Anda di halaman 1dari 21

BASISSCHOOL

……………………………………………..

FUNCTIEBESCHRIJVING
AMBT ZORGCOÖRDINATOR

Opgemaakt op …………………………………

Naam: ....................................................................................................................................................................

Stamboeknummer: .........................................................................................................................................................

Opdrachtbreuk: ........ /24

Vast benoemd: Ja / Neen

Eerste Eerste indiensttreding Eerste indiensttreding Eerste TADD-


indiensttreding binnen het binnen de aanstelling
schoolbestuur scholengemeenschap
Datum

Andere opdrachten waarvoor aparte functiebeschrijvingen bestaan:

.........................................................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................................................
NAAM EERSTE EVALUATOR:
………………………………………………………………………………………………………………………….

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 1


HET PEDAGOGISCH PROJECT EN DE OPDRACHTEN VAN DE
LEERKRACHTEN

Van de leerkracht wordt verwacht dat hij bijdraagt aan de realisatie van het
opvoedingsproject van de school. Dat wil onder andere zeggen dat hij zich loyaal
opstelt ten aanzien van de levenbeschouwelijke grondslag van onze school, en in het
algemeen ten aanzien van de grondslagen van de katholieke (basis)school.

Het opvoedingsproject van onze school staat omschreven in het schoolwerkplan.

Wat de katholieke school in het algemeen betreft, staan de opdrachten geformuleerd in


Opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs in Vlaanderen (VSKO,1994) en in
Opvoedingsconcept voor de katholieke basisschool in Vlaanderen (2000).

Van de leerkracht wordt ook verwacht dat hij de bepalingen respecteert die met betrekking tot de
uitvoering van zijn opdracht geformuleerd staan in het Algemeen reglement van het personeel van het
katholiek onderwijs (Centraal Paritair Comité van het Katholiek Onderwijs) en in het arbeidsreglement
van de school. (zie www.vlewe.be)

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 2


Opdrachten Mijn Afspraken
taak
2.1 Meewerken aan de kwaliteitszorg en de algemene schoolorganisatie

2.1.1 Het zorgbeleid van de school mee ontwikkelen

Op het niveau van de school


2.1.1.1 samen met de collega’s van het schoolteam en
conform de regelgeving, een zorgbeleid
uitbouwt waarin alle zorginitiatieven van de
school verwerkt zitten (GOK-plan,
kleuterparticipatie, zorg voor zieke kinderen,
…) en dat onderdeel is van het
schoolwerkplan.
2.1.1.2 ervoor zorgt dat de fundamentele
uitgangspunten van het zorgbeleid van de
school als een rode lijn doorheen alle
deelplannen lopen.
2.1.1.3 de regelgeving die met zorgbeleid te maken
heeft opvolgt en erover waakt dat de
regelgeving correct toegepast wordt (zorg,
GOK, GOK +, Zorg+,…).
2.1.1.4 vernieuwingsprojecten die met ‘zorg’ te
maken hebben, initieert, coördineert en mee
implementeert volgens een traject dat in het
schoolwerkplan is omschreven.
2.1.1.5 vragen van buiten de school om bepaalde
initiatieven rond zorg te nemen beoordeelt. Hij
doet dit in overleg met het schoolteam en met
het schooleigen pedagogisch project als
referentiekader.
2.1.1.6 de zorgbrede praktijk van de klasleerkrachten
in kaart brengt.
2.1.1.7 de samenwerkingsmodaliteiten met het CLB,
het BuO, het revalidatiecentrum,…
voorbereidt.

Op het niveau van de leerkrachten

2.1.1.8 alle leerkrachten betrekt bij het uitbouwen van


het zorgbeleid en aansluit bij de noden en de
vaststellingen van de leerkrachten van de
school.
2.1.1.9 in zijn interventies met leerkrachten steeds de
link legt met de fundamentele uitgangspunten
van het zorgbeleid van de school.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 3
Op het niveau van de ouders en de kinderen

2.1.1.10 ervoor zorgt dat het concrete zorgbeleid


van de school voorgesteld wordt aan de ouders
.
2.1.1.11 in zijn gesprekken met ouders duidelijk
maakt waar-om bepaalde maatregelen al dan
niet kunnen genomen worden. Hij legt daarbij
steeds de link met de uitgangspunten van het
zorgbeleid van de school.

Van de zorgcoördinator wordt verwacht dat hij onder andere:

2.1.1.12 werkt aan zijn eigen professionalisering


via netwerk-vorming met collega’s uit andere
scholen en mensen uit de welzijnssector, CLB,
pedagogische begeleiding, …
2.1.1.13 ieder jaar een plan voorlegt van de
nascholing die hij zal volgen.
2.1.1.14 op basis van een beginanalyse, een
week-, maand- en/of jaarplanning opstelt voor
zijn werking.
2.1.1.15 zijn activiteiten voorbereidt en
registreert in een agenda.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 4


2.1.2 Het zorgbeleid opvolgen en evalueren

Op het niveau van de school kan dit betekenen dat de zorgcoördinator onder andere:
2.1.2.1 waakt over het realiseren van de afspraken
zoals die vastgelegd zijn in ondermeer de
concrete werkplannen zorg en GOK.
2.1.2.2 interventies rond zorg opvolgt en meewerkt
aan de evaluatie ervan.
2.1.2.3 de zelfevaluatie van het zorgbeleid van de
school organiseert en coördineert. Hij levert
daartoe instrumenten en strategieën, analyseert
relevante gegevens over resultaten van
leerlingen en over de eigen werking van het
team, interpreteert deze gegevens en trekt er,
in overleg met het hele team, conclusies uit
die leiden tot een verbetering van de werking
omtrent zorg.
2.1.2.4 actief meewerkt aan initiatieven waarmee de
school haar werking rond zorg naar externen
verantwoordt. Dat betreft zowel de horizontale
verantwoording (naar de ouders) als de
verticale verantwoording (naar de
subsidiërende overheid en de onderwijs-
inspectie).

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 5


2.1.3 Overleg organiseren

Op het niveau van de school kan dit betekenen dat de zorgcoördinator onder andere:
2.1.3.1 ervoor zorgt dat er systematisch overleg rond
zorg plaatsvindt (inroosteren, organiseren,
voorbereiden, agenda opstellen, …).
2.1.3.2 de samenwerking met de ouders organiseert en
ondersteunt (ouderavonden en oudercontacten
rond zorg).
2.1.3.3 ervoor zorgt dat er van overlegmomenten
verslaggeving is en dat deze opgevolgd en bij-
gehouden wordt.
2.1.3.4 de multidisciplinaire overlegvergaderingen
(MDO’s) organiseert.
2.1.3.5 de kernteambijeenkomsten zorg, het
zorgoverleg, … organiseert en modereert.
2.1.3.6 bewaakt dat ‘zorg’ op de agenda van de
personeels-vergaderingen komt.
2.1.3.7 bewaakt dat ‘zorg’ op de agenda komt van alle
overlegorganen in de school .

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 6


Op het niveau van de leerkrachten

2.1.3.8 het collegiaal overleg, het


overleg tussen klasleerkracht en het
zorgteam, het overleg tussen
klasleerkrachten en CLB, …,
organiseert en onder-steunt.
2.1.3.9 het overleg tussen
klasleerkracht en de ouders en het
overleg tussen klasleerkracht en CLB
mogelijk maakt (bv. door de
klasleerkracht kindvrij te maken).
2.1.3.10 het MDO mee voorbereidt, het
MDO modereert en de opvolging van
de afspraken die gemaakt zijn in het
MDO begeleidt.
2.1.3.11 klasleerkracht ondersteunt in
het opnemen van hun rol als
spilfiguur van het MDO.

Op het niveau van de kinderen en hun ouders

2.1.3.12 aanwezig is bij het gesprek


tussen ouders en klasleerkracht en
dat gesprek mee ondersteunt.
2.1.3.13 in overleg met de
klasleerkracht een huisbezoek doet,
als dat voor een kwaliteitsvolle
ondersteuning van een leerling
essentieel is (o.a. als de invloed van
de sociaal-culturele en gezinscontext
op de ontwikkeling van een kind een
ingrijpende invloed blijkt te hebben).
2.1.3.14 samen met de klastitularis
vooraf geplande, individuele
oudercontacten organiseert voor de
ouders van kinderen met zorgnoden.
2.1.3.15 steeds beschikbaar is voor ouders als
hun kind acute zorgvragen heeft (o.a.
zorgvragen van emotionele en relationele aard
of met betrekking tot de gezondheid van het
kind).

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 7


2.1.4 Netwerk uitbouwen, samenwerken met externe partners,
samenwerken met BuO

Op het niveau van de school

2.1.4.1 samenwerkt met collega’s en


pedagogisch begeleiders aan
pedagogisch-didactische
maatregelen om het zorgbeleid van
de school te realiseren.
2.1.4.2 actief meewerkt aan
initiatieven die de school opzet voor
kansarme leerlingen
(schoolopbouwwerk,
huiswerkbegeleiding,
animatieprojecten,…).
2.1.4.3 participeert aan
samenwerkingsinitiatieven met
scholen uit de scholengemeenschap.
2.1.4.4 participeert aan overleg met de
zorgcoördinatoren uit de scholen van
de scholengemeenschap.
2.1.4.5 participeert aan
samenwerkingsinitiatieven met
scholen voor buitengewoon
onderwijs.
2.1.4.6 een netwerk uitbouwt van
personen, diensten en scholen waar
de school mee kan samenwerken
voor het realiseren van haar
zorgbeleid.
2.1.4.7 contacten onderhoudt met en een brugfunctie
vervult naar o.a. het CLB, BuO (o.a. GON) of
externe ondersteunende diensten.
2.1.4.8 meewerkt aan initiatieven die gericht zijn op
een goede afstemming tussen
kleuteronderwijs/lager onderwijs/secundair
onderwijs.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 8


2.2 Werken aan een schooleigen christelijke identiteit

Op het niveau van de school

2.2.1 op zijn manier een bijdrage levert


aan de pastorale zorg bij vreugde
en verdriet in het leven van
kinderen van de school en van
leden van de schoolgemeenschap.
2.2.2 deel neemt aan momenten van
reflectie over de identiteit van de
school, in het bijzonder over de
inspiratie en de
levensbeschouwelijke verankering
van het schooleigen
opvoedingsproject in het
zorgbeleid van de school.
2.2.3 participeert aan initiatieven die de
school neemt om zich naar buiten
toe als katholieke basisschool te
profileren.
2.2.4 deelneemt aan vieringen,
bezinningsmomenten en acties van
christelijke of sociaal-
maatschappelijke aard die door de
school (eventueel in het ruimere
verband van de
scholengemeenschap) worden
opgezet.

Op het niveau van de kinderen en hun ouders

2.2.5 actief deel neemt aan de pastorale zorg bij


vreugde en pijn in het leven van kinderen.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 9


2.3 Zorgen voor een stimulerend opvoedingsklimaat en voor een
krachtige onderwijsleeromgeving

Op het niveau van de school

2.3.1 pedagogisch-didactische knelpunten


bespreekbaar stelt en samen met de
collega’s zoekt naar een gelijkgerichte
aanpak binnen de school.
2.3.2 ervoor zorgt dat er op school overlegd wordt
over een didactiek die leer- en
ontwikkelingsnoden voorkomt en helpt
oplossen.
2.3.3 ervoor zorgt dat er met alle betrokkenen
werkafspraken gemaakt worden die de
efficiëntie van het onderwijsleerproces van
kinderen met zorgnoden bevorderen.
2.3.4 ervoor zorgt dat de schoolinrichting voor
alle leerlingen en in het bijzonder voor
kinderen met zorgnoden, een aangename,
gestructureerde en veilige leer- en
leefomgeving biedt.
2.3.5 ervoor zorgt dat er op school afspraken
gemaakt worden over het gebruik van
onderwijsmedia die het onderwijsleerproces
van kinderen met zorgnoden ondersteunen.
2.3.6 ervoor zorgt dat er in de klaslokalen
informatie-bronnen aanwezig zijn die voor
leerlingen met zorgnoden goed toegankelijk
zijn.
2.3.7 methodes en materialen evalueert op hun
bruik-baarheid voor een zorgbrede werking:
aanpak, werking, effecten en leerlijnen.
2.3.8 een documentatiecentrum/gespecialiseerde
bibliotheek/orthotheek beheert en ontsluit.
2.3.9 meewerkt aan een schoolklimaat waarin
aandacht is voor een consequent
gedragsmanagement (gedrag kunnen sturen,
een omgeving aanbieden met structuur,
regels afspreken en consequent toepassen,
…).

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 10


Op het niveau van de leerkrachten

2.3.10 aanspreekpunt is voor de leerkrachten die


een zorgbreed onderwijsaanbod willen
realiseren.
2.3.11 de klastitularissen ondersteunt in het
formuleren van hun hulpvragen.
2.3.12 de klasleerkrachten ondersteunt in het
kiezen van didactische werkvormen die
aansluiten bij het specifieke van de te
realiseren leerdoelen (leerprocessen) en bij
de kenmerken van de leerlingen
(capaciteiten, belangstelling,….).
2.3.13 de klasleerkrachten hulpmiddelen aanreikt
voor detectie en probleemanalyse.
2.3.14 de klasleerkrachten coacht in het zoeken
naar een onderwijsaanpak die kinderen met
zorgnoden ondersteunt in hun leren.
2.3.15 de klasleerkrachten coacht bij het
gedifferentieerd werken (hoe differentiëren,
met welke taken, materialen en media).
2.3.16 de klasleerkrachten collega’s materialen
bezorgt voor gedifferentieerd werken of
aangeeft waar ze gepaste materialen kunnen
vinden.
2.3.17 de klasleerkrachten ondersteunt in het
werken vanuit de principes van goed
onderwijs (interactief, gericht op reflectie op
het leren,…) ook als ze werken met
kinderen met zorgnoden.
2.3.18 de klasleerkrachten ondersteunt in het
omgaan met gedragsproblemen en in het
consequent toepassen van gedragsregels.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 11


Op het niveau van bepaalde kinderen en hun ouders

2.3.19 zijn didactische aanpak en de leermiddelen


die hij inzet zodanig varieert dat hij
tegemoet komt aan de verschillende wijzen
waarop de leerlingen leren of aan de
verschillen in hun leervermogen.
2.3.20 participeert aan de observatie van
2.3.21 kinderen met gedragsproblemen mee
2.3.22 met individuele kinderen of met groepjes
kinderen aan binnenklasdifferentiatie en aan
buitenklasdifferentiatie doet.
2.3.23 delen van individuele handelingsplannen
van kinderen uitvoert.
2.3.24 zorgt voor de individuele remediëring van
kinderen met hardnekkige problemen.
2.3.25 de basisvaardigheden traint met kinderen
die daar nood aan hebben.
2.3.26 voorinstructie geeft of extra uitleg geeft aan
kinderen die daar nood aan hebben.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 12


2.4 Mee het onderwijsaanbod realiseren

Op het niveau van de school

2.4.1 gangmaker is voor het uitwerken van


gedifferentieerde leertrajecten.
2.4.2 de mogelijkheid onderzoekt om aan
curriculumdifferentiatie te doen voor (groepen
van) leerlingen en voor verschillende
leergebieden.
2.4.3 ervoor zorgt dat er op schoolniveau duidelijke
afspraken gemaakt worden over de wijze
waarop in de leerplandoelen zal
gedifferentieerd worden.
2.4.4 ervoor zorgt dat er op het niveau van de
school duidelijke afspraken zijn omtrent de
wijze waarop aan remediëring zal gedaan
worden.
2.4.5 ervoor zorgt dat er op schoolniveau duidelijke
afspraken gemaakt worden over de wijze
waarop gecompenseerd en gedispenseerd zal
worden.
2.4.6 ervoor zorgt dat er binnen de school duidelijke
afspraken zijn omtrent het opstellen van
handelingsplannen voor kinderen met
specifieke zorgnoden.

Op het niveau van de leerkrachten

2.4.7 de klasleerkrachten ondersteunt in het omgaan


met leerlijnen als basis voor gedifferentieerde
leertrajecten.
2.4.8 de klasleerkrachten ondersteunt bij het
gedifferentieerd werken aan leerdoelen.
2.4.9 de klasleerkrachten ondersteunt in het werken
met gedifferentieerde leertrajecten.
2.4.10 de klastitularissen ondersteunt bij het
uitwerken van gepaste remediëring.
2.4.11 de klasleerkrachten ondersteunt bij het
vastleggen van compenserende en
dispenserende maatregelen.
2.4.12 individuele handelingsplannen en
groepshandelings-plannen mee uitwerkt.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 13


Op het niveau van de kinderen

2.4.13 werkt met een gedifferentieerd doelenpakket


dat aangepast is aan de zorgnoden van de
leerling of het groepje leerlingen waar hij mee
werkt.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 14


2.5 Leerlingen evalueren om ze in hun leren en ontwikkeling te
ondersteunen

Op het niveau van de school kan dit betekenen dat de zorgcoördinator onder andere:
2.5.1 meewerkt aan het ontwikkelen van een
evaluatiebeleid dat gericht is op het
ondersteunen van kinderen in alle aspecten
van hun ontwikkeling.
2.5.2 het teamoverleg over de doelstellingen van de
leerlingenevaluatie, over de wijze waarop
leerlingen met zorgnoden zullen geëvalueerd
worden en over de wijze waarop conclusies
zullen getrokken worden uit de
leerlingenevaluatie meer organiseert.
2.5.3 de conclusies uit de leerlingenevaluatie
hanteert als basis voor het bijsturen van het
zorgbeleid van de school.
2.5.4 meewerkt aan een rapporteringsbeleid dat
recht doet aan leerlingen met zorgnoden.
2.5.5 de resultaten van schooloverstijgende
peilproeven waar de school aan deelnam
interpreteert in voorbereiding op overleg in
teamverband.

Op het niveau van de leerkrachten

2.5.6 de klasleerkrachten ondersteunt in het hanteren


van instrumenten en procedures (harde en
zachte evaluatie) om de leeruitkomsten van de
leerlingen die aansluiten bij de aard van de
nagestreefde leerdoelen te registreren.
2.5.7 de klasleerkrachten ondersteunt bij het
beoordelen van de prestaties van leerlingen en
bij het trekken van conclusies voor de verdere
werking.
2.5.8 de klasleerkrachten ondersteunt bij het terug-
koppelen van vaststellingen en beoordelingen
naar leerlingen met zorgnoden.
2.5.9 de collega’s ondersteunt bij het rapporteren
over resultaten van leerlingen met zorgnoden.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 15


Op het niveau van de kinderen en hun ouder:

2.5.10 de leervorderingen van de kinderen waarmee


hij werkt evalueert en hun resultaten
registreert.
2.5.11 samen met de klasleerkracht de prestaties van
de leerlingen beoordeelt, dit door ze tegen de
beoogde doelen en het al bereikte niveau van
de leerling af te wegen.
2.5.12 differentieert bij het evalueren, in de zin dat hij
bij de evaluatie teruggaat naar de voor de
individuele leerling vooropgestelde doelen, dat
hij de beoordeling op de vorderingen afstemt
en dat zijn verdere ondersteuning bij de
individuele evaluatiegegevens aansluit.
2.5.13 de vaststellingen en beoordelingen (n.a.v.
taken en observaties) snel naar de leerlingen
terugkoppelt, met het oog op bevestiging van
positieve ontwikkelingen, om hen tot reflectie
op fouten aan te zetten en om het
onderwijsleerproces bij te sturen .
2.5.14 rapporteert over resultaten van de leerlingen
naar al diegenen die er belang bij hebben (de
klasleerkracht, de ouders, de leerlingen, de
leden van het team, ….) en op zo’n wijze dat
een verdere werking kan aansluiten.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 16


Opdrachten Mijn Afspraken
taak
3 Competenties en attitudes

Van de zorgcoördinator wordt verwacht dat hij ondermeer:


3.1 aandacht heeft voor en kan toewerken naar
gemeenschappelijke besluitvorming.
3.2 de klasleerkracht als de spilfiguur van het
zorgbeleid op klasniveau erkent.
3.3 de directeur in zijn functie als
verantwoordelijke voor het beleid van de
school respecteert en hem ondersteunt in het
ontwikkelen en het uitvoeren van het
zorgbeleid.
3.4 kan samenwerken met iedereen die bij de
schoolloopbaan van de leerlingen betrokken is
en daarbij de eigen verantwoordelijkheid van
elkeen respecteert.
3.5 loyaal samenwerkt met collega’s.
3.6 in een geest van solidariteit en verbondenheid
met anderen samenwerkt.
3.7 de administratieve en pedagogische richtlijnen
respecteert, zoals die door het schoolbestuur in
het Algemeen Reglement en het
arbeidsreglement vermeld staan.
3.8 gericht is op een zorgbeleid dat leer- en
ontwikkelingsproblemen van kinderen
voorkomt.
3.9 iedere leerling als een persoon, met een eigen
achtergrond en met eigen mogelijkheden en
beperkingen op cognitief, dynamisch-affectief
en motorisch gebied respecteert en waardeert.
3.10 het mens- en wereldbeeld van elk van zijn
collega’s respecteert.
3.11 bereid is om voor leerlingen met specifieke
behoeften, extra inspanningen te doen.
3.12 bereid is om over eigen beroepservaring en
ervaringen die hij opdeed bij
vormingsinitiatieven, te communiceren met
collega’s.
3.13 bereid is om collega’s te ondersteunen in hun
professionele ontwikkeling.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 17


3.14 gericht is op kritische reflectie op zijn
professioneel handelen en ingesteldheid, in het
bijzonder op de relatie tussen zijn handelen en
de feitelijk nagestreefde doelen bij de kinderen
en bij de collega’s.
3.15 bereid is om op basis van de effecten van zijn
pedagogisch-didactisch en zijn agogisch
handelen zijn visie en aanpak bij te sturen, of
om nieuwe wegen uit te proberen.
3.16 erop gericht is om van anderen, van zijn
collega's of van professionele ondersteuners,
te leren.
3.17 zijn pedagogisch-didactisch en zijn agogisch
handelen kan motiveren vanuit een theoretisch
kader of vanuit een visie op onderwijs en
opvoeding en een visie op leren van
volwassenen.
3.18 zich kan en wil verdiepen in bronnen die zijn
visie op onderwijs en opvoeding en het
ondersteunen van volwassenen helpen
ontwikkelen.
3.19 zijn positieve waardering uitspreekt over het
goede dat collega’s, kinderen en ouders doen.
3.20 over de leerlingen en hun toekomst spreekt
met een positieve ingesteldheid en met
optimisme, ook al loopt hun ontwikkeling
moeizaam.
3.21 in de omgang met collega’s, de schoolleiding
en ander personeel van de school getuigt van
respect, vertrouwen, zorg en waardering voor
ieders werk.
3.22 bereid is om voor de communicatie met ouders
van zorgenkinderen extra inspanningen te
doen.
3.23 door de wijze waarop hij met de leerlingen en
hun ouders omgaat, het vertrouwen van de
leerlingen weet te winnen en ze een gevoel
van veiligheid kan geven.
3.24 luistert naar wat de leerlingen naar voren
brengen en hun inbreng waardeert.
3.25 authentiek (echt) is in zijn pedagogische
relatie met kinderen, o.a. als hij zijn
bewondering, misprijzen of ongenoegen
uitdrukt.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 18


3.26 erop gericht is om bij de kinderen een positief
zelfbeeld te ontwikkelen.
3.27 zijn praktijk in overeenstemming tracht te
brengen met de pedagogisch-didactische
uitgangspunten die het eigen
opvoedingsproject en de leerplannen
kenmerken.
3.28 de leerplandoelen en leerlijnen op een
gedifferentieerde wijze kan hanteren.
3.29 de ontwikkelingen op het vlak van
gedifferentieerd omgaan met leerplandoelen
en met ontwikkelingsdoelen volgt.
3.30 gedifferentieerd kan werken en samenwerken
binnen heterogene leerlingengroepen.
3.31 ook binnen het zorgbreed werken gericht is op
het evenwichtig werken aan cognitieve ,
dynamisch-affectieve en motorische
vormingsaspecten.
3.32 objectief is bij het beoordelen van de
leerlingen.
3.33 zijn oordeel baseert op verschillende
vaststellingen, door hemzelf en door anderen.
3.34 op een respectvolle en constructieve wijze
over de vorderingen van leerlingen kan
communiceren.
3.35 de inspanningen van elke leerling weet te
waarderen en zijn oordeel niet baseert op de
vergelijking met anderen.

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 19


Opdrachten Mijn Afspraken
taak
SPECIFIEKE OPDRACHTEN VOOR

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 20


PERSOONLIJKE WERKPUNTEN

Datum Datum

Handtekening eerste evaluator, Voor kennisname,


Handtekening personeelslid,

functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be . 21

Anda mungkin juga menyukai