionele houding je moet aannemen, maar wanneer we over zulke gevallen nadenken, dan zijn we volgens Strawson op zoek naar een rechtvaardiging binnen onze praktijk van het

Britse filosoof Peter Strawson

elkaar verantwoordelijk houden. Critici zeggen: Maar is zo'n reactieve attitude eigenlijk wel zinvol?? Amerikaanse filosoof Thomas Hagel Is van mening dat straf een kwestie is van pech. Als je bijvoorbeeld een misdaad hebt gepleegd en net die ene camera is kapot, dan kan je volgens hem spreken van morel mazzel. Volgens hem is er niet zoiets als een vrije wil. Maar hij vind dat we dat juist positief moeten zien. Als we iemand niet kunnen prijzen om een goede daad, omdat die toch al gedetermineerd is, dan kunnen we iemand ook niet straffen om een slechte daad, want die is OOK gedetermineerd. De wetenschap is volgens hem HET bewijs dat wij geen controle, geen vrije wil hebben. Maar.. hoe kun je iemand dan straffen? Hij komt dan met het begrip sterke/zwakke aanrekenbaarheid. Bij sterke aanrekenbaarheid, geef je iemand straf voor zijn daad. Dat is volgens hem verkeerd, want die daad is gedetermineerd. Echter, er mag wel sprake zijn van zwakke aanrekenbaarheid. Dit betekent dat je iemand wel ter verantwoording mag roepen. Op die manier kunnen we het gedrag van die persoon dan positief veranderen. Dit is eigenlijk hetzelfde als mensen een beetje verstand, INZICHT, bijbrengen. Dit zien we ook terug bij SOCRATES! Die van mening is dat mensen door meer inzicht en kennis te verwerven leren hoe ze verantwoordelijk moeten leven. (Recente voorbeelden van mensen die probeerden mensen op een vreedzame manier inzicht bij te brengen en daarmee te streven naar een beter gedrag, waren MAHATMA GANDHI en MARTIN LUTHER KING (en ofcourse, Jezus van Nazareth). Mahatma Gandhi gaf toespraken en ging vreedzaam de onderdruk aan tegen de Britten die toen India als kolonie hadden.

Derk Pereboom

VRIJE WIL ALS ZELFVERWERKELIJKING! David Hume Hij is van mening dat we niet zoiets hebben als een zelf, we zijn slechts een BUNDEL VAN VERLANGES. Hij zegt ook: ''De rede is de slaaf van de passies,,. We kunnen alleen met de rede keuzes maken om zoveel mogelijk onze behoeften te bevredigen: 1. Als je verlangt naar A 2. En je weet of gelooft dat je A zou kunnen bereiken door B te doen, 3. Dan heb je een reden om B te doen. Bijv: Ik verlang naar een betere conditie, ik geloof dat ik dat kan bereiken door te

stoppen met roken, dus heb ik dan een reden om te stoppen met roken. Dit sluit ook aan bij het compatibilisme van Hume, zolang je niet belemmerd wordt om te doen wat je verlangt, handel je uit vrije wil. Dit kan wel zo zijn als voorwaarde voor morele verantwoordelijkheid, maar met vrije wil als voorwaarde van zelfverwerkelijking kunnen we hier niks mee. Als je slechts een bundel van verlangens bent, kun je niet echt iets als een ''zelf,, hebben. Als het verlangen om ergens mee te stoppen of aan te beginnen maar groot genoeg is, dan lukt het je! Harry Frankfurt Is het oneens met David Hume. Als je bijvoorbeeld verslaafd bent dan kun je ook een onwillige verslaafde zijn: Iemand die zelf de drugs niet wil gebruiken ook al is zijn verslaving zo sterk dat hij het toch doet. Daarom maakt hij, net als Mill een onderscheid tussen verlangens die van jezelf zijn en verlangens die dat niet zijn. Hij gaat echter wel verder dan Mill, hij maakt een onderscheid tussen tweede-orde-verlangens, verlangens die over een ander verlangen gaan, en eerste-orde-verlangens verlangens die niet over een ander verlangen gaan maar puur gericht zijn op iets buiten jezelf, bijvoorbeeld een verslaving. (tweede-orde-verlangen: dat je verlangt dat je het verlangen hebt om...) Je kunt pas echt zeker zijn van een bepaalde keuze door de tijd heen: als je elke dag iets anders wilt dan vinden we niet dat je een duidelijke eigen wil hebt. Critici vinden het probleem van REGRESSIE belangrijk, want als je 2 conflicterende tweede-orde-verlangens hebt, dan moet er een derde-orde-verlangen bij komen. Enz. enz. volgens Frankfurt houdt het wel ergens op, maarja, wanneer? Dus kan eindeloos door duren. Het wordt dan al snel heel technisch, maar uiteindelijk komt het erop neer dat (LIEFDE): De verlangens die in overeenstemming zijn met wat je liefhebt, van jezelf zijn. Volgens deze theorie ligt je natuurlijke aard dus besloten in feiten over datgene waar je van houdt. Zo kun je jezelf verwerkelijken. Dit is eigenlijk een soort van diepgaandere versie van Mill en is gematigder dan Hume: Sommige dingen doen we omdat we er van HOUDEN en sommige dingen worden beinvloed door bepaalde VELANGENS, zoals een verslaving, verliefdheid, woede, wraak etc. Die verwerkelijken jezelf niet, maar beinvloeden jezelf slechts. !!!! waar je van houdt, dat ligt eigenlijk al vast. Dus als je kiest wat je gaat doen moet je reflecteren en uiteindelijk weet je dan wat

je moet doen. John Stuart Mill Volgens hem gaan zelfverwerkelijking, je KARAKTER dus, en je verlangens samen. Uiteindelijk is het volgens hem omdat je van bepaalde dingen houdt dat je jezelf als individu kunt verwerkelijken. Er is een onderscheid tussen verlangens die van jezelf zijn en verlangens die dat niet zijn. Mill wil de ontwikkeling van het karakter als iets natuurlijks begrijpen. Het is het product van een individueel groeiproces dat voor iedere persoon verschillend is. Herkenbaarheid: Ja, want je zou kunnen zeggen dat een verlangen uitdrukking geeft aan het karakter van een persoon wanneer je die persoon aan dat verlangen kunt herkennen. Authenticiteit: Als het niet herkenbaar is hoeft het nog niet zo te zijn dat het niet authentiek is. Reflexiviteit: je kan reflecteren over je karakter. Zo kun je er achter komen of je misschien wat te agressief reageerde. Maar.. Mill bedoelde met 'karakter' niet zomaar een herkenbare neiging. Verlangens of behoeften die van jezelf zijn, dat zijn volgens Mill verlangens naar dingen die bij je passen. Het karakter is volgens Mill datgene waarin zulke mensen van elkaar verschillen. Het karakter waar Mill het over heeft, bestaat dus uit die verlangens die bepalen waar je gelukkig van wordt. Het gaat dus niet zozeer om het gedrag waar je iemand aan kunt herkennen, maar wel om het gedrag waar je iemand aan kunt herkennen als hij zich gelukkig voelt. Dus door zelfkennis, door te weten waar je nou echt gelukkig van wordt, kun je jezelf verwerkelijken. Het geluk is dus bij Mill erg belangrijk, maar zou er niet iets belangrijkers moeten zijn dan geluk alleen?... Volgens deze Franse filosoof ben je als mens juist vrij, aangezien je wel degelijk voortdurend zelf te kiezen hebt wat je nu eigenlijk wilt. Voor alles wat je wezenlijk bent en je verwerkelijkt hebt, kun je datgene weer afwijzen of omarmen. Je maakt je eigen leven en dat leven is niet al bepaald door GOD. Hij zegt ook wel: ''De mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt'' of : ''De mens is de ontwerper van zijn eigen leven,,. Hij is een EXISTENTIALIST. Wat betekent dat hij gelooft dat de mens eerst IS, existentie. En dan pas komt je ESSENTIE door zelf te kiezen wat je wilt. Existentie->Essentie. Bij voorwerpen is dat anders: Essentie-> Existentie. Je essentie kan nooit een gegeven worden, omdat je altijd de vrijheid behoudt om

Franse filosoof Jean-Paul Sartre (1905-1980)

ieder gegeven af te wijzen. Je moet jezelf dus blijven maken. !!Deze zelfverwerkelijking hangt nauw samen met het begrip van verantwoordelijkheid, want je bent als het ware 'veroordeeld' om vrij te zijn. Je bent verantwoordelijk om te kiezen, wanneer je je dus verschuilt achter een bepaalde rol of functie probeer je in feite aan je verantwoordelijkheid te ontsnappen. Dus in het geval van authenticiteit kun je niet zeggen dat het een authenticiteit is van: Ik kies oprecht voor iets en leg me daar voortaan op toe. Sartre zegt juist dat al onze handelingen authentiek zijn! Tenminste, wanneer je iets niet zomaar kiest omdat het past bij je rol of functie of omdat het is men nu eenmaal doet, maar wanneer je juist kiest vanuit het besef dat de keuze aan jou is. Omdat je telkens je keuzes moet maken, is het nog niet zo dat je door reflectie enige keuzen kunt baseren. Ook bij zelfkennis geldt hetzelfde: Kennis van feiten over jezelf kunnen nooit bepalend zijn voor welke keuze je zou moeten maken. Canadese filosoof Charles Taylor (1931) Voor Mill en Frankfurt is het uiteindelijk een natuurlijk gegeven dat bepaalde dingen belangrijk voor je zijn. Er zijn gewoon bepaalde feiten over de manier waarop je in elkaar zit, en daardoor zul je bijvoorbeeld van de ene keuze wel gelukkig worden en van de andere niet. Maar volgens twee redenen is dit onjuist: 1. Ten eerste omdat je nooit helemaal met een neutrale, objectieve blik naar jezelf kunt kijken. 2. Ten weede is de veronderstelling onjuist omdat je wil zelf ook weer wordt veranderd en gevormd door de manier waarop je jezelf interpreteerd. Wat je wilt is volgens Taylor dus niet een natuurlijk gegeven dat onafhankelijk bestaat van je gedachten over wat je wilt. Een voorbeeld is bijvoorbeeld: cultuur. Als je kiest voor een bepaalde studie wordt je gevormd door de stromingen alfa en bta. Volgens Taylor zijn taal en cultuur vooral belangrijk voor zelfinterpretatie vanwege allerlei begrippen die een sterke morele lading hebben. Maar juist omdat die begrippen niet neutraal zijn, is het volgens taylor belangrijk om in te zien dat je je diepste gevoel van wat belangrijk is ook weer niet tot die begrippen kunt herleiden. Zo komt hij tot het begrip van refelexiviteit: Je kan op die manier nadenken over hoe jij beinvloed wordt door bepaalde begrippen zoals bijvoorbeeld ''eer,,. We moeten kritisch zijn over die culturele begrippen: we moeten kunnen

reflecteren over onze eigen culturele achtergrond en ons afvragen welke culturele begrippen we willen gebruiken en welke niet. Volgens Taylor stelt de taal ons in staat om onze eigen drijfveren te beoordelen, maar in de praktijk levert de taal net zo goed nieuwe onbewuste drijfveren op. Britse filosoof John Gray Het hele idee van zelfwerkerlijking is een typsche westerse misvatting! Gray meent dat de westerse cultuur alleen technologische vooruitgang heeft geboekt. Die vooruitgang gaat helemaal niet gepaard met morele vooruitgang. Waarom gedraagt de mensheid zich zo? De enige mogelijke verklaring is vlgens Gray dat we eenvoudigweg dieren zijn, gevormd door een evolutie die ons heeft geselecteerd op agressie en inventiviteit. Onze beschaving functioneert niet bepaald op basis van reflectie en zelfkennis. Dat we zijn zoals dieren komt ook terug bij het experiment dat gedaan is door de Amerikaanse psycholoog Stanley Milgram: Er werd aan ze gevraagd om een apparaat te bedienen waarmee aan een persoon in een andere kamer elektrische schokken konden worden toegediend. De verantwoordelijkheid kon worden afgeschoven op de onderzoekers, en ook al hadden sommige mensen zoiets van: ik wil ermee stoppen, toch gingen ze ermee door. Gelukkig waren de mensen in de andere kamer niet echt aangesloten Anders waren ze allang dood geweest... Gray grijpt daarnaast ook terug op Hume: volgens Gray is zelfverwerkelijking uiteindelijk een misplaatst ideaal, omdat er in onze geest helemaal geen zelf te vinden is. Er is slechts een verscheidenheid van drijfveren waar we ons grotendeels niet eens bewust van zijn. Hoort bij de stroming van Hume. Omdat mensen bijvoorbeeld bij incest, gewoon WETEN dat het niet goed is, blijkt volgens deze psycholoog dat mensen hun keuzes en oordelen doorgaans niet baseren op reflectie, maar op intutie. Als we op zoek gaan naar argumenten, dan doen we dat meestal niet om kritisch te onderzoeken of we wel goede redenen hebben om een bepaald standpunt in te nemen. In plaats daarvan zoeken we naar argumenten om de standpunten te verdedigen die we op grond van onze intuties toch al hebben ingenomen. Psychologen als Haidt zien in het wetenschappelijk onderzoek van tegenwoordig een bevestiging van de opvatting van Hume dat niet de rede, maar de passies de motivaties vormen voor ons gedrag.

Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt

Amerikaanse filosoof John Doris

Hoe jij je zult gedragen is dus misschien meer afhankelijk van de situatie waar je je in bevindt dan van jouw individuele karakter of je eigen wil. We moeten ons daarom minder richten op de ontwikkeling van individuen met een moreel karakter en dat we beter moeten kijken naar hoe we ervoor kunnen zorgen dat we niet in situaties terechtkomen waarin we de verkeerde dingen doen. Vergeleek de natuur met een KLOK: een ingewikkeld mechanisme van bewegende delen, maar zonder innerlijke neiging of bezieling. We noemen dit een MECHANISTISCH WERELDBEELD. Volgens deze Franse filosoof en wetenschapper was dit mechanistische beeld van de natuur ook van toepassing op DIEREN. Hij bestudeerde ze dan ook door ze levend open te snijden! Maar als dieren mechanisch in elkaar zitten, hoe zit het dan met mensen? Is het menselijk lichaam ook een mechanische machine? En als alles in de natuur zonder innerlijke neiging wordt voortbewogen, hoe zit het dan met onze vrije wil? Voor Descartes was het verschil tussen een mens en een dier dat een mens niet alleen lichaam heeft, maar ook een geest die wliswaar met het lichaam verbonden is, maar in principe los van het lichaam zou kunnen bestaan. Ze noemen zijn theorie ook wel SUBSTANTIEDUALISME, omdat je enerzijds de DENKENDE SUBSTANTIE hebt, de geest, en aan de andere kant MATERIE. De denkende substantie is niet onderworpen aan mechanische principes van de natuur. Op deze manier kon Descartes enerzijds verdedigen dat het menselijk lichaam een onbezield mechanisme is en anderzijds toch ook beweren dat de mens een geest en een vrije wil heeft. De mechanische kijk op ons lichaam is echter in onze samenleving vrij algemeen geaccepteerd. Kijk bijvoorbeeld in een ziekenhuis, we geloven dat die dokter ons kunnen helpen door kennis en vaardigheden om bepaalde MECHANISMEN in ons lichaam te repareren. Maar Descartes vindt dus dat je aan de ene kant een lichaam hebt die tot de natuur behoord en aan de andere kant een geest die los kan staan van het lichaam. Maar.. hoe kunnen ze elkaar dan benvloeden? Dit probleem staat ook wel bekend als het INTERACTIEPROBLEEM. Als de geest niet tot de natuur, dan zou de geest de bovennatuurlijke ooraak kunnen zijn van

Johannes Kepler (1571-1630)

Ren Descartes (1596-1650)

veranderingen in de mechanische natuur! Dit kan dan uiteindelijk weer twee dingen betekenen 1. Dat het bewustzijn geen invloed kan hebben op het lichaam, een positie die bekend staat als het EPIFENOMENALISME 2. Of dat het substantiedualisme onwaar is en dat we lichaam en geest dus als een eenheid moeten zien, een positie die we ook wel MONISME noemen. De natuurkundige Isaac Newton (1643-1727) Volgens hem kun je verklaren waarom materie zoals een lichaam in beweging komt door te achterhalen welke krachten er op die materie worden uitgeoefend. Omdat krachten volgens Newton niet via directe fysieke aanraking hoeven te werken, zagen sommige wetenschappers in zijn krachtenleer een mogelijkheid om het ineractieprobleem op te lossen met behulp van het idee van BOVENNATUURLIJKE KRACHTEN. Krachten waarmee de geest invloed kan uitoefenen op het lichaam. Op grond van deze theorie zouden we de vrije wil kunnen zien als een vermogen van onze geest om een bovennatuurlijke kracht uit te oefenen op ons lichaam. Aan deze bovennatuurlijke krachten gaat een veronderstelling schuil: Als objecten in de natuur door bovennatuurlijke krachten in beweging gebracht kunnen worden, dan zijn de natuurkrachten dus niet voldoende. Maar het idee van bovennatuurlijke krachten wordt op dit moment zeer bekritiseerd: Zo ontdekte men in de negentiende eeuw DE WET VAN BEHOUD VAN energie uit allerlei onderzoek bleek dat bij elke verandering in de natuur de totale hoeveelheid energie die op een andere manier weer tevoorschijn komt. Maar als de geest door middel van een bovennatuurlijke kracht bewegingen in de natuur zou kunnen veroorzaken, dan zou de hoeveelheid energie in de natuur moeten TOENEMEN. Bovendien zijn natuurkundigen erin geslaagd om alle krachten die we in de natuur aantreffen, te herleiden tot vier FUNDAMENTELE NATUURKRACHTEN. Volgens Smart is de gedachte IDENTIEK aan de desbetreffende activiteit in de hersenen: het is een en dezelfde gebeurtenis. Al onze ervaringen en ervaringen zijn HERSENTOESTANDEN. Identiteitstheorie: ALLE GEDACHTEN EN ERVARINGEN ZIJN IDENTIEK AAN HERSENTOESTANDEN. Bewuste gedachten zijn hersentoestanden en hersentoestanden kunnen het lichaam in beweging brengen. Maar.. hoe kan een bewuste gedachte hetzelfde zijn als

Australische filosoof J.J.C. Smart

een HERSENTOESTAND? Zoals Descartes dacht: Als de hersenen mechanisch werken, dan kan de geest niet tot dezelfde substantie behoren als de hersenen, want een mechanisme kan niet denken. Maar.. volgens wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat er geen n-op-nrelatie tussen gedachten en hersentoestanden zijn. Sommige mensen hebben dezelfde gedachte, maar de activiteit in de hersenen is niet op dezelfde plaats. De Amerikaanse hersenonderzoeker Benjamin Libet (1916-2007) Uit experimenten van Amerikaanse hersenonderzoekrs onder leiding van Benjamin Libet (1916-2007) bleek echter precies het omgekeerde: in je hersenen begint de voorbereiding van een beweging vlak VOORDAT je bewust bedenkt dat je met die beweging wilt beginnen. Maar.. kunnen we nog wel spreken van vrije wil in de zin van bewuste aansturing wanneer blijkt dat je hersenen al met die handeling begonnen zijn, terwijl je nog niet bewust hebt bedacht dat je het nu gaat doen? Het experiment van Libet: Het moment waar de proefpersoon zijn pols bewoog, werd gemeten met elektroden die aan zijn pols waren bevestigd. Ook aan het hoofd van de proefpersoon waren elektroden bevestigd. Hiermee werd de zogenaamde BEREIDHEIDSPOTENTIAAL gemeten (EEG): een bepaalde activiteit in de hersenen waarvan andere onderzoekers al hadden aantetoond dat die vooraf gaat aan doelmatige bewegingen. Libet wilde weten of de bewuste gedachte eerder later ontstaat dan de bereidheidspotentiaal. Uiteindelijk is bewezen dat de voorbereiding van de beweging in de hesenen gemiddeld meer dan 300 milliseconden eerder begint dan de bewuste gedachte! (WOW!) Volgens Swaab loopt het bewustzijn achter de beslissingen aan. Het verschil met het dualistische epifenomenalisme is dat Swaab het bewustzijn WEL binnen het natuurkundig domein plaatst. ''Wij zijn ons brein,,.

Arts en hersenwetenschapper Dick Swaab

Anda mungkin juga menyukai